BANGLADESH
Een scriptiepakket voor jongeren vanaf 10 jaar
COLOFON Auteur: Harry de Ridder Illustraties: Novib/Ton Vrijenhoek: titelblad, 12, 13a, 13b, 14b; World of the flags: 1, 2a; Carpress: 2b; KIT: 4, 8a; Michel Laurent/Gamma: 5, 6; Onderwijsmedia Instituut RUU/SDU: 7; Haskoning: 8b; Chris Steele Perkins: 9, 14a; Johannes Ode: 10; P. Lissac: l la; Coalitie voor Tapijten zonder Kinderarbeid: I lb; Campagne Stop Kinderarbeid: l lc; Ram Mohan: 15a, 15b, 15c, 15d, 16a, 16b, 16c, 16d, 17a, 17b, 17c, 17d: Frans Leroux: 19; Novib: 20a, 21, 22a, 22b, 23; Tineke Jansen: 20b; Floor Viveen: 24. Het verhaal van Faroek (pag. 4) is ontleend aan 'Wereldbeelden' van het KPC. Het interview met Poresh (pag. 12) en de interviews met Sahini en haar lerares (pag. 19) zijn ontleend aan 'Leven in Noapara' van het Koppelkomitee Renkum-Noapara. Het interview met Kaniz Fatema (pag. 12), met Ishak en Nasiruddin (pag. 14), met Jelil (pag. 20), met Shamsur (pag. 21) en met Falez Hasan Abad (pag. 23) zijn ontleend aan projectbeschrijvingen van Novib. 'Meena leert tellen' (pag. 15-17) is ontleend aan de gelijknamige brochure van Unicef Nederland. Het verhaal van de boer en 'zijn' pompoenen (pag. 20) is ontleend aan 'Bangladesh' in de landenreeks van Kit/Novib/NCOS. Bangladesh is te bestellen bij:
Centrum voor Mondiaal Onderwijs Postbus 9108 6500 HK Nijmegen tel. 024-3613074 e-mail:
[email protected]
COS Gelderland Prins Hendrikstraat 5 6521 AV Nijmegen tel. 024-3233018
Novib Regiokantoor Postbus 1619 6501 BP Nijmegen tel. 024-3241444
De prijs is ƒ 8,50 (losbladig) of ƒ 9,50 (in ringband) beide excl. porto. Bij dit pakket is een handleiding voor gebruik in de klas te bestellen à ƒ. 2.50. In Vlaanderen is het pakket te bestellen bij:
Vlaamse Scriptieservice Jules de Saint Genoisstraat 123 9050 Gentbrugge tel. 09-2105511 fax 09-2320219 e-mail:
[email protected] De prijs is 225 Bfr. (losbladig) of 250 Bfr. (in ringband) beide excl. BTW en excl. porto. Dit pakket is ook op Internet te vinden: http://www.cmo.nl/bangdesh/bangla.html Het pakket Bangladesh is mogelijk gemaakt door een subsidie van de Provinciale Staten van Gelderland. © Centrum voor Mondiaal Onderwijs/Provinciale Projectkoppeling Gelderland steunt Bangladesh, 1996
1. Bereid jezelf goed voor Kies een onderwerp dat je interesseert. Lees dan eerst dit pakket goed door. Ga daarna op zoek naar andere boeken over je onderwerp, of kijk in de encyclopedie. Encyclopedieën en boeken kun je vinden in de bibliotheek. Gebruik geen boeken die erg oud zijn. Als ze in de bibliotheek geen boeken over je onderwerp hebben, kun je een van de organisaties achterin dit pakket opbellen. Daar hebben ze in ieder geval meer informatie. Lees alles wat je verzameld hebt goed door. 2. Kies een geschikt onderwerp Bedenk waar je jouw werkstuk precies over wilt laten gaan: bij een land kun je bijvoorbeeld over de geschiedenis schrijven of een ander interessant onderdeel (bijvoorbeeld de mensenrechten in zo’n land). Kies geen uitgebreid onderwerp (bijvoorbeeld de hele Derde Wereld of ‘het milieu’) Bedenk daarna een goede titel voor jouw werkstuk en bedenk hoe je jouw werkstuk wilt indelen in hoofdstukken. 3. Zoek goede teksten en plaatjes Zoek bij alles waarover je wilt schrijven materiaal. Dat kunnen teksten zijn, maar ook foto's of tekeningen. Kijk of je genoeg weet om er zelf iets over te schrijven. Als dat niet zo is, kun je extra materiaal gaan zoeken of dit zelf maken (zoals tekeningen). Natuurlijk kun je ook gebruik maken van de foto’s en tekeningen uit het scriptiepakket. 4. Ga dan pas schrijven Als je dat allemaal gedaan hebt, begin je pas met schrijven. Denk daarbij aan het volgende: ! Schrijf geen zinnen over, maar probeer alles zoveel mogelijk in je eigen woorden op te schrijven. ! Gebruik nooit woorden die je niet kent. Als je moeilijke woorden tegenkomt, vraag dan aan je ouders of op school wat deze woorden betekenen, of zoek ze op in een woordenboek. ! Laat ruimte voor de plaatjes die je in jouw werkstuk wilt plakken. ! Schrijf niet alles achter elkaar. Als je iets over een nieuw onderwerp gaat schrijven, laat dan een regel open of verzin een kopje dat je erboven kunt zetten. ! Gebruik voorbeelden en vergelijkingen om iets duidelijk te maken. 5. Zorg dat je werkstuk er verzorgd uitziet Als je klaar bent met schrijven, en alle afbeeldingen hebt ingeplakt, maak je een voorkant bij je werkstuk. Op de voorkant moet in ieder geval de titel van je werkstuk staan en je naam. Probeer de voorkant zo leuk mogelijk te maken, door er foto's of tekeningen op te plakken, of door met kleuren te werken. Zorg er verder voor dat alle bladzijden goed aan elkaar vastzitten met een nietje of een touwtje.
1. Eerst uitschrijven Schrijf op wat je in je spreekbeurt aan de orde wilt stellen. Je kunt de hele tekst uitschrijven, maar dan moet je oppassen dat je spreekbeurt geen voorleesbeurt wordt. Je kunt ook alleen de belangrijkste woorden en begrippen opschrijven, die als geheugensteuntje tijdens je spreekbeurt dienen. 2. Oefenen Om te oefenen vertel je je verhaal hardop aan jezelf. Je kunt dit voor een spiegel doen. Ook kun je je verhaal aan je huisgenoten vertellen. Aan hun reactie kun je zien of je spreekbeurt goed is of niet en kun je je verhaal aanpassen. 3. Plaatjes Verlevendig je spreekbeurt met het laten zien van plaatjes in de klas. Hang ze eventueel op het bord op.
INHOUDSOPGAVE ALGEMEEN Gouden Bengalen Geografie Geschiedenis Het paradijs op aarde Brits-Indië Tweedeling 'Operatie Bengalen' Politiek Een bloedige burgeroorlog Onvrij in 'Vrij Bengalen' De tweede bevrijding van Bangladesh Water: beste vriend en grootste vijand in Nederland en Bangladesh Het nut van water Nederland waterland Bangladesh waterland De strijd tegen water Een van de armste landen ter wereld Kritiek op het Bruto Nationaal Product De Index Menselijke Ontwikkeling
pag. pag. pag. pag. pag. pag. pag. pag. pag. pag. pag. pag. pag. pag. pag. pag. pag. pag. pag.
KINDEREN Artikel 32: verbod op kinderarbeid Kinderslaven Het wetje van Van Houten Een vicieuze cirkel Het lachende tapijt Naar school of niet? Goed en goedkoop onderwijs Onderwijs aan meisjes De schooldag Een groot succes ! En daarna? Meena leert tellen Het Bengaals alfabet
pag. 10 pag. 10 pag. 11 pag. 11 pag. 11 pag. 12 pag. 12 pag. 13 pag. 13 pag. 14 pag. 14 pag. 15 pag. 18
VROUWEN Opkomen voor gelijke rechten Trouwen uit liefde of ... Drie deugden Veranderingen Sparen voor later Vrouwenspaargroepen
pag. 19 pag. 19 pag. 19 pag. 20 pag. 21 pag. 22
BRAC Een van de grootste ontwikkelingorganisaties ter wereld Gelderland steunt Bangladesh, een interview met Floor Viveen
pag. 23 pag. 24
Adressen Scriptieservice Mondiaal Onderwijs
pag. 26 pag. 27
1 2 3 3 4 4 4 5 5 5 6 7 7 7 8 8 9 9 9
GOUDEN BENGALEN Bangladesh haalt in Nederland alleen het nieuws bij de zoveelste overstroming. 'Een permanente ramp' noemen sommigen het land. Overbevolking, een corrupte regering en een bevolking die niet in staat is de problemen zelf aan te pakken. 'Hulp geven is zinloos', zeggen deze mensen in het Westen. Sonar Bangla, 'Gouden Bengalen', zeggen de bewoners van Bangladesh zelf. Ze ontlenen deze uitspraak aan een regel uit het volkslied: Amar sona Bangla, ami tomay bhalobashi: Mijn gouden Bengalen, ik hou van jou (Bengalen is een andere naam voor Bangladesh). Ze zien voor zichzelf een gouden toekomst omdat ze wonen in een land waar twaalf maanden per jaar aan landbouw kan worden gedaan. Een land waar drie rijstoogsten per jaar mogelijk zijn. Waar elk jaar dankzij de overstromingen een vruchtbaar laagje klei wordt afgezet. Een land met zoveel vissen dat de netten soms bijna te zwaar zijn om op te hijsen. Ze hebben het vaak moeilijk, dat geven de Bengalen -zoals de inwoners van Bangladesh heten- grif toe, maar ze beschikken over een enorme veerkracht. Na elke slechte oogst, na elke overstroming, na elke begrafenis van een hongerdode gaan ze weer aan de slag. Opnieuw beginnen. Hopen dat het dit jaar beter gaat. Wie heeft er gelijk? De westerlingen die alleen kijken naar de tegenslagen of de Bengalen die geloven in een betere toekomst? Oordeel zelf, na het lezen van dit informatiepakket. Sonar Bangla - Het gouden Bengalen Mijn gouden Bengalen, ik hou van jou. Je hemel, je lucht laten mijn hart zingen alsof het een fluit is. O moeder, in de lente maakt de geur van je mango-boomgaarden mij wild van vreugde. Wat een beleving, o moeder, in de herfst, in de bloeiende rijstvelden heb ik overal zoete glimlachen gezien. Wat een schoonheid, wat een nuances, wat een liefde, wat een genegenheid. Wat een deken heeft u gespreid aan de voet van de vijgenbomen langs de oevers van de rivier. O moeder, de woorden van uw lippen zijn nectar voor mijn oren. Wat een belevenis, moeder, wanneer verdriet een schaduw werpt over uw gezicht, zijn mijn ogen gevuld met tranen. Het volkslied van Bangladesh - een gedicht van de Bengaalse dichter Rabindranath Tagore
De vlag van Ghana Praja Tantri Bangladesh, de Volksrepubliek Bangladesh, bestaat uit een groen vlak met een rode cirkel in het midden. Het groen staat voor de vruchtbaarheid van het land en de islam. De rode schijf staat voor het bloed dat vergoten is in de vrijheidsstrijd.
