Versterken van het KCWO:
Een mens te zijn op aard’ in deze wereldtijd…”
In aanvulling op de gelijknamige notitie presenteren we bij deze de samenvatting waarin de concrete uitvoering van de projecten en onze aanpak met betrekking tot ondernemerschap en marketing naar voren komt. Met deze projecten bereidt het KCWO zich voor op de toekomst. Ze zijn gebaseerd op onze kwaliteiten en sluiten aan op de vragen die uit het netwerk op ons af komen. We bereiden de organisatie van het KCWO voor op deze toekomst en maken daarin de overgang van subsidie-gerelateerde, zelf ontwikkelde projecten naar aanbod/projecten op basis van vragen uit ons netwerk die vervolgens worden afgenomen. Zowel bestuur als medewerker zijn gemotiveerd aan dit proces begonnen. Inmiddels worden in de vier projecten de eerste vervolgstappen gezet en werken we de aanpak van de deskundigheidsbevordering verder uit. We zetten in op het ontwikkelen en versterken van ondernemerschap door meer methodisch, markt- en resultaatgericht te gaan werken. Onze investeringen in ondernemerschap en marketing zijn gericht op een krachtig KCWO dat deskundig is op deze terreinen, een goede marktpositie heeft en innovatief blijft. Daarbij werken we ook aan het bevorderen van de deskundigheid om ons als organisatie daarin te blijven ontwikkelen. In de toekomst van het KCWO is meer dan voorheen aandacht voor ondernemingsaspecten als: proactief werken in een zich uitbreidend netwerk; tijd en aandacht voor acquisitie op basis van een meer signalerende en vragende houding; heldere en goede procedures rond aanbod en afronding (proces); kwaliteit en flexibiliteit in het aanbod (product); terugkoppeling van resultaten (evaluatie). Een ondernemingsplan is het product van de investeringen in deze overgangsfase. Dat betekent dat in coördinatie en uitvoering ook aandacht is voor marktverkenning en acquisitie (inhoud) en het vertalen van de signalen naar aanbod waarvoor betaald wordt. Ook de positie en deskundigheid van het bestuur wordt onder de loep genomen en afgestemd op hetgeen in de nieuwe situatie nodig is. De vier toekomstgerichte programma’s zijn: A. Diaconale presentie: activeren parochies tot diaconale presentie in de samenleving B. Verbinden in de dorpsgemeenschap C. Levensvragen in aandacht D. Vrijwilligersacademie en vrijwilligersnetwerk Van elk van deze programma’s geven we hieronder een samenvatting. De verdere uitwerking treft u aan het transitiewerkplan.
1
A. Diaconale presentie: activeren parochies tot diaconale presentie in de samenleving Inhoud en doel: Parochies doen ook in de toekomst een beroep doen op het maatschappelijke activeringswerk om hun maatschappelijke presentie vorm en inhoud te geven. Dat betekent dat zij het KCWO en haar mogelijkheden dienen te kennen en dat het KCWO in haar aanbod aansluit op hun vragen en zorgen. Het gaat er daarbij om dat parochies: projecten opbouwen in het kader van barmhartigheid en gerechtigheid en diaconale presentie; dat er meer samenwerking komt met andere lokale organisaties; in het werken aan zorg en aandacht voor een brede groep mensen. Daarom is het nu nodig de verbinding met de parochies te versterken en lokale verbindingen te leggen in de sector zorg en welzijn. De bestaande contacten worden uitgediept en verbreed en nieuwe contacten opgebouwd. Resultaat: Het KCWO krijgt een duidelijker profiel en een meer structurele relatie met parochies. Dat zal dan leiden tot meer vragen om ondersteuning waarvoor betaald wordt. Er komen door het KCWO ondersteunde projecten in parochies deze twee richtingen: 1. Diaconale centra, in aansluiting op onze initiatieven en ervaringen in onder meer: Wijhe en Olst, Deventer, Enschede: Stimuleren van lokale diaconale centra: aanloop en inloop bij kerk of parochiecentrum met een lage drempel en gastvrije ontvangst en mogelijkheden voor opvang, hulp, steun, informatie. “Noaberhuus” vanuit samenwerkingsverband van kerken en welzijnsorganisaties in de