Een minister kijkt om en blikt vooruit ALERT in gesprek met Jo Vandeurzen NICO BOGAERTS EN PETER GORIS
‘Het valt op hoe dynamisch en wendbaar de welzijnssector is.’
Binnenkort mogen we met z’n allen weer naar de stembus. Is het resultaat een nieuwe Vlaamse minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin? Of mag Jo Vandeurzen nog vijf jaar langer besturen vanuit zijn fraaie uitkijkpost in het Brussels Ellipsgebouw? Dat zal onder meer afhangen van de punten die hij scoorde tijdens de voorbije legislatuur. Waren de gekozen beleidslijnen relevant en helder? Wist hij noodzakelijke veranderingen door te duwen? Inspireerde hij het werkveld en flatteerde hij Jan Modaal? Kwam hij voldoende op voor de welzijnssector indien die in het nauw gedreven werd? Wist hij, ondanks een economische crisis en krappe budgettaire ruimte, zorg en welzijn toch op het juiste spoor te houden? Het is aan de kiezer om het rapport op te maken. Maar eerst wilde ALERT van de minister vernemen hoe hij zijn ministerieel parcours evalueert. Maar dat niet alleen. Samen met de minister keken we ook vooruit. Wat zijn de grootste uitdagingen voor de komende vijf jaar?
6
U was vijf jaar Vlaams minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin. Wat beschouwt u als uw grootste verwezenlijking? In verschillende zorgsectoren is er heel wat vernieuwing op de rails gezet. In het algemeen welzijnswerk kenden de Centra voor Algemeen Welzijnswerk een stevige schaalvergroting, de pleegzorg is intersectoraal geworden, de kinderopvang kreeg een nieuw wettelijk kader, de consultatiebureaus van Kind en Gezin kregen hun plaats in een nieuwe preventieve gezinsondersteuning, in de gehandicaptenzorg zorgde de persoonsvolgende financiering voor een fundamentele omslag, het forensisch welzijnswerk werd gereorganiseerd op basis van een nieuw decreet, in de ouderenzorg kwamen er een aantal nieuwe erkenningen en met integrale jeugdhulp hebben we ingezet op een grondige vernieuwing van de jeugdzorg. Al die sectorale bewegingen zijn niet lukraak gekozen maar vertrekken vanuit heldere beleidskeuzes. Want doorheen al die vernieuwingsoperaties lopen twee rode draden: het intersectoraal werken en het streven om met vermaatschappelijking de zorg maximaal in de samenleving zelf te ontplooien.
WWW.ALERTONLINE.BE
trokken. We hebben daar de voorbije jaren een goed parcours gereden. Maar nogmaals, dit geen prestatie van een minister alleen. Het valt op hoe dynamisch en wendbaar de welzijnssector is. Medewerkers pikken snel in op vernieuwing en ontSociaal ondernemers, lokale besturen en gebruiplooien doordacht hun netwerken. Goede praktijkersgroepen bevestigen dat er op het terrein heel ken vinden hun weg naar andere spelers. Een overwat beweging is. Intersectoraal werken en vermaatheid die er dan voor kiest om via allerhande regelschappelijking worden naar voor geschoven als antgeving kort op dat werkveld te woorden op toekomstige uitdazitten, creëert averechtse effecten. gingen. Ik geef twee voorbeelden. Intersectoraal werken en Daarom moet de overheid zich Op de eerste lijn kiest het algevermaatschappelijking uit bepaalde sectoren nog verder meen welzijnswerk duidelijk voor verwerven hun plaats terugtrekken en de vernieuwing een intersectorale aanpak en verop de