Een toekomstvisie op het gebruik van (aard)gas in Nederland Volledig duurzaam in 2050 Nederland wil in het jaar 2050 een volledig duurzame energievoorziening. De energievoorziening dient bovendien betaalbaar en betrouwbaar te zijn voor consumenten en voor bedrijven. Wat betekent dat voor de rol van (aard)gas op weg naar dit nog verre horizonjaar? De Minister van Economische Zaken concludeert hierover in zijn kamerbrief “Aardgasbeleid in Nederland” dat aardgas de komende decennia nog een belangrijke rol blijft vervullen in onze energievoorziening.1 Hoe de invulling van het volledig duurzame energieplaatje er in 2050 uit zal zien, is nu nog moeilijk te zeggen. Waarschijnlijk zullen technologieën die thans nog moeten worden ontwikkeld een voorname rol spelen2. Veel zal ook afhangen van hoe de kostenontwikkeling van de verschillende opties zal uitpakken. Ervaringen uit het verleden tonen dat het buitengewoon lastig is om relevante trends in de energiemarkt tijdig te onderkennen, laat staan te voorspellen.3 Vanuit klimaatoptiek is niet alleen het op termijn bereiken van een volledig duurzame energievoorziening van belang. Het gaat vanuit dat perspectief eerst en vooral ook om het behalen van een zo groot mogelijke reductie van de uitstoot van CO2 in de periode tot dat ultieme doel is bereikt. Recente studies van het internationale klimaatpanel IPCC geven immers aan dat al voor 2050 het punt dreigt te worden bereikt waarop de opwarming van de aarde meer dan 2 graden Celsius zal bedragen. Blik op 2035 Voorgaande observaties geven aan dat op dit moment een visie voor de periode tot het jaar 2035 van groter praktisch belang is dan een visie voor de periode daarna. Er is nog een reden om de focus thans vooral op deze horizon te richten. In termen van het doen van investeringen geldt voor bedrijven in de energiesector: 2035 is vandaag, 2050 is na overmorgen. Het recente akkoord binnen de Europese Unie over doelstellingen en een raamwerk voor klimaat- en energiebeleid gericht op het jaar 2030 onderstreept deze gedachtegang. De Europese Commissie zal het bereikte akkoord in het komende jaar gaan uitwerken door middel van een reeks wetgevende voorstellen. Het lijkt daarom verstandig dat een visie op de energievoorziening van Nederland en de rol van (aard)gas daarin zich eveneens concentreert op de periode tot 2035. Een kosteneffectieve route Het bereiken van een duurzame energievoorziening vergt een buitengewoon grote en langdurige financiële inspanning. Nederlandse burgers en bedrijven mogen van de overheden verwachten dat deze hun uiterste best doen om de energietransitie op een kosteneffectieve manier gestalte te 1
Brief DGETM/14148618 d.d. 7 oktober 2014 Wie zal in 1980 rekening hebben gehouden met de mogelijkheid om op grote schaal zonnepanelen op onze woningen aan te brengen? 3 Voorbeelden: verwachtingen omtrent de rol van kernenergie, de effecten van de opkomst van schaliegas, sterk wisselende verwachtingen ten aanzien van de prijsontwikkeling van de verschillende fossiele brandstoffen 2
geven. Dat streven zij dan ook na, zowel op Europees niveau als in Nederland zelf. Het bewerkstelligen van een interne Europese energiemarkt en de inrichting van een CO2emissiehandelssysteem zijn in dit opzicht de Europese vaandeldragers. In Nederland geldt het SDE+ als “best practice” binnen de Europese Unie op het gebied van subsidiesystemen die de ontvanger aanzetten tot kosteneffectief handelen.4 Rol van aardgas tot 2035 Met de blik gericht op de energievoorziening in de periode tot 2035 en met het kostenaspect voor ogen onderschrijven de volgende aspecten de stelling van de Minister van Economische Zaken dat voor (aard)gas nog steeds een belangrijke rol is weggelegd: •
•
• •
• • •
• •
4
Met het vervangen van kolen door gas ten behoeve van stroomopwekking kan in Nederland een snelle CO2-emissiereductie van circa 7 %-punten ten opzichte van het basisjaar 1990 worden gerealiseerd.5 Dat is ook kosteneffectief in termen van kosten per vermeden CO2-uitstoot. Bij de huidige prijsverhoudingen komt de substitutie van kolen door gas uit op 44–73 €/ton CO26, wat aanzienlijk lager is dan bij de meeste alternatieven.7 Gas is onmisbaar in de industrie voor het leveren van hoge-temperatuur warmte en als grondstof. Gas blijft, ondanks verdergaande energiebesparingen, initiatieven op het gebied van vraagsturing en meer decentraal geproduceerde duurzame energie, een belangrijke rol spelen in het woningsegment. Dit is inherent aan het geprofileerde karakter van de warmtebehoefte en aan het grote bestand van bestaande woningen, waarin aanpassingen slechts in langzaam tempo tot stand komen. In zowel het vrachtvervoer als het personenvervoer doemen voor gas nieuwe toepassingsmogelijkheden op ter vervanging van minder schone olieproducten. Het transporteren en distribueren van gasvormige energie is vele malen efficiënter en goedkoper dan het transporteren en distribueren van warmte of elektriciteit. Daarnaast beschikt Nederland reeds over een zeer uitgebreid en fijnmazig transport- en distributiesysteem voor gas, dat bij uitstek geschikt is om variabele hernieuwbare energieproductie te absorberen. Een elektriciteitsnet dat vergelijkbare energiehoeveelheden aan kan zou enorme investeringen vergen. Gas kent in tegenstelling tot elektrische energie goede opslagmogelijkheden, met name voor langdurige (seizoensgebonden) opslag. Gasproductie- en opslagfaciliteiten hebben over het algemeen relatief korte op- en afregeltijden; dit geldt eveneens voor gasgestookte elektriciteitscentrales, waardoor gas bij uitstek een flexibel inzetbare brandstof is.
IEA (Energy policies of IEA countries –The Netherlands, 2014 review), 2014 Op basis van gegevens voor 2013. 6 Afhankelijk van welke benadering men kiest: integrale of marginale kosten 7 Voorbeelden: De bouw van windparken op zee ter vervanging van kolen leidt tot kosten van ca. 134 – 153 € per vermeden ton CO2; de bouw van een nucleaire centrale ter vervanging van een kolen centrale tot kosten van ca. 94 – 113 € per vermeden ton CO2 . Deze kosten zijn berekend op basis van cijfers uit ECN scenario’s uit 2013, daadwerkelijke verhoudingen kunnen verder verschuiven onder invloed van energieprijsontwikkelingen. 5
Diverse roadmaps laten zien dat de klimaatdoelstellingen zich tot voorbij het jaar 2030 uitstekend laten realiseren met een substantieel aandeel (aard)gas in de energiemix.8 Gas fungeert daarin telkens als de preferente partner van duurzame energiedragers en krijgt zelf geleidelijk ook een meer duurzame en minder fossiele samenstelling. Daarnaast past gas vanwege zijn vele gebruiksmogelijkheden heel goed in een systeembenadering van onze energiehuishouding. In een systeembenadering staat de behoefte van de consument centraal en wordt deze afgedekt met een optimale combinatie van technische middelen, energiedragers en informatica.9 Centrale en decentrale opties worden met elkaar verbonden. Binnen deze opties speelt energiebesparing steeds een belangrijke rol. In de toekomst zal een systeembenadering naar verwachting steeds belangrijker worden. Aardgas is beschikbaar en betaalbaar voor Europa en Nederland Het vinden van de meest kosteneffectieve weg naar een duurzame energievoorziening is zoals gezegd een belangrijke opgave, vanuit het perspectief van zowel burgers, bedrijfsleven als beleidsbepalers. Maar hoe zit het eigenlijk met de kosteneffectiviteit van het product gas zelf? Wie meent de prijsontwikkeling van de verschillende brandstoffen goed te kunnen voorspellen, overspeelt zijn hand. Maar er kan wel iets worden gezegd over de factoren die voor de toekomstige prijs van gas van belang zijn, en daarmee over het concurrentievermogen van gas ten opzichte van andere brandstoffen. In de eerste plaats is de Europese gasmarkt goed op weg in de richting van een volledig functionerende liquide markt, waar de prijsvorming op groothandelsniveau is gebaseerd op de verhouding tussen vraag en aanbod. De Noordwest-Europese regio loopt hierbij voorop. Tussen de diverse verkooppunten is een goed functionerende infrastructuur aanwezig, die voor alle marktpartijen toegankelijk is. Daardoor zijn competitieve groothandelsprijzen verzekerd. Dankzij de goede positie van Nederland in het Europese gasnet kent het Nederlandse verkooppunt TTF geregeld de gunstigste prijzen. Met de eigen gasreserves heeft Nederland van oudsher een belangrijke positie in zowel de eigen gasvoorziening als die in Europa. De Nederlandse gasreserves zijn voldoende om het komend decennium zelfvoorzienend te zijn. Met een stabiel en aantrekkelijk investeringsklimaat en effectievere winningstechnieken kan het kleine veldenbeleid succesvol worden voortgezet, waarmee Nederland langer zelfvoorzienend kan blijven. Ook is er zicht op een groei van het aanbod van duurzaam gas. Dit sluit aan bij het streven van de Europese Commissie voor een betere benutting van de eigen energiebronnen, mits veilig en verantwoord. Nederland zal echter op termijn geleidelijk aan worden geconfronteerd met een groeiende importbehoefte. Dat geldt ook voor de landen om ons heen. In dit licht is van belang dat de wereldwijd aangetoonde gasreserves voldoende zijn om de wereld, op basis van het huidige consumptieniveau, gedurende minimaal 200 jaar te voorzien van een 8
Energy-Forum NL (Energy in the Netherlands: Optimized pathways to CO2 reduction in the Dutch context), januari 2012; PBL en ECN (Naar een schonere economie in 2050: routes verkend – Hoe Nederland klimaatneutraal kan worden), november 2011; Eurogas (Eurogas Roadmap 2050), oktober 2011; EGAF (Making the green journey work - Optimised pathways to reach 2050 abatement targets with lower costs and improved feasibility), februari 2011 9 DNV GL (Routekaart doorbraakproject energie en ICT), november 2014