ruimtes die al beschikbaar zijn in dorp, wijk en stad. 2. Brede maatschappelijke samenwerking in aansluiting op initiatieven en plannen in o.a.: Hengelo, Almelo, Borne, Zwolle: Diaconale kerngroep met voorgangers en kaderleden op diaconaal terrein als initiatiefgroep voor brede samenwerking; Diaconale platforms per gemeente die de samenwerking en communicatie met de Gemeente draagt. De ervaringen die hierbij worden opgedaan worden beschreven in een brochure en gepresenteerd in een studiedag: achtergronden en praktijk van diaconale presentie zoals in bovenstaande projecten. Werkplan 1. Verkenning: gesprekken met diaconale pastores, pastorale teams en diaconale kerngroepen. Voortbouwend op de huidige projecten en relaties. 2. Aanpak per parochie op basis van de zorgen, vragen, ervaringen, plannen die er leven. Inzet op: Nieuwe diaconale projecten: diaconale centra, aan- en inloopmogelijkheden, Noaberhuus; Interkerkelijke en maatschappelijke samenwerking: diaconale kerngroep of platform; En wat er aan nieuwe vragen en plannen naar voren komt. 3. Brochure en studiedag in 2015: achtergronden en praktijk van diaconale presentie
2
B. Verbinden in de dorpsgemeenschap Doel en inhoud: Verbeteren van onderlinge zorg en aandacht, van welzijn en sociale cohesie van de inwoners in de kleinere dorpen van Overijssel. Deze staat nu onder druk door verschillende maatschappelijke ontwikkelingen en veranderingen in overheidsbeleid met betrekking tot zorg, welzijn en participatie. We kennen de zorgen en vragen van kwetsbare burgers. De ontwikkelingen maken mensen onzeker en leiden tot vereenzaming. Er zijn nu diverse losstaande, tijdelijke, initiatieven en organisaties. De kerk wil zich op dit terrein manifesteren maar weet niet hoe daarmee te beginnen. Binnen de dorpsgemeenschap worstelen verschillende verbanden met soortgelijke vragen. Resultaat: Onder de titel Dorpskerk – Kerkdorp is medio 2013 een project begonnen in de parochie Heilige Geest in de Hof van Twente. Na interne gesprekken met sleutelfiguren en besturen is een klankbordgroep gevormd met pastores die in Twente op het platteland actief zijn. Nu wordt er gewerkt aan: 1. Vraagverheldering en verkenning (problemen, mogelijkheden en invalshoeken); 2. Netwerkopbouw: waar leven deze vragen en wie is met deze thematiek bezig (kerken, OVKK); 3. Er is gekozen: niet voor behoud van gebouw/kerk maar voor het werken we aan een levende, diaconale geloofsgemeenschap. Vanuit de zorgen en vragen en de wensen met betrekking tot de toekomst is het mogelijk een brede samenwerking van verschillende organisaties te bewerkstelligen van dorpsgemeenschap, geloofsgemeenschap, schoolgemeenschap en zorg (-centrum). Door de onderlinge verbinding krijgt de gemeenschap meer vitaliteit en toekomst. De resultaten hiervan worden gepresenteerd in een brede conferentie in 2015: 1. Voor kerkelijk kader 2. Voor andere potentiële samenwerkingspartners. De relevante partijen: Overijsselse Vereniging Kleine Kernen, Netwerk Leader+, KNHM Scholenstichtingen en lokale basisscholen Zorginstellingen en lokale zorgvoorzieningen Dorpsraden, dorpsbelangen, groepen Kernen met Pit Stimuland (Netwerk Platteland, Kulturhus etc.) Werkplan 1. Vraagverheldering en verkenning (problemen, mogelijkheden en invalshoeken). Het project richt zich in eerste instantie niet op behoud van gebouw/kerk maar op vitaliseren van dorps- en geloofsgemeenschap. Dit leidt vervolgens tot (behoud van) het gebouw dat daarbij past. 2. Netwerkopbouw. Waar leven deze vragen en wie is met deze thematiek bezig (kerken, OVKK, Oversticht, Stimuland)? Welke ervaringen zijn er? Goede voorbeelden van verbinden in de lokale gemeenschap. 3. Enkele lokale situaties/vragen worden opgepakt en uitgediept: welk proces is op gang gekomen of zou op gang moeten komen? Welke rol kan het KCWO daarin vervullen? 4. Provinciale werkbijeenkomst: de vertegenwoordigers van kerkdorpen gaan aan de slag met hun eigen vragen en problemen.