1
Het wapen van Bangladesh bevat een waterlelie binnen een krans van rijsthalmen, een twijgje van jute en vier sterren. De sterren staan voor nationalisme, socialisme, democratie en vrijzinnigheid. Volgens Sheik Mujibur Rahman zijn dit de motieven van de Bengalen in hun streven naar onafhankelijkheid.
Geografie Bangladesh ligt in het Oosten van Azië. Aan drie kanten wordt het ingeklemd door India. In het noorden kijken de Bengalen tegen de Himalaya op. In het zuiden vormt de Bengaalse golf de grens. Bangladesh is een delta. Net als Nederland wordt het land doorkruist door rivieren. De twee belangrijkste rivieren zijn de Ganges en de Brahmaputra. Hoofdstad van Bangladesh is Dhaka, dat ook wel als Dacca wordt geschreven. In de hoofdstad wonen zes miljoen mensen. Andere grote steden zijn Chittagong (1,4 miljoen inwoners) en Khulna (650.000 inwoners). De meeste mensen wonen echter op het platteland en leven van de landbouw. Vooral de verbouw van jute is heel belangrijk (een jutetakje is daarom opgenomen in het wapen van Bangladesh). De vraag naar jute in het buitenland wordt echter steeds kleiner, waardoor er steeds minder wordt verkocht. Het land is vier keer zo groot als Nederland, maar heeft acht keer zoveel inwoners, zo'n 120 miljoen. Bangladesh is een dichtbevolkt land. Samen met Nederland staat het land in de top vijf van dichtbevolkte landen. Van Nederland zegt men al dat het zo dichtbevolkt is: 366 mensen per vierkante kilometer. In Bangladesh is dat meer dan twee keer zoveel: 800 mensen per km2. Het land is zo dichtbevolkt dat veel mensen op gevaarlijke plekken moeten wonen, bijvoorbeeld op plaatsen die bij een overstroming gemakkelijk onder water lopen. Helaas vernielen orkanen en grote overstromingen nog regelmatig huizen en gewassen, waarbij veel mensen verdrinken. Bangladesh probeert daar wat aan te doen met hulp van mensen uit het buitenland, ook uit Nederland, bijvoorbeeld door dijken aan te leggen (zie ook het hoofdstuk over water vanaf pagina 7).
2
GESCHIEDENIS De brahmanen zijn weinig geliefd. Zij dwingen de boeren veel belasting te betalen. Wie niet betaalt, wordt zwaar gestraft. Een boeddhistische dichter schrijft daarover in de veertiende eeuw: “Krijgen zij de belasting niet, dan steken zij een dorp in brand. Met tien of twintig tegelijk komen zij. Iedereen is bang voor hen.” Langzaamaan worden het boeddhisme en het hindoeïsme verdrongen door de islam. Dit geloof wordt meegebracht door veroveraars uit Iran en Afghanistan. In 1576 wordt Bangladesh zelfs ingelijfd bij het rijk van de islamitische sultan Akbar de Grote. Bangladesh is dan een provincie van het rijk der Groot-Mogols. In die tijd laten ook Europese landen hun oog vallen op de rijkdommen van Bangladesh. Witte peper, gember, lak, indigo, rijst, katoen, zijde en vooral de mousselines zijn wereldberoemd. Mousselines zijn ragfijne doeken van zijde. Een heel beroemde mousseline bevindt zich in het Nationale Museum in Dhaka. Het doek is tien meter lang en een meter breed. Het is zo fijn dat het door een ringetje gehaald kan worden en in een luciferdoosje past. De bijnamen van mousseline zijn 'stromend water' (op water is het doek onzichtbaar), 'ochtenddauw' (gelegen op grashalmen blijft het daaraan vastplakken) en 'geweven lucht' (als je het in de lucht gooit, blijft het zweven). Vanwege de vele rijkdommen -waar de Mogol- vorsten flink aan verdienen- noemen deze vorsten Bangladesh het paradijs op aarde. Lange tijd weten de Mogol-vorsten de Europeanen met succes buiten de deur te houden.
Het paradijs op aarde Over de vroegste geschiedenis van Bangladesh is weinig bekend. We weten niet veel meer dan de namen van de volken die er woonden: Kol, Sabara, Polinda, Hadi en Bang. Zo'n 2000 jaar voor Christus vestigen deze volken zich aan de oevers van de rivieren Ganges, Brahmaputra en Meghna. De Bang hebben een taal die sterk lijkt op de talen die nu nog in Zuid-India worden gesproken. Bangladesh is lange tijd een gewild doelwit voor veroveraars. Eerst vallen volken uit Tibet en Burma het land binnen. Rond 1400 voor Christus vallen Ariers uit Afghanistan binnen. Zij brengen het hindoeïsme met zich mee, dat lange tijd de belangrijkste godsdienst van het land is geweest. Deze godsdienst verdeelt mensen in kasten. Dat zijn streng van elkaar gescheiden standen. De hindoes van de hoogste kaste, de brahmanen, krijgen alle grond in handen. De kaste van de strijders, de kayasthas, helpt bij het bestuur. De boeren komen in lagere kasten terecht of worden zelfs kastenloos. Zij hebben geen eigen grond en moeten als landarbeiders voor de brahmaanse grootgrondbezitters werken. Wie eenmaal in een bepaalde kaste geboren is, komt daar nooit meer uit. Alleen mensen van dezelfde kaste trouwen met elkaar. Zo blijven de boeren arm. Uit protest ontstaat in de vijfde eeuw voor Christus het boeddhisme. Vanaf die tijd tot aan de dertiende eeuw regeren afwisselend hindoestaanse en boeddhistische vorsten over Bangladesh.
De Nederlanders pakken het slimmer aan. Zij proberen niet Bangladesh te veroveren, maar vestigen aan de monding van de Ganges een handelskantoor. De Verenigde Oostindische Compagnie (VOC) heeft op gegeven moment zelfs 750 zijdewevers in haar dienst. Later komt er ook een VOCkantoor in Dhaka. In deze Hollandse kantoren is het een vrijgevochten bende. Corruptie en zelfverrijking zijn aan de orde van de dag. Rond 1750, na de dood van sultan Aurangzeb, verliezen de Mogol-vorsten de macht over Bangladesh. 3
Brits-Indië Rond 1750 nemen de Britten de macht over. Zij gooien de andere koloniale machten -waaronder de Nederlanders- en de Mogol-machthebbers het land uit. India en Bengalen vormen nu een land, Brits -Indië genaamd. De Britten plunderen het land. Het Engelse woord voor plunderen to loot is rechtstreeks uit de Bengaalse taal overgenomen. Van het paradijs van de Groot-Mogols is al spoedig niets meer over. De East India Company maakt grote winsten met de uitvoer van textielproducten naar Brittanië. Maar de arbeidsomstandigheden zijn allerbelabberst.
handswerklieden raken werkloos. Ook scheepswerven, metaalwerkplaatsen, glas- en papierfabrieken sluiten de poorten. Ook op het platteland verandert er veel. Traditioneel verbouwen de boeren rijst voor verkoop en hun eigen gezin. De Britten dwingen de boeren indigoplanten te verbouwen. Indigo wordt gebruikt als kleurstof in Europa. De boeren houden te weinig akkers over voor rijstverbouw. De prijzen stijgen zo hard dat de arme boeren de rijst niet meer kunnen betalen. Ze komen in opstand, maar deze Indigo-opstand wordt neergeslagen. Tweedeling Pas na de Tweede Wereldoorlog trekken de Britten zich terug. Het gebied wordt in tweeën verdeeld volgens godsdienstige grenzen: India is voor de hindoes, Pakistan voor de moslims. Pakistan op zijn beurt is ook in tweeën gedeeld: Westen Oost-Pakistan. Beide delen liggen meer dan 1500 kilometer uit elkaar! De Oost-Pakistanen voelen zich achtergesteld bij de West-Pakistanen. Deze laatsten krijgen alle belangrijke banen. Als de regering van Pakistan de West-Pakistaanse taal Urdu voor heel Pakistan verplicht wil stellen, breken er rellen uit in Oost-Pakistan. Deze Taalbeweging krijgt haar zin: ook het Bengaals wordt een nationale taal. De onrust blijft echter bestaan.
Faroek kan zijn oren niet geloven. Hij weet dat zijn grootvader nooit leugens vertelt. "Waarom zou een wever zijn duimen er zomaar afsnijden? Dan kan hij immers nooit meer werken?", vraagt hij aan zijn opa. "Dat was ook precies de bedoeling; alles liever dan werken als slaaf om de buitenlanders er met de winst vandoor te zien gaan", zegt de oude man. "Konden ze niet gewoon staken of een ander beroep uitzoeken?", houdt Faroek aan. Weer schudt grootvader het hoofd. "Als ze wisten dat je wever was, moest je weven en anders was je je leven niet zeker. Er waren er al genoeg die een weigering met hun leven hadden moeten bekopen." Faroek weet niet wat hij hiervan moet denken, het is allemaal al zo lang geleden. Toch worden zulke verhalen nog steeds onder de Bengalen verteld. Faroek weet wel zeker dat er vroeger in Bangladesh veel geld te verdienen was. Zeker is ook dat de Europeanen niet terugschrokken voor geweld.
'Operatie Bengalen' In 1971 komt het tot een gewapend treffen tussen het (West-)Pakistaanse leger en Oost-Pakistaanse vrijheidsstrijders. Het leger doodt in 'Operatie Bengalen' meer dan een miljoen mensen, vooral burgers. Vijf miljoen mensen vluchten naar buurland India. De Indiase regering ziet dit met lede ogen aan en besluit in te grijpen. In twee weken is het pleit beslist. Oost-Pakistan wordt onafhankelijk. De nieuwe naam is Bangladesh.
Ten tijde van de Industriële Revolutie (eind 18e, begin l9e eeuw) komen de zaken anders te liggen. Verwerking van katoen en zijde gebeurt niet langer door mensenhanden in Brits-Indië, maar in fabrieken in Groot-Brittanië. Duizenden wevers en 4
POLITIEK Een bloedige burgeroorlog De aanleiding voor de oorlog tussen West- en Oost-Pakistan zijn de verkiezingen van 1970. De partij van Oost-Pakistani Sjeik Mujibur Rahman wordt de grootste partij van het land. Hij vraagt om zelfstandigheid voor Oost-Pakistan. De WestPakistaanse heersers voelen daar niets voor. Zij arresteren Rahman, steken het gebouw van een krant in brand die voor onafhankelijkheid pleit en richten op de universiteit van Dhaka een bloedbad aan. Naast docenten en studenten zijn ook politie-agenten het doelwit. Meer dan duizend agenten worden bij een overval op het hoofdbureau van politie in de hoofdstad gedood. Het Pakistaanse leger kamt de straten af op zoek naar intellectuelen en doodt meer dan een miljoen mensen. Vijf miljoen mensen laten alles achter en vluchten naar het buurland India. India, dat zelf met opstanden van arme boeren te kampen heeft, kan de zorg voor vijf miljoen berooide mensen niet erbij hebben en dreigt in te grijpen. De Pakistaanse generaals proberen hun Indiase collega's voor te zijn met aanvallen op Indiase militaire installaties en vliegvelden, maar het Indiase leger is veel beter getraind en heeft veel betere wapens. Op 16 december 1971 geeft het Pakistaanse leger zich over.
