sectorplan architecten
Opstap naar een betere toekomst
SECTORPLAN ARCHITECTENBUREAUS 2014-2016 Startdatum: 1 april 2015 Einddatum: 31 maart 2017
Aanvrager: Stichting Fonds Architectenbureaus, namens BNA, FNV Bondgenoten, CNV Dienstenbond, De Unie en Stichting PAO.
1
sectorplan architecten
Voorwoord: Voor u ligt het sectorplan voor de architectenbranche. Het is een geïntegreerd aanbod van beroepservaring en opleidingen om de branche kwalitatief gereed te maken voor de toekomst. Een toekomst die nieuwe eisen stelt aan architecten en nieuwe vaardigheden vereist om een antwoord te hebben op de maatschappelijke ontwerp- en bouwopgaven van de toekomst. Dit sectorplan voorziet in invulling van de beroepservaringperiode voor aankomend architecten, die per 1 januari 2015 verplicht is. En biedt kortingen aan vo or trainingen en workshops voor bestaande werkenden in de branche op het gebied van het Bouw - en Informatie Model, private kwaliteitsborging en intern ondernemerschap. In dit plan vindt u een analyse van de sector, een omschrijving van de gestelde doelen e n een plan van aanpak om die doelen te realiseren.De aangeboden cursussen en workshops zijn bestemd voor alle werkenden in de branche: werknemers, bureau-eigenaren, pas afgestudeerden en zelfstandig gevestigden. Dank zij een gezamenlijke financiële inspann ing van de sector en de overheid kan eenieder gebruik maken van dit aanbod tegen sterk gereduceerde tarieven, zij het onder het motto: zolang de voorraad strekt. Het aanbod is echter niet vrijblijvend. Deelnemers ontvangen de korting achteraf via een kortingsvoucher, als is aangetoond dat de opleiding daadwerkelijk is gevolgd. Ter toetsing wordt elke opleiding afgesloten met een toets of examen. Daarmee willen we bereiken dat dit sectorplan een daadwerkelijke kwalitatieve verbetering van de sector tot gevol g heeft en daarnaast de werkgelegenheid binnen de sector een impuls geeft. De samenwerkende organisaties: BNA, Willem Hein Schenk, voorzitter Stichting PAO en PEP, Julietta Zanders, dagelijkse leiding PEP FNV Zakelijke Dienstverlening namens de vakorganisaties, Gerard van Hees, bestuurder SFA, Huub de Graaff, directeur
2
sectorplan architecten
Inhoudsopgave 1. Waarom doen we dit? 2. Plan van aanpak 3. Uitvoering 4. Voorwaarden en handhaving 5. Structurele financiering, meerwaarde en imbedding 6. Contactgegevens
1. WAAROM DOEN WE DIT? Meerwaarde architect Architecten verbinden mensen, wensen en belangen en kennen de maatschappelijke eisen ten aanzien van duurzaamheid en haalbaarheid. Architectuur is een niet te missen maatschappelijke kracht, die op nationaal en regionaal niveau bijdraagt aan leefbaarheid en kwaliteit. Architecten doen meer dan gebouwen ontwerpen. Met hun kijk op ruimte en hun kennis van maatschappelijke vraagstukken leveren ze een bijdrage aan het oplossen van complexe ruimtelijke problemen. Branche in transitie De branche gaat als gevolg van de financieel-economische crisis vanaf 2008 door een zeer moeilijke tijd en bevindt zich op economisch, ecologisch en technisch gebied zich in een transitiefase. De omzet en werkgelegenheid zijn als gevolg van de economische crisis meer dan gehalveerd (Bron: CBS/BNA Benchmark Jaarcijfers). Het architectenbureau van de toekomst speelt nieuwe rollen en hanteert andere verdienmodellen. Dit vraagt om nieuwe kennis en competenties van medewerkers en afgestudeerde architecten (Bron: BNA Dienstenkaarten) Naast de verbeeldende en verbindende kracht van de architect zijn nieuwe vaardigheden op technologisch, zakelijk en persoonlijk vlak belangrijk om in de toekomst verzekerd te blijven van werk. Betere werking arbeidsmarkt Bureaus zijn net als veel andere bouwpartijen bezig met een strategische heroriëntatie op de nieuwe maatschappelijke ontwerp- en bouwopgaven. Zij bereiden zich voor op de toekomst. Voor een goede werking van de arbeidsmarkt dienen vraag en aanbod kwantitatief en kwalitatief goed aan te sluiten. Een kwantitatieve aansluiting is alleen mogelijk bij het op korte termijn aantrekken van de markt. Sociale partners hebben hierop geen substantiële invloed. Daarom focust dit plan zich primair op een betere kwalitatieve aansluiting op aspecten waarop sociale partners wel invloed hebben. De steun in de rug door het kabinet is van belang om bestaande knelpunten op de arbeidsmarkt aan te pakken. Dit stelt de branche beter in staat gericht te investeren in nieuwe toekomstgerichte competenties. Nieuwe competenties Naar aanleiding van het Sociaal Akkoord dd. 11 april 2013 stelt het kabinet de sociale partners in de diverse sectoren in de gelegenheid een sectorplan op te stellen. Dit sectorplan focust op vier belangrijke nieuwe kennis- en competentiegebieden om mensen in de branche aan het werk te houden en te krijgen:
3
sectorplan architecten
1. het opdoen van (per 2015 wettelijk verplichte) beroepservaring voor pas afgestudeerden, 2. werken met een Bouwwerk Informatie Model (BIM) 3. certificeren voor private kwaliteitsborging en 4. het bevorderen van intern ondernemerschap. Deze maatregelen zijn essentieel voor het behoud van banen op korte termijn en nieuwe werkgelegenheid op langere termijn. Vraagsturing door vouchers De sociale partners in de architectenbranche willen werken met vraaggestuurde kortingsvouchers. Door deze vorm van vraagsturing in te voeren worden bureaus in staat gesteld om deelnemers met korting die opleiding te laten volgen die aansluit bij de wensen van het bureau en de deelnemer. Iedereen die in de branche werkzaam is kan - met als principe _ ‘wie het eerst komt wie het eerst maalt‟ en zolang de voorraad strekt - in aanmerking komen voor een kortingsvoucher. Hiermee kan tot de helft van de kosten bij een erkend(e) instituut/organisatie worden vergoed. Dit leidt binnen de sectorplanperiode tot een krachtige additionele impuls en op langere termijn tot een structureel betere aansluiting tussen vraag en aanbod op de arbeidsmarkt in de architectenbranche. Situatie nu: architectenbranche ruim gehalveerd Omzetontwikkeling en werkgelegenheid In 2008 behaalde de architectenbranche een omzet van ruim € 1,6 miljard. In 2012 daalde de omzet tot € 725 miljoen (Bron: BNA Benchmark Jaarcijfers). Naar schatting zijn er ruim 7000 mensen zonder werk geraakt of ander werk gaan doen. Een ander deel is (vervroegd) met pensioen (Bron: Pensioenfonds Architectenbureaus). In 2013 daalde de omzet verder, maar in de tweede helft van het jaar begon deze zich langzaam te stabiliseren. Uit recente cijfers (Bron: BNA Conjunctuurmeting voorjaar 2014) blijkt dat de gemiddelde werkvoorraad niet verder meer afneemt en sinds begin dit jaar zelfs weer zeer licht toeneemt. De eerste voorzichtige tekenen van herstel lijken in zicht. Er zijn ongeveer 2500 architectenbureaus actief in Nederland. Bij de Kamer van Koophandel staan ruim 5000 architectenbureaus geregistreerd. Hiervan bestaan er 3600 uit 1 persoon. Inschatting is dat er ca. 1.100 eenmanszaken ook serieus actief zijn op de markt. De totale werkgelegenheid in de branche bedraagt momenteel ongeveer 9000 (werknemers + zzp'ers) ten opzichte van 19.000 in 2008. (Bron: BNA Benchmark Jaarcijfers)
