AANSL AG!
de
Een uitgave van de Rotterdamse Fiscalisten Vereniging Christiaanse – Taxateur Jaargang 24, nummer 2 | 2014/2015
Docenten over het thema: MR. DR. Q.W.J.C.H. KOK PROF.MR.DRS. H.P.A.M. VAN ARENDONK
Kantoorinterviews met: OTTERSPEER, HAASNOOT & PARTNERS HOUTHOFF BURUMA
Verder:
POLITIEKE JONGERENPARTIJEN EN HUN MENING OVER FISCALITEIT INTERVIEW OUD-CT’ERS MASTERSTUDENTEN AAN HET WOORD
Een digitaal tijdperk
‘Alleen kennis van de fiscale wetgeving is onvoldoende’
Werk aan je praktische vaardigheden als belastingadviseur
De financiële wereld verandert continu. Om een goede fiscalist te zijn, is alleen kennis van de fiscale wetgeving onvoldoende om het vak goed uit te kunnen oefenen. Niet alleen vaktechniek, maar ook andere vaardigheden maken dat je het verschil kunt maken voor je klant. Het Beroepsvaardigheidsprogramma van RB Opleidingen is een waardevolle – zelfs noodzakelijke – aanvulling op de fiscale kennis die je in huis hebt. Het biedt je de handvatten om professioneel op te treden voor en naar je klant.
rbopleidingen.nl
deAANSL AG!
Inhoudsopgave
Inhoudsopgave Thema-artikel
Docentartikel
Bilge Kucukali, Tweedejaars student Fiscaal Recht
Mr. dr. Q.W.J.C.H. Kok Hoogleraar belastingrecht EUR en verbonden aan EY
“Hervormingsdrift in een digitaal tijdperk”
6
“De uitdagingen van de digitale economie”
18
Interview oud- CT’ers
Docentartikel Prof. mr. drs. H.P.A.M. van Arendonk Emeritus hoogleraar Fiscaal Recht
Chris Spanjersberg en Marcel Wiebes “…over buitenlandervaringen, politiek en digitalisering”
34
4 Redactioneel 5 Van de Voorzitter 6 Thema-artikel 8 Fotopagina TJP-introductiesessie 10 Interview Facultaire Studenten Raad 11 Interview Universiteitsraad 12 Kantoorinterview Otterspeer, Haasnoot & Partners 13 Fotopagina tentamentrainingen EY en Meijburg & Co 16 Interview Register Belastingadviseurs 17 Interview Nederlandse Orde van Belastingadviseurs 18 Docentartikel mr. dr. Q.W.J.C.H. Kok 20 Fiscaliteit in Perspectief 21 Thuis bij… 22 Fotopagina Eerstejaarsactiviteit poolen en Ledenborrel 23 Fotopagina Sinterklaasborrel i.s.m. EY 24 Kantoorinterview Houthoff Buruma
“Van het papieren naar het digitale tijdperk”
36
26 Prijsvraag 27 Luxembourg Leaks 28 Masterstudenten aan het woord 30 Fotopagina kantoorbezoek en tentamentraining Loyens & Loeff 31 Fotopagina TJP i.s.m. PwC en de Belastingdienst 32 Fiscaliteit en jongerenpolitiek 34 Interview oud-CT’ers 36 Docentartikel prof. mr. drs. H.P.A.M. van Arendonk 38 Interview CT’er in ‘The Battle of Excellence’ 39 Artikel proces EHRM 40 De Tien… 42 Fotopagina Actievendiner en CT on ice 43 Fotopagina Nieuwjaarsborrel i.s.m. Pereira 44 De Stelling 46 Column, Agenda & Prijsvraagwinnaar
3
deAANSL AG!