(slachtoffers van de hongernood worden opgevangen)
Binnen het leger groeit de onvrede. Als in 1975 jonge officieren de 'vader des vaderlands' vermoorden, zijn er nog weinig mensen die om hem treuren. Binnen een jaar zijn er drie staatsgrepen in Bangladesh. Bij de derde staatsgreep komt Ziaur Rahman aan de macht. Hij heft BAKSAL op en staat meer politieke partijen toe. Zelf richt hij de Bangladesh National Party op (BNP). Zia regeert als een echte dictator. Hij benoemt zichzelf tot staatshoofd, hoofd van het leger, regeringsleider en voorzitter van de BNP. Op alle hoge posten benoemt hij zijn eigen mannetjes. In 1979 haalt zijn partij een monsterzege door fraude bij de verkiezingen. Al met al maakt hij zichzelf weinig populair. In 1981 wordt Zia-ur Rahman bij een staatsgreep gedood. Hij wordt opgevolgd door weer een andere generaal: Hossain Muhammed Ershad. De ene dictator volgt de andere op. Ook Ershad richt een eigen politieke partij op -de Jatiya Party (JP)- die door fraude alle verkiezingen wint. Maar ook Ershad redt het niet. Na massale protesten tegen zijn bewind moet hij in december 1990 aftreden.
Onvrij in 'Vrij Bengalen' Bangladesh is bevrijd van (West-)Pakistaanse overheersing. De inwoners zijn echter nog steeds niet vrij. Mujibur Rahman, die de eretitel 'vader des vaderlands' kreeg, was een goede vrijheidsstrijder, maar blijkt een slecht regeringsleider te zijn. Onder zijn bewind wordt maar weinig voor de bevolking gedaan. Van de ontwikkelingsprogramma's die de regering op touw zet, profiteren niet de armen, voor wie de programma's bedoeld zijn, maar de rijkere groepen. Het land vervalt in een chaos. Banken worden geplunderd. Zesduizend politieke tegenstanders worden uit de weg geruimd. Rahman verbiedt alle andere politieke partijen. Alleen zijn eigen partij BAKSAL is nog toe-gestaan. In 1974 krijgt Bangladesh te maken met een hongersnood. De regering doet weinig voor de eigen bevolking. Het volk mort. Met steeds hardere hand worden de mensen onder de duim gehouden.
5
De tweede bevrijding van Bangladesh Na 15 jaar lang geregeerd te zijn door militaire dictators vinden in Bangadesh in 1991 voor het eerst vrije en eerlijke verkiezingen plaats. Maar liefst zeventig verschillende politieke partijen stellen kandidaten voor de driehonderd zetels in het parlement. De verkiezingscampagne verloopt zonder geweld. Volgens internationale waarnemers wordt er nauwelijks fraude gepleegd. De Bangladesh National Party komt als overwinnaar te voorschijn. Aan het hoofd van de BNP staat de weduwe van Zia-ur Rahman. Begum Khaleda Zia, in 1945 geboren als dochter van een koopman, wordt op dertienjarige leeftijd uitgehuwelijkt aan legerkapitein Rahman. Na de moord op haar man in 1981 neemt zij in 1984 de voorzittershamer van de BNP over. Zij zet zich in voor verhoging van de landbouwproductie en verbetering van de geboortenplanning, het onderwijs en de gezondheidszorg. Van de driehonderd zetels wint de BNP er 142. Naast de driehonderd rechtstreeks gekozen zetels zijn er dertig zetels gereserveerd voor vrouwen. Deze dertig vrouwelijke parlementariers worden gekozen door de driehonderd rechtststreeks gekozen parlementsleden. Van deze dertig zetels wint de BNP er 28. Met in totaal 170 van de 330 zetels beschikt de eerste vrouwelijke premier van Bangladesh over een meerderheid in het parlement.
(vrouwelijke aanhangers houden een portret van Begum Khaleda Zia omhoog)
twee partijen zich gedwongen zien hun studentenafdelingen op te heffen. Leden van de oppositie beschuldigen de regering van Khaleda Zia dat ze teveel toegeeft aan het Internationaal Monetair Fonds, de Wereldbank en andere donororganisaties. Deze willen dat Bangladesh flink bezuinigt op de staatsuitgaven. Daarnaast krijgt Khaleda Zia te maken met stakingen voor forse salarisverhogingen van de ambtenaren en later ook van de arbeiders in de jute-industrie en de wegenbouw. Regelmatig worden actieve leden van linkse politieke partijen slachtoffer van bomaanslagen die waarschijnlijk gepleegd worden door fanatieke islamieten die van Bangladesh een islamitische staat willen maken. Maar ook het aantal overvallen en berovingen neemt schrikbarend toe. Alleen al in de maand augustus 1992 worden 17.000 criminelen gevangen gezet. Het geweld, de criminaliteit en de chaos zijn onder het bewind van Begum Khaleda Zia sterk toegenomen. De vraag is of een andere regering het beter had kunnen doen.
De verkiezingen zijn de eerste stap op weg naar wat wel Bangladesh' tweede bevrijding wordt genoemd. Een tweede stap volgt in 1992. Dan ruilt het parlement het presidentiele stelsel in voor het parlementaire systeem. Dat wil zeggen dat niet meer de president alle macht in handen heeft, maar de volksvertegenwoordiging. Het zit Begum Khaleda Zia niet mee. Zes weken nadat ze premier is geworden, wordt het land getroffen door een verwoestende orkaan vergezeld van enorme vloedgolven. Meer dan honderdduizend mensen komen om het leven. Vee verdrinkt massaal. Tien miljoen mensen verliezen hun hele oogst of een deel ervan. De regering heeft haar zaakjes nog niet voldoende op orde om op de juiste wijze in te grijpen. Maar ook op andere terreinen loopt niet alles naar wens. Alle politieke partijen hebben eigen studentenafdelingen. Studenten van de BNP en van de grootste oppositiepartij bevechten elkaar op leven en dood. Het geweld loopt zo uit de hand dat de 6
WATER: BESTE VRIEND EN GROOTSTE VIJAND IN NEDERLAND EN BANGLADESH Het nut van water Water is een van de belangrijkste stoffen op aarde. Alle levensvormen op aarde zijn afhankelijk van water. De cellen waaruit elk organisme (planten, dieren en ook wijzelf) is opgebouwd, bestaan voor het overgrote deel uit water. Zo bestaat de mens voor meer dan tweederde uit water. Onmisbare voedingsstoffen worden in ons lichaamswater opgelost en naar de kleine cellen gebracht waaruit wij zijn opgebouwd. Ons lichaam heeft per dag anderhalve tot twee liter water nodig Zonder voedsel kan een mens het nog enige weken uithouden, maar zonder drinken hooguit een paar dagen. Kortom: zonder water geen leven.
Nederland waterland Dear Susan,
Amsterdam, 1996
Na een voorspoedige vlucht met de KLM ben ik nu in het natte en winderige Nederland aangekomen. Wat een wonderbaarlijk landje is dit. Want zelfs in mijn hotelkamer zit ik lager dan de zeespiegel! Mijn vriend Peter heeft het proberen uit te leggen. Het water van de zee en de rivieren staat hoger dan grote delen van het land. Maar door duinen en dijken die je overal ziet, wordt het tegengehouden! rn feite leven ze dus in een put. "Zijn jullie nou nooit eens bang?", vroeg ik Peter, maar dat vond hij een komische vraag. Die Nederlanders zijn trouwens genieën als je ziet wat ze met water kunnen doen. Met allerlei machines en molens houden ze de lage stukken land droog. Ze kunnen zelfs van water land maken. Nu snap ik pas het Franse spreekwoord: 'God schiep de hele wereld, behalve Holland, want dat hebben de Hollanders zelf gedaan!' Croetjes uit dit lage landje aan zee, Love Billy * * * ! Billy is een toerist die aan zijn vriendin in Amerika in een brief zijn verbazing over Nederland uitspreekt. Hij heeft gelijk. Zonder duinen en dijken zou een groot deel van Nederland onder water staan. Nijmegen en Arnhem, die nu meer dan 100 kilometer landinwaarts liggen, zouden ineens aan zee liggen. Alleen de hogere delen van Nederland (Overijssel, een deel van Gelderland, Brabant en Limburg) komen dan nog boven zeeniveau uit. Van oudsher strijden de Nederlanders al tegen het water. De eerste huizen worden op terpen (een soort vluchtheuvels) gebouwd. Vanaf 1000 na Christus worden tussen de terpen verbindingen gelegd: de eerste dijken! Sindsdien is Nederland bezig geweest om nieuw land op het water te winnen. Denk onder meer aan de Wieringermeerpolder, de Noordoost-polder en Flevoland. Met recht kan Nederland een waterland genoemd worden.
Ook voor wassen, schoonmaken en koken worden grote hoeveelheden water gebruikt. In Nederland worden steeds meer machines gebruikt die veel water verbruiken zoals wasmachines, afwasmachines en tuinsproeiers. De mensen in Nederland gebruiken meer dan 125 liter water per persoon per dag. In Bangladesh daarentegen is dit maar 12 liter per persoon per dag...
7
Bangladesh waterland Ook Bangladesh is een echt waterland. Het laagland wordt doorsneden door tientallen rivieren. Te zamen vormen de vele rivieren van Bangladesh een efficient transportsysteem. Het land heeft tien grote binnenlandse havens en meer dan 1400 veerponten. Vervoer over water is verreweg het goedkoopst. De drukbevaren rivieren zijn tegelijkertijd grote obstakels voor het verkeer over de weg of per spoor. In de natte moessontijd treden de rivieren buiten hun oevers. Een moesson is een wind die in de zomer van zee naar land waait en in de winter van land naar zee. Gedurende zo'n 'moessonperiode' blijft de wind uit dezelfde richting waaien. Voor Bangladesh betekent dit dat gedurende enkele maanden per jaar in de 'natte moessontijd' maar liefst eenderde van het land onder water staat Wegen en bruggen zijn dan onbegaanbaar.
De strijd tegen water Wie in Nederland over de watersnoodramp praat, heeft het over de doorbraak van de dijken in Zeeland in 1953. Bijna heel Zeeland kwam onder water te staan. 1850 mensen kwamen om in het water, duizenden anderen verloren alles wat ze hadden. Om herhaling te voorkomen heeft Nederland miljarden guldens gestoken in de aanleg van de Deltawerken. In Bangladesh hebben ze niet een, maar vele watersnoodrampen meegemaakt. Vele jaren lang zwiepen tropische wervelstormen het zeewater ver het land op en raken mensen huis en haard kwijt door zware overstromingen. In 1991 spoelen golven van zes meter hoog over de kust en de eilanden, opgejaagd door windvlagen van 235 km per uur. Zo'n 138 duizend mensen komen om. De inwoners van Bangladesh proberen zich op verschillende manieren te beschermen tegen het water. Ze proberen hun bezittingen te beschermen door hun woningen op terpen te bouwen. Langs de kust zijn tot vijftig kilometer landinwaarts enorme betonnen schuilhutten gebouwd. In tegenstelling tot Nederland heeft Bangladesh niet het geld om helemaal alleen grote dijken aan te leggen. Het land trijgt daarbij steun uit het buitenland, van ontwikkelingsorganisaties als Novib en van bedrijven. Het Nijmeegse bedrijf Haskoning bijvoorbeeld heeft voor Bangladesh al tientallen dijken ontworpen. Machines zijn peperduur in Bangladesh, arbeidskrachten niet. Via een 'werk voor voedsel'-programma worden duizenden Bengalen ingezet bij de aanleg van dijken die een ramp als in 1991 moeten voorkomen.
