LESMAP
JEANNE (of : Voices in the DARK)
Een meerstemmig spek-takel voor stemmingmakers en ontstemden vanaf 9 jaar naar het vurig verhaal van Jeanne D’Arc.
Ons Jeanneke hoort stemmen in haar hoofd. Veel stemmen. En die stemmen zeggen haar dat ze Frankrijk moet helpen bevrijden van de Engelsen. Maar heiligt het doel altijd alle middelen? En moet je als vrouw blond zijn of zwart? Ons Jeanneke krijgt soms steun maar stoot meestal op verzet. Op- en ondergang van een bijzondere jonge vrouw.
Tekst: Johan De Paepe Spel en zang: Priske Dehandschutter, Jos Dom en Johan De Paepe Met de stemmen van: Warre Borgmans, Kristin Arras en Aagje Dom Projectie: Jos Dom Decor: Tweelicht & Zoon Kostuums: Raissa Hans Techniek: Rudy Wagemans Grafiek: Jef Vingerhoets
Is onverdraagzaamheid iets van alle (leef) tijden? Wat drijft mensen tot waanzin? Is het waanzin?
Wat is waar? En wat is vals? En bestaat er dan geen tussenin? En geldt dat voor iedereen? U komt het luidkeels te weten.
I.
INHOUDSVRAGEN
1. Beschrijf het personage van Jeanne. Is ze gek volgens jou? Hoort ze echt stemmen in haar hoofd? En wie zijn dan die stemmen? Kan het dat je stemmen in je hoofd hoort?
2. Beschrijf het personage van de dauphin, Charles van Valois, later koning van Frankrijk. Evolueert hij?
3. Beschrijf het personage van Gilles de Rais? Evolueert hij? Is hij tegenstrijdig?
4. Kan je de voorgeschiedenis van Frankrijk navertellen? Surf op het internet naar Wikipedia – Jeanne D’Arc (makkelijk via google). Daar vind je de geschiedenis van de 100-jarige oorlog tussen Frankrijk en Engeland en de rol van Jeanne d’Arc hierin.
5. Kan je de privé geschiedenis van Jeanne navertellen? Welke erge dingen zijn er in haar leven al gebeurd? Een fragment:
Jeanne: De Engelsen branden ons dorp plat. Ze komen op ons af. Mijn papa …aan zijn eigen riek gespiest. Mijn mama … met de ploeg verscheurd. Mijn zus heeft mij in de kast verstopt. Daar is maar plaats voor één mens of wasmand. Zij staat voor de kast. Mijn lijfwacht. “Mijn lijf wacht”, brult de Engelsman. En toen heeft hij haar vast gegrepen.
Cathérine stribbelde tegen. Toen was ze dood.
6. VERKLAAR, zin voor zin. Wat leer je over Jeanne?
STEM VROUW
Ze is een beetje een bangerik, ons Jeanne. Als er geploegd wordt, bij ons op het veld, dan doet ze niet mee. Ze is bang voor de ploeg. Ploegen verscheuren alles tot een hoop. Een hoop rapen. Een hoop bieten. Een hoop… mensen… Ze heeft schrik voor de ploeg maar ook schrik om een ploeg te zijn. Ze is niet voor ploegwerk. Ze doet de dingen liever in haar eentje.
STEM MAN
Jeanne, lieve dochter, het is niet omdat ge in een groepke zit, dat ge niet meer iemand zou zijn. Dat ge opgeslokt zou worden door die ploeg. Altijd moet ze speciaal doen. Een buitenmeisje… een buitenbeentje.
7. VERKLAAR: Niet iedereen denkt hetzelfde. Niet iedereen ziet het hetzelfde. Zwaarden tof… zwaarden niet tof. Wat voor de een zwart is, is voor de ander wit.
Geef hier voorbeelden van, bijv. naar school gaan, wiskunde, worteltjespuree, oesters, voetballen, ballet, lezen…
Of kleuren… kunnen dezelfde zijn maar anders gezien, anders geschikt. Geef voorbeelden: vlaggen, voetbaltruitjes, boeketten bloemen,...
De Franse en de Engelse vlag: Rood – wit – blauw. Maar de vlakkenverdeling is anders.