De Aanslag is het verenigingsblad van de R.F.V. Christiaanse-Taxateur en verschijnt vier keer per jaar. Dit jaar zal De Aanslag is digitale vorm verdergaan. Editie Jaargang 24 / Nummer 2 Hoofd- en eindredactie Valérie Visser Redactie Artjom Bagramjan Bilge Kucukali Amarins Veringa Linda Wisse Met dank aan: Zhannet Aidinian Prof. mr. drs. H.P.A.M. van Arendonk Laura Batenburg de Jong Rik Blokland Pieternel van den Brink Lisanne Hofman Gerben Kloosterziel Mr. dr. Q.W.J.C.H. Kok Gijs van Krimpen Mark van Leeuwen Agnes Maassen Emiel ter Marsch Thomas van Meijeren Giorgio Peterse Eva van Sliedregt Ruben Smit Dhr. Frits Sobels Dhr. Chris Spanjersberg Dimitri van Tienhoven Esmée To Lukas van der Veen Dhr. Wil Vennix Elene Walgenbach Dhr. Marcel Wiebes De stellingdeelnemers Redactieadres Erasmus Universiteit Rotterdam De Aanslagredactie Kamer H13-11 Postbus 1738 3000 DR Rotterdam Telefoon: 010 – 408 14 69 Website: www.christiaanse-taxateur.nl E-mail:
[email protected] Adverteren Voor inlichtingen over adverteren kunt u contact opnemen met Joris Jiskoot (
[email protected]). Ontwerp en vormgeving Orangebook | Almanakken & Verenigingsbladen www.orangebook.nl Drukkerij Orangebook | Almanakken & Verenigingsbladen www.orangebook.nl Oplage 850 exemplaren XXIIste bestuur der R.F.V. Christiaanse-Taxateur Laura Batenburg de Jong - Voorzitter Marco Flinterman - Secretaris Peter Adriaanse - Penningmeester Joris Jiskoot - Commissaris Extern Jasmina Akkouh - Commissaris Intern Valérie Visser - Commissaris Media
Redactioneel & Colofon
Redactioneel Colofon
4
Waarde lezer, Het jaar 2014 ligt alweer achter ons; een nieuw jaar staat ons te wachten. We kunnen er weer hard tegenaan. Net als de CT, hebben jullie vast goede voornemens gemaakt om van 2015 een nóg succesvoller jaar te maken. Januari, de maand van de goede voornemens, is alweer ten einde. We bevinden ons nu in februari, velen zijn gemaakte goede voornemens waarschijnlijk alweer ‘vergeten’. De CT heeft dit jaar ook een goed voornemen: ons verenigingsblad digitaliseren. Een voornemen dat we niet zomaar ‘vergeten’. Juist ook na januari zullen we met dit voornemen aan de slag gaan. In het teken van duurzaamheid en steeds verdergaande digitalisering zal dit de allerlaatste Aanslag zijn die op papier uitkomt. Steeds meer mensen beschikken over mobiele telefoons, laptops, e-readers en tablets. Dit maakt het lezen vanaf papier eigenlijk overbodig. De tijden zijn veranderd en wij veranderen mee, zoals filosoof Augustinus van Hippo met zijn volgende spreuk ooit beaamde: Tempora mutantur et nos mutamur in illis. De CT gaat met haar tijd mee. Mee met het ‘Digitale Tijdperk’, wat tevens het thema van deze Aanslag zal zijn. We kunnen wel zeggen dat de eenentwintigste eeuw een eeuw is die in het teken staat van digitalisering. Als het aan staatssecretaris Wiebes ligt wordt de ‘blauwe envelop’ afgeschaft en doen we aangiftes gewoon online. Belastingadviseurs raadplegen wettenbundels via hun pc of tablet. Daarnaast doen de Nederlandse Orde van Belastingadviseurs (NOB) en het Register Belastingadviseurs (RB) aan e-learning. Niet alleen de fiscaliteit heeft te maken met de alsmaar verdergaande digitalisering. Ook in de zorg speelt digitalisering een grote rol, het zogenaamde e-health. De staatsecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, heeft als voornemen om binnen vijf jaar mogelijk te maken dat chronisch zieken zelfstandig metingen kunnen uitvoeren en de mogelijkheid krijgen om via een beeldscherm met een zorgverlener te kunnen communiceren. Nu ben ik hier een beetje sceptisch over; veel bejaarden kunnen nauwelijks met een computer omgaan. Onze jonge generatie daarentegen is grootgebracht met de computer en loopt rond met hippe smartphones. Een digitale Aanslag is dus niet meer dan logisch. Door deze Aanslag zal u meer inzicht krijgen over ‘Een Digitaal Tijdperk’. Bilge zal in het thema-artikel uiteenzetten wat voor invloed een digitaal tijdperk heeft op de fiscaliteit. Verder zal mr. dr. Kok in het docentartikel de uitdagingen van de digitale economie bespreken. Emeritus hoogleraar Van Arendonk zal in zijn artikel schrijven over de verandering van het papieren naar het digitale tijdperk. Naast de thema-gerelateerde artikelen hebben we de kantoren ‘Otterspeer, Haasnoot & Partners’ en ‘Houthoff Buruma’ geïnterviewd. Daarnaast hebben we contact opgenomen met de vier grootste politieke jongeren partijen en gevraagd welke invloed de fiscaliteit op hun werkzaamheden heeft. Ook hebben we de directeur van de NOB en de voorzitter van het RB gevraagd om voorlichting te geven over hun vereniging. Dit is nog maar een fractie van wat er allemaal in dit blad te lezen valt! Geniet van deze allerallerlaatste papieren uitgave van De Aanslag. We wensen u veel leesplezier! Met vriendelijke groet, namens de Aanslagcommissie 2014/2015 Valérie Visser
Van de Voorzitter
deAANSL AG!