(een ver buiten zijn oevers getreden rivier; de voetbrug geeft d e normale breed te van de rivier aan)
In de regentijd stroomt al het rivierwater zo ver de Golf van Bengalen in, dat de grens tussen het zoete rivier- en het zoute zeewater tientallen kilometers naar het zuiden opschuift. De delta is gewoonweg niet te temmen. Jaarlijks krijgt Bangladesh 1400 miljard m3 water te verwerken. Dat is genoeg om al het land met een laag water van tien meter dik te bedekken. Toch zijn de Bengalen blij met het water. Al duizenden jaren kunnen de boeren dankzij het vruchtbare slib dat met het water op hun gronden terechtkomt rijst verbouwen zonder dat de grond uitput. Iedere inwoner van Bangladesh weet het: water is je grootste vijand, maar ook je beste vriend.
Bengalen aan het werk bij de aanleg van dijken
8
EEN VAN DE ARMSTE LANDEN TER WERELD Jarenlang was Bangladesh het armste land ter wereld. Dat wordt bepaald door het Bruto Nationaal Product (BNP) te delen door het aantal inwoners van een land. Het BNP is de waarde van de totale productie aan goederen en diensten van een land. Zeg maar, alles wat in een land verdiend wordt. Het duurt altijd enige jaren om dat voor alle landen ter wereld uit te rekenen, waardoor de meest recente cijfers altijd enkele jaren oud zijn. In 1996 zijn de cijfers van 1993 bekend. In Nederland verdient iedere inwoner gemiddeld 20.950 dollar per jaar. Dat is in guldens 35.615. In Bangladesh is dat niet meer dan 220 dollar, oftewel f 375,-. Dat is net iets meer dan t 1,- per dag. Bedenk wel dat niet niet zoveel zegt over de welvaart in een land. Als je een gulden per dag verdient en een maaltijd kost een cent, dan valt de armoede mee. Helaas is het leven in Bangladesh een stuk duurder en kost een maaltijd veel meer dan een cent. lat’ de Index Menselijke Ontwikkeling (IMO). Daarmee maakt de VN een hitlijst waarop het welzijn van de bevolking is af te lezen. Hoe hoger een land op deze hitlijst scoort, hoe beter het met een land gaat. Hoe zit deze meetlat in elkaar? Drie dingen worden gemeten: * hoeveel verdient de bevolking gemiddeld ? * hoe oud worden de mensen gemiddeld ? * hoeveel mensen hebben leren lezen en schrijven ?
Kritiek op het Bruto Nationaal Product Er is wat vreemds aan de hand met het BNP. Groeit het BNP, dan groeit ook de welvaart zeggen veel economen. Maar economische groei wil niet altijd zeggen dat het beter gaat met een land. Neem een overstroming. Het klinkt gek, maar een overstroming draagt bij aan het BNP. Immers, er is schade die hersteld moet worden, bijvoorbeeld aan huizen en bruggen. Zelfs als er gewonden vallen is dat 'goed voor de economie'. De artsen die gewonden helpen verdienen eraan, mensen moeten medicijnen kopen, waar de geneesmiddelenfabrikant en de apotheker weer aan verdienen. Als je zo redeneert moeten er veel overstromingen plaatsvinden, met veel schade en slachtoffers. Een tweede kritiekpunt gaat over de verdeling van de groei. Het BNP kan groeien, maar dat wil niet zeggen dat iedere inwoner van een land ook meer gaat verdienen. De laatste jaren wordt de kloof tussen arm en rijk steeds groter. In de Derde Wereld, waar 80% van alle aardbewoners woont, wordt maar 22% van het wereldinkomen verdiend. Maar ook binnen landen zijn de inkomens scheef verdeeld. In Nederland verdienen de rijken gemiddeld 9 keer zoveel als de armen. In verschillende landen verdienen de rijke mensen wel 30 keer meer dan de armsten. Zo ook in Guatemala, Panama, Brazilie en ... Bangladesh. Dus zelfs als het BNP stijgt, wil dit nog niet zeggen dat de armen in Bangladesh van de economische groei profiteren.
Uit de ranglijst blijkt dat de productie van een land en het welzijn van de inwoners niet altijd gelijk opgaan. Neem Koeweit. Dit olieland behoort tot de tien rijkste landen van de wereld. Maar op de IMO zakt het naar de 51e plaats. Bangladesh maakt een omgekeerde beweging. Op de BNP-lijst staat Bangladesh 165e. Op de IMO stijgt het land naar de 143e plaats.
Een medisch team aan het werk
De Index Menselijke Ontwikkeling Omdat het BNP weinig zegt over hoe welvarend de inwoners van een land zijn, heeft de Verenigde Naties een nieuwe rekenmethode bedacht. Daarbij kijkt de VN naar de ontwikkeling van inwoners in plaats van productie. De VN noemt deze ‘meet-
Dat komt onder meer doordat Bangladesh redelijk veel geld uittrekt voor sociale voorzieningen als gezondheidszorg, hygiene en voor beperking van bevolkingsgroei. Ook het feit dat vrouwen steeds meer gelijke rechten krijgen, draagt aan de IMO bij. 9
ARTIKEL 32: KINDERARBEID IS VERBODEN Is het vandaag jouw beurt? Of hoef jij thuis niet te helpen met de afwas? Bijna ieder kind in Nederland moet thuis wel eens meehelpen, boodschappen doen of in de tuin werken. Ook zijn er veel jongeren die een krantenwijk hebben, bij de supermarkt vakken vullen of een ander baantje hebben. Ze sparen voor een brommer, omdat ze op vakantie willen of gewoon omdat ze wat extra zakgeld willen hebben. Dat geld hoeven ze thuis niet af te geven en ze blijven niet weg van school om te kunnen werken. Want ook al zou je dat willen, in Nederland is dat wettelijk verboden. Nederland is een van die landen die namelijk het Verdrag inzake de Rechten van het Kind hebben ondertekend. Artikel 4 van dit verdrag verplicht regeringen ertoe wetten te maken die uitgaan van dit verdrag. In het verdrag vind je allerlei rechten die het leven van kinderen en jongeren moeten veraangenamen. Zo hebben volgens het verdrag alle kinderen die ziek zijn recht op hulp. Je hebt ook recht op een dak boven je hoofd en is het verboden kinderen te ontvoeren, verkopen of verhandelen. En volgens artikel 32 van dit verdrag is kinderarbeid verboden.
Kinderslaven In de Derde Wereld, ook in Bangladesh, zijn er veel kinderen die de hele dag hard werken. Ze helpen in het huishouden bijvoorbeeld. Ze passen op kleine kinderen, zorgen voor dieren en halen water. Of ze helpen mee op het land. Maar kinderen werken ook voor geld. Ze verkopen kranten op straat of poetsen schoenen. Daarnaast zijn er kinderen die in fabrieken werken. InBangladesh, Nepal, India en Pakistan werken honderdduizenden kinderen in fabrieken waar tapijten worden
geknoopt. Tapijten die onder veel meer in Nederlandse huizen op de vloer liggen. De kinderen maken lange dagen voor weinig geld, soms werken ze 12 uur of langer per dag. De omstandigheden waarin ze moeten werken zijn erbarmelijk. De ruimtes zijn donker en komt weinig frisse lucht binnen. Ze eten, werken en slapen in dezelfde bedompte, overvolle ruimte. Ramen en deuren zijn gesloten om te voorkomen dat de kinderen ontsnappen. 10
Het wetje van Van Houten Eind 19e eeuw werkten er veel kinderen in Nederland in de textielindustrie, glasblazerijen, schoenfabrieken, touwslagerijen en de tabaks- en klei-industrie. Lange werktijden, slechte werkplaatsen, onveiligheid en lage lonen waren aan de orde van de dag. Van Houten, een liberaal kamerlid, zorgde er in 1873 voor dat er een wet kwam tegen arbeid door kinderen jonger dan 12 jaar, het beroemde Kinderwetje van Van Houten. Sindsdien controleert de Arbeidsinspectie of er ergens kinderen werken of niet, al is de leeftijdgrens opgeschoven tot 15 jaar (voor parttime werk naast school).
Trouwens de wetten in Bangladesh geven de kinderen weinig houvast. Kinderen moeten tot hun 14e verplicht naar school, maar mogen als ze van school komen niet voor hun 14e gaan werken. Kennelijk verwacht de regering van Bangladesh dat deze kinderen vier jaar lang duimen gaan zitten draaien. Kinderen van 14 jaar en ouder mogen volgens de wet tussen 7 uur 's ochtends en 7 uur 's avonds maximaal 5 uur per dag werken. Maar zoals gezegd zijn werkdagen van 12 tot 17 uur geen uitzondering. Volgens de Verenigde Naties werkt in Bangladesh ongeveer eenderde van de kinderen onder de 18 jaar, dat zijn er zo'n 15 miljoen.
Een vicieuze cirkel Ook in Bangladesh zijn discussies gaande over kinderarbeid. Anders dan in Nederland vroeger komt kinderarbeid in Bangladesh nog vooral op het platteland voor. De belangrijkste reden voor kinderarbeid is de armoede. De ouders kunnen niet genoeg verdienen om het gezin te onderhouden en kinderen worden ingeschakeld om het gezinsinkomen te vergroten. Maar voor ieder kind dat werkt, is er een volwassene werkloos. Fabriekseigenaren nemen maar al te graag kinderen aan. Ze werken hard, zijn handig, klagen niet zo snel en ... zijn goedkoper dan een volwassene. Er zijn wel wetten in Bangladesh die de kinderen moeten beschermen, maar er is nog veel te weinig controle, dus voor de wet hoeven de fabriekseigenaren niet bang te ziin.
Het lachende tapijt
Sinds kort kunnen de Nederlandse en Duitse kopers 'kindvriendelijke' tapijten kopen. Ze zijn te herkennen aan het zogenaamde Rugrnark-logo: een beeldmerkje op de achterkant waarop een lachend tapijtje te zien is. Het logo garandeert dat aan de fabricage geen kinderhanden te pas zijn gekomen en dat in de tapijtfabrieken het wettelijk minimumloon wordt betaald. Deelnemers verplichten zich 1% van de waarde van de tapijten in een speciaal fonds te storten. Dat fonds wordt door Unicef, het kinderfonds van de Verenigde Naties, beheerd. Met behulp van dat geld wordt ex-slaafjes een betere toekomst geboden, bijvoorbeeld door het volgen van onderwijs. In Nederland voeren diverse instellingen campagne tegen kinderarbeid. waaronder Novib. Trots toont deze jongen zijn weekloon. Hij kan er net een brood van kopen.
