infomap
voor iedereen vanaf 8 jaar
OVER DE VOORSTELLING
‘Als men bij mij zou aandringen te zeggen waarom ik van hem hield, voel ik dat het alleen uitgedrukt kan worden door te antwoorden: omdat hij het was, omdat ik het was.’ Michel De Montaigne Augustijn is 7 jaar. Hij spreekt Frans. Als hij praat doet hij dat heel stil. Je zou denken dat hij verlegen is, maar misschien lijkt dat alleen maar zo. Misschien is hij anders wanneer hij bij zijn vrienden is. Hij zegt: ‘de eerste keer dat ik Stef zag dacht ik: eeeuuuhm in mijn hoofd.’ En ook: ‘mama gaat weer zeggen dat hij dezelfde haarkleur heeft als de mijne! Met hem ga ik dus deze voorstelling maken. Waarom hij? En waarom niet? Hij kan heel goed gitaar spelen. Ik niet. Ik zou niet weten waar en hoe ik mijn vingers moet zetten. Trompet spelen is zoveel simpeler. Je hebt drie knopjes en je kan kiezen. Stef heeft ook een baard. Daar mag ik soms aan trekken, dat vind ik leuk. Maar als hij aan mijn haar trekt, zoals laatst toen we aan het spelen waren, dan doet dat pijn. Dan heeft hij spijt en zegt de hele tijd ‘sorry’. Hij is lief. Hij zegt altijd goedendag tegen iedereen. Stef is ouder dan ik. Als je oud bent, kan je niet zo snel meer lopen. Soms haalt hij me in, maar dat komt omdat ik soms verstrooid ben en daarom vertraag. Ik weet niet of ik een vriend kan worden van Stef. Tegen mijn mama zeg ik toch ook niet: jij bent mijn vriend?’ Stef is 35 jaar. Hij spreekt geen Frans. Hij maakt graag grapjes. Hij geniet als hij andere mensen aan het lachen brengt. Hij lacht zelf ook veel, al klinkt zijn muziek tamelijk somber. Hij speelt banjo, piano, drum en tamboerijn, maar het liefst speelt hij gitaar. Hij zegt: ‘De eerste keer toen ik Augustijn ontmoette zag ik een kleine jongen met grote koperkleurige krullen. Hij zei alleen ‘ja’ en ‘nee’. Of hij schudde en knikte met zijn hoofd. Maar hij speelt ook trompet en houdt van 'frère Jacques'. En hij kan springen met zijn gevechtsvliegtuigjes (spatie) in de hand of over de grond sluipen met speelgoedridders in zijn kielzog. En hij kan uit de bocht vliegen met zijn matchboxauto's en kan ook schaterlachen als ik hem vraag mij te stampen.’ Samen met Stef en Augustijn creëert Seppe Baeyens een muzikaal dansduet. Een voorstelling over de (on?)mogelijke vriendschap tussen een jongen en een volwassen man. Misschien worden die twee vrienden, misschien ook niet. Misschien is de één te jong en de ander te oud. Misschien zijn ze te verschillend, of juist niet. Want waarom mensen vrienden worden, valt nooit te verklaren.
Misschien omdat de een de een is, en de ander de ander?
regie/choreografie: Seppe Baeyens spel/ dans/ muziek: Stef Heeren, Augustijn Gerard-de four video: Pascal Poissonnier actrice video: Aurélie Lannoy dramaturgie: Mieke Versyp lichtontwerp: Jeroen Doise klank: Korneel Moreaux techniek: Sebastien Van Huffel
productie: KOPERGIETERY met dank aan: CC Rochefort, STUK, Joke Laureyns, Kwint Manshoven, Annemie de Four en Philippe Gérard.
