Een heldendaad een zwart gerande komedie naar een gegeven van Nikolaj Erdman bewerkt door Paul Maas
Een heldendaad
1131"{J
r
!Jo606 l
rr~ e11) 211-
Een heldendaad een zwartgerande komedie naar een gegeven van Nikolaj Erdman bewerkt door Paul Maas
Delftse Universitaire Pers I 1990
Uitgegeven door: Delftse Universitaire Pers Stevinweg 1 2628 CN Delft
(015) 78 32 54 in opdracht van: Theater de Tobbe Postbus 160 2270 AD Voorburg
070) 86 48 80
ClP-gegevens Koninklijke Bibliotheek, 's-Gravenhage ISBN 90-6275-997- 1 Copyright © 1990 van deze bewerking: Paul Maas No part of this book may be reproduced in any form by print, photoprint, microfilm or any other means without written permission from the author. All rights reserved. Opvoeringen van deze oorspronkelijke bewerking van dit theaterwerk zijn verboden zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de auteur, per adres Delftse Universitaire Pers, Stevinweg 1,2628 CN Delft. Printed in The Netherlands. De gespeelde tekst kan op sommige plaatsen afwijken van de in deze uitgave gepubliceerde.
Vera ntwo ordin g
ie, die 'Een helden daad' is een bewerk ing van een Russische komed raads tegend zo die maar , Erdman werd geschre ven door Nikolai opgeworden mocht Rusland in nooit tuk toneels dit dat werd ervaren andvoerd. De oorspro nkelijke problem atiek is in deze nieuwe Nederl d. se bewerk ing geactu aliseer een zwart Het stuk is wel degelij k een komedi e, maar wel een met Het gaat afloop. ende verrass zeer randje. Het is een satire met een , het anders het kan hoe die, man, ze werklo dige over een eenvou ereef Sprokk Erik ng. slachto ffer dreigt te worden van zijn omgevi beharti wordt door allerlei groepe ringen naar voren gescho ven ter m gaat problee enig Zonder en. belang nlijke persoo zeer ging van hun dreigt er men daarbij echter voorbij aan het eigen belang van Erik: hij bijna (?) onder te bezwijk en. de censuu r Het stuk werd geschre ven in 1928. Toen het in 1932 door openba ar het in nooit nog het was en in de Sovjet Unie werd verbod Meijervan regie onder costuum in op doorlo één Slechts opgevo erd. en zelfs hold was voldoe nde voor een definiti ef verbod tot opvoer ing voor publika tie! in zijn De auteur, Nikolai Erdman (1902- 1970) heeft, met deze schrik hem is or Daardo benen, nooit meer wat voor het theater geschre ven. er -schrijv collega zijn wat mp, werkka arresta tie of opsluiti ng in een am, overkw old Meijerh stuk en verbod zijn van ur regisse Babel en de bespaa rd geblev en. te overleNet als de hoofdp ersoon uit 'Een helden daad' verkoo s hij s was satiricu hij omdat gelukt maar alleen dat hem is ven en misschien een pen of omdat hij na zijn 26ste jaar nooit meer als toneels chrijver op papier heeft gezet. 25 mei 'Een helden daad' werd voor het eerst opgevo erd op vrijdag . De Prinzen Lex van regie de in rg 1990 in Theate r de Tobbe in Voorbu begroep ad-hoc een , toneel' Tobbe'Het was uitvoer ende groep gespee lde staand e uit vrijwilli ge medew erkers van dit theater . De gedate erversie is een geheel nieuwe bewerk ing waarin de al te zeer aliseer d geactu werd stuk le origine het uit atiek de Russische problem De lokatie en 'vertaa ld' naar situatie s die nu nog in Nederl and spelen. en het is een klein-b urgerlij k stadje aan de noorde lijke Veluwe zoom . worden zal één Europa t voorda jaar twee af verhaa l speelt zich
Voorbu rg, 15 mei 1990 Paul Maas
5
Personen
in volgorde van opkomst Erik Sprokke reef, een beroepswerkeloze Nel Nagelhout, zi;n vrouw Anna Nagelhout, haar moeder, een pensionhoudster Bart Buurkes, videotheekhouder en gast in het pension Alie van Schootbrugge, diens maitresse Pieter van der Kolthoorn jr., denkt intellectueel te zi;n Abigaël -zeg maar Jansje- Hooghordel, kent de betekenis van het
woord travestiet Johan Junte, postbode Jaap Bot, slager Anton Engeltjes, schri;ver Herman Grootkarzijn, geesteli;ke Truitje Ouwerkerk, beoefent een zeer oud beroep Oud vrouwtje, een oud vrouwt;e Jochie, een kleine ;ongen Violist, een muzikant Ober, een bediende in een restaurant Onguur 1, een onguur individu Onguur 2, ook een onguur individu Fleurop 1, bezorgt bloemen door het hele land Fleurop 2, hi; ook Graver 1, een doodgraver Graver 2, nog een en eventuele anderen
Het stuk telt vijf bedrijven: eerste bedrijf: een pension in Alburg, vroeg in de ochtend tweede bedrijf: zelfde plaats, later op die dag derde bedrijf: een lokaal café, tegen middernacht pauze vierde bedrijf: weer het pension, twee uur later vijfde bedrijf: hetzelfde pension, twee dagen later
6
bedrijf 1 I scene 1
(een opkamer van café-pension 'De Smeede' in Alburg; het loopt tegen de ochtendschemering; Erik en Nel liggen gezamenlijk in een twijfelaar)
frik (ligt te woelen, kan blijkbaar de slaap niet vatten) NeL ..
Nel (kreunt in haar slaap) Mmmm ...
frik NeL .. !
Nel (schiet wakker) Wat is er aan de hand?
frik Niks, ik ben het maar ...
Nel Oh ~ .. (valt onmiddellijk weer in slaap)
frik Ik lag zo te denken ... en ik vroeg mij af ... Nel? .. Nel! Slaap je weer?
Nel (wordt weer wakker) Wat is er nou weer?
frik Niets, ik ben het toch maar
Nel Gelukkig!
frik Hoezo?
Nel Stel dat je iemand anders was ...
frik Nou en?
7
Nel Dan sliep ik nu met een vreemde vent (draait zich naar Erik toe en legt bijna liefdevol een arm om de borst van Erik; dreigt vervolgens weer in slaap te sukkelen)
Erik Ik, eh ... , ik vroeg me af of ... het lampje in de koelkast uit is .. .
Nel Het lampje in de koelkast?
Erik Ja, of dat uit is. Anders kost het maar stroom
Nel Natuurlijk is dat uit!
Erik Hoe weet je dat?
Nel Jezus, man! (gaat rechtop zitten) Moet je me daar nou midden in de nacht voor wakker maken? Het lampje in de koelkast, waar meneer zich al niet druk over maakt! De hele dag loop ik te sjouwen, hier in het café van mijn moeder om tenminste nog een paar centen te verdienen omdat jij het verdomt om werk te krijgen. Wil ik 's nachts een paar uur slapen en dan begin je me ook dàn op mijn zenuwen te werken. Dat jij niet kunt slapen moet je zelf weten, maar dat je een ander haar nachtrust niet gunt, dat pik ik niet ... ! He, Erik, ik praat tegen je, je slaapt toch niet?
Erik (sliep wel degelijk) Mmmm ...
Nel Erik!
Erik (schiet op zijn beurt wakker! Wat is er aan de hand?
Nel Wat er aan de hand is? Als je zelf niet kunt slapen dan hoef je mij toch niet wakker te maken en zeker niet voor zo'n stom lampje!
Erik Maar het gaat helemaal niet over dat lampje!
Nel Waarover dan wel?
8
frik Ik dacht, als jij nou toch gaat kijken of het brandt, dan zou je meteen een stukje leverworst voor me kunnen meenemen ...
Nel (ontploft) Wel heb ik van mijn leven, jij stuk egoïst!
frik Rustig, rustig ...
Nel Niks rustig! Mij met een smoes wakker maken omdat jezelf te beroerd bent op te staan voor een stukje leverworst! Mijn moeder en ik sloven ons de hele dag uit om 's avonds een fatsoenlijke maaltijd voor je neer te kunnen zetten. Jij komt niets te kort: jij krijgt zelfs altijd het grootste stuk vlees en wie pakt er steeds het laatse restje van het toetje?
frik Ik weet waarom jullie dat doen. Alleen maar psychologie! Op die manier laten jullie aan iedereen zien hoe Erik Sprokke reef in de watten wordt gelegd. Jullie doen dat enkel en alleen maar om me te vernederen. Vernedering, dat is het en niets anders ...
Nel Rustig, rustig ...
frik Niks rustig. We liggen samen in bed en ik zeg je dat ik honger heb. Maar juist omdat er niemand bij is wil jij geen stukje leverworst voor mij halen.
Nel Natuurlijk wel, lieverd. AI zou je de hele worst willen op~ten; wacht, ik zal wat voor je halen (scharrelt uit bed en loopt het duister in) Het is hier stakkedonker! Waarom hebben we ook geen nachtlampje?
frik Doe dan de koelkast open, dáár brandt licht!
Nel Wat zei je?
frik Niets. Er moet nog ergens een kaars liggen ..
Nel (vindt de kaars, steekt deze aan en loopt daarmee in nachtelijk gewaad en op blote voeten naar de keuken, onderwijl mompelend) God in de hemel, wat een leven met zo'n vent, maar wat kan je er aan doen? leverworst! (opent de koelkast; het licht straalt haar een ogen-
9
blik tegemoet, maar valt plotseling uit; loopt vervolgens met een stuk leverworst en de nog steeds brandende kaars terug naar het bed) Het licht in de koelkast is uitgevallen!
frik Mooi zo!
Nel (wil reageren, maar bedenkt zich) Eh ... Wil je wit of bruin brood , schat?
frik Kan me niks schelen, ik wil toch geen hop!
Nel Geen hap?
frik AI begraaf je mij er in!
Nel Wat nou weer?
frik Je bent net de dominee: eerst houd je een donderpreek en daarna serveer je het genadebrood
Nel (met grote ogen) Genadebrood?
frik Kom in bed!
Nel Wat zeg je?
frik Ik zei: naar bed!
Nel Eerst even een bommetje voor je smeren ...
frik Geen denken aan!
Nel Doe ik toch!
frik Luister! Wie heeft hier de broek aan? Jij of ik? Wat haal je je in je kop?
10
Je denkt de baas over mij te kunnen spelen omdat ik geen baan heb! Denk je dat ik dat leuk vind: het spook van de werkeloosheid dat nu al meer dan een jaar in mijn nek hijgt? Kijk eens wat jij me hebt aangedaan. (gaat rechtop zitten in bed; slaat de deken terug en kruist zijn benen, tikt met zijn knokkels vlak onder zijn knieschijf, het betreffende been schiet omhoog) Zag je dat?
Nel Wat?
frik Een zenuwtie! (gaat weer liggen en trekt de deken weer over zich heen)
Nel Maar Erik, zó kunnen we toch niet doorgaan? Dit is toch geen leven samen!
frik Dit is geen leven samen! Wat bedoel je daarmee? Val dood, zeker! Je zou willen dat ik dood was! Vooruit, zeg het dan ... , zeg het dan als je durft! Je durft niet te zeggen dat jullie me alleen maar onderhouden om aan anderen te kunnen vertellen 'Kijk eens hoe goed we voor hem zorgen, ook al heeft hij geen baan!' Wat ik van jullie krijg is medelijden, alleen maar medelijden! Als ik krepeer, dan ben je mooi van mij af, dan hoef je ook geen leverworst meer voor me te halen ... laat ik je dit zeggen Nel Nagelhout, onder vier ogen en in de intimiteit van onze slaapkamer, dat jij, als er niemand bij is, mij zelfs geen stukje leverworst gunt!
Nel Maar Erik .. . ! (laat kaars vallen; toneel is donker; Erik gaat af)
bedriif 1 / scene 2
Nel (Anna komt op, eveneens in nachtgewaad, en botst tegen Nel) Rund!
Anna Meisje toch, ik ben het maar!
Nel Oh mam, wat kom jij hier doen?
11
-
- - - --
-
-----
--
-
Anna Waarom maken jullie herrie? Je maakt het hele huis wakker en het licht is ook al kopot! (Nel barst in wenen uit) Nel, waarom huil je, wat is er aan de hand?
Nel Vraag dat maar aan Erik
Anna Erik ... , Erik, zeg eens wat
Nel Erik ...
Anna Erik Sprokkereef!
Nel Mam, hij zal toch geen beroerte hebben gekregen?
Anna Hoe kom je daar nou bij ... Erik!
Nel (schuifelt door de donkere ruimte) Erik ... , schat .. . , Erik ... , Mam!
Anna Wat is er?
Nel Steek de kaars eens aan
Anna God sta me bij, wat is er met hem gebeurd?
Nel Steek die kaars nou aan
Anna Waar ligt die?
Nel Ergens op de vloer, ik heb hem laten vallen ... Ja, als je blijft staan vind je hem nooit! (Anna gaat door de knieën) Oh, Erik, je hebt toch niets ernstigs? .. Mam, wat ben je aan het doen?
Anna Ik kruip
12
Nel Nee, niet daar, bij de lamp! (stilte; Anna kruipt voort; plotseling valt er wat) Wat was dat?
Anna De lamp!
Nel Erik!
Anna De kaars!
Nel Waar is hij?
Anna Ik heb hem gevonden!
Nel Erik?
Anna Nee, de kaars
Nel Steek hem dan aan!
Anna Rustig, rustig (steekt onderwijl een lucifer aan en vervolgens de kaars; op dat moment gaat het toneellicht aan) Hé, het licht!
Nel Er is vast iets verschrikkelijks gebeurd
Anna Wel nee! Het licht brandt weer! Nou kunnen we zien wat we zeggen. Waar is hij?
Nel (trekt deken weg) Zie jij hem?
Anna Nee
Nel Ik ook niet
Anna Waar is hij dan naar toe?
13
- - - --
--
-
-
--
Nel Weg! En het bed voelt ook al koud aan. Erik!
Anna Erik Sprokkereef! (Nel kruipt onder het bed) Wat doe je daar?
Nel Ik pak mijn schoenen. Ik ga buiten zoeken, hij is overspannen weggelopen (komt onder het bed vandaan met een schoen aan en de andere in haar hand)
Anna Naar buiten? Doe dan wel een rok aan! (geeft rok aan Nel)
Nel Hij heeft zijn zenuwtic aan mij laten zien (trekt rok aan)
Anna Nee toch ...
Nel ... en weet je wat hij nou wil gaan doen?
Anna Nee, nee ...
Nel (dramatisch) ... de hand aan zich zelf slaan!
Anna Zich zelf? En dat zeg je nu pas! Schiet een beetje op Nel en vergeet je andere schoen niet!
Nel Mijn jas! Waar is mijn jas?
Anna (opeens opgelucht) Zijn broek! God zij dank!
Nel Wat is er met zijn broek?
Anna (pakt broek van Erik op) Als zijn broek hier nog is, dan is hij er zelf ook nog
Nel Waarom?
14
-
-
Anna Als een man de hand aan zich zelf wil slaan dan doet hij dat toch niet zonder broek, alhoewel. .. (vervalt in gepeins)
Nel Waar zou hij dan naar toe zijn?
Anna De WC natuurlijk!
Nel Dan doet hij dáar zich zelf wat aan
Anna Misschien slaat hij alleen maar de hand aan zich zelf
Nel Eén schot en hij is er geweest!
Anna God beware mij!
Nel Wat kunnen we doen? Ik ga op de deur bonzen! (af)
Anna (kijkt haar na en vervolgens naar boven; probeert een mislukkend kruisteken te slaan) Heilige Maria, moeder van God, bidt voor ons zondaars, nu en in het uur van zijn dood. Amen (doet nog een poging tot bekruisiging)
Nel (holt kamer binnen) De WC-deur is op slot!
Anna Heb je met hem gepraat?
Nel
Ja
Anna Wat zei hij?
Nel Niks, geen woord!
Anna Wat nu?
15
- --~---------
Nel Ik ga mijnheer Buurkes wakker maken. Die kan de WC-deur wel openbreken!
Anna
Je kunt onze pensiongasten niet storen en zeker niet Bart Buurkes. Hij heeft vorige week toch zijn vrouw begraven! Het is een gebroken man die hier wil bekomen van zijn emoties ...
Nel Dan begrijpt hij mijn situatie ook wel (loopt ferm naar de deur van Buurkes kamer)
Anna Maak het nou niet erger dan het al is!
