ROODWOLFJE Sprookjesachtige, dwaze eenakter voor jongeren vanaf 9 jaar
door HANNEKE WIERSMA
TONEELUITGEVERIJ VINK B.V. (Grimas Theatergrime verkoop) Tel: 072 - 5 11 24 07 E-mail:
[email protected] Website: www.toneeluitgeverijvink.nl
VOORWAARDEN Alle amateurverenigingen die het stuk: ROODWOLFJE gaan opvoeren, dienen in alle programmaboekjes, posters, advertenties en eventuele andere publicaties de volledige naam van de oorspronkelijke auteur: HANNEKE WIERSMA te vermelden. De naam van de auteur moet verschijnen op een aparte regel, waar geen andere naam wordt genoemd. Direct daarop volgend de titel van het stuk. De naam van de auteur mag niet minder groot zijn dan 50% van de lettergrootte van de titel. U dient tevens te vermelden dat u deze opvoering mag geven met speciale toestemming van het I.B.V.A. Holland bv te Alkmaar. Copyright: © 2015 Anco Entertainment bv - Toneeluitgeverij Vink bv Internet: www.toneeluitgeverijvink.nl E-mail:
[email protected] Niets uit deze uitgave mag verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt worden door middel van druk, fotokopie, verfilming, video opname, internet vertoning (youtube e.d.) of op welke andere wijze dan ook, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van I.B.V.A. HOLLAND bv te Alkmaar, welk bureau in deze namens de Uitgever optreedt. Het is niet toegestaan de tekst te wijzigen en/of te bewerken zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van I.B.V.A. HOLLAND bv te Alkmaar, welk bureau in deze namens de Uitgever optreedt. Vergunning tot opvoering van dit toneelwerk moet worden aangevraagd bij het Auteursrechtenbureau I.B.V.A. HOLLAND bv Postbus 363 1800 AJ Alkmaar Telefoon 072 - 5112135 Website: www.ibva.nl Email:
[email protected] ING bank: 81356 – IBAN: NL08INGB0000081356 BIC: INGBNL2A
Geen enkele andere instantie dan het IBVA heeft de bevoegdheid genoemde rechten van u te claimen, of te innen. Auteursrechten betekenen het honorarium (loon!) voor de auteur van wiens werk door u gebruik wordt gemaakt! Auteursrechten moeten betaald worden voor elke voorstelling, dus ook voor try-outs, voorstellingen in/voor zorginstellingen, scholen e.d. Vergunning tot opvoering: 1. Aankoop van minimaal 10 tekstboekjes bij de uitgever. 2. U vult het aanvraagformulier in op www.ibva.nl of u zendt de aanvraagkaart (tevens bewijs van aankoop), met uw gegevens, naar I.B.V.A. Holland. Uw aanvraag dient tenminste drie weken voor de eerste opvoering in bezit te zijn van I.B.V.A. Holland. 3. U krijgt daarop de nota toegestuurd. Na betaling wordt u de vereiste vergunning toegestuurd. Vergunning tot HER-opvoering(en): 1. U vult het aanvraagformulier in op www.ibva.nl of u zendt de aanvraagkaart met uw gegevens naar I.B.V.A. Holland. Uw aanvraag dient tenminste drie weken voor de eerste opvoering in bezit te zijn van I.B.V.A. Holland. 2. U krijgt daarop de nota toegestuurd. Na betaling wordt u de vereiste vergunning toegestuurd. Opvoeringen zonder vergunning zijn niet toegestaan en strafbaar op grond van de Auteurswet 1912. Zij worden gerechtelijk vervolgd, terwijl de geldende rechten met 100% worden verhoogd. Het tarief wordt met 20% verhoogd voor opvoeringen waarvoor geen toestemming werd aangevraagd binnen drie weken voorafgaand aan de voorstelling. Het is verboden gebruik te maken van gekregen, geleende, gehuurde of van anderen dan de uitgever gekochte tekstboekjes. Rechten BELGIË: Toneelfonds JANSSENS, afd. Auteursrechten, Te Boelaerlei 107 - 2140 Bght ANTWERPEN Telefoon (03)3.66.44.00. Geen enkele andere instantie heeft de bevoegdheid genoemde rechten van u te claimen, of te innen.
