Goedgekeurd door de Raad van BEO d.d. 9 december 2011
Inhouden en doelen van de opdrachten in de praktijkcomponent van de SLO en de GLO van BEO MICROTEACHING: een kort lesfragment door een student gegeven aan medestudenten.
INHOUD: de student geeft 10 à 20 minuten les aan een groep medestudenten, waarbij werkvormen apart worden geoefend en media gepast worden geïntegreerd aan de hand van een voorbereiding. Hiervoor wordt een voorbereiding gemaakt. Evalueert deze oefening daarna met de begeleidende docent en de medestudenten en doet daarna aan zelfreflectie.. Deze oefeningen maken of deel uit van het theorievak ‘Vakdidactiek’ VUB of van het praktijkvak ‘Didactische Competentie Praktijkinitiatie ’ CVO . SPECIFIEKE DOELEN: -
Een lesdeel planmatig voorbereiden, timing voorzien. Een voorbereid lesdeel uitvoeren, hierbij ook flexibel inspelen op inbreng van de leerlingen. Het eigen lesgedrag evalueren in een reflectie. Het eigen lesgedrag evalueren in een gesprek met de begeleidende docent.
PEER TEACHING: een les door een student gegeven aan medestudenten. INHOUD: de student geeft een les van 50 minuten aan een groep medestudenten. Maakt een voorbereiding waarin alle elementen van het didactisch proces zijn 1 Dit werk is gelicenseerd onder een Creative Commons Naamsvermelding-NietCommercieel-GeenAfgeleideWerken 2.0 België licentie
Goedgekeurd door de Raad van BEO d.d. 9 december 2011
voorzien. Voorziet didactisch materiaal. Evalueert de les achteraf zelf, met de mentor en/of de stagebegeleider. Enkel in SLO CVO vak Didactische Competentie Oefenlessen, daar geheten “oefenles” SPECIFIEKE DOELEN: -
Beginsituatie van leerlingen bepalen. Lesdoelen schrijven. Een les planmatig voorbereiden, timing voorzien. Een voorbereide les uitvoeren, hierbij ook flexibel inspelen op inbreng van de leerlingen. Het eigen lesgedrag evalueren in een reflectie. Het eigen lesgedrag evalueren in een gesprek met een mentor. Voorbereiding en gedrag in een volgende oefenlessen aanpassen in functie van evaluatie en reflectie.
DIDACTISCH LABO: een les door een student gegeven aan een reële klasgroep in aanwezigheid van medestudenten, en/of de (vak)mentor en de stagebegeleider.
INHOUD: De student geeft een les aan een klasgroep. Maakt een voorbereiding waarin alle elementen van het didactisch proces zijn voorzien. Voorziet didactisch materiaal. De medestudenten observeren de les en maken een observatieverslag. De student evalueert de les achteraf , met de medestudenten, de mentor en de stagebegeleider. SPECIFIEKE DOELEN: -
Beginsituatie van leerlingen bepalen. Een opgelegde beginsituatie, bij een les aan medestudenten interpreteren. Lesdoelen schrijven. Een les planmatig voorbereiden, timing voorzien. Een voorbereide les uitvoeren, hierbij ook flexibel inspelen op inbreng van de leerlingen (medestudenten). Het eigen lesgedrag evalueren in een gesprek met medestudenten, mentor en lector. Het eigen lesgedrag evalueren in een reflectie. Voorbereiding en gedrag in volgende oefeningen aanpassen in functie van evaluatie en reflectie.
2 Dit werk is gelicenseerd onder een Creative Commons Naamsvermelding-NietCommercieel-GeenAfgeleideWerken 2.0 België licentie
Goedgekeurd door de Raad van BEO d.d. 9 december 2011
OBSERVATIELES: een les van een mentor, die door een stagiair wordt geobserveerd.
INHOUD: de student observeert een les en maakt een gestructureerd verslag hiervan op een observatieformulier ALGEMENE DOELEN: -
Inzicht hebben in de taak van de leraar als begeleider van leer- en ontwikkelingsprocessen. Kennis maken met klasdynamiek en klassfeer. Kennis maken met school- en klaskenmerken in verschillende onderwijsvormen.
SPECIFIEKE DOELEN: -
Van een geobserveerde les de beginsituatie van leerlingen kunnen omschrijven. De doelen van een les kunnen weergeven. Gebruikte werkvormen en media beschrijven. Beschrijven hoe in een les wordt geëvalueerd. Een zelf te geven les voor een geobserveerde klasgroep kunnen plannen.
OBSERVATIEOPDRACHT: een opdracht voor de stagiair/LIO over de te observeren items, geformuleerd door de opleidingsinstelling.