Bron: BNA Benchmark Jaarcijfers 2008-2012
4
sectorplan architecten
Kennis en ervaring Kostbare kennis is verloren gegaan of dreigt dat alsnog te doen. Oudere werknemers – met veel ervaring en gepokt en gemazeld in het vak - zijn om financiële redenen regelmatig nauwelijks te handhaven in een bureau met een werkvoorraad van ruim drie maanden. Daardoor verdwijnt werkgelegenheid voor gespecialiseerde medewerkers die een jarenlange kennis- en praktijkervaring hebben opgebouwd, onmisbaar voor het vervullen van de verbindende rol die architectenbureaus zo kenmerkt. (Bron: Stichting Fonds Architectenbureaus) Arbeidsrelaties Architectenbureaus zijn door de onzekere marktsituatie huiverig geworden voor het aangaan van arbeidsovereenkomsten voor onbepaalde tijd. In 2013 zijn zulke arbeidsovereenkomsten nauwelijks aangegaan. Alternatieven zijn arbeidsovereenkomsten voor bepaalde tijd, opdrachtverstrekking aan zzp'ers, stageovereenkomsten en het terugschroeven van fulltime afspraken naar werken in deeltijd. De cao voor architectenbureaus biedt tijdelijk soelaas doordat de sociale partners met elkaar zijn overeengekomen dat er over een periode van vier jaar maximaal vijf arbeidsovereenkomsten voor bepaalde tijd mogen worden afgesloten. Daarnaast is om die reden een tijdelijke startersregeling afgesproken die de entree in de beroepspraktijk vergemakkelijkt. (Bron: Stichting Fonds Architectenbureaus) Verwachtingen: nieuwe opgaven, andere rollen, voorzichtig, onevenwichtig Nieuwe opgaven Het architectenbureau opereert in een dynamische context. De diensten van bureaus bewegen mee met maatschappelijke ontwikkelingen. De markt vraagt om zorgvuldige, duurzame, betaalbare ingrepen die met nieuwe financieringsconstructies worden bekostigd. Investeringsdenken maakt daarbij plaats voor levensduurdenken. Nieuwe technologieën, materialen en media worden steeds beter ingezet om gewenste doelen te bereiken. Er ligt een kans om in te spelen op nieuwe vraagstukken en opgaven door de onderscheidende, verbeeldende en verbindende kracht van de architect in te zetten voor slimme, mooie en goede ruimtelijke oplossingen en bouwwerken. (Bron: BNA Marktkaarten 2013 en Dienstenkaarten 2014). Andere rollen Nederlandse architecten ontwikkelen actief nieuwe diensten, zoals die van ontwikkelaar, facilitator of strategisch adviseur en hebben nationaal en internationaal onderscheidende expertise in betaalbare woningbouw, stedenbouwkundige plannen, complexe bouwopgaven en ruimtelijke opgaven met water (Bron: BNA Dienstenkaarten 2014, BNA International). Ze werken meer dan ooit samen met andere bedrijven. Onder meer door de veranderende vraag van opdrachtgevers en de toegenomen complexiteit van projecten is samenwerken een must. Ontwerpteams van tegenwoordig zijn multidisciplinair en kunnen, naast de architect, bestaan uit andere ontwerpers en uit niet-ontwerpers als bouwkundige adviseurs, bouwkostendeskundigen en installatieadviseurs, maar ook uit kunstenaars, sociologen en economen. De architect fungeert in het ontwerpproces vaak als generalist tussen de specialisten. Voorzichtig maar onevenwichtig herstel Uit de laatste conjunctuurcijfers van de van de BNA (april 2014) blijkt dat er begin 2014 sprake is van een voorzichtig optimisme. De gemiddelde werkvoorraad is sinds eind 2013 gestegen van 3,2 naar 3,7 maanden. Bij 35% is de productie toegenomen, bij 26% van de bureaus afgenomen. 5,6% spreekt van een grote werkvoorraad. Dit was een half jaar geleden nog geen 3%. Dit voorzichtige herstel is onevenwichtig en is sterk afhankelijk van de deelmarkten, waarop bureaus actief zijn. (Bron: BNA Conjunctuurmeting voorjaar 2014)
5
sectorplan architecten
Bron: BNA Benchmark Jaarcijfers 2008-2012 Ondernemerschap en innovatie De architectuurpraktijk wordt naar verwachting niet meer zoals het geweest is. In de wereld van ontwerpen en bouwen zijn oude zekerheden en modellen voor een groot deel verdwenen. De context, de business en de praktijk van het architectenbureau tonen aan dat er sprake is van een nieuwe realiteit. De komende jaren richt de branche zich daarom op een verdere versterking van het aanpassingsvermogen en de veerkracht van de branche zelf. In deze transitie zijn adaptatie en elan van de branche cruciaal. Nieuwe competenties, ondernemerschap en innovatie zijn een voorwaarde. Nieuwe markten Transformatie en renovatie, hergebruik en herontwikkeling, verbetering en verduurzaming, private kwaliteitsborging, planvorming, onderzoek, gebiedsontwikkeling en advies zijn de typen opdrachten waar bureaus het meeste van verwachten. De markt voor particulieren doet het, mede dankzij de tijdelijke btw verlaging, de lage rentestand en licht aantrekkende huizenmarkt, relatief goed. Ook bedrijven-, gemengde- en zorgprojecten zorgen nemen toe in belang. Nieuwbouw en kantoren bieden relatief minder kansen. Een klein maar toenemend aantal bureaus is buiten de landsgrenzen actief, waarbij de verwachtingen vooral voor Duitsland, België en – bij de grotere bureaus – Azië positief zijn. (Bron: BNA Conjunctuurmeting, voor jaar 2014) Ontwikkeling op de arbeidsmarkt De architectenbranche zit vooraan in de bouwketen is sterk afhankelijk van de bouwproductie. De totale bouwproductie zal verwachting tussen 2015- en 2019 een gemiddelde groei laten zien van 4%. (EIB, Verwachtingen bouwproductie en werkgelegenheid 2014). De vraag naar architecten is vooral gerelateerd aan nieuwbouw van woningen en utiliteitsgebouwen en onderhoud-, herstel- en vooral verbouwproductie. (Rabobank Cijfers en Trends, mei 2014). De marges en de omzet van architectenbureaus staan nog onder druk, maar op de langere termijn zijn de verwachtingen daarom gematigd positief. Op korte termijn verwachten bureaus dat de werkgelegenheid nog daalt (BNA conjunctuurmeting voorjaar 2014). Voor de langere termijn is de verwachting dat deze zich eerst zal stabiliseren en weer licht mee kan groeien met de totale bouwproductie.