aanzienlijk deel van zijn energiebehoefte. Dit is aanmerkelijk meer dan tot voor kort werd gedacht.10 Verder neemt Europa geografisch een gunstige plaats in ten opzichte van de gebieden waar zich de meeste reserves bevinden. Wel is het zo dat gas elders in de wereld een groeimarkt is. Er zijn dus kapers op de kust. Europa en Nederland zullen ook in de toekomst moeten zorgen voor een attractieve markt. Een consistent en stabiel energiebeleid vormt daarin een belangrijke factor. Maar hoe staat het dan met de betrouwbaarheid van de leveringen uit de diverse winningsgebieden? De situatie rond Rusland en Oekraïne heeft nog eens duidelijk gemaakt dat voldoende diversificatie van leveranciers en van aanvoerroutes een vereiste is. Importafhankelijkheid van één leverancier vormt een onacceptabel risico. Nu beschikt Europa als geheel in vergelijking met andere delen van de wereld reeds over een zeer gedifferentieerd aanbod van gas.11 Dit aanbod wordt zowel via pijpleidingen als in de vorm van vloeibaar aardgas aangevoerd. Met de komst van een aantal nieuwe aanbieders van vloeibaar aardgas en met het realiseren van voldoende interconnectiecapaciteit tussen de diverse Europese regio’s zullen de onderlinge substitutiemogelijkheden verder toenemen. Terwijl op groothandelsniveau de marktontwikkeling in Noordwest-Europa voor competitieve prijzen heeft gezorgd, vertonen de eindgebruikersprijzen in de verschillende landen nog aanzienlijke verschillen, zowel voor bedrijven als voor consumenten. Belastingverschillen vormen hiervoor een belangrijke oorzaak, naast verschillen in transport- en distributiekosten. Nationaal beleid van lidstaten blijft vooralsnog van grote invloed op de concurrentiepositie van energiebedrijven die in een geïntegreerde Europese markt opereren. Sociaal mandaat van de sector Het sociaal mandaat voor een continuering van de rol die (aard)gas speelt staat onder druk. De aardbevingen in Groningen hebben een schaduw geworpen over de grote betekenis van gas voor de Nederlandse energievoorziening. Ook over de eventuele winning van aardgas uit schalielagen bestaan in de maatschappij grote zorgen. Aardgasproducenten zullen alles in het werk moeten stellen om dit sociaal mandaat te behouden. Nederland kent strenge procedures ten aanzien van de veilige en schone winning van delfstoffen. Staatstoezicht op de Mijnen oefent hierop adequaat toezicht uit. De schade die door gaswinning aan bezittingen van burgers en bedrijven is veroorzaakt, moet volledig en zo snel mogelijk worden vergoed. Daarnaast zijn preventieve maatregelen nodig om herhaling te voorkomen. Ook moet andersoortige schade afdoende worden gecompenseerd. Overigens mag niet worden vergeten dat ook andere energieopties, waaronder hernieuwbare bronnen, worstelen met het aspect maatschappelijk draagvlak. Innovatie en technologische ontwikkeling Innovatie is een noodzakelijke voorwaarde om gas ook in de toekomstige energievoorziening van een blijvende rol te verzekeren. In dit kader zijn bijvoorbeeld onderzoek en demonstratieprojecten op het gebied van Carbon Capture and Storage (CCS) van belang. De opgave is om deze technieken zodanig verder te ontwikkelen dat aardgas ook na 2035 een substantiële klimaat neutrale rol in het
10 11
“Aardgasbeleid in Nederland: Actuele ontwikkelingen”, Ministerie van Economische Zaken 2014 Dit geldt niet voor elk van de afzonderlijke Europese regio’s
Nederlandse energiesysteem kan blijven vervullen. Voor doeltreffend onderzoek en innovatie is goede kennis en expertise een vereiste. Hierover beschikt Nederland in ruime mate en ons land draagt dit ook uit via leidende onderzoeks- en opleidingsinstellingen. Opties openhouden Gelet op alle toekomstige onzekerheden is het zaak voor de Nederlandse overheid om binnen een Europees kader een energiebeleid te formuleren dat zoveel mogelijk opties voor de toekomst openhoudt en de markt voor een kosteneffectieve invulling van de te behalen doelen laat zorgen. Dit binnen heldere randvoorwaarden ten aanzien van aspecten als veiligheid, gezondheid, leveringszekerheid en milieuhygiëne. Het Europese emissiehandelssysteem fungeert daarin als belangrijkste stuurmiddel. Een technologie-neutrale benadering van de sectoren die niet onder dit handelssysteem vallen is een ander kernpunt. Sleutelrol voor aardgas in de Nederlandse energiehuishouding Gas kan binnen een dergelijk energiebeleid een sleutelrol vervullen. Nederland heeft nog aanzienlijke aardgasreserves. Aardgas is de schoonste fossiele brandstof. Gas in bredere zin biedt diverse vergroeningsmogelijkheden en is vooralsnog onmisbaar in de ondersteuning van duurzame energiedragers. Meer in het algemeen is gas bij uitstek de “default option”, wanneer andere ontwikkelingen in de energievoorziening met tegenslagen worden geconfronteerd. Dit wordt mede mogelijk gemaakt door een bestaande, voor Europa unieke infrastructuur, die haar nut nog vele decennia kan bewijzen. De toekomstperspectieven voor een gediversifieerd en betrouwbaar gasaanbod zijn gunstig. Met huidige gastechnologie zijn reeds belangrijke energiebesparingen bereikt en deze kunnen nog verder worden uitgebouwd. Daarnaast is er een aanzienlijk innovatiepotentieel en ontwikkelen zich nieuwe gastoepassingen, zoals in de vervoerssector. Gas past prima in een systeembenadering van de energiehuishouding. Alle reden dus om behoedzaam om te gaan met deze pijler onder de Nederlandse samenleving.
1: Economische Rol van Gas in Nederland Kernboodschap (Aard)gas is een voor Nederland bijzonder waardevolle bron van energie voor nu en in de toekomst. De gassector heeft grote economische waarde door directe bijdragen aan de werkgelegenheid, aardgasbaten, gasrotonde, kennisontwikkeling/innovatie en verduurzaming.
Feiten en cijfers: Werkgelegenheid - In 2010 verschafte de gassector werk aan meer dan 11.000 mensen in Nederland. Echter als de indirecte en afgeleide werkgelegenheid hierbij meegenomen wordt loopt dit aantal op naar 66.000 arbeidsplaatsen (FTE).1 - Er is in Nederland een tekort aan energieprofessionals, in het bijzonder in de installatiebranche; de gassector blijft een groeimarkt voor verdere werkgelegenheid. - Nederland als gashandelscentrum van de Europese Unie zorgt voor een verdere groei in werkgelegenheid .1 Aardgasbaten - In 2010 droeg de productie, levering en consumptie van energie12 in totaal 48,9 miljard Euro bij aan de Nederlandse staatskas (ongeveer 20% van totale inkomsten). 15,9 miljard Euro hiervan waren directe inkomsten in de vorm van aardgasbaten, waarvan het grootste deel afkomstig uit het Groningenveld.3 - In 2010 was de bijdrage van de gassector aan de Nederlands economie 17 miljard Euro, ongeveer 3% van het Nederlands Bruto Nationaal Product.3 - In 2015 levert de Nederlandse aardgasproductie naar schatting 11,5 miljard Euro aan directe aardgasbaten, in 2030 zal dit naar schatting 2,8 miljard Euro bedragen.4 Gasrotonde - In 2013 transporteerde de Nederlandse gasrotonde 116 mld. m3 (1.133.000 GWh) gas door het Nederlands hogedruknet, waarvan er in Nederland 44 mld. m3 (430.000 GWh) geconsumeerd werd.5 - De gasrotonde zorgt naast exporteren van Nederlandse gasproductie ook voor de export van flexibiliteitsdiensten voor de NW-Europese markt. - De gasrotonde is middels het her-exporteren van aardgas (o.a. via de GATE LNG terminal) ook een belangrijke spil van leveringszekerheid voor onze omliggende landen. Kennisbasis - De Nederlandse gassector heeft in de loop der jaren een unieke kennisbasis opgebouwd op het gebied van aardgas. - Dit heeft geleid tot veel opleidingen gerelateerd aan energie bijvoorbeeld aan de TU Delft, maar ook de Energy Academy Europe in Groningen. - De kennisbasis (techniek en management) opgebouwd in de Nederlandse gassector is een export kans aangezien aardgas in vele andere landen nog in ontwikkeling is en ook daar een belangrijke bron van energie voor de toekomst wordt. Startpunt voor een duurzame economie - Als de in 2013 met kolenvermogen opgewekte elektriciteit in Nederland zou worden vervangen door gas opgewekte elektriciteit dan zouden de Nederlandse CO2-emissies met bijna 7% per jaar t.o.v. 1990 afnemen.13 - Met gas heeft Nederland een uitstekende uitgangspositie om verder te verduurzamen en deze verduurzaming ook in daadwerkelijke CO2-reductie om te zetten.
12
TNO definieert dit als energie productie, leveringen gebruik door energie intensieve sectoren aan de collectieve middelen. 13 Op basis van CBS data over 2013. De Nederlandse CO2 uitstoot onder het Kyoto protocol was 162 Mton in 1990.
Bronnen: 1. 2. 3. 4. 5. 6.
“Economic Impact of the Dutch Gas Hub Strategy on the Netherlands” Ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie, 2010. “World Energy Outlook 2014”, International Energy Agency, 2014. “Naar een toekomstbestendig energiesysteem voor Nederland”, TNO, ECN en het Copernicus Instituut 2013. “Aardgasbeleid in Nederland: Actuele ontwikkelingen” Ministerie van Economische Zaken 2014 “GTS Jaarverslag 2013”, Gasunie Transport Services, 2014. “Energy Policies of IEA Countries 2014 Review: The Netherlands”, International Energy Agency, 2014.
2: Geopolitieke Rol van Gas voor Nederland Kernboodschap (Aard)gas is een voor Nederland bijzonder waardevolle bron van energie voor nu en in de toekomst. Met aardgas verkeert Nederland in een relatief gunstige geopolitieke positie door de eigen productie, goede verbindingen met de wereldmarkt en hoge leveringszekerheid.
Feiten en cijfers: Voldoende reserves - De wereldwijd aangetoonde voorraden gas zijn voldoende om de wereld, op basis van het huidige consumptieniveau, gedurende minimaal 200 jaar te voorzien van een aanzienlijk deel van zijn energiebehoefte. - Europa neemt geografisch een gunstige plaats in ten opzichte van de plaatsen waar zich de meeste reserves bevinden. - Nederland bevindt zich in de bevoorrechte positie van eigen productie die weliswaar afneemt, maar nog lange tijd aanzienlijk zal zijn.1
Dalende Europese/Nederlandse vraag - Voor de meeste regio’s in de wereld wordt tot na 2030 een gestage groei in de vraag naar aardgas voorzien; in Europa is de tendens dalend.2 Attractieve Europese markt - Voor marktpartijen die gas op de internationale markt inkopen is het belangrijk dat van het Europese energiebeleid het signaal uitgaat dat Europa ook in de toekomst een attractieve markt voor de aanbieders van gas blijft. - Zonder een dergelijk perspectief zullen noodzakelijke investeringen in infrastructuur (leidingen, opslagfaciliteiten) onvoldoende van de grond komen. Divers aanbod en uitstekende verbindingen - In vergelijking met andere werelddelen beschikt Europa reeds over een zeer gedifferentieerd aanbod van gas en met de komst van een aantal nieuwe aanbieders van LNG zullen de substitutiemogelijkheden verder toenemen. - Ook Nederland heeft toegang tot een grote diversiteit aan importstromen, zowel via pijpleiding als in de vorm van LNG.