INHOUD: Observatie van alle bij klas- en schoolleven betrokken elementen op microen meso-niveau. Observatie van: -
Gedrag van individuele leerlingen in de klas en op de speelplaats. Accommodatie, klasinfrastructuur, klasinrichting. Gedrag van deelnemers aan klassenraad, vakvergadering, personeelsvergadering, oudercontact. Verloop van deze vergaderingen.
ALGEMENE DOELEN: Vertrouwd raken met school- en klasorganisatie en school en klascultuur. 3 Dit werk is gelicenseerd onder een Creative Commons Naamsvermelding-NietCommercieel-GeenAfgeleideWerken 2.0 België licentie
Goedgekeurd door de Raad van BEO d.d. 9 december 2011
Inzicht verwerven in het perspectief van alle actoren. SPECIFIEKE DOELEN: -
-
Gedrag van leraars en leerlingen in specifieke situaties kunnen beschrijven. Dit kunnen analyseren en verklaren vanuit verworven inzichten uit de theoriecomponent (bvb. linken aan gegevens uit Ontwikkelingspsychologie, Communicatiewetenschap, Onderwijsorganisatie …). Materiële omstandigheden van school en klassen kunnen beschrijven en evalueren op didactisch nut.
BEGELEIDE STAGELES: een les die door de stagiair wordt gegeven in een school, met aanwezigheid van de (vak)mentor.
INHOUD: De stagiair geeft een les aan een klasgroep. Maakt een voorbereiding waarin alle elementen van het didactisch proces zijn voorzien. Voorziet didactisch materiaal. Evalueert de les achteraf zelf, met de mentor en/of de stagebegeleider. SPECIFIEKE DOELEN: -
Beginsituatie van leerlingen bepalen. Lesdoelen schrijven. Een les planmatig voorbereiden, timing voorzien. Een voorbereide les uitvoeren, hierbij ook flexibel inspelen op inbreng van de leerlingen. Het eigen lesgedrag evalueren in een reflectie. Het eigen lesgedrag evalueren in een gesprek met een mentor. Voorbereiding en gedrag in volgende stagelessen aanpassen in functie van evaluatie en reflectie.
ZELFSTANDIGE STAGELES: een les die door de stagiair wordt gegeven in een school, zonder permanente aanwezigheid van de vakmentor.
INHOUD: De stagiair geeft een les aan een klasgroep. Maakt een voorbereiding waarin alle elementen van het didactisch proces zijn voorzien. Voorziet didactisch materiaal. Evalueert de les achteraf zelf, met de mentor en/of de stagebegeleider. SPECIFIEKE DOELEN: 4 Dit werk is gelicenseerd onder een Creative Commons Naamsvermelding-NietCommercieel-GeenAfgeleideWerken 2.0 België licentie
Goedgekeurd door de Raad van BEO d.d. 9 december 2011
-
Beginsituatie van leerlingen bepalen. Lesdoelen schrijven. Een les planmatig voorbereiden, timing voorzien. Een voorbereide les uitvoeren, hierbij ook flexibel inspelen op inbreng van de leerlingen. Het eigen lesgedrag evalueren in een reflectie. Het eigen lesgedrag evalueren in een gesprek met een mentor. Voorbereiding en gedrag in volgende stagelessen aanpassen in functie van evaluatie en reflectie.
Dit gebeurt enkel aan de VUB.
DEELNAME AAN EEN KLASACTIVITEIT: de student werk actief mee in een les of klasactiviteit die door de mentor wordt geleid.
INHOUD: -
Deelname aan klasactiviteiten in één les: bvb. begeleiding van groepswerk, individuele begeleiding. Deelname aan klasactiviteiten gespreid over meerdere lessen: bvb project mee uitwerken en begeleiden. Deelname aan buitenschoolse klasactiviteit: bvb uitstap, museum- of toneelbezoek.
ALGEMENE DOELEN: -
Inzicht krijgen in alle aspecten van het klasgebeuren. Kennis maken met alternatieve en vakoverschrijdende onderwijsvormen.
SPECIFIEKE DOELEN: -
Zelfstandig een leerling of klasgroep begeleiden. Dit voorbereiden en evalueren met de vakmentor. Een voorstel voor een project uitschrijven. Een project mee begeleiden, uitwerken en organiseren.
DEELNAME AAN EEN SCHOOLACTIVITEIT: de student werk actief mee aan een klasoverschrijdende activiteit die door de school wordt georganiseerd.
5 Dit werk is gelicenseerd onder een Creative Commons Naamsvermelding-NietCommercieel-GeenAfgeleideWerken 2.0 België licentie
Goedgekeurd door de Raad van BEO d.d. 9 december 2011
INHOUD: -
Mee werken aan activiteiten die door een school georganiseerd worden. Bvb.: schoolfeest, open schooldag, GWP,…
ALGEMENE DOELEN: -
Kennis maken met schoolorganisatie en schoolcultuur. Inzicht krijgen in inbreng van alle actoren in typische schoolactiviteiten.