Welke vlaggen ken je nog met deze drie kleuren maar anders geschikt? (VSA, Nederland…)
Een andere kijk op vlaggen is een andere kijk op het leven. Wat betekent deze laatste zin? Tegenstelling Fransen – Engelsen; VSA – Irak; België – Congo, …
8. Waarom wil Gilles de plaats van de dauphin innemen op de troon wanneer Jeanne gaat binnenkomen?
9. Beleefdheid: Jeanne wordt gevraagd de zogezegde dauphin (Gilles) een voetkus en een handkus te geven. Waarom? Welke uitingen van beleefdheid ken je nog? Deur openhouden voor een dame, jas aanreiken, iemand laten voorgaan, opstaan voor oudere mensen op de bus of tram, boertjes, windjes laten,... De mogelijkheid bestaat hier om op tafelmanieren in te gaan: mes en vork, servet, hoe op stoel zitten,...
10. Waarom vloekt Gilles voortdurend denk je? In het leger zijn enkel mannen en mannen onder mekaar durven vaak vloeken. Wat is Gilles’ vloek? Nom de dieu (in godsnaam).
Hoe reageert Jeanne? Ze wil dat hij ermee ophoudt. Doet hij het?
Nee, tot Jeanne levensgevaarlijk gewond raakt. Daarna vergeet hij het echter opnieuw.
11. Wat is Gilles’ grootste bezwaar dat Jeanne aan het hoofd van het leger zou komen te staan? Venten willen een vent met en ventenstem en ventenkleren en ventenmanieren. Welke oplossing heeft Jeanne hiervoor? Ze trekt mannenkleren aan en haar haar wordt geknipt.
12. Beschrijf de slag om Orléans.
De Fransen vinden geen gat in de Engelse defensie. De Franse driegen te verliezen en de Engelsen schelden Jeanne uit. Jeanne wordt levensgevaarlijk gewond door een pijl in haar borst. Maar ze overleeft en vuurt de Franse aan. Gilles springt voor Jeanne en wordt geraakt aan de arm maar hij vecht dapper verder. De Fransen beuken uiteindelijk de poort in en verslaan de Engelsen, met veel bloedvergieten. Jeanne treurt om zoveel lijken. De Engelsen hergroeperen zich bij Reims. Jeanne praat op hen in en zonder vechten vertrekken ze. Frankrijk wint!
Wat gebeurt er tussen Jeanne en Gilles voor ze naar de Dauphin terugkeren om de overwinning mee te delen? Gilles excuseert zich voor zijn ‘rot’ gedrag tegenover Jeanne. Hij kon niet geloven dat een ‘pubergriet’ Frankrijk naar de overwinning zou leiden. Jeanne aanvaardt zijn excuses en ze worden echt vrienden.
13. Op deze manier bestoefen Jeanne en Gillers de nieuwe koning: GILLES
Uw wil zal geschieden!
JEANNE
Uw gezicht kent geen groeven want uw hart kent geen grieven.
GILLES
Uw kin is fors en stoer als die van de dapperste ziel.
JEANNE
Uw lichaam torst niet maar vedert licht.
GILLES
Uw lichaam is het heelal waarin iedereen wil wonen.
JEANNE
En u woont zelf in uw hart, dat weet ik, dat voel ik. U is een hartbewoner.
GILLES
Toch zal u hard en strijdvaardig zijn. Dat weet ik.
JEANNE
Uw kus is de verzoening van de liefde met alle haat in de wereld.
Vind nog andere complimenten voor een koning of voor je klasgenoot of voor de juf/meester. (mag best grappig zijn)
14. Wat wil Jeanne doen op het kroningsfeest van de dauphin? Ze wil het leger om naar Parijs op te trekken. Parijs is nog in handen van de Engelsen.
Wat is de reactie van de dauphin? Hij wil het niet. Hij wil feest ter ere van hemzelf. Van hem mogen de Engelsen Parijs houden. Hij heeft de kroon. En dat is het voornaamste.
15. Hoe verloopt de slag om Parijs? De Franse verliezen omdat ze met veel te weinig zijn? Jeanne roept de hulp in van de Franse koning maar die weigert wegens te weinig geld om nog iets voor zichzelf te kopen: zijn schatkist is leeg.