Van de Voorzitter
Waerde lezer,
Momenteel staat u op het punt de allerlaatste papieren Aanslag ooit te lezen. Ja u leest het goed, de allerlaatste! Maar niet getreurd. Ondanks dat fiscalisten stoffig en ouderwets worden bevonden, gaat de CT wel met de tijd mee. Wij leveren de nieuwe generatie fiscalist, niet meer stoffig. Het is dus ook tijd voor een nieuw tijdperk voor De Aanslag. Namelijk het ‘Digitale Tijdperk’. De Aanslag gaat digitaal, voortaan zullen het fiscale nieuws, verenigingsberichten en foto’s via een websiteplatform met u gedeeld worden. Aangezien we midden in een digitaal tijdperk zitten is dit een logische stap. Inmiddels is de mobiele telefoon absoluut niet meer weg te denken uit ons dagelijks leven. Kijk om je heen in de trein of in college, iedereen heeft zo’n apparaatje, de een nog mooier dan de andere, de een nog dunner en innovatiever. Ook zie je in college tegenwoordig bijna iedereen aantekeningen maken op een laptop of tablet. Of het college wordt helemaal in digitale vorm via de webcam gegeven. Mijn zusje volgt het nieuws via Facebook en zelfs m’n oma speelt tegenwoordig scrabble op een Ipad. De digitale apparatuur is dus echt volledig ingeburgerd in onze maatschappij. Het thema van deze laatste Aanslag, ‘Een digitaal tijdperk’, is naar mijn mening dan ook geheel op zijn plaats. Binnen de fiscaliteit zien we ook steeds vaker dat digitalisering een rol gaat spelen. De Belastingdienst heeft het momenteel zelfs al mogelijk gemaakt een geheel vooraf ingevulde aangifte inkomstenbelasting te downloaden, die alleen nog maar gecontroleerd hoeft te worden. Leuker kunnen ze het niet maken, wel makkelijker. Wie weet wat ze komende jaren nog voor ons in petto hebben. De fiscale kantoren investeren in ICT’ers om programma’s en tools te ontwikkelen die het werk van de fiscalist makkelijker en overbodig maken. (Persoonlijk ben ik niet zo’n fan van deze ontwikkeling, ik studeer wel met het achterliggende idee ooit een baan vinden.) De CT probeert ook zo veel mogelijk mee te gaan met deze digitale hype. Informatie wordt verstuurd via e-mails, niet meer via briefpost of de postduif. Ons geliefde verenigingsblad moet nu ook echt geloven aan digitalisering. Gaan we hierin verder? Een app staat zeker op ons verlanglijstje. Maar de Almanak zal gewoon de Almanak blijven, het boek der boeken, in tastbaar boekvorm. Voorlopig zullen kantoorbezoeken en tentamentrainingen ook gewoon nog fysieke activiteiten blijven en de maandelijkse borrel zal gewoon de maandelijkse borrel blijven. Gezellig bijkletsen met je studiegenoten in een café met een biertje of cola in je hand. Afgelopen maanden waren de borrels ook weer een doorslaand succes. De Goedheiligman en zijn beste Pieterbaas brachten ons een bezoekje. Sessie drie, vier en vijf van het Tax Jurisprudence Program hebben inmiddels plaatsgevonden. De 24 deelnemers verdiepen zich steeds verder in de fiscale materie die wordt aan gereikt en bediscussieerd door verschillende kantoren. Tentamentrainingen hebben plaatsgevonden om onze leden zo goed mogelijk voor te bereiden op hun tentamens. Een actieve leden kerstdiner heeft plaatsgevonden en we hebben met z’n allen geschaatst. Persoonlijk mijn favoriete activiteit van het jaar. Daarnaast heeft de ski-
reis plaatsgevonden; een aantal fiscalisten rees af naar het mooie Flaine, samen met de JFR en JFAS. En natuurlijk werd het reisgezelschap samengesteld. Dit jaar zal de CT met een groep van 24 gemotiveerde studenten een fiscaal-rechtsvergelijkend-onderzoek gaan uitvoeren in het exotische Bangkok. Misschien heeft de Thaise Belastingdienst wel een nog innovatiever aangifteprogramma, we gaan het zien… Verder staat ook de jaarlijkse Fiscale Bedrijvendag alweer voor de deur. Hierbij wil ik het graag laten, ik zal je niet langer ophouden voordat je kunt gaan genieten van deze allerlaatste Aanslag. Graag wil ik je bij deze nogmaals uitnodigen voor al onze activiteiten. Proost op het ‘Digitale Tijdperk’! Met vriendelijke groet, namens het XXIIste bestuur der R.F.V. Christiaanse-Taxateur, Laura Batenburg de Jong Voorzitter 2014/2015
5
6
deAANSL AG!