PERSONEN: Wolf – Een fantasierijke en goedmoedige wolf Oma – Een moderne oma die momenteel een beetje eenzaam is Roodkapje – Een pittig dametje die niet op haar mondje gevallen is Dwerg 1 – is bazig, voelt zich een echte leider Dwerg 2 – Een zenuwachtige en lacherige dwerg Dwerg 3 – Zeurpiet Dwerg 4 – Is nogal sloom, komt altijd een beetje achter de rest aan Jager – Een beetje onhandig type Gargamel – Eng persoon, fanatiek op jacht Azraël – Luie kater, hoort bij Gargamel. Kan eventueel een dubbelrol zijn van de Jager Totaal kunnen hier 10 jongens en meisjes in meespelen, de meeste rollen kunnen in principe allemaal door een jongen of een meisje worden gespeeld. DECOR: Recht voor is door middel van één decorstuk de kamer van Oma neergezet, houd hierbij wel rekening met genoeg speelruimte in de zogenaamde kamer. In de achterwand van dit decorstuk een raam. Onder het raam de (slaap) bank waar Oma op ligt. Er kunnen nog enkele dingen in de kamer neergezet worden zoals bijvoorbeeld een krukje en een lectuurmand. In het midden achter een struik, dit kan zelf gemaakt worden zodat de dwergen zich er goed achter kunnen verschuilen. Iets naar voren en dan aan de linkerkant ook een struik. Verder naar eigen inzicht planten en of struikjes neerzetten. Wanneer het spel begint zien we de wolf druk bezig. Oma ligt op een bed/bank in haar huisje te slapen. 4
WOLF: Hé wat een rotzooi hier, en ik mag het hele bos weer stofzuigen. (moppert zo nog een poosje door. Roodkapje komt zingend aanhuppelen) Hé…..waar ga jij naartoe? En wat heb je daar bij je? ROODKAPJE: Ah, hallo en wie ben jij? Ik heb lekkere pannenkoeken voor Oma meegebracht. (En zij huppelt vrolijk rond, intussen komt de wolf dichterbij) GARGAMEL: (Verschijnt met zijn kat om de hoek) Ahaaaaa……hoor ik daar iemand iets zeggen over lekkere smurfen? Kom Azrael…..ga ze vangen!! (Azrael blaast en miauwt en de twee verdwijnen achter decor) WOLF: (Kwijlend) Hmmmmm….. jij bent om in te bijten… eh….ik bedoel die pannenkoeken zijn om in te bijten hé hé hé. ROODKAPJE: Nee! Die zijn voor Oma, ga weg engerd! (roodkapje rent weg) WOLF: Oei….en nou moet ik er achteraan rennen he? Dat hoort toch in dit sprookje? (De wolf rent achter Roodkapje aan, het toneel af. Oma ligt nog steeds op bed. Er klinkt gezang: Yoho,yoho, snoepen mag je zo…tralalala…tralalala. Dwergen lopen halve rondjes over het toneel, steeds achter de coulissen langs. Ze slepen veel snoep met zich mee) DWERG 1: Yoho, yoho.. DWERG 2: Ha ha, snoepen is gezond! Deze spekken smelten in mijn mond. DWERG 3: Toe nou, niet alles opeten hoor want ik wil ook wat. DWERG 4: (Hobbelt aldoor als laatste achter de rest aan) He? Watte? Mag ik alle snoep opeten? JOEPIE! DWERG 1: (Ziet Oma) Hé?? Wat is Sneeuwwitje verandert zeg! DWERG 2: Ja, ze lijkt zo wel een oude Oma!! Nou ja, dan had ze maar snoep moeten eten in plaats van een appel. DWERG 3: Nee!! Dat is niet eerlijk, zij wel en ik niet zeker? DWERG 4: Hé? Watte? Is die Oma niet eerlijk? Wat gemeen zeg! WOLF: (Komt op) Hé? Wat moeten jullie hier? Rot op zeg! Jullie zitten in het verkeerde sprookje (Jaagt de dwergen weg met de stofzuiger) En trouwens, bij Sneeuwwitje horen zeven dwergen en jullie zijn met z’n vieren……daar klopt niets van! (Hij gaat al mopperend weer stofzuigen) GARGAMEL: (Komt op met Azrael) Ahaaaaaa…..nou heb ik het wél goed gehoord! Er zijn hier vier smurfen!! Ik ben allergisch voor smurfen…ik háát smurfen…ik bedoel…ik hou van ze …jaaaaaa…..zoek Azrael…zoek!!! (Gargamel af, Azrael blijft even 5