-
Via de Nederlandse gasrotonde neemt Nederland een centrale plaats in binnen het Europese gasnet. Waar import van energie/gas kosten-efficiënter is dan in eigen land geproduceerde energie, helpt import van energie/gas mee aan het betaalbaar houden van de energievoorziening en draagt het bij aan ons internationale concurrentievermogen. Betrouwbare energiebron - Op dit moment hebben geopolitieke spanningen (Rusland, Oekraïne) geen invloed op de gastoelevering in Nederland. Deze spanningen beïnvloeden wel het publieke en maatschappelijke beeld van aardgas. - Volgens de Europese Commissie is het weerstandsvermogen van de Europese gasmarkt tegen aanbodverstoringen gedurende de afgelopen vijf jaar significant verbeterd.4 - De huidige stress tests van de Europese Commissie laten zien dat Nederland en de meeste landen om ons heen goed in staat zijn om ook een langer durende uitval van een bepaalde aanbodbron op te vangen.
Bronnen: 1. 2. 3. 4. 5. 6.
“Focus on Dutch Oil and Gas 2014”, Energie Beheer Nederland, 2014. “Medium Term Gas Market Report 2014”, International Energy Agency, 2014 “World Energy Outlook 2014”, International Energy Agency, 2014. “Communication ‘Progress towards completing the Internal Energy Market’”, Europese Commissie, 2014. “Aardgasbeleid in Nederland: Actuele ontwikkelingen”, Ministerie van Economische Zaken 2014 “Energy Policies of IEA Countries 2014 Review: The Netherlands”, International Energy Agency, 2014.
3: Exploratie en Productie in Nederland Kernboodschap Aardgas is een voor Nederland bijzonder waardevolle bron van energie voor nu en in de toekomst. Het huidige exploratie en productie regime is door een stabiel en aantrekkelijk investeringsklimaat robuust en zorgt voor een verantwoorde winning van Nederlandse (aard)gasreserves tot ver voorbij 2035. Het investeringsregime moet mogelijk bijgesteld worden om ook de kleinere of moeilijkere achtergebleven gasreserves in ontwikkeling te brengen en daarmee tot optimale benutting van de Nederlandse bodemschatten te komen.
Feiten en cijfers: Exploratie en productie in Nederland - De totale Nederlandse aardgasproductie in 2013 was in totaal 82,7 mld. m3 (808.000 GWh), dit is gas geproduceerd uit het Groningenveld (54 mld. m3/528.000 GWh) en kleine onshore en offshore velden (28,7 mld m3/280.000 GWh).1
-
Het Nederlandse kleine velden beleid is vanwege staatsdeelname en door de aansluit en afname garantie een groot succes geweest voor het ontwikkelen van de Nederlandse gasreserves.4
Toekomst van productie in Nederland - Naar verwachting zal de Nederlandse productie geleidelijk verder afnemen naar 62,5 mld. m3 (611.000 GWh) in 2020 en 22,8 mld. m3 (223.000 GWh) in 2030.1 - Productie van het Groningenveld zal in de toekomst langzaam teruglopen, voor 2014, 2015 en 2016 is dit respectievelijk 42,5, 39,4 en 39,4 mld. m3. - Over het productieplafond na 2016 moet nog een beslissing genomen worden, het Ministerie van Economische Zaken gaat voorlopig uit van een geleidelijk dalende productie uit het Groningenveld naar 12,0 mld. m3 (117.000 GWh) in 2030. - Productie van kleine velden gas zal op basis van voorzichtige schattingen 22,5 mld. m3 (225.000 GWh) bedragen in 2020 en 10,8 mld. m3 (106.000 GWh) in 2030.1 Er is echter potentieel om met meer exploratie inspanningen 15,0 tot 20,0 mld. m3 (147.000 GWh tot 195.000 GWh) uit kleine velden te produceren in 2030.3 - Innovatieve winningstechnieken zorgen ervoor dat ook de laatste restjes winbaar gas uit een gasveld gehaald kunnen worden, terwijl geavanceerd seismisch onderzoek er voor zorgt dat er nieuwe velden aan de Nederlandse aardgasreserves kunnen worden toegevoegd.
Toezicht en stimulering gaswinning in Nederland - Exploratie en productie van aardgasreserves is een commerciële afweging van individuele bedrijven, en door staatsdeelname kunnen bedrijven hun investeringsrisico delen en hebben zij toegang tot kennis die noodzakelijk is voor een doelmatige winning van aardgas. Continue ondersteuning van de overheid (via TKI Gas) voor innovatie met betrekking tot gaswinning zal een doelmatige winning verder ondersteunen. - Er is voor gaswinning in Nederland een stelsel van toezichthoudende instanties; SodM, TNO, de commissie bodemdaling, de Technische Commissie Bodembeweging en de Mijnraad. Europese REACH regelgeving verplicht bedrijven bovendien tot de rapportage van de gebruikte chemicaliën. - Investeerders waarderen de stabiliteit van het Nederlandse investeringsklimaat in combinatie met staatsdeelname. Voor toekomstige investeringen is het zaak dit te borgen. - Het huidige fiscale regime kan zich meten met de omringende landen. Een fiscaal beleid nog meer gericht op het vergroten van exploratie inspanningen en op de risico’s verbonden aan de toenemende complexiteit van de winning van aardgas kan een stimulans zijn voor het op peil houden van de kleine velden productie. - De in 2010 geïntroduceerde stimuleringsmaatregel voor marginale velden heeft ertoe geleid dat er 12 additionele offshore gasvelden zijn ontwikkeld. - En verdere vergroting van de stimulans voor de ontwikkeling van de nog achtergebleven kleinere of moeilijkere gasvelden kan in de toekomst komen door aangepaste fiscale behandeling van productie.
Omdat dit gasvelden zal ontsluiten die anders niet ontwikkeld zouden worden, zal dit de opbrengsten voor allen (producenten en samenleving) vergroten. Het is hierbij ook van belang om kritieke infrastructuur (b.v. offshore) economisch operationeel te houden. Sociaal mandaat gaswinning in Nederland - Bij de continuering van de rol van aardgas in de samenleving speelt het sociaal mandaat een belangrijke rol; zeker gezien de aardbevingen in Groningen. Ook over de eventuele winning van aardgas uit schalielagen bestaan in de maatschappij grote zorgen. Aardgasproducenten stellen alles in het werk om dit sociaal mandaat te behouden. - De gasindustrie probeert overlast van exploratie en winningsactiviteiten zo veel mogelijk te voorkomen en wil onverhoopte schade door bodemdaling en aardbevingen zo snel en adequaat mogelijk vergoeden. - Nederland kent strenge procedures ten aanzien van de veilige en schone winning van delfstoffen. Staatstoezicht op de Mijnen oefent hierop adequaat toezicht uit. - Broeikasgas emissies gerelateerd aan gaswinning in Nederland zijn relatief beperkt; de CO2-emissies per eenheid energie van in Nederland gewonnen aardgas liggen aanzienlijk lager dan die van uit Rusland geïmporteerd aardgas (zie onderstaande grafiek).
-
Wat betreft de winbaarheid van schaliegas is nader onderzoek nodig om te bepalen wat de feiten met betrekking tot aanwezige reserves, winbaarheid en veiligheid zijn.
Bronnen: 1. 2. 3. 4.
“Aardgasbeleid in Nederland: Actuele ontwikkelingen”, Ministerie van Economische Zaken 2014. NL oil and gas website: www.nlog.nl. “Focus on Dutch Oil and Gas 2014”, EBN, 2014. “Natural Gas in the Netherlands - From Cooperation to Competition”, Clingendael International Energy Programme, 2003.
4: De Liquide Nederlandse Gasmarkt Kernboodschap (Aard)gas is een voor Nederland bijzonder waardevolle bron van energie voor nu en in de toekomst. Een goed verbonden liquide gasmarkt biedt consumenten diverse bronnen van aanbod terwijl deze de leveranciers en handelspartijen een brede afzetmarkt biedt. Een sterke en liquide gasmarkt is belangrijk, want dit zorgt voor het aantrekken van nieuwe marktpartijen en vergroot de economische activiteit in Nederland.
Feiten en Cijfers Wettelijk kader Voor de inrichting van de gas- en elektriciteitsmarkten is het derde EU-energiepakket leidend. Nederland heeft de vereisten die voortvloeien uit dit pakket geïmplementeerd door middel van de Elektriciteitswet en de Gaswet. Het implementeren van de uit het derde pakket voortkomende netwerkcodes wordt algemeen gezien als de belangrijkste resterende stap naar een gemeenschappelijke, liquide energiemarkt in de NWEuropese regio. De netwerkcodes dienen ertoe om een verdere harmonisatie van toegangsregels en transportdiensten te bewerkstelligen. De Nederlandse gashandelsplaats TTF is de leidende hub in Europa Het verhandeld gasenergievolume op de Nederlandse handelsplaats TTF (Title Transfer Facility) is 3 3 gegroeid van 24.000 GWh (2,4 mld. m ) in 2003 naar 13.215.000 GWh (1.352,7 mld. m ) in 2014; hiermee is TTF de leidende gasmarkt in Europa. Het aantal actieve handelspartijen op TTF ging van 11 in januari 2003 naar 127 in december 2014. Dit zorgt niet alleen voor concurrentie en economische bedrijvigheid, maar ook voor een toenemende risicospreiding tussen partijen op de gasmarkt. Een indicator voor de verhandelbaarheid van gasenergie op TTF is een churn ratio van circa 30 in 2014. Deze indicatoren tonen aan dat TTF verreweg de grootste hub van continentaal Europa is geworden. Dit is een belangrijke indicator voor het succes van het gasrotondebeleid van de Nederlandse overheid en daarmee maximale keuze voor de gebruikers van gasenergie. Spot- en termijnmarkten bieden flexibiliteit voor marktpartijen door de uitwisseling van portfolio’s en vraagzekerheid voor producenten. De Noordwest-Europese regio loopt hierbij voorop: o In deze regio wordt het groothandelsprijspeil in toenemende mate bepaald door de transacties intra en inter de verschillende handelsplaatsen en sturen prijsverschillen de bestemming van het aardgas aan. o Marktpartijen beoordelen de transparantie van de gasprijzen voor de verschillende 3 handelsplaatsen hoofdzakelijk neutraal tot (zeer) positief. Goed verbonden groothandelsplaatsen 3 In 2013 transporteerde de Nederlandse gasrotonde c.a. 1.150.000 GWh (116 mld. m ) energie, 3 1 waarvan er in Nederland 430.000 GWh (44 mld. m ) geconsumeerd werd. Een open toegankelijke infrastructuur is cruciaal voor een goed functionerende energiemarkt en zorgt voor economische bedrijvigheid. In Nederland wordt dit voor gasenergie gefaciliteerd door: o Directe internationale verbindingen o Goede LNG-terminal faciliteiten o Vele storage faciliteiten om energie op te slaan voor piekperioden o Invoed mogelijkheden voor groen gas (in ontwikkeling)
-
De ontvlechting van infrastructuurbeheer en handelsactiviteiten heeft gezorgd voor nondiscriminatoire toegang tot gastransportsystemen voor alle marktpartijen. Goed verbonden markten vormen tevens de basis voor solidariteit tussen lidstaten in geval van verstoringen in de energievoorziening; zij bieden marktpartijen die in de desbetreffende lidstaten actief zijn de mogelijkheid om op basis van commerciële overeenkomsten voor de gewenste leveringszekerheid te zorgen.