6
sectorplan architecten
EIB, Verwachtingen bouwproductie en werkgelegenheid 2014-2019 Regelgeving, technologie en de markt vragen om nieuwe competenties De vereiste competenties van medewerkers veranderen door veranderende regelgeving (invoering beroepservaringperiode en invoering van private kwaliteitsborging), technologische ontwikkelingen (zoals werken met BIM) en de transitie in de markt voor architecten en bouwbedrijven van een aanbodgestuurd, naar een vraaggestuurd systeem. Dit laatste vraagt om meer ondernemerschap van en op bureaus. De maatregelen in dit sectorplan zijn er daarom vooral op gericht via een stevige additionele impuls het gat tussen de huidige en nieuwe, in de toekomst vereiste competenties te dichten. Knelpunten op de arbeidsmarkt De arbeidsmarkt voor architecten kent op korte en middellange termijn kwantitatieve en kwalitatieve knelpunten. Omdat de kwantitatieve knelpunten afhankelijk zijn van de algemene financieel-economische situatie in de economie, concentreert het sectorplan zich op actuele branchespecifieke kwalitatieve knelpunten, waar sociale partners zelf invloed op hebben. De voornaamste kwalitatieve knelpunten bevinden zich op vier gebieden: 1. Instroom jongeren en beroepservaring afgestudeerden Er bestaat een discrepantie tussen het competentieniveau van pas afgestudeerden en de eisen die de actuele beroepspraktijk stelt. De wettelijk verplichte beroepservaringperiode die vanaf 1 januari 2015 geldt moet daarin, ook in internationaal perspectief, verbetering brengen. De branche is voorzien van de structuur en de instrumenten om de discrepantie tussen aanwezige en vereiste competenties om te heffen en de pas-afgestudeerden een begeleide entree in de beroepspraktijk te bieden. Door de actuele moeilijke economische situatie is er een aantal belemmeringen om dat te effectueren. Er is te weinig aanbod aan beroepservaringsplaatsen en de financiële drempels zijn te hoog om deel te nemen. 2. Ketensamenwerking met het Bouw Informatie Model (BIM) Opdrachtgevers sturen steeds meer op werken met BIM. BIM is een middel om ketenpartners beter te laten samenwerken met als uiteindelijke doel een betere (technische) kwaliteit van gebouwen te realiseren. BIM wordt meer en meer toegepast bij 7
sectorplan architecten
architecten en hun ketenpartners. De gemiddelde kennis, vaardigheden en competenties bij architectenbureaus met een omvang kleiner dan 5 medewerkers die nodig zijn voor een goed en efficiënt verloop van BIM- en ketenintegratieprojecten, zijn kwalitatief en kwantitatief nog onvoldoende voor een gezonde bedrijfsvoering in de toekomst. 3. Scholing t.b.v. erkenningsregeling voor uitvoering „private kwaliteitsborging In de loop van 2015 bestaat wettelijk de mogelijkheid om de technische kwaliteit van gebouwen door private partijen te laten borgen omdat de overheid het technische deel van een omgevingsvergunning niet meer gaat toetsen. Architectenbureaus kunnen hier naar verwachting een significant marktaandeel verwerven. Bij veel medewerkers in de branche is er nog onvoldoende kennis en deskundigheid om de private kwaliteitsborging te kunnen en mogen uitvoeren. Het wettelijk voorgeschreven erkenningssysteem voor private kwaliteitsborging moet in een korte periode worden opgetuigd. 4. Intern ondernemerschap Als gevolg van de marktsituatie is er bij bureaus en hun medewerkers een urgentie ontstaan om het eigen interne ondernemerschap te bevorderen. Ondernemerschap krijgt traditioneel niet veel aandacht op de opleidingen, die vooral gericht zijn op inhoudelijke aspecten van het architectenvak. Om te overleven in de huidige markt is het bevorderen van eigen initiatief en een meer ondernemende, innovatieve en samenwerkende houding noodzakelijk. Genoemde kwalitatieve knelpunten zijn actueel en urgent. Ze vragen om aanvullende, nieuwe maatregelen, die nog geen plek hebben in het reguliere aanbod in de branche. De actuele kwantitatieve onbalans tussen vraag en aanbod van en naar architectendiensten kan alleen op langere termijn worden opgelost. Momenteel daalt het aantal nieuwe aanmeldingen bij opleidingen. Ook gaan er oudere medewerkers met (vervroegd) pensioen, waardoor op langere termijn hopelijk een nieuwe, gezondere balans op de arbeidsmarkt zal ontstaan.
2: PLAN VAN AANPAK Sectorplan Met dit sectorplan willen de sociale partners in de architectenbranche (Branchevereniging van Nederlandse Architecten, FNV Bondgenoten, CNV Dienstenbond en De Unie) de komende jaren (2014 t/m 2016) een extra impuls geven aan de ontwikkeling van noodzakelijke nieuwe toekomstgerichte competenties, die aansluiten op gesignaleerde knelpunten op de arbeidsmarkt. De sociale partners machtigen daartoe het Opleidings- en Ontwikkelingsfonds (Stichting Fonds Architectenbureaus), waarin zij samen het bestuur vormen, als hoofdaanvrager. Bij de uitvoering van het plan zijn ook andere partijen in de branche betrokken, die bijdragen aan een effectieve aanpak. Ambitie Sociale partners hebben de ambitie om het aantal medewerkers in de architectenbranche dat over de benodigde aanvullende toekomstgerichte competenties beschikt te vergroten en het gat tussen bestaande en benodigde competenties te dichten. Als instrument worden daarbij vraaggestuurde kortingsvouchers ingezet. Hoofdlijn van beleid Deze ambitie past binnen het algemene arbeidsmarktbeleid dat zich richt op de volgende punten: 1. Instroom en beroepservaring jong talent 2. Nieuwe competenties van medewerkers 3. Een gezonde balans tussen vraag en aanbod 4. Eerlijke concurrentie en een gelijk speelveld 5. Balans tussen flexibiliteit en zekerheid 6. Toekomstbestendige arbeidsvoorwaarden en pensioenen 8
sectorplan architecten