Thema-artikel
Hervormingsdrift in een digitaal tijdperk
De werking van Nederlandse fiscale faciliteiten voor innovatie Door: Bilge Kucukali1
‘Geef mij maar de lusten, niet de lasten.’ De Belastingdienst is misschien wel de beste scharrel van verschillende multinationals. Ethische aspecten van belastingbesparing hebben dan ook de laatste tijd vaak aandacht gekregen in de media. Denk daarbij aan de heftige reacties van de samenleving op de handelingen van multinationals als Starbucks en Vodafone. Terwijl de wet bepaalt wat een fair share is, vragen wij ons – wellicht onder het genot van die overheerlijke Starbuckskoffie - af of er wel ruimte is voor een ethische tax planning. In de tussentijd bepalen multinationals, aan de hand van de modernste fiscaaltechnische middelen, de som en locatie van de te betalen belasting. Tijden veranderen, het belastingsysteem wordt ingewikkelder en het fiscale spel wordt steeds scherper gespeeld, waardoor men steeds meer behoefte krijgt aan een vereenvoudigd, goed georganiseerd en transparant belastingsysteem. Het bedrijfsleven is dynamisch en belastingdiensten passen hun handhavingsstrategieën hierop aan. De vertrouwelijke relatie tussen belastingdiensten, fiscaal dienstverleners en belastingplichtigen wordt onder de loep genomen door de landen die aangesloten zijn bij de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OESO). Deze vertrouwensrelatie is gebaseerd op een aantal principes, zoals wederzijds begrip, onpartijdigheid, proportionaliteit, openheid en transparantie. Om naar een vereenvoudigd belastingsysteem toe te komen, wordt het één en ander mogelijk gemaakt via digitale innovaties. Het begin dat is gemaakt door fiscale processen digitaal te regelen blijkt achteraf weinig te vereenvoudigen. Digitalisering boekt vooruitgang, maar zou meer vordering kunnen bieden in de wereld van kunstmatige intelligentie, waarin progressief denken de boventoon voert en verandering noodzakelijk is voor progressie. Het laatste had de socialist en vrijdenker George Bernard Shaw ooit beaamd: ‘Progress is impossible without change, and those who cannot change their minds cannot change anything.’ In dit thema-artikel zal ik een analyse maken van de hervormingen in fiscale vereenvoudigingsprocessen. Daarbij zullen enkele voorbeelden, met betrekking tot de vraag welke rol de digitalisering speelt in het oplossen van fiscale vraagstukken, de revue passeren. Na deze bespreking, vanuit maatschappelijke perspectieven bezien, ontworpen om binnen het huidige belastingsysteem te komen tot vereenvoudiging en regulering, besluit ik met voorzichtige conclusie dat deze innovaties niet continu lijken te getuigen van toenemende sympathie voor het idee van het digitaliseren van het fiscale regime.
Fiscale faciliteiten in een digitaal jasje Computers kunnen ons een helpende hand bieden bij het oplossen van complexe vraagstukken. Denk daarbij aan het zoeken van documenten aan de hand van documentnummers (bijv. LJN, ECLI, V-N- en BNB-nummers), het genereren van een overzicht van documenten die gerelateerd zijn aan de zoekopdracht (bijv. arresten en ondersteunende of weerleggende informatie bij de onderbouwing van een mogelijk rechtsgevolg) en het genereren van een overzicht dat een waarschijnlijkheid van een mogelijk rechtsgevolg uitdrukt. Bij dat laatste is nog niet duidelijk of er wel een systeem bestaat dat deze technische ondersteuning biedt. In de afgelopen jaren is veel informatie beschikbaar gekomen in een digitale vorm. Ondernemingen maken gebruik van boekhoudsoftware voor het vastleggen van bepaalde transacties en het inzichtelijk maken van processen. Daarnaast zijn ook rechtsbronnen (zoals de Staatscourant, het Staatsblad, het Tractatenblad, kamerstukken, boeken, tijdschriften als NTFR/ Ars Aequi, jurisprudentie en wetgeving) digitaal te verkrijgen. Een probleem is wellicht de verspreiding van de enorme hoeveelheden aan informatie in digitale vorm, waardoor alles doornemen lastig wordt. Een mogelijk rechtsgevolg kan zo makkelijk over het hoofd gezien worden, omdat niet alle informatie kan worden doorgenomen. De huidige opzoeksystemen zijn slechts systemen die ons helpen met zoeken naar documenten in een grote database. Een dergelijk systeem kan dus niet zelfstandig een fiscaal vraagstuk oplossen, waardoor het voor de zoekende persoon cruciaal is om bij het zoeken van informatie zo efficiënt mogelijk te werk te gaan. Om relevante informatie te vinden, bieden de systemen de mogelijkheid om te zoeken aan de hand van gegevens die de karakteristieken van bepaalde gegevens beschrijven (metadata), maar ook aan de hand van de ingevoerde tekst (bijv. via Google). Dus of de relevante documenten worden gevonden, hangt voor een deel af van de zoekvraagformulering. Van belang is ook de grootte van de database en de kwaliteit ervan. Als het systeem in staat is docu-
Thema-artikel
deAANSL AG!