Nel (bonst op de deur) Mijnheer Buurkes, mijnheer Buurkes ... (tegen Anna) Ga jij eens aan de WC-deur luisteren. (Anna af)
bedriif 1 / scene 3
Nel Mijnheer Buurkes ...
Bart (van achter de deur) Huh?
Nel Ik ben het, Nel, Nel Nagelhout!
Bart (idem) Wat is er?
Nel Ik heb u nodig!
Bart (idem) Waarvoor?
Nel Ik moet een man hebben!
Bart (idem) Maar je bent toch al getrouwd?
16
Nel Jawel, maar Erik is weg en nu heb ik u nodig!
Bart (idem) Schreeuw dan niet zo; zoiets vraag je heel discreet!
Nel Ik begrijp dat uw hoofd er niet zo naar staat, maar ik ben alleen, helemaal alleen. Wat moet ik doen?
Bart (idem) Neem een koude douche!
Nel Maar mijnheer Buurkes, Bart, asjeblief ...
Bart (idem) Ik wil slapen, verdomme ...
Nel Ik moet de deur openbreken!
Bart (gestommel achter de deur) Nee, niet doen ... Wacht, verdomme! Nee zeg ik je, nee! (deur gaat open en Alie van Schootbrugge verschijnt, spaarzaam gekleed)
Alie Zo, de deur openbreken! Een merkwaardig gedrag voor een jonge dame, zal ik maar zeggen. Het woord slet zou beter bij je passen ...
Nel Alie van Schootbrugge! Wat doe jij bij mijnheer Buurkes?
Alie Daar hoef ik aan jou geen verantwoording voor af te leggen. Ik troost Bart met het verlies van zijn vrouw. En daar heb ik jou helemaal niet bij nodig, laat staan die obscene opdringerigheid van je. Wij zitten hier rustig te praten over zijn vrouw, die arme ziel, en dan kom jij hier plotseling de deur openbreken!
Nel Deze deur! Waar zie je mij wel voor aan?
Alie Dat heb ik je zojuist al gezegd, ordinaire hoer ... , walgelijk!
Bart (komt eindelijk in beeld; wurmt een T-shirt met filmreclame erop over zijn blote lijf) Alie, kom nou naar binnen! Maak nou geen herrie, morgen schoppen ze me nog uit dit pension (gaat weer naar binnen)
17
-
- - - - -- -
-
Nel Waarom noem je mij een hoer?
Alie Jij zit achter vreemde kerels aan
Nel luister, ik ben getrouwd!
Alie Ik ook!
Nel Moor hij wil zich dood schieten!
Bart (verschijnt weer) Wie goot zich dood schieten?
Nel Erik, mijn man
Bart Sprokke reef? Waar?
Nel In de WC
Alie Wie schiet zich nou dood op de WC?
Nel Wat moet een werkeloze anders?
Bart (komt nu echt noor buiten; hij heeft inmiddels ook een broek aangetrokken en schoenen over zijn blote voeten) Door gaan we wat aan doen, Nel!
Nel Wilt u als videotheekhouder mijn moeder en mij helpen de deur van de WC open te breken? In die videotheek van u hebt u toch ook allemaal films waarin deuren worden ingetrapt, denk moor eens aan Rambo! Don zal het zeker wel lukken
Bart Oh, dot!
Nel Ik ben alleen bang dot hij zich ècht dood schiet als we de deur openbreken!
18
~
Bart Dan overvallen we hem bij verrassing
bedriif 1 / scene 4
Bart Kijk zo ... (doet zijn schoenen uit en loopt op zijn tenen richting WCdeur; Nel met kaars daarachter en vervolgens Alie die gedurig haar spaarzame kleding herschikt om zoveel mogelijk bloot bedekt te houden) Shhht!
Nel Shhht!
Alie Shhht! (bij de deur aangekomen hoort men plotseling een heftig gekreun gevolgd door een verlossend 'Aaahh!')
Allen Shhht!
Anna (holt op) Niet naar binnen! Niet openbreken!
Nel Oh, Erik is dood!
Bart Wat is er gebeurd?
Anna Erik zit niet op de WC, het is de gast van kamer drie
Nel Weet je dat zeker?
Anna Ik heb het toch zelf gezien! Ik stond stiekum naar de deur te kijken voor het geval dat... Oef!
Bart Dan zitten we op het verkeerde spoor
19
-~-----~-
--
-
-
Ne/ Het is jouw schuld, mam, ik zei toch dat hij de straat op is gegaan. Ach mijnheer Buurkes, wilt u hem gaan zoeken?
Anna Hoe kan hij de straat op gaan zonder broek? (wijst naar de broek van Erik)
Ne/ Oog in oog met de dood maakt het niet meer uit of je een broek aan hebt
A/ie Dat is te zeggen ... Als een man geen broek draagt dan ... (wordt onderbroken)
Bart Houd je mond! (tegen Nel) Heb je het hele huis doorzocht?
Ne/ We hebben overal gekeken ...
Anna ... behalve in de keuken!
Bart (iedereen wil naar de keuken hollen) Kom mee, Nel, en blijven jullie maar hier! (af met Nel; vanuit de keuken weerklinken achtereen de volgende geluiden: 1. het woord 'Stop' van Bart, 2. een dichtslaande deur, 3. een huiveringwekkende kreet van Erik, 4. de dreun van een vallend lichaam, 5. doodse stilte)
A/ie Wat was dat?
Anna Het is gebeurd; hij heeft het gedaan, hij heeft zich een kogel door zijn kop geschoten
A/ie Wat moeten we doen?
Anna Ik ga gillen, ik moet gaan gillen
A/ie Asjeblief niet!
Anna Ik ben bang
20
~-
-
-
---
-
--
A/ie Ik ook
Anna Komen ze er aan?
A/ie Nee toch ... Ik durf niet te kijken
Anna Ze dragen hem naar binnen
A/ie Nee!
Anna Ja, dat doen ze wel
A/ie Dat doen ze niet!
Anna Echt wel, reken er maar op
A/ie Maar waarom dan toch?
Anna Ze kunnen hem toch niet in de keuken laten liggen
Alie Wat moet, dat moet! (Bart sleept een zeer verschrikte Erik, in kamerjas en op blote voeten, aan zijn arm naar binnen)
Erik Wat doe je toch ...?
Bart Wind je maar niet op
Erik Laat me los, ik zeg, los!
Anna In geen geval, houdt hem vast!
A/ie Niet loslaten!
Anna Waar is Nel?
21
Bart Die ligt in de keuken ...
Anna ligt in de keuken? Oh, de smeerlap, hij heeft haar toch niet ...
Bart Ze is flauw gevallen
Anna Heer in de hemel. waar moet dit allemaal naar toe? (holt af richting keuken, gevolgd door Alie)
bedriif 1 / scene 5
frik Blijf met je handen uit mijn zakken! En laat me met rust
Bart Ik heb gezien dat je hem in je mond wilde steken!
frik Ik heb niks in mijn mond gestoken, laat me los!
Bart Okay, okay. Maar dan moet je wel beloven dat je naar me wilt luisteren ...
frik Ik luister. ..
Bart Goed. Ga zitten (Erik doet dat; Bart gaat voor hem staan) Wacht, een ogenblik (loopt naar het raam en schuift het gordijn open; het grauwe ochtendlicht van een miezerig stadje aan de Veluwezoom onthult het omgewoelde bed, de omgevallen lamp en de rest van de nu zeer deprimerende kamer) Erik, het leven is mooi!
frik Hoe bedoel je dat?
22
Bart Hoe bedoel je dat? Kijk om je heen, we leven in de twintigste eeuwen over tien jaar zelfs in de eenentwintigste, in de eeuw van de verlichting, van het licht! We leven in een wereld vol technologische wonderen, telefoon, radio, televisie, CD, video (kijkt om zich heen) nou ja, maar jullie hebben wel een koelkast. Dat is toch mooi!
Erik Maar als de stroom uitvalt doet die koelkast het mooi niet meer!
Bart Kijk dan naar buiten, naar de bomen en het groen en naar alles wat de Here heeft geschapen ...
Erik .. . als ik naar buiten kijk denk ik alleen maar: oh, wat is het leven prachtig, nog dertig jaar, dan ben ik tachtig ...
Bart Je bent een eeuwige pessimist, je moet het leven juist po,sitief benaderen . Grijp het beet: steek je handen uit de mouwen en ga aan de slag ...
Erik Dat probeer ik nu al meer dan een jaar. Maar op mijn leeftijd liggen de baantjes ook niet voor het oprapen
Bart Bijscholing, man! Dat is het: je leert gewoon een heel ander vak, waar wel emplooi voor is. Informatica of zo, computers, weet je weL .. In het leven mag je niet stil blijven zitten!
Erik Maar ik heb niet stil gezeten; kijk eens wat ik hier heb ... (grabbelt onder zijn matras en haalt een boekje te voorschijn)
Bart Wat is dat?
Erik !leest de titel! ' Leer u zelve harmonium spelen '
Bart (zeer verbaasd) Harmonica ... Ja, ja ...
Erik Harmonium, muziek weet je wel? Het is geschreven door Theodor Hugo Schultz, hoogleraar muziek-dramatiek aan de universiteit van Kampen. Je kunt het leren in twaalf lessen. Ik heb het allemaal uitge-
23
--
-
-
-
-
-
werkt (haalt een papiertje tevoorschijn) Als ik het spel eenmaal onder de knie heb ga ik de kerkdiensten hier in het stadje begeleiden . Ik vraag twee tientjes minder dan de oude organisten, dus die schoppen ze dan wel op straat. Dat wordt dan één dienst op zaterdag en twee op zondag, dat maakt elke week f 150,-. Daarbij komen dan de rouw- en trouwdiensten voor het dubbele tarief en 's avonds, door de week, speel ik hier in het café van mijn schoonmoeder, dan kunnen de gasten dansen! Weer f 25,- per avond nog afgezien van de fooien. Alles bij elkaar minstens f 450,- in de week. Mijn kostje is gekocht: het plan is goed, en hier is de handleiding, maar ... ik heb alleen nog geen harmonium ...
Bart Zo is het leven nu eenmaal. Maar, komt tijd, komt raad! Je mag de moed niet laten zakken
frik Was ik ook niet van plan
Bart Ik ben blij dat ik je uit de put heb kunnen helpen! Mooi zo, geef me dan nu even je revolver ...
frik Welke revolver?
Bart Begin nou niet opnieuw! Ik heb toch gezien dat je die in je mond stak ...
frik Ik?
Bart Ja jij!
frik In mijn mond, waarom?
Bart We weten allemaal dat je een eind aan je leven wilt maken ...
frik Wie wil er een eind aan zijn leven maken?
Bart Jij
frik Ik, maak het nou, ik zou mezelf...
24
~
Bart Precies!
frik En waarom zou ik dat dan doen?
Bart Weet je dat dan niet?
frik Geen flauw idee
Bart Je zit al een jaar zonder werk en je schaamt je rot omdat Nel jullie kostje bij elkaar moet scharrelen!
frik Nou zeg, wie heeft je dat verteld?
Bart Nel!
frik Nel? Wil jij nu ogenblikkelijk oprotten! Weg! Foetsie!
Bart Alleen als je mij die revolver geeft
frik Hoe zou ik nu aan een revolver moeten komen?
Bart Die koop je voor drie roodborstjes op elke hoek van de straat
frik Vijfenzeventig gulden?
Bart Het is een koopje, maar een vergunning krijg je nooit. Geef me die revolver!
frik Nee!
Bart Dan maar met geweld ... (pakt Erik vast)
frik Als je me niet ogenblikkelijk los laat schiet ik me hier ter plekke neer!
25
-------
-
Bart Dat doe je toch niet ...
Erik Ik tel tot drie (steekt een hand in de zak van zijn kamerjas) Eén ...
Bart Nee, niet doen ...
Erik (hand gaat nog dieper) Twéé ...
Bart Ik ga al (rent af naar zijn eigen kamer)
bedriif 1 / scene 6
Erik Drie! (haalt een stuk leverworst uit zijn zak en neemt er een hap van; loopt naar de tafel en begint te zoeken) Drie geeltjes! Nel! Ik zal je laten zien hoe ik me ervoor schaam om door jou te worden onderhouden (vindt ondertussen, op verschillende plaatsen verstopt, drie briefjes van! 25,- en steekt deze bij zich) Je zult er nog van opkijken! (trekt zijn broek aan, schoenen, laat zijn kamerjas achter, neemt nog een . hap leverworst en gaat af)
Bart (van achter de deur) Erik, Erik, ik zal niet binnen komen, maar ik wil je nog wat zeggen. Je zult wel verbaasd zijn over mijn vasthoudendheid, maar toch wil ik de vrijheid nemen om je te attenderen op het feit dat het leven móói is! (steekt zijn hoofd om de deur; op dat moment sleept Alie aan één arm de bewusteloze Nel naar binnen; zij wordt gevolgd door Anna)
Anna Wacht, wacht, laat mij haar andere arm pakken ...
Alie Voorzichtig maar ... (slepen gezamenlijk uitermate onhandig Nel naar het midden van de kamer)
26
'-
Anna (tegen Bart die inmiddels weer is binnengekomen) Maak jij haar knoopjes los, ze moet lucht hebben ...
Bart Met alle soorten van genoegen (en hij gaat aan de slag)
Alie We moeten haar benen omhoog houden, dan stroomt het bloed naar haar hoofd (en voegt de daad bij het woord)
Anna (tegen Bart) Zo is het wel genoeg ...
Bart Het zijn nog maar twee knoopjes!
Nel (komt bij) Waar ben ik?
Alie Je bent weer bij de mensen (laat plompverloren Nel's benen los)
Nel (probeert overeind te krabbelen) Erik, waar is Erik? Hij is toch niet dood?
Bart Nog niet, Nel, maar het scheelt niet veel meer
Nel Nee! Dan moeten we vlug naar hem toe!
Bart Nee! Dat zou juist zijn dood betekenen!
Nel Wat kunnen we dan doen?
Bart Een harmonium!
Anna Een harmonium?
Bart Ja, net als in de kerk. Dat is de enige oplossing
27
Nel Wat moet Erik nou met een harmonium? Hij kan geen noot spelen
Bart Geld verdienen. Ik weet zeker dat hij geen zelfmoord pleegt als we een harmonium voor hem kunnen vinden
Anna Wat kost een harmonium?
Bart Een paar duizend gulden, denk ik
Nel Ik heb nog wel ergens! 75,-, maar een paar duizend gulden! Als we zoveel geld zouden hebben dan hoefde hij zich ook zonder harmonium niet dood te schieten!
Alie Wacht eens, mijn oude buurvrouw in de Smeedestraat, die heeft een harmonium. Ze is al 86 jaar en stokdoof
Anna Door dat harmonium?
Alie Ik zal eens met haar gaan praten
Bart Dat zal dan wel schreeuwen worden
Nel Ik ga met je mee. Maar doe dan wel wat ààn, Alie! (beiden af naar de kamer van Bart)
bedriif 1 / scene 7
Anna Bart, ik ben zo bang dat hij ... , voor het harmonium arriveert .. . , dat hij ... (maakt een wurggebaar)
28
Bart Daar kan jij wat aan doen! Je moet hem bezig houden tot ze terug zijn met dat instrument
Anna Maar hoe dan?
Bart Je gaat gewoon naar hem toe en je doet of je van niets weet. Je gaat gewoon een beetje met hem gekken
Anna Op mijn leeftijd? 't Is mijn schoonzoon!
Bart Nee, dat niet! Je gaat gewoon met hem praten, je vertelt hem bijvoorbeeld een mop!
Anna Ik ken helemaal geen moppen
Bart Dan verzin je er maar een paar. Het leven van jouw schoonzoon staat op het spel! Vertel hem dan die mop van die dominee ...
Anna Nee!
Bart Hè, wat zeg je?
Anna Nee
Bart Nee? Ik zei dominee, ja?
Anna Ja
Bart Ken je die?
Anna Nee ...
Bart Die dominee dus, ligt op een vroege zondagmorgen te woelen in zijn bed omdat hij zijn preek wil repeteren die hij een paar uur later moet houden. Hij roept plotseling uit: 'laten we één worden, één gemeen-
29
schap met elkaar'. Zijn vrouw wordt wakker en zegt: 'Nee Theofjel, een keer gemeenschap per maand is toch genoeg' (barst in lachen uit) Snap je hem?