Focus van het sectorplan Het sectorplan focust primair op competentieontwikkeling en daarmee op behoud van en toekomstige werkgelegenheid. Het sectorplan legt het zwaartepunt op: - de instroom van jongeren, - scholing - goed werkgever- en werknemerschap Het sectorplan focust daarmee vooral op de punten 1 t/m 3 van het algemene arbeidsmarktbeleid, met (bij punt 3) nadrukkelijk op de kwalitatieve aansluiting tussen vraag en aanbod. De punten 4 t/m 6 worden opgepakt in de gesprekken over arbeidsvoorwaarden en de pensioenregeling en vormen geen onderdeel van dit sectorplan. Arbeidsvoorwaarden en pensioenen Naast de voorgestelde activiteiten in het sectorplan werken sociale partners aan de modernisering van de arbeidsvoorwaarden en arbeidsrelaties in cao-verband en een nieuwe toekomstbestendige pensioenregeling. De huidige cao loopt tot en met februari 2015. De verkenning ‘Paraplufunctie cao: wat biedt de cao van de toekomst?‟ heeft als doel de basis te leggen voor een nieuwe cao in de periode daarna. Nieuwe regelgeving en flexibiliteit Bij de vernieuwing van de cao wordt gekeken naar de aanstaande wijzigingen in de wet- en regelgeving ten aanzien van de WW, tijdelijke arbeidsovereenkomsten en ontslagvergoedingen. Ook de noodzaak van flexibiliteit voor bureaus om te overleven, de opkomst van zzp-bureaus en de verhouding tussen vaste, tijdelijke contracten en de flexibele schil spelen hierbij een rol. Aanpalende branches De sociale partners in de architectenbranche kijken ook naar ontwikkelingen bij aanpalende branches in de bouw, de creatieve industrie en regionaal. Waar zinvol zal hierbij aansluiting worden gezocht. Dit plan richt zich echter op de activiteiten die de architectenbranche zelf kan ondernemen om branchespecifieke knelpunten op de arbeidsmarkt aan te pakken. Samenhang met sectoranalyse De in de sectoranalyse genoemde knelpunten vragen om verschillende gerichte maatregelen. Voor elk knelpunt bevat het sectorplan aparte maatregelen, die erop gericht zijn om deze effectief aan te pakken. Hierbij is steeds die partij in het samenwerkingsverband als trekker aangesteld, die het best gepositioneerd is voor het uitvoeren van de geplande activiteiten. Per maatregel worden hierna doel, doelgroep, activiteiten en de meerwaarde van het sectorplan beschreven. I - Instroom en begeleiding jongeren: beroepservaring afgestudeerden Doel Doel is de toegang tot de introductie in de beroepspraktijk te verbeteren en de financiële drempel te verlagen waardoor meer beroepservaringsplaatsen beschikbaar komen. Dit moet leiden tot een goede aansluiting van kennis en competenties van jonge beroepsbeoefenaren op de behoeften van de beroepspraktijk. De komende jaren zullen aankomende architecten hun wettelijke beroepservaring starten. Zij komen in aanmerking voor deelname aan de beroepservaringperiode. De verwachting is dat lang niet alle afgestudeerden erin zullen slagen een beroepservaringsplaats te vinden. Met hulp van het sectorplan is het vanaf begin 2015 mogelijk om elk half jaar een groep van 30 tot 40 afgestudeerde beroepsbeoefenaren van start te laten gaan in het geïntegreerde traject van werk en opleiding. Voor het individuele traject start vanaf medio 2015 per half jaar een groep van 15 zelfstandig gevestigde deelnemers met het cursusdeel. Uit de Quick Scan Instroom Beroepservaringperiode 2014 (Bron: TNO) in opdracht van Bureau Architectenregister blijkt dat de
9
sectorplan architecten
potentiële opnamecapaciteit voor aankomende architecten bij bureaus in de periode 2015-2016 per halfjaar 30 tot 40 plaatsen bedraagt. Voor de periode 2017 – 2020 zijn dat 60 à 70 plaatsen. Voor alle in het architectenregister opgenomen disciplines (architecten, stedenbouwkundigen, tuin- en landschapsarchitecten en interieurarchitecten) zijn de cijfers respectievelijk 50 tot 90 en 90 tot 120. Doelgroep Pas afgestudeerde aankomende architecten, dat wil zeggen met een voltooide opleiding zoals genoemd in de Wet op de architectentitel, vormen de doelgroep. De entree van jonge beroepsbeoefenaren in de beroepspraktijk is een structureel knelpunt op de arbeidsmarkt. De academische opleiding sluit niet goed aan op de dagelijkse praktijk van de beroepsuitoefening. Ook moeten voor de beroepspraktijk noodzakelijke kennis en competenties vaak al doende, met vallen en opstaan, worden verworven. Dit heeft in verschillende andere landen van de Europese Unie tot het inzicht geleid dat een volwaardige architectenopleiding bestaat uit een succesvol afgeronde EUerkende opleiding en een wettelijk verplichte beroepservaringperiode. Beroepservaringperiode Om de entree van jonge beroepsbeoefenaren beter, efficiënter en sneller te laten verlopen heeft de branche in samenwerking met de overheid de beroepservaringperiode in het leven geroepen. Een overweging daarbij was dat de positie van de Nederlandse architect in het buitenland baat zou hebben bij een vorming op concurrerend Europees niveau. Voor het vormgeven en uitvoeren van de beroepservaringperiode is Het Experiment Beroepservaring Jonge Architecten opgericht. Inmiddels is dat getransformeerd tot de Stichting Beroepservaring, die behalve architecten ook stedenbouwkundigen, tuin- en landschapsarchitecten en interieurarchitecten tot zijn doelgroep rekent. Gedurende de beroepservaringperiode werkt de aankomende architect twee jaar onder begeleiding van een ervaren architect. Het opdoen van beroepservaring wordt ondersteund door een het volgen van een cursorisch deel. In de afgelopen jaren was de beroepservaringperiode op vrijwillige basis te volgen. Vanaf 1 januari 2015 heeft de beroepservaringperiode een wettelijke basis en is het verplicht. Inschrijving in het architectenregister is dan alleen mogelijk als een beroepservaringperiode is gevolgd en inschrijving in het architectenregister is een voorwaarde om de beroepstitel architect te mogen voeren. De financiering van de beroepservaringperiode is de verantwoordelijkheid van de branche zelf. De actuele, langdurige crisis in de architectenbranche zorgt voor nieuwe knelpunten bij de entree in de beroepspraktijk van jonge beroepsbeoefenaren. Er zijn te weinig arbeidsplaatsen waarin de beroepservaring kan worden opgedaan en de financiële armslag ontbreekt zowel bij de bureaus als bij de intredende beroepsbeoefenaren om de kosten van het cursorische deel te dragen. Inhoud van de beroepservaringperiode Na succesvolle afronding van de studie volgt de aankomend architect een tweejarige beroepservaringperiode, in dienst bij een architectenbureau, dan wel als zzp’er. Het cursusdeel bestaat onder meer uit vakinhoudelijke bijeenkomsten, vakinhoudelijke begeleiding, een persoonlijk ontwikkelplan en een masterclass ondernemerschap. Voor zzp’ers is er een flexibel programma samengesteld. De opleiding wordt afgesloten met een mondeling examen in aanwezigheid van een gecommitteerde. Meerwaarde sectorplan voor de beroepservaringperiode Het sectorplan biedt de mogelijkheid tot een substantiële financiële bijdrage in de kosten van de beroepservaringperiode. Daarnaast is er de in de cao vastgelegde mogelijkheid om aankomend architecten gedurende deze periode op basis van ten minste het minimumloon een arbeidsplaats aan te bieden. Deze beide maatregelen verlagen de financiële drempel dusdanig dat instromers hun kansen kunnen pakken, de architectentitel kunnen verwerven en daarmee op de arbeidsmarkt een betere positie kunnen verwerven. De beroepservaringperiode heeft in het recente verleden zijn effectiviteit bewezen. Van de 233 deelnemers in de periode 2003 – 2014 heeft 95% werk in de architectenbranche. (Bron: Onderzoeksrapport alumni Het Experiment en De Beroepservaring)
