Lessenmap secundair onderwijs
Senegalese jongeren op weg naar een betere toekomst
Plattelandsvlucht Duurzame landbouw Voedselproductie 2.0
TOEKOMST OP HET SPEL
LES 1
TOEKOMST OP HET SPEL
LES 1
Dag leerkracht, fijn dat je in jouw klas met deze lessen aan de slag wil gaan Stap in en laat je in vervoering brengen door Senegalese jongeren op zoek naar een betere toekomst. Van plattelandsvlucht over duurzame landbouw tot de toekomst van voedselproductie: je ontdekt in drie verschillende lessen hoe je deze thema’s op maat van de leerlingen in je klas kan brengen. • Les ‘Toekomst op het spel?’: Leerlingen stappen in het leven van een jonge Senegalees en proberen een eigen toekomst uit te bouwen. Lukt dit zonder een aanslag te plegen op de grondstoffen van hun dorp of stad? Deze speelse les met lage moeilijkheidsgraad is geschikt voor alle graden. • Les ‘Een duurzaam plan voor Senegal’: Aan de hand van de campagnefilm (dvd te bestellen via winkel.broederlijkdelen. be) wordt de moeilijke situatie van boeren in Senegal grondig onderzocht. Daaruit blijkt dat dit duurzaamheidsvraagstuk oplossingen op verschillende niveaus vereist. Met een gemiddelde moeilijkheidsgraad is deze les eerder geschikt voor de tweede en derde graad. • Les ‘Voedselproductie 2.0 ’: leerlingen ontdekken dat de verstedelijking druk plaatst op onze toekomstige voedselproductie, zoals bv. in Senegal. Kan het tij gekeerd worden en wat is de rol van jongeren hierin? Deze les heeft een hogere moeilijkheidsgraad en is vooral geschikt voor de derde graad. Met deze kant-en-klare lessenmap kan je snel aan de slag om je leerlingen wegwijs te maken in het campagnethema 2014 van Broederlijk Delen ‘Plan(t) de toekomst’. De lessen kunnen ook perfect buiten de campagneperiode gebruikt worden. Je vindt alle bijlagen, werkbladen en een overzicht van de vakoverschrijdende eindtermen per les terug. Enkel de campagne-dvd moet je nog extra bestellen. De lessen bezitten zeker ook aanknopingspunten voor verschillende vakken zoals aardrijkskunde, godsdienst, Nederlands, geschiedenis, … Vaste ingrediënten voor elke les zijn afwisselende werkvormen rond aantrekkelijk tekst- en beeldmateriaal. Je kan hiermee aan de slag voor één of twee lesuren. Bij iedere les worden een bepaalde volgorde en tijdschema gesuggereerd, maar je kan deze gerust aanpassen aan jouw voorkeuren en klassituatie.
Nieuw: Bij iedere les krijg je suggesties om deze nog verder inhoudelijk, levensbeschouwelijk of godsdienstig te verdiepen. Wie inspiratie zoekt voor schoolvieringen of aansluiting zoekt bij bijbelverhalen raden we aan om de brochure ‘Liturgie en spiritualiteit’ gratis te downloaden op winkel. broederlijkdelen.be. Bij iedere les krijg je suggesties om de inhoud om te zetten naar de praktijk of leerlingen aan te zetten tot actie.
Geschiedenisles over migraties in Senegal Deze geschiedenisles van de hand van vrijwilliger Benny Verheyden vertrekt van de vraag waarom Senegal evolueerde van een immigratie- naar een emigratieland. De les is vooral geschikt voor de derde graad, maar ook interessant voor iedere leerkracht die op zoek is naar wat historische achtergrond. Gratis te downloaden op winkel.broederlijkdelen.be.
Smaakmakers Deze werkmethodes van 15 tot 30 minuten fungeren als de ideale aperitiefhapjes bij een gevarieerde maaltijd: ze prikkelen de smaakpapillen van je leerlingen, waardoor ze zin krijgen om zich verder te verdiepen in de thematiek. Een bingospel voor in de klas, Senegal for Dummies voor op de mondiale dag, getuigenissen van jongeren terug van inleefreis, … Op aanvraag te verkrijgen via de regionale onderwijsmedewerkers (zie achterflap). webtips.broederlijkdelen.be
Studio Globo schuimde het internet af op zoek naar antwoorden op de vraag ‘Hoe in 2050 negen miljard monden voeden?’. Op deze webpagina vind je bruikbare filmpjes, online games, educatieve digitale tools en interessante links over de toekomst van voedselproductie. Check it out! Ga aan de slag met deze lessenmap en plan(t) zo de toekomst op jouw school. Bedankt voor jouw inzet! Peter Ketelers en Karen Vandevyvere Verantwoordelijken lessenmap DANKJEWEL aan nalezers An Maes, Bieze Van Wassenhoven, Ebou Jammeh, Els Peeters, Hannelore Verstappen, Katelijne Suetens, Lena Waegeman, Sabien Dessein en Veronique Quartier
INHOUD Inhoud campagne
3
Overzicht campagneaanbod
4
Les 1: Toekomst op het spel
6
Les 2: Een duurzaam plan voor Senegal
18
Les 3: Voedselproductie 2.0
26
Campagne 2014 i.s.m. Tomacom.net Eindredactie Karen Vandevyvere Tekstcorrectie Ann Fransen, Siska Kockelbergh, Muriel Burgers Foto’s Thomas De Boever, fotoarchief Drukkerij Impressa Gedrukt op Circle Silk FSC 115 gr Grafische vormgeving Marine De Keyzer Wettelijk depotnummer D/2012/5.556/5 Verantwoordelijke uitgever Lieve Herijgers, Huidevettersstraat 165, 1000 Brussel
www.broederlijkdelen.be/campagne
Plan
Plan(t) de toekomst
de toekomst
De Broederlijk Delenaffiche 2014 toont Ibrahima (25 jaar) en z’n jonge broertje Mame Mor (12 jaar). De broers wonen samen met de rest van de familie in Nghémé, een klein plattelandsdorp in Senegal. Ondanks problemen zoals erosie, uitputting van de gronden, een tekort aan water en kwalitatief zaaigoed kiest Ibrahima er toch voor om landbouwer te worden. Hij wil op een ecologische manier groenten telen. De kennis die hij via vorming en begeleiding van Broederlijk Delen kreeg, geeft hij op zijn beurt door aan z’n broertje Mame Mor. Toekomst op het platteland wordt zo opnieuw mogelijk.
Aller Ibrahima vertrok naar Dakar toen hij 15 jaar was. Zoals Ibrahima zijn er dertien in een dozijn. De plattelandsvlucht is een onmiskenbaar probleem in Senegal. In het droge seizoen vertrekken heel veel jongeren noodgedwongen naar de stad, op zoek naar een bijverdienste. Als taxichauffeur, verkoper, metselaar, huishoudhulp. Hun familie is afhankelijk van deze inkomsten om de periode van honger, vlak voor de nieuwe oogst, te overbruggen. Tijdens het regenseizoen komen velen terug om hun familie te helpen met de oogst. Al zijn er ook heel wat mensen die het platteland definitief achter zich laten. Die plattelandsvlucht heeft zowel het leven in de stad als op het platteland ontwricht. Door de economische terugval van de laatste jaren liggen de kansen in de stad ook niet meer voor het grijpen. De haven biedt minder werkgelegenheid dan vroeger, en taxichauffeurs zijn er al meer dan genoeg.
Retour Ibrahima keerde vijf jaar geleden terug naar Nghémé, toen hij een stukje grond kreeg op een tuinbouwveld van een partnerorganisatie van Broederlijk Delen. “Ik kan nu het hele jaar door op het veld werken en geld verdienen,” zegt Ibrahima. Tuinbouw kan inderdaad het hele jaar door, ook in het droge seizoen. Omdat het over kleinere oppervlaktes gaat dan bij de traditionele teelt, kunnen de boeren de velden irrigeren. Er moet wel voldoende water zijn, maar daar zorgt de partnerorganisatie van Broederlijk Delen voor. De verkoop van zijn tomaten, uien, paprika’s en aubergines vormt nu een belangrijke bron van inkomsten voor Ibrahima. Hij verdient zelfs meer dan toen hij in de stad werkte als metselaar. Er is minder honger in de familie want er is genoeg geld om voedsel te kopen als de voorraden op zijn. Bovendien bewaart Ibrahima een deel van de groenten voor eigen gebruik. Zo wordt het dagelijkse menu van de familie een stuk gevarieerder en voedzamer. Ibrahima is niet de enige die kon terugkeren dankzij de tuinbouwvelden. Heel veel jonge mensen zien opnieuw een toekomst dankzij de investeringen in de tuinbouw.
Duurzame ontwikkeling Broederlijk Delen steunt niet alleen initiatieven zoals de tuinbouwvelden, die op korte termijn een oplossing bieden voor het gebrek aan landbouwinkomsten voor boeren. Ook zetten we sterk in op het duurzaam beheer van het ecosysteem op lange termijn. Want met een pomp ben je niet veel op een tuinbouwveld als er geen water meer in de bodem zit. We willen verzekeren dat er, ook morgen, voldoende water en vruchtbare grond is om aan landbouw te kunnen doen. Via deskundige begeleiding van onze partnerorganisaties wordt de lokale bevolking gemobiliseerd om aan erosiebestrijding te doen. Dat dit vruchten afwerpt, wordt duidelijk wanneer je terreinen ziet die enkele jaren geleden werden bewerkt. In plaats van een dorre woestijn is er nu opnieuw bos. En op de velden die verloren werden gewaand, groeit nu terug graan. Naast erosiebestrijding ondersteunt Broederlijk Delen ook organisaties die dorpscomités begeleiden om hun eigen toekomst in handen te nemen. Want dan alleen is verandering duurzaam, als ze breed gedragen wordt en zowel de bevolking als het lokale bestuur hun rol ter harte nemen voor het beheer van hun ecosysteem.
Boer zoekt toekomst Het verhaal van Ibrahima is geen alleenstaand of louter lokaal verhaal. 9 miljard. Met zoveel mensen zijn we in 2050. Hoe moeten we dan aan landbouw doen om al deze monden te voeden? ‘Boer zoekt toekomst’ legt je drie scenario’s voor die aangeven hoe de productie van voedsel er in de toekomst kan uitzien. Surf naar www.broederlijkdelen.be/boerzoekttoekomst en stem! Jouw stem is nodig. Enkel met jouw stem kan Broederlijk Delen eind april 2014 de Belgische politici aansporen om de juiste toekomst te planten.