Anna Van die vrouw begrijp ik niets
Bart Of van die kikker? Dat is ook een goeie! Er komt een kikker bij de dokter. Vraagt de dokter: 'Wat kan ik voor u doen?' Zegt de kikker: 'Ik heb zo'n last van mijn billen' (begint zelf al weer te lachen) Dan zegt de dokter: 'Met een half ons roomboter en twee teentjes knoflook tien minuten stoven in de pan!' (giert het uit) Begrijp je, dat soort moppen: pikant en toch niet schunnig! Houdt hem aan de praat, ik ga de dames helpen sjouwen (gaat af)
Anna God sta me bij, wat moet ik nu allemaal gaan vertellen. Een dominee en een kikker ... (gaat af richting keuken)
bedriif 1 / scene 8
Erik (komt op met een wazige blik; haalt een revolver uit zijn zak en laadt deze; loopt naar de tafel, gaat zitten en pakt een papiertje; schrijft) 'Als ik dood ben .. .'
Anna (op) Oh, Erik, ik was je al aan het zoeken. Zeg, ik ken een goeie mop, wil je die horen?
Erik Wat?
Anna Een goeie mop, om je dood te lachen!
Erik Nee!
Anna Dan zal ik hem vertellen! Er komt een dominee bij de dokter ... hoe ging hij ook al weer ... er was ook een kikker ... oh ja, er komt een dominee bij de dokter met een kikker op zijn hoofd. Vraagt de dokter: 'Wat kan ik voor u doen?' Ken je hem al?
30
frik Ja! De kikker zegt: 'Ik heb een gezwel aan mijn reet!'
Anna Nee, zo ging het niet, het had ook met vrijen te maken ...
frik Ach mens, rot op!
Anna (wanhopig) Maar Erik, die kikker. ..
frik Sterf met die kikker (werkt een zeer zorgelijke Anna de deur uit) en als je nog eens over die dominee begint duw ik die kikker door je strot! (gaat weer aan tafel zitten en strijkt zijn papiertje glad; leest) 'Als ik dood ben .. .' (schrijft verder) dan heeft ... (zeer snelle fade-out; het eerste bedrijf is afgelopen)
31
bedriif 2 / scene 9
(dezelfde ruimte als in het vorige bedrijf; er is echter opgeruimd èn er staat een harmonium; Erik zit achter of voor het manuaal met zijn instructieboekje; Nel en Anna zijn vol verwachting op de achtergrond eveneens aanwezig)
Erik (bladert in het boekje) Ik begin maar met de eerste les
Nel Gelijk heb je!
Anna Zo is James last ook begonnen!
Erik (leest) 'les één. Hoe te beginnen? Men neemt plaats voor het manuaal en opent de klep. Men ziet nu 36 toetsen, witte en zwarte, die men in gedachten van links naar rechts nummert van 1 tot en met 36. Druk nu toets 18 in en luister naar de klank (Erik telt zich een rotje, drukt vervolgens op de toets maar 'men' hoort niets; leest verder) ' Dit is de toon C' (kijkt op van zijn leeswerk) Dit moet de rusttoets zijn, als je even niet wilt spelen
Nel Nee, nou wèl doorgaan!
Anna Haal hem nou niet uit zijn concentratie!
Erik (doet of hij niets heeft gehoord; leest) 'Daarna drukt men achtereenvolgens de toetsen 19 tot en met 22, direct gevolgd door 16, 17 en daarna 23' (Erik doet het zonder enig hoorbaar gevolg; leest verder) 'Men heeft nu voor de eerste maal een volledige toonladder gespeeld. Wanneer men nu de toetsen achtereenvolgens in ogenschijnlijk -men lette op het woord ogenschijnlijk- willekeurige volgorde beroert speelt men harmonium. Einde les één. les twee .. .'
Anna Heb jij wat gehoord?
Nel Het is pas zijn eerste les!
32
frik Ik zei: les twéé! (leest weer) ' les twee. Hoe nu verder? Vóór men met de eerste les begint moet men de luchtpedalen leren te bedienen. Deze bevinden zich aan de onderzijde van het instrument. Men plaatst de linkervoet op het linkerpedaal en de rechter. .. ' (Erik kijkt op uit zijn boek) Ja, dat zal wel! (leest verder) 'Door nu vervolgens met beide voeten tegelijk in tegengestelde kadans de pedalen op en neer te bewegen ontvangt het instrument de lucht om de tongen, pijpjes, leertjes en rieten tot trilling te brengen (begint zeer heftig te trappen) Men oefent deze trapbeweging tenminste drie uur per dag gedurende twee weken voordat men overgaat tot les één'
Anna We waren toch al bij les twee?
Nel (kwaad tegen Anna) Hij moet het nog leren! (bidt) Heer in de hemel, stuur uw geest om even mee te blazen!
frik (kijkt kwaad op, maar trapt wel door) Als jullie nou niet even je mond kunnen houden stop ik er mee! (wil kwaad opstaan, legt beide handen op het manuaal om zich op te drukken; op dat moment klinkt tot ieders verbazing het eerste rijke accoord door de zaa\)
Nel Dat is het bewijs! God bestaat!
frik Vanaf vandaag hoef jij niet meer te werken!
Nel Waar moeten we dan van leven?
frik Ik heb het allemaal opgeschreven (graaft in zijn zak en haalt er een papiertje uit; leest) .. .Als ik dood ben dan heeft ... (stilte) Dat is het niet (stopt het terug en pakt een ander; leest weer) ... minstens f 450,- per week, afgezien van de fooien! (kijkt Nel aan) Begrijp je nu waarvan we zullen leven (wijst naar het instrument)
Nel Maar je kan toch nog niet spelen?
frik Je doet gewoon dit (speelt zonder te trappen een partijtje weg op het harmonium; geen noot is te horen; praat echter onverwijld door) Dank zij dit harmonium kunnen we nu ècht gaan leven. Stel je voor, ik kom thuis van een concert of ballroom dancing avond en ik zeg tegen je: ' Nel, hier, honderd gulden! Waar is mijn drankje?' En ik ga op de bank liggen en jij brengt me dan elke dag vers gerookte IJsselmeerpaling ...
33
Nel Die is niet meer te betalen, want die zit vol met kwik ...
Erik Wie betaalt dot, jij of ik? En wat dot kwik betreft, door leven we toch van: quick, quick, slow ... quick, quick, slow ...
Anno Alleen ...
Erik (draait zich om noor Anno) Hou jij je mond. Ik moet repeteren, luister noor mijn vorderingen (plotseling weerklinkt vanuit het binnenste van het harmonium -middels bond en luidsprekers- het zogenaamd gespeelde harmoniumspel, met tijdvertraging dus; Erik verstijft, ruggelings voor het manuaal gezeten; Anno en Nel zoeken steun bij elkaar; na circa 20 seconden houdt de muziek op en herleeft het tableauvivant; met kijkt elkaar aan, Erik herwint zich als eerste) Als dit geen wonder is ... Snel verder (pokt zijn boekje weer op; leest) Les drie. Een belangrijk advies. Men heeft nu kennis gemaakt met het instrument. Men stoot nu dus voor de beslissing door te gaan met de studie middels dit boekwerk en de volgende acht lessen door te nemen. Moor door zelfstudie zal men nooit als musicus aan de slag geroken. Professioneel musicus wordt men slechts door les te nemen bij de schrijver dezes, Theodor Hugo SchuItze .. .' ... godverdomme, die oplichter! ... 'het lesgeld bedraagt f 100,- per drie kwartier' ... Hoe hoolt die man het in zijn hoofd (borst in snikken uit) ... Nel, dit harmonium was mijn enige hoop voor de toekomst ...
Anna Moor Erik, wij zorgen toch ook goed voor je
Erik Dat is het precies, jullie zorgen té goed voor me. Ik leef op jullie zak!
Nel Maar we hebben nu toch ol een jaar long het hoofd boven water weten te houden ...
Erik En ik moor meedrijven! Dot wil ik niet, verdomme. Jullie hebben dit café en ik zit er moor bij, voor lul. Ik moor dankbaar zijn voor elke aardappel op mijn bord. Vroeger was het anders, toen ik nog werkte (stoot op en pokt een kopje) Wie heeft bijvoorbeeld dit kopje gekocht, dit schoteltje en deze borden? Ik! Als ik er nou een kapot gooi, kunnen jullie don nieuwe kopen?
Nel Natuurlijk!
34
frik Echt waar?
Anna Z~ker weten ...
frik Dat wil ik zien (gooit kopje kapot). En dit bord? Heb je geld om een ander te kopen?
Nel Ik denk van weL ..
frik Doe het dan! (smijt bord aan barrels) ... en dit bord?
Nel (snikt) Jo!
frik Daar gaat het dan! (weer een bord!) En deze schoteltjes?
Anna Erik, houdt op! Dit kan zo niet doorgaan!
frik Dat betekent dan dat we zo niet verder kunnen leven! Als je geen nieuwe borden meer kunt betalen, hoe kan je mij dan nog verder onderhouden? (pakt weer een bord)
Nel Natuurlijk wel (probeert bord van de vernieling te redden)
frik Dat zullen we zien! (gáát weer een bord) En deze vaas?
Anna !tegen Nel) Zeg nee!
Nel Nee, Erik
frik Hoepelen jullie dan maar op, allebei!
Nel Nee! (pakt vaas af van Erik) Wil je echt alles kapot gooien?
frik Alles
35
Nel Dat doe je niet!
frik Dat doe ik wel!
Nel Behalve dit! (smijt zelf de vaas kapot)
frik Wat gebeurt er toch allemaal met me? ... Willen jullie me asjeblief even alleen laten ... (Anna en Nel vertrekken, zij het met aarzeling)
bedriif 2 / scene 10
frik Alles kapot ... kopjes ... borden ... vaas ... leven ... Mijn hele leven! Vrede ... menselijkheid ... een kuil in de grond ... en er staan maar twee mensen bij. Dat is alles: het leven in een notedop !loopt naar de tafel) We hebben altijd kunnen rondkomen van haar bij elkaar gescharrelde centen, we zullen het ook nu wel weer overleven (doet lade open) Of niet? Ik denk van niet! (haalt papiertje uit zijn zak; leest) ... Als ik dood ben dan heeft ... (pakt pen en schrijft verder; laat beschreven papiertje op tafel liggen en pakt een revolver uit de la; zet deze tegen zijn slaap) Erik, daar gaat je vers gerookte Ijsselmeer paling, dit is het antwoord. Tel tot vijf en haal de trekker over! (doet zijn ogen dicht) Een, twee, drie ... (er wordt op de buitendeur gebonsd; Erik stopt de revolver snel in zijn zak; roept) Wie is daar? (deur vliegt open en Pieter van der Kolthoorn jr. stormt binnen) Pieter Ik hoop niet dat ik stoor? Gaat u toch vooral door met datgene waar u mee bezig was! frik Oh nee ... Ik heb geen haast. Wie bent u en wat komt u doen? Het café is nog gesloten Pieter Zou ik mogen vragen met wie ik het genoegen heb ... frik Oh ja, mijn naam is ... eh, ik kan er niet opkomen ... ach , Sprokke reef, Erik Sprokkereef...
36
Pieter Aangenaam. Ik ben misschien wat vrijpostig, maar dan bent u dus degene die van plan is zichzelf dood te schieten? frik Wie heeft u dat gezegd? Hoe komt u daarbij? Dat moet echt iemand anders zijn! Pieter Heus? Hoe kan dat nou! Ik heb toch het goede adres gekregen ... (ziet het papiertje op tafel liggen) Hé, wat staat hier op? (leest) 'Als ik dood ben dan heeft niemand anders dan ikzelf daaraan schuld. Erik Sprokkereef' Dat bent u toch? frik (aarzelend) Ja Pieter Kom, kom, Sprokkereef. Dat kan toch niet! Wie heeft daar nou wat aan? (leest) , ... dan heeft niemand anders dan ikzelf daaraan schuld~U bent het toch met me eens dat dit niet kan? U moet juist uw stem verheffen en de wereld aanklagen! U wilt uzelf doodschieten. Prachtig! Maar doe het dan tenminste voor een goed doel! Doe het als slachtoffer van de maatschappij. U bent niet alleen op de wereld. U bent zelf werkeloos en met u 800 000 andere Nederlanders. Kijk eens om u heen en wat ziet u? Ook precies 800 000 gastarbeiders! Als zij vandaag zouden vertrekken hebt u morgen weer een baan! Maar wie durft zoiets hardop te zeggen? Niemand. De politici zwijgen, de intellectuelen zwijgen. En waarom houden zij hun mond? Omdat niemand hun mening vraagt. Maar de doden spreken de waarheid. Ik ben naar u toegekomen, Sprokkereef, omdat u al met één been in het graf staat. Ik kom namens alle weldenkende mensen .. . frik Leuk u te ontmoeten. Gaat u zitten ... Pieter U neemt afscheid van het leven. Daarin heeft u gelijk. Het leven kan soms ondragelijk worden, maar als dat zo is, dan moet het toch iemands schuld zijn? Ikzelf, in mijn positie, kan me daarover in het openbaar niet uitlaten, maar, u bent daar wel toe in staat. U heeft niets meer te verliezen. U bent tenminste een vrij man. Zeg eens eerlijk, frank en vrij ... aan wie geeft u de schuld? frik Ik? Pieter Ja, u!
37
frik Aan Theodor Hugo Schuitze ... Pieter (vraagtekens in zijn ogen) Ongetwijfeld is hij schuldig. Maar hij niet alleen! U moet ze allemaal de schuld geven. Ik ben bang dat u nog niet helemaal begrijpt wáarom u zich wilt doodschieten. Mag ik het u uitleggen? frik Nou ... heel graag Pieter Sprokkereef, u sterft omdat u pal wil staan voor de waarheid! frik Daar zit wat in ... Pieter Maar de waarheid kan niet eeuwig wachten. Zet er spoed achter. Verscheur dit papiertje (wijst naar het briefje op de tafel) en schrijf een ander. Beschrijf de situatie waarin de werkelozen verkeren en de enige reden waarom dat zo is! En stel de vraag waarom bij de oplossing van dit probleem geen beroep wordt gedaan op die fijngevoelige, loyale en ervaren man die Pieter van der Kolthoorn jr. toch onmiskenbaar is ... frik Wie is dat dan? Pieter Dat ben ikzelf. Wanneer u zo'n laatste wil opstelt, zal uw zelfmoord een heldendaad zijn. Uw dood zal het in slaap gesuste geweten van ons land wakker schudden. Uw foto zal op de voorpagina's van alle kranten verschijnen. Uw dood wordt het gesprek van de dag! frik Dat klinkt aantrekkelijk. Ga door ... Pierer landelijke politici zullen zich rond uw kist verzamelen om eer te bewijzen aan degene die eindelijk zijn mond opende om de waarheid te zeggen. U zult worden overstelpt met rouwkransen en uw katafalk zal, onder bloemen bedolven, door witte paarden, gedekt door zilvergerande zwarte kleden, naar uw laatste rustplaats worden getrokken! frik Dat is pas leven!
38
Pieter Ik zou ook mijzelf kunnen doodschieten, Sprokkereef, maar dat kan ik niet. Een kwestie van principe. Wel, we zijn het eens met elkaar. U schrijft een bondige afscheidsboodschap .. . misschien is het beter dat ik dat voor u doe? Dan hoeft u alleen maar te tekenen en daarna te schieten ... frik Doe geen moeite, ik kan het zelf weL .. Pieter U bent een held. laat mij u omhelzen (omarmt Erik) Zelfs toen mijn moeder stierf heb ik niet gehuild ... maar nu ... (gaat snikkend af) frik Zo krijgt het leven zin! Witte paarden met zwarte kleden! Ik ga het meteen opschrijven (zoekt naar papier) De waarheid van de werkeloze ... Precies zoals het is. Waarom zij wel en ik niet? Nou nog een papiertje! Even naar de winkel (wil aflopen: Nel op)
bedriif 2 / scene 11
Nel Waar ga je naar toe?
frik Papier kopen, om de waarheid op te schrijven. Geef je me even mijn jas en een knaak? Oh ja, wat ik je nog moet zeggen: ga je een beetje optutten want er komen straks politici over de vloer. Dat schept verplichtingen!
Nel Wat moet ik dan aantrekken?
frik Doe een kettinkje om of knoop een shawl in je bloes, maar was in elk geval je haar (Nel overhandigt jas en rijksdaalder) en zet alvast maar thee! (Nel af; trekt jas aan en bekijkt zichzelf in de spiegel; Anna steekt haar hoofd om de deur)
Anna Erik, er is hier een dame die je wil spreken
39
Erik Laat haar maar binnenkomen (Abigaël Hooghordel, transvestiet, wiegt naar binnen)
Jansje Ik kom voor Erik Sprokkereef, ben jij dat?
Erik Ja
Jansie Mag ik mij voorstellen (steekt hand naar voren om een handkus te ontvangen) Abigaël Hooghordel, maar zeg maar Jansje ...