. Het logo van de campagne “Stop kinderarbeid”
11
NAAR SCHOOL OF NIET? De regering van Bangladesh trekt niet zoveel geld uit voor onderwijs, maar 2% van de begroting gaat naar onderwijs (in Nederland is dat 18%). Van het weinige geld profiteert niet iedereen in Bangladesh in gelijke mate. Zo'n 70% van het geld voor onderwijs gaat naar de steden, terwijl 80% van de bevolking op het platteland woont. De onderwijzers komen uit de stad en werken liever niet voor een gering salaris op het platteland. Veel onderwijzers op plattelandsscholen zijn daardoor slecht gemotiveerd en blijven soms gewoon weg. In 1992 is de leerplicht ingevoerd en is bepaald dat het basisonderwijs gratis is. Desondanks gaan maar tweederde van de jongens en de helft van de meisjes naar school. Soms kunnen ze niet naar school omdat de familie het verplichte schooluniform en het lesmateriaal niet kan betalen, vaak mogen ze van de ouders niet omdat ze thuis of op het land mee moeten helpen. Onderwijs aan meisjes vinden veel ouders niet nodig omdat ze later toch op jonge leeftijd gaan trouwen en voor het gezin moeten zorgen. Daar komt bij dat de islam strenge regels kent voor meisjes in de huwbare leeftijd. Deze meisjes mogen bijvoorbeeld niet met mannen die geen familie zijn in een ruimte verblijven. Dat geeft op school veel problemen omdat vier van de vijf onderwijzers op staatsscholen man is. Leerlingen die wel naar school gaan, haken vaak voortijdig af omdat ze er weinig leren. Poresh, een Bengaalse jongen, haakte ook af. Hij vertelt daarover: "Ik herinner me nog het eindeloos repeteren van het Bengaalse alfabet. De hele klas dreunde het alfabet op: ‘ko, kho, go, gho, ngo ... tsjo, tso, zo, zho, njo’ enzovoorts. Alles moest je uit je hoofd leren, rijtjes namen van belangrijke mensen, de tafels van vermenigvuldiging, maar er werd niet gekeken of je wel snapte wat je leerde." De leerstof werd maar een keer uitgelegd. Geen herhaling, ook niet als de leerlingen het niet begrijpen. Met 60 leerlingen in de klas kan de leerkracht dat ook niet in de gaten houden. De voorbeelden in de boekjes spraken Poresh ook niet aan. Altijd ging het over de situatie in de steden, zaken die plattelandskinderen niets zeggen. De meeste kinderen komen ook niet verder dan enkele klassen lagere school. Goed en goedkoop onderwijs Kaniz Fatema is een Bengaalse vrouw. Ze ging in 1981 bij BRAC werken (zie ook pagina 23). In die tijd hield BRAC zich vooral bezig met hulp en voorlichting aan landloze boeren, onder meer door alfabetiseringscursussen. Kaniz was met die situatie niet gelukkig: "Ik vroeg me af waarom de kinderen werden vergeten. Waarom zou je wachten met mensen iets leren totdat ze volwassen zijn? Tenslotte zijn zij de toekomst van het land. Als ze geen onderwijs krijgen, weet je zeker dat ze even arm zullen zijn als hun ouders.” Kaniz start in 1984 een speciaal onderwijsprogramma voor plattelandskinderen, de zogenoemde BRAC- scholen. Een belangrijk uitgangspunt is dat ouders betrokken zijn bij het onderwijs voor hun kinderen. Daarom worden de scholen alleen opgestart als de ouders hierom vragen. Alle ouders komen maandelijks bij elkaar en twee van hen hebben zitting in het schoolbestuur. Alles is op deze scholen anders. Het onderwijs is gratis. Naast boeken krijgt iedere leerling een lei met griffel, schriften, een pen, een gum en een lineaal. De meeste scholen van BRAC zijn klein en eenvoudig. Vaak zijn ze
gebouwd door de ouders van de leerlingen. De muren zijn van bamboe of klei en de daken van stro of golfplaat.
De scholen mogen eenvoudig van opzet zijn, het onderwijs dat gegeven wordt is van hoge kwaliteit. De leerkrachten -bijna allemaal vrouwen- komen uit het dorp zelf en hebben minimaal het lager onderwijs afgerond. Iedere maand krijgen ze van BRAC bijscholing. Ze ontmoeten regelmatig collega's om problemen en oplossingen met elkaar te bespreken. Elk schooljaar krijgen de docenten een zesdaagse opfriscursus. 12
Onderwijs aan meisjes BRAC kent twee soorten scholen: 1. Non-Formal Primary Education (NFPE) driejarig basisonderwijs voor kinderen van 8-10 jaar; 2. Primary Education for Older Children (PEOC) tweejarig basisonderwijs voor kinderen van 11-14 jaar die niet eerder naar school konden. Per school worden maximaal 30 kinderen toegelaten. Zijn er meer dan 30 kinderen in een dorp die naar school willen, dan wordt er gewoon een nieuwe school naast gebouwd.
BRAC vindt het belangrijk dat ook meisjes naar school gaan. In Bangladesh zijn vrouwen verantwoordelijk voor de opvoeding van kinderen en voor voeding en hygiene in het gezin. Onderzoek heeft aangetoond dat vrouwen die een paar jaar onderwijs hebben gehad, later als eersten nieuwe ideeen oppikken uit voorlichting over voeding, gezinsplanning en hygiene. Bovendien kunnen deze vrouwen later makkelijker activiteiten opzetten waarmee ze voor zichzelf en voor hun gezin geld verdienen. Op BRAC-scholen zijn dan ook zeven van de tien leerlingen meisjes.
De kinderen zijn 'maar' tweeëneenhalf uur op school. Zo hebben ze voldoende tijd om hun ouders in huis of op het land te helpen en houden ze nog tijd over voor het maken van huiswerk. Elke schooldag begint met een half uur lezen. De leerlingen krijgen les in drie hoofdvakken: 1. lezen en schrijven 2. rekenen 3. 'sociale vaardigheden'.
De schooldag Op BRAC-scholen wordt 270 dagen per jaar les gegeven gedurende 2l/2 uur per dag. Dat staat vast. Maar de ouders beslissen over de tijden waarop lessen worden gegeven. Het liefst geven de docenten 's ochtends les, wanneer de kinderen nog niet moe zijn en goed kunnen leren. Maar soms zijn de lessen 's avonds, als het werk op het land voorbij is. En in de oogsttijd worden er minder lessen gegeven zodat de kinderen kunnen meehelpen zonder daarvoor de school te hoeven laten schieten.
Elk onderdeel duurt een half uur. Tijdens het vak sociale vaardigheden komen onderwerpen aan bod als gezondheid, voeding, hygiene, eerste hulp, de natuurlijke omgeving, het land en de wereld. Deze lessen worden vooral in de vorm van discussies en rollenspellen gegeven. Tijdens rekenen leren de kinderen nuttige zaken voor later: boekhouden, kosten en opbrengsten berekenen en met geld omgaan. Alle vakken zijn aangepast aan het leven op het platteland. De schrijfoefeningen bijvoorbeeld gaan over de verzorging van vee. Ook de leesboeken zijn aangepast aan de eigen omgeving van de kinderen.
13
Een groot succes! De BRAC-scholen zijn een groot succes. Dat kun je onder meer zien aan het aantal scholen. In 1984 waren er nog maar 22 BRAC-scholen in heel Bangladesh. In 1990 waren dat er al meer dan 3.800. In 1996 zijn er al meer dan 36.000 van dergelijke scholen! Ontwikkelingsorganisaties uit andere derdewereldlanden komen nu bij BRAC kijken of zij ook een dergelijk systeem kunnen opzetten. En daarna? Wat gebeurt er met kinderen als zij de BRACschool hebben doorlopen? Om de leesvaardigheid vast te kunnen houden heeft BRAC meer dan 2000 dorpsbibliotheekjes opgezet voor haar exleerlingen. Het grootste compliment voor BRAC is wel dat 95% van de leerlingen na het BRAC-onderwijs overstapt naar een staatsschool om daar verdere lessen te volgen en door te stromen naar het voortgezet onderwijs. Zo ook Ishak en Nasiruddin: "Wij schrokken wel toen we de eerste keer de klas binnenkwamen. De leraar droeg een stok bij zich! Maar na een tijdje ontdekten wij gelukkig dat het maar een aanwijsstok was. Wij hadden tijd nodig om te wennen aan de andere manier van werken. De leraren hier keken het huiswerk niet na. Dat viel ons tegen. Verder kregen we altijd op vaste tijden een proetwerk, ongeacht hoe ver we waren met de lesstof. Ook zaten er veel te veel leerlingen in een klas. Hierdoor was het rumoerig en kon je de stem van de leraar soms nauwelijks verstaan. Op onze aanwezigheid werd verder niet zo gelet. Het maakte een leraar niet zoveel uit als een leerling niet naar school kwam. Op de BRAC-school waren wij wel anders gewend!"
In de BRAC-boeken komt het water niet uit een kraan, maar staan de mensen in de rij voor een waterpomp. De leerlingen lezen dat je een lemen vloer dagelijks moet vegen. Ze hebben immers allemaal een lemen vloer en geen tegelvloer die je moet stofzuigen. Bovendien bevatten de boeken veel plaatjes met situaties op het platteland. Tussen ieder vak is altijd een ontspannende pauze. Dan gaan de kinderen zingen, dansen, tekenen of spelletjes doen. Dingen waar ze thuis geen tijd voor hebben, maar die ze erg leuk vinden. Tussen de lessen door wordt ook gymnastiek gegeven.
Wat heeft BRAC voor hen betekend? Ishak heeft dankzij de lessen van BRAC werk gevonden: "Onze familieleden willen nu van ons weten wat wij van iets vinden. Belangrijke mensen mijden ons niet langer, omdat we een opleiding hebben genoten. Alleen verwatert het contact met vroegere vrienden jammer genoeg; onze interesses gaan wat uit elkaar lopen. Onze jongere broertjes en zusjes worden aangemoedigd door ons succes. Het is prettig dat wij ze kunnen helpen met hun huiswerk. En dank zij de opleiding kan ik alle berekeningen voor de steenbakkerij waar ik werk helemaal zelf uitvoeren!"
Dat is belangrijk voor hun lichamelijke ontwikkeling. Onder andere door alle leuke activiteiten tussen de lessen, gaan de meeste kinderen graag naar school. Maar 1 tot 2% haakt voortijdig af. 14
Meena leert tellen Je hebt eerder al kunnen lezen dat veel ouders in Bangladesh hun dochters niet naar school willen sturen. Unicef, het kinderfonds van de Verenigde Naties, heeft films en boeken gemaakt om ouders te wijzen op het belang van onderwijs voor meisjes. Hoofdpersoon daarin is Meena. Meena is heel bekend en razend populair in Bangladesh. Duizenden boekjes over Meena zijn in het Bangla verspreid en ook komt Meena op radio en televisie. Van de tekenfilm Meena leert tellen is een boekje gemaakt dat ook in het Nederlands is vertaald. Mithoe, de papegaai van Meena treedt in de film en het boekje op als verteller. Dit is Mithoe, de papegaai van Meena. Mithoe en Meena wonen in Bangladesh, een prachtig vlak land met veel bloemen en palmbomen. Luister naar het verhaal van Mithoe over Meena die zo graag naar school zou gaan: Op een dag loopt Meena samen met haar papegaai Mithoe door het dorp naar huis. Als ze langs de school komt, blijft ze stil staan en kijkt nieuwsgierig door het raam. Meena's broertje Radjoe zit samen met de andere kinderen in de klas. “Jongens en meisjes, ik ga jullie een verhaal vertellen”, zegt de lerares. Terwijl Meena stiekem meeluistert naar het verhaal, droomt ze dat ze ook naar school kan, net als haar broertje. Op weg naar huis doet Meena net alsof ze de juffrouw is. Ze leert Mithoe hoe hij zijn naam moet zeggen. “Zeg me na: Ik... ben... Mithoe.” “Ik ben...Mithoe.” ‘s Middags komt Radjoe uit school, trots op wat hij heeft geleerd. Meena kijkt somber voor zich uit. “En... wat heb je vandaag geleerd?”, zegt vader tegen Radjoe. “Ik kan mijn naam schrijven!” Meena verlangt ernaar ook naar school te kunnen. Het antwoord van haar vader weet ze eigenlijk al. “Vader ik wil ook zo graag naar school!” “Nee Meena, je moeder heeft je nodig voor het werk in huis.” Radjoe wil ook graag dat Meena met hem mee naar school gaat, “Maar vader, alstublieft, mag ze met mij mee?” Meena zegt ook tegen haar moeder dat ze naar school wil, maar haar moeder begrijpt het niet goed. “Ik wil leren lezen en schrijven.” “Maar waarvoor dan Meena?” Als ze wegloopt om water te halen, begint Meena te huilen. Haar vader en moeder maken zich toch wel zorgen. Die nacht kijkt Meena verdrietig uit het raam, waar ze in de verte het schoolgebouwtje kan zien. Als ze slaapt, heeft ze een grappige droom. In die droom is Mithoe de meester in de klas. De volgende ochtend kijkt Meena treurig toe terwijl Radjoe met de andere kinderen naar school gaat. “Tot vanmiddag Radjoe”, zegt ze. Plotseling heeft Meena een fantastisch idee. Ze zegt tegen Mithoe dat hij naar school moet gaan. “Leer uit je hoofd wat de juffrouw zegt en vertel het aan mij.” Als Mithoe bij de school aankomt, zijn de kinderen met rekenen bezig. “l x 2 = 2; 2 x 2 = 4; 3 x 2 = 6.” 15
Wanneer de juffrouw een vraag stelt, geeft Mitloe het goede antwoord. “Wat is drie keer twee?” “ZES!” Alle kinderen lachen. Na de les vliegt Mithoe terug naar huis. Mithoe leert Meena wat hij gehoord heeft op school. “1 x 2 = 2; 2 x 2 = 4; 3 x 2 = 6.”