werkvloer. die er spontaan groeit een duw in maatschappelijking. Door de de rug geven. schaalvergroting kunnen ze daarvoor ook zelf de competenties organiseren. Dat anEen voorbeeld van zo’n belangrijke vernieuwing is de ticiperend werken zie ik ook in de ouderenzorg persoonsvolgende financiering voor mensen met een waar sociaal ondernemers nadenken over een beperking. Is dat de voorbode van een totale reorgaduurzame inplanting van die zorg in een stedelijk nisatie van het welzijnsveld in Vlaanderen richting weefsel. Men zoekt naar concepten om binnen een vraaggestuurde zorg? zorgcontext het wonen zo normaal mogelijk te laten verlopen. Intersectoraal werken en vermaatschappelijking verwerven dus hun plaats op de Meer persoonsvolgende financiering is een onderwerkvloer. Op die werkvloer heeft men goed in de deel van het breder verhaal rond de hele financiegaten welke evoluties onafwendbaar zijn, het is fijn ring van de zorg. Vanmorgen nog hoorde ik een diom vast te stellen dat overheid en werkterrein elrecteur ouderenzorg spreken over persoonsvolgenkaar daar weten te vinden. de financiering. Die intrede van meer vraagsturing is een goede evolutie op voorwaarde dat ze niet te Is het als overheid niet beter om zo’n ingrijpende verschraal ingevuld wordt. Want persoonsvolgende fianderingen met zachte dwang te lanceren? Misschien nanciering wil niet zeggen dat je je enkel moet beheb je dan meer kans op succes. zighouden met indicatie- en diagnosestelling om iemand vervolgens een rugzak met geld toe te kenBij vernieuwing is de overheid altijd een sleutelnen. Ook bij persoonsvolgende financiering zal je partner, bijvoorbeeld door het aanreiken van een kwaliteit, toegankelijkheid en volume van het aandemocratisch getoetste visie. Ik merk ook dat de bod scherp in het vizier moeten houden. Je moet beleidslijnen die de overheid aanreikt op het terrein blijven inzetten op randvoorwaarden die voor de meestal een draagvlak vinden. Dat vraagt natuurverdere ontwikkeling van dat systeem levensnoodlijk veel overleg en bij weerstand moet je als miniszakelijk zijn: hoe wordt de continuïteit van het zorgtraject verzekerd? Wie bepaalt de toegang, wie ter en overheid soms durven doorduwen. Maar dat controleert de kwaliteit? Ik verzet me dus tegen de lukt alleen maar als de beleidskeuzes van de overidee dat, eens gekozen voor persoonsvolgende fiheid overtuigend en aanvaardbaar zijn. Het feit dat nanciering, een onzichtbare hand al die problemen je als minister enige continuïteit in je beleid kan wel zal oplossen. Landen waar men dat geprobeerd leggen, in dit geval een volledige legislatuur lang, is heeft, kijk naar Nederland, moeten op hun stappen dan een voordeel. Wordt dat aanbod vervolgens terugkomen. aangenomen door het werkveld, dan is de trein ver-
POW ALERT | JAARGANG 40 | NUMMER 1 | MAART 2014
7
ALERT in gesprek met Jo Vandeurzen
Ziet u ook effectief een werkterrein dat meer intersectoraal functioneert dan vijf jaar geleden en waar vermaatschappelijking sterker aanwezig is?
EEN MINISTER KIJKT OM EN BLIKT VOORUIT
Grijpt die nieuwe persoonsvolgende financiering in de sector van personen met een beperking wel ver genoeg in? Uiteindelijk worden budgetten in de vorm van vouchers nog steeds toegekend aan voorzieningen en niet aan cliënten.