8 maart 2013 – 20u (première) 9 maart – 20u 10 maart – 15u in de KOPERGIETERY
Over de makers en de spelers Seppe Baeyens is docent in de Theaterateliers van KOPERGIETERY en danste mee in de voorstelling Beuysband (regie: Johan De Smet). Hij startte als jonge danser bij fABULEUS, om later opgepikt te worden als danser/performer in producties van KOPERGIETERY, kabinet k, Ontroerend Goed, Productiehuis Brabant en Miet Warlop. Naast zijn activiteit als danser legt hij zich toe op de ontwikkeling van dans met/voor kinderen en jongeren. Zo werkt/e hij aan tal van projecten en voorstellingen voor onder meer KOPERGIETERY, Ultima Vez, CC De Ploter, CC Strombeek, CC Kortrijk, La Rose des Vents, Museum M, STUK,…. Stef Heeren is bezieler en zanger/muzikant van de band ‘Kiss the Anus of a Black Cat’. Hij componeerde voor en speelde live in de dansvoorstellingen Questo Ricordo en Einzelgänger (-) van kabinet k (Joke Laureyns en Kwint Manshoven). Augustijn Gerard-de four werkte met Seppe samen tijdens enkele workshops. Hij viel Seppe meteen op omdat hij ‘timide is, zich in zijn eigen wereld bevindt en voortdurend dingen aan het bouwen is, met een vindingrijkheid die absoluut fascinerend is.’ Pascal Poissonnier is filmmaker, muzikant en docent aan het KASK Gent en hetLemmensinstituut (Leuven). Daarnaast creëerde hij verschillende kortfilms, commercials, reportages en, recent nog, de fel gesmaakte documentaires Walking back to happiness en No Comment.
INTERVIEW met Seppe Baeyens over de (on)mogelijke vriendschap ‘Het idee voor deze voorstelling is begonnen met Raven, mijn zoontje die net twee is geworden. We zaten thuis, samen in de zetel, en ik vroeg me af: zullen wij later vrienden worden? Is dat mogelijk: een vriendschap tussen een vader en een zoon? Later ontmoette ik Augustijn tijdens een workshop met kleuters. Hij was toen bijna vijf, en viel me onmiddellijk op. Tijdens deze workshop maakten we een ‘boekentuin’. Augustijn legde met de boekencovers een moestuin aan: bruine boeken voor de aardappelen, rode voor de tomaten, blauwe voor een vijver in de tuin. Dat vond ik fantastisch. Kort nadien nam hij deel aan een tweede workshop rond het thema ‘favella’. De hele week lang bouwde Augustijn uit karton kleine hutjes; hij was onvermoeibaar, hij ging er helemaal in op. Dat inspireerde me. Ik wilde graag verder met hem samenwerken. Nog later hoorde ik Stef spelen op een festival. Ik kende Stefs muziek via de voorstelling Einzelgänger van kabinet k waaraan we beiden meewerkten, én via zijn band Kiss the anus of a black cat. Maar het was voor het eerst dat ik hem solo aan het werk zag: een rauwe, zachte mens. Die indruk had ik. Augustijn en Stef, dat kan een mooi duo zijn op scène, dacht ik toen. Een volwassen man en een jong kind. Twee ‘roskoppen’, dat ook – maar dit is een toevalstreffer. En een bonus. En opnieuw de vraag: kunnen die twee vrienden worden? En ook: wat is vriendschap? Voor en tijdens het creatieproces heb ik het een en ander gelezen daaromtrent. Vriendschap wordt niet zo vaak aangeraakt, heb ik de indruk, toch niet in de podiumkunsten. Vriendschap laat zich ook niet makkelijk in beeld brengen. Als je verliefd bent, kan je trouwen. Met een vriend kan je… ? Vriendschap is een verbintenis die zich niet maatschappelijk laat organiseren. Je kan een vriend niet adopteren; je kan ook niet zomaar erven van een vriend. Daar bestaat geen regelgeving over. In zijn essay Over de vriend gaat Piet Joostens aan de hand van beelden en teksten uit de literatuur, de filosofie, de kunst, het internet en de populaire cultuur op zoek naar ‘de figuur van de vriend’. Wie is hij, wat maakt hij mogelijk, en is zijn rol in de loop van de tijd misschien veranderd? De vriend blijkt een wat schimmig personage, een vat vol tegenstrijdigheden. Ook de filosoof Michel de Montaigne schreef over vriendschap, die volgens hem met een ‘onverklaarbare lotsbestemming’ begint: ‘we zochten elkaar voordat we elkaar gezien hadden’.