mentnummers te herkennen, dan kan eenvoudig naar andere (relevante) documenten gelinkt worden. Hier bestaat het probleem dat informatieproducenten (bijv. de Belastingdienst, rechters, uitgevers, enz.) een eigen database en toegangsportal gebruiken, waardoor een uniform documentformaat en metadata niet mogelijk wordt gemaakt. Dus wat gebeurt is dat een grote hoeveelheid aan informatie wordt verspreid, terwijl het linken naar documenten wordt beperkt tot de eigen database. Uniformering van de wijze waarop documenten worden opgeslagen, maakt het mogelijk om documenten samen te voegen om hierna – aan de hand van metadata – efficiënt naar relevante informatie te zoeken. Het zou mooi zijn als uniformiteit in documentformaat en metadata door de informatieproducenten en de overheid mogelijk zou worden gemaakt. Er bestaan wel systemen waarin cijfermatige informatie geüniformeerd is, bijvoorbeeld eXtensible Business Reporting Language (XBRL). XBRL is een wereldwijde standaard om financiële gegevens via het internet uit te wisselen. Dergelijke data uitwisselingsstandaarden maken het mogelijk relevante informatie over landsgrenzen te delen. De XBRL-bestanden zijn direct leesbaar voor softwareapplicaties, waardoor kostenbesparing plaatsvindt op het gebied van het verzamelen, verwerken en aanleveren van informatie. Denk daarbij aan de kostenbesparing, waarbij jaarrekeningen voor de Kamer van Koophandel, de aangifte winst uit onderneming en de vennootschapsbelasting vanuit de eigen boekhouding of via de accountant rechtsreeks worden aangeleverd aan de overheid. Deze jaarlijkse besparing voor het Nederlandse bedrijfsleven is geschat op maar liefst 350 miljoen euro. Computer science: voordelen en nadelen Steeds meer (administratieve) werkzaamheden worden geautomatiseerd, omdat de computer nu eenmaal veel sneller is. Een adviseur kan een cliënt sneller van informatie voorzien, dan in eenzelfde situatie zonder computer. Ook digitale rechtspraak is een hot topic geworden: een rechter zou bijvoorbeeld binnen 24 uur al een uitspraak kunnen doen. Verder is het mogelijk om via www.rechtspraak.nl digitale stukken in te dienen bij de belastingkamers van de hoven. Digitalisering kan echter ook mislukkingen met zich meebrengen, bijvoorbeeld in het geval dat communicatie via een webformulier of een webportaal mislukt, omdat de verzender een te oude of niet voldoende beveiligde webbrowser gebruikt. De firewall van de verzender kan ook de communicatie weigeren. Problemen kunnen ook ontstaan als DigiD niet functioneert, zoals in de maand augustus van 2013 gebeurde door de Distributed Denial-of-Service-aanvallen (DDoS-aanvallen). DDoS-aanvallen zijn pogingen – uitgevoerd door meerdere computers tegelijk – om een computer, computernetwerk of dienst onbruikbaar te maken voor de gebruiker. Het disfunctioneren van DigiD kan in dergelijke situaties worden toegerekend aan de overheid en –vanwege de verplichtstelling bij het digitaal loket – misschien ook aan de rechterlijke macht. Er zijn niet veel uitspraken beschikbaar omtrent dit domein, en de bestaande jurisprudentie is slechts casuïstisch. Om terug te komen op de voordelen van de hiervoor besproken digitalisering: er kan op personeelskosten bespaard worden. Er is wellicht minder personeel nodig en belastingadvies wordt waarschijnlijk een stuk goedkoper. In een ideale situatie zou de computer het rechtsvindingproces kunnen leiden en zo aan de hand van een concrete casus, feiten en wetten een juist rechtsgevolg afleiden. Dit is op het moment lastig door de inconsistentie en complexiteit van het belastingrecht. Daarnaast is de vertaling van informatie naar een computertaal problematisch. De betrouwbaarheid van de uitkomst van het systeem is hierdoor dis-
cutabel. Het recht moet in ieder geval zo dicht mogelijk benaderd worden! Het belastingrecht is dynamisch: het is in beweging met nieuwe wetten en vernieuwende jurisprudentie. Hierdoor is het belangrijk om het systeem regelmatig bij te houden. De computer kan vragen, waarbij behalve kennis van de rechtsfeiten ook kennis van de contextuele reikwijdte in de casus nodig is, moeilijk beantwoorden. Een computer kan zicht verder niet inleven in de situatie van de belanghebbende, terwijl bepaalde zaken gevoelig kunnen liggen in het belastingrecht. Dit kan afdoen aan de kwaliteit van het belastingadvies dat wordt gegeven door de computer. Spanning tussen hervormingsambitie en uitvoerbaarheidsrealiteit De financiële crisis heeft ervoor gezorgd dat er ineens meer aandacht kwam voor de fiscale aspecten van globalisering. Anders dan voorheen staat tegenwoordig ook de ontvangstenkant van de overheidshuishouding in de belangstelling. Internationale belastingfraude komt in crisistijden in een heel ander (waarden) perspectief te staan. BEPS (Base Erosion and Profit Shifting) is thans een topic en zal tot een concreet beleid van de OESO moeten leiden. De OESO wil met het BEPS-project de mogelijkheden beperken om de internationale belastingdruk te verlagen en oefent daarmee enorme druk uit op ondernemingen die internationaal actief zijn. Aandachtspunten zijn bijvoorbeeld het voorkomen van winstverschuivingen via de transfer pricing systematiek die door bepaalde concerns wordt gehanteerd. De OESO stelt in het BEPS voor om acties te ondernemen tegen ‘misbruik’ van transfer pricing. De vraag is natuurlijk wat de OESO-lidstaten vervolgens met de gemaakte afspraken zullen doen, vooral wanneer de economische tijden (en dus ook de belastinginkomsten) beter worden. Transparantie en internationale gegevensuitwisseling zijn hier belangrijke thema’s. Bij internationale gegevensuitwisseling zal ongetwijfeld de digitale overheid centraal staan. Zonder digitalisering is namelijk een internationale gegevensuitwisseling niet effectief. De toekomst zal uitwijzen of de hiervoor vereiste werkprocessen in internationaal verband uitvoerbaar zijn.
7
8
deAANSL AG!