16. Wat gebeurt er met Jeanne na afloop van de verloren strijd bij Parijs? Eerst maken zij en Gilles ruzie: volgens Gilles zijn er geen stemmen in haar hoofd. Gilles laat haar achter.
17. JEANNE
Gevaar van buiten is minder gevaarlijk dan gevaar van binnen.
Wat betekent deze zin?
Jeanne wil de stemmen in haar niet bedriegen. Liever niet geloofd worden en sterven dan als leugenaar te blijven leven.
18. Probeer het proces zo exact mogelijk te reconstrueren: Hierbij de tekst als leidraad en steun.
DAUPHIN
Jeanne D’Arc, , u bent gevangen genomen door de Engelsen bij Parijs. De Engelsen hebben u aan terug aan Frankrijk uitgeleverd opdat wij als rechtvaardige rechters uw vonnis zouden vellen. Dat is onze taak. Dat is onze plicht. Welnu, Jeanne D’Arc, als opperbevelhebber van het Franse leger beschuldig ik u van het volgende vergrijp. U heeft zich bezondigd aan oorlogsmisdaden van bloeddorst en wraak. U heeft hoofden afgehakt, evenals ledematen van de bovenkant en van de onderzijde. U vond plezier in uw zwaard. En dus… zo schuldig als iets. Zo dadelijk… proces.
DAUPHIN
Jeanne D’Arc, als opperrechter van het Franse gerecht beschuldig ik u van volgend vergrijp. U heeft zich opzettelijk voor iemand van het andere geslacht uitgegeven… un homme, ter misleiding van vriend, vijand en bovenal van god zijn almachtige vader. Een man is een man, een Jean is geen Jeanne.
Zoals een heilige ooit zei: de vrouw is de duivel, de steek van de wesp. Bovendien is uw keuze van haardracht afzichtelijk lelijk en esthetisch compleet onverantwoord. Zo schuldig als iets. Hebt u daar iets op te zeggen?
JEANNE
Ja.
DAUPHIN
Dat dacht ik al. Allez hup, en avant. Verdedig u tegenover de rechters van Frankrijk.
JEANNE
Rechters van Frankrijk, ik heb mij verkleed als man, niet om zo verder door het leven te gaan, maar om de mannen vertrouwen te geven dat ik één van hen was, zonder baard maar met het zwaard. Het zwaard van de gerechtigheid. Het zwaard zonder plezier. En dat is de waarheid.
DAUPHIN
Jeanne Dark, als opperhoofd – of hoe zegt men dat - van de Franse kerk, beschuldig ik u van volgend vergrijp. Wie denkt u au fond wel dat u bent? U beweert dat u stemmen in uw hoofd hoort?
JEANNE
Jawel.
GILLES
U geloofde haar toch ook, votre…
DAUPHIN
Tais-toi, soldat! Ik wil best geloven dat ze soort innerlijke stem hoort, maar als het volk gaat denken, door haar schuld, dat het de stem van god is…
JEANNE
En toch…
DAUPHIN
Wat zou god nu spreken tot een boeremieke, eerder dan tot de kerkvaders die kerken bouwen die hoog boven de boerenmens uitstijgen, tot bijna aan de hemel? Dus ik zeg nu: stemmen in uw hoofd!? Ha! De stem van god!? Ha! Ha! Ha! Jeanne, maagd van Orléans, u wordt beschuldigd van goddeloosheid en stemmenmakerij. Van ketterij en hekserij. Anders gezegd: u liegt!... Heks! Zo schuldig als iets. Hebt u daar iets op te zeggen?
JEANNE
Ja.
DAUPHIN
Dat dacht ik al. Allez hup, en avant. Verdedig u tegenover de kerkvaders van Frankrijk.
JEANNE
Kerkvaders van Frankrijk, ik hoor stemmen in mijn hoofd, ja. Maar het zijn zoete stemmen, die het goed voor hebben met u, in al uw hoedanigheden en vooral met Frankrijk, la douce France, cher pays de mon enfance, dat ons aller levensdoel is. En als het volk wil geloven dat ik de stem van god hoor, waarom zou ik hen dan moeten tegenspreken!? Kunnen stemmen niet spreken met de stem van god? God spreekt met iedereen, niet enkel met de kerkvaders, ook met boerenmeiskes… zeker als die kerkvaders niet luisteren!