geraakte. Maar er was geen weg terug: het afvoeren van integrale jeugdhulp zou ons terugflitsen in de tijd. Alles opnieuw ter discussie stellen vond ik politiek, noch maatschappelijk een verantwoorde optie. Bovendien werd de wens om in deze complexe samenleving te kiezen voor een meer intersectoraal georganiseerde jeugdzorg algemeen gesteund. Deze Tja, als ik ga spreken voor ouders van kinderen die bouwwerf moest voltooid worden. Want eens we zwaar zorgbehoevend zijn dan vragen ze mij soms door de zure appels zijn, zal de zorg voor jongeren om niet door te gaan met persoonsvolgende finanbeter zijn. Die duidelijke keuze creëert een duideciering. Zij vragen geen cashbudget dat de adminilijke context waarin we met alle partners naar nieustratieve opvolging van zorgcontinuïteit in hun we oplossingen en meer hulp op handen legt of een vouchersysteem. maat kunnen zoeken. Zo’n noodzaWel vragen zij van de overheid de Je mag de rol van kelijk hervormingsproces is nooit garantie dat een voorziening voor de overheid ook vanaf het eerste moment helemaal hun kind zal blijven zorgen, ook als niet overschatten: voldragen. Je moet evalueren en bijze er zelf niet meer zijn. De discuswij zijn geen tovenaars. sturen. sie is altijd moeilijk. Belangrijk is dat we beseffen dat de groep persoWas integrale jeugdhulp het zorgenkind waarvan u nen met beperkingen een zeer heterogene groep is. ’s nachts wakker lag? Fundamenteel is dat we de paradigmashift maken: het is de betrokkene zelf die kiest op welke wijze hij Een minister moet dagelijks afrekenen met verof zij die handicapspecifieke zorg wil ontvangen. schillende zorgenkinderen. Elke minister van WelDoor een voucher te kiezen kan de betrokkene de zijn wordt voortdurend geconfronteerd met schrijzorg voor zorgcontinuïteit en de administratieve lasten bij de dienst of voorziening leggen. nende en pijnlijke getuigenissen van mensen die het slachtoffer zijn van dramatische gebeurtenissen Binnen welzijn en gezondheid zijn er veel spelers met of die in de steek gelaten zijn door het systeem. Die verschillende belangen. De indruk bestaat dat veel verhalen grijpen me telkens naar de keel en zorgen beloftevolle en vernieuwende ideeën uiteindelijk uitwel eens voor slapeloze nachten. Daarnaast houdt monden in grijze compromissen. Neem integrale de vraag of al die specifieke vernieuwingen op mijn jeugdhulp: van oorsprong een zeer uitdagend concept, bevoegdheidsdomein wel goed zullen landen, me alleen begrijpen weinigen wat er vandaag op tafel uiteraard ook bezig. Dat confronteert me met de ligt. kwetsbaarheid van een politicus: je bent afhankelijk van het geloof en ongeloof van veel mensen die in Integrale jeugdhulp is inderdaad een complex verzo’n dynamiek moeten meestappen. In de media nieuwingsproces dat ontstaan is uit een wervend krijgen incidenten altijd veel aandacht. Op een idee. Integrale jeugdhulp heeft een lang traject van meer algemeen beleidsniveau maak ik me grote zorgen over de betaalbaarheid van ons zorgsysprocedures, instrumenten en advies gevolgd. Ik beteem. Dat klinkt gek uit de mond van een minister grijp dat dit voor de believers van het eerste uur die steeds vecht voor nieuwe budgetten, maar als niet meer de oorspronkelijke begeestering oproept. politicus besef ik dat al dat geld ook ergens vandaan De integrale jeugdhulp is niet mijn geesteskind. moet komen. De zorgnoden nemen toe, maar de Maar ik heb wel beslist om ermee door te gaan. Dat budgettaire ruimte niet in dezelfde mate. Het bewas een moeilijke beslissing. Want op een bepaald antwoorden van die problematische ontwikkeling moment was de twijfel rond de toekomst van inteis een collectieve verantwoordelijkheid. Een vakgrale jeugdhulp zo groot dat niemand nog vooruit
8
WWW.ALERTONLINE.BE
In een samenleving die individualiseert, is dat toch vechten tegen de bierkaai?