TOEKOMST OP HET SPEL
LES 1
OVERZICHT CAMPAGNEAANBOD SECUNDAIR ONDERWIJS LEGENDE B > te bestellen aan kostprijs via winkel.broederlijkdelen.be D > gratis te downloaden via winkel.broederlijkdelen.be I > gratis te raadplegen op www.broederlijkdelen.be/ leerkrachten/secundair S > meer info op www.studioglobo.be C > contacteer de onderwijsmedewerker van Broederlijk Delen uit jouw regio
… het gesprek aanga met collega’s
Er zijn gespreksnota’s over de visie en werkin de christelijke inspiratie van Broederlijk Del
Om een gesprek te voeren met jouw team kan je ook een beroep doen op de regionale onderwijsmedewerkers. > C
... een Broederlijk Delencampagne voeren www.broederlijkdelen.be/ leerkrachten/secundair • Campagne voeren is méér dan een les geven of de campagnefilm tonen. Het is méér dan een Koffiestop organiseren, méér dan een bezinnende tekst in een vastenviering. • Broederlijk Delen laten leven op school is leerlingen de kracht van solidariteit meegeven via alle zintuigen en hen laten beleven dat verandering mogelijk is. Om dit te bekomen, maak je op school het best gebruik van een mix van de strategieën, methoden en materialen die in dit overzicht worden opgesomd. Ga op zoek naar de combinatie die het best past bij jouw school. Een uitgebreide beschrijving van alle campagnematerialen vind je in de catalogus en op winkel.broederlijkdelen.be > B, D
... les geven over Noord-Zuid AUDIOVISUEEL Campagnefilm ‘Plan(t) de toekomst’ Ontdek het verhaal van hoofdpersonage Ibrahima uit Senegal op de campagne-dvd 2014. > B
KANT-EN-KLAAR Lessenmap ‘Aller-retour Senegal’ Lessen van 1 à 2 lesuren voor iedere graad, aansluitend bij de dvd. > B, D Smaakmakers Leuke opstapjes van 15 à 30 minuten om de leerlingen te prikkelen rond het campagnethema. > C Geschiedenisles over migraties in Senegal’ Voor iedereen die historische achtergrond zoekt bij het campagnethema > D Campagnetekst in het Frans Voor leerkrachten Frans die de campagne willen toelichten in de voertaal van Senegal. > D
… het Zuiden naar je toe halen School als gastgemeenschap Solidariteit krijgt een concreet gezicht door met de hele school een inleefweek te organiseren voor een gast uit het Zuiden. Een week die gegarandeerd uitgroeit tot een onvergetelijke ervaring. > C Inleefreis voor scholen Deze unieke reis is een samenwerking tussen Broederlijk Delen en VIA Don Bosco. In de kerstvakantie trekken vier leerlingen en één leerkracht van telkens vier scholen op inleefreis naar het campagneland. De kandidaatstelling voor deze reis start in januari het jaar voordien. Meer info: www.broederlijkdelen.be/inleefreizen. > I
Webtips Een interessante verzameling links over de toekomst van voedselproductie op webtips.broederlijkdelen.be. Algemene lessen Thematische lessen van vroegere campagnes (honger, klimaat, ontwikkelingssamenwerking, …) > I
BEGELEID Werkwinkel ‘En … Actie?! Interactieve werkvormen, filmfragmenten en deskundige begeleiders doen de leerlingen stilstaan bij de zin en onzin van acties voor verandering. De leerlingen steken ook de handen uit de mouwen, want na de blablabla … is het tijd voor boemboem! > S Sprekers, begeleide workshops, optredens, … > C
LES 1
TOEKOMST OP HET SPEL
Je wil als leerkracht ...
aan
ng en over len. > I
e
... geld inzamelen voor Broederlijk Delen Folder ‘Geld inzamelen in het onderwijs’
… nascholing volgen over inhoud en methoden Nascholing ‘Onze duurzame school’ Van Studio Globo voor schoolteams en leerkrachten met interesse in vakoverschrijdend werken. > S Begeleiding op maat De regionale onderwijsmedewerkers van Broederlijk Delen staan paraat met raad en daad. > C Vormingsmomenten Broederlijk Delen Neem deel aan uitwisselings- en lanceermomenten in jouw regio of ga mee op inleefreis. > I
… leerlingen oproepen tot actie Boer zoekt toekomst Hoe voeden we in 2050 negen miljard mensen? Drie animatiefilmpjes dagen je uit. Bepaal mee de toekomst! www.broederlijkdelen.be/boerzoekttoekomst Toffe voorbeelden Laat je inspireren door wat andere scholen je voordeden op mondiale dagen, in de vrije ruimte, … > I Spel WoeStrijd Ga met dit Spoor ZeS-spel voor jeugdgroepen de strijd aan tegen de oprukkende woestijn in Senegal. > B Wereldkamp Tentenkamp, Hoge Rielen, 7 tot 11 juli 2014, voor jongeren vanaf 16 jaar. Meer info op www.wereldkamp.be.
Tips om op een creatieve manier geld in te zamelen met je school > B, D Toffe voorbeelden Een schatkamer aan inspirerende modellen, uitgetest en goedgekeurd. > I Koffiestop Op www.koffiestop.be vind je meer info over deze (h)eerlijke en gezellige actie. Culinair Solidair Recepten en tips voor jouw solidaire maaltijd op www.broederlijkdelen.be/culinairsolidair. Kilometers voor het Zuiden Op www.broederlijkdelen.be/kilometers vind je alles over deze sportieve en solidaire uitdaging.
... zin geven aan/in de vastenperiode Tekstboekje ‘En avant! We gaan ervoor’ Een handig boekje van Spoor ZeS met poëzie, doordenkers, mijmeringen en methodieken over ‘Waar is toekomst?’ > B Jongerenviering Interactieve viering waarin jongeren stilstaan bij welke keuzes zij kunnen maken voor de toekomst. > D Broederlijk Delen ‘in de kijker’ Het VSKO stelt twee uitdagende vragen. ‘Vasten: doet het je wat en wat doe je er mee?’ In de publicatie Leeftocht komt de vasten aan bod als een periode die mensen helpt ontdekken wat hen beroert. Vanaf februari 2013 online op pastoraal.vsko.be/content/leeftocht.
TOEKOMST OP HET SPEL Doelgroep
Didactische werkvormen en leermiddelen
Lage moeilijkheidsgraad, geschikt voor alle graden
• Groepswerk via een spel.
Duur 1 lesuur
• Klasgesprek via stellingen. • Demonstreren via infofiches.
Lesstructuur
Lesonderwerp
• Intro
Toekomst op het spel?
• Spel
Doelstellingen
• Nabespreking ➤ met klasgesprek rond stellingen en infofiches.
m.b.t. de inhoud van de les • De leerlingen kunnen het belang van natuurlijke grondstoffen duiden aan de hand van concrete voorbeelden uit het spel.
Lesvoorbereiding leerkracht
• De leerlingen kunnen in eigen woorden (met voorbeelden uit het spel) uitleggen hoe de druk op grondstoffen de spanning tussen stad en platteland vergroot.
2. Voorzie voor elke groep: 1 dobbelsteen, een kopie van de grondstoffenkaartjes (Bijlage 3), een kopie van de kaartjes (Bijlage 2) en een kopie van het spelbord (A3 downloadbaar via winkel.broederlijkdelen.be).
• De leerlingen kunnen het verband leggen tussen concrete initiatieven van Broederlijk Delen en de spanning stad-platteland en de druk op grondstoffen.
VOET: context 4 (2), context 5 (5, 13), context 6 (8), context 7 (2, 3), stam (16)
1. Lees de lesinhoud en de verschillende bijlages door.
3. Voorzie voor elke leerling: een kopie van de spelregels (Bijlage 1) en het Werkblad. Elke leerling voorziet voor zichzelf een pion. 4. Knip de kaartjes van Bijlage 2 en Bijlage 3 uit of laat dit voor de start van het spel door de leerlingen doen.
m.b.t. de methodiek
5. Voorzie eventueel een leuke prijs voor de winnaars van het spel.
• De leerlingen kunnen zich inleven in een rol en het bijbehorende doel nastreven.
Gebruikte literatuur, media, …
• De leerlingen kunnen in kleine groepjes de opgelegde taak tot een goed einde brengen.
Campagnekrant Broederlijk Delen 2014
• De leerlingen kunnen het verband leggen tussen het spel en de realiteit.
Country Profile Senegal, Focus Migration (november 2007)
• De leerlingen kunnen hun eigen mening formuleren en beargumenteren.
VOET: stam 1, 5, 12, 19
Interne nota’s en presentaties Broederlijk Delen, campagne 2014 Artikel ‘In Senegal kun je bouwen wat je wil’, www.mo.be (2/10/2012) Film ‘La Pirogue’, Moussa Touré (2012)
LES 1 Intro (5 min.)
TOEKOMST OP HET SPEL
Vertel de leerlingen dat de centrale figuur in de campagne van Broederlijk Delen dit jaar Ibrahima is, een jonge boer uit Senegal. Toon eventueel de campagneaffiche met Ibrahima en zijn broer. Ibrahima wil graag z’n toekomst uitbouwen op het platteland, maar in Senegal is dat geen eenvoudige keuze (meer). Hoe dit komt, ontdekken de leerlingen zelf via een spel. Extra lestip: om de leerlingen in de juiste sfeer te brengen,
kan je wat beelden van Senegal tonen, bv. de eerste minuten van de twee reisreportages van Nic Balthazar voor Vlaanderen Vakantieland ‘Nic in gastvrij Senegal’ via www.een. be (de eerste reportage gaat over het platteland, de tweede over de hoofdstad Dakar).
Toekomst op het spel? (20 min.) Verdeel de leerlingen in kleine spelgroepjes van 5 à 6. Geef elk spelgroepje een spelbord (A3-formaat te downloaden via winkel. broederlijkdelen.be), de spelregels (Bijlage 1, p. 10), stads- en plattelandskaartjes (Bijlage 2, p. 11-16), grondstoffenkaartjes (Bijlage 3, p.17) en een dobbelsteen. Leerlingen voorzien voor zichzelf een pion. Elk spelgroepje wordt intern verdeeld in twee ‘kampen’: stad (2 à 3 lln.) versus platteland (3 lln.) Leerlingen zetten hun pion op het spelbord in hun ‘kamp’: stad (links) of platteland (rechts). Overloop samen de spelregels (Bijlage 1, p. 10). Nu gaan de spelgroepjes zelfstandig aan de slag.
Nabespreking (25 min.) Stap 1. Laat de verschillende spelgroepjes met elkaar klassikaal hun ervaringen uitwisselen: • Hoeveel rondes hebben ze kunnen spelen (en welk spelgroepje heeft gewonnen)? • Hoe zagen de ‘kampen’ stad/platteland er op het einde van het spel uit? • Hoe zit het met de grondstoffen? Welke zijn schaars geworden? Welke in overvloed? • Wat hebben de leerlingen als ‘Senegalese jongere’ bereikt? Vonden ze het leuk of lastig?
Stap 2. Aan de hand van drie stellingen op het Werkblad (p. 9) denken leerlingen na over het spel en leggen ze de link naar de (Senegalese) realiteit. Dit kan via groepswerk (verdeel de stellingen over de groepjes), klassikaal of een combinatie van beide. Volgende richtvragen kunnen de discussie voeden: • Wat vind je van deze uitspraken? Ga je akkoord of niet? Waarom wel/niet? • Kwam dit aan bod in het spel? Op welke manier? We geven hieronder graag wat achtergrondinfo om het gesprek in goede banen te leiden.
1 2
Stelling 1: We moeten waterlopen en bossen beschermen, niemand mag dit hout en water gebruiken.
Natuurlijke grondstoffen, zoals hout en water, lijken ‘gratis’ beschikbaar. Hierdoor voelt niemand zich er verantwoordelijk voor. Maar het hout en water dat op dit moment beschikbaar is, is over vele jaren heen opgebouwd. Als we ze tegen een sneltempo opgebruiken, zadelen we de generaties na ons op met een tekort. Daarom is het belangrijk dat we bv. bossen en waterlopen beschermen tegen ‘overgebruik’. Dit kan enerzijds ‘top-down’: de overheid die bossen en waterlopen beheert1 en bepaalt wat wel en niet kan (bv. drinkwater tegen betaling). Anderzijds kan het ook ‘bottom-up’: mensen sensibiliseren om zorgzaam om te springen met grondstoffen. Bij ons gebeurt dit al van in de kleuterklas (eindtermen Wereldoriëntatie: Milieu). Grondstoffen mogen dus zeker gebruikt worden, maar op een duurzame2 manier. Stelling 2: Op het platteland is het leven te lastig, in de stad is het beter.
De natuurlijke omstandigheden (kort regenseizoen, veel droogte) maken het in Senegal zwaar om aan landbouw te doen. Veel mensen op het platteland leven in armoede (58 tot 65 %). De lokroep van de stad is dan ook groot. Maar hoe meer er hun kans wagen in de stad, hoe kleiner de kans op slagen (bv. een opleiding kunnen volgen of werk vinden). Senegalese jongeren staan voor een moeilijke keuze, want ze ervaren druk van de familie om hen te onderhouden. Alleen naar de stad als zoveelste taxichauffeur op zoek naar klanten en je blauw betalen aan kost en inwoon? Of het harde werk op het platteland dicht bij vrienden en familie? Hoe meer jongeren voor het eerste kiezen, hoe minder boeren er zijn om de rest van de bevolking te voeden.
Denk aan het Agentschap Natuur en Bos of de drinkwatermaatschappijen in handen van de publieke sector en gereguleerd door de Vlaamse Watermaatschappij. Meer info over het begrip ‘duurzaamheid’ in de les ‘Een duurzaam plan voor Senegal’.