DAUPHIN
Pardon!? Niet luisteren, wie zegt dat?
JEANNE
(neemt gas terug) Ik wil alleen maar zeggen… ik heb naar hen, naar de stemmen, geluisterd, niet uit koppigheid maar uit bereidwilligheid tegenover god en het vaderland.
Ik heb mij, nooit, op geen enkel tijdstip, verheven gevoeld boven wie dan ook. En dat is de waarheid.
DAUPHIN
En tenslotte, Jeanne D’Arc, als koning van het Franse volk, Charles Sept, Chareltje de Zevende, allons enfants de ma patrie, beschuldig ik u van volgend vergrijp. U denkt dat u een vedette is, een ster. Welnu, ik ben hier de vedette… niet u. U bent dus een dikke egoïst. Ikke ikke ikke en de rest kan stikken. Omwille van al deze dringende en dwingende redenen, Jeanne D’Arc, veroordeel ik u… HEKS – zoals dat bij heksen van de bovenste plank pleegt te gebeuren - tot de verdrinking met de molensteen… - Of nee, dit is geen verhaal van verdunnend en verzachtend water maar van verzengend vuur. Desgevallend veroordeel ik u, als hoofd van het Franse leger, de Franse kerk, het Franse gerecht en als koning van het Franse volk tot… de dood op de brandstapel. Het vuur is aan de lont. Laat de lucifers spreken…
19. Jeanne begrijpt niet waarom ze veroordeeld wordt en waarom de koning haar plots een heks noemt. Gilles geeft een verklaring. Welke? GILLES
Omdat hij niet anders kan. Als hij u zo, zonder meer, veroordeelt, dan komt het volk in opstand. Het volk steunt u. Nog altijd. Maar als hij hen kan laten geloven dat ge een heks zijt, en dat ge liegt want dat ge zogezegd stemmen in uw hoofd hoort, en bovendien zegt dat die stemmen eigenlijk de stem van god zijn, dan gelooft het volk u niet meer en
kan hij u zonder probleem op de brandstapel zetten. En dan is hij terug de ster van Frankrijk. GILLES
Voor wie hebt ge eigenlijk gevochten?
JEANNE
Voor Frankrijk natuurlijk!
GILLES
Of voor uzelf? Voor een standbeeld later?
JEANNE
Maar nee!
GILLES
Jeanne, wees eerlijk: “Wie MIJ liefheeft, volge mij.”
JEANNE
Ik bedoelde dat niet zo. Gij denkt toch niet dat ik lieg?
Wie heeft gelijk? Denk jij dat Jeanne voor zichzelf gevochten heeft, of voor Frankrijk of voor…?
Wat is het besluit van Gilles?
GILLES
Misschien. Misschien niet. Maar ’t is goed, Jeanne. Het is uw waarheid. Ieder heeft zijn verhaal, zijn waarheid, zijn visie op de dingen. Over het leven, over waarheid, over rechtvaardigheid. Over Jeanne D’Arc nog nodig hebben of niet.
Dat is de kern van het stuk: dat iedereen zijn kijk heeft op dingen. Probeer daar nog eens voorbeelden van te geven: bv. Beerschot – Antwerp. Club - Cercle, oranje is mooi of lelijk, frietjes zijn lekker of niet, naar de mis gaan moet of is stom…
20. Jeanne krijgt van de koning de kans om aan de brandstapel te ontsnappen. Welke? Ze moet toegeven dat ze gelogen heeft over de stemmen.
Doet ze het? Ze twijfelt maar doet het uiteindelijk toch niet. Want dit is haar waarheid.
II.
SPELOEFENINGEN
STATUS
Het toneelstuk Jeanne heeft veel te maken met status: wie is belangrijk en wie minder? Daarover gaan de volgende speloefeningen, die gemakkelijk in de klas na te spelen zijn.
1. OPWARMING De spelleider legt kort uit wat het kruis van Laban is:
hoog ↕ laag
eng ↔ breed
De spelers maken met hun lichaam achtereenvolgens, op aangeven van de spelleider, één van deze vier ‘posities’. De spelleider duidt op de verschillende mogelijkheden.