3
C. Levensvragen in aandacht Doelstelling: Aandacht voor levensvragen en levensverhaal bevorderen voor een breed scala van doelgroepen met diverse werkvormen: werkbijeenkomsten, trainingen en lotgenotenbijeenkomsten. Deelnemers worden daarmee in staat gesteld in de communicatie in hun dagelijks leven aandacht te besteden aan levensvragen en levensverhalen. Dit werkt preventief: a. Verbreding van de aandacht voor levensvragen en levensverhaal; b. Ontwikkelen van trainingen en nieuwe werkvormen in een breed aanbod voor mensen: thematische bijeenkomsten, lotgenotencontact, verdieping; c. Opbouw van brede samenwerking in de lokale samenleving met bijvoorbeeld PKN, Welzijn Ouderen, Thuiszorg, Wijkwerk. Dit project is verbonden met en een vervolg op het samenwerkingsproject van DKCI, Vicariaat en het Twents en Sallands Beraad Bezoekwerk dat tot doel heeft het bestaande bezoekwerk in parochies opnieuw in te richten qua organisatie en inhoud: voor een brede doelgroep waarbij de aandacht voor levensvragen en levensverhalen wordt ingebouwd. Kern hiervan is het ontwikkelen en geven van trainingen aan vrijwilligers om tot nieuwe vormen van bezoek- en contactwerk te komen. Resultaten: 1. Overzicht van trainingen en werkvormen die voor verschillende doelgroepen inzetbaar zijn (personen, vrijwilligers, zorgprofessionals, buurtteams); 2. Presentatie van de mogelijkheden aan diverse organisaties op het terrein van zorg en welzijn; 3. Contacten met geïnteresseerde instellingen. Hierbij zullen we ondersteuning en expertise betrekken op het terrein van communicatie/marketing en ondernemerschap. Werkplan Het project kent zes onderdelen: A. Samen met de werkers van DKCI wordt een overzicht gemaakt van goede, bestaande werkvormen en trainingen. Vanuit dit overzicht wordt een nieuwe basiscursus en een vervolgcursus ontwikkeld (maken – pilot – bijstellen – definitieve uitvoering – train de trainer). De vervolgcursus is tevens geschikt als bijscholing voor reeds actieve bezoek(st)ers. Dit is gericht op katholieke geloofsgemeenschappen. De DKCI faciliteert deze aanpak. B. Daarnaast maken en geven we een korte training voor coördinatoren in het leiden van een intervisiegesprek. Op verzoek en in samenwerking met DKCI. C. Ontmoeting in levensverhaal: programma’s voor lotgenotenbijeenkomsten (uitbreiding gevraagd). D. Ontwikkeling van programma’s voor geloofsgemeenschappen en parochies dat mensen gevoelig maakt voor het levensverhaal: “Luisteren naar verhalen”. E. Ontmoeting in levensverhaal: verbreden naar initiatieven voor aanloop en inloop. We hebben signalen ontvangen die wijzen op motivatie en nieuwe ideeën om te komen tot lokale diaconale centra en andere initiatieven voor aanloop en inloop. F. Ontmoeting in levensverhaal: training voor zorgprofessionals. De onder A. ontwikkelde trainingen worden (in 2015) door het KCWO ook aangeboden aan zorgprofessionals in het kader van lokale samenwerking vanuit en met kerken en organisaties op het terrein van zorg en welzijn. De onderdelen A, B en C zijn reeds actief. De onderdelen D en E zijn onderdeel van de gesprekken met pastores en parochiebesturen. F is een concreet vervolg op het proces onder A en sluit aan op afspraken met de DKCI.