Verder deed ik een aantal straatinterviews, waarbij ik aan toevallige voorbijgangers de vraag stelde: wat is een onmogelijke vriendschap? De antwoorden waren heel divers. Vaak is de reden van de onmogelijkheid extern: afstand of ouders die de vriendschap afkeuren, leeftijd, verliefdheid… Ook in de voorstelling spelen als die factoren mee. Soms laat ik de mogelijkheid tot vriendschap, soms de onmogelijkheid zien. En dan zijn er de beroemde duo’s: Suske en Wiske, Billy en Bolly, Asterix en Obelix – waarbij het opvalt hoe contrasterend vrienden vaak zijn. Een belangrijke inspiratiebron is Ernest et Célestine geweest, de inmiddels verfilmde prentenboekenreeks van Gabrielle Vincent (in het Nederlands verschenen als ‘Brammert en Tissie’, nvdr). Daaruit leerde ik hoe je met een simpel beeld heel veel kan vertellen. Ernest is een beer, Célestine een muis. Zoals Stef en Augustijn op een gegeven moment in de voorstelling panter en schaap spelen. Stef heeft iets rauws over zich, terwijl Augustijn nog beschermd is. De ene heeft al een stuk leven achter de rug, de ander staat aan de rand van het nest. De een wil dingen delen, de ander zit op een eiland. Het realiteitsbesef en verantwoordelijkheidsgevoel van een volwassene versus de fantasie en de speelsheid van een jong kind. Dat is in het echt tussen die twee zo, en dit trek ik door in de voorstelling. Dit is uiteindelijk de meest belangrijke inspiratiebron geweest: Stef en Augustijn zelf, wie ze zijn en wie ze voor elkaar kunnen of willen zijn. Om dit naar boven te halen, liet ik hen improviseren op basis van opdrachten. Heel simpele dingen die zich laten samenvatten als de fasen die een vriendschap doorloopt: een ontmoeting, een nadere kennismaking, een gezamenlijke belevenis, een conflict, een verzoening en – eventueel – een afscheid. Die zet ik in een kader, een ‘verhaaltje’ zeg maar. De voorstelling begint met Augustijn die ‘een vriend’ cadeau krijgt. Van zijn moeder. Die moederfiguur is een derde personage die de relatie tussen Stef en Augustijn beïnvloedt. Ze zet dingen in gang, gebiedt, verbiedt, is stoorzender én katalysator in hun relatie.Voor de volwassen man is zij een vrouw, een seksueel begeerlijk wezen. Voor het kind is zij een moeder. Zij is enkel zichtbaar op scherm – een beetje karikaturaal en ‘larger dan life’ weliswaar maar daarom niet minder alomtegenwoordig. Ik koos ervoor om met twee mensen te werken die amper ervaring hebben als acteur of danser. Stef is een muzikant. Augustijn is een kind dat voor het eerst aan de creatie van een voorstelling meewerkt. Dat heeft uiteraard zijn weerslag op de vorm en de ‘speelstijl’. De (on)mogelijke vriendschap is geen pur sang dans- of theatervoorstelling; het is ook geen concert. Het is van dat alles een beetje. En dat alles eenvoudig en in het klein. Mijn favoriete momenten zijn die waarin het spel stilvalt, en je alleen twee ‘jongens’ ziet, een grote en een kleine, ieder dicht bij wie ze zijn. Ik hou niet zo van virtuositeit of ‘het spelen van een rol’. Ik haal liever de franjes weg, in de hoop op een of andere waarheid te stuiten. Daar zit voor mij de eerlijkheid waarnaar ik op zoek ben.
