Herstructurering SKIPOV
Naar een betere kwaliteit door een betere balans!
Onderwijs in Nederland heeft al een aantal jaren last van krimpende leerlingaantallen en bezuinigingen vanuit de overheid. Dit zet druk op onze leerkrachten en is daarmee een directe bedreiging voor de kwaliteit van ons onderwijs. Krimp van het leerlingaantal maakt scholen en schoolteams steeds kleiner terwijl de druk vanuit met name de kleine kernen groot is om de scholen, vanuit leefbaarheid argumenten te behouden. Hoewel wij niet direct verantwoordelijk zijn voor de leefbaarheid in de kleine kernen willen wij waar mogelijk daaraan wel een bijdrage leveren. Onze primaire verantwoordelijkheid zal echter altijd de kwaliteit van het onderwijs zijn. Wij zien ons dan ook voor een belangrijke uitdaging geplaatst. Waar we door bezuinigingen al “meer met minder mensen” moeten doen veroorzaakt de krimp van de leerlingaantallen dat de werkomgeving in met name de kleine scholen steeds “armer” wordt als het gaat om mogelijkheden tot kennisdeling tussen teamleden en zien we een toenemende mate van versnippering van kennis. Mogelijkheden tot benodigde specialisatie en verdeling van taken wordt in kleine teams steeds lastiger. Naast deze “kennis” problemen zien we nog een ander groeiend probleem. De laatste jaren hebben we de krimp en bezuinigingen steeds op kunnen vangen door met name kritisch te zijn op de inzet van onderwijzend personeel (OP). Dat is immers de grootste groep personeel (194 medewerkers = 130 FTE = 80%) en relatief makkelijker in evenwicht te houden met leerlingaantal en inkomsten. We zien daardoor de laatste jaren een groeiende onbalans tussen Onderwijzend personeel en overig personeel (directie en ondersteunend personeel). In een krimpende school is het immers lastig om solitaire functies (zoals een directeur) ieder jaar bij te stellen op de omvang (en daarmee inkomsten) van de school. Bovenstaande argumenten maken een herstructurering van SKIPOV noodzakelijk, waarbij we de steeds kleiner wordende scholen/teams nieuwe impulsen willen geven alsmede de onbalans tussen OP en overig personeel willen herstellen. Daarmee bieden de krimp en bezuinigingen ons juist een mogelijkheid tot nieuwe kwaliteitsimpulsen; naar een betere kwaliteit door een betere balans!
Vormen van clusters Om de werkomgeving van met name de kleinere school teams “rijker” te maken en daarmee tevens de versnippering van kennis tegen te gaan, gaan we deze scholen de komende jaren gefaseerd “clusteren” met collega scholen. De kleine kernen blijven daarmee verzekerd van kwalitatief goed onderwijs in hun dorp (thuisnabij onderwijs). De teams worden echter groter waardoor er veel meer mogelijkheden ontstaan voor intervisie en (effectieve) kennisdeling, uitbouw van specialismen (zoals bijvoorbeeld interne begeleiding en ICT’ers), het tegengaan van versnippering en het beter verdelen (door bundeling) van allerlei schoolse taken.
In onderstaande tabel is het leerlingaantal per school weergegeven (teldatum 1 oktober 2013) Het afgelopen jaar laat een krimp van het leerlingaantal zien van 6,4%. Voor komend jaar wordt een krimp verwacht van ca. 4%. Ant
Ark
Ber
Bun
Es
Emp
Hei
Ma
MtH
Nic
PeP
Ven
Vm
Wis
1-okt-12
2013 - 2014 Onderbouw
42
123
112
102
70
118
104
98
51
48
52
199
89
233
1-okt-12
Bovenbouw
42
102
116
93
81
152
136
100
81
46
82
254
117
1-okt-12
Totaal
84
225
227
195
151
270
240
198
132
94
134
453
206
233
2842
1-okt-13
Totaal
77
227
214
184
144
247
212
207
114
94
132
419
193
195
2659
Mutatie
-7
2
-13
-11
-7
-23
-28
9
-18
0
-2
-34
-13
-38
-183
-8,3%
0,9%
Krimp/groei
-5,7% -5,6% -4,6% -8,5% -11,7% 4,5% -13,6% 0,0%
Totaal
-1,5% -7,5% -6,3% -16,3% -6,4%
Met name de scholen in Keldonk, Boerdonk en Mariaheide hebben inmiddels een omvang bereikt waarbij zelfs het in stand houden van 4 (gemengde) groepen moeilijk wordt. Op termijn zullen ook de scholen in Zijtaart en Eerde onder de 100 leerlingen uitkomen. De druk op de teamleden wordt daarmee steeds groter. In de eerste fase, per 1 augustus aanstaande, zullen we de drie eerst genoemde scholen (Antonius in Keldonk, Nicolaas in Boerdonk en de Maria ter Heide in Mariaheide) koppelen aan een collega school. In een later stadium (naar verwachting per 1 augustus 2016) zullen de scholen in Eerde (Petrus en Paulus) en Zijtaart (Edith Stein) volgen. Bij de vorming van de clusters is gekeken naar een aantal factoren; geografische- en culturele aspecten, opbouw van de populatie, opbouw en kwaliteiten van teamleden en staat van kwaliteit/ontwikkeling van de school. Uit deze analyse zijn twee logische clusters naar voren gekomen.