Je kan met doordachte financieringsmechanismen en regelgeving de samenleving toch een duw in de goede richting geven. De mate waarin vrijwilligers gemobiliseerd kunnen worden om mee op weg te gaan met zorgbehoevende mensen hangt immers ook af van de waardering die de gemeenschap uitIk ben blij dat jullie die vraag stellen. Vermaatspreekt voor het vrijwilligerswerk. Daarom blijft de schappelijking betekent dat je zorg zo organiseert vraag of we de beperkte middelen optimaal inzetten dat het ondersteunen van kwetsbare mensen een cruciaal. Dat gaat dan niet alleen over ‘zo goedkoop vanzelfsprekend onderdeel van het dagelijks samogelijk’, maar vooral over het in gang zetten van menleven is. Ik verzet me tegen een beleid dat redede juiste mechanismen. De besteding van gemeenneert vanuit een wereld die bestaat schapsmiddelen vertrekt altijd uit hardwerkende Vlamingen vanuit een bepaalde opvatting over Budgettaire argumenten enerzijds en mensen met beperhoe een samenleving het best omzijn niet de basis voor kingen anderzijds. De welzijns- en gaat met noden en behoeften. Zo het pleidooi voor zorgsector zou zich dan mogen maken we in de geestelijke gezondvermaatschappelijking. heidszorg via artikel 107 duidelijk ontfermen over die tweede wereld. dat we kiezen voor maximale opMijn perspectief is anders: als vang van psychiatrische patiënten in de thuissituakwetsbare mens heb je zin in het leven als je ook tie. Door ook onze financieringsmechanismen in echt iets betekent voor andere mensen. Een sterk en die zin in te zetten, ontstaan verschuivingen. Je kan kwaliteitsvol zorgbeleid maakt mogelijk dat mendus als overheid wel degelijk ingrijpen. sen iets voor elkaar betekenen. En dan ondersteun je als overheid alles wat inzet op de versterking van Hoge zelfdodingscijfers hebben te maken met diepgede betrokkene en zijn sociale context. Neem de wortelde structurele risicofactoren. Je kan een nieuw buddywerking in de geestelijke gezondheidszorg. noodnummer installeren maar daarmee raak je toch Dat zijn beloftevolle verhalen die de betrokkenheid slechts marginaal aan de meer fundamentele oorzavan mensen bij onze samenleving tonen. In de zorg ken? voor personen met een handicap ontwikkelden we daarvoor het begrip ’gebruikelijke zorg’, het gaat dan bijvoorbeeld om de zorgrelatie tussen ouders Politiek anno 2014 vertrekt vanuit een multi-goen kinderen. Van mantelzorgers mag je trouwens vernance model waarin verschillende beleidsdoniet verwachten dat ze meer opnemen dan die gemeinen en bevoegdheidsniveaus met elkaar verbruikelijke zorg. Via die initiatieven maken we ons bonden worden. De kerntaak van de huidige poliperspectief op vermaatschappelijking concreet. En tiek is om verbindingen te zoeken en elkaar te verdan weet je meteen ook dat het niet onze ambitie is sterken. Dat geldt ook voor welzijn en gezondheid. om te bezuinigen door zoveel mogelijk zorg terug Beleid op deze twee domeinen ontwikkel je altijd te duwen in de nek van de gebruiker en zijn naaste in relatie met andere beleidsdomeinen. Neem het omgeving. Budgettaire argumenten zijn voor mij voorbeeld van suïcidepreventie. Dat iemand beslist niet de basis voor het pleidooi voor vermaatschapom uit het leven te stappen, heeft met veel factoren pelijking. te maken. Zo weten we dat de huidige economische crisis een negatieve invloed heeft. Het klopt dat ik vanuit mijn departement die economische
Als u spreekt over de onbetaalbaarheid van zorg en voluit kiest voor vermaatschappelijking, valt dan niet te vrezen dat dit vooral een bezuinigingsoffensief wordt?
POW ALERT | JAARGANG 40 | NUMMER 1 | MAART 2014
9
ALERT in gesprek met Jo Vandeurzen
minister mag zich niet beperken tot het binnen halen van zoveel mogelijk geld voor het eigen departement.