staan) AZRAEL: (Neemt dreigende houding aan) Mehehehehe…ehhh…Miaaauwwwww (snel af) WOLF: (Verbaast) Hé? Krijg nou tieten…wie is dat? En wat doet die kater hier? Mijn bos vol kotsen?? (Roodkapje loopt zingend over het toneel, de wolf kijkt haar nu nog hongeriger na) WOLF: He? Mmmmmm..ze is nog steeds om in te bijten…ik bedoel, die pannenkoeken…ik bedoel….die brengt ze naar Oma?? (Snel rent en sluipt de wolf Roodkapje achterna, we zien hen om beurten over het toneel gaan, dan is de Wolf als eerste bij Oma…hij klopt aan) OMA: Er is niemand thuis!! WOLF: Hé? Wat raar….hoor ik Oma nou echt zeggen dat er niemand thuis is?? Nou…dan ga ik zo wel naar binnen…Dag Oma. OMA: Oh…de wolf, ik weet wat jij wilt maar kunnen we er eerst even over praten? WOLF: (Verbaast) Praten? Praten? Nou ja zeg, ik hoor nu niet te praten hoor. Ik moet je nu opeten…tenminste…dat is zo in het sprookje…maar…ehh.. (De wolf gaat naast Oma zitten en doet zijn verhaal zonder echt te spreken. Dwergen komen ondertussen het toneel op en lopen hun rondjes , zij doen dit zingend. Als de wolf uitverteld is staan de dwergen mee te luisteren) OMA: Nou zeg, dat is me toch wel een heel apart verhaal wat je me nu verteld hoor. En hoe gaat het nu verder? Ik kan niet lopen snap je…..heb m’n enkel verstuikt bij Fitness. (Kijkt op en ziet de dwergen) Maar wat doen die dwergen voor mijn raam?? DWERGEN: (In koor) Dwergen? Ohhh…..Horen wij het woord Dwergen?? GARGAMEL: (Met Azrael achter zich aan) Hoor ik daar weer spreken over die lekkere sappige smurfen?? Zoek ze Azrael!! Zoek ze!! (Ze verdwijnen weer naar achteren, de dwergen verstoppen zich op het toneel achter een struik) WOLF: Tja…..hoe het nu verder moet? Ik moet je opeten, dat zei ik zonet toch al? Maar ehhh…..wat zou het lekkerste zijn, met Italiaanse kruiden of ehh… (Ze spreken verder in gebaren. Dwergen gluren voorzichtig om de hoek en komen het toneel op) DWERG 1: Krijg nou de hik! Oma is aan het fitnessen geweest? DWERG 2: (Lacherig) Hahaha….das pas een echte super Oma hihihihi. DWERG 3: Ja…en? Ik wil pannenkoeken, die heeft Oma toch? DWERG 4: Hé? Watte? Ohhhh….krijgen we pannenkoeken? Geef mij maar vijf!! 6
DWERG 1: Hoezo….jij vijf? Jij bent veel te langzaam om die op te eten. Ik kan er met gemak vijf op, binnen een minuut! DWERG 2: Hahaha….ja, jij wel. Maar dat doen we lekker niet hoor. DWERG 1: Hoezo niet? Toevallig ben ik wél de grootste en de dapperste én de sterkste…dus.. DWERG 3: (Zeurt) Dus? Dus?? Dus alleen omdat jij groot bent en ik niet mag jij er vijf?? En ik dan he?? DWERG 4: He? Watte? Waar gaat het over? Mag ik ook meedoen? DWERG 1,2 en 3: (Tegelijk) NEE!! GARGAMEL: (Komt weer aangerend met Azrael) Jahaaaaa…..en nou heb ik jullie…Azrael help me….vang ze! Ik wil ze nu hebben!!! Ik heb ze nodig voor mij toverdrank! (De vier dwergen rennen allemaal een kant uit en verdwijnen achter het toneel) GARGAMEL: Kom hierrr….lekkere sappige, vervelende, irriterende blauwe druifjes…kom bij Ome Gargamel!! (En hij gaat weer af) AZRAEL: (Blijft achter op toneel, kokhalzend) Mwaaauww…mháárbal.. (daarna af) OMA: (Vertelt nu weer hoorbaar) Ach…Wolf…snap het nou eens even. Ik ben maar gewoon een Oma die probeert nog een beetje mee te doen, daarom ga ik ook naar de fitness! Blijf je lekker lenig bij hoor. Maar nu ben ik een beetje stuk, mijn enkel…snap je? En trouwens….ik ben helemaal niet lekker hoor! Erg taai en zo…en je kunt wel allerlei kruiden op me gooien en peper en zout. Of me stoven met een ui erbij….maar ben jij nou echt zo ouderwets? Vlees eten is allang uit de mode! WOLF: (Stoer ineens) He? Ik ouderwets? Hoe kom je erbij Oma…ik eh..ik eh..nou ja, ik ben al jaren vegetarisch. Daarom is het nu ook zo moeilijk voor mij, snappie? Want ik hóór U op te eten , zo gaat dat in het sprookje nou eenmaal. (Gargamel komt nu alleen aansluipen, zoekt…loert bij Oma’s huisje naar binnen) OMA: Ha! Sprookjes….daar zeg je wat. Sprookjes bestaan niet beste Wolf, neem dat maar van mij aan. Je kunt beter een kop soep nemen….