Empel
Antonius
Nicolaas
Bij de vorming van dit cluster hebben vooral geografische en culturele factoren een rol gespeeld. De cultuur van de kernen Keldonk en Boerdonk sluit goed aan bij de kern Erp (ook vanuit historisch perspectief). Geografisch liggen de scholen gunstig in elkaars omgeving om ook praktische uitwisseling mogelijk te maken. Er ontstaat een “clusterteam” van voldoende omvang om daarmee de eerder genoemde fricties te ondervangen.
Maria
Maria ter Heide
De tweede “cluster” wordt gevormd door de Mariaschool in Erp en de Maria ter Heide school in Mariaheide. Hier hebben vooral de geografische ligging en de staat van ontwikkeling van beide scholen de doorslag gegeven. Op beide scholen is afgelopen jaar een (noodzakelijk) verbeterplan ingezet. Hier zullen de twee teams de mogelijkheid krijgen zich aan elkaar “op te trekken” zonder dat één van de twee scholen een ondergeschikte rol ten opzichte van de partnerschool zal krijgen.
De scholen binnen een cluster behouden hun eigenheid en locatie. Kinderen blijven de mogelijkheid houden voor thuisnabij onderwijs. De voordelen zullen vooral liggen in de bundeling van ondersteunende functies, het delen van kennis (meer directe collega’s), het effectiever organiseren van teamvergaderingen en studiedagen etc.
Balans herstellen tussen Onderwijzend Personeel en Schoolleiding Behalve de vorming van “clusters” willen we ook de balans herstellen tussen Onderwijzend personeel en overig personeel, met name de “schoolleiding”. We hebben daartoe bij de begroting voor kalenderjaar 2014 gekeken naar de bekostiging vanuit het ministerie. Voor “schoolleiding” van onze 14 scholen ontvangen wij van het ministerie een bekostiging voor 14 FPE (1 FPE = equivalent voor 1 FPE leerkracht schaal LA, een gemiddelde directeur “kost” tussen de 1,2 en 1,4 FPE ). Op dit moment besteden wij echter ruim 20 FPE aan schoolleiding. Omdat ook wij ons geld maar één keer uit kunnen geven geeft dit de genoemde onbalans (meer schoolleiding betekent automatisch minder leerkrachten). Wij willen deze onbalans gefaseerd herstellen. Praktisch gezien betekent dit dat we onze 14 locaties met minder schoolleiders willen gaan aansturen. In de eerste fase (per 1 augustus 2014) zullen de 2 nieuw te vormen clusters geleid gaan worden door één directeur. Daarmee wordt een belangrijk deel van de onbalans hersteld. Door onze goede financiële positie hebben wij de mogelijkheid om het terugbrengen van de schoolleiding gefaseerd door te voeren. Daardoor kunnen we deze afbouw ook volledig opvangen middels natuurlijk verloop.
Mobiliteit directies Met de invoering van het beleidsplan directieontwikkeling in november 2011 is ook verplichte mobiliteit voor schoolleiders binnen SKIPOV ingevoerd. We ervaren het als “verfrissend” dat directeuren binnen een termijn van 4 tot maximaal 8 jaar van school wisselen. Het biedt tevens mogelijkheden aan directies nieuwe carrière stappen te maken en zich verder door te ontwikkelen. Scholen lopen niet vast in patronen maar krijgen ook steeds weer nieuwe inzichten en impulsen.