10
sectorplan architecten
II – Scholing: introductiecursussen Bouw Informatie Model (BIM) Doel Alle architectenbureaus moeten met BIM kunnen werken. Het is geen keuze meer, het wordt de nieuwe werkwijze. Dit blijkt uit het benchmarkonderzoek1 van de BNA. Tussen 2008 en 2013 is een stijging van het percentage van architectenbureaus dat met BIM-software werkt te zien van 24% naar 85%. Doelgroep Bij met name de kleine architectenbureaus (ongeveer 1800 actieve bureaus met minder dan 5 fte personeel) blijft de toepassing van BIM-software zorgwekkend achter. In dezelfde periode is het percentage van deze bureaus dat niet met BIM werkt of zegt geen investeringsplannen voor BIM te hebben slechts gedaald van 61% naar 31%. De trend van de afnamecurve van deze groep is afvlakkend en de prognose van de BNA is dat dit percentage in 2015 jaar zonder maatregelen op 25% zal uitkomen. Dit staat in schril contrast met de architectenbureaus die meer als 10 fte personeel in dienst hebben. Deze bureaus gebruiken nu allemaal al BIM-software. In potentie bedraagt de groep die gebruik kan en wil maken van deze maatregel 250 bureaus, de helft van de huidige aantal (50% van 500) architectenbureaus, dat achterblijft met het gebruik van BIM. BIM De redenen waarom kleine bureaus niet in dit technologisch hulpmiddel voor ketensamenwerking investeren zijn over de jaren constant. Ofwel de projectomgeving van het architectenbureau BIM't nog niet of het bureau kan het zich financieel niet veroorloven om met BIM te werken of het bureau schat het rendement van de investering negatief of laag in. Echter, kleine bureaus hebben veel baat bij BIM laat eerder onderzoek2 zien. Het is te verwachten dat bij de invoering van nieuwe technologie in een branche er altijd een groep zal zijn die de nieuwe technologie niet of pas heel laat zal omarmen. Deze achterblijvende groep 5 (ook wel laggards genoemd) blijkt uit internationaal onderzoek3 gemiddeld 16% van een beroepsgroep uit te maken. In de architectenbranche is deze groep bij de kleine architectenbureaus met 31% relatief groot. Het doel is dus om de gemeten 31% (en de verwachte 25% in 2015) terug te brengen naar percentages die meer in overeenstemming zijn met statistische gemiddelden.
1
Brancheonderzoek BNA verdiepingsonderzoek 2008, p.27-32, BNA, 19 januari 2009, uitgevoerd door Panteia; Brancheonderzoek BNA verdiepingsonderzoek 2009, p.42-46, BNA, maart 2010, uitgevoerd door Panteia; Brancheonderzoek BNA verdiepingsonderzoek 2010, p.27-31, BNA, maart 2011, uitgevoerd door Panteia; Brancheonderzoek BNA verdiepingsonderzoek 2011, p.31-33, april 2012, uitgevoerd door Panteia; Brancheonderzoek BNA verdiepingsonderzoek 2012, p.36-37, april 2013; Brancheonderzoek BNA verdiepingsonderzoek 2013, p.33-35, april 2014, uitgevoerd door Panteia 2 BIM bij kleine architectenbureaus - Stand van zaken en aanbevelingen - een onderzoek naar de toepassing en implementatie van Building Information Modeling bij architectenbureaus met een omvang tot 10 fte, p.52-57, april 2012, master thesis Bert Leeuwis TU Delft 3 Rogers, E. M. & Shoemaker, F. F. (1971). Communication of Innovation. New York: The Free Press.
11
sectorplan architecten
Fig.1 standaard verdeling en categorisering van adaptoren van technische innovaties op basis van de mate van innovatie.
Meerwaarde sectorplan voor ketenintegratie met BIM Het aanbod is gericht op bureaus en architecten zonder BIM-ervaring: Door BIM-kennismaking en -training onder aantrekkelijke voorwaarden aan te bieden worden deze bureaus in staat gesteld om innovatief en concurrerend hun marktpositie te behouden of (opnieuw) te verwerven. De stap naar BIM wordt bij de „laggards‟ niet of aarzelend gezet. Vooral bij opdrachten die in Design Build Maintainance verband worden verstrekt en opdrachten van professionele opdrachtgevers (overheid en corporaties) geldt al de eis dat het project met BIM-software wordt gemaakt. Als de markt aantrekt en bij meer opdrachten de BIM-eis wordt gesteld moeten de bureaus daar klaar voor zijn. Bij veel bureaus ontbreken echter de middelen. Als bureaus op eigen kracht en met eigen middelen keuzes moeten maken, wordt voor uitstel gekozen blijkt uit onderzoek 4van de BNA en blijven de noodzakelijk investeringen in opleiding en ontwikkeling sterk achter. Door BIM financieel laagdrempelig en sectorbreed aan te bieden, begeleid door een duidelijke communicatie over doel en noodzaak, wordt de motor van vernieuwing op gang gebracht. Inhoud van de BIM introductiecursussen Vakkrachten maken kennis met nieuwe kennis en BIM-vaardigheden en blijven zo goed inzetbaar blijven op de arbeidsmarkt. De maatregel voorziet niet in ondersteuning bij de aanschaf van BIM-software III – Scholing: opleiding voor uitvoering ‘private kwaliteitsborging’ Doel Architectenbureaus moeten in staat zijn voor hun opdrachtgevers de verantwoordelijkheid op zich te nemen voor de technische kwaliteit van het gerede gebouw dat zij hebben ontworpen. Hiervoor moeten zij transparant, controleerbaar en toetsbaar hun rol in het ontwerp- en bouwproces invullen. Zij kunnen zich laten erkennen middels een erkenningsregeling, een invulling van een systeem van “checks and balances” die een architectenbureau in staat stelt om naar overheid, opdrachtgevers en partners in de bouw duidelijk te maken welke kwaliteiten het bureau in huis heeft en hoe het zowel procesmatig als inhoudelijk de kwaliteit van gebouwen borgt. Het architectenbureau dat zich laat erkennen heeft een sterkere positie op de markt en kan meer en kwalitatief hoogwaardigere diensten aan opdrachtgevers en partners in de bouw aanbieden. Het doel is om zo veel mogelijk bureaus een erkend architectenbureau te laten worden.