EEN MINISTER KIJKT OM EN BLIKT VOORUIT
Vlaamse Bouwmeester spreekt vandaag voor het crisis niet kan oplossen. Toch zijn er ook heel wat eerst over ‘onzichtbare zorg’ en legt daarmee, zoals factoren die we vanuit dit departement wel kunnen mijn collega Muyters, een brug tussen welzijn en beïnvloeden. Zo is de geestelijke gezondheidszorg ruimtelijke ordening. Terwijl minister van Wonen nog niet laagdrempelig en toegankelijk genoeg. We Freya Van den Bossche sleutelde aan de toegang tot weten ook dat het inzetten op competentieversterde sociale huur, zette ik in op een betere begeleiding king van intermediairen om signalen van zelfdovan sociale huurders. Minister Pascal Smet zorgde ding te herkennen een verschil kan maken. Er zijn voor een Decreet Inclusief Onderwijs. Gaat het dus factoren waarop we met gerichte acties kunover innovatie, dan zette collega Lieten ook in op nen ingrijpen. Maar ik weet ook wel dat de welsociale innovatie. Ook dat is een zijnssector niet de hele wereld op nieuwe dimensie. Zo komen we haar schouders kan dragen. Er Er zijn in de samenleving toch al tot een heel lijstje van inizijn in de samenleving dingen dingen aan de orde die je tiatieven die het vakspecifieke aan de orde die je vanuit de welvanuit de welzijnssector met domein overstijgen. Op dat vlak zijnssector met de beste wil van de beste wil van de wereld verdienen we dus zeker een goed de wereld niet allemaal kan opniet kan oplossen. rapport. lossen.
Om de sluiting van Ford Genk niet te noemen. Zo’n bedrijfssluiting heeft uiteraard negatieve effecten op het welzijn van mensen. Dat weten we. Maar je kan daar vanuit welzijn slechts marginaal op wegen. De sluiting van Ford is een pijnlijke illustratie van een geglobaliseerde economie. Wil je daar echt impact op hebben, dan moet je bijvoorbeeld sterk inzetten op een Europese dimensie. Vaak kan je maar grip krijgen op de uitwassen van een globaliserende economie als je een global actor kan zijn. Maar al die analyses mogen ons niet laten verlammen door een soort fatalisme of cultuurpessimisme omdat die mechanismen de eigen grenzen en mogelijkheden overstijgt. Als politicus begin je aan deze job vanuit de ambitie en overtuiging dat je ondanks grenzen en beperkingen toch het verschil kan maken.
Als een moderne politiek verbindingen moet maken over het eigen domein heen, verdient deze Vlaamse regering dan een goed rapport? Als Vlaamse regering hebben we bij de start gekozen om intens samen te werken. Vanuit mijn departement stel ik vast dat de daad bij het woord werd gevoegd. We zetten met W2-trajecten in op een betere afstemming tussen werk en welzijn. De
10
Werden er ook bruggen gebouwd in de richting van het lokale beleidsniveau? Na de gemeenteraadsverkiezingen schreef de Vlaamse regering een omzendbrief naar de gemeentes waarin de prioritaire actiepunten van de Vlaamse overheid werden opgesomd. Dat is belangrijke informatie voor lokale beleidsverantwoordelijken die meerjarenbeleidsplannen schrijven. Want door ook daar op elkaar in te grijpen, kunnen we het beleid versterken. Wat betreft het departement welzijn, volksgezondheid en gezin zijn die prioritaire actiepunten onder meer armoedebestrijding en vermaatschappelijking van de zorg. Dat zijn thema’s waarop je bij uitstek op lokaal niveau kan inzetten. Er is ook afstemming tussen het Vlaamse en lokale niveau op vlak van kinderopvang, ouderenzorg, gezondheidsbevordering en ziektepreventie. In al mijn contacten met gemeentelijke initiatieven stel ik een grote bereidheid vast om de handen in elkaar te slaan. En ook met de nieuwe provinciebesturen werd gezocht naar meer synergie. De provincies kunnen met hun nieuwe bevoegdheden intersectorale samenwerking op vlak van welzijn stimuleren. Ik ben ervan overtuigd dat dit effect heeft.