LES 1
TOEKOMST OP HET SPEL
Stelling 3: Er was altijd al water en de natuur zorgt ervoor dat er altijd genoeg zal zijn.
‘Water is de bron van alle leven’ wordt wel eens gezegd. Het is dan ook een noodzakelijk grondstof voor alle levende wezens op aarde (planten, dieren, mensen) en we gebruiken het voor veel zaken in ons dagelijks leven (koken, wassen, bouwen, ...). De natuurlijke cyclus van water (wolken-regen-verdamping) zorgt voor onze broodnodige voorraad. Maar het is belangrijk dat we deze cyclus een handje helpen en/of respecteren. Bomen kappen betekent bv. minder natuurlijke begroeiing die het regenwater afremt, waardoor het minder goed in de grond sijpelt. En minder water onder de grond betekent op termijn ook minder om te gebruiken in de landbouw. Veel zaken in de natuur zijn verbonden met elkaar (ecosysteem), daar moeten we rekening mee houden. En dan spreken we nog niet over de mogelijke impact van klimaatverandering op de watervoorraad. Besluit na het klasgesprek dat grondstoffen in Senegal onder druk staan door de spanning stad-platteland. Dit is op lange termijn onhoudbaar. Broederlijk Delen wil er dan ook iets aan doen.
Stap 3. Broederlijk Delen werkt samen met hun partners in Senegal aan een leefbaar platteland, waar duurzaam wordt omgesprongen met grondstoffen en waar jongeren terug een toekomst kunnen uitbouwen. Op het Werkblad (p. 9) vinden de leerlingen een infofiche van vier initiatieven die Broederlijk Delen ondersteunt. Kunnen de leerlingen ze koppelen aan de vorige stellingen? Dijkjes bouwen: stelling 2 (meer kansen op het platteland) en stelling 3 (natuurlijke watercyclus respecteren)
Groenten kweken in droog seizoen: stelling 2 (meer kansen op het platteland)
Ruimtelijke ordening: stelling 1 (grondstoffen beschermen) en stelling 3 (natuurlijke watercyclus respecteren)
Herbebossing: stelling 1 (grondstoffen beschermen) en stelling 3 (natuurlijke watercyclus respecteren) Laat de leerlingen eventueel ook nadenken over welke gevolgen elk initiatief kan hebben in het spel.
Sta stil Er is een tuin … Zo lezen wij op de eerste bladzijden van de Bijbel. Een paradijselijke tuin die aan mensen is toevertrouwd. Die harmonie werd echter stuk gemaakt, de mens verloor de verbondenheid met God en met elkaar. Ook in het verhaal van Ibrahima lezen we over ‘geschonden aarde’: erosie, uitputting van gronden, ontbossing, … In deze eerste speelse les doen we leerlingen stilstaan bij het belang van natuurlijke grondstoffen voor de landbouw en voor de toekomst in Senegal. Deze grondstoffen zijn ons gegeven. Het is aan ons om ze niet louter nuttig te gebruiken, maar er ons verbonden mee te weten en er zorg voor te dragen. De jaarlijkse vastentijd is de goede tijd om deze verbondenheid te herstellen. De gieter op de affiche staat symbool voor het engagement om voor deze aardbol te zorgen en er weer een paradijselijke tuin voor iedereen van te maken. Wanneer voelen de leerlingen zich deel van de natuur? Vinden de leerlingen de zorg voor de natuur belangrijk? Hoe geven ze dit vorm in hun eigen leven?
En actie! Veel Senegalese jongeren bewegen zich net zoals in het spel van deze les tussen stad en platteland. Voel de dynamiek van Senegalese jongeren aan den lijve met je leerlingen en organiseer een Kilometers voor het Zuidenactie (ideaal voor 1e graad secundair onderwijs). Voorzie onderweg informatieve of speelse haltes rond Senegal en het campagnethema. Of laat je inspireren door school Sint-Theresia in Kortrijk: zij vragen aan de leerlingen om zich te laten sponsoren voor m² landbouwgrond in Senegal. Meer info of inspiratie: www.broederlijkdelen.be/doe-mee/kilometers/ kilometers-voor-het-zuiden-met-je-school en www.broederlijkdelen.be/leerkrachten/goede-voorbeelden. (Weetje: De afstand tussen Dakar en het plattelandsdorp van Ibrahima bedraagt ongeveer 60 kilometer.)
LES 1
WERKBLAD 1
Voer voor discussie ...
1. “We moeten waterlopen en bossen beschermen, niemand mag dit hout en water gebruiken.” 2. “Op het platteland is het leven te lastig, in de stad is het beter.” 3. “Er was altijd al water en de natuur zorgt ervoor dat er altijd genoeg zal zijn.”
Broederlijk Delen aan de slag! Hieronder vind je vier infofiches over initiatieven in Senegal die door Broederlijk Delen gesteund worden. Aan welke stelling(en) kan je elk initiatief koppelen?
Jongeren kunnen een stukje grond en de nodige watervoorzieningen gebruiken om tijdens het droge seizoen groenten te kweken. Zo kunnen ze het hele jaar door geld verdienen in het dorp.
Mensen verzamelen zich in een ‘dorpscomité’ en beslissen samen hoe ze de ruimte in hun dorp gebruiken. Er worden bv. zones ‘beschermd bos’ afgebakend waar het vee niet mag grazen.
Stellingen?
Stellingen?
Het dorpscomité heeft een boomkwekerij opgericht. Boompjes die groot genoeg zijn, worden verspreid in de regio om ze er te planten. Zo wordt aan herbebossing gedaan.
Op plaatsen waar alle bomen weg zijn, bouwen mensen samen dijkjes met stenen. Bij hevige regenbuien houden ze het stromend water beter tegen, zodat de bovenste laag vruchtbare grond niet zomaar wegspoelt. Zo kan de natuur zich langzaam herstellen.
Stellingen?
Stellingen?
TOEKOMST OP HET SPEL
Wat is jouw mening over deze stellingen?
LES 1
BIJLAGE 1
TOEKOMST OP HET SPEL
SPELREGELS START. Ieder van jullie is een jonge Senegalees, in de stad of op het platteland. Bedoeling is dat je je eigen toekomst uitbouwt zonder een aanslag te plegen op de toekomst van de stad of het dorp. Verdeel jullie groep in twee gelijke ‘kampen’ (stad of platteland) en plaats je pion in de stad of op het platteland. Plaats de grondstoffenkaarten als volgt in het spel: • 8 druppels water bij de rivier • 8 takken hout rond de rivier • 3 graantjes op de markt in de stad en 3 graantjes op het veld in het dorp
DOEL. Met jouw spelgroep zoveel mogelijk rondes spelen! Het spelgroepje dat het meeste aantal rondes heeft kunnen spelen van alle spelgroepjes in de klas, wint.
WAT IS EEN RONDE. Een ronde bestaat eruit dat iedereen van je groep om beurt 1x met de dobbelsteen gooit, een kaartje trekt en de opdracht uitvoert die erop staat.
VERLOOP VAN EEN RONDE 1. Gooi met de dobbelsteen. 2. Trek een kaartje van de stapel waar je woont (Stad of Platteland) met hetzelfde aantal ogen op als je zonet gegooid hebt. 3. Lees het kaartje voor en voer de opdracht uit. Dit betekent dat je op het spelbord op zoek gaat naar de grondstoffen die je hiervoor nodig hebt (hout, water en/of graan). Als je een grondstof gebruikt, haal je het grondstoffenkaartje van het spelbord af. Stedelingen mogen ook de grondstoffen in het dorp gebruiken en omgekeerd. Opdracht uitgevoerd? Steek het opdrachtkaartje onderaan de juiste stapel terug. 4. Nu is het aan de persoon links van je om te gooien.
NA EEN RONDE Grondstoffen worden aangevuld volgens deze regels (in die volgorde!): 1. Overschot van graantjes op het veld gaan naar de markt: neem de overblijvende graankaarten weg van het veld en leg ze op de markt in de stad. 2. Elke boer plant terug een graantje op het veld: leg evenveel graankaarten op de velden als er boeren zijn in je spelgroepje. Deze graantjes hebben wel water nodig, neem per graantje die je plant één druppelkaart weg. 3. Het bos groeit: leg één nieuwe houtkaart bij. Als er voldoende water in de rivier is (>4 druppels) mag je nog één extra houtkaart bijleggen. 4. Regen vult de rivier aan: leg twee nieuwe druppelkaarten bij. Als er voldoende bomen staan (>4 houtkaarten), mag je nog één extra druppelkaart bijleggen. Klaar? Start een nieuwe ronde. Vergeet niet het aantal rondes bij te houden op het spelbord.
EINDE. Als iemand de opdracht op een kaartje niet kan uitvoeren, dan valt hij/zij uit het spel. Als er 3 personen afgevallen zijn in je spelgroepje, stopt het spel voor jullie spelgroep. Downloadbaar op A3 via winkel.broederlijkdelen.be
NA ELKE RONDE 1. Overschot graan op het veld ➤ naar de markt in de stad! 2. +1 nieuw graan per boer op het veld, -1 druppel per nieuw graan 3. +1 hout (indien >4 druppel: +1 extra boom) 4. +2 druppel (indien >4 hout: +1 extra druppel)
Spelkaartjes van de stad Spelkaartjes van het platteland
KANS??
KANS??
WERK & HUISHOUDEN
ETEN & DRINKEN
Aantal rondes:
1
2
3
ETEN & DRINKEN
4
5
6
7
WERK & HUISHOUDEN
8
9
10
LES 1
BIJLAGE 2: Spelkaartjes recto 1
ETEN & DRINKEN
ETEN & DRINKEN
ETEN & DRINKEN
ETEN & DRINKEN
ETEN & DRINKEN
ETEN & DRINKEN
ETEN & DRINKEN
ETEN & DRINKEN
ETEN & DRINKEN
ETEN & DRINKEN
ETEN & DRINKEN
ETEN & DRINKEN
WERK & HUISHOUDEN
WERK & HUISHOUDEN
WERK & HUISHOUDEN
WERK & HUISHOUDEN
WERK & HUISHOUDEN
WERK & HUISHOUDEN
WERK & HUISHOUDEN
WERK & HUISHOUDEN
TOEKOMST OP HET SPEL
"
ETEN & DRINKEN
TOEKOMST OP HET SPEL
LES 1
Spelkaartjes verso 1
"
Je hebt honger! Ga wat graan kopen.
Je hebt dorst! Haal wat water.
Droog seizoen betekent grote dorst ...
-1 graan
-1 druppel
-2 druppels
Na een zware dag, tijd om de batterijen op te laden.
Je maag knort ... etenstijd!
Lunchpauze!
-1 graan
-1 graan
Voldoende drinken is belangrijk, zoek wat water.
Je vriend komt op bezoek en jullie maken samen thee.
-1 druppel
-1 druppel
Gooi nog eens!
Ruilkaart! Met deze kaart kan je 1x één grondstof ruilen voor een andere wanneer je het nodig hebt. Leg deze kaart bij jou. Als je ze gebruikt hebt, steek je ze onderaan de stapel.
Bouw je eigen huis. -1 hout, -1 druppel Leg deze kaart bij jou. Heb je al een huis gebouwd voor jezelf? Steek deze dan terug en trek een andere kaart.
Bouw je eigen huis. -1 hout, -1 druppel Leg deze kaart bij jou. Heb je al een huis gebouwd voor jezelf? Steek deze dan terug en trek een andere kaart.
Jokerkaart! Deze kaart kan je gebruiken als een grondstof naar keuze op elk moment in het spel. Leg deze kaart bij jou. Als je ze gebruikt hebt, steek je ze onderaan de stapel.
Bijna geen propere kleren meer om aan te trekken ... tijd om de was te doen! -1 druppel
Je probeert geld bij te verdienen als taxichauffeur, maar dat probeert blijkbaar iedereen. Dus te weinig klanten voor te veel taxi’s. Een beurtje wachten ...
Je kan wat geld verdienen als huishoudhulp bij een rijke familie. Ga naar de markt om boodschappen te doen.
Na al het harde werk wil je jezelf graag even opfrissen.
Even ontspannen met vrienden en samen iets drinken.