Deze verplichte mobiliteit en de hierboven beschreven herstructurering brengt met zich mee dat een aantal directeuren per 1 augustus 2014 van school zullen gaan wisselen. Vanwege de herstructurering zal in een aantal gevallen de termijn van 4 tot 8 jaar dit keer niet gehaald worden. Per 1 augustus 2014 gaan 2 zittende directeuren met pensioen (Jan Mommersteeg en Loek Ariaans) en zal Minet Peters vanuit de kweekvijver instromen in het directieberaad. Bij de toewijzing van directeuren aan scholen (en schoolclusters) per 1 augustus 2014 hebben een aantal (persoon specifieke) factoren een rol gespeeld, zoals ervaring, “span of control” en ambitie. Ook de betrekkingsomvang (parttime factor) is meegewogen. Uiteindelijk dient er ook hier een balans te ontstaan waarbij iedere school (en schoolcluster) de juiste directeur krijgt. Gekeken is dan ook niet alleen naar de persoonlijke factoren maar ook naar het profiel en de kwalitatieve staat van de school. Het directiemodel zoals dat per 1 augustus 2014 (praktisch gezien start nieuwe schooljaar) zal worden ingevoerd ziet er als volgt uit;
Empel
Antonius
Leon van Boxtel
‘t Ven
Heibosch Silvy Arts
Nicolaas
Edith Stein
Vijfmaster Ellen Vos
Maria
Raymond Stuart
Mariëtte vd Pas
Paul Verrijdt Maria ter Heide
Bernadette Christel Ermers
Petrus en Paulus Angelique v Lankveld
Bunders Minèt Peters
Ark Elly van Dooren
Wissel Ernest Rodigas
Ont-zorgen scholen In de visie van SKIPOV zijn onze schoolleiders vooral “onderwijskundige leiders”. Hun belangrijkste verantwoordelijkheid is het aansturen van het personeel in de ruimste zin van het woord. Goed onderwijs wordt immers hoofdzakelijk bepaald door goed personeel. In de praktijk worden zij nog te veel en te vaak afgeleid door allerlei randzaken. Bovendien hebben scholen niet of nauwelijks de financiële ruimte om hier ondersteunend personeel op in te zetten. Een werkgroep uit het Directieberaad heeft daarom alle werkzaamheden van de schoolleiding geïnventariseerd en beoordeeld welke werkzaamheden effectiever kunnen worden georganiseerd door ze centraal uit te voeren. SKIPOV beschikt over een hoogwaardige technische infrastructuur (ICT en telefonie) die het mogelijk maakt om een aantal “schoolse” werkzaamheden centraal gebundeld en daarmee veel effectiever uit te kunnen voeren. Het gaat daarbij (globaal) om de volgende werkzaamheden:
Leerling administratie Optimaliseren workflow inkoopfacturen Beheer kleine kas op scholen Personele administratie (mutaties, aktes van benoeming etc.) ARBO gerelateerde zaken (RIE’s, ontruimingsplannen etc.) Secretariële ondersteuning (waaronder telefoon verkeer indien nodig afvangen) Gebouwbeheer
Om bovenstaande mogelijk te maken zal de verdere uitrol van onze VOIP centrale worden versneld (alle scholen op 1 centrale), en zal er een soort “vliegende administratieve brigade” worden ingesteld om een aantal van bovengenoemde werkzaamheden op locatie uit te voeren. Door directeuren op bovenstaande wijze te ont-zorgen ontstaat er voor hen meer ruimte en focus om zich verder door te ontwikkelen als onderwijskundig leider. Ten slotte Met de hier boven beschreven herstructurering kunnen wij de krimp en bezuinigingen niet alleen goed opvangen, we geven onze medewerkers meer ruimte om zich goed te ontwikkelen en hen beter dan nu in staat te stellen goed te functioneren met de focus op goed onderwijs. We creëren “rijkere” omgevingen en organiseren ons werk effectiever (en daardoor beter en goedkoper). We zijn daarbij goed in staat om ook de onderwijsvoorzieningen in de kleine kernen te waarborgen. We passen niet alleen onze organisatie aan, aan de veranderde omstandigheden, maar gebruiken de krimp en bezuinigingen als een uitdaging voor kwaliteitsbehoud en –verbetering om daarmee kwalitatief goed basisonderwijs in de gehele gemeente Veghel voor de komende jaren te waarborgen.
Veghel, 14 februari 2014 Berry Tomas Voorzitter Raad van Bestuur SKIPOV