één kop soep! GARGAMEL: (Springt door het raam de kamer binnen) Haaaaa…jaaaaa….hoor ik daar soep? Is het al vier uur dan? Één kop soep!.....Smurfensoep!!...Hmmmm…lekker.. OMA: (Schiet verschrikt overeind op haar bed/bank en staart Gargamel aan) Ehhh….wie ben jij?? GARGAMEL: Hahahaaaaaa…..ik ben Gargamel, en ik houd ontzettend veel van smurfen…ehhh…nee!...ik bedoel ik háát die blauwe onderkruipsels.. (Hij kijkt Oma verbaast aan) Ach…..is het weer zover? Moet ik…..Gargamel het verhaal weer in elkaar 7
lassen? WOLF: Laat maar hoor, deze Oma gelooft helemaal niet in sprookjes. GARGAMEL: Sprookjes? Sprookjes?? Wat zijn dat….kun je die eten? Zijn ze lekker? Ahhhh….Hmmm…Geef mij toch maar één kop soep, één kop soep met héél veel smurf er in! OMA: (Bibberig) Maar ik héb geen soep, en ik weet niet wat smurfen zijn dus kan ik die ook niet in de soep doen en champignons heb ik ook niet.. WOLF: Hé zeg…ga toch weg Galgenmaal. Laat ons nou met rust ja? We zitten midden in een spannend verhaal. GARGAMEL: Galgenmaal, Galgenmaal?? Ik heet Gar-ga-mel!! En als jij niet uitkijkt herdershond..dan stuur ik Azrael straks achter jou aan, begrepen? En dan krijg jij een galgenmaal hahahahaaaaa.. ROODKAPJE: (Komt zingend aan huppelen) Zeg Roodkapje waar ga je heen en zo alleen, zo alleen.. WOLF: (Tijdens zingen van Roodkapje) Verdorie…daar is ze…dat lekkere…eh..ik bedoel die lekkere pannenkoeken, Oma! Snel…ga op je bed liggen..en jij…Galgenmaal, wegwezen nu…snel..anders klopt het sprookje niet! GARGAMEL: (Woedend) Gargamel…ik heet Gargamel, Gar-gamel!! En jij….jij schóóthondje…jij zult je galgenmaal wel krijgen, wacht maar. (Wil weggaan maar ziet dan Roodkapje) ROODKAPJE: Oma, Omaaaaaaaaa…..ik heb lekkere pa.. GARGAMEL: (Springt op) Ahhhhh…daar is hij…daar zie ik de grote smurf met zijn rode muts..Jaaaaaaaa…Kom hier..ik pak je lekkere, sappige smurf…Azrael!! Azrael…waar ben je? Jij luie kater, ik kan ook nooit op jou rekenen. Altijd als ik je nodig ben dan lig jij op je luie reet te spinnen..kom hierrrr…smurf! ROODKAPJE: (Schrikt enorm en rent kris, kras over het toneel met Gargamel achter zich aan) Help, o help me dan (verdwijnt achter het toneel) JAGER: (Plots vanachter de struik vandaan) STOP…..Jij bent erbij lelijke wolf…eh…wolf? He? Wat is dit nou? Het klopt niet, ik moet de wolf nu toch neerschieten? Ehh….sorry hoor..ik ehh…nou ja zeg, dat heb ik weer. DWERGEN: (Ze kijken allemaal om een hoekje, Oma en de Wolf spelen nu weer “stil”spel ze kijken in een groot kookboek) 1, 2, 3 en 4: Ohhhh, hoor je dat? Kijk nou es. (fluisteren door elkaar) GARGAMEL: (Tegen Jager) Hahaaaaa…en wie ben jij dan wel…lelijke groene kikker…offe…heee…wacht eens even.. (ineens overdreven aardig) heb jij ook blauwe vriendjes?? JAGER: (Luid) Nee!! Ik ben een Jager en echte Jagers hebben geen 8