WWW.ALERTONLINE.BE
ceren met een ambitieuze actor op de eerste lijn van het welzijnswerk. Ook afspraken en taakafbakeningen met de OCMW’s, een andere grote speler op de eerste lijn, behoren nu tot de mogelijkheden. Ook op andere terreinen komen er gelijkaardige hervormingen. Dat is vooral een kwestie van goede timing: op het juiste moment een duw in de rug geven. Zo weten we dat de grote uitdaging van geWat mensen zeggen, hangt af van de positie die ze zondheidspromotie en ziektepreventie is om de bekleden. Een burgemeester heeft een andere posimeest kwetsbare groepen te bereiken, bijvoorbeeld tie dan een minister van Welzijn. Je moet dus al die met drugpreventie of screeningsprogramma’s. We statements in hun context zien. Bovendien vergt de kunnen winst boeken door de bruggen tussen eeraanpak van welzijnsproblemen in een grootstedelijstelijnsgezondheidsverstrekkers, ke context een specifieke benadealgemeen welzijnswerk en saring. Huizen van het Kind, dienWie denkt dat hij in zorg en menlevingsopbouw te versterken. stencentra of wijkgezondheidswelzijn geen extra middelen Ook de relatie tussen welzijn en centra uitrollen in Antwerpen is moet investeren, negeert gezondheid zal de volgende jaren een ander verhaal dan in de prodemografische evoluties. verder moeten evolueren. vincie Limburg. Die verschillen moeten we aanvaarden. Daar ligt Zal de staatshervorming het makkelijker maken om ook een opdracht voor de Vlaamse overheid. Als die hervormingen te realiseren? men zich in een grootstad vindt in een gedeelde visie en aanpak, dan moeten wij ons op Vlaams niDe staatshervorming geeft meer instrumenten in veau inspannen om die goede samenwerking alle handen van de gemeenschappen. Dat creëert kankansen te geven. Zo kunnen we bijvoorbeeld lokale sen voor de verdere uitbouw van de eerstelijnsgeintersectorale samenwerking faciliteren door starre regels op te heffen. zondheidszorg, de aanpak van chronische zorg en een betere afstemming tussen justitie en welzijn. U gaf de eerste lijn een stevige duw in de rug door de Maar het is een complex werk van lange adem schaalvergroting van de Centra voor Algemeen Welwaarbij we niet de revolutie moeten prediken. Als zijnswerk. Is het niet zinvol om daarop door te duwen? het gaat over de gezondheid en het welzijn van Waarom brengt u het algemeen welzijnswerk niet mensen, dan moeten we in ieder geval continuïteit samen met samenlevingsopbouw? van hulpverlening garanderen. Het is niet verantwoord om onbezonnen te experimenteren met kinJe brengt me op goede ideeën. Maar je mag de rol derbijslag of revalidatie. Bovendien wordt dat bevan de overheid ook niet overschatten: wij zijn geen slissingsproces vandaag gekleurd door de krappe tovenaars. De beweging die de CAW’s maakten, is budgettaire ruimte. Dat geldt uiteraard niet alleen daarvan een goed voorbeeld. Zonder draagvlak was voor het departement welzijn. Maar wie denkt dat die nieuwe fusiebeweging er nooit gekomen. Maar hij in de toekomst in zorg en welzijn geen extra middelen moet investeren, negeert demografische ik geef toe dat ik daarbij wat geholpen heb. De evoluties. We moeten extra middelen mobiliseren CAW’s konden soms niet genoeg energie ontwikkedie we vervolgens zo efficiënt mogelijk moeten aanlen om op eigen kracht die globale oefening te wenden. We moeten die beperkte middelen op een doen. Op dat moment moet je als overheid een verstandige manier inzetten en ons daar in belangtandje bijsteken. Maar ondertussen zijn de CAW’s rijke mate laten leiden door objectieve argumenten ervan overtuigd dat deze schaalvergroting hen zoals evidence-based praktijken. winst zal opleveren. De overheid kan nu communi-
POW ALERT | JAARGANG 40 | NUMMER 1 | MAART 2014
11
ALERT in gesprek met Jo Vandeurzen
De verschillende beleidsdomeinen en -niveaus spelen blijkbaar een mooie symfonie. Maar wat te denken van Antwerps burgemeester Bart De Wever die in HUMO opperde om de landloperskolonies opnieuw te openen? Dat staat haaks op uw beleid rond vermaatschappelijking.