Thema-artikel
Vaak wordt gesuggereerd dat de computer het werk van de fiscalist grotendeels zal overnemen. Hierdoor valt te voorspellen dat in de toekomst de fiscalist zich zal specialiseren in die gebieden waar digitalisering tekort schiet. Het bouwen van een kennissysteem dat het niveau van de menselijke fiscalist bereikt, zie ik nog niet aan de horizon, vanwege het feit dat een kennissysteem alleen zal redeneren op basis van de ter beschikking staande rechtsnormen en rechtsfeiten. Morele overwegingen zullen dus niet gemaakt worden, en dat is in mijn optiek juist cruciaal in een tijdperk waar maatwerk centraal staat in de verleende service. Er is helaas niet veel van digitalisering terechtgekomen in vergelijking met de vorderingen in de wereld van kunstmatige intelligentie. Dit kan grotendeels te maken hebben met het feit dat weinig onderzoekers zich op dit onderzoeksveld plaatsen. Ontwikkelingen in de online-technologie kunnen hard gaan en grote gevolgen met zich meebrengen, waardoor bepaalde kosten hoog oplopen. Hoe het model op de markt gepresenteerd zal worden, is dan weer een andere vraag. Hierover is mij niet veel bekend, maar het onderwerp heeft mijn aandacht en roept meerdere vragen bij mij op: Zullen ICT, nanotechnologie en life sciences convergeren en nieuwe, baanbrekende toepassingen kennen? Zullen bedrijven zich hier op wagen? Wie biedt?
Conclusie In een digitaal tijdperk kunnen fiscalisten (nog) niet goed functioneren. Verschillende databases moeten tegenwoordig worden doorzocht om aan informatiemateriaal te komen. Problematisch is echter dat een grote hoeveelheid aan bruikbare informatie verspreid is op het internet, waardoor een grote kans bestaat dat een belangrijke informatie uit het oog wordt verloren. Verder staat de digitale overheid centraal als het gaat om de effectiviteit van internationale gegevensuitwisseling die nodig is voor de uitvoering van het BEPS-project. Met dit project wordt de OESO in staat gesteld acties te ondernemen tegen belastingfraude. De toekomst zal het één en ander uitwijzen over de uitvoerbaarheid van het BEPS-project. Tot slot ben ik ingegaan op hervormingsdrift in digitalisering. Deze acht ik aanwezig, maar de digitalisering is niet zo ver gevorderd dat de computer de kans op bepaalde rechtsgevolgen kan berekenen. Dit zou in de toekomst misschien mogelijk kunnen zijn op een niveau waar digitalisering en kunstmatige intelligentie samenkomen. Computers kunnen dan zelfstandig fiscale vraagstukken oplossen en grote gevolgen voor de adviespraktijken doen ontstaan! 1 Tweedejaars student Fiscaal Recht en redactielid van De Aanslag
Fotopagina TJP-introductiesessie
deAANSL AG!
TJP-introductiesessie Op 13 oktober jongstleden vond de TJP-introsessie plaats. Hierna werden er al sessies door De Bont Advocaten, PwC, de Belastingdienst en BDO verzorgd. Aan de 24 deelnemers werd gedurende deze sessie uitgelegd wat men kon verwachten van het Tax Jurisprudence Program. Na de sessie kon met nog even napraten onder het genot van een drankje. Binnenkort staat alweer de sessie met Meijburg & Co op het programma. Deze sessie zal gaan over People Services.
9
10
deAANSL AG!
Interview lid van de Faculteitsraad
Interview lid van de Faculteitsraad Zhannet Aidinian
Door: Linda Wisse
Paspoort Naam: Zhannet Aidinian Leeftijd: 21 jaar Studie: Fiscaal Recht Favoriete plek in Rotterdam: de Oude Haven
Zhannet Aidinian is 21 jaar oud, derdejaars student Fiscaal Recht en daarnaast vice-voorzitter van de Faculteitsraad (het decentrale medezeggenschapsorgaan van een faculteit) van de Erasmus School of Law. De studentleden van de Raad worden eens per jaar gekozen door studenten van de faculteit. Waar houdt de Faculteitsraad zich vooral mee bezig en wat zijn jullie doelstellingen? Zoals bekend is de Faculteitsraad het medezeggenschapsorgaan van de Erasmus School of Law. Binnen deze raad hebben studenten de mogelijkheid om van zich te laten horen. De Faculteitsraad adviseert het bestuur van de faculteit over allerlei besluiten. Onze hoofddoelstelling is om de stem van de student naar voren te brengen bij verschillende besluiten binnen de faculteit. Studenten hebben daarnaast de mogelijkheid om contact op te nemen met één van onze leden en aan te geven waar ze tegenaan lopen tijdens te studie. Op de eerst volgende vergadering zullen de punten, die door de studenten naar voren zijn gebracht, worden besproken, waarbij onder andere de decaan van de faculteit aanwezig is. Van belang is vooral dat studenten kennismaken met de Faculteitsraad. Velen weten namelijk niet van het bestaan van de raad af. Hoe meer studenten weet hebben van het bestaan ervan, hoe meer punten wij kunnen aandragen tijdens de vergaderingen. Zo krijgen wij een beter beeld van wat er bij studenten speelt.