Retailmarkten Op de retailmarkten zijn de keuzemogelijkheden voor consumenten met betrekking tot leveranciers 3 en producten verder toegenomen. Niettemin heeft de Europese Commissie voorstellen in voorbereiding om de marktpositie van de consument verder te versterken en om hem tot een actieve opstelling te bewegen. Investeringen in infrastructuur Gasunie heeft in de afgelopen jaren fors geïnvesteerd in met name de ontwikkeling van de gasinfrastructuur: (internationale) gasleidingen, gasopslag en LNG-faciliteiten. De totale investeringen van Gasunie in de periode 2008 – 2013 bedroegen circa 7,0 miljard Euro. Daarmee lijkt de capaciteit van het Nederlandse gastransportsysteem voor de komende jaren aan de marktbehoefte te voldoen. Vanwege afnemende binnenlandse productie is extra stikstofproductie noodzakelijk om hoogcalorisch gas om te zetten naar gas geschikt voor de huishoudelijke markt. De Europese Netwerkbeheerders verwachten dat in de periode 2013 - 2022 investeringen in Europa ter grootte van ongeveer 70 miljard Euro nodig zullen zijn voor hogedruk-pijpleidingen, opslagfaciliteiten, LNG-terminals en faciliteiten voor tweezijdig transport om de Europese markt met elkaar en de wereld te verbinden. Hiermee wordt ook de voorzieningszekerheid en marktwerking in 5 Europa zeker gesteld. Korte en middellange termijn prijssignalen alleen zijn niet voldoende om bovengenoemde investeringen tot stand te brengen. Europese netwerkcodevoorstellen zijn in voorbereiding om deze investeringen te realiseren. Tienjareninvesteringsplannen van de gezamenlijke 5 transportsysteemoperatoren ondersteunen dit proces. Daarnaast stimuleert de Europese Commissie door middel van haar “Infrastructuurpakket” investeringen in zogenoemde “Projects of Common 6 Interest” (PCI’s).
Bronnen 1. 2. 3. 4. 5. 6.
“GTS Jaarverslag 2013”, Gasunie Transport Services, 2014. “Liquiditeitsrapport 2014 groothandelsmarkten gas en elektriciteit”, Autoriteit Consument & Markt, 2014. “Annual Report on the Results of Monitoring the Internal Electricity and Natural Gas Markets in 2013” ACER/CEER 2014. “European Gas Target Model Review and Update”, ACER, 2015. “10 YearNetwork Development Plan 2013-2022” ENSTO-G, 2013. Lijst van PCI projecten: http://ec.europa.eu/energy/sites/ener/files/documents/2013_pci_projects_country_0.pdf.
5: Rol van Gas in Economische Sectoren Kernboodschap (Aard)gas is een voor Nederland bijzonder waardevolle bron van energie voor nu en in de toekomst. De inherente eigenschappen, de prijs en de beschikbaarheid van gas maken dit een belangrijke energiebron voor de gebouwde omgeving, industrie en elektriciteitsopwekking en heeft bijzonder groeipotentieel in de transportsector.
Feiten en Cijfers Gebouwde omgeving Gas wordt gebruikt voor verwarming, warm water en koken. De Hoog Rendement (HR) combiketel is de standaard voor verwarming en warm water. Verwarming/warm water is de grootste energieverbruiker in de gebouwde omgeving. De capaciteit van het gasdistributienet is erg groot en zeer geschikt voor het seizoen en piekkarakter van de warmtevraag; beter dan de alternatieven stroom en warmte. Het gasdistributienet is goedkoper dan stroomdistributie en warmtedistributie. Gasverwarmingsapparatuur is bovendien erg goedkoop. Het gasdistributienet met mini-WKK heeft daarnaast de mogelijkheid om de lokale balans in het stroomnet op te vangen. Het lokaal gasdistributienet is de eenvoudigste manier om groen gas te verwerken. De gasinfrastructuur en gasapparatuur in de gebouwde omgeving kan worden voorzien van duurzaam gas, zoals groen gas of waterstof. Industrie (Aard)gas wordt gebruikt voor hoge temperatuur warmte en als grondstof voor de petrochemische industrie (ca. 9% van al het aardgasverbruik in Nederland). Hoge temperatuur warmte kan energetisch optimaal worden geleverd in combinatie met Warmte Kracht Koppeling (WKK). Op dit moment is het economisch moeilijk voor WKK. (Aard)gas wordt ook gebruikt als grondstof voor productie van bulkgoederen/chemie zoals: o Waterstof dat deels weer wordt gebruikt voor ammoniak; waterstof kan ook worden opgewekt uit duurzame elektriciteit (power-to-gas) en omgezet worden in groen gas. o Aardgas is een belangrijk een basis ingrediënt voor ammoniak, wat op zijn beurt weer een grondstof is voor het maken van kunstmest. Er bestaat de mogelijkheid tot het gebruik van Carbon Capture and Storage (CCS) vanwege de hoge lokale CO2 productie. Er zijn weinig alternatieve duurzame mogelijkheden. De belangrijkste alternatieven zijn duurzame gassen uit biomassa of waterstof verkregen uit duurzame elektriciteit via elektrolyse (power-to-gas). De industrie moet voor een groot deel concurreren op internationale markten. Elektriciteitsopwekking, centraal en decentraal (Aard)gas is zowel centraal als decentraal een flexibele en zekere vorm van elektriciteitsopwekking. (Aard)gas vormt daarom een goede aanvulling op “variabele” duurzame elektriciteit uit zon en wind. In de huidige markt is het moeilijk voor aardgas centrales vanwege de concurrentie met kolen. Er is daarom een dreiging van capaciteitstekort in de elektriciteitsmarkt in Noordwest Europa bij het sluiten van kerncentrales (Duitsland en België), oude kolencentrales (Nederland, Verenigd Koninkrijk en Duitsland) en nu niet economische gascentrales (Nederland, Duitsland, Frankrijk). Om tot een succesvolle, betaalbare en betrouwbare energietransitie te komen is een gelijk speelveld voor alle vormen van energie (gasvormig, elektriciteit, en warmte) noodzakelijk.
Transport (Aard)gas neemt nog maar een kleine rol in energiegebruik voor transport in. Gas biedt ruime mogelijkheden tot gebruik in gasvorm (CNG) in personenauto’s en licht vrachtvervoer en in vloeibare vorm (LNG) voor zwaar vrachtvervoer over land en water. Gas is schoner dan diesel of benzine en veel schoner dan zware stookolie (CO2, roet, SO2) . Gas is nu goedkoper dan diesel of benzine. De transportsector is een belangrijke nieuwe markt voor groen gas wat daarnaast de mogelijkheid biedt transport snel te verduurzamen.
Bronnen 1. 2. 3. 4.
ECN en PBL, Nationale Energieverkenning 2014, Hoofdstuk 4: Sectorale ontwikkelingen. ECN, Energie-Nederland en Netbeheer Nederland, Energietrends 2014. “European Energy Regulation: A Bridge to 2025 Public Consultation Paper”, ACER, april 2014. www.aardgas-in-nederland.nl.
6: Gas en Klimaatbeleid Kernboodschap (Aard)gas is een voor Nederland bijzonder waardevolle bron van energie voor nu en in de toekomst. Aardgas kan een belangrijke bijdrage leveren aan een snelle en kostenefficiënte energietransitie in Nederland en Europa.
Feiten en Cijfers Nederlands klimaatbeleid is Europees klimaatbeleid Klimaatbeleid is geen zaak van Nederland alleen en zelfs niet van een Europese “Alleingang”. Een effectief Europees klimaatbeleid ondervindt hinder van een veelheid aan onderlinge verschillende nationale beleidsinitiatieven. Binnen de EU zijn onlangs klimaatgerelateerde energiedoelstellingen voor 2030 geformuleerd. De doelstelling van tenminste 40% reductie van de CO2-uitstoot in 2030 ten opzichte van 1990 vervult hierin een centrale rol. Een versterkte rol van het emissiehandelssysteem (ETS) wordt door de Europese Commissie gezien als voornaamste beleidsinstrument. De Commissie bepleit dat andere beleidsinstrumenten de werking van het ETS niet mogen verstoren. Het EU-raamwerk voor 2030 biedt een handvat voor een nieuw Nederlands energieakkoord voor de periode na 2020/2023. “Green deals” hebben een nuttige rol gespeeld in het Nederlandse klimaatbeleid. Gas en Klimaatbeleid Verschillende routekaarten laten zien dat gas als minst vervuilende brandstof een belangrijke rol kan spelen in het vervangen van meer vervuilende fossiele brandstoffen en in het ondersteunen van 14 intermitterende vormen van duurzame energie. Substitutie van kolen en olie door gas is een manier om snel en tegen de laagste kosten klimaatwinst te boeken en zo de cumulatieve uitstoot van CO2 in de komende decennia maximaal te reduceren. Een kostenvergelijking van de bijdrage van een aantal technologische opties aan vermindering van de 15 CO2-uitstoot ziet er in termen van kosten per vermeden ton CO2 als volgt uit : o vervanging van kolen in stroomopwekking door gas: 44 – 73 €/ton CO2 o vervanging van kolen in stroomopwekking door wind op zee: 134 – 153 €/ton CO2 o vervanging van kolen in stroomopwekking door kernenergie: 94 – 113 €/ton CO2 Gas is niet alleen in CO2-opzicht een relatief schone energievorm; ook ten aanzien van andere aspecten steekt gas gunstig af tegen andere fossiele energiedragers ( o.a. uitstoot vaste deeltjes, NOxemissies, methaanemissies, te behalen energetisch rendement en landschapseffecten). De klimaateffecten van gas versus elektriciteit hangen ook af van indirecte effecten, die bijvoorbeeld volgen uit een life-cycle analyse. Eerdergenoemde roadmaps maken duidelijk dat gas ook op langere termijn (rond 2050) dankzij groen gas en gas dat via elektrolyse is geproduceerd uit overtollige stroom nog een aanzienlijke klimaat neutrale bijdrage aan de energievoorziening zal kunnen leveren. Om aardgas in een volledig duurzame energievoorziening een blijvende rol te laten vervullen is verder onderzoek en demonstratie van Carbon Capture and Storage (CCS), gevolgd door een geleidelijke commercialisering gedurende de komende decennia, een vereiste. 14
Van o.a. Eurogas en het European Gas Advocacy Forum voor Europa en Energy Forum NL en PBL en ECN voor Nederland. Deze kosten zijn berekend op basis van cijfers uit ECN scenario’s uit 2013, daadwerkelijke verhoudingen kunnen verder verschuiven onder invloed van energieprijsontwikkelingen.