Meena probeert de kippen op het erf te tellen... “1 x 2 = 2; 2 x 2 = 4; 3 x 2 = 6.” Meena is zo gelukkig dat ze iets nieuws geleerd heeft, dat ze even niet op haar werk let. “O Mithoe, ik ben aan het leren !”
Precies op dat moment komt er een dief. Meena ziet hem niet. De dief pakt een van de kippen en gaat er snel vandoor.
Als Meena de kippen nog eens telt, heeft ze meteen in de gaten dat er een weg is. “3 x 2...? He, waar is de zesde kip?” Ze kijkt op en ziet de dief wegrennen. Al schreeuwend holt ze achter hem aan.
16
“Ho dief, stop” Haar vader en Mithoe gaan mee: “Houdt de dief!” Ook de andere dorpelingen rennen achter de dief aan ... “Houdt de dief!” Mithoe is het snelst van allemaal. Hij schreeuwt zo hard dat de dief in het water valt van schrik. “STOP DIEF!” Zo pakken de dorpelingen de dief met hulp van Mithoe en Meena. De dorpelingen bedanken Meena voor het vangen van de dief. “Goed gedaan, Meena.”
Meena's vader vraagt hoe ze gemerkt heeft dat er een dief was. “Hoe wist je dat er een kip was gestolen?” “Omdat ik de kippen kon tellen.” Het dorpshoofd denkt dat Meena op school rekenen heeft geleerd. “Het is verstandig van u dat u uw dochter naar school laat gaan.” Meena's vader weet niet goed wat hij moet zeggen. “Oh? Maar... maar...” Alle dorpelingen zijn het er over eens dat het goed is als meisjes naar school gaan. Een oude mevrouw zegt dat haar dochter ook kan rekenen. “Mijn dochter is dokter geworden en kan zieke mensen helpen.” “Oh?”, zegt Meena's vader. Een jonge vrouw zegt dat ze blij is dat ze op school gezeten heeft. Meena's moeder luistert aandachtig. “Als je niet naar school gaat, dan blijf je dom en kun je niks worden.” Meena's vader en moeder hebben veel belangstelling voor hetgeen er door de dorpelingen wordt gezegd. “Mijn dochter heeft op school gezeten. Ze schrijft ons elke week een brief.” “Dat is leuk”, antwoordt Meena's vader. De burgemeester zegt dat alle kinderen in Bangladesh minimaal tot groep 8 naar school moeten. “Alle jongens en meisjes moeten naar de basisschool.” Meena's vader en moeder denken goed na over de dingen die de dorpelingen hebben verteld. Ze besluiten Meena naar school te sturen. “Meena, morgen mag je naar school.” “Echt?”, roept Meena verheugd uit. Meena's moeder is zelf nooit naar school geweest. Toch is ze heel blij voor Meena. “Nu kun je mij ook leren lezen en schrijven.” Meena, Radjoe en Mithoe dansen van plezier. “Voortaan gaan we samen naar school” Meena's vader en moeder hebben nog een vraag waar ze geen antwoord op weten. “Wie heeft jou tellen geleerd?” “Een vriendje”, antwoordt Meena. “Welk vriendje?”, vraagt haar vader verbaasd. Meena antwoordt niet. In plaats daarvan kijkt ze naar haar vriendje Mithoe. Mithoe stelt zichzelf voor. “Ik ben Mithoe, ik ben het vriendje van Meena.” De volgende morgen gaan Meena, Radjoe en Mithoe samen naar school. Ze zijn alledrie heel blij. Nu gaat Meena elke dag naar school.
17
HET BENGAALS ALFABET
Het Nederlandse alfabet bestaat uit 26 letters: 5 klinkers (a e i o u) en 21 medeklinkers. Het Bengaalse alfabet kent maar liefst 52 letters: 12 klinkers en 40 medeklinkers. Je snapt wel dat je een Nederlandse letter niet zonder meer kunt vertalen in een Bengaalse letter of omgekeerd. Je hebt kunnen lezen dat Bengaalse kinderen niet in een schrift, maar op een lei schrijven. Probeer de volgende woorden maar eens over te schrijven, dan zul je zien hoe moeilijk dat is. Een tip: zoals je kunt zien heeft het Bengaals veel letters met een rechte streep bovenin. Als twee of meer van die letters achter elkaar komen, maken de Bengalen daar een rechte streep van, bijvoorbeeld in de woorden voor school en werken:
school
werken
leren
rijst 18
OPKOMEN VOOR GELIJKE RECHTEN
Trouwen uit liefde of... In Nederland trouwen we met iemand die we leuk of aardig vinden en van wie we houden. En die persoon kiezen we dan ook zelf. Dat lijkt heel vanzelfsprekend, maar dat is het ook in Nederland niet altijd geweest. Het zogenoemde 'verstandshuwelijk' kwam vroeger veel voor. Mensen van adel trouwden met iemand van adel. Voor rijke boerenzonen zochten de ouders een geschikte kandidaat onder rijke boerendochters. En mag een prins of prinses vrijelijk een huwelijkspartner uit het 'gewone volk' kiezen? Voor veel mensen in andere landen is een huwelijk uit liefde helemaal niet zo voor de hand liggend. Daar kiezen de ouders een partner voor hun kinderen. Sahini, een Bengaals meisje, vindt het helemaal niet vreemd dat haar ouders voor haar een echtgenoot zullen uitkiezen: “Zelf een man uitkiezen? Hoe zou ik daar goed over kunnen beslissen. Ik weet niets af van mannen en ook niet van het huwelijk. Mijn ouders zijn daar veel beter in thuis. Zij hebben er ervaring mee. En ze houden veel van mij. Ik ben er zeker van dat ze een geschikte man voor mij vinden.” Een lerares van Sahini, getrouwd en moeder van twee kinderen, is het er helemaal mee eens: “Liefde in een huwelijk is mooi meegenomen, maar niet het belangrijkste. Ik hou van mijn man, zoals ik van mijn kinderen hou. Ze horen gewoon bij mij. Ik heb mijn man gekregen en mijn kinderen ook. Kinderen krijg je, die kies je niet uit. Als je kinderen je niet bevallen, doe je ze toch ook niet weg? Dat geldt ook voor je man!”
Geld speelt een belangrijke rol bij de partnerkeuze. Ouders van de bruid betalen een bruidsschat aan de ouders van de bruidegom. Hoe hoger de bruidsschat is die een familie kan betalen, hoe groter de kans dat ze een goede man voor hun dochter krijgen. En met een goede man wordt bedoeld: uit een rijke familie of iemand met een goede opleiding. Het betalen van een bruidsschat is voor veel Bangladeshi een zware opgave. Omdat de ouders van de bruid ook het huwelijksfeest moeten betalen, moeten ze zich in de schulden steken. Vandaar dat het voor veel families in Bangladesh een groot ongeluk is om veel dochters te krijgen en weinig zonen. Ze weten dat dat in de toekomst veel geld gaat kosten. De meisjes die uitgehuwelijkt worden, zijn doorgaans een jaar of 14. De jongens zijn enkele jaren ouder, meestal rond de 18. Maar ook huwelijken tussen jonge meisjes en veel oudere mannen komen regelmatig voor. Drie deugden Vrouwen hebben een lage positie in Bangladesh. Van jongsafaan worden de meisjes drie deugden bijgebracht: 1. geduld 2. opoffering 3. het accepteren van een minderwaardige status Als kind moeten ze moeder helpen met koken, naaien en schoonmaken. Als meisjes al naar school gaan, verlaten ze de school meestal na de zesde klas. Bij het ingaan van de puberteit moeten meisjes de purdah in acht nemen. Purdah betekent letterlijk gordijn of sluier. 19
Volgens de purdah dient een vrouw binnen de vier muren van haar huis te blijven. Als zij -onder begeleiding- naar buiten gaat, moet ze een sluier dragen. Contacten met andere mannen moet ze zoveel mogelijk mijden. Na haar huwelijk gaat een vrouw wonen bij de familie van haar man. Zij ziet haar eigen familie nog maar zelden.
Bengaalse man wil geen vrouw die al eerder getrouwd is geweest. En vaak kan haar familie het zich ook niet veroorloven om voor een tweede keer een bruidsschat te betalen.
Het leven van de meeste vrouwen in Bangladesh is zwaar. De vrouwen werken keihard. Ze staan als eerste op. Ze doet het huishouden -dat in Bangladesh veel meer werk met zich meebrengt dan in Nederland of Belgie- en hebben de zorg over de kinderen. Ze zijn ook verantwoordelijk voor het verwerken van de producten die de mannen oogsten.,Ze verwerken geoogste paddie (rijstplanten) tot rijst; malen de tarwe en pellen de linzen. Bovendien onderhouden de vrouwen de tuinen. Werkdagen van 14 uur of meer ziin geen uitzondering.
Veranderingen Langzaam komen de Bengaalse vrouwen op voor hun rechten. Zo vestigt in april 1992 de Kishani Sabah, de Boerinnenbond, de aandacht op haar
Toch is niet alles kommer en kwel in het leven van vrouwen. Als de mannen naar het veld zijn, komen de vrouwen vaak bij elkaar. Zij zijn elkaar tot steun en kunnen de grootste pret hebben. Vrouwen uit armere families hebben vaak een gelijkwaardiger relatie met hun man dan vrouwen uit rijke families. Een arme vrouw en haar echtgenoot zitten in hetzelfde schuitje: ze moeten beide werken voor het gezinsinkomen. Door de armoede zijn vrouwen gedwongen zich minder aan de purdah -voorschriften te houden. In de grote steden hebben de vrouwen wat meer vrijheden. Maar zelfs in de hoofdstad zijn bijna alle mensen op straat mannen.