Erik Jansje?
Jansie Nu wij elkaar kennen zou ik je een klein verzoekje willen doen
Erik Zeg het maar
Jansie Als je je toch gaat doodschieten, schat, zou je dat dan om mij willen doen?
Erik Hoezo ... om jou?
Jansie Doe niet zo flauw, Erik. Doe het toch om mij ...
Erik Dat kan niet meer. Ik heb het al aan iemand anders beloofd
Jansie Aan wie dan wel? Toch niet aan Truitje Ouwerkerk? Waarom heb je dat gedaan? Hoe kon je dat doen? Als jij je voor die slet doodschiet dan wil Jan-kees niets meer met me te maken hebben. Als je het voor mij doet dan laat Jan-kees háár vallen. Kijk, Jan-kees is zo gevoelig hè, maar Truitje is een smerige teef en zo jaloers! Zij wil het alleen maar op z'n frans, maar toen ik hem laatst vroeg of mijn borsten al groot genoeg waren om met die rottige hormoon pillen op te houden had je haar moeten meemaken! Hij zat net gezellig met zijn handen in mijn bloese en toen beet ze een stuk uit haar glas! En ze heeft niets anders aan haar kop dan zijn lijf: vlees om in te bijten! Maar ik, ik wil de geest, de spiritualiteit! Kies voor verstandelijke liefde en schiet je neer om mij! Honderd jonge jongens zullen je kist begeleiden en net zoveel jonge meiden ...
40
frik .. . gedekt met zilvergerande zwarte kleden ...
Jans;e Wat zei je?
frik (loopt op haar af met wazige blik) Sorry, ik laat me even gaan .. .
Jans;e Nee niet doen, nou niet zoenen!
frik Ik wil je alleen maar ...
Jans;e Dat begrijp ik, dat begrijp ik ... Daarom moet je nu Truitje Ouwerkerk afzeggen
frik Ik wil je alleen maar zeggen dat ik met háár nog nooit een woord heb gewisseld!
Jans;e Dat komt dan nog wel! En dan begint ze te praten over haar buik, dat iedereen helemaal gek is van haar buik, geen onsje vet en zo glad! Ze scheert zich daar, zelf gezien! Maar neem nou haar gezicht ... Kom eens wat dichterbij, zie je niets aan me?
frik Nee
Jans;e Echt niet? Als je hier niet kunt zien dat mijn gezicht buitengewoon knap is, Erik, lieverd, ga dan met me mee naar huis. Daar heb ik een vergrootglas en dan mag je me hélemaal bestuderen .. .
frik Nou zeg ...
Jans;e En niet alleen mijn gezicht! En daarna drinken we koffie en dan zet je alles op papier! .
Erik Op papier?
Jans;e Wat je voor mij voelt, schat. Dat je van mij helemaal hoteldebotel bent, maar dat ik je geen tegenliefde bood en dat je er daarom een einde
41
aan maakt. Dot ik dot jou allemaal moet vertellen, je bent zelf toch ook een romanticus?
frik Oh jo, altijd ol geweest ...
Jans;e Zie je wel, kom go je mee? (Nel op met een emmer water, zeep en handdoek) Vooruit, ze gaan hier de vloer schrobben .. .
Nel Niks de vloer, ik go mijn hoor wassen
Jans;e (tegen Nel) Zei ik wat tegen je? (Nel of met attributen; tegen Erik) Wie is die visvrouw?
frik Dot is ... jo eh, ... dot is de werkster (Anno op met stoffer en blik)
Anna Go je weg, Erik? De thee is klaar, wil mevrouw misschien een kopje?
frik Zeker niet! Ruim jij de kamer nou moor op; ik go met deze dame ergens ... koffie drinken (gaan of; onderwijl) Dot is de moeder van de ... werkster (beiden nu echt af)
. bedriif 2 / scene 1 2
Anna (goot op hoor knieën het kapotte aardewerk bij elkaar vegen; als ze het bijna aan kont heeft -uit praktische overwegingen moet het toneel immers scherfvrij zijn- komt Johan Junte, hulppostbode op; deze kijkt om zich heen, moor ziet niemand; op de achtergrond is Nel zichtbaar, slechts gekleed in BH en slip, die hoor horen droogt met een handdoek; Johan loopt op zijn tenen naderbij om hoor te bekijken; Anno richt zich op) Hé Junte, geil mannetje, waarom sta je zo noor Nel te gluren?
Johan (schrikt zich wezenloos, moor hij herstelt zich wonderbaarlijk snel) Voor mijn studie, mevrouw
42
Anna Wat studeer je dan wel?
Johan Ik bestudeer de vrouwelijke anatomie, mevrouw
Anna Dus toch gewoon gluren, jongeman
Johan Echt niet, mevrouw
Anna Hoe oud ben je?
Johan Achttien jaar, mevrouw
Anna Kijk dan naar de meisjes van je eigen leeftijd en niet naar fatsoenlijk getrouwde vrouwen
Johan Mijn studie betreft de vrouwelijke anatomie van 8 tot 80 jaar. Daarom zou ik u ook wel eens wat nader willen bestuderen (loopt naar Anna toe)
Anna Help!
Nel (op; heeft inmiddels een kamerjas aangetrokken) Wat is er aan de hand?
Anna Hij wil me bestuderen!
Nel Doe niet zo gek, mam! (tegen Johan) Kom je de post brengen, Johan?
Johan Nee, ik kom in verband met de komma's en de punten ...
Nel (begrijpt hier uiteraard niets van) Komma's?
Johan Ja, èn punten! Ik kom nou niet als hulppostbode, maar als schrijver voor de krant. Maar ik weet niet zo goed raad met die punten en komma's
43
-----
-
-
-
Nel (neerbuigend maar toch lief) ZÓ, schrijver, je bent volwassen geworden, Johan. Dan zul je nu wel snel trouwen!
Johan Trouwen?
Nel Als je gaat schrijven, dan ben je verliefd! Hoe heet je inspiratiebron?
Johan Inspiratiebron?
Nel Ja, hoe heet ze?
Johan Bart Buurkes!
Anna Hij is gek geworden, verliefd op Bart Buurkes!
Nel Nee toch?
Johan Jazeker! Ik word helemaal gek van die man! Ik ben bijna radeloos! En daarom ben ik gaan schrijven . Ik pakte mijn pen en ik schreef en schreef, het ging gewoon vanzelf!
Anna Waardoor heeft hij je zo geïnspireerd?
Johan Door zijn erotische gedrag!
Anna Hoor nou toch eens!
Nel Maar wat heb je dan in vredesnaam geschreven?
Johan Een ingezonden brief aan de Alburgse Courant. Als jullie mij beloven me te helpen met de komma's en de punten zal ik die voorlezen. Is dat goed?
Anna Vooruit dan maar ...
44
Johan (haalt uit zijn binnenzak een stuk papier en leest de tekst daarop monotoon voor, er staan immers geen punten of komma's in) Geachte redaksie ik grijp de pen om u te weizen op een schandalige situatie in onze stat want wanneer je plotseling wort onderbroken in je studie waar je dagelijks al je vrije uren aan weit te weten de studie van de vrouwelijke anatomie dan pik ik het niet langer dat de enigste studiebron waaruit te putten valt is drooggevallen ik bedoel natuurlijk de videotheek van de heer Bart Buurkes waar ik elke week mijn studiemateriaal vandaan kon halen steeds weer de vrouwelijke anatomie dit kan niet langer want de videotheek is gesloten wegens persoonlijke omstandigheden staat op een bordje achter het raam schandelijk ik weet waarom Buurkes persoonlijke omstandigheden zijn dat hij met Alie van Schootbrugge als een geile beer legt te wippen en wel in een kamer van een pension hier in de stat en daar kompt nu al meer dan een week geen einde aan en de deur maar gesloten en ik ken fluiten naar mijn studie wat ik niet langer pik want dan kom ik achter en ken het verder wel voor gezien houden ik bedoel dus geen video' s meerte kijken en geen vrouwelijke anatomie daar moet een einde aan komen was getekend twaalf postbodes ...
Anna Hebben die twaalf postbodes allemaal ondertekend?
Johan Nee, alleen ik
Anna Waarom schrijf je dan: 'Twaalf postbodes'
Johan Dat is mijn pseudoniem
Anna Je bent gek geworden! Je moest je schamen, als ze dit publiceren is die man geruïneerd ... (Alie en Bart op)
bedriif 2 / scene 13
Bart Is Erik al thuis, Nel?
Nel Nee, maar je komt als geroepen. Dit is Johan Junte, de hulppostbode. Ik denk dat hij je wat wil vragen ...
45
Bart Zeg het moor ...
Johan Het goot er om waar ik de komma moet zetten in de volgende zin (leest) ... 'als een geile beer legt te wippen en wel in een kamer .. .'
Bart Achter 'wippen' en 'legt' moet 'ligt' zijn
Johan Bedankt! Gouw noor de redaktie ... (of)
Nel Hoe heb je dot nu kunnen doen, Bart! Je hebt hem geholpen met een komma, moor weet je wel wie die geile beer is?
Bart Geen idee!
Nel Dot ben jij!
Bart Ik?
Alie (tegen Bart) Nou geen gekanker over komma 's, bij welke slet heb jij een punt gezet?
Bart Alleen bij jou!
Anna Bij niemand anders ...
Alie Hoe durven jullie mij een slet te noemen
Nel Hij heeft een ingezonden brief geschreven over jullie samen omdat hij weer pornofilms wil huren in de videotheek
Bart Vlug, go achter hem aan ... Ik gooi de zaak weer open. Probeer hem asjeblief tegen te houden (Nel en Anno of) Wat moeten we nou doen, Alie?
Alie Maak je moor niet druk. Het loopt met een sisser of. Door sta ik voor in.
46
Zullen we noor je kamer gaan om nog even gezellig over je vrouw te praten? (beiden of; Joop Bot, slager, op)
bedriif 2 / scene 14
Joop Hallo, is hier iemand? (Anton Engeltjes, schrijver van beroep, op) Anton Mag ik binnenkomen? Bent u Erik Sprokkereef? Jaap Nee, ik sta ook op hem te wachten Anton Dot zie ik... (Herman Grootkorzijn, een geestelijke, op) Herman (tegen Anton) Neem me niet kwalijk, Sprokkereef.. .? Anton Ik? Nee, het spijt me .. . Herman (tegen Joop) Don moet u het zijn! Jaap Gelukkig niet! IPieter op) Herman Dit is don Sprokke reef! Pieter Zeer zeker niet! (Bart op) Kijk, mijnheer Buurkes! Jaap Ho, die Bart! Bart Hallo slagertje! Wat heb je in de aanbieding? (Truitje Ouwerkerk, hoer, op in beroepsuniform) Truitje Bart, ik wil mijn geld terug! Kom op met die vuurtoren
47
Bart (probeert haar te sussen) Niet waar al die mensen bij zijn!
Truit;e Jij probeert me te bedonderen, Buurkes! Je hebt me voor de gek gehouden met die Sprokkereef. Waarom ben ik ook zo stom geweest jou dat geld te geven? En nou gaat hij zich doodschieten voor d ie b isexuele trien! En je hebt nog wel beloofd dat hij het voor mij zou doen en nu is hij op stap met die Jansje Hooghordel. .. Anton Neem me niet kwalijk, maar wie is Jansje Hooghordel? U heeft Sprokkereef aan mij beloofd Herman Aan hèm, mijnheer Buurkes? Ik heb u er al voor betaald namens de gehele kerkgemeente!
Bart Maar beste mensen, luister nou eens even! Waarom kopen mensen een lot in een loterij? Alleen maar om een kansje te wagen, je geluk te beproeven. En dat geldt ook voor Erik Sprokkereef. Onze dierbare dode is nog steeds springlevend. Hij heeft tal van aanbiedingen gekregen, jullie zijn niet de enigen die ervoor hebben betaald. Ik zal er een paar voorlezen (haalt bundeltje papier uit zijn zak) ' ... Als ik dood ben is dat uitsluitend te wijten aan het vreemdelingenbeleid van onze regering ... ', of hier' ... Ik sterf ter ondersteuning van de doelstellingen van de Vereniging voor Euthanasie .. .'
Jaap Een mooie gedachte ...
Bart (gaat onverstoorbaar verder) Of bijvoorbeeld deze' .. .lk maak er een einde aan omdat ik niet langer kan leven in een maatschappij waar géén plaats is voor mensen die hun kinderen niet willen laten inenten en die uit principe geen ziektekostenverzekering willen afsluiten ... ' Zo zou ik nog even kunnen doorgaan. AI deze verklaringen zullen aan hem worden voorgelegd en ik kan echt niet voorspellen welke hi j kiest!
Pieter Ik kan stellen dat hij zijn keuze al heeft gemaakt. Hij gaat zich doodschieten voor de het idee van ónze partij, dat heb ik een half uur geleden persoonlijk met hem afgesproken
Bart Dat is geen manier van doen! Alles moet worden geregeld door mij als tussenpersoon. U hebt geen recht op enige voorkeursbehandeling!
48
Pieter Zoek dan een ander lijk voor je klanten. Zij kunnen best nog even wachten!
Bart Dat geldt even zo goed voor u
Pieter Maar niet voor mijn partij, dit is onze enige hoop op erkenning!
Jaap Ook het slagersvak heeft het moeilijk! Iedereen koopt zijn vlees tegenwoordig bij de supermarkt en niet meer bij ons, kleine middenstanders; denk aan het vlees ...
Anton .. . en de kunst!
Jaap Kunst, zei je dat? Het runnen van een slagerij, dát is pas een kunst!
Anton Kunst is tegenwoordig ook een bedrijf. Docht je dat wij schrijvers het ons kunnen permiteren alleen maar romans te schrijven? Nee, om de andere dag moeten we opdraven om in een of ander gat vier boeken te signeren of een lezing te houden voor de Vereniging van huisvrouwen, of deel te nemen aan een of ander stom televisieforum, alleen om een paar rotcenten te kunnen verdienen! Dank zij de TV leest niemand meer een boek. De televisie en de video (kijkt vals naar Bart) vreten ons schrijvers de kads van het brood ...
Bart Neem dan pindakaas ...
Pieter Wij willen enkel dat de overheid naar ons luistert, dat er rekening wordt gehouden met onze wensen
Herman We moeten de jeugd zien te winnen!
Pieter Hoe dan wel?
Anton Hoe? Met ideeën natuurlijk!
Pieter Vroeger hadden de mensen een idee, waarvoor ze desnoods wilden sterven. Tegenwoordig hebben mensen die willen sterven geen ideeën meer. En de mensen die wèl ideeën hebben willen niet sterven.
49
Tegen die ontwikkeling moeten we vechten. We hebben meer ideologische doden nodig! Herman Erik Sprokkereef is koren op onze molen Jaap Sorry ... ónze molen! Anton Precies, onze molen en niet de uwe Pieter Waarom die van jullie en niet die van ons? Herman Niet waar, het blijft die van ons! Jaap ... van ons! Bart Mensen asjeblief, laten we geen ruzie maken! Deze bijzondere overledene is gemeenschappelijk bezit. We zouden er immers allemaal gebruik van kunnen maken! Truit;e Wel wat mager ... één dode voor ons allemaal Anton Die dode man is niet van belang. Wat telt is datgene wat na zijn overlijden voortleeft ... Jaap Als je dood bent, ben je dood. Neem dat maar van een slager aan! Herman Maar zijn geest leeft voort in alle eeuwigheid. Amen (Erik op)
bedriif 2 / scene 1 5
frik Komen jullie allemaal voor mij? Pieter We hebben je hoogstpersoonlijke, altruïstische beslissing vernomen
50
Jaap U bent onze laatste hoop Herman U bent een martelaar, moor ónze verlosser, één, heilig, algemeen en apostolisch Anton Een held! Truitie Mijn lieve held ... frik Echt? Truitie Je hoeft niet zo bescheiden te zijn, Erik, je bent en blijft mijn allerliefste held! (woelt door Eriks hoor) Pieter Heb je ol besloten wanneer je je goot dood schieten? frik Nog niet ... Truitie lieverd, je bent wel heel bescheiden ... Pieter Don stel ik voor dot je het vannacht om twaalf uur precies doet. Schikt dot? frik Middernacht? Herman Er komt een afscheidsdiner! Truitie Allemaal voor jou! Pieter Zullen we don zeggen: om tien uur vanavond in het restaurant bij de hoven? frik Alom tien uur ... ?
51
Pieter Het feestdiner!
Erik Oh, het diner ... ja, dat komt me wel uit ...