-1 druppel
-1 druppel
-1 graan -1 druppel
Les je dorst met wat water. -1 druppel
Je moeder beslist dat je jongere broer bij jou in de stad komt wonen en je moet nu elke dag voor hem zorgen. -1 druppel, -1 graan
Je probeert rond te komen door gsm-kaarten te verkopen. Om een standje op de markt te hebben, moet je wel een grondstof naar keuze geven. (-1 druppel, graan of hout)
-2 graan
LES 1
Spelkaartjes recto 2
WERK & HUISHOUDEN
KANS??
KANS??
KANS??
KANS??
KANS??
ETEN & DRINKEN
ETEN & DRINKEN
ETEN & DRINKEN
ETEN & DRINKEN
ETEN & DRINKEN
ETEN & DRINKEN
ETEN & DRINKEN
ETEN & DRINKEN
ETEN & DRINKEN
ETEN & DRINKEN
ETEN & DRINKEN
ETEN & DRINKEN
WERK & HUISHOUDEN
WERK & HUISHOUDEN
TOEKOMST OP HET SPEL
"
WERK & HUISHOUDEN
TOEKOMST OP HET SPEL
LES 1
Spelkaartjes verso 2
" Je wil naar Europa om er enkele jaren veel geld te verdienen! Je hebt geen officiële reispapieren, dus moet je sparen voor een plaatsje op de volgende vissersboot die een illegale overtocht riskeert. Werk als metser om snel geld te verdienen. Als je drie huizen hebt gebouwd, kan je vertrekken (je EIGEN huis telt niet mee!)
Het offerfeest komt eraan en dat betekent groot feest voor de hele familie.
Leg deze kaart bij jou, dit telt mee voor één huis dat je hebt gebouwd. Heb je er drie dan verdwijn je uit het spel. -1 hout, -1 druppel
-2 graan
Je wil naar Europa om er enkele jaren veel geld te verdienen! Je hebt geen officiële reispapieren, dus moet je sparen voor een plaatsje op de volgende vissersboot die een illegale overtocht riskeert. Werk als metser om snel geld te verdienen. Als je drie huizen hebt gebouwd, kan je vertrekken (je EIGEN huis telt niet mee!)
Je wil naar Europa om er enkele jaren veel geld te verdienen! Je hebt geen officiële reispapieren, dus moet je sparen voor een plaatsje op de volgende vissersboot die een illegale overtocht riskeert. Werk als metser om snel geld te verdienen. Als je drie huizen hebt gebouwd, kan je vertrekken (je EIGEN huis telt niet mee!)
Gooi nog eens!
Je wil naar Europa om er enkele jaren veel geld te verdienen! Je hebt geen officiële reispapieren, dus moet je sparen voor een plaatsje op de volgende vissersboot die een illegale overtocht riskeert. Werk als metser om snel geld te verdienen. Als je drie huizen hebt gebouwd, kan je vertrekken (je EIGEN huis telt niet mee!)
Leg deze kaart bij jou, dit telt mee voor één Leg deze kaart bij jou, dit telt mee voor één Leg deze kaart bij jou, dit telt mee voor één huis dat je hebt gebouwd. Heb je er drie dan huis dat je hebt gebouwd. Heb je er drie dan huis dat je hebt gebouwd. Heb je er drie dan verdwijn je uit het spel. -1 hout, -1 druppel verdwijn je uit het spel. -1 hout, -1 druppel verdwijn je uit het spel. -1 hout, -1 druppel Je wil naar Europa om er enkele jaren veel geld te verdienen! Je hebt geen officiële reispapieren, dus moet je sparen voor een plaatsje op de volgende vissersboot die een illegale overtocht riskeert. Werk als metser om snel geld te verdienen. Als je drie huizen hebt gebouwd, kan je vertrekken (je EIGEN huis telt niet mee!)
Maak eten klaar voor het hele gezin.
Na een zware dag, tijd om de batterijen op te laden.
-2 graan -1 hout
-1 graan -1 druppel
Ga water halen en sla 1 beurt over.
Droog seizoen betekent grote dorst ...
Voldoende drinken is belangrijk, zoek wat water.
-1 Druppel
-2 druppel
-1 druppel
Etenstijd.
Kook je eigen potje.
Je vriend komt op bezoek en jullie maken samen thee.
-1 graan
-1 graan -1 druppel
Het is schoolvakantie en je neef komt twee maanden bij jullie logeren.
Gooi nog eens!
-1 graan, -1 druppel
Bijna geen propere kleren meer om aan te trekken ... tijd om de was te doen. -1 druppel
Het vee heeft dorst, vul de drinkbak opnieuw. -1 druppel
Leg deze kaart bij jou, dit telt mee voor één huis dat je hebt gebouwd. Heb je er drie dan verdwijn je uit het spel. -1 hout, -1 druppel
-1 druppel
Ruilkaart! Met deze kaart kan je 1x één grondstof ruilen voor een andere wanneer je het nodig hebt. Leg deze kaart bij jou. Als je ze gebruikt hebt, steek je ze onderaan de stapel. Jokerkaart! Deze kaart kan je gebruiken als een grondstof naar keuze op elk moment in het spel. Leg deze kaart bij jou. Als je ze gebruikt hebt, steek je ze onderaan de stapel.
LES 1
Spelkaartjes recto 3
WERK & HUISHOUDEN
WERK & HUISHOUDEN
WERK & HUISHOUDEN
WERK & HUISHOUDEN
WERK & HUISHOUDEN
WERK & HUISHOUDEN
WERK & HUISHOUDEN
KANS??
KANS??
KANS??
KANS??
KANS??
KANS??
TOEKOMST OP HET SPEL
"
WERK & HUISHOUDEN
TOEKOMST OP HET SPEL
LES 1
Spelkaartjes verso 3
"
Ga water halen en sla 1 beurt over.
Het vee heeft honger, tijd om de voederbak te vullen.
-1 druppel
-1 graan
Na al het harde werk wil je jezelf graag even opfrissen.
Er viel weinig regen tijdens het regenseizoen. Je veld heeft extra water nodig.
-1 druppel
Bouw een omheining voor je veld, anders eet je vee alles op. -1 hout
Gooi nog eens!
-1 druppel
Tijdens het droge seizoen groeit er niets op je land, dus trek je naar de stad om er wat geld bij te verdienen. In ruil voor één grondstof naar keuze kan je enkele maanden logeren in de stad bij een kennis. Zet je pion één ronde in de stad, keer daarna terug naar je dorp. -1 druppel, graan of hout
Bouw je eigen hut. -1 hout Leg deze kaart bij jou. Heb je al een hut gebouwd? Steek deze dan terug en trek een andere kaart.
Bouw je eigen hut. -1 hout Leg deze kaart bij jou. Heb je al een hut gebouw? Steek deze dan terug en trek een andere kaart.
Tijdens het droge seizoen groeit er niets op je land, dus trek je naar de stad om er wat geld bij te verdienen. In ruil voor één grondstof naar keuze kan je enkele maanden logeren in de stad bij een kennis. Zet je pion één ronde in de stad, keer daarna terug naar je dorp. -1 druppel, graan of hout
Tijdens het droge seizoen groeit er niets op je land, dus trek je naar de stad om er wat geld bij te verdienen. In ruil voor één grondstof naar keuze kan je enkele maanden logeren in de stad bij een kennis. Zet je pion één ronde in de stad, keer daarna terug naar je dorp. -1 druppel, graan of hout
Het leven op het platteland is niet gemakkelijk: veel werken voor weinig geld ... Misschien is het leven in de stad wel beter? In ruil voor twee grondstoffen naar keuze kan je bij een tante in de stad wonen. Daar een job zoeken en geld verdienen! Hou deze kaart bij, zet je pion in de stad en blijf er.
Het leven op het platteland is niet gemakkelijk: veel werken voor weinig geld ... Misschien is het leven in de stad wel beter? In ruil voor twee grondstoffen naar keuze kan je bij een tante in de stad wonen. Daar een job zoeken en geld verdienen! Hou deze kaart bij, zet je pion in de stad en blijf er. -2 druppels, graan of hout
Het leven op het platteland is niet gemakkelijk: veel werken voor weinig geld ... Misschien is het leven in de stad wel beter? In ruil voor twee grondstoffen naar keuze kan je bij een tante in de stad wonen. Daar een job zoeken en geld verdienen! Hou deze kaart bij, zet je pion in de stad en blijf er. -2 druppels, graan of hout
Druppels
Graantjes
Takken
LES 1
TOEKOMST OP HET SPEL
Grondstoffen voor het spel: kopiëren en knippen
EEN DUURZAAM PLAN VOOR SENEGAL Doelgroep
Didactische werkvormen en leermiddelen
Gemiddelde moeilijkheidsgraad, bij voorkeur voor 2e of 3e graad
• Klasgesprek via richtvragen.
Duur
• Demonstreren en reflecteren met verbindingsopdracht, uitspraken film, verhaal en een artikel.
1 of 2 lesuren (bij voorkeur aansluitend)
Lesstructuur
Lesonderwerp
Senegal ontdekken ➤ met verbindingsopdracht
Een duurzaam plan voor Senegal
Boeren in Senegal ... niet gemakkelijk! ➤ met campagnefilm
Uitbreiding: Terug naar België ➤ met verhaal
Doelstellingen
Oplossingen in de stad? ➤ met klasgesprek
m.b.t. de inhoud van de les
Uitbreiding: Meer dan een lokaal probleem? ➤ met verbindingsopdracht en film
• De leerlingen kunnen aan de hand van belangrijke Senegalese begrippen iets vertellen over Senegal. • De leerlingen kunnen het begrip ‘duurzaamheid’ duiden met het 3P-model (people-planet-profit) en dit illustreren met het verhaal van landbouwers uit Senegal en/of België. • De leerlingen kunnen gevolgen benoemen van de plattelandsvlucht in Senegal.
Uitbreiding: De geglobaliseerde voedselmarkt ➤ met artikel en klasdiscussie Echte oplossingen voor Senegal ➤ met campagnefilm Wereldwijd verzet ➤ verbindingsopdracht met uitspraken
Lesvoorbereiding leerkracht
• De leerlingen kunnen in eigen woorden vertellen wat de gevolgen zijn van ‘dumping’ en wereldwijde concurrentie tussen boeren.
1. Bekijk de campagnefilm en lees de lesinhoud en werkblaadjes door.
• De leerlingen kunnen concrete initiatieven van Broederlijk Delen voor een leefbaar platteland in Senegal kaderen binnen het 3P-model.
3. Zorg voor een computer met internetverbinding, geluid en mogelijkheid tot projectie voor de films.
• De leerlingen kunnen kritisch nadenken over de huidige voedselproductie en kunnen voorbeelden geven van wereldwijd verzet hiertegen.
VOET: context 4 (2, 4), context 5 (7, 12, 13), context 6 (8, 9), context 7 (1, 2, 3) m.b.t. de methodiek • De leerlingen kunnen een theoretisch model toepassen op concrete voorbeelden. • De leerlingen kunnen met behulp van richtvragen relevante gegevens uit een film halen. • De leerlingen kunnen hun eigen mening formuleren en beargumenteren. • De leerlingen kunnen gegevens ordenen in aangereikte categorieën.
VOET: stam 1, 13, 16, 17
2. Kopieer Werkblad 1 voor elke leerling.
4. Voor 2 lesuren: kopieer ook Werkblad 2 voor elke leerling en bekijk de film ‘Ons voedsel redden: boer tegen landbouwindustrie’.
Gebruikte literatuur, media, … Achtergronddossier en campagnekrant Broederlijk Delen, campagne 2014 Achtergrondnota Yassa Poulet (beschikbaar op winkel.broederlijkdelen.be) www.boerenopeenkruispunt.be en www.biozoektboer.be (voor de getuigenis van Boer Ivo) www.fairebel.be (over ‘eerlijke’ melk in België) lv.vlaanderen.be (over Europees landbouwbeleid: nieuwsbericht 26 juni 2013 ‘Hervorming Gemeenschappelijk Landbouwbeleid’) www.csa-netwerk.be (over Community Supported Agriculture in België)
LES 2
De campagne van Broederlijk Delen focust dit jaar op een West-Afrikaans land. Laat de leerlingen aan de hand van de oefening op Werkblad 1 (p. 23) uitzoeken welk land dit precies is. Overloop samen de foto’s met bijhorende titels en geef eventueel wat extra uitleg. We helpen je hieronder graag op weg.
