‘Een kindmet Pit!’ Een uitgave over talentontwikkeling van Gemeente Weststellingwerf voor ouders van jonge kinderen.
Een kind met Pit! Vrolijk en gezond zijn, leuk met andere kinderen kunnen spelen en ’s morgens huppelend de wereld in gaan. Dat gun je elk kind en daar doe je dan ook je best voor. Ouders doen dat, maar ook opa’s en oma’s, medewerksters van peuterspeelzalen en kinderdagverblijven en meesters en juffen van de basisschool. Kinderen zijn nieuwsgierig, beweeglijk en ondernemend. Allemaal eigen-
2
Colofon Deze brochure werd mogelijk gemaakt door de gemeente Weststellingwerf. Dank aan iedereen die suggesties gaf of anekdotes leverde. Tekst Wander van Es (Sardes) Ontwerp en vormgeving Angelina van der Velde Uitgave Gemeente Weststellingwerf, oktober 2011.
schappen die helpen om te leren een eigen plekje op de wereld te krijgen. Wie dat weet, helpt kinderen bij het ontwikkelen van hun talenten en de ontdekkingstocht naar hun eigen toekomst. Lees deze brochure en weet dat velen je helpen om als ouder je kind te laten opgroeien tot een kind met Pit!
Pit! Programma Individuele Talentontwikkeling
3
Spelen en leren Chiel: ‘Juf, ga ik al
bijna naar groep 6?’ Juf: ‘Nee joh, dat duurt nog heel erg lang.’ Chiel: ‘Oh, jammer.’ Juf: ‘Waarom dan?’ Chiel: ‘Nou dan hoef ik niet zo vaak te .’
spelen
Het is duidelijk: Chiel wil groot zijn en ziet wel wat in het échte schoolwerk. Lezen, rekenen, enzo. Maar zonder dat hij het in de gaten heeft, is hij eigenlijk al vanaf de wieg aan het leren door… te spelen! Hij oefent zijn lijf door naar de bril van opa te grijpen, hij lacht en brabbelt mee als er thuis om grapjes
4
wordt gelachen en leert zo de taal van zijn omgeving. Door te spelen met blokken ontdekt hij verschillen in grootte van voorwerpen Hij leert hoeveelheden te onderscheiden als hij eet en drinkt: ‘de beker is leeg, de melk is op’. Al die begrippen en woorden leert hij spelenderwijs.
Wist je dat? De woordenschat van jonge kinderen groeit in een heel hoog tempo. Kinderen tussen de 4 en 22 maanden oud leren per dag gemiddeld drie nieuwe woorden.
Chiel leert het meest als hij zelf actief is, dat weten we uit hersenonderzoek. Natuurlijk is het mooi als iemand voorleest of iets uitlegt; nog mooier
is het als Chiel met wat hulp zelf op onderzoek uitgaat, op een idee of een oplossing komt. Dan moet hij echt goed nadenken en dat helpt bij het leren. Het is met hersens als met spieren; als je niet oefent, is er ook geen ontwikkeling. Zowel peuters als kleuters leren door te spelen. Kinderen kunnen worden gestimuleerd bij het spelend leren door het aanbieden van activiteiten die ze begrijpen en die ze leuk vinden. Winkeltje spelen is daar een voorbeeld van. Bij het spontaan spelen leer je al veel en dat wordt nog meer als er ‘probleempjes’ worden ingebracht door een ouder iemand. ‘Ik wil dit kopen, maar ik heb geen geld, wat nu?’ Spelend leren kun je dus stimuleren door goede activiteiten te kiezen en kinderen naar oplossingen te laten
zoeken voor kleine ‘probleempjes’. Ook de omgeving waarin een kind leert is belangrijk. Je moet je veilig kunnen voelen, je moet er zelf iets kunnen ondernemen en ontdekken; de omgeving moet letterlijk en figuurlijk bij je passen. Daarom ziet een babykamer er anders uit dan een tienerkamer en die zien er weer anders uit dan een ruimte in een peuterspeelzaal, bij de kinderopvang of de basisschool. Alle instellingen in Weststellingwerf proberen hun activiteiten en hun ruimtes zo in te richten dat voor jouw kind de ideale speel-leeromgeving ontstaat.