4
D. Vrijwilligersacademie en vrijwilligersnetwerk Doel en inhoud: Het gaat om inhoudelijke bijeenkomsten die zowel netwerkvorming als deskundigheidsbevordering dienen. Daarin komen we vragen en ervaringen op het spoor: waar stranden mensen en hoe kunnen mensen weer in een hernieuwd spoor komen. We gaan op zoek: we kunnen laten zien dat we ook een gezamenlijk belang hebben. We worden zo spoorzoekers in een nieuwe tijd met nieuwe mogelijkheden in een nieuwe omgeving – zinzoekers, maar wel vanuit eenzelfde geest. We komen bij inspirerende voorbeelden uit die er zijn. Onderdeel zijn ook de katholieke sociale waarden met deze elementen: 1. De boodschap in de encyclieken (samenvatting); 2. De tradities en activiteiten in caritas en diaconie; 3. Actuele geluiden en ontwikkelingen. Het kan gaan over: De gevolgen van armoede voor mensen (individueel en gemeenschap); “Als het geloof je geen identiteit meer verschaft” (van waaruit zet je je in?); “De vrijwilliger geeft veel maar vraagt ook”: over omgaan met waardering: hoe bedank je, hoe organiseer je deze (vorm van) aandacht: persoonlijk. Balans tussen inzet en aandacht. Coaching bij problemen. We werken vanuit de vraag (vertaling): bv. juist ook vrijwilligers met een verhaal in contact met mensen, zorgverleners uit het primaire proces, vrijwilligers voedselbanken, armoedebestrijders, etc.. – het gaat om het verhaal van mensen en wat kunnen wij daarin betekenen – meer ruggengraat geven, meehelpen tot perspectief te komen etc. In 5 woorden: 1. Oriëntatie op de moderne samenleving: we staan midden in de samenleving met de problemen en kansen die zich daarin voordoen. Samenwerken met de nieuwe generaties 2. De katholieke gemeenschap maakt deel uit van deze samenleving. 3. We kiezen voor barmhartigheid en gerechtigheid en ondersteunen de (vrijwillige) inzet voor medemens en samenleving. 4. De persoonlijke motivatie en waarden van mensen zijn bron van zingeving en levensvervulling. 5. Aandacht voor levensvragen draagt bij aan meer levenszin van mensen. Resultaten: Intensivering van de contacten en samenwerking met de werkers van de DKCI, parochie- en caritasbesturen en locatieraden en pastoraatsgroepen en diaconale vrijwilligers in parochies en locaties. In 2014 houden we een bijeenkomst (evt. op twee locaties in de provincie) waarmee we 75 vrijwilligers en pastores bereiken. Aanbod voor vervolgbespreking in kleinere kring. Inhoudelijke verdieping van het thema en de bijbehorende vragen. En in 2015 twee bijeenkomsten met eigen inhoud als vervolg. Bereik van 100 vrijwilligers en pastores. Activiteiten in 2014: 1. Relevante netwerken in beeld brengen in en buiten de parochies de relevante mensen en groepen; 2. Formeren stuurgroep die (als onderdeel van katholiek netwerk in Overijssel en KCWO) deze aanpak draagt; 3. Inhoudelijke verdieping van tot kath. sociale waarden en organisatie van de bijeenkomst. Activiteiten in 2015: Vertalen van de bevindingen naar vervolgvragen en –activiteiten, organisatie verdere (netwerk) bijeenkomsten.
5