Pieter Mooi zo, dat is dan afgesproken. Het feest begint om tien uur en om twaalf uur precies ga jij voor het laatst op reis ...
Erik Waarheen?
Pieter Dat zou ik je niet kunnen zeggen ...
Anton Naar een onbekende verte ...
Jaap Misschien naar het niets!
Herman Of het
01. ..
Truitje Je zult het eerder weten dan wij .
Bart Tot straks lallen af, behalve Erik)
bedriif 2 / scene 16
Erik Op reis ... ! Wat doe ik met mijn portefeuille? Die geef ik aan mijn broer ... en mijn dikke winterjas ... ? Ook aan mijn broer. Wat is er nog meer. .. , mijn goede broek! Die doe ik zelf aan, ideaal voor het feest INel en Anna op)
52
Nel Oef! Het zweet staat op mijn rug. Was dat rennen? We hadden die postbode bijna niet meer ingehaald! frik Zouden jullie deze broek nog even willen opstrijken? Ik wil hem straks aandoen ... Nel Waar wil je dan naar toe? frik Ik eh .. . ik ... ik heb een baantje gevonden! Nel Echt waar? Wat heerlijk! Wanneer moet je beginnen? frik Vannacht, om twaalf uur precies. Het is nachtwerk ... Nel Eindelijk? Wat is het voor een baan, toch niet tijdelijk? frik Nee, ik denk dat het wel blijvend zal zijn ... Nel Mam, pak jij de strijkbout (Nel en Anna af met broek) frik Om twaalf uur precies! Als ik het doe, waar zal ik dan om half één zijn? Wie het weet mag het zeggen ...
bedriif 2 / scene 1 7
frik (oud vrouwtje op met een klein jongetje aan de hand; het jongetje draagt een klein valiesje) Vrouwtje Heeft u er bezwaar tegen dat ik dit jochie even bij u achter laat?
frik Wie is het?
53
Vrouwt;e Hij komt bij zijn tante logeren, maar ze is niet thuis en de deur is op slot. Als u even op hem past ga ik haar zoeken . Het is een lief mannetje. Ik ben zo terug ... (af; jochie gaat op de grond zitten)
frik Wat denk jij ervan, mannetje? Stel je eens voor dat je straks om twaalf uur deze revolver pakt ... en de loop daarvan in je mond steekt ... Goed, laten we daarvan uitgaan. Je steekt hem dus in je mond ... Dan gaat er een seconde voorbij. laten we die seconde eens filosofisch bekijken. Wat is een seconde? Tik-tak. Ja ... , tik-tak. Maar tussen de tik en de tak bevindt zich een muur. Met andere woorden: de loop van de revolver. Snap je? Aan de ene kant tik en aan de andere kant tak. En let nou op, tik ... dan is alles er nog, maar tak ... dan is er niets meer. Niets. Snap je? Hoe komt dat? Dat komt omdat ... kijk ... er zit ook nog een trekker aan die revolver. laten we die trekker nou eens filosofisch bekijken. Goed, je legt je vinger er omheen. Kijk, zo. En nu haal je de trekker over. Op dat moment gaat de revolver af... pief-paf. Pief... dan zijn we nog bij tik, maar bij paf zijn we al bij tak. Kijk, wat pief en tik betreft ... dat kan ik mijn heel goed voorstellen, maar paf en tak ... daar begrijp ik niets van. Tik ... en ik zit nog hier ... met jou, met mijn vrouw, mijn schoonmoeder, de zon en de lucht en het water. Maar dan komt tak en weg ben jij, mijn vrouw, mijn schoonmoeder, zon, lucht en water ... hoewel, ook dat kan ik mij nog voorstellen ... Maar dat ik dan van mezelf weg ben, nee ... daar begrijp ik absoluut niets van! Hoe kan ik er nou zijn zonder mezelf? Kan je mij volgen? Ik, Erik Sprokke reef, in eigen persoon, ik als mens... laten we die mens eens filosofisch bekijken. Darwin heeft geschreven dat de mens een cel is ... In die cel zit de ziel die er naar hunkert te ontsnappen. Daar kan ik inkomen. Goed, nu schiet je de kogel dwars door de celwand heen en je ziel ontsnapt. Hij vliegt weg, naar de hemel of zo iets. Daar komt hij bij de poort en Petrus vraagt: 'Wiens ziel ben jij?' 'De ziel van Erik Sprokkereef, mijnheer' 'Heb je geleden?' 'Ja mijnheer, ik heb heel veel geleden' 'Dan mag je binnenkomen' ... en dan ben je binnen! Dat kan ik mij allemaal voorstellen, maar ... als die cel eens leeg was? Als de ziel helemaal niet bestaat? Wat dan? Wat denk jij ervan? Bestaat er een leven na de dood? Nou? (schudt het jongetje door elkaar) Vooruit, doe je mond openl (oud vrouwtje op)
Vrouwt;e Ik heb zijn tante gevonden. Ik neem hem weer mee; hij zal wel niet lastig zijn geweest, hij is namelijk doof-stom! Nou, bedankt hoor (af)
frik Vannacht dus, om twaalf uur! (donkerslag; ook het tweede bedrijf is nu voorbij)
54
bedriif 3 / scene 18
(men hoort muziek en zang van veel mensen op een overigens nog donker toneel; langzame fade-in en men ziet een restaurant; rond tafeltjes zitten of hangen Jaap Bot, Bart Buurkes, Anton Engeltjes, Herman Grootkarzijn, Alie van Schootbrugge, Jansje Hooghordel, Truitje Ouwerkerk, Erik Sprokkereef en een violist; Herman zit achter het toevalligerwijze ter plekke aanwezige harmonium en speelt tezamen met -het klinkt onwaarschijnlijk- de Steh-geiger een zatladderijlied, dat door alle aanwezigen wordt meegezongen; Erik hangt met een feestmuts op en voorzien van serpentines, lam, tussen de anderen in; confetti is voorhanden en wordt zonodig ruim gehanteerd)
Allen (zingen) Erik, je hebt nu nog even Erik, je bent nu nog hier Strakjes verlaat jij het leven Erik, zo dood als een pier ... (lied wordt zonodig een- of tweemaal herhaald; na afloop luid applaus; iedereen praat door elkaar)
Pieter Een rondje voor de hele zaak!
Allen Hoera I Dat gaat er wel in I Dat wordt mijn zesde I (etcetera; woorden van gelijke strekking worden moeiteloos door alle aanwezigen geïmproviseerd; glazen worden vliegensvlug gepakt en/of uitgedeeld)
Pieter Erik, daar ga je!
Allen Proost! I Op je gezondheid I Santjes I (etcetera; zie boven)
Truitje (zit aan Erik te plukken) Oh Erik, vandaag houd ik van je! (zoent hem op zijn wang) frik Hoe laat is het?
Jensje (aan de andere kant van Erik) Nog lang niet twaalf uur, schat! (zoent hem op zijn andere wang; Truitje en Jansje kijken elkaar aan met vernietigende blikken)
55
frik Hoe lang is nog lang niet?
Truitje Gewoon, nog lang niet! Je moet nergens aan denken!
Jansje Neem er nog een! (duwt hem een glas in zijn handen)
Herman (is inmiddels weggelopen van het harmonium; duidelijk wat aangeschoten; tegen Alie) Een dominee gaat voor het eerst van zijn leven naar een sauna ...
A/ie (proest het uit) Hou op, man! Naar de sauna ...
frik (tegen de violist, die ondertussen rustig doorspeelt) Hé, violist!
Violist Een verzoeknummer, mijnheer?
frik Nee, ik wil weten hoe laat het is ...
Violist (raadpleegt zijn horloge) Bij twaalven, mijnheer ...
frik Is het al zo laat?
Violist Ja, mijnheer. ..
Herman ... hij heeft zijn broek al uit en bukt zich voorover om zijn sokken uit te doen ...
A/ie (gillend) Stop! Stop!. ..
Pieter Dames en heren! (maant tot stilte) Wij zijn vanavond bij elkaar gekomen om onze held, Erik Sprokkereef, uitgeleide te doen naar ... , laat ik zeggen een betere wereld, beter dan de onze. Want van al degenen die daarheen zijn vertrokken is nog niemand weergekeerd ...
Allen (instemmend gemompel) Zo is het maar net I Hij liever dan ik I leder op zijn beurt I (etcetera; zie boven)
56
Violist Ach, goot hij emigreren?
Pieter Nee, hij goot nog verder: hij zal deze planeet verlaten ... (kijkt verheven naar boven)
Violist (knikt begrijpend) Ruimtevaart! (tegen Erik) Is u misschien Wubbo Ockels?
Jaap (trekt violist opzij) Bemoei je er niet mee!
Stemmen Stilte! (iedereeen zwijgt, behalve)
Herman ... merkt hij opeens dat hij in een homo-sauna is beland ...
A/ie Hoezo?
Herman ... hij voelde plotseling nattigheid!!! (AI ie stikt van de lach en Herman doet vrolijk mee)
Pieter Stilte! (bestraffende blik richting beiden) Laten we nu een laatste dronk uitbrengen op onze dappere voorvechter, onze held, ik mag wel zeggen, op ons aller, aller Erik .. .
Allen Jo, op Erik I Op Sprokkereef I Onze held! I (etcetera; zie boven)
Erik (stoot moeizaam op) Lieve vrienden ...
Stemmen Shhht!
Pieter Stilte asjeblief. Mag ik even de aandacht (iedereen zwijgt) Wil je nog wat zeggen, Sprokkereef?
Erik (kijkt langzaam om zich heen) Hoe laat is het nu precies? (het blijft even stil)
Truitje Mallerd, wat maakt dot nu uit? Neem er nog een ...
57
Pieter Ober! Champagne! Muziek! (violist begint weer dapper te spelen : 'Sag beim Abschied, leise Servus .. .' ; overal geroezemoes)
Herman (gaat naar Erik toe) Er is een tijd van komen en er is een tijd van gaan. Jouw tijd van gaan is nu gekomen. Jongen, mijn zegen heb je .. .
Jaap Zo een moment doet je tóch wat!
Pieter (omarmt Erik) Toen mijn moeder stierf heb ik geen traan geplengd, mijn arme moeder. Maar nu ... , nu ... (snikt het uit aan de borst van Erik dit dat maar knap ongemakkelijk vindt)
Anton Ik heb een afscheidsvers geschreven en dat zal ik nu voorlezen (leest:) Sprokkereef, Sprokkereef oh, wat een heldendaad dat jij je doodschiet voor ons allemaal! Zo wordt bewezen dat zellufmoordneigingen toch weer van nut zijn voor ons ideaal! (allen applaudiseren; Anton wil Erik het gedicht overhandigen, maar bedenkt zich) Ik bewaar het liever zelf, dan kan ik het later nog publiceren in mijn nieuwe verzamelbundel (duwt Erik terug op zijn stoel en stopt het vers in zijn binnenzak)
bedrijf 3 / scene 19
Jans;e Ik zal op mijn eigen manier afscheid nemen van onze, .. . maar vooral mijn goede, echte, lieve vriend Erik. Ik wil het beste geven dat ik heb. De laatste beelden die jij van deze wereld zult bewaren, zullen die van mij zijn! (tegen Herman, weer achter het harmonium, en de violist) Heren, graag een muziekje! (zwoele nachtclubmuziek klinkt op en het licht tempert; Jansje begint aan een langzame striptease; na twee of drie kledingstukken springt Truitje driftig naar voren)
Truit;e Wat ben jij van plan?
58
Johan Shhht, laat haar nou!!!
Jans;e Ik doe mijn act, zoals je ziet, speciaal voor Erik ...
Johan Voor ons allemaal! (tegen Anton, die naast hem zit) Vrouwelijke anatomie, dat studeer ik, weet u wel?
Truit;e Noem je dat een act? Je staat je gewoon uit te kleden ...
Jans;e (gaat rustig verder met haar bezigheden) ... sommigen kunnen zich permiteren ...
Truit;e Gaan we katten?
Jans;e ... te laten zien wat ze in huis hebben ...
Johan (gretig) Ja, graag!!
Truit;e Wat ze in huis hebben! Wil jij misschien je buik laten zien? De hemel beware me, jouw buik ... ! Neem dan de mijne, nog vanmiddag zei niemand minder dan Jaap Bot...
Jaap Oh, nee! (kruipt weg)
Truit;e Truitje, zei hij, jouw buik zal ik nooit vergeten ...
Jans;e (stript nog steeds door, maar het einde is nog lang niet in zicht) Jouw buik, laat me niet lachen! Wacht maar eens af...
Truit;e Dat zullen we zien! (begint driftig haar rok omhoog te sjorren)
Johan Joh! Joh! Jaaah!
59
bedriif 3 / scene 20
Erik Vrienden ... (komt wederom moeizaam overeind; de muziek stopt abrupt, evenals de handelingen van de beide dames; licht terug in oorspronkelijke stand) ... vrienden ...
Stemmen Shhht... (iedereen zwijgt)
Erik Ik heb nog één vraag ...
Pieter Voor de dag ermee, nu kan het nog ...
Erik Er is nog één ding dat ik van jullie wil horen ... Als iemand het weet, zeg het dan ... Bestaat er nog leven na de dood?
Bart Leven na de dood? Dat is het vak van onze eerwaarde heer Grootkarzijn ... Vraag het hem!
Herman Wil je een antwoord vanuit het geloof of vanuit het geweten?
Erik Is er dan een verschil ...
Herman Welzeker, een enorm verschil! Trouwens, er is ook nog een wetenschappelijk antwoord mogelijk!
Erik Zoveel tijd heb ik niet meer, geef me het goede antwoord ...
Herman De godsdienst zegt ja, de wetenschap nee. Maar wat het geweten betreft, niemand weet het...
Erik Niemand? Dan heeft het geen zin die vraag te stellen ...
Jaap Je bent een grapjas! Die vraag stellen? Over een half uur heb je het antwoord ...
60
frik Nog moor een half uur! Is het don ol half twaalf ... ? Nee toch ... A/ie Niet te veel aan denken, jongen (tegen de ober) Geef hem nog wat. :. frik (krijgt onmiddellijk een glos; lijkt in een euforische stemming te komen) Nog een half uur! lieve mensen, drink met me! Smeerlappen, ik neem jullie leed, jo, het leed van de hele mensheid op me ... ! Drink ... ! Allen leve Erik I Vooruit I Proost I (etcetera; zie boven) frik Ik heb nog een heel leven voor me! Over een half uur zal ik pos sterven! Anton (wurmt zich noor voor) Deze woorden zijn literatuur! Je had schrijver moeten worden! Je hoort bij ons! frik luister vrienden ... Ik go sterven. En wiens schuld is dot? ... Nou? (klimt op een stoel) Wiens schuld? Het is de schuld van de regering! Vraag moor eens aan een van die hoge heren: 'Wat heb jij gedaan voor Erik Sprokkereef?' en ze hebben er geen antwoord voor! Want ze weten niet eens dat er een man bestaat die zo heet! Moor hij bestaat wel degelijk en hij staat hier, op deze stoel! Jullie kunnen me nu zien, nu! Maar straks, dan groei ik boven mezelf uit en jullie zullen me overal blijven zien, ook al ben ik niet meer hier! Ik geef jullie niet mijn leven, maar dóód! En reken er moor op dot ik ze zal vertellen dat ik sterf omdat ik... omdat.. . Verdomme, hoe kan ik nou laten weten waarom ik doodga als ik nog niet eens mijn laatste wil heb opg~maakt (stapt van zijn stoel en zakt er op neer; een beetje hulpeloos) Pieter Dat is zo geregeld! lees dit moor eens, Sprokkereef... (haalt een soort notarisakte te voorschijn en overhandigt deze aan Erik) frik Wat is dat? Pieter Hier staat alles in ... Ik had het alvast voor je opgeschreven! frik (leest) 'Waarom ik mijn leven verkies te beëindigen' Jo, dot heb ik nou altijd ol willen weten .. .