Rennen en rust ‘Zonder beweging staat alles stil’, dat lijkt een open deur, maar is het niet. Beweging helpt kinderen om zich evenwichtig te ontwikkelen. Voor jonge kinderen is het de manier om de wereld te ontdekken. Die ontdekking gaat in stapjes van sabbelen en grijpbewegingen maken tot kruipen, lopen, rennen, klimmen en klauteren. Naast dat het goed is om je lichaam te leren gebruiken en je energie kwijt te kunnen, leer je als kind veel door te bewegen. Je oefent je zintuigen door te voelen (het parket is hard, het tapijt is zacht), te kijken en te luisteren. Je leert inschatten hoe hard je een blokje moet gooien zodat die buiten je box op de grond terecht komt. Al die bewegingservaringen verwerk je, net als een topsporter, als je daarna weer lekker rust en weinig prikkels
6
ondergaat (dus niet gelijk voor de televisie gaat zitten, voor je zintuigen is dat geen rust!). Door bewegen kun je dus dingen ervaren en voelen. Dat kan door kleine bewegingen met je vingers (krijten of tekenen) of door grote bewegingen (springen, dansen, lopen).
‘Je moet niet rennen, voor je lopen kunt...’
Net als bij alles wat een jong kind leert, zijn er fasen waarin dat gebeurt, maar het gebeurt niet bij elk kind precies op dezelfde leeftijd of hetzelfde moment. Het is belangrijk om goed in de gaten te houden of een kind al ergens aan toe is. Bijvoorbeeld: een jong kind moet ruim de gelegenheid hebben om
de grotere bewegingen met de handen te oefenen met een grote kwast of dik krijt voordat het toe is aan het vasthouden van een veel dunner potlood of een pen. Net als Benthe uit het citaat willen jonge kinderen (grote mensen eigenlijk ook wel) laten zien wat ze kunnen: ‘kijk eens, ik kan…’ en ‘zelf doen’ ligt kleine kinderen voor in de mond. Help ze een beetje: zorg voor een uitdaging en geef tegelijkertijd veiligheid.
Benthe: ‘Kijk
eens, als ik eerst een aanloop neem kan ik heel goed hardlopen.’
Tot in je kleuterperiode in een wandelwagen blijven zitten, geeft wel gemak maar geen uitdaging. Leer fietsen als peutertje op een driewieler met zijwieltjes (veilig) maar doe dat niet te lang (geen uitdaging); je moet zelf in evenwicht kunnen blijven zonder hulpwieltjes! En ja, bij ‘zelf doen’ hoort ook dat je zo nu en dan valt of vuile kleren krijgt… Bij veiligheid hoort ook waardering. Als iets niet gelijk perfect gaat, helpt het niet om te zeggen: ‘nou dat gaat nog niet best, hè?’. Er is altijd wel iets waarderends te zeggen zonder dat de waarheid in gevaar komt!
treerd omdat hij er nooit in slaagt iets moois te bouwen met legoblokken. Als die dingen vaak gebeuren, is het belangrijk om in actie te komen omdat kinderen hierdoor hun zelfvertrouwen kunnen kwijtraken. Bovendien kunnen kinderen het gevoel krijgen dat ze alleen zijn: ‘Jannie mag niet meedoen hoor, zij laat altijd de bal vallen…’
Er zijn ook kinderen die wat onhandig zijn. Zo is Piet altijd degene die zijn glas melk omstoot tijdens het eten, Marije lukt het maar niet om haar veters te strikken en Jelte raakt gefrusPit! Programma Individuele Talentontwikkeling
7
Samen en alleen Tijdens het fruit eten wordt een kind even apart gezet in het speellokaal om rustig en ongestoord zijn appeltje op te eten. ‘Heb ik straf?’ ‘Nee hoor, maar op dit plekje kun je beter en sneller je appeltje eten’. Hij rent naar de andere kinderen: ‘jongens, kom lekker bij mij je appel eten dan zijn we allemaal sneller klaar…’. Soms wil je alleen zijn, wil je het speelgoed helemaal alleen voor jezelf hebben en die momenten zijn belangrijk voor je omdat het je kan helpen om te concentreren of tot rust te komen. Op andere momenten is het belangrijk voor je ontwikkeling dat je andere kinderen ontmoet en met elkaar speelt. Peuters en kleuters die naar een peuterspeelzaal, de kinderopvang en de basisschool gaan, ontdekken elkaar in de groep. Ze ontdekken dat niet iedereen
8
hetzelfde praat, er uit ziet, hetzelfde kan en dat je het samen toch prettig kan hebben. Op het moment dat het niet prettig is, bijvoorbeeld omdat je ruzie krijgt over wie met de bal mag spelen, leer je dat je die ruzie ook kunt oplossen. Vanaf een jaar of twee gaan kinderen de wereld echt ontdekken en zien ze heel veel onderlinge verschillen bij mensen en dingen. Vanaf een jaar of drie gaan ze zelf een soort ‘vakjes’ maken om voor zichzelf alles een beetje overzichtelijk te houden.
‘Dagmar kun jij ook even luisteren als iemand iets wil vertellen?’ Dagmar: ‘Ik ben vier jaar, dus… dat kan ik nog niet!’