4
Brancheonderzoek BNA verdiepingsonderzoek 2013, april 2014, uitgevoerd door Panteiea
13
12
sectorplan architecten
Doelgroep Het aanbod is gericht op bureaus en architecten die een rol willen spelen bij de verbetering van de (private) kwaliteitsborging. Uit onderzoek5 onder de leden van de BNA (medio 2013) blijkt 31% van de bureaus interesse heeft om zich te laten erkennen. Dat betekent dat circa 400 bureaus interesse hebben. Aangezien die interesse is gebaseerd op nog onbekende voorwaarden is het aannemelijk dat van deze groep uiteindelijk tenminste 25 % (100 deelnemers) overblijft die daadwerkelijk werk wil maken van een erkenningsregeling. Door begeleiding aan te bieden bij het vastleggen/verbeteren van bedrijfsprocessen en training van personen onder aantrekkelijke voorwaarden versterken bureaus hun concurrentiepositie hun marktpositie Private kwaliteitsborging In 2015 stopt de overheid geleidelijk met het vooraf toetsen van bouwplannen om te bepalen of het gerede gebouw waarschijnlijk aan de bouwregelgeving voldoet. De overheid wil hiermee de al bestaande verantwoordelijkheden en aansprakelijkheden van opdrachtgevers en opdrachtnemers in de bouw helderder vastleggen. In de praktijk wordt de overheid nu bij bouwaanvragen (oneigenlijk) als laatste check gebruikt bij de vraag of de technische kwaliteit voldoet aan regelgeving. Als deze rol vervalt dan zullen opdrachtgevers en opdrachtnemers zelf een systeem van ‘checks and balances’ moeten organiseren om de kwaliteit van het gerede gebouw te kunnen waarborgen en garanderen. Deze stelselwijziging van vergunningverlening wordt in het kort “verbetering (private) kwaliteitsborging” genoemd. Meerwaarde sectorplan voor private kwaliteitsborging Er bestaan al enige jaren instrumenten in de markt die kunnen worden ingezet bij de verbetering van de (private) kwaliteitsborging. Deze instrumenten zijn zeer uitgebreid, vergen een grote investering in kennis en kunde en gaan gepaard met hoge bijkomende certificeringskosten. De grote investering die dit vergt van bureaus staat niet in verhouding tot de omzet van het gemiddelde architectenbureau en de te verwachten grotere orderportefeuille. De stap naar private kwaliteitsborgingsinstrumenten wordt daardoor nu niet of aarzelend gezet. De markt komt moeizaam op gang omdat nog niet alle details en voorwaarden van private kwaliteitsborging bekend zijn. Om in 2015 de markt te kunnen betreden moeten de bureaus wel veel voorinvesteringen doen, zowel in tijd, geld als in kennis. Als in 2015 de markt toegankelijk wordt en overheid en opdrachtgevers eisen stellen aan het erkend zijn van een architect moeten de bureaus daar klaar voor zijn. Bij veel bureaus ontbreken echter de middelen om zich adequaat op deze markt voor te bereiden. Door de erkenningsregeling financieel laagdrempelig en sectorbreed aan te bieden, begeleid door een duidelijke communicatie over doel en noodzaak, wordt de motor van vernieuwing op gang gebracht. Als bureaus op eigen kracht en met eigen middelen keuzes moeten maken, kiezen velen voor uitstel, blijkt uit het benchmarkonderzoek van BNA 2013, en blijven de noodzakelijk investeringen in opleiding en ontwikkeling sterk achter. Inhoud opleiding private kwaliteitsborging De opleiding Bouwregelgeving richt zich specifiek op de kwaliteit van een bouwwerk in de ontwerpfase en is afgestemd op de specifieke rol van de architect. De opleiding wordt afgesloten met een schriftelijke toets. IV – Goed werkgever- en werknemerschap: stimuleren intern ondernemerschap Doel Doel is ondernemerschap te bevorderen om zo met minder mensen het architectenbureau gezond te houden en met elkaar nieuwe richtingen inslaan. Minder mensen betekent functie- en
5
Brancheonderzoek BNA verdiepingsonderzoek 2013, p.41, april 2014, uitgevoerd door Panteia
13
sectorplan architecten
rolherschikking. Daarvoor is het nodig dat architecten en projectleiders actief acquisitie oppakken, in netwerken stappen of deze zelf ontwikkelen en zakelijke ondersteuning te verschaffen, bijvoorbeeld door projecten niet alleen creatief maar ook zakelijk te beheren. Doelgroep Intrapreneurschap is een nieuwe ontwikkeling, zeker voor de architectenbranche. Medewerkers opgeleid als bouwkundige, als ontwerper, als architect, als secretaresse, als tekenaar gaan steeds meer met elkaar de organisatie dragen. Daarbij gaat het om vragen als: wat komt er allemaal kijken bij die nieuwe rollen en functies? Welke (onvermoede) kwaliteiten zijn aanwezig bij het personeel, welke verborgen vaardigheden kunnen geactiveerd worden? Welk nieuw leiderschap wordt gevraagd van de architect-eigenaar en van medewerkers? De workshops intrapreneurschap richten zich op 150 beoogde deelnemers. Hiermee wordt intrapreneurschap branchebreed geagendeerd en gestimuleerd. Intrapreneurschap Een intrapreneur is iemand die zich binnen een organisatie ondernemend gedraagt. Een werknemer die de vrijheid en faciliteiten krijgt om nieuwe producten en diensten te ontwikkelen zonder daarbij de bedrijfsroutines of -protocollen te hoeven volgen. Het bedrijf wordt als het ware opnieuw uitgevonden. Waar vorm en processen een manier waren om controle en overzicht te houden en daarmee leiding te geven, ontstaat nu vacuüm. De oude opdrachtkanalen zijn weggevallen, oude vormen en processen zijn niet meer adequaat. Inhoud en creativiteit worden belangrijker. Het bestaande businessmodel gaat op de schop. Een intrapreneur is de medewerker die, vanuit een visie op organisatiedoelstellingen, pro-actief handelt om nieuwe ideeën binnen de organisatie vorm te geven en tot uitvoering te brengen. Een intrapreneur zal vaak buiten zijn gewone takenpakket om het nieuwe moeten opzetten. Uit onderzoek (NCSI, 2013) blijkt dat 60% van de hoogopgeleide medewerkers ondernemerschap belangrijk vindt, daarvan zegt de helft onvoldoende ruimte te krijgen in de huidige functie door tijdsdruk, strakke regels en procedures. Klem komen te zitten tussen willen, moeten en kunnen. De positie van de intrapreneur wordt gekenmerkt door spanningsvelden. Intrapreneurschap wordt vaak opgevat als een interne vorm van entrepreneurschap (ondernemerschap). Karakteristieke gedragsaspecten zijn daarbij initiatief nemen, kansen zien en nieuwe zaken opzetten. Intrapreneurs zijn zelf op zoek naar nieuwe informatie, hebben een visie op de organisatie, ze denken vaker „out of the box‟, ze functioneren in netwerken en zijn geneigd om op eigen kompas te varen. Intrapreneurs hebben ruimte nodig in een organisatie. Ruimte om regels en procedures flexibel te kunnen toepassen, ruimte om initiatieven uit te werken en om eigen projecten op te starten. Door deze behoefte aan ruimte opereert de intrapreneur in een spanningsveld met bestaande regels, procedures en taakafbakeningen. Een van de consequenties is dat werkgever en werknemers samen moeten optrekken om de nieuwe rollen te kunnen ontdekken en handvatten verzamelen om deze in te vullen. Het is een nieuwe wereld, het is innovatie, met tal van kansen en risico's, mensen komen individueel meer in de wind, werkgevers moeten meer ruimte geven. De sociale partners vinden het vanuit hun algemene verantwoordelijkheid voor de branche essentieel om die ontwikkeling mede gestalte geven. Zij nemen zogezegd het voortouw, omdat de branche er nog geen oplossing voor heeft. Vandaar de keuze voor intrapreneurschap als integrale invulling voor goed werkgeverschap en goed werknemerschap. Het sectorplan maakt het mogelijk om hiermee de start te maken. Meerwaarde sectorplan voor ondernemerschap Met het sectorplan kan intrapreneurschap een impuls krijgen en gaan dienen als inspiratiebron voor de toekomst van de architectenbranche. Doel is om de marktgerichtheid van de organisatie te bevorderen en te kijken hoe de beschikbare middelen kunnen worden ingezet bij een optimale marktbenadering. Voorbeelden van andere organisaties worden gebruikt, de discussie tussen werkgevers en werknemers wordt gestart. Welke kansen biedt intrapreneurschap, helpt het de verhouding tussen werkgever en werknemer horizontaler te maken. Dat gebeurt in workshops regionaal verspreid over het land. 14