vrienden..want die jagen.. (richt geweer op iets ergens in de verte) GARGAMEL: Ja! Wat wil je ook met zo’n instelling….hahahaaaaa (aardig) Maar luister eens even baas.. JAGER: Nee hoor, ik heb geen baas…ik weet van niks…ik moet alleen de wolf doodschieten en dan Oma uit z’n buik halen.. (doet dit in gebarentaal voor) hatseflatse…klaar! GARGAMEL: (Nu even van slag) Ehhhhh….beste, beste Jager…zal ik….ik bedoel mag ik…..nou jaaaaaa…zal ik maar even op zoek gaan naar mijn kat? Dan kun jij de wolf zoeken he?? (Gargamel druipt af) DWERG 1: (Stoer, samenzweerderig tegen de Jager) Goh….dat hebben we goed gedaan he? DWERG 2: Hahahaha..wat een schijterd, bang voor een plastic geweer hahahaha. DWERG 3: Ik vind het helemaal niet leuk…en ik houd niet van geweren, ook niet van plastic.. DWERG 4: He? Watte? Krijg ik ook een plastic geweer? DWERG 2: Ja hoor, dáár heb je hem weer! DWERG 1: Ach, hou op met dat gejammer en geruzie…jullie maken Peter Pan in de war. JAGER: Hé jij daar…heb je het over mij? Ik ben Peter Pan niet! Ik ben een echte Jager, Peter Pan heeft zo’n flut pijl en boog en ik…ik heb een jachtgeweer, dat zie je toch? (Hij zwaait met zijn supersoaker heen en weer) DWERG 2: Hahahaha….wat een lol zeg! Er is ook niemand hier die dit sprookje nog begrijpt..hahahahaha…zullen we Roodkapje gaan zoeken? Lol man! DWERG 1: Ja….dat had een idee van mij kunnen zijn, kom op…we gaan Roodkapje zoeken want zij heeft heerlijke pannenkoeken. (alle dwergen achter elkaar af) JAGER: Hé….niet weglopen jullie…ik moet nu toch…ja, wat moet ik nou? (hij oefent wat met zijn geweer, maakt gekke bewegingen, doet alsof hij iemand besluipt en gaat “op wacht” staan) WOLF: Bah….wat is dit een saai kookboek. Er staan niet eens lekkere plaatjes bij, ik had een heel mooi kookboek…..maar ja, die zit nu in de hout versnipperaar. OMA: O? In de hout versnipperaar? Waarom dan? WOLF: Omdat daar wél mooie plaatjes in stonden.. (verlekkerd) van lekkere kippetjes…enne…heerlijke varkensboutjes. Maar ik mocht dat immers niet eten! Omdat ik vegetariër ben snap je? OMA: Oh….ach ja, dat is ook zo. WOLF: En had ik al verteld over mijn familie? Want ik heb heel veel 9
familie hoor. Hans en Grietje, dat zijn mijn neefje en nichtje enne…de laars van Klein Duimpje heb ik geërfd, en de klok waar ooit de zeven geitjes in verstopt zaten kreeg ik ook van mijn oom. OMA: Goh….maar dan…ik bedoel…ik woon hier ook al sinds 1875 en als al die sprookjes figuren familie van jou zijn dan ben ik misschien ook wel jouw Oma! WOLF: (Verbaast) He? Nee joh…..dat kan helemaal niet, want je eet je eigen Oma toch niet op? OMA: Juist! Maar dat klopt toch? Je eet mij nu toch ook niet op? (Ze spelen nu verder “stil”spel. Achter het toneel horen we dwerg 1 al zingen: Zeg Roodkapje waar ga je heen en zo alleen enz. enz) JAGER: Hé? Daar komen die kabouters of smurfen…of wat het dan ook mogen zijn weer aan! Irriterende beestjes…ik ben weg!! (verstopt zich achter een struik) ROODKAPJE: (Komt op met de dwergen achter haar aan, zij antwoord steeds op het lied:) Ik ga naar Oma pannenkoeken brengen in het bos, in het bos ect.ect. JAGER: (Kijkt om de hoek) Hé…..pssst…Rood Smurfje….kom es hier.. ROODKAPJE: (Zingt uitdagend naar de Jager) Ik ben niet bang voor de wilde dieren, ik ben niet bang, ben niet bang . (2x. Gargamel sluipt ondertussen over het toneel, dan zien we hem wel en dan weer niet) JAGER: (Kwaad) Nou….dan niet…laat je lekker opeten…domme, lelijke rode smurf! (Kruipt weer achter struik)
10
Als u het hele stuk wilt lezen dan kunt u via www.toneeluitgeverijvink.nl de tekst bestellen en toevoegen aan uw zichtzending. Voor advies of vragen helpen wij u graag.
[email protected] 072 5112407
“Samenspelen” is ons motto