SUGGESTIES VOOR ACTIVITEITEN IN DE KLAS IN DE KRING Korte toelichting bij de Korteinhoudelijke inhoudelijke toelichting bij voorstelling de voorstelling Het belangrijk dat de toeschouwers met de juiste kijken. De inhoudelijke Hetisiserg goed de kinderen vooraf iets mee te geven oververwachtingen de voorstelling,komen waardoor ze met de juiste blik en de informatie in deze lesmap kankijken. hierbij helpen. Benadruk vooral dat het een woordeloze voorstelling is waarin juiste verwachtingen komen geen wordt metde een duidelijk begin, midden enSeppe eind, maar een opeenvolging Het iseenduidig leuk hen teverhaaltje vertellen dat hetverteld idee voor voorstelling ontstaan is toen zijn spelende zoon van absurde, bevreemdende en speelse scènes waarmee iedere toeschouwer voor zich zijn verhaaltje mag gadesloeg en zich afvroeg of het mogelijk zou zijn dat een vader en een zoon ‘vrienden’ worden. maken. Vertel hen ook dat de voorstelling niet wordt gespeeld door ‘acteurs’, maar door een kind en een muzikant. Je kan hen ook vertellen dat heel de voorstelling een is aan anders helemaal kwetsbaar. ok! Hun personage ligt dan ook dicht bij wie zeode in het echtde zijn.“afwijking”: En dat maakt hetzijn zo is ontroerend Leestip om te werken rond het thema anders zijn: Elmer (auteur David Mc kee, uitgever Van Goor) In de voorstelling krijg je de simpele dingen van een vriendschap te zien: een ontmoeting tussen de twee Om de kinderen voor te naar bereiden op de sfeer van de voorstelling, kan je met hen de afbeeldingen van de jongens, hun zoektocht connectie, het plezier wanneer ze elkaar vinden en een afscheid. beeldende kunstwerken bespreken die als inspiratiebron hebben gediend voor de makers (zie bijlage). Augustijn, het kind in de voorstelling, is tweetalig en daar wordt ook in de voorstelling mee gespeeld. Wat doe je als je niet dezelfde taal spreekt? Hoe kan je communiceren zonder taal? Beweging en muziek zijn dan ook twee belangrijke elementen in de voorstelling. Alle scènes zijn ontstaan vanuit verschillende improvisatieopdrachten. Enkele opdrachten hebben we opgenomen in deze infomap en kan je perfect doen met de kinderen in de klas.
Gesprek over een (on)mogelijke vriendschap De voorstelling gaat over de (on)mogelijke vriendschap tussen een jongentje van acht en een volwassen man. Maar wat is nu eigenlijk ‘vriendschap’? En wanneer is een vriendschap onmogelijk? Ga met de kinderen in je klas hierover een gesprek aan. Je kan de volgende vragen als leidraad gebruiken: - Hoe weet je of iemand je vriend is? - Is dat iemand die alles voor je doet? waarmee je leuk kan spelen? die je in alles gelijk geeft? die je met alles helpt? die je beschermt? waarmee ja alles kan doen zoals in het boek? - Wat is vriendschap voor jou? - Hoe ontstaat vriendschap? - Geeft het een bijzonder gevoel? Zo ja, hoe voelt dat? - Hoe kan iemand jouw vriend worden? - Hoe kan iemand je vriend blijven? - Kan je met iedereen vriend zijn? - Kan je met je familie vriend zijn? - Kan je met een dier vriend zijn? Of met een ding? we halen er de ‘groepsdefinitie’ bij en checken dit af. - Hoe zou het zijn, als iedereen met iedereen bevriend was? - Kan je met 100 mensen ‘vriend’ zijn? cfr Facebook - Is er een verschil tussen een vriend en een kennis? - Wat is het verschil tussen vriendschap en liefde? - Kan een vriendschap ophouden? - Wat zijn mogelijke redenen heb je vrienden nodig of kan je zonder leven? - Kan je bevriend zijn met iemand die niet met jou bevriend is? - Wanneer is vriendschap niet mogelijk? - En wat maakt deze vriendschap dan zo onmogelijk? - Kan je een vriend hebben die ouder is dan jou? - …
Belangrijke inspiratiebron voor de voorstelling Prentenboekreeks Ernest et Célestine van Gabrielle Vincent (in het Nederlands verschenen als ‘Brammert en Tissie’, nvdr).
ACTIE! BLINDDATE
De eerste ontmoeting De voorstelling gaat over een jongen en een man die elkaar nog nooit hebben gezien. Je kan met de kinderen een inlevingsoefening doen: laat ze per twee binnenkomen in de klas. Ze hebben elkaar zogezegd nog nooit gezien en dit is hun eerste ontmoeting. Hoe gedragen ze zich? Wat doen ze? Wat zeggen ze?