EEN MINISTER KIJKT OM EN BLIKT VOORUIT
Komt er samen met de overheveling van justitiële bevoegdheden ook een Vlaamse minister van Justitie?
staatshervorming niet van tafel geveegd mag worden. Om dat evenwicht te vrijwaren, moeten er dus meer algemeen geldende afspraken komen. Wat qua deontologie wenselijk is, moet overal hetzelfde Na de staatshervorming zal de Vlaamse gemeenzijn. Ik denk dat het niet goed is dat in de ene setschap meer betrokken zijn bij de werking van justiting bepaalde dingen kunnen die in een andere settie. Er komt heel wat op ons af: Vlaanderen zal meer ting niet kunnen. Met veel waardering kijk ik naar impact krijgen op het handhavingsbeleid en de wijAntwerpse experimenten zoals CO3 of het protocol ze waarop het openbaar ministerie prioriteiten stelt van moed waarin de samenwerking tussen parket als het gaat over misdrijven voorzien in onze regelen hulpverlening geoptimaliseerd wordt, met bijgeving. In de justitiehuizen en het jeugdsanctiezondere aandacht voor het berecht zullen de gemeenschappen roepsgeheim. Maar een goed sasleutelactoren worden. Het is eviMet veel waardering menwerkingsmodel mag niet bedent dat je voor dat nieuw takenkijk ik naar Antwerpse perkt blijven tot Antwerpen. Eens pakket ook een politieke verantexperimenten zoals de resultaten bekend zijn, moeten woordelijkheid moet installeren. CO3 of het protocol we zoeken naar een meer algemeEen nieuwe clustering van bevan moed. ne implementatie op Vlaams nivoegdheden zal bij de vorming veau. van een nieuwe Vlaamse regering dus op tafel liggen. Of dat uitmondt in een eigen Kan dat wel? Wordt het succes van die twee projecten departement justitie is dan weer een andere kwesniet net bepaald door positieve persoonlijke contactie. Alleszins zal de minister van Welzijn al die verten tussen hulpverleners, magistraten en politiemenschuivingen op vlak van justitie met bijzondere sen? aandacht moeten volgen. Want ze hebben hoe dan ook gevolgen voor zijn beleidsdomein. Zo valt te voorspellen dat in de wijze waarop justitie strafbaar We moeten een bottom-up benadering alle kansen gedrag beteugelt, nog sterker dan nu appel zal gegeven. Het verdient alle lof dat mensen spontaan de daan worden op hulpverlening en welzijnswerk. De krachten bundelen en creatief op zoek gaan naar volumecapaciteit die welzijn ter beschikking stelt oplossingen voor complexe problemen. Maar er van justitie wordt nog meer onderwerp van debat. komt ook een moment dat we ons de vraag moeten En nu welzijn en justitie nog dichter bij elkaar kostellen wat we daaruit leren. Het klopt dat veel van men, zal de communicatie tussen al die actoren nog die goede praktijken gedragen worden door perbeter geregeld moeten worden. soonlijke contacten, wederzijds respect en vertrouwen. Maar ook elders willen anderen graag leren uit Valt te vrezen dat sociaal werkers voor de kar van jusdie goede praktijken. Daarom is het een beleidstaak titie gespannen worden? om vertalingen op Vlaams niveau mogelijk te maken. Dat wil daarom nog niet zeggen dat je één moEen reden te meer voor de nieuwe minister van del overal opdringt. Maar het is ook niet zo dat inWelzijn om zich te engageren voor zijn sector. In zichten niet vertaald kunnen worden naar andere heel het debat over seksueel misbruik, ook in therasettings omdat ze vastkleven aan de persoonlijke peutische relaties, was er veel aandacht voor politikwaliteiten van haar uitvinders. Ook daar moet het Vlaams welzijnsbeleid evenwichten vinden. onele opsporing en justitiële afhandeling. Ik vond het mijn taak om de focus ook te richten op het evenwicht met het respect voor de vertrouwensrelatie tussen hulpverlener en cliënt. In dat kader is het beroepsgeheim een dierbaar goed dat door een