SPECIFIEKE DOELEN: -
Een (deel van een) schoolactiviteit (mee) voorbereiden en uitvoeren. De eigen inbreng evalueren. De inbreng van andere deelnemers evalueren. Voorstellen voor verbetering kunnen formuleren.
TOEPASSINGSOPDRACHT: de student bestudeert door opzoeking en analyse documenten die onderwijs in het algemeen en het organisatie- en leerproces in school en klas in het bijzonder mee bepalen.
INHOUD: -
Studie van decretale teksten, leerplannen Studie van schoolgebonden teksten: reglement, infobrochure …
ALGEMENE DOELEN: -
Bestaande decretale, onderwijskundige en schoolgebonden documenten analyseren. Deze analyse kunnen vertalen in concreet onderwijsgedrag.
SPECIFIEKE DOELEN: -
Een onderwijs document analyseren, samen vatten en vertalen naar een concrete onderwijssituatie. Eigen ervaringen uit de praktijkcomponent situeren vanuit deze eigen studiebevindingen.
Documenten situeren binnen de implementatietrap.
6 Dit werk is gelicenseerd onder een Creative Commons Naamsvermelding-NietCommercieel-GeenAfgeleideWerken 2.0 België licentie
Goedgekeurd door de Raad van BEO d.d. 9 december 2011
REFLECTIEOPDRACHT: de student reflecteert systematisch over eigen handelen in de klas.
INHOUD: -
-
Het ontwikkelen van professioneel onderwijsgedrag door het systematisch uitwerken van een reflectiecyclus over klas- en schoolervaringen. De studenten analyseren hun doen, denken, voelen en willen om inzicht te krijgen in hun onderwijsgedrag en hun reflectievermogen verder te ontwikkelen. De studenten kunnen de verworven inzichten kunnen vertalen in concreet onderwijsgedrag.
DOELEN: -
De studenten kunnen systematisch reflecteren over hun onderwijspraktijk.
-
de studenten kunnen zelfstandig een persoonlijk ontwikkelingsplan uittekenen, uitvoeren en in een elektronisch portfolio in beeld brengen.
ONDERZOEKSOPDRACHT: de student voert een handelingsonderzoek uit in een klas- of schoolcontext (bijv. gebruikte werkvormen in een les, integratie van ICT,…).
INHOUD: -
Specifieke en relevante wetenschappelijke achtergrondinformatie kunnen opzoeken, analyseren, en toepassen in een eigen onderwijscontext. Het onderzoekend handelen is onderdeel van een reflectiecyclus waarbij de studenten een handelingsonderzoek uitvoeren om hun professioneel onderwijsgedrag bij te sturen.
DOELEN: -
de studenten begrijpen de principes ‘leren onderzoeken ‘ en ‘onderzoekend leren’. de studenten kunnen een handelingsonderzoek uitvoeren en erover rapporteren de studenten kunnen de onderzochte situatie-gebonden inzichten kunnen vergelijken met algemene onderwijskundige, vakdidactische inzichten 7
Dit werk is gelicenseerd onder een Creative Commons Naamsvermelding-NietCommercieel-GeenAfgeleideWerken 2.0 België licentie
Goedgekeurd door de Raad van BEO d.d. 9 december 2011
-
de studenten kunnen de verworven inzichten kunnen vertalen in concreet onderwijsgedrag. de studenten kunnen zelfstandig een persoonlijk ontwikkelingsplan uittekenen, uitvoeren en in een elektronisch portfolio in beeld brengen.
PORTFOLIO
LEERPORTFOLIO -
Het dossier waarin de student zijn groeiproces tot leerkracht expliciteert en zijn bekwaamheid tot diepgaand reflecteren aantoont.
WERKPORTFOLIO -
Het dossier dat door de stagiair/LIO wordt samengesteld en waarin hij/zij alle documenten gerelateerd aan de stage/inservicetraining verzamelt en eventuele reflecties meet het oog op de remediering van de didactische praktijk.
INHOUD: Verzamelen van alle materiaal dat aantoont/verantwoordt dat de student de opdrachten van de praktijkcomponent heeft volbracht. ALGEMEEN DOEL: -
Aantonen van de competentie om zelfstandig te leren van de beroepspraktijk. Aantonen in welke mate men de basiscompetenties beheerst
SPECIFIEKE DOELEN: -
Geordend overzicht van verantwoordingsdocumenten maken. Eigen competenties als leraar aantonen. Reflectievaardigheden aantonen. Gebruik van media toepassen.
8 Dit werk is gelicenseerd onder een Creative Commons Naamsvermelding-NietCommercieel-GeenAfgeleideWerken 2.0 België licentie