sectorplan architecten
3. UITVOERING I - Begeleiding en opleiden van afgestudeerden in het kader van de beroepservaringperiode Meer beroepservaringsplaatsen Bureaus, zzp'ers en andere zelfstandige beroepsbeoefenaren, die voor minimaal een half jaar een beroepservaringsplaats aanbieden, kunnen een kortingsvoucher aanvragen waarmee de helft van de halfjaarlijkse cursuskosten worden gedekt. De salariskosten van de beroepservaringsplaatsen worden niet gesubsidieerd, dit ter voorkoming van kunstmatige arbeid, verdringing van arbeidsplaatsen of oneigenlijke concurrentie. De vouchers kunnen worden besteed bij alle door het Bureau Architectenregister erkende aanbieders, dit ter voorkoming van een monopoliepositie van aanbieders. Een voucher geeft de deelnemers ruimte om een keuze te maken die op de eigen wensen is toegespitst. Voorwaarde is dat de organisaties aantonen van de voor de deelnemer gemaakte investeringen in geld, daadwerkelijk zijn gedaan. Aanbieders opleidingen en modules i.k.v. beroepservaringperiode De beroepservaringsplaats moet zijn aangemeld bij één van de erkende organisaties die een geïntegreerd traject aanbieden of bij Bureau Architectenregister als het om het zelfstandig traject gaat. De voucher komt beschikbaar bij betaling aan de organisaties die door het Bureau Architectenregister zijn erkend als opleidingsinstelling. II – Introductiecursussen werken met BIM Meer bureaus en architecten met BIM-ervaring Streven is dat alle bureaus en alle architecten in de gelegenheid worden gesteld om met een BIM te kunnen werken. Vouchers kunnen worden aangevraagd waarmee tegen gereduceerd tarief de eerste stap naar werken met BIM kan worden gezet. De kortingsvoucher komt beschikbaar na het volgen van de trainingen tegen inlevering van de factuur van de betreffende cursusaanbieder. Aanbieders BIM-trainingen Er zijn meerdere aanbieders van BIM-trainingen in Nederland. Deze aanbieders worden over deze mogelijkheden geïnformeerd. De BNA Academie is een aanbieder, die gebruik maakt van verschillende docenten en workshopbegeleiders. De branche-organisatie BNA en SFA communiceren de instapmogelijkheid breed via een bekendmaking bij architectenbureaus, werknemers en zelfstandigen, als offer you can't refuse. 'De branche moet om' is de boodschap. III – Opleidingen private kwaliteitsborging Meer bureaus en architecten met officiële erkenning Streven is dat alle bureaus en alle architecten in de gelegenheid worden gesteld om zich te laten erkennen als bureau dat bevoegd is om de kwaliteit van een bouwwerk te borgen. Er worden vouchers beschikbaar gesteld waarmee medewerkers van bureaus tegen gereduceerd tarief de eerste stappen kunnen zetten op weg naar een erkenning van het bureau. De reductie na het volgen van de opleiding wordt toegekend na inlevering van de factuur. De afwikkeling van de vouchers wordt verzorgd door het samenwerkingsverband. Aanbieders erkenningstraject private kwaliteitsborging Er zijn meerdere aanbieders van trainingen en scholing voor medewerkers om de kennis op te doen die nodig is om zich te laten erkennen en kennis die nodig is om de bedrijfsprocessen zodanig vorm te geven dat deze voldoen aan de regels van een erkenningsregeling. De BNA Academie is een aanbieder, maar meerdere aanbieders kunnen een dergelijke opleiding bieden. Deze instapmogelijkheid wordt branchebreed bekend gemaakt bij architectenbureaus, werknemers en
15
sectorplan architecten
zelfstandigen, als ‘offer you can’t refuse’. 'De branche moet zich nu voorbereiden om straks de vruchten te plukken' is de boodschap.
IV : Stimuleren intern ondernemerschap Versterken van het ondernemerschap van bureaus en medewerkers Op tien plaatsen, verdeeld over het land, worden workshops georganiseerd waarin ondernemerschap voor medewerkers wordt gedoceerd, met vaardigheden ten aanzien van zakelijk omgaan met opgaves, presentatie, gesprek, verbinden, acquisitie en netwerken. Daarin is ook informatie en begeleiding opgenomen voor een nieuwe, andere opstelling van werkgever. De bijeenkomsten worden op architectenbureaus georganiseerd. De benadering is regionaal, werkgevers en werknemers uit alle regio's worden tegen een geringe vergoeding in de gelegenheid gesteld om de workshops te volgen. Aanbieders workshops intrapreneurschap Deskundigen geven workshops, trainingen aan werkgevers en werknemers om de essentie van het intrapreneurschap te leren en te begrijpen. Input, reacties, resultaten worden verzameld en omgezet in lesmateriaal en informatie die sectorbreed beschikbaar worden gesteld. Uitvoerende partijen De sociale partners hebben Stichting Fonds Architectenbureaus (SFA) verzocht op te treden als hoofdaanvrager en uitvoerder van het project:
SFA zorgt voor de administratieve voorbereiding, uitvoering en controle. Daaronder valt ook de financiële ondersteuning van deelnemende partijen bij de aanvraag en toekenning van vouchers. Voorschotten bij SZW worden aangevraagd en verwerkt door SFA.
De BNA richt zich op de werving en communicatie voor de verschillende deelprojecten, bijgestaan door SFA voor dat deel van de branche dat niet is aangesloten bij de BNA. De vakbrancheverenigingen ondersteunen de werving en communicatie naar hun eigen achterban.
De Stichting Professional Experience Programme (PEP) in samenwerking met de Stichting Post Academisch Onderwijs (PAO) stelt kennis, medewerkers en docenten beschikbaar voor het geïntegreerde traject beroepservaringperiode. De stichting PEP is als aanbieder erkend door Bureau Architectenregister voor het geïntegreerde en het zelfstandige programma. De BNA Academie is erkend door Bureau Architectenregister als aanbieder van het zelfstandige programma.
De BNA Academie maakt gebruik van het docentencorps dat beschikbaar is voor het verzorgen van BIM cursussen, informeert en organiseert de overige aanbieders over de introductiecursussen BIM.
De BNA Academie organiseert voorlichtingsbijeenkomsten en certificeringstrajecten voor de private kwaliteitsborging.
Vakbrancheverenigingen en SFA organiseren de workshops intrapreneurschap en maken daarbij gebruik van ervaren docenten en workshopbegeleiders.