15
Bronnen 1.
Eurogas Roadmap 2050: http://www.eurogas.org/uploads/media/Eurogas_Roadmap_2050__summary_13.10.11_01.pdf.
2. 3. 4.
Energy Forum NL: Energy in the Netherlands: Optimized pathways to CO2 reduction in the Dutch context. PBL en ECN: Naar een schone economie in 2050: routes verkend - Hoe Nederland klimaatneutraal kan worden.
European Gas Advocacy Forum: http://europeangasforum.files.wordpress.com/2013/04/egaf-naturalgas-brochure-03-april-2013.pdf.
7: Gas en Innovatie Kernboodschap (Aard)gas is een voor Nederland bijzonder waardevolle bron van energie voor nu en in de toekomst. Nederland beschikt over een internationaal leidende positie in kennis en innovatie over de winning, distributie, verbruik en marketing van (aard)gas. Gas heeft daarmee een goede uitgangspositie en bovendien een krachtig innovatiepotentieel: technologische innovatie en vergroening, valorisatie van kennis en nieuwe markten, zoals scheepvaart, transport en mobiliteit. Innovatie, toepassing en uitrol zijn noodzakelijk.
Feiten en Cijfers Energietransitie en Innovatie Innovatie is de belangrijkste sleutel voor een betaalbare en betrouwbare transitie naar een koolstofarme, klimaat- en milieuvriendelijke energievoorziening. Voldoende aandacht en budget voor energie-gerelateerd onderzoek is daarvoor een vereiste. Hetzelfde geldt voor ondersteuning van opschaling en uitrol en juiste wettelijke inkadering van ontwikkelings- en demonstratieprojecten die het logische vervolg vormen op de onderzoeksfase. Voor doeltreffend onderzoek en innovatie is ontwikkeling en behoud van een goede kennispositie een vereiste. Nederland behoort tot de meest vooraanstaande landen wat betreft kennis en onderwijs op energiegebied (bijvoorbeeld via TNO, ECN, universiteiten, consultancy) en ontwikkelt met de Energy Academy Europe (EAE) in Groningen een leidend opleidings- en onderzoeksinstituut op dit terrein. Publiek en private samenwerking Combinatie van publieke/private financiering biedt voordelen, evenals het onderling afstemmen en uitvoeren van onderzoek in Europese en wereldwijde samenwerkingsverbanden. Een op innovatie gericht energie transitiebeleid kent primair subsidies toe aan veelbelovende technologieën die in de fase van onderzoek, ontwikkeling en demonstratie verkeren. Kosteneffectieve publieke financieringsprogramma’s hebben een technologie-neutraal karakter, waardoor ook veelbelovende gas-gerelateerde technologieontwikkelingen in aanmerking komen voor ondersteuning, met name die welke de introductie van andere (duurzame) technologieën helpen bevorderen. Een voorbeeld is ‘EnTranCe’, het Energy Transition Center van de EAE (Rijksuniversiteit Groningen en Hanze Hogeschool) waarin allerlei toepassingen met aardgas worden ontwikkeld, getest en waar startups geholpen worden tot volle wasdom te komen. Gas en innovatie Gas heeft een krachtig innovatiepotentieel. Er is een goed georganiseerde sector, veel beschikbare kennis (zowel fundamenteel als toegepast) en behoefte aan innovatie. Prioriteiten op dit gebied zijn: o Maximaliseren van de Nederlandse aardgasproductie op een veilige en verantwoorde wijze: Ontwikkelen van verbeterde exploratie technologie voor het opsporen van olie en gas voorkomens. Maximaliseren van de productie uit bestaande conventionele velden. Ontwikkelen van onconventionele bronnen van gas binnen acceptabele grenzen van veiligheid en milieu-impact. Reducering van nadelige impact van gaswinning op de leefbaarheid en gevoel van veiligheid van bewoners. Synergie tussen geothermie en olie/gas op het gebied van opsporings- en winningstechnieken.
o
Productie en inpassing van hernieuwbare energie: Groen gas productie middels vergisting, vergassing en geothermie hebben een enorm potentieel op het gebied van verduurzaming. Decentrale opwekking van warmte en stroom (o.a. micro-WKK, brandstofcellen, ontwikkeling van “virtual power plants” waarin brandstofcellen en Zon-PV in samenspel elektriciteit leveren). Power-to-gas-technologie maakt opslag van duurzame elektriciteit haalbaar (via waterstof) en zorgt voor verduurzaming van het geleverde gas. Een project in Ameland, waarbij tot 20% waterstof in het lokale aardgasnetwerk wordt bijgemengd, biedt een opmars naar power-to-gas uit bijvoorbeeld wind of zonneenergie. Verdere verbetering van systeemintegratie, operationele flexibiliteit en efficiëntie van gasgestookte elektriciteitscentrales. Verbetering CO2-technologie (afvang, transport, opslag, hergebruik). Gas in transport en mobiliteit: LNG in water- en wegtransport en groen gas (CNG) in mobiliteit.
Bronnen 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8.
ECN: Groen gas: motor voor verduurzaming, 2013. Groen Gas Nederland: Routerkaart Groen Gas 2014. TKI-Gas (http://www.tki-gas.nl/hoofdlijnen). Energy Delta Gas Research, EDGaR (http://www.edgar-program.com/projects). ECN (https://www.ecn.nl/nl/projecten/energie-efficientie/ en https://www.ecn.nl/nl/projecten/biomassa/). TNO (https://www.tno.nl/nl/aandachtsgebieden/energie/). PBL (http://www.pbl.nl/onderwerpen/energie-en-energievoorziening). EnTranCe (http://www.en-tran-ce.org/about).
8: Systeemrol van Gas in Nederland Kernboodschap (Aard)gas is een voor Nederland bijzonder waardevolle bron van energie voor nu en in de toekomst. (Aard)gas vervult een belangrijke rol binnen het gehele Nederlandse energiesysteem vanwege de flexibiliteit bij opslag, transport en distributie van grote hoeveelheden energie en de mogelijkheid (aard)gas zowel centraal als decentraal om te zetten in andere energievormen als warmte en elektriciteit. Slim gebruik van (aard)gas zorgt voor de juiste hoeveelheid energie op het juiste moment op de juiste plaats en in de juiste vorm.
Feiten en Cijfers Gas is efficiënte manier om energie op te slaan, te transporteren en te distribueren Gasvormig energietransport is naast elektriciteit en warmte een belangrijke manier om energie te transporteren en te distribueren. Gas heeft twee belangrijke voordelen ten opzichte van elektriciteit en warmte: o Gas kent mogelijkheden voor (seizoens-)opslag en daarvan is voldoende beschikbaar in Nederland in de vorm van ondergrondse opslag in oude gasvelden (zoals Norg, Grijpskerk, Alkmaar en Bergermeer). o Gas kan tevens op korte termijn in grote hoeveelheden opgeslagen worden (bijv. in zoutcaverne of een LNG peakshaver). o Het gastransport- en distributiesysteem kan grote hoeveelheden energie het meest efficiënt vervoeren: tegen lage kosten, met lage impact op het milieu, zonder significant energetisch verlies en zonder horizonvervuiling. Meerdere transport- en distributiemogelijkheden van energie houden het energiesysteem flexibeler, maken maatwerk mogelijk en geven meer keuzevrijheid aan de producenten en gebruikers van energie. Door integratie meer flexibiliteit en leveringszekerheid voor het energiesysteem Betere interactie tussen de transport- en distributiesystemen van gas, elektriciteit, en warmte geven de eindgebruikers meer keuze, meer flexibiliteit en meer leveringszekerheid. o Bestaande uitwisselingsmogelijkheden: Van gas naar stroom: centrales en WKK, zowel centraal als decentraal. Van gas naar warmte: WKK als basis voor warmtenet (bv. Nuon Diemen, E.ON RoCa Rotterdam) en hulpketels bij diverse warmtenetten. Van warmte naar stroom: bij voldoende warmte van hoge temperatuur is omzetting naar stroom in een stoomturbine mogelijk. Centraal wordt dit al wel toegepast in STEG (Stoom en gas, internationaal CCGT), de standaard voor nieuwe gascentrales. Dit is decentraal niet mogelijk. o Nieuwe vormen van uitwisseling: Van stroom naar gas: power-to-gas en power-to-hydrogen technologieën geven de mogelijkheid langdurige overschotten van stroom te verwerken. De eerste experimenten hiervoor zijn gestart, maar blijken op dit moment nog erg kostbaar. Van stroom naar warmte: power-to-heat heeft mogelijkheden bij het verwerken van korter durende overschotten van stroom. De omzetting is relatief goedkoop, maar de efficiënte en effectieve opslag van warmte is nog een technisch/economische uitdaging. Van biomassa naar gas: groen gas heeft potentie om gasmarkten te vergroenen.
Smart-Grids: Verdere integratie De toekomst vraagt om smart grids voor energie. Een echt smart grid voor energie is een geïntegreerd energiegrid, dus met stroom en gas en warmte die gezamenlijk smart worden gebruikt, ingezet, gebalanceerd en opgeslagen, zowel lokaal als centraal, met allerlei vormen van invoer en afname. Voor het smart lokaal balanceren van de verschillende energiestromen is ICT een belangrijk hulpmiddel voor zowel: o aanpassing van de vraag naar energie o aanpassing van het aanbod van energie o aanpassing van de omzetting van de ene energievorm in de andere De eerste ervaringen van smart grids worden nu vooral opgedaan met vraagsturing van elektriciteit in combinatie met monitoring van het aanbod van variabele duurzame energie. Met uitbreiding naar gas (en warmte) kan ook de inpassing van groen gas worden geoptimaliseerd en kan omzetting van gas in elektriciteit een bijdrage leveren in het lokaal balanceren van het elektriciteitsdistributienetwerk.
Bronnen 1. 2.
ECN en DNV-GL, De rol van power-to-gas in het toekomstige Nederlandse energiesysteem DNV-GL, Routekaart doorbraakproject Energie en ICT
9: Gas voor Transport Kernboodschap (Aard)gas is een voor Nederland bijzonder waardevolle bron van energie voor nu en in de toekomst. (Aard)gas kan een groeiende rol spelen als energiebron voor transport, waarbij het olieproducten vervangt. Dit kan zowel in de vorm van vloeibaar gas (LNG) voor scheepvaart en zwaar wegtransport als in de vorm van gecomprimeerd gas (CNG) voor personenvervoer. Zowel LNG als CNG bieden potentieel om te vergroenen.