61
Pieter lees moor rustig door, don hoef je alleen nog moor je handtekening te zetten ... (tegen violist) Wat rustige muziek, graag! (violist speelt 'Diës irae, diës illa') frik (leest) 'leden der Stoten Generaal!' Uitroepteken ... , mooi is dot, zó moet je ze aanspreken ... 'In het licht der geschiedenis .. .' Dot had ik nooit zelf kunnen bedenken ... 'In het licht der geschiedenis van de laatste honderd jaar van onze constitutionele monarchie ... ' Constitutionele monarchie! Waar hoolt hij het vandaan ... 'is het onbegrijpelijk dot .. .' (vervalt in stillezen) Herman Dierbare aanwezigen (begint een preek waarbij hij zich steeds meer opwindt; aanvankelijk rustig, moor loter hoost hysterisch) dit is voor ons het moment ons te bezinnen op de zin van ons leven ... De eindigheid van het menselijk leven ... Jans;e (weer keurig in hoor kleren) He, jasses ... Herman ... werpt ons terug op het hier en nu van het bestaan. We hebben allen een eigen doel voor ogen ... Voor de één is dot zijn dagelijks brood ... Jaap ... mijn slagerij ... Herman ... voor de ander zijn studie ... Jahan ... maar de videotheek van Buurkes (wijst) is nog steeds dicht. Die studie kon ik nu mooi vergeten ... Bart (sust sissend) ... wordt geregeld ... ! Herman Zo hebben we allemaal onze problemen ... We zoeken allen naar de oplossing daarvan ... We zoeken naar een bron waaruit het licht zal wellen om de duisternis te verdrijven ... We zijn allen op weg noor het licht! Op weg naar het einde! Anton Goede titel voor mijn nieuwe boek! (maakt aantekening) Herman We kunnen proberen ons zelf te veranderen ... , een heel ander mens te worden ...
62
Jans;e Zeg dat wel. .. Truit;e Jouw probleem! Herman ... buiten ons zelf te treden en ons te geven aan onze medemens, ons geheel en al ópen te stellen voor onze naaste .. . Truit;e (beamend) Jaaah! Jans;e Jouw probleem! Herman Ook kunnen we proberen onze ziel toe te vertrouwen aan degene aan wie wij alles verschuldigd zijn ... , die zijn eigen leven opofferde voor ons allen! (haast kwijlend) Kortom, we moeten ons toevertrouwen aan onze verlosser, aan ...
bedriif 3 / scene 21
frik Uitroepteken! Daarom verkies ik de dood! Nu moet ik alleen nog maar tekenen! Pieter Niemand zal je tegenhouden, vriend! frik Niemand? (kijkt rond, maar niemand reageert totdat opeens Jaap in snikken uitbarst)
Alie Maar Jaap, wat is er met je ... Jaap Ik voel me zo aangegrepen ... Herman (nu echt schuimbekkend) Ik wist dat dit zou gebeuren, treedt naar voren en laat je gaan! Het uur der waarheid is ook voor jou gekomen! Kom, laat mij jou de handen opleggen en je zult tot alles in staat zijn ...
63
Erik Ik ben nu al tot alles in staat! Herman (teleurgesteld) ... maar eerst toch die handoplegging ... ?
Erik Jou heb ik niet nodig! Ik weet wat ik kan, voor het eerst in mijn leven. Ik hoef voor niemand meer bang te zijn, voor niemand! Ik kan doen wat ik wil, want straks ben ik toch dood! Wie zegt me dat na? We wonen hier met veertien miljoen mensen in Nederland, maar wie durft geschiedenis te maken? We stemmen allemaal om de vier jaar omdat we denken daarmee invloed te kunnen uitoefenen, maar wat schieten we er mee op? lubbers 1, lubbers 2, lubbers 3 ... en worden we daar beter van? En wie durft de regering de waarheid te zeggen? Niemand toch!... Maar ik heb toch niets te verliezen! Zou ik dat niet durven? Dadelijk kan het niet meer! Ik zal ze vertellen waar het op staat, ik ga lubbers bellen en als ik iemand anders aan de lijn krijg scheld ik die ook verrot! Wat vinden jullie daarvan?
Pieter lieve hemel. .. Herman De hemel heeft hiermee niets te maken ... Jansje Ik vind het wel spannend, hoor .. .
Erik ... dan scheld ik hem verrot ...
A/ie let wel op je woorden ... Jaap .. . kan nooit kwaad ... Herman Het kwaad mag men niet onderschatten!
A/ie Jezus, Maria! Herman Amen!
Erik Ik ga bellen (loopt naar de telefoon) Wie kent het nummer van het Catshuis?
64
Pieter Dat is 070-3 ... (fluistert verder iets in Eriks oor) frik Waarom fluister je zo? Pieter Het is een geheim nummer! frik (draait het nummer) Even wachten ... , zouden ze wel thuis zijn? ... Je weet maar nooit ... Bespreking hier. .. eredoctoraat daar ... Hallo, met Ruud? ... Spreek ik met het Catshuis? U spreekt met Erik Sprokkereef ... Sprok-ke-reef, ja, wilt u mij doorverbinden met de minister-president? .. Is niet aanwezig? Ria dan misschien? .. Ook niet! Oh, ze zitten thuis in Kralingen! Dat is in Rott&rdam, 010 dus, wat is hun eigen nummer? .. Nee toch! Godverdomme ... {gooit hoorn op de telefoon) Pieter Wat is er gebeurd? frik Ze hebben hem opgehangen ... Herman Wie hebben ze ... frik De telefoon! Ze zijn bang voor mij. Stel je voor! Den Haag, bang voor mij! Als je dáárover goed nadenkt word je pas ècht bang! Ik heb altijd al een genie willen worden, maar mijn ouders waren daar tegen . Waarvoor heb ik geleefd? Waarom? Voor de statistiek? Jarenlang is de spot met me gedreven, maar daar maak ik vandaag een einde aan ... (klok begint te slaan, twaalf keer, dat duurt dus wel even, maar ondertussen:) A/ie Het is zo ver, Erik ... frik Nu al? Je horloge loopt voor! A/ie (houdt haar klokje bij haar oor en schudt 'nee') Ik heb het vanmorgen gelijk gezet met de radio ... (stilte) Pieter Laten we gaan zitten, dat moet op zo een moment ... (iedereen gaat inderdaad zitten, behalve Erik; men kijkt naar de grond, niet naar Erik)
65
Erik (controleert of hij zijn pistool bijzich heeft) Tot ziens, dan maar ... (niemand reageert; loopt weg; keert weer terug en pakt een fles) ... om me moed in te drinken ... (loopt naar de deur)
Ober Tot de volgende keer!
Erik (draait zich langzaam om) Ja, dat is goed ... , maar dan wel bij mij ... (af; langzame fade-out; het einde van het derde bedrijf is daar en tevens de pauze)
66
bedriif 4 / scene 22
(weer terug in het decor van de eerste twee bedrijven; Anna maakt een versgerookte IJsselmeerpaling schoon; op de achtergrond is Nel zichtbaar, ze bewerkt haar haar met een krultang -vergelijking met de haarwasscène in bedrijf 2-)
Anna (zingt en Nel neuriet mee) 'By the side of the Suydersea, Suydersea, Suydersea, there is a girl that waits for me, waits for me!
Nel (neemt het gezang over en Anna neuriet mee) I have seen diamonds in Amsterdam, Amsterdam, Amsterdam, but there are no diamonds so bright as those eyes at the Suydersea!' (op met krultang) Wat zou Erik het leukst vinden: krul of sluik?
Anna Dat weet je maar nooit bij hem ...
Nel Maar ik moet toch wàt met mijn haar?
Anna Doe dan krulletjes van voren en sluik aan de achterkant. Dan is het altijd goed (zingt) 'There is a lovelock, front of head, front of head!'
Nel (manipuleert met krultang) Mam, wat denk je? Zou hij zijn baantje houden?
Anna Hij heeft het toch al! Waarom niet?
Nel Maar iedereen zegt dat je nergens werk kan vinden
Anna Wel nee! Er is werk genoeg in Nederland! Waarom denk je dat al die buitenlanders hier zijn?
67
Nel Om te werken natuurlijk!
Anna (zingt) 'But there is no diamond so bright as those eyes at the Suydersea!'
Nel (pakt een enveloppe van de tafel) Hé, wat doet die brief hier?
Anna Weggooien!
Nel Maar die is nog dicht en aan jou gericht ...
Anna Lees hem dan maar voor ...
Nel (maakt brief open en leest wat moeilijk, haast mechanisch) ' Lieve schoonmoeder, als je dit leest ben ik niet meer in het land der levenden. Wil je dit aan Nel vertellen, maar doe het wel voorzichtig ...
Anna Jezus, Mina!
Nel {leest nog steeds automatisch verderl ... mijn portefeuille en mijn dikke winterjas vermaak ik aan mijn broer in Vollenhoven, Erik ... (eerst nu dringt de betekenis van de brief tot haar door; laat het schrijven op de grond vallen) Mijn god, wat betekent dit allemaaL .. (valt snikkend op het bed)
Anna (weet het ook niet en zegt daarom) Niet huilen, Nel, niet huilen , het komt allemaal weer goed ... (maar de deur gaat open en Pieter, Herman, Bart en Alie stormen naar binnen)
bedriif 4/ scene 23
Herman Huil, ween en pleng tranen, dierbare weduwe, neem uw kinderen in uw armen en vraag hen: 'Waar is jullie pappie?' ... en het antwoord op die vraag is: 'Jullie pappie is weg, er is geen pappie meer en hij komt nooit meer terug!' ...
68
Anna (droog) Er is nooit een pappie geweest ...
Herman Hoezo?
Anna Ik zei dat er nooit een pappie is geweest!
Herman Waarom niet? Anna Hij heeft nooit kindertjes gemaakt!
Herman Dat had ik eerder moeten weten! Hij is dus nooit vader geworden, eigen schuld! Geen kindertjes, dus ook geen pappa, en dat zal hij ook nooit meer worden . Maar desalnietemin ... Nel, huil maar lekker uit ...
Pieter Dat kan later ook nog, eerwaarde! Ik wil haar eerst nog wat zeggen, mede namens mijn partij. Mevrouw Nagelhout, eh, mevrouw Sprokkereef-Nagelhout... ik wil u zeggen ... uw man is nu dood ... maar toch leeft hij voort in ons midden ... in onze harten, als voorbeeld voor de samenleving ... Op deze wijze zullen wij hem blijven gedenken .. .
A/ie Meid, ik vind het rot voor je, maar even ter zake ... wil je voor de begrafenis een vilten hoed of een Borsalino?
Ne/ Ik heb nog nooit een hoed gehad!
A/ie Dan is dit je kans!
Ne/ Ik wil helemaal geen hoed!
A/ie Maar denk nou eens na! Je moet er toch een beetje knap uitzien bij de begrafenis!
A/ie Knap? En wat kost dat wel niet? Begraven is al duur zat!
Bart Maak je daar nou maar geen zorgen over! Alle kosten van de begrafenis, van doodskleed tot en met jouw begrafenisjurk zijn voor onze rekening!
69
Alie Ga morgen vroeg maar naar deze zaak (geeft kaartje), daar koop ik zelf ook altijd mijn kleding en zoek maar wat moois uit, het geeft niet wat het kost ...
Nel Waar ligt hij nu?
Pieter Dat zullen we navragen bij het politiebureau. Maar we moeten nu weg, Nel, maar we komen terug. We laten je in deze omstandigheden niet in de steek! Toen mijn arme moeder stierf (krijgt het weer te kwaad) heb ik mijn tranen weten te bedwingen, maar nu ... Namens alle aanwezigen ... (geeft haar een zoen, kuis op haar voorhoofd)
Bart Ook ik ... (wil eveneens zoenen, maar wordt meegetrokken naar buiten door Herman en Pieterl
Alie Doeoeg!
Herman (bij het naar buiten lopen) Gedenk: god geeft kracht naar kruis! Sterkte en tot straks (af)
bedriif 4 / scene 24
Anna Wat een aardige mensen! Zo zie je maar weer, er bestaan nog steeds aardige mensen ...
Nel (met een snik) .. . Maar Erik bestaat niet meer ...
Anna ... en een nieuwe jurk voor jou! En een hoed, zeg, ik zou een vilten nemen, met een voile aan de voorkant. Dat is heel chic! Wat staat er op dat kaartje?
Nel Hier, kijk zelf maar (overhandigt het kaartje)
70
Anna (leest) 'Frank Govers, couturier, filiaal Alburg ' Frank Govers, toe maar, dat zal wat kosten!
Nel Nou èn? Dàt kan me helemaal niets schelen, trouwens, het wordt toch voor me betaald. Maar wat schiet ik nou op met een mooie jurk? Mijn hele leven is kapot! Wat heb ik er aan als ik nooit meer een keer ècht gelukkig zal zijn? Toen Erik nog leefde heb ik nooit een hoed gehad. Morgen heb ik er een, maar mijn Erik ben ik kwijt! lieve god ... waarom moest dat nou op déze manier ... (er wordt geklopt)
Anna Wie is daar? (twee ongure individuen dragen het levenloze lichaam van Erik naar binnen)
Nel Mijn god! (snikkend)
Anna lieve hemel! Het is Erik! leg hem hier maar neer (Erik wordt front zaal gedropt)
Nel Erik, lieverd, waarom heb jij het gedaan ... ?
Onguur 1 Het noodlot komt steeds onverwacht ...
Onguur 2 ... en soms zelfs een seconde te vroeg!
Anna Hebben jullie het zien gebeuren?
Onguur 2 Bijna pal voor onze ogen!
Onguur 1 We hadden eerst niets in de gaten. Hij kwam wat wazig naar ons toe en vroeg of we hem naar dit adres wilden brengen. En toen ging het opeens razend snel: we hadden nog geen twee stappen gedaan, hij verdween achter een boom, plotseling hoorden we een vreselijk gekreun en ... toen was het gebeurd . Wij terug, natuurlijk ...
Onguur 2 Hij lag gewoon voor lijk! (krijgt een stomp van Onguur 1) En toen hebben we maar gedaan wat hij ons had gevraagd en hem thuis gebracht (Nel barst nu echt in hevig snikken uit)
71
Onguur 1 (tegen Anno) Hoelang goot ze daarmee door, mevrouw?
Anna Een jaar, ... misschien wel twee ...
Onguur 1 Daar kunnen we niet op wachten! (tegen Onguur 2) Kom mee, don moor geen fooi!
Onguur 2 Af en toe moet je ook eens zo moor wat voor een onder overhebben ... (beiden of)
bedriif 4 / scene 25
Nel (knielt naast het lijk van Erik) Oh Erik, mamma en ik hebben je niet kunnen redden ... en nu lig je hier dood ...
frik Dood? Wie is er dood? Ben ik dood?
Anna en Nel Help !lieve hemel! Sta me bij! (etcetera; zie boven)
frik Hou me vast! Alles draait voor mijn ogen! Alles golft om me heen! Ik vlieg! Ik ben in de hemel!
Nel Ik ben het, Erik ...
Anna Erik!
frik Wie bent u?
Anna Anno!
frik De heilige Anno, de moeder van Maria, de maagd gods! Ik ben onschuldig ...
72
Nel Wat is er met je aan de hand, Erik? Ik ben het! God sta me bij ... frik Is god er ook? Neem me niet kwalijk, ik had u niet herkend, ik zie alles dubbel! Mag ik mij voorstellen ... ik ben de ziel van Erik Sprokkereef ...
Nel Hij is gek geworden!
Anna Waar ben je geweest, Erik? En wat heb je allemaal uitgespookt?
frik Ik heb geleden ...
Anna Wie niet?
frik Heilige vader, geloof me. Ik ben geen leugenaar en ik heb niets gedaan waardoor ik het rijk der hemelen niet zou binnen mogen. Zeg het maar vader, zal ik bidden? Onze vader, die in de hemelen zijt, uw naam worde geheiligd ...
Anna Ik ben je vader niet, ik ben je schoonmoeder! frik Wat?
Anna Erik, ik ben je schoonmoeder!
frik Mijn schoonmoeder, verdomd, wanneer bent IJ dan de pijp uitgegaan?
Nel Hij ijlt! Misschien heeft hij inwendige bloedingen (buigt zich over hem heen) Erik, heb je ... gatverdamme!
Anna Wat is er?
Nel Moet je zijn adem ruiken!
Anna Ah, zit dat zo! Je hebt je vol laten lopen!
73
frik Moeder Anna, ziet gij nog niets komen? .. Waar is het gouden bankje waarop ik zittend tot in alle eeuwigheid gods glorie zal mogen aanschouwen? Wijs mij de weg ...
Nel Hij ziet ze vliegen!
Anna Die waterkan, Nel! Giet hem maar leeg, ja, over zijn hoofd, helemaal leeg (Nel doet zulks)
frik (schiet overeind) Waar ben ik? Op aarde of in de hemel?
Anna Op aarde!
Nel Schaam je je niet? Eerst een briefje achterlaten waarin je vertelt dat je er een einde aan hebt gemaakt, maar in plaats daarvan giet mijnheer zich vol met alcohol! Je hebt me de stuipen op het lijf gejaagd ... en ik maar huilen ... en dat met mijn bloedarmoede ...
frik Nou, nou ...