De administratieve verantwoordelijkheid ligt bij SFA. Hieronder vallen registratie van deelname, maken van overzichten, het registreren conform de voorwaarden sectorplan en het maken van de financiële rapportages.
16
sectorplan architecten
De Stichting PAO stelt zich garant voor 80% van de gevraagde overheidsbijdrage, waar het de geïntegreerde opleiding in het kader van de beroepservaringperiode betreft. De SFA stelt zich garant voor 80% van de gevraagde overheidsbijdrage voor de overige activiteiten. De subsidie zal worden uitgekeerd op basis van het principe „wie het eerst kom, wie het eerst maalt, zolang de voorraad strekt'. Hiervoor dient een bureau via een formulier een kortingsvoucher aan te vragen en een betaalde factuur te overleggen aan de SFA.
4. VOORWAARDEN EN HANDHAVING Draagkracht en beperking administratieve lasten De architectenbranche is een relatief kleine sector met veel midden- en kleinbedrijven. Daarom is dit plan als speerpuntenplan opgezet, met een stimulerend effect voor de hele branche. Het gaat om maatregelen die bureaus en architecten helpen om in de toekomst een sterkere concurrentiepositie te geven. Een andere voorwaarde is het tot een minimum beperken van de administratieve last voor bureaus. De propositie aan en het voordeel voor de deelnemers moet direct zichtbaar zijn. Dat gebeurt door te werken met vouchers waarmee 50% korting op de werkelijke kosten kan worden verkregen. Aan het gebruik van de vouchers zijn voorwaarden verbonden die corresponderen met de eisen die het sectorplan stelt. Governance en monitoring Het samenwerkingsverband heeft een projectorganisatie opgezet met korte lijnen tussen de drie partijen. De financiële administratie wordt verzorgd door SFA. Voor de vier onderwerpen zijn portefeuillehouders benoemd namens de sociale partners (zie hieronder). De voortgang en resultaten van het plan worden in de projectorganisatie maandelijks doorgenomen. Aanmeldingen, financiën en verloop van de cursussen en workshops worden besproken. Door de eenvoudige opzet met vouchers is er snel financieel overzicht. Indien onverhoopt en niet verwacht de ondergrens van het plan in zicht komt, wordt overlegd met SZW om het plan aan te passen aan de nieuwe omstandigheden. De sociale partners ontvangen driemaandelijks rapportage over aantallen deelnemers en de financiële stand van zaken.
5. STRUCTURELE FINANCIERING, MEERWAARDE EN IMBEDDING Meerwaarde De architectenbranche beschikt na vijf jaar crisis over weinig financiële middelen om meer te doen dan noodzakelijk. Wat noodzakelijk is verschilt uiteraard per bureau, maar is in bijna alle gevallen gekoppeld aan het primaire proces, huisvesting, salaris en projectkosten, zo blijkt uit het benchmarkonderzoek 2013 van de BNA. Tegelijkertijd wordt het steeds meer bureaus en medewerkers duidelijk dat stilstaan geen optie is. In een markt die weliswaar niet meer daalt, maar tijd nodig zal hebben om weer aan te trekken kan het sectorplan dienen als hulpmotor. De vier maatregelen uit dit plan kan de branche op dit moment niet volledig zelf financieren. Door de subsidie kan een bredere beweging worden gestart. Als het algemene economische klimaat beter wordt en bureaus weer beschikken over ruimere middelen, zal het belang van innovatie, een betere organisatie van de relatie werkgever -werknemer door goed werkgeverschap en goed werknemerschap opnemen. Dat zal naar verwachting ruimte geven aan nieuwe instroom van architecten. 17
sectorplan architecten
Structurele financiering De structurele financiering na afloop van de sectorplanperiode is als volgt:
De financiering van de beroepservaringperiode na 2016 is onderwerp van gesprek tussen cao partijen. Voor de pas-afgestudeerde aankomende architect is in de cao een startersregeling opgenomen. Bij het cao overleg wordt gesproken over de vraag of de kosten voor het cursorische deel van de beroepservaringperiode kunnen worden betaald door de werkgever. Ook wordt gesproken over de begeleiding van aankomende architecten door een ervaren architect als mentor.
Na de beoogde inhaalslag en de impuls ten aanzien van BIM blijft het cursusaanbod bestaan om bureaus en hun medewerkers te leren werken met BIM. Hiervoor zullen de dan geldende kosten in rekening gebracht worden.
Na de invoering van private kwaliteitsborging zal het ontwikkelde opleidingsaanbod blijven bestaan om bureaus en medewerkers in de toekomst te blijven opleiden en te certificeren. Ook hiervoor zullen de dan geldende kosten in rekening gebracht worden.
De workshops intrapreneurschap dienen als versneller. Het vervolg wordt aan de markt overgelaten, waarbij de opgedane kennis beschikbaar wordt gesteld en in het reguliere cursusaanbod.
In de huidige marktsituatie zorgt het sectorplan voor een overbruggingsperiode om de komende jaren vooruitlopend op herstel op een goede manier te benutten. De maatregelen in dit sectorplan dragen bij aan een structurele verbetering van de kwalitatieve aansluiting tussen vraag en aanbod op de arbeidsmarkt. Zo wordt de branche met het sectorplan voorbereid op de toekomst. Inbedding De maatregelen in dit sectorplan passen in het bredere arbeidsmarktbeleid in de architectenbranche. Dit richt zich, naast de doelen en maatregelen uit dit sectorplan, op eerlijke concurrentie en een gelijk speelveld, een optimale balans tussen flexibiliteit en zekerheid en toekomstbestendige arbeidsvoorwaarden en pensioenen. Deze onderwerpen komen aan de orde in de bestaande cao-cyclus van sociale partners. De focus op nieuwe competenties en ondernemerschap sluit aan op de aanbevelingen uit de human capital agenda van de topsector creatieve industrie. De extra scholing op het gebied van BIM sluit aan bij de doelen van het Techniekpact. Het gereedmaken van de branche voor private kwaliteitsborging past bij de doelstellingen in het Energieakkoord en sluit aan bij de acties uit de Actieagenda Bouw. Het plan heeft raakvlakken met ingediende sectorplannen voor de creatieve industrie, de bouw en een enkel regionaal sectorplan. De maatregelen in dit sectorplan staan echter op zichzelf en richten zich op branche specifieke knelpunten op de arbeidsmarkt in de architectenbranche.
18
sectorplan architecten
6. CONTACTGEGEVENS
1. Projectorganisatie SFA
Stichting Fonds Architectenbureaus
Huub de Graaff
[email protected]
www.sfa-architecten.nl 06 538 035 40.
Voor algemene vragen over het sectorplan
2. Beroepservaringperiode PEP
Professional Experience Programme
Julietta Zanders
[email protected]
www.PEPnl.eu 06 518 313 83
3. Opleiding BIM 4. Certificering Private Kwaliteitsborging
BNA
Bond van Nederlandse Architecten
Sandra Beekmans
[email protected]
www.bna-academie.nl 020-555 36 40
5. Workshop intern ondernemerschap/ intrapreneur
FNV Zakelijke dienstverlening Gerard van Hees
www.sfa-architecten.nl
[email protected]
19