Feiten en Cijfers Duurzaam transport in Nederland Afspraken in het SER Energieakkoord in pijler zeven over mobiliteit en transport bevatten onder meer: o 25 Mton (-17%) minder uitstoot in 2030 o 10 à 15 PJ energiebesparing in 2020 Invulling van deze afspraken vindt plaats o.a. in de duurzame brandstoffenmix. Daarin onder meer: o Voor de scheepvaart zet Nederland in op efficiencymaatregelen in combinatie met een transitie naar LNG en inzet van duurzame biobrandstoffen voor de kustvaart en de binnenvaart. o Voor de railsector zet Nederland in op vergroening van het elektriciteitsgebruik en – afhankelijk van de technische en economische haalbaarheid - (bio)LNG ter vervanging van dieseltreinen. o De toepassing van gas en biobrandstoffen in personen- en distributievervoer vraagt een beperkte aanpassing van de bestaande brandstof distributie infrastructuur en levert op korte termijn klimaatwinst op. Gas past op langere termijn alleen in een duurzame brandstofmix bij inzet van grotendeels hernieuwbaar gas, voor het langeafstand transport. De Green Deal 124 die met de overheid is gesloten wil de introductie van vloeibaar aardgas als schone transportbrandstof in Nederland bespoedigen. o Doelstelling van deze green deal is in 2015 minstens 50 binnenvaartschepen, 50 zeeschepen en 500 vrachtwagens op LNG te laten rijden/varen. Duurzame gas toepassingen in transport
-
-
CNG (Compressed Natural Gas) voor personenauto’s o wordt aangeboden in bestaande modellen personenauto’s van grote automerken, zoals VW, Audi, Fiat (af-fabriek) en mogelijke aanpassing van alle bestaande benzineauto’s, o kan via bestaande tankstations worden gedistribueerd (130 van de vier duizend pompstations in Nederland zijn hiervoor gereed), o vraagt daarom geen grote aanpassing van de gebruiker, kleine aanpassing in actieradius, o biedt een markt voor groen gas, o is op dit moment goedkoper dan benzine, o groen gas (via certificaten) maakt 100% duurzaam rijden mogelijk, o Waterstof is een kansrijke duurzame brandstof; veel grote automerken zien dit als toekomstige brandstof. Investeringen in onderzoek, opwekking en infrastructuur zijn noodzakelijk. De gasinfrastructuur kan mogelijk aangewend worden voor de inpassing van waterstof. LNG (Liquefied Natural Gas) voor wegtransport (en railtransport) o kan in zware vrachtwagens (boven 16 ton ) worden gebruikt (en is alternatief voor dieseltreinen), o is schoner, stiller en nu goedkoper dan diesel, o LNG motor is stil en voldoet aan de PIEK regeling waardoor deze trucks buiten de venstertijden in steden mogen bevoorraden,
-
o tankinfrastructuur wordt op dit moment uitgerold. LNG voor scheepvaart o is een brandstof voor binnenvaart en (internationale) kustvaart, o is schoner dan diesel en veel schoner dan zware stookolie, o is vaak goedkoper dan diesel, o voldoet aan huidige en toekomstige eisen van uitstoot in ECA regio’s (Emission Controlled Areas) waar alleen laagzwavelige brandstof wordt toegestaan. In Europa zijn dit de Noordzee en de Oostzee. o De benodigde infrastructuur wordt ontwikkeld in Noordwest Europese havens en Nederland biedt daarvoor een uitstekende basis, onder meer via de GATE terminal.
Bronnen 1. PWC, The economic impact of small scale LNG, May 2013. 2. TNO, ECN, CE delft, Natural gas in transport An assessment of different routes, May 2013. 3. 4.
SER, Een duurzame brandstofvisie met LEF (zie http://www.energieakkoordser.nl/nieuws/brandstofvisie.asp). Green Deal LNG Rijn en Wadden: Ministerie van Economisch Zaken.
5. “The Contribution of Natural Gas Vehicles to Sustainable Transport” International Energy Agency 2010.
10: Gas en Groningen Kernboodschap (Aard)gas is een voor Nederland bijzonder waardevolle bron van energie voor nu en in de toekomst. Niet alleen de aardgasbaten voor de overheid maakt Groningen gas waardevol, ook de leveringszekerheid die Groningen gas aan Nederland (en delen van de omliggende landen biedt) maken het tot een gewild product. De toekomstige productie uit het Groningenveld staat op dit moment echter volop ter discussie als gevolg van aardbevingen en de daaruit volgende, terechte zorgen over de veiligheid en leefbaarheid in het gebied.
Feiten en Cijfers Groningen Gas, Bijzonder Gas Het gas uit het Groningen veld heeft een bijzondere positie in de Noordwest Europese gasmarkt o Groningen gas wordt gebruikt in Nederland, en delen van Duitsland, België en Frankrijk o Vanwege de afwijkende gassamenstelling is Groningen gas (L-gas voor laagcalorisch gas) niet uitwisselbaar met de meeste andere aardgas bronnen (H-gas voor hoogcalorisch gas). o Alleen enkele kleine velden in Nederland en Noord Duitsland produceren ook L-gas. o Door bijmengen van stikstof kan H-gas worden omgezet in L-gas, dit wordt kwaliteitsconversie genoemd en is een wettelijke taak van Gasunie Transport Services (GTS). o Zonder productie uit Groningen komt de gaslevering aan kleinverbruikers, industrie en Warmte Kracht Koppeling (WKK) installaties voor stadsverwarming, tuinbouw en industrie in gevaar. o Voor leveringen in de winter wordt Groningen gas ook geleverd uit ondergrondse bergingen in Nederland, Duitsland en Frankrijk. o Om deze levering in de toekomst te blijven garanderen is recent de opslagcapaciteit in de gasopslag bij Norg uitgebreid. Door de verwachtte terugloop van de gasproductie in Groningen is al in 2012 door het Ministerie van Economische Zaken, GTS en GasTerra de boodschap gedeeld met betrokken partijen in Duitsland, België en Frankrijk dat de export van L-gas zal worden afgebouwd. Bestaande contracten worden natuurlijk nagekomen. o Afbouw van export van L-gas naar Duitsland in 10 jaar van 2020 tot 2030. In Duitsland zijn daarom door de Gastransporteurs plannen ontwikkeld om het gebruik van L-gas te vervangen door H-gas. Deze plannen zijn te vinden in de jaarlijks gepubliceerd tien-jaars planning voor het gastransport: het Netzentwicklungsplan Gas. In de versies vanaf 2013 zijn plannen opgenomen voor deze ombouw. o Afbouw van export van L-gas naar België en Frankrijk in 6 jaar van 2024 tot 2030. Vanwege het langer doorlopen van de bestaande lange termijn exportverplichtingen van GasTerra met GDF-Suez en ENI-Distrigas begint afbouw van export naar België en Frankrijk later dan in Duitsland. Ook de Belgische en Franse transporteurs, respectievelijk Fluxys en GRTGaz, bereiden zich voor op ombouw van L-gas naar H-gas. o Vanaf 2030 is er volgens planning geen export meer van Gronings gas en zal het overblijvende Gronings gas en de beschikbare kwaliteitsconversie uitsluitend door Nederlandse afnemers worden gebruikt. Indien noodzakelijk kan ook in Nederland een overgang van L-gas op H-gas in gang worden gezet. Als voorbereiding hierop is een toestelspecificatie opgesteld voor nieuw te leveren gastoestellen in Nederland die ook geschikt moeten zijn voor het gebruik van H-gas. Bij de continuering van de rol van het Groning gas in de samenleving speelt het sociaal mandaat een belangrijke rol; zeker gezien de aardbevingen in Groningen. De producent van het Groningen veld stelt alles in het werk om dit sociaal mandaat te behouden. Nederland kent strenge procedures ten aanzien
-
-
van de veilige en schone winning van delfstoffen. Staatstoezicht op de Mijnen oefent hierop adequaat toezicht uit. De schade die door gaswinning uit het Groningenveld aan bezittingen van burgers en bedrijven is veroorzaakt, wordt gerepareerd en vergoed. Daarnaast worden preventieve maatregelen genomen voor huizen in het betrokken gebied en ook is pakket van additionele maatregelen overeengekomen ter verbetering van de leefbaarheid. Door aardbevingen die het gevolg zijn van de gaswinning in Groningen en leiden tot een politieke en maatschappelijke discussie, heeft de Minister van Economische Zaken in december 2014 besloten voor 2014, 2015 en 2016 een jaarlijks maximum op te leggen aan de NAM voor de gasproductie uit 3 Groningen van respectievelijk 42,5, 39,4 en 39,4 mld. m . Voor de productie in de jaren vanaf 2017 zal in de tweede helft van 2016 een besluit worden genomen.
Bronnen 1.
2.
3.
4. 5.
Over de bijzondere rol van Groningen gas in Noordwest Europa: EDGAR Transitiestudie G-gas (zie http://www.rijksoverheid.nl/documenten-en-publicaties/rapporten/2013/04/11/transitiestudie-ggas.html) Over de status van afbouw export Groningen gas naar Duitsland: Netzentwicklungsplan Gas 2013, 2014 en 2015, uitgangspunten en rapporten (zie http://www.fnbgas.de/de/netzentwicklungsplan/netzentwicklungsplan.html) Diverse brieven van EZ aan de 2e kamer over de gaswinning in Groningen. Met name de brief met het voorgenomen besluit over de winning van gas uit Groningen van 17 januari 2014 en het aangescherpte besluit over de winning van gas uit Groningen van 16 december 2014 en de bijlagen bij deze brieven (zie http://www.rijksoverheid.nl/documenten-en-publicaties/kamerstukken/2014/01/17/gaswinningin-groningen.html en http://www.rijksoverheid.nl/documenten-enpublicaties/kamerstukken/2014/12/16/over-winningsbesluit-gaswinning-groningenveldversterkingsmaatregelen.html) Factsheet bij de EZ brief van 25 januari 2013 (zie http://www.rijksoverheid.nl/documenten-enpublicaties/brochures/2013/01/25/achtergrondinformatie-groningen-veld.html) EZ: Delfstoffen en aardwarmte in Nederland, jaarverslag 2013
11: Gas en Europees Energiebeleid Kernboodschap (Aard)gas is een voor Nederland bijzonder waardevolle bron van energie voor nu en in de toekomst. Het onlangs goedgekeurde raamwerk voor Europees klimaat- en energiebeleid laat bij een juiste invulling (Europees en in Nederland) voldoende ruimte voor een significante rol van gas in de toekomstige energievoorziening.