Nel Geen nou, nou, ik maar huilen met die bloedarmoede, als ontroostbare weduwe. Maar jij, je bent niet alleen niet dood, maar je ligt ook nog straalbezopen in de bosjes! Zo jaag je mij het graf in! En nu speelt mijnheer stommetje! Hé, geef eens antwoord (schudt hem door elkaar)
frik laat dat! (grijpt naar zijn hoofd) ... Hoe laat is het?
Nel Twee uur!
frik Twee uur al? Dat kan niet! Grote god, om twaalf uur precies zou ik ... Wacht, hoe laat kwam ik thuis?
Anna Je kwam helemaal niet thuis! Je bent naar binnen gesleept!
frik Door wie?
74
Anna Twee vreselijk ongure types!
Erik Oh ja ... die twee ... we zaten samen ... op de stoep ... en de fles stond tussen ons in .. .
Nel Drink je tegenwoordig al uit de fles? Schaam je!
Erik Ik probeerde me moed in te drinken! De fles was nog half vol en toen ben ik achter een boom gaan staan ... ik dacht, als ik dat in een teug naar binnen giet, dan kan ik het! Ik heb het gedaan, die fles dan, achter elkaar ... maar toen werd alles zwart voor mijn ogen ...
Nel Houdt toch op met dat toneelspelen, Erik! Wat is er werkelijk aan de hand?
Erik Zijn er nog mensen langs gekomen?
Anna Ja, heel aardige mensen ...
Erik Zeiden ze nog iets?
Anna Ze kwamen condoleren ...
Nel ... en ze zouden alles betalen, zeiden ze ... 'je man is als een held gestorven ' ...
Anna Hoe kunnen we die mensen nu nog met fatsoen onder ogen komen?
Nel Ik weet zeker dat ze alle onkosten vergoed willen zien ...
Anna Frank Govers zit nu al een zwarte jurk te naaien voor NeL .. Frank Govers nog wel! Dat zal je best een paar centen gaan kosten , Erik Sprokke reef!
Nel Misschien is hij er nog niet aan begonnen, dan hebben we geluk. Kom op, mam, er naar toe!
75
Erik Wacht nu even! Er is nog niets verloren! Ik kan mezelf toch nog steeds doodschieten?
Nel Is het nu uit met dat spelletje? Ga je mee, mam?
Erik Ik schiet mezelf neer! Heus, ik ga het nu echt doen!
Anna Dat kennen we, Erik, dat kennen we! Zet liever maar wat water op, voor de koffie! (af, met Nel)
bedrijf 4 / scene 26
Erik Ze geloven me niet, erger nog, ze willen me zelfs niet geloven. Waar heb ik hem ook al weer gelaten (haalt revolver uit zijn broekzak) Ik moet het meteen doen, niet nadenken, recht door mijn hart, dan treedt de dood on middel ijk in ... alhoewel, dat is nog maar de vraag . Ik kan hem beter in mijn mond steken, dan gaat het sneller ... (steekt revolver in zijn mond, maar haalt hem er weer snel uit) Ik tel tot drie ... (weer in zijn mond) Eeeh ... wee (weer uit zijn mond) ... ik kan beter tot duizend tellen (weer in zijn mond) Eeeh ... wee ... hie ... fie ... ijh ... shes ... shee .. . (weer uit zijn mond) ... als ik toch tel kan ik hem beter op mijn borst richten (doet dat) Een, twee, drie, vier, vijf, zes, zeven, acht, negen .. . eigenlijk ontzettend laf ... tot duizend tellen. Ik moet het meteen doen . Ik kan beter helemaal niet tellen, maar dan kan ik me net zo goed door mijn mond schieten (in zijn mond, er weer uit) Waar blijft die kogel dan eigenlijk? .. . Die blijft dan in mijn hoofd zitten, dat lijkt me niet zo lekker! Nee, dan maar door mijn hart. Even kijken waar ik dat voel kloppen (bevoelt zijn borstkas) Ja, hier voel ik het...hier ook al, 0 jee, wat heb ik een groot hart ... hier. .. en hier .. . ik voel het overal kloppen ... ik krijg het plotseling benauwd ... ik krijg een hartaanval. .. als ik nu een hartaanval krijg, dan kan ik mij helemaal niet meer doodschieten ... ik mag niet doodgaan ... ik mag niet ... ik stik ... oh jee, blijf kloppen ... te laat ... ik sterf ... (revolver valt op de grond; Erik krimpt in elkaarl ... Jezus, wat gebeurt er nu weer? (Fleurop komt binnen met drie grote grafkransen)
Fleurop 1 Woont hier de overledene?
76
frik De overledene? Fleurop 2 Woont hij hier of woont hij hier niet?
frik Wie ben je? Wie heeft je gestuurd? Fleurop 1 Fleurop, mijnheer. ..
frik Fleur op? Fleurop 2 Fleurop, mijnheer ... Fleurop 1 Wilt u even tekenen, mijnheer, voor de bloemen? (zet kransen op de grond en pakt een bonnetje; overhandigt dat)
frik (leest het lint van een krans) 'Rust in vrede, Erik Sprokkereef, onze held' F1europ 2 Zijn ze voor u, mijnheer?
frik Eh, ja ... dit is het goede adres ... Fleurop 1 Als u dan even tekent ... Fleurop 2 Een krabbeltje, hier bij het kruisje ...
frik Bij het kruisje? Fleurop 1 Bij een begrafenis zetten we altijd een kruisje ... Fleurop 2 ... waar het krabbeltje moet komen!
frik (leest bonnetje) 'Ontvangen drie grafkransen' (tekent) Neem me niet kwalijk, ik heb een handtekening gezet in plaats van een krabbeltje ...
77
Fleurop 1 Als het maar onleesbaar is ...
Fleurop 2 (bergt bonnetje op) Veel plezier ermee! Tot ziens (af)
frik (loopt naar andere grafkransen; leest lint) 'Voor Erik Sprokkereef, zijn schrijftalent werd te laat ontdekt! Namens zijn collega-schrijvers, Anton Engeltjes' (leest ook het volgende lint) 'Voor mijn onvergetelijke Erik, hij leeft voort in eeuwigheid, Truitje Ouwerkerk' Verdomd! Ze is er achter gekomen! Die hoer! Waar is mijn pistool? Nu moet het gebeuren, vlug! (raapt revolver van de grond op) Hij leeft voort in eeuwigheid? Dat zullen we nog zien! (drukt revolver tegen zijn slaap) Rust in vrede, onze held! (laat pistool zakken) Ik, een held? Maar ik krijg er wel een lamme arm van! Ik kan beter even gaan zitten, met een krantje, dat ontspant tenminste (pakt krant en leest) 'Overreden ... een tot nu toe onbekende man is om het leven gekomen toen hij plotseling een straat overstak. Hij werd gegrepen ... ' Wat een geluk! Hij loopt op straat, kijkt even niet naar links en hup, het is voorbij! En ik maar denken, denken, ik kan er maar geen einde aan maken, alleen maar, omdat ik denk! Ik denk, dus ik ben? Wie heeft dat ook al weer gezegd? Maar als ik nou ophoud met denken, ben ik er niet meer ... ? laat ik ophouden met denken ... (legt krant weg en speelt dat hij nergens aan denkt; knijpt ogen stijf dicht; begint te fluiten; van buiten klinkt gestommel)
bedrijf 4 / scene 27
Graver 1 (achter) Een beetje draaien ... kantelen ... deze kant op ... (twee doodgravers dragen een lijkkist naar binnen)
Graver 2 Waar moet hij naar toe? Op de tafel dan maar? (zetten de kist op tafel)
frik Hartelijk dank!
Graver 1 Waar is hij?
frik Wie?
78
)
- -
-
-
-
-
--
---
Graver 1 Wie hier in moet ...
frik Oh, die is hier ...
Graver 2 Waar dan?
frik Hij ... is nog niet zover. .. maar lang zal het wel niet meer duren ...
Graver 1 Het grijpt u wel aan, nietwaar mijnheer ...
frik Dat kan je wel zeggen ...
Graver 2 Het kan raar lopen in de wereld! In dit vak maak je heel wat mee. Sommige mensen ... al schiet je ze dood, dan moet je ze nog omduwen!
frik ... omduwen?
Graver 2 Om ze erin te krijgen ...
Graver 1 ... en dan moet je ook nog persen ...
frik ... persen?
Graver 2 Een kist is nooit op maat, mijnheer, meestal te kort! Bezuiniging op het materiaal, weet u wel? Past het niet ...
Graver 1 ... dan maken wij het passend (gniffelt samen met Graver 2) Een botbreukje meer ... ! Nooit een klacht over gehoord I Tot ziens maar weer ...
Graver 2 We komen elkaar vast nog wel eens tegen!
frik Tot ziens (gravers af; loopt naar de kist; kijkt erin; legt het kussentje recht; drapeert de rouwkransen er om heen; haalt de pistool tevoor-
79
--
schijn; kijkt in de spiegel en stopt het ding weer in zijn zak; hangt een zwarte doek over de spiegel) Waarom hebben ze er nog niets op gevonden om je pijnloos te kunnen dood schieten? ... Ja, Vesperax, maar dat is geen genadeschot .. . dat is meer een langzaam wurgen .. . of cyaankali ... ik wil niet schuimbekkend aan mijn einde komen ... ik kan het niet.. . verdomd, ik kan het niet... (Nel en Anna op)
Nel Govers was niet thuis! Maar ze komen ...
Anna Ze komen er allemaal aan ...
frik Wat moet ik doen? (geluid van een naderende menigte dringt door) God, help me ... verdomme (klimt op de tafel en gaat in de kist zitten) .. . ik wacht tot ze weg zijn en dan ... dan doe ik het (gaat liggen)
bedriif 4 / scene 28
(tezelfdertijd stromen Jaap Bot, Anton Engeltjes, Bart Buurkes, Alie van Schootbrugge, Jansje Hooghordel, Truitje Ouwerkerk, Herman Grootkarzijn en Johan Junte naar binnen; Anna en Nel staan rouwend naast de kist zonder te zien dat er iemand in ligt!; men verdeelt zich over de beschikbare ruimte)
Herman (zwaar, als iedereen een plaatsje heeft gevonden) Rouw past ons allen ... hij is ons voorgegaan als eertijds onze verlosser ... we kunnen hem dat niet kwalijk nemen ...
Nel (onderbreekt hem) Kwálijk nemen? Dat moet er nog bij komen : niemand wil doodgaan ... dat kan je hem toch niet kwálijk nemen?
Pieter We nemen het juist ánderen kwalijk!
Anna Maar niet jullie .. .
Nel Wat kunnen jullie er immers aan doen?
80
e
n
d
h
1S
Pieter We zullen met vereende krachten proberen de plaats van je man in te nemen ...
frik (in zijn kist) Dat moet er nog bij komen!
Nel Wij wisten niet wat hij van plan was. Erik kan het beter zelf vertellen ... (ziet hem nu pas in de kist liggen) Oh ErikL .. (dreigt flauw te vallen)
Pieter Een stoel voor de weduwe .. . Vlug, Johan ... (deze sleept het gevraagde aan)
Anna !loopt naar Nel) Nel, wat is er ... (ziet onderwijl de inhoud van de kist) Aaahh!! (ook zij dreigt te bezwijmen)
Pieter Nog een stoeL .. (Johan rent zich rot met de tweede stoel; de aanwezigen verdelen hun aandacht tussen Nel en Anna enerzijds en de kist anderzijds)
lansje Je zou denken dat hij nog leefde ...
Alie Zijn neus is wat smaller geworden ...
Nel (wrikt zich los uit de haar omringenden) Laat me los ... Hij is niet dood, maar dronken! Hij staat weer op als hij zijn roes heeft uitgeslapen ... .
Herman Kalm, kalm! Als je het mij vraagt staat hij nooit meer op ...
Nel Maar hij leeft nog, echt, hij leeft ... Ik zweer het!
Truitje Wat een geschreeuw ...
lansje Haar kop is op hol geslagen ...
Pieter Voer haar dan af...
Nel Erik, Erik .. .
81
Anna (is kennelijk ook weer bij zinnen; buigt zich over de kist) Erik, wakker worden!
Pieter (tegen Johan) ... en neem die schoonmoeder ook maar mee (met zachte drang voert Johan beide dames af)
Jaap Zoals vrouwen zich kunnen laten gaan ...
Alie Ze is aardig overstuur!
Nel (van achter) Hij leeft, hij leeft ...
Truitje Moet je haar horen! Wat heeft ze het te kwaad, het arme mens ...
Bart Zo gaat dat, Truitje, maar alles went. Zelf heb ik nog niet zo lang geleden mijn eigen vrouw verloren. Nachten lang heb ik er niet van kunnen slapen, vraag het maar aan Alie van Schootbrugge!
Alie Maar Bart ... !
Nel (van achter) Erik, Erik, wordt wakker!
Truitje Straks doet ze zichzelf nog wat aan!
Alie Ja, laten we maar eens gaan kijken (af, met Truitje en Jansje; de overigen scharen zich rondom de kist)
Bart Heren, neem me niet kwalijk ... maar nu we even onder elkaar zijn een wat onbescheiden vraag . Wanneer gaan jullie met mij afrekenen?
Jaap Waarvoor?
Bart Waarvoor? Voor deze dode man (wijst in de kist). Het lijk ligt in zijn kist en dus wil ik vangen ... (houdt hand op)
Pieter Je hebt nog niet aan alle voorwaarden voldaan
82
-
-
-
--
-
-
------
Bart Zoals?
Pieter Waar zijn de kopieën van zijn laatste wilsbeschikking?
Bart Morgen vroeg ga ik die kopiëren op het postkantoor!
Pieter En zorg er dan voor dat er op ruime schaal bekendheid aan wordt gegeven. Het schot is gevallen, de echo daarvan zal duizendvoudig moeten weerklinken!
Herman Verwacht je daar echt veel reacties op?
Pieter Ik hoop het, maar ik heb zelf ook nog wat twijfel. We moeten toegeven dat de overledene niet helemaal het ideale type was voor onze doelstellingen (allen kijken in de kist en beamen deze mening stilzwijgend) Het zou veel beter zijn geweest als niet hij, maar een gerespecteerde publieke persoonlijkheid zich onder dezelfde omstandigheden had dood geschoten
frik (vanuit zijn kist) Dat zou prachtig zijn geweest!
Anton
e
(heeft niet in de gaten dat de stem uit de kist kwam) Dat ben ik niet met je eens! De dode zelf, als zodanig, is niet belangrijk. Waar het op aankomt is: hoe dienen we het nieuws op, hoe brengen we het naar buiten? Dood zijn op zich heeft geen betekenis, alleen het motief daarvoor spreekt mensen aan. En we kunnen elk motief dat we willen naar voren brengen (de vijf mannen staan nu echt samenzweerderig over de kist gebogen)
n
We zullen ervoor zorgen dat men erover praat, het gesprek van de dag! Dat is het belangrijkste ...
it
Pieter
Jaap Het belangrijkste, ja ...
Herman Ik stel voor dat we hem hier drie dagen opbaren, we zullen bij hem moeten waken en daarna zorgen we voor een schitterende begrafenis ...
83
----
Pieter Een uitstekende gedachte ... (beamend geknik en instemmend gemompel van de heren)
Bart Zullen we dan nu tot zaken Komen? (maakt financieel gebaar met zijn ene hand en houdt zijn andere op)
bedriif 4 / scene 29
Herman Eerst een gebed ... (zachtjes begint een harmonium te spelen -via de band- en dat gaat door tot en met het einde van het vierde bedrijf; alle dames druppelen binnen, te weten Nel, Anna, Alie, Jansje en Truitje, maar ook Johan en tenslotte, helemaal achteraan komt het Oude vrouwtje met het doofstomme jochie, deze draagt een brandend kaarsje in zijn hand) De vrede van de heer zij met ons allen, nu en in de eeuwigheid .. .
Allen (behalve Nel!!) Amen ...
Herman Wij bidden u, heer, geef ons de vrede ...
Allen (maar niet Ne/) Ontferm u over ons ...
Herman Heer, wees ons zondaren genadig ...
Allen (zonder Ne/) Ontferm u over ons ...
Herman Vergeef ons onze zonden, zoals u die hebt vergeven aan uw dienaar Erik Sprokkereef ...
Nel Waar zijn jullie mee bezig?
Allen Ontferm u over ons ...
Nel Roep de politie ...
84
Herman (luider sprekend; ook de harmoniummuziek neemt toe in volume) laat ons bidden ter nagedachtenis van onze dierbare overledene ...