Hoe ben je op het idee gekomen om deel uit te maken van de Faculteitsraad? Vorig studiejaar zag ik een bericht op LawWeb staan over de verkiezingen voor de Faculteitsraad en de Universiteitsraad. Naar aanleiding van dit bericht heb ik mij gelijk verkiesbaar gesteld en campagne gevoerd om gekozen te worden. Ik vind het van belang dat de student evenveel bijdrage kan en moet leveren bij de besluiten die binnen het onderwijs worden genomen. Het is naar mijn mening van groot belang dat de stem van de student terug te zien is in alle besluiten die voor de studenten worden genomen. Ik meen dit te kunnen bereiken door deel uit te maken van de Faculteitsraad. Wat is het verschil tussen de Faculteitsraad en Universiteitsraad? Hebben jullie ook onderling veel contact over bepaalde zaken? De Faculteitsraad is het medezeggenschapsorgaan van de faculteit, in mijn geval de Rechtenfaculteit. De Universiteitsraad is daarentegen de medezeggenschapsorgaan van de gehele universiteit. Het verschil heeft dus te maken met het niveau waarin de raden georganiseerd zijn. In het begin van het studiejaar was er een borrel georganiseerd om nader kennis te maken met alle leden van de verschillende Faculteitsraden van de universiteit en de Universiteitsraad. Toen hebben we een aantal leden van de Universiteitsraad gesproken. Tot nu toe hebben we geen contact gehad over bepaalde zaken, maar misschien vindt dit nog wel later in het jaar plaats. Hoe is de samenwerking tussen jou en de andere leden binnen de Faculteitsraad? De samenwerking tussen mij en de andere leden van de Faculteitsraad verloopt erg
goed. We hebben in september kennis gemaakt tijdens de introductieborrel die door de Universiteitsraad was georganiseerd. Via WhatsApp communiceren wij nu geregeld met elkaar en houden wij elkaar op de hoogte van wat er binnen de verschillende studies speelt. De Faculteitsraad bestaat uit vijf studenten en vijf docenten. De groep studenten is erg divers samengesteld, zodat alle rechten gerelateerde studies binnen de Erasmus school of Law goed vertegenwoordigd worden. Zo is één van de leden een student Criminologie en een ander weer een student van het Mr.drs.-programma. Wat zijn jouw bezigheden naast de Faculteitsraad en in welke fase van jouw studie zit je? Ik zit momenteel in het derde jaar van mijn bachelor en hoop deze dit jaar af te ronden om volgend jaar aan mijn master te kunnen beginnen. Naast de studie werk ik als EUR-ambassador, waarbij ik de universiteit op verschillende middelbare scholen in heel Nederland vertegenwoordig. Als ambassador heb ik de taak om aankomende studenten voor te lichten over de studies in Rotterdam. Daarnaast ben ik actief bij de Belastingwinkel. Uiteraard ben ik ook actief bij onze mooie studievereniging R.F.V. Christiaanse-Taxateur, waar ik de TJP-sessies, samen met Laurens en Jasmina, verzorg. Wat zijn jouw toekomstplannen? Mijn plan is om de studie over twee jaar af te ronden en vervolgens aan de slag te gaan bij een leuk kantoor! Welk kantoor dat precies zal zijn, dat weet ik nog niet. Gelukkig heb ik nog genoeg tijd om mij te oriënteren.
Interview lid van de Universiteitsraad
deAANSL AG!
Interview lid van de Universiteitsraad Mark van Leeuwen
Door: Bilge Kucukali
Paspoort Naam: Mark van Leeuwen Leeftijd: 23 jaar Studie: bachelor Fiscaal Recht, bachelor Rechten en master Financial Economics Favoriete plek in Rotterdam: de Kuip
Veel studenten weten eigenlijk niet dat er een Universiteitsraad is en/of wat deze inhoudt. Daarom heeft de Aanslagcommissie Mark van Leeuwen gevraagd om meer te vertellen over de Universiteitsraad. Mark van Leeuwen zit binnen de Universiteitsraad in de Commissie Onderwijs, Onderzoek en Studentenzaken. Kun je wat over jezelf vertellen? Mijn naam is Mark van Leeuwen. Ik ben 23 jaar en sinds dit jaar lid bij de R.F.V. Christiaanse-Taxateur. In 2010 ben ik begonnen met het Mr. drs.-programma. Tijdens de bachelor Bedrijfseconomie werd duidelijk dat Fiscaal Recht voor mij de beste combinatie van rechten en economie bood. Na enig gedoe met de inschrijving voor de opleiding Fiscaal Recht is het gelukt om per september in te stromen in het tweede jaar. Naast studeren ben ik met ingang van vorig collegejaar actief lid in de Faculteits- en Universiteitsraad voor zowel de Erasmus School of Economics (ESE) als voor de Erasmus School of Law (ESL). Wat is de Universiteitsraad? De Universiteitsraad vertegenwoordigt op centraal niveau de studenten en medewerkers van de EUR. De Universiteitsraad is een spreekbuis voor alle studenten en heeft regelmatig overleg met het College van Bestuur over het beleid op het terrein van onderwijs, onderzoek, personeel, bestuurlijkeen infrastructurele zaken. De Raad bestaat uit vierentwintig leden, waarvan twaalf studenten afkomstig Deze studentleden worden jaarlijks gekozen door medestuden-
Hoe ben je er op gekomen om iets voor de U-raad te betekenen? De Universiteitsraad is het hoogste medezeggenschapsorgaan op de universiteit. Dit betekent dat je als student veel invloed kunt uitoefenen. Bovendien is het een goede manier om op te komen voor de belangen van medestudenten. Bestuurlijke ervaring is daarbij mooi meegenomen.