Feiten en Cijfers Europees energiebeleid grijpt in op veel beleidsterreinen Het EU-energiebeleid kent diverse facetten: 1. bevordering van één interne energiemarkt, 2. bereiken van klimaatdoelstellingen zoals afgesproken in het 2030 klimaatpakket en de 2050 lange termijn doelstellingen, 3. energie als motor voor het creëren van groei, innovatie en banen, 4. zorg voor een betrouwbare energievoorziening en voldoende investeringen in energieinfrastructuur, 5. en aandacht voor de betaalbaarheid van energie voor burgers en bedrijven die internationaal moeten concurreren. Ad. 1: Voor het realiseren van één interne energiemarkt en de inrichting hiervan is het derde EUenergiepakket leidend. o Het implementeren van de uit dit pakket voortkomende netwerkcodes wordt algemeen gezien als de belangrijkste resterende stap naar een gemeenschappelijke en liquide energiemarkt in de NW-Europese regio. Ad. 2a: De doelstelling van tenminste 40% reductie van de CO2 uitstoot in 2030 ten opzichte van 1990. Een single CO2 reductie doelstelling stimuleert een kost efficiënte en technologie neutrale aanpak. Daarnaast kan gas een significante bijdrage leveren aan de 40% doelstelling. Op dit moment wordt c.a. 30% van de benodigde elektriciteit in de EU opgewekt door kolen en 18% door gas. 74% van de CO2 uitstoot in elektriciteitsopwekking wordt veroorzaakt door kolencentrales versus 21% door gascentrales. Om de 40% doelstelling in 2030 te kunnen halen zou de EU volgens de World Energy Outlook 2014 van de IEA, 25% van de bestaande kolencapaciteit moeten uitfaseren (=46GW) en 67% gascapaciteit bijbouwen (=145GW). Dat zou betekenen dat in 2030 12% van de benodigde elektriciteit door kolen zou moeten worden opgewekt en 30% door gas. Ad. 2b: Een versterkte rol van het emissiehandelssysteem (ETS) vervult een centrale rol in een kosteffectief pad naar een CO2 neutrale wereld. De grootste vervuilers voelen direct impact terwijl tegelijkertijd low carbon investeringen worden gestimuleerd. Op dit moment wordt op Europees niveau onderhandeld over de hervorming van het ETS vanwege een onvoorziene overschot aan CO2 rechten op de markt. Nederland staat niet alleen in haar ambitie om een duidelijk CO2 prijssignaal af te geven aan de markt om de klimaatdoelstellingen te behalen. Ad. 3: Binnen de EU zijn op het gebied van energieonderzoek het SET-plan en het onderzoeksprogramma Horizon 2020 richtinggevend. Ad. 4: De zorg voor een betrouwbare energievoorziening wordt in Europees verband belichaamd door de EU-verordening voor de leveringszekerheid van gas en door de aandacht die uitgaat naar de wenselijkheid van capaciteitsbeloningen voor stroomleveranciers. Ad 5: Beleidsvoornemens van de EU-lidstaten dienen in overeenstemming te zijn met de EU-regels voor staatssteun; dit geldt in het bijzonder voor maatregelen die beogen om doelstellingen voor het aandeel duurzame energie en op het gebied van energiebesparing te bereiken.
-
Op het punt van energie gerelateerde belastingheffing is momenteel amper sprake van richtinggevend Europees beleid. o Het aantal, de omvang en de onderlinge verhouding van energie gerelateerde belastingen en heffingen loopt in de Europese lidstaten sterk uiteen, waardoor eindgebruikersprijzen aanzienlijke verschillen vertonen.
Een Energie-Unie? Er is in diverse lidstaten een tendens waarneembaar van nationale beleidsmaatregelen die tot een versnippering en ondergraving van het Europese energiebeleid (dreigen te) leiden. In EU-verband wordt gepoogd deze tendens te keren door het inrichten van een Energie-Unie. De Europese Commissie heeft vooralsnog vijf pijlers voor deze Energie-Unie benoemd: o Security, solidarity and trust o A competitive internal energy market o Moderation of demand o Decarbonisation of the EU energy mix o Technologies EU en het Nederlands energiebeleid Het in 2014 goedgekeurde EU-raamwerk voor klimaat- en energiebeleid vormt een belangrijk uitgangspunt voor het vervolg op het SER energieakkoord voor de periode na 2020/2023. Het Europese energiebeleid is voor Nederland van bijzondere betekenis in verband met het naderende Nederlandse EU-voorzitterschap in 2016. Nederland voldoet aan de eisen die in de leveringszekerheidsverordening voor gas aan ons land worden gesteld. De groei van het aandeel variabele duurzame energie en ontwikkelingen in de omringende landen kunnen tot gevolg hebben dat ook Nederland zich zal moeten bezinnen op nut en noodzaak van capaciteitsbeloningen. Dit zou eventueel ook gevolgen kunnen hebben voor de inrichting van de gasmarkt in de EU en Nederland.
Bronnen 1. 2. 3. 4.
5. 6.
“Progress towards completing the Internal Energy Market”, Europese Commissie, 2014. “Een beleidskader voor klimaat en energie in de periode 2020-2030”, Europese Commissie 2014. “Europese strategie voor energiezekerheid”, Europese Commissie 2014. “Aardgasbeleid in Nederland: Actuele ontwikkelingen” Ministerie van Economische Zaken 2014. “Opening Speech - EU Energy Policy and Competitiveness” Conference on EU Energy Policy, 17 November 2014, Maroš Šefčovič - Vice-President for Energy Union. World Energy Outlook 2014, IEA.
12: De Nederlandse Gasinfrastructuur Kernboodschap (Aard)gas is een voor Nederland bijzonder waardevolle bron van energie voor nu en in de toekomst. Nederland beschikt over een unieke, uitgebreide en krachtige gasinfrastructuur. De gasinfrastructuur speelt een belangrijke rol in de huidige Nederlandse energievoorziening en heeft vanwege haar fijnmazigheid, transportkracht, opslagvermogen, internationale verbondenheid en flexibiliteit een uitstekende uitgangspositie om een belangrijke rol te blijven spelen in de toekomstige duurzame energievoorziening.
Feiten en cijfers: Kerncijfers - Het Nederlandse gastransportsysteem, beheerd door Gasunie Transport Services, bestaat uit ca. 12.500 kilometer hogedruk gastransportnet. Dit is het meest krachtige energietransportsysteem waarover Nederland beschikt. - Daarnaast beschikt Nederland over een zeer fijnmazig gasdistributiesysteem dat door de regionale netbeheerders, zoals Enexis en Alliander, wordt beheerd. In totaal bestaat het Nederlandse gasdistributienet uit ruim 120.000 kilometer aan lagedruk leidingen. - Het gastransport- en distributiesysteem zorgen er samen voor dat grote hoeveelheden energie op het juiste moment op de juiste plaats kunnen worden afgeleverd. Systeemfunctie - Een benadering van energietransitie vraagstukken vanuit een energie systeemperspectief is belangrijk om de duurzame doelstellingen op een betaalbare en betrouwbare manier te bereiken. - Hierbij moet energie-infrastructuur bekeken worden vanuit de mogelijkheden en eigenschappen van de verschillende energievormen: gas, elektriciteit en warmte. - Door het gastransportsysteem kan net zo makkelijk groen gas als aardgas worden getransporteerd, terwijl door het elektriciteitsnet zowel stroom afkomstig van windmolens als kern- en kolencentrales gaat. De duurzaamheid van het transportsysteem wordt niet door de vorm maar door de inhoud bepaald. Gasrotonde - In 2013 transporteerde de Nederlandse gasrotonde 116 mld. m3 gas (ca. 1.150.000 GWh) door het Nederlands hogedruknet, waarvan er in Nederland 44 mld. m3 (ca. 430.000 GWh) geconsumeerd werd. - De gastransportinfrastructuur is goed verbonden met gasopslagen in Nederland en Duitsland. Deze opslagen zorgen voor een krachtig energieopslagmechanisme en biedt een uitstekende uitgangspositie om flexibiliteit te bieden aan een geïntegreerd energiesysteem (bijvoorbeeld door conversie van duurzame elektronen naar moleculen en door moleculen om te zetten in elektriciteit op het moment dat er een dal is in de elektriciteitsproductie). - Via de LNG terminal Gate in Rotterdam is de gasrotonde verbonden met de wereldmarkt voor gas. Startpunt voor een duurzame energievoorziening - Gasvormige brandstoffen zijn onderdeel van een geïntegreerd energiesysteem. - Gasinfrastructuur heeft unieke karakteristieken zoals opslag, efficiënt lange afstand transport en fijnmazigheid. - Het huidige gasaanbod moet zich verder vergroenen via de inzet van duurzame gassen, zoals groen gas en waterstof, afkomstig uit biomassa via vergisting of vergassing of uit duurzame elektriciteit via powerto-gas.
Bronnen: 7. 8.
“Economic Impact of the Dutch Gas Hub Strategy on the Netherlands” Ministerie van Economische Zaken Landbouw en Innovatie, 2010. “Naar een toekomstbestendig energiesysteem voor Nederland”, TNO, ECN en het Copernicus Instituut 2013.
9. “Aardgasbeleid in Nederland: Actuele ontwikkelingen” Ministerie van Economische Zaken 2014. 10. “Natural Gas in the Netherlands - From Cooperation to Competition”, Clingendael International Energy Programme. 2003.
13: Carbon Capture and Storage Kernboodschap Om de klimaatdoelstelling van de Europese Unie kosteneffectief te bereiken is Carbon Capture and Storage (CCS) technologie gekoppeld aan fossiele elektriciteitsopwekking en industriële toepassingen op termijn onvermijdelijk. Leeg geproduceerde aardgasvelden en infrastructuur geven Nederland de beschikking over potentiele opslaglocaties voor CO2. De technische levensvatbaarheid van CCS technologie is reeds bewezen voor Enhanced Oil Recovery (EOR). Om in de periode na 2030 duidelijkheid te hebben over mogelijke grootschalige toepassing van CCS zijn tijdig kolen- én gasdemonstratieprojecten nodig.