Het land dat we zoeken is Senegal, centraal gelegen in West-Afrika en meer dan 6 keer zo groot als België. Bemerk trouwens de vreemde inkeping links onderaan de kaart van Senegal: dat is Gambia. Deze voormalige Engelse kolonie rond de oevers van de Gambia-rivier is volledig ‘omsingeld’ door Senegal. Doorheen de geschiedenis waren er veel pogingen om ze één te maken, zonder succes. De baobab of ‘apenbroodboom’ heeft een dikke stam en grillige takken en doet het vooral goed in droge, warme regio’s, zoals de noordelijke Sahelstreek in Senegal. De vruchten van de bomen zijn niet alleen een lekkernij voor apen, van het vruchtensap worden ook ijsjes gemaakt en het hout wordt getransformeerd tot papier.
Deze vissersboten of ‘pirogues’ tref je overal langs de Senegalese kust aan. Vis ligt vaak bij Senegalezen op het bord (al dan niet gedroogd), maar het is ook een belangrijk exportproduct. Met deze pirogues wagen veel Senegalezen trouwens (illegaal) de oversteek naar Europa om er enkele jaren te gaan werken en geld naar huis te sturen.
Naast vis zijn ook pindanoten (arachide) een belangrijk exportproduct van Senegal. Dit is een erfenis uit de tijd toen Senegal nog een Franse kolonie was (1854-1960). De Fransen introduceerden de pindanoten in West-Afrika en met de oogst konden ze het Europese vasteland van pindanoten (en de uit pindanoten geperste arachideolie) voorzien.
‘Yassa’ of ‘poulet yassa’ is één van de bekendste gerechten uit de Senegalese keuken. Op je bord: rijst en kip, overgoten met een dikke ajuinensaus. Enkel voor wie het kan betalen, want vlees staat bij de meeste Senegalezen niet vaak op het menu.
Youssou N’Dour: dé bekendste zanger uit (West-)Afrika en dat is een understatement. 55 jaar oud en heeft intussen ook een carrière in de Senegalese politiek achter de rug, onder meer als minister van Cultuur en Toerisme.
Rally Dakar, de bekende autocross waar zelfs Koen Wauters in meereed. Tegenwoordig meer een naam dan een geografische verwijzing naar de hoofdstad van Senegal, want ze crossen al voor het zesde jaar op rij in Zuid-Amerika (wegens te gevaarlijk in West-Afrika).
Coulibaly, misschien wel de bekendste Senegalese voetballer in België. Hij speelde onder meer bij AA Gent en komt dit seizoen uit bij KV Kortrijk. Voor veel Senegalese jongens die op straat een balletje schoppen is het een grote droom: stervoetballer worden in Europa! Ofwel in Senegal een superster worden als worstelaar, dat is ook een optie.
Extra lestip: wil je je leerlingen nog beter laten kennismaken met Senegal? Dan kan je terecht bij de onderwijsmedewerker
van Broederlijk Delen uit jouw regio (contactgegevens op de achterflap) voor het spel ‘Senegal for dummies’. Of lees er even de geschiedenisles op na die je vindt via winkel.broederlijkdelen.be.
EEN DUURZAAM PLAN VOOR SENEGAL
Senegal ontdekken (5 min.)
LES 2
EEN DUURZAAM PLAN VOOR SENEGAL
Boeren in Senegal ... niet gemakkelijk! (15 min.) Vertel de leerlingen dat we kennismaken met de regio waar Broederlijk Delen werkt in Senegal: het plateau van Thiès, niet ver van de hoofdstad Dakar. Laat een eerste deel van de campagnefilm zien (tot 4min) en geef de leerlingen volgende kijkvraag mee: met welke problemen krijgen boeren in deze regio te maken? De leerlingen vullen nadien (in groepjes) de mindmap aan op Werkblad 1 (p. 24). Overloop de antwoorden en laat de leerlingen nu met drie kleuren de verschillende problemen categoriseren volgens: • Milieu - ecologisch (bv. droogte, erosie, ontbossing) • Mensen - sociaal (bv. honger, armoede, jongen mensen trekken naar de stad) • Geld - economisch (bv. weinig inkomen uit landbouw, weinig werk in de stad) Toon aan dat de genoemde problemen niet los staan van elkaar door de verbanden bloot te leggen. (bv. ontbossing ➤ erosie ➤ weinig inkomen uit landbouw ➤ armoede ➤ verstedelijking). Vertel de leerlingen dat dit verhaal een voorbeeld is van een duurzaamheidsvraagstuk. Duurzaamheid betekent genoeg voor iedereen voor altijd, hier en elders. Dit houdt in dat je een evenwicht moet nastreven tussen mens (people), planeet (planet) en opbrengst (profit) op lange termijn. Als één domein uit balans is (te veel of te weinig aandacht), heeft dit vroeg of laat gevolgen voor de andere domeinen.
People De problemen in Senegal tonen onder meer hoe te weinig aandacht voor milieu leidt tot sociale en economische problemen, die elkaar versterken.
DUURZAAMHEID Profit
Planet
Uitbreiding 1: terug naar België (15 min.)
Oplossingen in de stad? (5 min.) De moeilijke situatie op het platteland zorgt ervoor dat er in Senegal een beweging is ontstaan van platteland naar stad. Veel jonge mensen (vooral mannen) uit dorpen trekken voor een paar maanden naar de stad. Dit is tijdens het droge seizoen, wanneer er niets groeit op het veld. In de stad hopen ze wat geld te verdienen door aan de slag te gaan als bv. metser of taxichauffeur. Vaak wordt deze tijdelijke migratie ook een permanente keuze: jongeren die geen toekomst zien in de harde boerenstiel blijven in de stad. Vraag de leerlingen of dit volgens hen een goede oplossing is? Besluit dat de stad jongeren kansen kan bieden (bv. opleiding volgen) die ze op het platteland niet hebben. Maar hoe groter de groep jongeren op zoek naar kansen in de stad, hoe kleiner net die kans op succes. Daarom is het belangrijk dat jongeren ook op het platteland voldoende kansen krijgen om een toekomst uit te bouwen. En daar wil Broederlijk Delen werk van maken.
enkele cijfers
Senegal telt 13 miljoen inwoners, waarvan 2,7 miljoen in Dakar wonen. Tegen het huidig groeitempo woont in 2025 de helft van de Senegalezen in de verstedelijkte regio DakarThiès. De armoedegraad op het platteland in Senegal bedraagt 58 tot 65 %, in de stad is dit gemiddeld 33 %. Voor Dakar ligt dit wel hoger, namelijk 43 %.
Uitbreiding 2: Meer dan een lokaal probleem? (15 min.) Vertel de leerlingen dat dit verhaal op het eerste zicht vooral een ‘Senegalees probleem’ lijkt, maar dat de buitenlandse invloed (historisch) groter is dan je denkt. Dit gaan we verduidelijken met het voorbeeld van het Senegalese gerecht ‘Yassa’ uit de kennismakingsopdracht. Wie op de markt in Dakar inkopen gaat doen, stelt vast dat de drie basisingrediënten vaak niet afkomstig zijn van boeren uit Senegal, maar al erg veel kilometers hebben afgelegd. Aan de leerlingen om op Werkblad 2 (p. 25) het juiste product te koppelen aan de juiste locatie en de bijhorende afstand (tot Dakar). (ter vgl.: Dwars door België, van noord naar zuid bedraagt de langste afstand 277 km.)
Op Werkblad 2 (p. 25) vinden leerlingen een brief van boer Ivo uit België terug. Dit is een fictieve tekst, gebaseerd op echte getuigenissen. Laat de leerlingen ook hier de drie types problemen zoeken: • Milieu - ecologisch (bv. bodemuitputting, klimaatverandering) • Mensen - sociaal (bv. veel zorgen, geen vrije tijd, druk op gezin) • Geld - economisch (bv. zware schulden, weinig winst, strikte contracten, lage verkoopprijs) Vertel de leerlingen dat er ook bij boer Ivo geen duurzaam evenwicht is tussen people, planet en profit. Welk domein krijgt te veel aandacht ten koste van de andere? In het grootschalige industriële landbouwmodel staat winst centraal, ten koste van mens en planeet. Besluit dat zowel het verhaal van boer Ivo als het verhaal uit Senegal niet duurzaam zijn en dus op lange termijn onhoudbaar. Is er een uitweg?
Rijst•
•Nederland•
•12.712km
Kip•
•Thailand•
•5.887 km
Uien•
•Brazilië•
•4.979 km
Overloop de antwoorden met de leerlingen en geef mee dat bv. de Nederlandse ajuinen, die zoveel kilometers hebben afgelegd, op de Senegalese markt goedkoper zijn dan de ajuinen van Ibrahima! Hoe kan dat? Laat leerlingen zelf een antwoord op deze vraag zoeken aan de hand van een stuk uit de film ‘Ons voedsel redden: boer tegen landbouwindustrie’ (begin tot 2 min. 15 sec.). Deze film kan je vinden via de website www.wereldinbeeld.be, klik door naar reportage 1.
Vertel de leerlingen dat het grootschalige industriële landbouwmodel zoals wij het hier kennen zijn succes onder meer te danken heeft aan overheidssubsidies (bv. via Europa). Het is aangetoond hoe deze subsidies er bv. in de jaren negentig toe hebben geleid dat Europese boeren zijn gaan over-produceren (denk aan de melkplas en de boterberg). Deze overschotten werden in ontwikkelingslanden zoals Senegal gedumpt, waar kleine lokale boeren niet konden concurreren met de prijs van deze gesubsidieerde producten. Veel boeren hielden het voor bekeken en trokken naar de stad. De Senegalese regering ondernam actie (bv. via een invoerverbod op kip, zie ook het onderdeel ‘wereldwijd verzet’), maar ook vandaag de dag gebeurt het nog steeds. Melkpoeder wordt bv. nog steeds aan spotprijzen gedumpt in Afrika waardoor lokale kleine boeren geen eerlijke prijs krijgen voor hun producten. Dumping en subsidiesystemen duwen kleine boeren in armoede. Vraag eventueel naar reacties bij de leerlingen. Wat vinden ze hiervan? Wisten ze dit? Verandert dit hun beeld over het ‘arme Zuiden’?
Uitbreiding 3: de geglobaliseerde voedselmarkt (20 min.) Misschien denken de leerlingen nu dat Belgische boeren zoals Ivo dan toch niet te klagen hebben? Ze kunnen toch ‘profiteren’ van Europese landbouwsubsidies, ten koste van boeren zoals Ibrahima? Het verhaal is echter niet zo eenvoudig, want ook onze Belgische boeren worden op een bepaalde manier geconfronteerd met ‘oneerlijke’ concurrentie van boeren uit andere landen. Welke gevolgen dit heeft ontdekken leerlingen in het artikel op de achterzijde van Werkblad 2 (p. 25). Dit handelt over de concurrentie in de sector van de legkippen. Laat de leerlingen dit artikel lezen en breng een klasgesprek op gang. Deze richtvragen kunnen je op weg zetten: • Europese boeren zijn concurrentieel benadeeld door de strenge Europese welzijnsregels. Schaffen we ze dan maar beter af? Of moeten (en kunnen) we andere landen verplichten om dit ook te doen? Moet ‘schade’ aan mens (bv. uitbuiting) en milieu doorgerekend worden in de prijs? Zijn mens en milieu slachtoffer van de strijd tussen supermarkten om de consument te verleiden met de laagste prijs? • Zijn wij als consument mee schuldig aan dit niet-duurzame systeem als we zelf het goedkoopste product kopen? Weten we voldoende over de afkomst van ons voedsel? Zijn we bereid om onze eigen boeren te steunen als het meer kost? • Het grootschalige industriële landbouwmodel maakt verliezers, bij boeren in Zuid én Noord. Wie zijn dan de winnaars? Wie haalt er voordeel uit?