Pit! Bij sommige kleuters kan op een zeker moment gebeuren dat ze niet met een ander kind willen spelen alleen omdat het ‘anders’ is (en dan gaat het niet om bijvoorbeeld agressief gedrag van het andere kind, maar dingen als ‘hij ziet er raar uit’, ‘zij is bruin’ enzovoort). Wie daar op let, kan kinderen helpen om elkaar te respecteren. In een veilige, stimulerende omgeving leren kinderen goed met elkaar om te gaan. Uit onderzoek blijkt bijvoorbeeld dat wanneer kinderen een conflict hebben, ze dat in tachtig procent van de gevallen zelf oplossen en daarna vrolijk verder spelen. De volwassene hoeft in die gevallen niet tussenbeide te komen. ‘Aron, ga eens even net als alle andere kinderen op je stoel zitten. Berbe: ‘Ach juf, laat maar, hij is nog maar drie en wij hebben er geen last van!’
Wat volwassenen kunnen doen voor kinderen in een groep: •
het gevoel geven van samenzijn en veiligheid • contact maken met elkaar • begrip hebben voor elkaar • erkennen dat elk kind anders is en mag zijn
Wat kinderen dan leren: • samen te spelen, voor elkaar te zorgen en te delen • conflicten te kunnen hebben en die ook weer op te lossen
Pit! staat voor Programma Individuele Talentontwikkeling. Pit! is een programma waarbij we alle kinderen in de gemeente Weststellingwerf de beste kansen willen bieden om hun talenten te ontwikkelen. Uit onderzoek blijkt dat het stimuleren van de ontwikkeling heel waardevol is. Zeker als we hier op jonge leeftijd mee beginnen en, natuurlijk, er mee doorgaan als ze wat groter zijn. Alle peuterspeelzalen en kinderdagverblijven in Weststellingwerf doen mee aan Pit! en bieden dezelfde soort activiteiten aan om de kinderen in hun ontwikkeling te stimuleren. Al die activiteiten zijn gericht op een goede ontwikkeling van het praten, denken, bewegen en het prettig in je vel zitten en goed met anderen om kunnen gaan. Om dat goed te kunnen doen, Pit! Programma Individuele Talentontwikkeling
9
krijgen alle medewerkers extra scholing. Zij leren ook om ieder kind gericht te bekijken om zo activiteiten aan te bieden die bij dat kind passen. Zo kunnen zij maatwerk leveren.
Project Lente Op peuterspeelzaal Het Wijsneusje in Noordwolde is het project Lente uitbundig beleefd met het bezoek van een baby Alpaca. Hij kreeg knuffels, kusjes en werd geaaid. Zelfs de meest verlegen peuter ging helemaal los. Toen we fruit gingen eten, mocht de baby Alpaca ook mee eten en drinken in de kring en werd er in zijn oor gefluisterd of hij het allemaal wel lekker vond. 10
Ook de basisscholen in Weststellingwerf doen mee aan Pit! De peuterspeelzalen en kinderdagverblijven informeren de scholen over de kinderen die de overstap maken naar de eerste groep van het basisonderwijs. Zo kan de leerkracht in groep 1 goed verder werken met het kind, en aansluiten bij wat deze als peuter al aan ervaringen heeft opgedaan op de speelzaal of bij de kinderopvang.
en van de peuterspeelzaal, de kinderopvang of basisschool waar uw kind naar toe gaat. Zo ontstaat er een doorgaande speelleerlijn waar op de juiste momenten aan kinderen ook een steuntje in de rug kan worden gegeven. Een doorgaande lijn is belangrijk want succes op school is niet alleen afhankelijk van de schoolperiode zelf. De eerste vier levensjaren zijn tenminste zo belangrijk, maar dat blijkt ook wel uit deze brochure.
Meer weten? Met vragen over de opvoeding en ontwikkeling van je kind kun je goed terecht bij het consultatiebureau. Wil je weten hoe het met je kind gaat op de peuterspeelzaal, kinderopvang of de basisschool? Vraag het aan degene die voor de groep staat! Kijk ook eens op de website van Pit! (www.groeienmetpit.nl) of lees bijvoorbeeld het boeiende boek ‘Keien van kinderen’ van Hans Cohen de Lara. Ook de website OudersOnline (www.ouders.nl) geeft vaak goede informatie.
Begrijpt Mick alle woorden? Even testen: ‘Heeft een konijn vleugels?’ Mick kijkt juf met grote ogen aan en zegt: ‘Waarom vraag je dat, dat weet je zelf toch wel?’
Het consultatiebureau werkt ook samen met Pit! en geeft ondersteuning aan zowel ouders als aan de vakkrachtPit! Programma Individuele Talentontwikkeling
11
Pit! is een initiatief van de samenwerkende schoolbesturen, kinderopvang, peuterspeelzalen en de gemeente Weststellingwerf.