12
WWW.ALERTONLINE.BE
Voor mij is de grootste uitdaging de inkanteling van de zesde staatshervorming. Dat moet een meerwaarde worden voor het welzijns- en gezinsbeleid in Vlaanderen. We moeten nadenken over hoe we die nieuwe Vlaamse bevoegdheden in de huidige budgettaire toestand gaan uitoefenen. Dat wordt vooral een zoektocht naar betaalbare en coherente oplossingen. Voor die nieuwe bevoegdheden zullen we er niet gewoon nog wat agentschappen bovenop gooien. We zullen vooral moeten zoeken naar de juiste synergiën tussen wat er al is. De grote uitdaging wordt om die moeilijke puzzel te leggen. Daarom ben ik blij met het Groenboek: het snoert de mond van mensen die opperen dat we die overgekomen bevoegdheden er wel even zullen bijnemen. Het Groenboek graaft dieper en toont de complexe gevolgen van de beoogde staatshervorming. Ik sta altijd versteld over het feit dat mensen, ook politici, nog niet voldoende beseffen welke fundamentele hervormingen en veranderingen er op ons afkomen. Neem de ziekteverzekering: de publieke financiering daarvan is opgebouwd vanuit een verzekeringstechniek. De vraag is hoe we in Vlaanderen gaan omgaan met die bevoegdheden die uit de ziekteverzekering naar de gemeenschappen komen. Dat is toch een behoorlijk fundamentele vraag, niet?
POW ALERT | JAARGANG 40 | NUMMER 1 | MAART 2014
Mocht u gevraagd worden om opnieuw minister van Welzijn te worden, zou u die kans dan grijpen? Ik laat me niet verleiden om die vraag te beantwoorden. Als het gaat over de onvoorspelbaarheid van het politieke leven, dan ben ik de ervaringsdeskundige bij uitstek. Dat neemt niet weg dat mijn politieke loopbaan een onwaarschijnlijke samenloop van opportuniteiten is. Als jong Genks politicus maakte ik lokaal een economische crisis mee met de sluiting van de mijnen. Als OCMW-voorzitter heb ik toen mee gevochten om het wegglijden van onze samenleving te verhinderen. Ik zat ook mee in het bestuur van een openbaar ziekenhuis. Toen ik vervolgens de overstap naar Brussel maakte, had ik twee inhoudelijke benen om op te staan: die lokale maar rijke ervaringen met zorg en welzijn én mijn expertise als jurist. Vervolgens kreeg ik de kans om op beide terreinen een ministerieel ambt te bekleden, wat wil je dan nog meer? Natuurlijk heb ik veel zin om uitvoerend actief te blijven, maar toch is dat alles al een uitzonderlijk voorrecht geweest. Tussendoor was ik ook partijvoorzitter dus besef ik maar al te goed dat succes doorheen een politieke loopbaan slechts ten dele van persoonlijke capaciteiten afhangt.
Nico Bogaerts en Peter Goris zijn hoofdredacteurs van ALERT. Reageren?
[email protected] of
[email protected]
13
ALERT in gesprek met Jo Vandeurzen
Je benoemde intersectoraal werken en vermaatschappelijking als rode draden doorheen uw voorbije legislatuur. Zullen ze ook doorheen de volgende legislatuur lopen?