Oplossingen op het platteland (10 min.) Jonge mensen in Senegal moeten een duurzame toekomst kunnen uitbouwen op het platteland. Daar wil Broederlijk Delen ter plaatse werk van maken. Bekijk samen met de leerlingen het laatste deel van de campagnefilm (vanaf 4min) en laat hen in de tabel op Werkblad 1 (p. 24) aanduiden op welk domein (people-planet-profit) elk van de drie initiatieven van de partners van Broederlijk Delen voornamelijk 1 inspeelt. Milieu - ecologisch Dammen bouwen
Mensen - sociaal
Geld - economisch
x Bodem beschermen en herstellen x Extra inkomen in droog seizoen
Tuinbouwvelden Dorpscomités
x Samen de toekomst van het dorp bepalen
Pols bij de leerlingen ook wat het doel is van elk initiatief. Vertel daarna dat bepaalde initiatieven eerder op korte termijn iets willen veranderen, andere eerder op lange termijn. Laat hen de initiatieven onderstrepen die vooral gaan over lange termijn. Leg uit dat het maar zin heeft om jongeren tuinbouwopleiding te geven, als ze weten dat er binnen tien jaar ook nog voldoende water en grond is om aan landbouw te doen.
Wereldwijd verzet (10 min.) Enkel op lokaal niveau in Senegal werken volstaat echter niet. Er is wereldwijd actie nodig om de moeilijke positie van kleinschalige landbouwers te verbeteren en dit op verschillende niveaus. Teken op het bord de piramide hiernaast en geef hier kort wat uitleg bij. Hoe hoger in de piramide, hoe kleiner de groep mensen, maar hoe groter de invloed die je hebt. Hoe lager in de piramide, hoe groter de groep mensen, maar hoe kleiner de invloed die je hebt. Wat niet betekent dat een individu geen macht heeft (denk aan verkiezingen) of dat individuen en organisaties zonder inmenging van de politiek geen veranderingen teweeg kunnen brengen.
1
Natuurlijk speelt elk initiatief – wil het duurzaam zijn – idealiter op de drie domeinen in.
Internationale Politiek Nationale politiek
Organisaties Individu
EEN DUURZAAM PLAN VOOR SENEGAL
LES 2
LES 2
EEN DUURZAAM PLAN VOOR SENEGAL
En vice versa kunnen bv. politieke besluiten door de massa niet opgepikt worden en dode letter blijven. Maar de figuur geeft grosso modo de machtsverhoudingen in onze samenleving weer. Leerlingen geven nu de uitspraken op Werkblad 1 (p. 24) een plaatsje in dit schema: welke figuur hoort op welk niveau van de piramide thuis? 1 Internationale politiek (3) – Nationale politiek (2) – Organisaties (1, 4) – Individu (5) Besluit dat verandering maar mogelijk is als er op alle niveaus werk van wordt gemaakt, van de individuele boer onderaan tot de internationale regelgeving aan de top. Het people-planet-profit-model wordt dan ook vaak aangevuld met een vierde P, namelijk ‘participation’. Een duurzaam evenwicht nastreven tussen de drie P’s vraagt om (democratisch) overleg met alle betrokkenen. Pols tot slot welke acties leerlingen zelf mogelijk zien op elk niveau?
Sta stil Zijn weg gaan, dat deed Abraham zoveel eeuwen geleden. Zijn weg gaan, dat doet Ibrahima in Senegal vandaag. Onze weg gaan, dat wordt van ons verwacht in de vastentijd.
Vasten is voor Broederlijk Delen ook durven kiezen voor het niet gangbare, durven luisteren naar wie meestal niet gehoord wordt, … en durven kiezen voor een eigen weg. Voor kleinschalige familiale en duurzame landbouw, terwijl het dominante model grootschalige industriële landbouw is. Welke gevoelens roept de campagnefilm bij de leerlingen op? Machteloosheid of hoop? Wat vinden ze van de keuzes die Ibrahima maakt? Durven zij ingaan tegen de trend? Laat hen een eigen ‘tegen de stroom in’-ervaring vertellen.
En actie! Acties vallen op als ze enigszins onverwacht zijn. Een moderne vorm van actievoeren is de zogenaamde guerrilla-actie 2. Met Broederlijk Delen dagen we ook jouw school uit om met een guerrilla-actie het verhaal van Ibrahima (p. 3) of de slogan ‘Plan(t) de toekomst’ te doen opvallen in de schoolomgeving.
Inspiratie nodig? • Doe aan guerrilla gardening en tover een verwaarloosd stukje grond om tot een toekomstgerichte oase van groenten of bloemen: www.guerrillagardening.be • Geen vergadering of les is nog veilig door de guerrilla speech van enkele leerlingen. Zonder kloppen stappen zij binnen in de leraarskamer, in de les wiskunde, op de vergadering van het oudercomité, … om steeds dezelfde prikkelende speech over de Broederlijk Delen campagne (-of slogan) af te steken. • Laat de gieter van de campagne-affiche als guerrillasymbool opduiken op momenten en plaatsen waar het niet verwacht wordt. • Doe net zoals de bekende Banksy aan guerrillakunst: Tover de campagneslogan met eco-graffiti (mos en yoghurt) op de schoolmuur of maak sprekende T-shirts. Share it! Word fan van Broederlijk Delen op Facebook en post een foto of filmpje van jouw guerrilla-actie op onze pagina.
1 2
Meer weten over de verschillende initiatieven? Zie Lesschema (p. 18) voor verwijzing naar bronnen bij ‘Gebruikte literatuur en media’. Een guerrilla-actie probeert om met beperkte middelen een groot resultaat te bereiken. Omdat het vaak om ludieke acties of een bijzondere stunt gaat, worden ze vaak ook opgepikt door de (sociale) media. De term is afkomstig uit de oorlogsvoering. Daar wordt het Spaanse woord guerrilla gebruikt om een bepaald type oorlog te beschrijven waarbij kleine groepen strijders een veel groter leger effectief op afstand weten te houden of weten te verslaan.
WERKBLAD 1
Met Broederlijk Delen naar ...
Yassa • Arachide • Coulibaly • Baobab • Youssou N’Dour • Rally Dakar • Pirogue
AFRIKA
EEN DUURZAAM PLAN VOOR SENEGAL
Over welk land in Afrika gaat de campagne van Broederlijk Delen dit jaar? De afbeeldingen hieronder helpen je op weg! Bij elke foto hoort ook een woord uit het kader hieronder. Kan je de juiste foto met de juiste titel verbinden?
LES 2
WERKBLAD 1
Boeren in Senegal ... niet gemakkelijk!
EEN DUURZAAM PLAN VOOR SENEGAL
Met welke problemen krijgen de boeren in de regio van het Plateau van Thiès te maken? Vul aan.
Echte oplossingen? Op welk domein werken deze initiatieven voornamelijk? Zet een kruisje. Milieu - ecologisch
Mensen - sociaal
Geld - economisch
Dammen bouwen Tuinbouwvelden Dorpscomités
Wereldwijd Verzet
1. B elgische melkboeren werken samen om hun eigen melk onder het merk ‘Fairebel’ te verkopen in de supermarkt, tegen een faire prijs!
5. Ik ben een nieuw soort boerderij gestart. Mensen betalen een vast maandelijks bedrag in ruil voor voedsel recht van het veld. Boerin Corazon
Melkboer Hendrik
4. Samen met andere ngo’s zetten we de Belgische regering onder druk om kleine boeren in Noord en Zuid te beschermen. Politiek medewerker Broederlijk Delen
2. Wij hebben sinds 2005 bij wet verboden om kippen uit het buitenland in te voeren. President van Senegal
3. Wij zijn ons landbouwbeleid aan het hervormen, vanaf 2014 willen we de subsidies afbouwen. President van Europa
LES 2
WERKBLAD 2
Ik ben Ivo, een landbouwer van 45. Al m’n hele leven lang kweek ik groenten op m’n veld en sinds tien jaar lever ik die aan een diepvriesbedrijf hier vlakbij. Voor ik begin te zaaien, tekenen we een contract waarin staat hoeveel kilo ik mag leveren, tegen een vaste prijs. Het is misschien een lagere prijs dan op de veiling, maar ik kan wel grotere hoeveelheden kwijtraken aan de industrie. En als je snel rekent ... als je 1 ton patatten tegen 12,50 €/kg. kan verkopen of 2 ton tegen 10 €/kg., dan is de keuze toch snel gemaakt? Dus ik heb zwaar geïnvesteerd in een uitbreiding van mijn bedrijf: meer grond, meer machines en meer producten om m’n groenten sneller te doen groeien. Die aankopen hebben me wel met serieuze schulden opgezadeld. Want ik had m’n winst toch wat overschat. Die mannen van het bedrijf zijn harde onderhandelaars en proberen me een zo laag mogelijke prijs aan te smeren. Nu trap ik er niet meer in, maar de eerste jaren heb ik helaas een paar keer onder m’n kostprijs verkocht. De industrie verwacht ook perfecte producten om te kunnen verkopen: allemaal dezelfde grootte en met niet het minste blutsje. Dat is onmogelijk, maar als de fabriek haar productielijn opstart, moet ik er wel staan met de gevraagde hoeveelheid perfecte groenten, niet meer en niet minder. Anders pleeg je contractbreuk en moet je een boete betalen. Maar de natuur kan je toch niet perfect controleren?
’t Valt me ook op dat het weer de laatste jaren heel onvoorspelbaar is geworden. Sneeuwbuien in maart, hevige stormen, lange periodes van te veel of te weinig regen, ... Niet ideaal voor een boer! Ze spreken al een tijdje over ‘klimaatverandering’. Wel, ik ben het echt gaan geloven. Daarbij komt nog dat onze grond de laatste jaren minder opbrengt, ondanks alle producten die ik gebruik om m’n planten sneller te doen groeien. M’n buurman had me gewaarschuwd dat m’n bodem sneller uitgeput zou geraken. Misschien had hij toch gelijk? Sinds onze uitbreiding heb ik ook heel weinig vrije tijd. Geld om personeel te betalen is er niet, dus m’n gezin en ik doen al het werk op ’t veld. De machines maken het iets gemakkelijker, maar ja, ons veld is nu een pak groter ook ... Ik voel dat het voor de kinderen zwaar weegt. Ik vrees dat ze het bedrijf later niet gaan overnemen, maar wat dan met al onze schulden? Ik mis soms de tijd dat ik gewoon ‘boer’ was op m’n veld in plaats van ‘manager’ van een landbouwbedrijf. En weet je wat ik nog het ergste vind? Mensen willen niet veel geld meer geven aan hun eten, terwijl de eisen voor onze producten steeds hoger liggen. Dat kan toch niet? Waarom doe je het dan nog, vraag je je waarschijnlijk af. Tja, ik hou nu eenmaal van de boerenstiel en kan me geen ander leven dan het leven op het land inbeelden. Met welke problemen krijgt boer Ivo te maken? • Milieu - ecologisch • Mensen - sociaal • Geld - economisch
Meer dan een lokaal probleem? Wie inkopen doet op de markt in Dakar om ‘Yassa’ te maken, stelt vast dat de drie hoofdingrediënten vaak al veel kilometers hebben afgelegd. Kan jij de juiste trio’s verbinden? Rijst•
•Nederland•
•12.712km
Kip•
•Thailand•
•5.887 km
Uien•
•Brazilië•
•4.979 km
Eierverkoop steeds vaker verlieslatend De nieuwe regels van de Europese Unie maken het moeilijk voor houders van leghennen om nog winst te maken. De Europese boeren moeten met verlies verkopen om concurrentieel te blijven. Europa verplicht de Europese houders van leghennen sinds kort om grotere hokken te gebruiken en zo het welzijn van de dieren te verbeteren. Door die nieuwe regelgeving wordt het volgens landbouwverenigingen echter zeer moeilijk om te concurreren met landen buiten de Europese Unie. Volgens het Algemeen Boerensyndicaat verkopen veel Europese boeren hun eieren nu al met verlies. “De prijs die de boeren nu krijgen voor hun eieren, ligt onder de kostprijs,” legt Guy Depraetere van het Boerensyndicaat uit. “Ze kunnen het niet lang meer volhouden om op die manier voort te produceren. Van buiten Europa worden veel eieren ingevoerd vanuit landen waar de eisen voor milieu en dierenwelzijn totaal anders zijn. Dat zorgt voor concurrentievervalsing.” Bron: De Standaard, 19/08/2013
EEN DUURZAAM PLAN VOOR SENEGAL
Terug naar België met boer Ivo
Voedselproductie 2.0 Doelgroep
Didactische werkvormen en leermiddelen
Hoge moeilijkheidsgraad, bij voorkeur voor 3e graad
1 of 2 lesuren (bij voorkeur aansluitend)
• Klasgesprek via richtvragen en kaartjes. • Brainstorm in groep. • Demonstreren met filmpje, campagnekrant en categoriseeropdracht. • Groepswerk op internet met onderzoeksvragen.