Feiten en Cijfers CCS is nodig De Europese Commissie gaat uit van 7% tot 32% energieopwekking met CCS in 2050. Het International Energy Agency (ETP, 2 °C Scenario) neemt aan dat ⅙ van de CO2-emissiebeperkingen in 2050 gerealiseerd wordt door CCS (cumulatief tot 2050 14% van de beperking). Het IEA verwacht dat 45% van de CO2-emissiebeperking met CCS plaatsvindt in de industrie, vooral staal, cement en de chemische industrie. In deze industrieën ontbreekt het (vooralsnog) aan alternatieven voor emissiebeperking. Het International Energy Agency (ETP, 2 °C Scenario) stelt dat 10 jaar latere CCS-inzet leidt tot $1 biljoen extra kosten wereldwijd. Het International Panel on Climate Change (IPCC) stelt eveneens dat de wereldwijde kosten om een 2 graden scenario te behalen 138% hoger zijn zonder CCS. CCS-technologie moet worden gedemonstreerd door projecten op schaal De technologie achter de individuele elementen vangst, transport en opslag van CO2 is bekend. Zo is ruime ervaring opgedaan met transport en opslag van CO2 in het kader van enhanced oil recovery. Meer begrip van hoe deze elementen in samenhang functioneren (vangst, transport en opslag) is echter nodig, zowel als grootschalige demonstratieprojecten die gericht zijn op de cycli van demonstratie en verbeterde engineering met als voornaamste doel verdere kostenverlaging. Ook verdient het vaststellen van geschikte opslagsites nader onderzoek en is beperkt draagvlak onder de bevolking een probleem. Nederland beschikt middels zijn leeg geproduceerde aardgasvelden en infrastructuur over potentiele opslaglocaties voor CO2. CCS-projecten kennen een gebrek aan voortgang In 2007 besloot de Europese Raad 12 grootschalige CCS-demonstratieprojecten te steunen. Sinds 2009 biedt de CCS Directive een juridische raamwerk voor CO2-afvangst, -transport en -opslag. De EU Energy Infrastructure Priorities (2010) brengt een eventueel CO2-transportnetwerk in kaart. CCS-demonstratieprojecten worden gefinancierd door o.a. het NER 300-programma, dat zijn budget ontleent aan de verkoop van 300 miljoen emissierechten. Tijdens de eerste fase zijn geen projecten gefinancierd. In het kader van de tweede fase is in de zomer 2014 besloten in het VK bij de Draxkolencentrale een project te steunen waarmee op basis van oxyfueltechnologie tot 90% van de emissies wordt afgevangen en opgeslagen onder de Noordzee. Beoogde afvang is 1,8 miljoen ton/jaar. Een ander programma van de EU is de EERP (European Economic Recovery Programme) waar ROAD (Rotterdam afvang en Opslag Demonstratieproject) voor in aanmerking kwam. ROAD is een initiatief van E.ON Benelux en GDF SUEZ Energie Nederland. Vanaf 2015 wil ROAD circa 1,1 miljoen ton CO2 per jaar gaan afvangen van een nieuwe elektriciteitscentrale op de Maasvlakte en opslaan in leeg geproduceerde gasreservoirs onder de Noordzee. De Europese Commissie is bezorgd over het gebrek aan voortgang met betrekking tot CCS en overweegt aanvullend de invoering van CCS-certificaten of emissions performance standards.
-
In 2014 heeft de Europese Commissie ter voorbereiding op een review van de CCS-directive een consultatie uitgevoerd. De resultaten zijn in december 2014 gepubliceerd en deze doen een aantal 8 aanbevelingen aan de Europese Commissie en de Europese lidstaten : o Zo spoedig mogelijk een nationale routekaart naar 2050 te ontwikkelen gebaseerd op 80% CO2 reductie en een analyse of CCS benodigd is om de doelen te halen. o Een EU routekaart voor CCS te ontwikkelen met bindende doelen. o Zo spoedig mogelijk een opvolger voor het NER 300-programma opzetten. o Een EU-brede ‘CO2 storage: appraisal of CO2 injectivity and storage capacity’ position paper publiceren. o Het substantieel versterken van het Emissions Trading Scheme (ETS) om de business case voor CCS te ondersteunen. o Het verkennen van Emissions Performance Standards (EPS) als een optie om CCS te stimuleren, plus de relatie tussen EPS en ETS verkennen.
Bronnen 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8.
Europese Commissie, Energy Roadmap 2050. Europese Commissie, Roadmap for moving to a low-carbon economy in 2050. Europese Commissie, Communication “on the Future of Carbon Capture and Storage in Europe”. International Energy Agency, Projected Costs of Generating Electricity (2010 Edition). IEA, Energy Technology Perspectives (ETP) 2012. IEA, Technology Roadmap Carbon Capture and Storage (2013 Edition). CO2 transport en opslagstrategie – EBN/Gasunie, April 2010. http://www.ccs-directive-evaluation.eu/final-report/.
14: Rol van Gas in de Gebouwde Omgeving Kernboodschap (Aard)gas is een voor Nederland bijzonder waardevolle bron van energie voor nu en in de toekomst. Het effectief gebruik van efficiënte (aard)gastechnologieën en de gasinfrastructuur kan bijdragen aan een soepele en kosteneffectieve transitie naar een duurzamere energievoorziening. Met de toepassing van hybride systemen in de gebouwde omgeving kan de energie-efficiëntie nog significant verhoogd worden. Hybride systemen benutten de voordelen van de bestaande gasinfrastructuur (transport, distributie en opslag) om op het juiste moment, op de juiste plaats, de juiste hoeveelheid warmte te kunnen leveren en deze combineren met de voordelen van andere alternatieve duurzame vormen van warmte (geothermie en warmtepompen). Dit een win-win optie die gedane investeringen benut en toekomstige innovaties niet buitensluit, daarnaast biedt dit ook de mogelijkheid groen gas in te zetten in de gebouwde omgeving.
Feiten en Cijfers -
De gebouwde omgeving benut zo’n 41% van het totale energieverbruik. Ongeveer de helft van het aardgasverbruik van Nederland is bestemd voor de gebouwde omgeving, met name in huishoudens. o 98% van de Nederlanders is aangesloten op het gasnet. Verwarming en warm water zijn de grootste componenten in het energieverbruik van de gebouwde omgeving. In een gemiddelde woning verbruiken warmte en water respectievelijk 58% en 24% van de totale energievraag. o De gebouwde omgeving bestaat voor ca. 75% uit residentiële bouw, waarvan circa tweederde individuele woningen en eenderde apartementen. De rest is een verscheidenheid aan andere gebouwen zoals winkels, scholen, kantoorpanden en ziekenhuizen. o Door middel van bouwvoorschriften is nieuwbouw in Nederland zeer energie-efficiënt; met een vervangingsgraad van slechts 1% kan in het bestaande woningenbestand de grootste verduurzaming worden bereikt. Volgens CBS zijn circa 40% van de woningen in Nederland gebouwd vóór 1990 (ca. 2.7 mln. woningen). Het energieverbruik van de woningen van voor 1990 is ongeveer 85% van het totaal. In ongeveer de helft van huishoudens is 1 besparingsmaatregel genomen, in ca. 20% van de bestaande woningbouw zijn twee of meer maatregelen genomen, met een resultaat van 20-30% meer energiezuinigheid. Gemiddeld zijn de meest voorkomende besparingsmaatregelen die zijn toegepast: vervanging van de HR ketel (14%) en HR glas (12%), gevolgd door diverse isolatiemaatregelen (tussen de 3-6% elk, totaal ca. 20%).
-
Bestaande verwarmingsystemen in huizen en de gasinfrastructuur kunnen door middel van hybride systemen optimaal worden benut voor een stapsgewijze transitie naar energieneutrale energievoorziening in de gebouwde omgeving. o De Hoog Rendement (HR) combiketel is de standaard voor verwarming en warm water. Een HR-ketel is met c.a. 95% rendement 20% tot 30% meer efficiënt dan oudere boilers, die momenteel nog in circa 20% van de Nederlandse huishoudens in gebruik zijn. Europabreed hebben HR-ketels een marktaandeel van slechts 20%. Vervanging van deze oude boilers zou een reductie van 7% kunnen bereiken op de totale CO2 emissies die voortvloeien uit verwarming in Europa. o De toepassing van hybride systemen – het uitbreiden van de huidige verwarmingsystemen met additionele componenten zoals warmtepompen, micro-WKK en/of zonneboilers – kan
-
-
het gasverbruik in de gebouwde omgeving significant verder verlagen. Met besparingen tot wel 30-60% (afhankelijk van de technologiekeuze) kunnen hybride systemen bijdragen aan het bereiken van de 2030 energie-efficiëntie doelstellingen zonder de vroegtijdige insluiting van technologieën en investeringen. Met een afschrijvingsperiode van 15-20 jaar zijn hybride systemen bij uitstek geschikt voor toepassing in de huidige energietransitie. o Daarnaast kunnen hybride systemen de inzet van duurzame energie verhogen, waarmee de doelstellingen voor 2050 een stap dichterbij komen. Het toepassen van hybride systemen, als stapsgewijze toevoeging op bestaande gasinfrastructuur, faciliteert een transitie naar een efficiëntere en schonere warmtevoorziening, waarbij de systeemfunctie van de gasinfrastructuur geborgd blijft en de gedane investeringen optimaal worden benut. De gasinfrastructuur in de grond en in de huizen speelt een belangrijke rol in het waarborgen van systeemfuncties alsmede het faciliteren van een kosteneffectieve transitie naar energieneutrale huishoudens. o De capaciteit van de bestaande gasinfrastructuur is erg groot en zeer geschikt voor seizoenopslag en het piekkarakter van de warmtevraag in Nederland. In deze functies kan het stroom- en warmtenet minder goed voorzien en tegen hogere kosten. o Daarnaast is het lokale gasdistributienet de eenvoudigste manier om groen gas te verwerken. Op deze wijze kunnen huishoudens in toenemende mate energieneutraliteit realiseren. Het gasdistributienet met mini-WKK heeft daarnaast mogelijkheid om de lokale balans in het stroomnet op te vangen. Het belang van smart grids kan niet ontbreken in het kader van de gebouwde omgeving. Hoewel men bij smart grids nog wel eens alleen denkt aan toepassingen op lokaal en centraal niveau, zijn smart grids onderdeel van de opkomst van Big Data. Hieronder verstaat men in het algemeen “Het verzamelen van een groot aantal data, in hoge snelheid en variëteit, om feitelijke informatie te verzamelen met als doel onzekerheid op te vangen”. In de gebouwde omgeving wordt deze ontwikkeling momenteel vooral toegepast in smart meters, smart thermostats en home energy management systems; een soort smart grids op residentieel niveau. Deze ontwikkelingen staan nog in de kinderschoenen en hebben grote stappen te maken op het gebied van geavanceerde analytica, applicatie- en systemdesign en control. Uiteindelijk moet dit alles leiden tot hogere energie efficiëntie en dus besparingen voor de consument zonder in te boeten aan wooncomfort en betere verdienmodellen voor bedrijven.
Bronnen 1. 2. 3. 4.
ECN en PBL, Nationale Energieverkenning 2014, Hoofdstuk 4.1 Gebouwde omgeving. CBS Woonstatistiek november 2014, Energielabels naar regio juli 2013. Perspectieven voor Energiebesparing in de particuliere woningvoorraad, SVn/TUDelft, 2009. www.energiesprong.nl.
5. www.aardgas-in-Nederland.nl. 6. 7. 8. 9.
Towards a sustainable Northern European Housing Stock, TU Delft 2009. Europe’s Housing Stock Study, BPIE (Buildings Performance Institute Europe) 2011. Monitor energiebesparing gebouwde omgeving, Agentschap NL, 2013.
Europe’s Buildings Under the Microscope, BDEP, 2011. 10. Gas: The Right Choice for Heating In Europe, Eurogas, 2014.
11. Shell Ecogenie studie. 12. Controlling data volume, velocity and variety, Gartner, 2001. 13. TKI Gas en TKI Smart Grids.