Een boer loopt met een mand vol pompoenen naar de markt. Onderweg vraagt een voorbijganger van wie die pompoenen zijn. "Van mij natuurlijk", antwoordt de boer. 'Wie heeft ze dan gezaaid?" "Mijn vrouw." 'Wie heeft ze nat gehouden en het onkruid gewied?" "Zij natuurlijk, wie anders?" "En wie heeft ze geoogst?" "Mijn vrouw", antwoordt de boer. "Waarom zeg je dan dat het jouw pompoenen zijn?" "Nou ja, zij is toch mijn vrouw!"
bestaan tijdens een manifestatie in Dhaka. Via een luidspreker, bevestigd op een riksja die dienst doet als geluidswagen, worden de eisen van de bond omgeroepen. Ook in andere sectoren hebben vrouwen zich verenigd in vakbonden en vrouwenorganisaties . In 1991 kreeg Bangladesh voor het eerst in zijn geschiedenis een vrouw als eerste minister. Ook de leider van de grootste oppositiepartij is een vrouw. Het zijn de eerste tekenen van veranderingen. Vrouwen in Bangladesh hebben echter nog een lange weg te gaan voordat ze dezelfde rechten als mannen zullen hebben.
Als een vrouw slecht door haar man behandeld wordt, kan ze meestal weinig anders dan berusten. Bij hem weglopen is bijna onmogelijk. Een gescheiden vrouw wordt in Bangladesh met minachting behandeld. Zeker als zij degene is geweest die de scheiding heeft aangevraagd. Zij heeft dan haar familie te schande gemaakt en moet bovendien weer door de familie onderhouden worden. Hertrouwen komt bij vrouwen slechts zelden voor. Een 20
SPAREN VOOR LATER Een bekend Nederland gezegde luidt 'Geld is macht'. Zonder geld kun je niets beginnen. Boeren hebben geld nodig om zaaigoed te kunnen kopen of om hun bedrijf te kunnen uitbreiden. In normale omstandigheden komen ze aan geld door verkoop van hun landbouwproducten, maar wat als de oogst tegenvalt? Veel boeren in Bangladesh zijn landloos. Dat wil zeggen dat ze geen eigen grond hebben, maar de grond gepacht hebben van grootgrondbezitters. Voor een lening van de bank komen ze niet in aanmerking omdat ze geen onderpand (in de vorm van grond) hebben. Veel mensen zouden graag een eigen bedrijfje willen beginnen en hebben daarvoor geld nodig. Maar banken hebben er geen vertrouwen in dat arme mensen een lening terug betalen. Om toch hogerop te komen, zijn deze mensen aangewezen op plaatselijke geldschieters, vaak grootgrondbezitters en rijke handelaren. Deze mensen vragen voor hun leningen woekerrentes. Rentes van 60 tot 600% per jaar zijn de gewoonste zaak ter wereld. Door deze hoge rentes kunnen velen de lening niet terugbetalen. Ze moeten dan voor hun geldschieter gaan werken om hun schulden af te lossen. Zo blijven ze voortdurend afhankelijk van anderen. Om aan deze praktijken een eind te maken heeft de Bengaalse plattelandsorganisatie BRAC spaar- en kredietprogramma's ontwikkeld. Gualundo ligt 80 kilometer van de hoofdstad aan de oevers van de rivier Padma. In Gualundo werken manager Rafiq en vier medewerkers samen met 2.500 landlozen in 33 dorpen. Deze mensen hebben zich georganiseerd in spaargroepen. Wekelijks leggen de leden een klein bedrag, gemiddeld een dubbeltje, opzij. De stortingen worden nauwgezet bijgehouden in het kasboek van de groep.
De leden van de groep moeten eerst aantonen dat ze goed kunnen sparen. Wanneer een lid voldoende gespaard heeft, kan een lening bij BRAC worden aangevraagd. De groep als geheel bepaalt wie aan de beurt is. De groop bekijkt ook of de activiteiten waar de man of vrouw een lening voor vraagt wel levensvatbaar zijn. Want uiteindelijk is de hele groep verantwoordelijk voor de terugbetaling. Gemiddeld is een lening 2500 thaka groot, ongeveer 150 gulden. Dat is eenderde van wat een landarbeider per jaar verdient. De spaargroepen blijken goede ondernemers te zijn. De 'terugbetalingsdiscipline' is groot. Dat wil zeggen dat de leners er goed in slagen om een lening met een kleine rente terug te betalen. Een van de 33 dorpen waar een spaargroep actief is, is Bahadrapur. In dit dorp wonen 108 families. De boeren van Bahadrapur vechten tegen de natuur (door de rivier spoelen stukken landbouwgrond weg) en tegen schuldeisers en lage prijzen voor hun producten. De boeren waren wantrouwend tegenover vreemden. Jelil, voorzitter van de dorpsgroep zegt daarover: "Toen BRAC hier voor het eerst kwam, vertrouwden wij hen absoluut niet. We hadden gehoord van organisaties die je tot christen wilden maken of op je geld uit waren. We dachten dat dit hun bedoeling was. Op een dag kwam een van de veldwachters mij opzoeken in mijn huis, maar ik bood hem niets aan, want ik wilde niet met hem praten. Toen ging de man buiten onder een boom zitten en bleef contact zoeken. 21
Ik begreep niet wat hij wilde, maar uiteindelijk raakten we natuurlijk toch aan de praat. Hij bleef elke dag komen en praatte niet alleen met mij, maar ook met anderen. Na een tijdje hebben we de zaak eens onderling besproken en dachten 'ach, laten we hem een kans geven'. Vrij snel daarna hebben we op zijn initiatief een dorpsgroep gevormd. We begonnen met 42 mannen. Nu zijn het er 56."
Maar niet alleen financieel gaat het de vrouwen van Bahadrapur beter af. Shamsur Nahar: "Sinds wij vrouwen ook geld verdienen, is er heel wat veranderd in de familie. Mijn man en mijn schoonvader hebben nu meer respect voor mij en ik laat mij er in ieder geval niet meer buiten houden wanneer er beslissingen genomen moeten worden.
Vrouwenspaargroepen Vrouwen kunnen in Bangladesh nog veel moeilijker krediet krijgen dan mannen. Vrouwen zijn afhankelijk van hun mannen en worden niet voor vol aangezien. Omdat verbetering van de positie van armen niet automatisch een betere positie voor vrouwen betekent, benadert BRAC hen als een aparte groep. Een tweede reden om vrouwen apart te benaderen is dat vrouwen vaak sneller geneigd zijn veranderingen te introduceren en gemotiveerder zijn. Door zich te organiseren leren vrouwen zich te verzetten tegen uitbuiting en mishandeling. Via de vrouwen worden verbeteringen in de gezondheidszorg en gezinsplanning gemakkelijker ingevoerd.
Ook in het dorp praten wij nu mee. Dat hebben we als vrouwengroep geëist." Zowel Shamsur als Jelil zijn er zeker van dat er in het dorp nog veel meer zal veranderen. BRAC zal hen daarbij helpen, maar, zo zegt Jelil: "Uiteindelijke zullen we het ook zonder hen kunnen. Kijk maar naar mij. Ik heb al geen lening meer nodig en als ik in de toekomst nog een keer geld wil lenen, dan doe ik dat gewoon uit ons eigen fonds."
Een maand nadat de mannen een dorpsgroep oprichtten, volgden de vrouwen van Bahadrapur. De vrouwenspaargroep begon met 24 deelneemsters; nu telt de groep ook 56 leden.
Ook het kantoor in Gualundo is niet meer afhankelijk van BRAC-leningen. Het kantoor is onderdeel van de BRAC-bank geworden. Landlozen, mannen en vrouwen, kunnen nog steeds terecht voor een lening en adviezen. Maar de mensen zijn niet afhankelijk van BRAC's steun. De spaarders hebben voldoende bijeen gespaard, in tien jaar tijd zo'n f 55.000, om de bank langzamerhand over te nemen. De landlozen worden de eigenaren van hun eigen bank. Het bankkantoor is volledig kostendekkend en niet meer afhankelijk van steun van buiten. Het geld dat BRAC vroeger in het bijkantoor stak, kan nu gebruikt worden voor het opzetten van spaargroepen elders in Bangladesh.
Twintig leden kochten samen een boot en visnetten. Anderen zetten handeltjes op en veel leden gingen vee fokken of kippen houden. Vooral de laatste twee activiteiten bleken een succes. Magedan bijvoorbeeld heeft een ziekelijke man en een minimaal inkomen. Met een lening van BRAC heeft ze nu al drie koeien grootgebracht en met winst verkocht. Haar lening is bijna afbetaald. Ze heeft goede vooruitzichten voor de toekomst. 22
EEN VAN DE GROOTSTE ONTWIKKELINGSORGANISATIES TER WERELD De naam BRAC is al verschillende malen gevallen. BRAC stond voor Bangladesh Rural Advancement Committee. Dat betekent in het Nederlands: Organisatie voor Plattelandsontwikkeling Bangladesh. Tegenwoordig werkt BRAC ook in de steden. Daarom wordt de voluit geschreven naam niet meer gebruikt. BRAC is de grootste ontwikkelingsorganisatie van Bangladesh en een van de grootste ter wereld. De organisatie is in 1972 opgericht toen het land onafhankelijk werd. In eerste instantie wil BRAC de arme mensen van Bangladesh helpen bij de wederopbouw van het land. Al snel blijkt dat veel problemen niet eentweedrie op te lossen zijn. BRAC verschuift dan haar aandacht naar het platteland waar 85% van de inwoners van het land woont. Met haar projecten bereikt BRAC ongeveer zevenduizend van de vijfenzestigduizend dorpen. In totaal bereikt BRAC bijna zeshonderdvijftigduizend mensen. Bij BRAC werken meer dan vierduizend mensen. Dat lijkt veel. Falez Hasan Abed, directeur van BRAC, zegt daarover: "De problemen van Bangladesh zijn zo enorm dat we ons de luxe niet kunnen veroorloven klein te blijven. Omdat BRAC zo groot is, kan het ook het gevecht met de bureaucratie aangaan. Er zijn wel honderd bureaucraten nodig om ons te stoppen. En honderd bureaucraten worden het onderling toch nooit eens." 90% van haar inkomsten krijgt BRAC van buitenlandse hulporganisaties (in Nederland onder meer de Provinciale Projectkoppeling Gelderland steunt Bangladesh, die BRAC via Novib steunt). De rest verdient BRAC met een eigen uitgeverij en drukkerij en via koelhuizen die gebruikt worden voor de opslag van bederfelijke producten. BRAC werkt voor verschillende doelgroepen:
rentes geld te lenen bij plaatselijke geldschieters. Je hebt ook kunnen lezen dat de banken deze landloze boeren geen geld willen lenen, omdat ze geen onderpand hebben.
1. landloze boeren Je hebt kunnen lezen dat het merendeel van de plattelandsbevolking (vrijwel) geen land bezit. Je hebt ook kunnen lezen dat deze mensen afhan-kelijk zijn van grootgrondbezitters, rijke boeren en plaatselijke handelaren. De landloze boeren pachten een stukje grond en moeten daarvoor een hoge pachtsom betalen. Met de opbrengsten van het land kunnen ze maar net rondkomen. Vaak hebben ze geen of weinig eigen spaargeld. Voor grote uitgaven als zaaigoed, kunstmest, een huwelijksfeest of een bruidsschat zijn ze gedwongen om tegen woeker-
2. vrouwen We hebben gezien dat vrouwen een belangrijke doelgroep zijn voor BRAC. In meer dan 14.000 spaargroepen zijn een kleine half miljoen vrouwen bezig met een betere toekomst voor zichzelf. Zo'n 75% van de spaarders is vrouw.