Lesonderwerp
Lesstructuur
Voedselproductie 2.0
Uitbreiding: Stad vs. Platteland? ➤ met brainstorm
Duur
Doelstellingen m.b.t. de inhoud van de les • De leerlingen kunnen de eigenheid van stad en platteland beschrijven in pro’s en contra’s. • De leerlingen kunnen het fenomeen ‘verstedelijking’ uitleggen en hier een genuanceerde mening over geven. De leerlingen kunnen ook het verband leggen met initiatieven van Broederlijk Delen in Senegal. • De leerlingen kunnen reflecteren over onze voedselproductie in de toekomst en een bewuste keuze maken tussen verschillende landbouwmodellen. • De leerlingen kunnen kritisch nadenken over de rol van de overheid in de landbouwsector. • De leerlingen kunnen iets vertellen over de Y’en a marrebeweging in Senegal en staan stil bij het feit dat inspraak van jongeren belangrijk is. • De leerlingen kunnen voorbeelden geven van mogelijke vormen van inspraak van jongeren in België.
VOET: context 5 (1, 9, 13), context 6 (2, 8), context 7 (1, 3), stam 24 m.b.t. de methodiek • De leerlingen kunnen met behulp van richtvragen relevante gegevens uit een film halen. • De leerlingen kunnen hun eigen mening formuleren en beargumenteren. • De leerlingen kunnen in groepjes de opgelegde taak tot een goed einde brengen. • De leerlingen kunnen gericht informatie opzoeken op het internet.
VOET: stam 1, 12, 13, 19; ICT 6; leren leren: informatieverwerving
Verstedelijking ➤ met filmpje en verwerkingsopdracht Hoe zit het in Senegal? ➤ met campagnekrant Hoe 9 miljard mensen voeden? ➤ met filmpjes
Uitbreiding: Belang van beter beleid voor boeren ➤ met categoriseeropdracht Jongeren laten hun stem horen in Senegal ➤ met onderzoeksopdracht
Uitbreiding: Laten jongeren hun stem horen in België? ➤ met kaartjes
Lesvoorbereiding leerkracht 1. Bekijk de drie filmpjes op www.broederlijkdelen.be/boerzoekttoekomst en het filmpje ‘7 billion’ van National Geographic. Lees de lesinhoud, het werkblad en de bijlage door. 2. Zorg voor een pc met internetverbinding, geluid en mogelijkheid tot projectie. 3. Kopieer het Werkblad voor elke leerling. Bestel voldoende campagnekranten (bv. 1 per 2 leerlingen) via winkel.broederlijkdelen.be 4. Indien mogelijk, zorg voor meerdere pc’s/tablets om in groepjes mee aan de slag te gaan. 5. Voor 2 lesuren: kopieer de kaartjes uit de bijlage 1x en knip ze uit.
Gebruikte literatuur, media, … Achtergronddossier en campagnekrant Broederlijk Delen, campagne 2014 Achtergrondnota Y’en a marre (beschikbaar op winkel.broederlijkdelen.be) Interne presentaties en nota’s Broederlijk Delen, campagne 2014
Uitbreiding: Stad vs platteland? (15 min.) Leerlingen krijgen de opdracht om na te denken over de voor- en nadelen van ‘wonen in de stad’ en ‘wonen in een dorp’. Verdeel de leerlingen willekeurig of indien mogelijk volgens hun eigen woonsituatie (stad/dorp) in twee groepen: stad vs. dorp. Laat elk groepje in een eerste stap een lijstje maken met positieve argumenten voor de locatie (stad/dorp) van de eigen groep. Laat ze daarna een lijstje maken met negatieve argumenten voor de locatie van de andere groep. Laat de twee groepen nu hun bevindingen presenteren en probeer gezamenlijke conclusies te trekken (bij verbaal sterke groepen kan dit in de vorm van een debat). Noteer deze eventueel op bord. Mogelijke richtvragen: • Zijn er positieve en negatieve eigenschappen van stad en platteland waarover de twee groepen het eens zijn? • Spreken bepaalde argumenten elkaar tegen (bv. stad = veel jobs vs. stad = veel werkloosheid)? Wat klopt volgens jullie? • Zijn er argumenten die jouw groep positief vindt voor jouw locatie en die door de andere groep negatief worden bekeken (bv. dorp = rustig en kalm) of omgekeerd? Besluit dat zowel stad als dorp positieve en negatieve eigenschappen hebben. Wat je positief of negatief vindt, hangt ook sterk af van je eigen persoon (plus elke stad en elk dorp is anders). Het is geen kwestie van ‘of-of ’, maar ‘en-en’, elke locatie heeft vanuit de eigen sterktes een rol te spelen in de samenleving. Zo spelen steden een belangrijke rol in onze samenleving als het gaat over opleidingskansen (bv. dankzij hogescholen en universiteiten). Dorpen, die deel uitmaken van het platteland, zijn bv. levensbelangrijk voor onze voedselvoorziening.
Verstedelijking (10 min.) Laat de leerlingen via de film ‘7 billion’ van National Geographic kennismaken met het fenomeen ‘verstedelijking’ (te vinden op www.youtube.com/watch?v=sc4HxPxNrZ0, enkel in het Engels!). Daarna maken ze de verwerkingsoefening rond jaartallen op het Werkblad (p. 30).
1800
1 miljard mensen op deze planeet
1930
2 miljard mensen op deze planeet
2008
>50 % van de mensen leeft in de stad
2011
7 miljard mensen op deze planeet
2045
9 miljard mensen op deze planeet
2050
70 % van de mensen leeft in de stad
Vraag de leerlingen of deze ‘verstedelijking’ volgens hen positief of negatief is? Wat wordt trouwens bedoeld met de zin ‘it’s not space we need, it’s balance’? Wijs erop dat ook hier weer meerdere kanten aan het verhaal zijn. Maar over één ding breken experts zich nu al het hoofd: hoe zullen we steeds meer mensen voeden als er in verhouding steeds minder mensen op het platteland voedsel produceren?
Hoe zit het in Senegal? (10 min.) Leg uit dat de verstedelijking – of de tegenhanger: de plattelandsvlucht – ook voor Broederlijk Delen in Senegal een uitdaging is. Verdeel de campagnekranten in de klas (bv. per 2) en laat de leerlingen het stukje ‘De stad: vriend of vijand’ op p. 4 onderaan lezen. Eventueel kunnen leerlingen deze tekst ook online lezen via www.broederlijkdelen.be/campagne (doorklikken naar ‘lees zijn verhaal’). Vertel erbij dat in 2025 de helft van de Senegalezen waarschijnlijk in de verstedelijkte regio rond Dakar zal wonen. We geven graag volgende richtvragen mee om de tekst te bespreken: • Waarom trekken Senegalezen naar de stad? • Welke positieve en negatieve kenmerken van stad en dorp uit de vorige oefening herken je hier? Komen er nog nieuwe elementen aan bod? • Wie trekt volgens jou vooral naar de stad?
VOEDSELPRODUCTIE 2.0
LES 3
VOEDSELPRODUCTIE 2.0
LES 3 Wijs de leerlingen erop dat vooral jongeren1 naar de stad trekken. Dorpen verliezen hun ‘actieve beroepsbevolking’ aan de steden en dit haalt de dynamiek uit de dorpen. Beeld je maar eens in dat je eigen gemeente het moet stellen met enkel kinderen en ouderen. Vertel dat Broederlijk Delen het tij wil keren door jongeren een kans te geven om op het platteland een goede toekomst uit te bouwen. Hoe doen ze dat? Laat de leerlingen de tekst uit de campagnekrant op p. 5 en 6 bovenaan lezen (‘Een leefbaar platteland als ... er voldoende en diverse inkomsten zijn, het hele jaar door’) of online op www.broederlijkdelen.be/campagne (doorklikken naar ‘lees zijn verhaal’). Welke negatieve kenmerken van het dorp probeert Broederlijk Delen met dit initiatief aan te pakken?
Hoe 9 miljard mensen voeden? (15 min.) Om in 2045, en bij uitbreiding in 2050 negen miljard monden te kunnen voeden, is het noodzakelijk dat jongeren aan de slag gaan op het platteland, want zij zijn de boeren van morgen. Maar geef aan de leerlingen mee dat het minstens zo belangrijk is hoe boeren als Ibrahima in de toekomst voedsel zullen produceren. Aan de leerlingen om na te denken hoe die voedselproductie er volgens hen in de toekomst moet uitzien. Laat de leerlingen surfen naar www.broederlijkdelen.be/boerzoekttoekomst om er de drie filmpjes te bekijken en hun stem uit te brengen. Indien dit niet mogelijk is, kan je ook de filmpjes projecteren en de leerlingen daarna klassikaal laten stemmen. Bespreek daarna de resultaten met behulp van volgende richtvragen: • Wie had gekozen voor het eerste filmpje? Waarom? Wat blijken de nadelen? • Wie had gekozen voor het tweede filmpje? Waarom? Wat blijken de nadelen? • Wie had gekozen voor het derde filmpje? Waarom? Wat zijn de voorwaarden om het potentieel van kleinschalige familiale landbouw waar te maken? Besluit dat Broederlijk Delen, samen met andere ngo’s en wetenschappelijke instellingen (zoals bv. de VN en het FAO) de kleinschalige familiale landbouw naar voor schuift als het landbouwmodel met veel potentieel voor de toekomst. Wat vinden de leerlingen hiervan?
1
Vandaag de dag zijn 10 % van de landbouwbedrijven grootschalige industriële bedrijven, die met maar liefst 40 % van het landbouwareaal slechts 30 % van de voedselproductie voorzien (hoewel ze flink wat ondersteuning krijgen, bv. in de vorm van subsidies en onderzoeksgeld). De 90 % kleine bedrijfjes kweken op 60 % van de grond 50 % van de voedselproductie met véél minder middelen. Ze hebben dus het potentieel om veel meer te doen mits de nodige (beleids)ondersteuning.
Uitbreiding: Belang van beter beleid voor boeren (15 min.) Uit het vorige deel blijkt dat een (kleinschalige) boer ondersteuning nodig heeft om goed te kunnen boeren. De leerlingen vinden hierover een opdracht terug op hun Werkblad (p. 30). Welke zaken kan een boer zelf en voor welke zaken dient de overheid te zorgen? Bemerk dat er voor deze oefening geen ‘juiste’ oplossing bestaat, over elk aspect kan gediscussieerd worden in hoeverre overheidsingrijpen hier wenselijk is of niet. Bij bepaalde zaken, zoals bv. wegenbouw of het inrichten van onderwijs, vinden we het vrij logisch dat de overheid daar een rol in speelt, ook omdat dit in België zo gebeurt. Andere aspecten kunnen voer voor discussie zijn, zeker als we het toepassen op de situatie in Senegal. Enkele voorbeelden: • Kleine boeren hebben in Senegal vaak weinig spaargeld en krijgen ook zeer moeilijk een lening bij banken. Ze hebben zelf niet de middelen om te investeren in werktuigen of stockageruimte, waardoor ze weinig kunnen produceren. Een vicieuze cirkel want weinig productie betekent opnieuw weinig inkomsten. Moet de overheid hierin tussenkomen? • In Senegal zijn gronden geen privébezit, er wordt op dorpsniveau beslist wat met welke grond gebeurt. Boeren hebben hun grond ‘in bruikleen’, waardoor er veel onzekerheid is over hoe lang ze met hun lap grond aan de slag kunnen. Logisch dan dat je als boer minder geneigd bent om veel te investeren in bv. de vruchtbaarheid van je grond op lange termijn?