Nel Politie! AI/en Ontferm u over ons ... Herman Vergeef hem zijn zonden ... Pieter Als ik even mag storen ... AI/en Ontferm u over ons ... Pieter (tegen Herman) ... hou het kort! Herman (tegen Pieter) ... komt in orde ... AI/en Ontferm u over ons ...
Nel Maar hij is niet dood! Anna Maak hem wakker! Herman (snel; muziek wordt luider) Wij bidden u, heer, verlos ons van onze smart, onze toorn en ons lijden ... AI/en Wees ons zondaars genadig ...
r
Anna Waarom wordt hij niet wakker? Herman (raffelt nu letterlijk zijn teksten af) U bent de opstanding en het leven. Geef ook aan uw dienaar Sprokkereef het eeuwige leven in heerlijkheid ... AI/en Amen!
85
Nel Hij is dus toch dood!
Allen Laat hem rusten in vrede!
Nel AaahhL .. WaterL .. (en valt flauw; allen stormen naar Nel, behalve het doofstomme jochie, dat met zijn kaarsje bij de kist is blijven staan en in stille verbazing naar het lijk blijft kijken; Erik gaat recht overeind zitten in zijn kist en ziet bewogen het jochie; ze kijken elkaar aan; Erik pakt een zakdoek en bet zijn ogen; het jochie springt weg, laat zijn kaars vallen, holt naar Nel -die weer is bijgekomen- en valt in haar armen)
Stemmen Wat gebeurt er? I Alweer een? I (etcetera; zie boven; allen buigen zich over het jochie; Erik is weer gaan liggen)
Nel (met tranen in haar stem) Hij is dood ... hij is dus toch dood (jochie probeert met gebaren duidelijk te maken wat hij heeft gezien, maar Nel begrijpt het niet; het jochie begint geluidloos te huilen; Nel pakt een zakdoek en veegt zijn ogen droog) Jij hebt verdriet en jij kunt huilen ... maar ik ben zo verdrietig dat ik er geen tranen meer voor heb ... (snelle fade-out; muziek speelt in het donker door; ook het vierde bedrijf is voorbij)
86
bedriif 5 / scene 30
(dezelfde ruimte; de kist staat nog steeds centraal; Erik heeft een doodskleed aan; Bart en Anton zitten bij de kist te waken; Pieter kijkt door een raam naar buiten) Bart Hij stinkt nog steeds niet!
Anton Zo zeg je dat niet! Idiomatisch is het beter in zo een geval het woord rieken te gebruiken ... Bart ... hij riekt niet ...
Anton Blij toe! Anders hadden we de hele nacht in de stank ... eh, de onfrisse lucht zitten waken ... Pieter Kom eens kijken, ze zijn klaar met het graf ...
Anton (samen met Bart naar het raam) Mooi plaatsje, niet? Bart Ik zou voor mezelf geen beter plekje hebben kunnen kiezen ... Pieter Oh ja .... waar ik nu opeens aan denk, zijn alle uitnodigingen de deur uit?
Anton Allemaal, ik heb eigenhandig de adressen geschreven ... Pieter Mooi zo, het eerste zaad is uitgestrooid, de publieke opinie kan nu tot wasdom komen ...
Anton Juist! Alleen dan kan ons ideaal worden gerealiseerd ... Pieter Alle idealen, die we als motief hebben aangevoerd! Niet alleen dat van jullie! (geluid en gestommel op de achtergrond; Herman op in geestelijk gewaad, met passende parafernalia, gevolgd door alle
87
anderen; allen in rouwkleding, die voor het merendeel bestaat uit wanstaltige zwarte mouwbanden met afschuwwekkende strikken, respectievelijk idem omslagdoeken; sommigen hebben zelfs rouwboeketten bij zich -zuinig bewaren, ze moeten immers langer mee-; Nel loopt voorop in een echt beeldig zwart Frank Govers ensemble -te beeldig, want te bloot, voor deze gelegenheid- en zij wordt ondersteund door Anna met rouwsluier)
Herman (terwijl hij binnenschrijdt) Heer, ontferm u over ons ...
Allen Ontferm u over ons ...
Herman Heer, ontferm u over ons ...
Allen Ontferm u over ons (deze twee teksten worden nog enige malen herhaald; ondertussen loopt Herman, gevolgd door het hele gezelschap, eenmaal om de kist heen en posteert zich aan het hoofdeinde; naast hem staan Nel en Anna, de anderen groeperen zich op afstand rondom de kist; tijdens de wandeling hoort men tussen de beurtteksten door opmerkingen, die al repeterende op hun plaats moeten vallen, zoals:)
Jaap Je moet de weduwe niet zo duwen
Johan Kijk uit waar je loopt!
Jans;e Zit mijn rok goed?
A /ie Hou je mond (ook andere nog te improviseren teksten zijn bruikbaar; als iedereen stoot:)
Herman Geloofd zij de heer ...
Allen In alle eeuwigheid ...
Herman Amen! Wij zijn hier bijeen om vandaag onze dierbare overledene, Erik Sprokkereef, naar zijn laatste rustplaats te begeleiden. Zijn dolende ziel heeft zijn eeuwige bestemming reeds gevonden, zijn stoffelijke omhulsel vertrouwen wij heden toe aan de schoot van moeder aarde. De heer zij hem genadig ...
88
Allen Amen!
Bart Is er misschien iemand van de aanwezigen die het woord wil voeren?
Anton (stapt naar voren en haalt ondertussen een stuk papier te voorschijn) Vrienden, ik heb voor deze speciale gelegenheid een herdenkingsvers geschreven. Dit gedicht zal worden gepubliceerd in mijn nieuwe gedichtenbundel die nog dit najaar bij Sert Sakker zal worden uitgegeven; de verkoopprijs bedraagt f 24,95. Ik zal dit vers nu voordragen (leest) Rondeel voor Erik: Onze held is overleden Daar wordt men weemoedig van Maar hij had daarvoor een reden 't Was een eerbiedwaardig man. Onze held is uitgetreden Hij is niet meer in de ban Van het leven, van het heden Daar wordt men weemoedig van Onze held is overleden Schoot zich door zijn hersenpan Hij is dood, dat komt ervan Onze held is overleden Zeggen wij nu de gebeden Daar wordt men weemoedig van ...
Bart Zijn er wellicht nog anderen die een afscheidswoord willen spreken ...
Jans;e (werkt zich naar voren) Ik kom hier niet om afscheid te nemen ... maar om je een groet te brengen ... een laatste zoen te geven ... (buigt zich al voorover, maar wordt tijdig door Bart teruggetrokken)
Stemmen Wie doet dat nou I Ze lijkt wel gek I Hij ligt er al drie dagen I (etcetera; zie boven)
Jans;e (desalniettemin) Je hebt je omwille van mij van je leven beroofd. Ik weet wat me nu te doen staat ...
Nel (tamelijk nuchter) Neem me niet kwalijk, je moet je vergissen! Het is mijn man!
89
Jansie Dat kan wel zo zijn, maar hij wilde mij! Van top tot teen! Alleen mij, maar ik heb 'nee' gezegd!
Truitie Smerige leugenaarster, ik, ik was het die 'nee' zei!
Jansie Ach mens, hij heeft jou niet eens gevraagd ...
Truitie Jóu dan wet misschien?
Jansie Hij wilde mij hebben, alles van mij .. .
Truitie Denk je dat echt?
Pieter Dames, asjeblief! Dit is een begrafenis, geen plaats voor het bevechten van persoonlijke belangen. Dit is niet het moment voor het slaken van noodkreten. Mijn partij bijvoorbeeld ...
Anton (onderbreekt hem) Geen sprake van partijbelangen, Van der Kolthoorn! Erik was een schrijver en hij bespeelde het harmonium zeer wonderwel. Hij was de kunsten toegewijd, hij was gepassioneerd, hi j wilde ...
Jansie Mij! Hij wilde mij, mijn lijf, mijn vlees!
Jaap Jouw vlees? Hij wilde mijn vlees! Ben jij slager of ben ik dat? Je zou toch het vertrouwen in de mensen verliezen ...
Herman Men mag het vertrouwen nooit verliezen ... Maar wie kent nog de plaats waar men zijn vertrouwen, zijn geloof kan uitdragen ... de kerken blijven leeg en worden gesloten ...
Johan Net zoals de videotheek van Bart Buurkes .. .
Bart Dat komt omdat...
Johan Ja, dat weet ik ...
90
Pieter Als wij er dan geen weet van hebben wat zijn eigen motief was ...
NeL .. ?
Nel (heeft alles slechts op afstand gevolgd) ... Ja?
Pieter Wat was de aanleiding waardoor Erik ...?
Nel (moeizaam in haar geheugen gravend) Het begon ... het begon ... met het lampje in de koelkast (reactie van diverse omstanders, maar niet al te luidruchtig) en ... en ... daarna dat stukje leverworst ...
Jaap Zie je wel, leverworst! Ik ben slager ...
Jansie Dus toch! Hij wilde vlees, hij dacht aan mij!
Truitie Mijn buik ... ! Hij heeft het voor mij gedaan ... (nu volgt een pandemonium; allen spreken razendsnel niet dóór maar ná elkaar; er mag geen 'wit' vallen)
Herman .. .vertrouwen ...
Jaap ... vlees ...
Anton ... idealen ...
Nel ... Erik ...
Pieter ... partijgangers ...
Johan ... de postbodes ...
Anna ... werkeloos ...
Herman (doorbreekt het gekibbel) laten we respect hebben voor de overledene ... (als iedereen blijkt te zwijgen:! Heer geef hem de eeuwige rust ... (sommigen knielen, anderen niet)
91
Allen In alle eeuwigheid. Herman Amen! Dit is de laatste mogelijkheid afscheid te nemen van de ontslapene ... Pieter (hij was geknield; komt moeizaam overeind en loopt naar de kist) Vergeef me, Erik, vaarwel. .. (zoent Erik op zijn voorhoofd; hij wel!)
bedriif 5 / scene 31
frik (kreunt) Aaah ... Hrazend snel overeind, omarmt Pieter en zoent hem terug, op zijn wang naar men mag aannemen) Pieter (schrikt zich het laplazerus) Aaaach!!! (holt weg en verbergt zich ergens tussen de omstanders) Allen Aaahh I Ooh I Wàààt? I (etcetera; zie boven) frik (klimt uit zijn kist; kijkt rond) Jullie moeten het me ... geen van allen ... maar kwalijk nemen ...
Nel Erik, Erik!!
frik (stort zich in haar armen) Lieve, lieve Nel! (allen exposeren gemengde gevoelens, variërend van 'gelukkig dat hij het niet heeft gedaan ' tot 'klootzak, waarom is het niet gelukt?'; Erik maakt zich los) Heeft iemand een broodje voor me? Ik sterf van de honger! Ik heb twee dagen in die kist gelegen en altijd zaten er mensen naast me te waken. Geen moment kon ik even naar de koelkast lopen om wat te eten of te drinken, en je moet toch eten en drinken om te kunnen leven? Pieter Zeker, en waar denk je in de toekomst van te kunnen leven? frik (vrolijk) Weet ik nog niet ... Maar leven wil ik! AI is het maar als een kip
92
zonder kop! Ik wil niet dood, niet voor jou, niet voor de anderen , niet voor de middenstand, niet voor de mensenrechten .. . Jullie zijn allemaal lieverds, maar als je eenmaal zo in een kist ligt, en je bent nog niet dood, dan begint er op den duur wat te knagen, te knorren: je maag, je buik!
Jansie Zie je wel, hij heeft toch wat met Truitje Ouwerkerk! frik (kijkt Jansje aan) Ik heb alleen maar trek in een broodje met leverworst! Jaap Dat kan worden geregeld ... (maar hij neemt geen actie) Herman Nel, wat heeft dit allemaal te betekenen? Pieter Sprokkereef, je bent een oplichter, je opstèlling is walgelijk! Het algemeen belang gaat voor het privé belang. Zo tikt de samenleving ... frik Samenleving? Ik heb het over individuele mensen, zoals jij en jij ... en jij ... Algemeen belang? Bijna ieder van jullie heeft mijn dood opgeëist uit eigen belang! Pieter Wat wil je daarmee bewijzen? Dat er geen helden meer bestaan, die bereid zijn zichzelf op te offeren? frik Alles kan bestaan, zelfs een vrouw met een baard! Ik praat niet over wat wel of niet kan, maar over één persoon, die nog steeds bestaat en die als de dood is ... voor de dood (legt hand op zijn borst) Bart Maar je wilde het toch zelf? Pieter Dat heb je gezegd ... frik Ja .. . het idee van zelfmoord bracht lijn in mijn leven. Ik was al lang ontslagen, er was geen werk me·e r voor me, ik voelde me nutteloos. En toen opeens, twee dagen geleden, kwamen jullie naar me toe om te proberen mij te overtuigen van de zin van mijn dood. Maar het bleek de zin van mijn leven!
93
Herman Anna Nagelhout, waarom zeg jij niets? Je bent zijn schoonmoeder! Zeg dat hij zijn mond houdt ...
Bart Hij houdt ons voor de gek ... hij maakt ons belachelijk ...
Nel (begeesterd) Erik ... !
Anna (tegen Herman) Shht, laat hem uitspreken ...
Erik Ik heb twee dagen in die kist gelegen en ik heb alle tijd gehad om na te denken ... ik moest wel, want ik mocht geen vin verroeren ... na te denken over het werk dat ik niet meer had ... over mijn eigen leven dat ik al bijna niet meer had ... over alle rottigheid die ik heb moeten meemaken ... over dat spijkertje in die kist, net onder mijn rechter schouderblad, dat pijn deed ... en ik mocht niet bewegen ... en toen ben ik maar gaan nadenken over positieve dingen, om de pijn in mijn schouder te vergeten ... over de positieve kanten van mijn leven .. . ik heb nooit echt honger gehad ... ik heb gelukkig Nel en samen wonen we heel tevreden bij haar moeder in ... en er is altijd leverworst in de koelkast ... en we hebben een bed ... en we hebben elkaar ... en dat is toch genoeg voor een mens ... dat is toch genoeg voor een leven ... geluk is begrensd ... je moet leren leven binnen je eigen grenzen ... en plotseling, plotseling was ik alle rottigheid vergeten ... er was een lichtje in de duisternis ... ik zag opeens het licht ... er is altijd licht ... behalve als de stoppen doorslaan ... het licht in mijn leven ... zelfs het licht in de koelkast ... als je het maar wilt zien ... (kijkt opzij naar de koelkast die nog steeds achter op het toneel staat; langzaam gloeit vanuit het binnenste van het apparaat -middels een geprepareerde plexiglazen deur- een lichtbron aan, noem het maar het licht in de duisternis) Het licht!!. .. (Erik loopt naar de koelkast en pakt de handgreep vast en opent de deur, een stralende lichtgloed treedt naar buiten; Erik slaakt een kreet, op hetzelfde moment floept het lampje in de koelkast uit; duisternis alomme)
Allen Aaah I Oooh I Kortsluiting! (etcetera; zie boven; er duiken kaarsen op die worden aamgestoken; men begeeft zich richting koelkast; Erik ligt -nu echt als lijk- op de grond; geroezemoes van allen, hierbovenuit klinken de volgende kreten)
Herman Hij, hij is dood ...
Pieter God zij dank ...
94
Nel Erik, wakker worden ...
Alie Waar laten we hem ...
Bart We hebben al een kist ... (Erik wordt opgetild en in de kist gelegd; geroezemoes gaat door)
Anton Laten we hem meteen wegbrengen ...
Bart We laten er geen gras over groeien ...
Pieter Het graf is klaar en het partijbelang roept ... (de kist wordt opgetild en afgedragen; ondertussen:)
Jaap Niks partijbelang, de middenstand!
Truitje Hij deed het voor mij!
Herman Ontferm u over hem ...
Nel Erik!
Herman Amen! (gezamenlijk vertrekt men in processie, kaarsen in de hand, van het toneel, door elkaar heen sprekend, er mag geen stilte vallen; harmoniummuziek bereikt bijna een aan de pijngrens reikend volume; iedereen verdwijnt, behalve het Jochie, dat veel gezien, maar niets gehoord heeft; hij zit frontaal, ook met een kaarsje; als iedereen echt weg is blaast hij zijn kaarsje uit, het harmonium zwijgt abrupt want 't Einde is gekomen)
95
Colophon
'Een heldendaad' werd gezet door Euroset in Amsterdam uit de letter Future, 911 0 mager en mager-cursief en gedrukt door A-D Druk in Zeist. Het bindwerk, genaaid gebrocheerd, werd verzorgd door Boekbinderij Patist in Bilthoven.
96