Taalbarrière In de voorstelling spreekt de jongen soms Frans, soms Nederlands maar dan met een onmiskenbaar Frans accent. De man spreekt Nederlands. Ze verstaan elkaar moeilijk. De kinderen gaan per twee staan en proberen met elkaar een gesprek te voeren zonder woorden.
Wie is het? Goede vrienden kunnen elkaar zelfs met de ogen dicht herkennen. Ga met de klas in een kring staan. Eén leerling wordt geblinddoekt. Vervolgens gaat een ander kind voor hem staan. De geblinddoekte leerling probeert te raden wie voor hem staat door te voelen aan het gezicht, de kleren,…
TABLEAUX VIVANTS Een choreografie maken In de voorstelling ondernemen de jongen en de man allerlei activiteiten. Bijv. gaan wandelen, tikkertje spelen, oorlogje voeren, elkaar nadoen,… Ze vertrekken daarvoor vanuit stilstaande beelden en komen zo tot abstracte bewegingen. Met de kinderen kan je net dezelfde oefening doen: De kinderen gaan per twee staan. Ze schetsen een namiddag samen met hun vriend. Bijv. een middag spelen in het bos. Dit doen ze aan de hand van vijf stilstaande beelden. Alsof er foto’s van hen worden gemaakt. Ze tonen de vijf opeenvolgende foto’s aan de klas. Het kan helpen door de kijkers hun ogen te laten sluiten tussen het tonen van iedere foto. De kijkers proberen te achterhalen wat de twee vrienden die namiddag samen hebben gedaan. De vijf stilstaande beelden worden vervolgens omgezet in bewegingen. Zonder te praten! Deze bewegingen worden achter elkaar geplaatst. Zo krijg je een choreografie. Als het goed gaat, kan je de kinderen laten zoeken naar een abstractere vorm van iedere beweging waardoor de actie niet meer duidelijk is. Als laatste oefening kan je de duo’s uit elkaar halen en de choreografie door een leerling alleen laten doen, zonder tegenspeler. Dit geeft een mooie solo als resultaat. Deze oefening zullen de kinderen ook herkennen in de voorstelling. Om het helemaal af te maken, kan je de kinderen zelf de gepaste muziek laten meebrengen. Muziek die de passende emotie bij de choreografie ondersteunt.
Beelden maken
Deze opdracht kan per twee uitgevoerd worden maar het kan ook met de volledig klas. Twee kinderen maken samen een beeld. Bijv. ze geven elkaar een hand. Het beeld wordt nu stilgezet. Eén iemand verlaat het beeld, de ander blijft staan zoals hij stond. Nu komt er iemand anders bij en maakt een nieuw beeld. Bijv. hij past zijn arm in de hand van de persoon die stilstaat en zegt: “ ik wil weglopen maar hij houdt me tegen.” Dit is een ander beeld. De persoon die er het langste stond, gaat weg en er komt iemand anders bij die opnieuw een ander beeld maakt.
BRENG EEN CADEAUTJE MEE! Het is altijd fijn als de kinderen iets meenemen naar het theater op de dag van de voorstelling. Dit krijgt dan een mooi plaatsje in de foyer. De jongen in de voorstelling krijgt als verjaardagsgeschenk een vriend cadeau. Maar wat wil jij cadeau doen aan jouw vriend? Deze keer niets materieels, maar een daad. Wat verwacht jij van een goede vriend? Dát stop je in een cadeau. Schrijf het op het cadeau op een originele manier. Probeer het te formuleren in een als…dan..zin. Vb. als je verdwaalt, dan kom ik je zoeken. Als je bang bent, dan blijf ik bij je, als je verdrietig bent, dan geef ik je een knuffel,… Deze mooie cadeautjes mag je dan zelf een bijzonder plekje geven in onze foyer.
Tekeningen: Roselynd Werniers. Studente master Vrije Kunsten – St Lucas Gent. Zij volgde het volledige repetitieproces en maakte tientallen schetsen.