Er zijn overheidsprogramma's voor landloze boeren, maar velen zijn daarvan niet op de hoogte omdat ze niet kunnen lezen en schrijven. Veel programma's mislukken door corruptie van ambtenaren, die geld vragen voor zaken die eigenlijk gratis zijn en die producten voor de armen achterover drukken en op de zwarte markt verkopen. Bij BRAC kunnen de landloze boeren wel terecht voor leningen tegen een normale rente. Daarnaast kunnen tweehonderdduizend boeren in het zijdeteeltprogramma van BRAC ervaring opdoen om later een eigen bedrijfje te kunnen beginnen.
3. kinderen Kinderen hebben de toekomst. Door scholing van kinderen probeert BRAC te voorkomen dat ze later alleen maar ongeschoold werk kunnen vinden en gedoemd zijn arm te blijven. 23
GELDERLAND STEUNT BANGLADESH De 'Provinciale Projectkoppeling Gelderland steunt Bangladesh' wordt gesubsidieerd door Provincie Gelderland. Aan het woord is Floor Viveen. Zij werkt bij de provincie. * Beste Floor, wat voor werk doe jij bij de provincie? Ik ben beleidsmedewerker voor verschillende terreinen, waaronder ontwikkelingssamenwerking. Het is altijd lastig om uit te leggen wat een beleidsmedewerker nou precies doet. Maar het komt erop neer dat ik samen met de bestuurders van de provincie uitzoek wat de provincie het beste kan doen, zoals in dit geval op het terrein van ontwikkelingssamenwerking. Want er zijn verschillende mogelijkheden. Zo kan de provincie geld geven aan een goed ontwikkelingsproject in de Derde Wereld. Maar zij kan er ook voor kiezen geld te geven aan een organisatie in Gelderland om bijvoorbeeld aantrekkelijke, leerzame activiteiten over de Derde Wereld te organiseren voor jongeren. Als er eenmaal een besluit is genomen over wat de provincie precies gaat doen, dan heet dit dat het beleid is vastgesteld. Een van mijn taken is dan om ervoor te zorgen dat het beleid zo goed mogelijk wordt uitgevoerd.
* Heb je zelf enige ervaring met derdewereldlanden? Ja, ik heb een tijdje in Mexico gewerkt en onderzoek gedaan in een indianendorp. Dat was een spannende en leerzame tijd. Daarna heb ik twee jaar in Mozambique ontwikkelingswerk gedaan voor de Verenigde Naties. Maar dat is al wel een poos geleden. * Sommige mensen vinden dat ontwikkelingssamenwerking een zaak is van de minister voor Ontwikkelingssamenwerking (Jan Pronk). Wat vind je ervan dat enkele gemeenten en provincies ook aan ontwikkelingssamenwerking doen? Dat vind ik een prima zaak. Temeer daar de gemeenten en de provincies weer andere dingen kunnen doen dan de minister doet. Zo heeft de minister vele miljoenen guldens te besteden voor allerlei vormen van directe steun aan de Derde Wereld. Daarin wordt hij bijgestaan door een team van specialisten. De gemeenten en de provincies hebben veel minder geld te besteden, maar hebben weer het voordeel dat ze rechtstreeks contact kunnen leggen met de inwoners van hun gemeente of provincie. Daarom organiseren zij meestal activiteiten in hun eigen regio om de mensen op de hoogte te brengen van de problemen in de wereld en van het belang van ontwikkelingssamenwerking. Geïnteresseerde personen proberen ze actief te maken, bijvoorbeeld door hen informatie te geven over hoe ze zelf hier in Nederland een beetje kunnen meewerken om de problemen in de Derde Wereld te helpen aanpakken. Dat kan op verschillende manieren. Bijvoorbeeld door producten te kopen, die "eerlijk" zijn geproduceerd. Dat wil zeggen dat de leveranciers van de grondstoffen voor die producten, meestal boeren of ambachtslieden in de Derde Wereld, een fatsoenlijke prijs is betaald voor hun waar. De meeste mensen kennen wel de Max Havelaar-koffie. Die is daar een goed voorbeeld van. * In de naam van het project staat een moeilijk woord: projectkoppeling. Kun je uitleggen wat dit inhoudt? Ja, dat is een lastig begrip. Eigenlijk betekent het alleen dat activiteiten in de Derde Wereld op de een of andere wijze zijn verbonden, gekoppeld, aan activiteiten in Nederland. In ons geval geven we een geldbedrag aan de organisatie BRAC in Bangladesh. Daarnaast organiseren we in Gelderland allerlei voorlichtingsactiviteiten over BRAC om Gelderse inwoners bij het project te betrekken. Als personen of groepen 24
echt enthousiast worden, kunnen er zelfs contacten en uitwisselingen plaatsvinden tussen hen en projectmedewerkers in Bangladesh. Voor de provincie is het vooral belangrijk dat de activiteiten rond BRAC de mensen ertoe aanzetten om bewust stil te staan bij ontwikkelingssamenwerking. De provincie hoopt dat ze zich dan een beetje medeverantwoordelijk gaan voelen voor hoe het er aan toe gaat in de wereld. In de loop der jaren zijn er diverse activiteiten voor en met jongeren georganiseerd. Om wat voorbeelden te noemen: educatieve spelletjes, een tentoonstelling, een lesbrief voor in de klas, een leerzame speurtocht in Burgers Bush en verschillende culturele projecten, zoals het naspelen van een oosterse huwelijksceremonie, onder begeleiding muziek maken, oosterse dansen leren, enzovoorts. * Provincie Gelderland betaalt de projectkoppeling. Ik neem aan dat jij of de provincie niet zelf al het werk doen ? Wie dan wel ? Wat doen deze groepen in Gelderland? De provincie is eigenlijk alleen actief bij het opzetten van de projectkoppeling. De verdere uitvoering laat zij over aan andere organisaties. Zo hebben wij Novib gevraagd te zorgen voor een goede bestemming van het jaarlijkse geldbedrag voor de Derde Wereld. Novib heeft toen BRAC voorgesteld. Het organiseren van activiteiten over BRAC in Gelderland hebben we uitbesteed aan Novib en aan het COS Gelderland. Het COS is een organisatie die groepen in Gelderland helpt die met ontwikkelingssamenwerking bezig zijn of daar plannen voor hebben. Het COS heeft veel ervaring met dit soort activiteiten in Gelderland en is daarom een prima partner voor Novib. Zoals je al zegt, betaalt de provincie inderdaad de kosten van de projectkoppeling. De bijdrage aan het project bestaat uit een geldbedrag van fl. 120.000,- per jaar. Daarnaast vergoedt de provincie de onkosten van de activiteiten over BRAC in Gelderland. * Kun je vertellen waarom de provincie voor Bangladesh en voor BRAC gekozen heeft? Bij de keuze van een project is natuurlijk de belangrijkste vraag: is het wel een goed project; hebben de mensen in de Derde Wereld er daadwerkelijk baat bij, ook op de lange duur. Dat beoordelen we niet zelf. Daarvoor gaan we af op de opinie van Novib, waarvan we weten dat zij dat goed kan beoordelen. Verder hebben we Novib gevraagd ons een voorstel te doen voor een project dat veel mogelijkheden heeft voor nieuwe, boeiende voorlichtingsactiviteiten in Gelderland. Novib kwam toen met BRAC. Op dat moment had het zuiden van Gelderland net van doen gehad met de gevaarlijk hoge waterstanden van de grote rivieren en waren er plannen gemaakt voor een snelle verbetering van de dijken. Zoals je weet wordt ook Bangladesh regelmatig geconfronteerd met waterrampen - zij het dat die vele malen ernstiger zijn dan in Gelderland. Je kan dus zeggen dat "water" een verbindende factor vormt tussen Bangladesh en Gelderland. Om die reden is het een goed onderwerp voor voorlichtingsactiviteiten. Daarnaast vormen ook de plattelandsschooltjes van BRAC en de kredietverlening goede aanknopingspunten voor activiteiten met bijvoorbeeld scholen en banken in Gelderland. * Bangladesh ligt hier ver vandaan. Hoe wordt gecontroleerd of de provinciale steun wel goed wordt besteed ? Ook de controle laten we over aan Novib. Novib voert regelmatig overleg met medewerkers van BRAC waarbij zaken zoals de voortgang van het project en de besteding van het geld worden besproken. * Als mensen in of buiten Gelderland nog meer over BRAC of Bangladesh willen weten, waar kunnen ze dan terecht? Dan kunnen ze het beste terecht bij het COS of Novib die alles weten over BRAC en over de provinciale projectkoppeling. De contactpersonen zijn Remy Wolfs van het COS, telefoon 024-323.30.18 en Annette Neymeyer van Novib, telefoon 024-324.14.44. Als het gaat om zaken die de provincie aan-gaan, kunnen belangstellenden ook bij mij terecht, telefoon 026- 359.93.39. Beste Floor, bedankt voor je medewerking en nog veel succes bij je werk. Verslag: Harry de Ridder
25
ADRESSEN Centrum voor Mondiaal Onderwijs Postbus 9108 6500 HK Nijmegen 024-3613074 Provinciale Projectkoppeling Gelderland Steunt Bangladesh p/a COS Gelderland Prins Hendrikstraat 5 6521 AV Nijmegen 024-3233018 COS Nederland (hier kun je de adressen krijgen van alle COSsen, Centra voor internationale samenwerking) Demer 38 5611 AS Eindhoven 040-2443063 Novib Postbus 30919 2500 GX Den Haag 070-3421777 Novib Regiokantoor Nijmegen Postbus 1619 6501 BP Nijmegen 024-3241444 Ambassade van Bangladesh voor België en Nederland J. Jordaenstraat 29-31 1050 Brussel 00-3226405500 Bangladesh Groep Nederland Postbus 11699 1001 GR Amsterdam 020-6629953 Bangladesh People's Solidarity Centre Postbus 40066 1009 BB Amsterdam 020-6937681 Coalitie voor Tapijten zonder Kinderarbeid Oudegracht 36 3511 AP Utrecht 030-2321340
26
Scriptieservice De Scriptieservice Mondiaal Onderwijs richt zich op leerlingen vanaf 10 jaar. In de reeks zijn ongeveer 80 onderwerpen opgenomen over Derde Wereld, Vrede, Milieu en Mensenrechten. Elk pakket bestaat uit ongeveer 25 pagina's tekst, foto's, tekeningen, strips en /of cartoons, een handleiding voor het maken van een scriptie/werkstuk, een inhoudsopgave/bronnenlijst en een adressenlijst.
In Nederland kosten de pakketten ƒ 8,50 (losbladig) of ƒ 9,50 (in ringband) beide excl. porto.
In Vlaanderen 225 Bfr.(losbladig) of 250 Bfr. (in ringband) beide excl. BTW en excl. porto.
Te bestellen bij:
In Vlaanderen bij:
Centrum voor Mondiaal Onderwijs Postbus 9108 6500 HK Nijmegen tel. 024-3613074 fax 024-3613014 e-mail:
[email protected] http://www.cmo.nl
Vlaamse Scriptieservice Jules de Saint Genoisstraat 123 9050 Gentbrugge tel. 09-2105511 fax 09-2320219 e-mail:
[email protected]
Schoolmediatheken, (jeugd)bibliotheken en documentatiecentra kunnen een abonnement op de scriptieservice nemen en ontvangen dan drie keer per jaar 5 pakketten.
27