Voorbeeld:
‘hoog’ kan zijn: naar boven kijken, op je tippen staan, op een stoel staan,…
Uiteraard maak je meestal combinaties. De spelleider geeft ze aan:
eng en laag, eng en hoog,…
De spelers voeren uit.
2. INLEIDING
Ook tegenover ander personages gebruik je het kruis van Laban en voel je je hoog en breed, laag en eng,… Dat noemt men status. Status speelt altijd een rol wanneer twee mensen bij elkaar zijn. Iemand heeft altijd een hogere of lagere status dan de andere. Status kan met verschillende dingen te maken hebben:
Sociaal: wie staat hoog op de sociale ladder en wie lager? Leeftijd: in principe heeft de oudere generatie een hogere status dan de jongere. Economisch: wie meer centen heeft, heeft ook meer te vertellen.
Een typisch voorbeeld van status is de meester/knecht relatie. In de toneelliteratuur zijn de voorbeelden legio.
3. MEESTER > KNECHT
Per twee: één speelt meneer of mevrouw Van De Wiele en zit op een stoel. De ander, James of Georgette, staat ernaast en voert als knecht of meid nauwgezet de bevelen op van de meester(es). (Je kan ook de namen ‘dauphin’ tegenover Jeanne of Gilles gebruiken.) De meester(es) geeft voortdurend nieuwe bevelen die slaafs worden opgevolgd.
Voorbeeld:
“James/Georgette, waai me wat wind toe.” “Jawel, meneer/mevrouw Van De Wiele.” Speler twee haalt bijvoorbeeld een blad papier uit zijn/haar boekentas en gebruikt die als waaier.
Geef bij voorkeur bevelen die uitvoerbaar zijn binnen de speelruimte en niet: “James/Georgette, bak mij een chocoladetaart.” Mime is leuk maar weinig terzake doend in deze context. Na verloop van tijd worden op aangeven van de spelleider de rollen omgewisseld.
4. KNECHT > MEESTER
In de traditie van de Commedia dell’Arte en later ook in het werk van Molière worden de ‘rollen’ op toneel vaak omgedraaid en is de knecht de hogere in status omdat hij veel slimmer, gewiekster is en zijn meester in de luren legt… en misschien is Jeanne wel hoger in status dan de dauphin…
Elke speler kiest een nieuwe partner. De rollen blijven dezelfde maar de knecht/meid voert de opdracht niet uit.
Het is niet de bedoeling dat hij of zij zegt: “Nee, dat doe ik niet.” Het antwoord blijft steevast: “Jawel, meneer/mevrouw Van De Wiele.”, maar hij/zij saboteert de opdracht.
Voorbeeld:
“James/ Georgette, maak een afspraak bij mijn kapper voor morgen 10u.” “Jawel, meneer/mevrouw Van De Wiele.” De knecht/meid gaat even weg en komt terug met de mededeling: “Excuseer, meneer/mevrouw maar de kapper is met vakantie.”
Bedoeling is dus dat de knecht/meid zich ondergeschikt gedraagt maar niets tot uitvoering brengt van wat hem/haar is opgedragen. Enige vindingrijkheid en creativiteit is hier vereist. Na verloop van tijd worden op aangeven van de spelleider de rollen omgewisseld.
5. STATUSWISSEL
Je bent nu vertrouwd met het gegeven van status. De volgende spelopdracht wordt per drie uitgevoerd en draait rond status en statuswissel.
Voorafgaand: je kiest drie personages die zich qua status tot elkaar verhouden.
Voorbeeld: directeur – leerkracht – leerling grootmoeder – moeder – dochter directeur – bediende – poetsvrouw
…
Je bespreekt ook wat de situatie is waardoor een statuswissel plaatsvindt.
Voorbeeld:
De directeur van het bedrijf heeft een verhouding met zijn secretaresse. De poetsvrouw betrapt hen…
Voorbereidingstijd: 3 min.
Elke scène wordt geëvalueerd door de toeschouwers. Indien er nog tijd is, wordt de scène een tweede keer gespeeld met de feedback in het achterhoofd.
Samenstelling lesmap: Johan De Paepe Lay-out: Jos