‘Jongere’ betekent in Senegal ‘nog geen gezin hebben’. Zelfs als je 35 jaar oud bent, kan je nog ‘jongere’ zijn.
LES 3
Jongeren laten hun stem horen in Senegal (15 min.)
dat verwijst naar een mogelijk ‘inspraakkanaal’ voor jongeren (in België). Verdeel de leerlingen bv. in groepjes en laat elke groep om beurt een kaartje trekken en deze vragen beantwoorden: • Ken je het? Wat is het precies? • Heb je er ervaring mee? • Kan je er je boodschap kwijt en denk je dat er iets mee gebeurt? Per goed antwoord kan de groep een punt verdienen, eventueel kan je de andere groepen ook een kans geven om een punt te verdienen door onbeantwoorde vragen van de ene groep aan de andere door te spelen. Pols eventueel na afloop of de leerlingen zelf nog andere voorbeelden van specifieke ‘inspraakkanalen’ voor jongeren kennen.
Vertel dat, naast het werken aan eerder ‘materiële’ voorwaarden om te kunnen boeren (zoals hierboven geschetst), het ook belangrijk is dat jongeren een stem hebben die gehoord wordt. Dat is niet zo evident in Senegal. Jongeren hebben er (zeker in de dorpen) vaak weinig inspraak. Een raad van oude (wijze) mannen (en soms oude vrouwen) neemt er de beslissingen. Maar jongeren willen er wel degelijk ‘meetellen’ en sinds enkele jaren beweegt er heel wat onder jongeren in Senegal, dankzij de beweging ‘Y’en a marre’. Aan de leerlingen om te onderzoeken waar deze beweging voor staat. (Toon eventueel via youtube een fragment uit de clip ‘Faux! Pas forcé’ om hun nieuwsgierigheid aan te wakkeren.)
Wijs tot slot op het verschil tussen de situatie in Senegal en België. Hier hebben jongeren veel kanalen om hun stem te laten horen, maar deze zijn vaak ‘geïnstitutionaliseerd’. Dit wil zeggen dat er bepaalde procedures voor gelden, die soms zelfs bij wet vastliggen, over hoe dit dient te verlopen. In Senegal moeten jongeren zelf het pad effenen en op zoek gaan naar (creatieve) manieren om hun stem te laten horen.
Laat de leerlingen op het internet een antwoord zoeken op de vragen over Y’en a marre op hun Werkblad (p. 30). Verdeel eventueel de vragen over verschillende groepjes. Overloop daarna de antwoorden en pols even bij de leerlingen wat ze zelf vinden van deze beweging.
Waar dromen jongeren van? Wat is voor hen geluk? Wat betekent succes hebben?
• Wie heeft Y’en marre opgericht? Een groep Senegalese rappers en journalisten. • Waarom werd de beweging opgericht? Naar aanleiding van de verkiezingen in 2011 wilden ze hun onvrede uiten over het slechte politieke bestuur en de ‘malaise’ van hun land: werkloosheid, armoede en honger staat er in schril contrast met de rijkdom van de politieke – corrupte – elite. • Wat is hun doel? Ze willen jongeren ervan bewust maken dat ze zelf de sleutel tot verandering in handen hebben. De NTS (Nouveau Type de Sénégalais) steekt niet langer bedelend z’n hand uit, maar steekt zelf de handen uit de mouwen. • Wat hebben ze al bereikt? De oprichters zijn waanzinnig populair bij jongeren. Bij de verkiezingen in 2011 zouden 300.000 jongeren zich dankzij de beweging geregistreerd hebben om te stemmen. De toenmalige president werd niet herverkozen. Het beleid van de huidige president wordt door de beweging op de voet gevolgd (bv. rond de hervorming van de landrechten). • Wat zijn hun typische symbolen, uitspraken, outfits? Zoek enkele foto’s hiervan. Gekruiste armen, T-shirts met Y’en a marre op, rode kaart/rode hand, populaire single ‘Faux! Pas forcé’.
Uitbreiding: Laten jongeren hun stem horen in België? (20 min.) Laat leerlingen tot slot nadenken over hun eigen situatie: vinden ze dat zij hier hun stem kunnen laten horen? Waarschijnlijk zullen ze in eerste instantie eerder negatief antwoorden op deze vraag. Om hen wat breder te laten kijken, kan je aan de slag met de kaartjes uit de Bijlage (p. 31). Op elk kaartje staat een begrip
Sta stil
Wat jongeren in Vlaanderen en Senegal belangrijk vinden kan zowel heel gelijklopend als heel verschillend zijn. Tijdens de inleefreis van 16 jongeren naar Senegal in de kerstvakantie deden we de oefening. Bekijk het resultaat vanaf februari 2014 op www.facebook.com/inleefreissenegal2013. Ook Els Peeters, campagnevrijwilligster in Senegal stuurde haar beschouwing over hoe ‘geluk en succes’ door jongeren in Senegal wordt ingevuld. Een beschouwing die vragen oproept en waarmee je in een klasgesprek met je leerlingen aan de slag kan. Gratis te downloaden op winkel.broederlijkdelen.be.
En actie! In de les stimuleren we reeds dat de leerlingen hun stem zouden uitbrengen over de toekomst van voedselproductie a.d.h.v. drie filmpjes op www.broederlijkdelen.be/boerzoekttoekomst Vertel aan de leerlingen dat deze oefening niet zomaar een vrijblijvend educatief karakter heeft. Broederlijk Delen wil ook politiek verantwoordelijken doen stilstaan bij het potentieel van kleinschalige familiale landbouw als duurzamer alternatief voor industriële landbouw. De organisatie wordt hierin gesterkt door verschillende academische studies. Broederlijk Delen vindt dat in deze vorm van landbouw zowel op wereldvlak als in Vlaanderen te weinig wordt geïnvesteerd. Laat de leerlingen 2 à 3 weken in de campagneperiode artikels, reportages, opiniestukken, … verzamelen die te maken hebben met de toekomst van landbouw en voedselproductie. Wie pleit voor industriële landbouw? Wie pleit voor een alternatief model? Vond je ook de visie van Broederlijk Delen terug?
VOEDSELPRODUCTIE 2.0
Besluit dat Broederlijk Delen in Senegal verschillende sporen bewandelt. Individuele boeren worden bv. geresponsabiliseerd om duurzaam om te springen met bodem en water. Maar boeren verenigen zich ook in coöperaties om met steun van Broederlijk Delen bv. samen te investeren in een stockageruimte en werktuigen. Daarnaast wordt ook druk gezet op de Senegalese overheid om bv. te werken aan een betere reglementering van de landrechten.
LES 3
WERKBLAD 1
Verstedelijking
VOEDSELPRODUCTIE 2.0
Bekijk de film ‘7 Billion’ (7 miljard) van National Geographic. Op de tijdlijn hieronder vind je zes jaartallen terug uit deze film. Wat is er zo bijzonder aan? Vul aan. 1800
1930
2008
2011
2045
2050
1800 1930 2008 2011 2045 2050
Belang van beter beleid voor boeren Voor welke zaken zorgt een boer zelf? Waarvoor heeft hij/zij steun van de overheid nodig? Plaats in de juiste kolom.
stuk grond • goede zaden (landbouw)kennis en vorming • ruimte voor stockage van producten
•
vruchtbare bodem • voldoende water • eerlijke verkoopprijs infrastructuur (bv. wegen) voor transport van producten landbouwwerktuigen •
BOER
Jongeren laten hun stem horen in Senegal Zoek op het internet naar antwoorden op deze vragen over ‘Y’en a marre’. • Wie heeft Y’en marre opgericht? • Waarom werd de beweging opgericht? • Wat is hun doel? • Wat hebben ze al bereikt? • Wat zijn hun typische symbolen, uitspraken, outfits, ... ? Zoek enkele foto’s hiervan.
OVERHEID
LES 3
BIJLAGE 1 Kaartjes om uit te knippen
LEERLINGENRAAD
VLAAMSE JEUGDRAAD
KINDERRECHTENCOMMISSARIS
VN JONGERENVERTEGENWOORDIGER
KUNSTBENDE
JEUGDBEWEGING
MEDIARAVEN
TZITEMZO.BE
AWEL
POLITIEKE JONGERENORGANISATIE (Jong CD&V, Jong Groen, Jong N-VA, Jong VLD, Animo, ...)
GRAFFITI
JEUGDCONSULENT
SOCIALE MEDIA (facebook, twitter, linkedin, youtube, ...)
JEUGDDIENST
Extra achtergrondinfo over de termen: Awel: de vroegere Kinder- & Jongerentelefoon, kan je naar bellen (tegenwoordig ook chatten) als je een luisterend oor nodig hebt.
Leerlingenraad: een school is (meestal) verplicht om via deze raad leerlingen te betrekken in zaken die hen direct aanbelangen.
Graffiti: teksten of afbeeldingen met verf (of iets dergelijks) in de openbare ruimte aangebracht, vaak illegaal.
Mediaraven: vzw die onder meer jongeren ondersteunt om hun boodschap via sociale media te verspreiden.
Jeugdbeweging: een organisatie die, meestal op regelmatige basis, activiteiten organiseert voor de jeugd.
Politieke jongerenorganisaties: de jongerenafdelingen van de politieke partijen in België.
Jeugdconsulent: doet in een kleine gemeente wat een jeugddienst doet in een grote gemeente. Er zijn ook provinciale jeugdconsulenten.
Schepen van Jeugd: politicus in de gemeenteraad die werkt rond alle beleidszaken voor ‘jeugd’.
Jeugddienst: maakt deel uit van een gemeentelijke administratie en houdt zich bezig met alles voor kinderen en jongeren in de gemeente.
tzitemzo.be: website over wat er in de wet staat voor jongeren (hun rechten en plichten).
Kinderrechtencommissaris: hij/zij staat aan het hoofd van het Kinderrechtencommissariaat. Dit is opgericht door het Vlaams parlement en waakt erover dat de rechten van kinderen en jongeren worden gerespecteerd. Kunstbende: een jongerenorganisatie die jaarlijks in de vorm van een wedstrijd jongeren tussen 13 en 19 jaar de kans geeft om op een podium hun ‘ding’ te doen (dans, mode, muziek, film, foto, ...)
Sociale media: online platformen voor sociale interactie.
Vlaamse Jeugdraad: deze raad bestaat uit kinderen en jongeren en geeft aan de Vlaamse Regering adviezen over alles wat met ‘jeugd’ te maken heeft. VN Jongerenvertegenwoordiger: in Vlaanderen zijn er drie jongerenvertegenwoordigers (rond Jeugd, Klimaat en Duurzame ontwikkeling) die de belangen van Vlaamse kinderen en jongeren verdedigen op VN-niveau.
VOEDSELPRODUCTIE 2.0
" SCHEPEN VAN JEUGD
Onderwijsmedewerkers Broederlijk Delen Antwerpen Elisabeth Hendrikx Rolwagenstraat 73 2018 Antwerpen tel. 03 217 24 94
[email protected] Limburg Myriam Philippens Tulpinstraat 75 3500 Hasselt tel. 011 24 90 25
[email protected] Oost-Vlaanderen Frank Lavens Sint-Salvatorstraat 30 9000 Gent tel. 09 269 23 45
[email protected] Vlaams-Brabant/Mechelen/Brussel Karen Delvoye Varkensstraat 6 2800 Mechelen tel. 015 29 84 59
[email protected] West-Vlaanderen Mieke Casteleyn Sint-Jorisstraat 13 8800 Roeselare tel. 051 26 08 01
[email protected] Nationaal secretariaat Peter Ketelers Huidevettersstraat 165 1000 Brussel, tel. 02 213 04 45 fax 02 502 81 01
[email protected] www.broederlijkdelen.be Studio Globo secundair Huidevettersstraat 165 1000 Brussel, tel. 02 526 10 98
[email protected] www.studioglobo.be
Voor een leefbare en milieuvriendelijke landbouw in Noord en Zuid slaan milieu-, natuur-, landbouw-, consumentenen Noord-Zuidorganisaties de handen in elkaar. Want tegen 2015 moet de honger de wereld uit!
www.detijdloopt.be