Bestuur is het centrale bestuursorgaan van de universiteit. Vanuit de Universiteitsraad bewaken twee studentleden de specifieke belangen van ESL studenten. Het behartigen van die belangen vindt op veel manieren plaats. Ik zal een concreet voorbeeld geven waar ik persoonlijk bij betrokken ben geweest. Vorig jaar was het voor ESL-studenten ‘verplicht’ om een digitaal boekenpakket aan te schaffen bij de faculteit. Indien je dit boekenpakket niet had aangeschaft kon het zijn dat je van deelname aan tentamens of onderwijsgroepen werd uitgesloten. Dit kan natuurlijk niet! Met het betalen van collegegeld heeft een student recht om onderwijs te volgen en tentamens af te leggen. Daarbij kan de universiteit geen extra verplichte kosten rekenen voor het aanschaffen van literatuur. Sla art. 7.34 WHW er maar eens op na!
Wie kunnen er lid van de Universiteitsraad worden (verschillende disciplines)? De Universiteitsraad bestaat uit twee geledingen. De eerste geleding wordt gevormd door studenten van de verschillende faculteiten op de Erasmus Universiteit Rotterdam. De andere, tweede geleding, bestaat uit personeelsleden. De studentengeleding bestaat uit, zoals eerder gezegd, twaalf leden. Namens de ESL nemen twee studenten plaats in de raad. Naast mijzelf is dat Hendrik van ’t Foort. Iedere student op de ESL die zijn BSA (bindend studieadvies) heeft gehaald kan zich verkiesbaar stellen en deelnemen aan de verkiezingen.
Wat zijn volgens jou de ontwikkelingen in het onderwijs en de ontwikkelingen op informatiegebied? De ontwikkelingen op informatiegebied in het onderwijs gaan razendsnel. Maar kunnen nog sneller. De ESL is met haar digitale vrijdagmiddag colleges goed op weg. Veel meer is mogelijk. Daarvoor moet binnen de universiteit worden gekeken naar ontwikkelingen bij andere faculteiten. Denk eens aan het programma Shakespeak (online tijdens college vragen stellen) dat wordt gebruikt op de ESE. Weg met het hokjes denken! De snelle ontwikkelingen vereisen samenwerken, creatief denken en de input van iedereen.
Wat doet de Universiteitsraad en wat is jouw taak hierin? De Universiteitsraad verdedigt de rechten van studenten bij belangrijke beslissingen die door het College van Bestuur van de universiteit worden genomen. Het College van
Heb je suggesties die het onderwijs op de ESL of ESE kunnen verbeteren, digitaal of niet, aarzel niet om contact met me op te nemen.
ten. De Universiteitsraad vergadert in principe elke maand plenair (de ‘Universiteitsraadvergadering’) en heeft aansluitend een vergadering met het College van Bestuur (de ‘Overlegvergadering’). Bij deze vergaderingen zijn alle leden van de Raad aanwezig. Daarnaast wordt maandelijks vergaderd in commissies, waarin telkens een deel van de Raad zitting heeft.
11
12
deAANSL AG!
Kantoorinterview Otterspeer, Haasnoot & Partners
Kantoorinterview Otterspeer, Haasnoot & Partners Door:
Artjom Bagramjan & Valérie Visser
Schuin tegenover de Kunsthal in Rotterdam bevindt zich in het historische Scheepsvaartkwartier het kantoor Otterspeer, Haasnoot & Partners (OHP). Hier werken op dit moment negen fiscalisten, waaronder één werkstudent. Het kantoor, dat oorspronkelijk is opgericht door Willem Otterspeer en Jan Haasnoot, bestaat inmiddels twintig jaar. De focus ligt bij Otterspeer, Haasnoot & Partners op internationaal belastingrecht, Europees belastingrecht en vennootschapsbelasting. Daarnaast komen er ook zaken met betrekking tot de omzetbelasting en loonbelasting voorbij, aangezien het advies vaak overkoepelend is en hier meerdere disciplines bij betrokken worden. Het kantoor heeft zes expertisegebieden, namelijk: internationaal structureren, fiscale begeleiding bij fusies en overnames, Europees en internationaal belastingrecht, innovatiebox en IP planning, transfer pricing en het tonnage regime. Het klantenbestand van OHP bestaat voornamelijk uit nationale en internationale ondernemingen (in het geval van particuliere ondernemingen tevens hun aandeelhouders), rederijen, pensioenfondsen en investeringsmaatschappijen. Dit is te vergelijken met dat van de Big Four kantoren. Om meer over het kantoor te weten te komen zullen we als Aanslagcommissie, Rik Blokland en Emiel ter Marsch interviewen.
Één van de fiscalisten bij Otterspeer, Haasnoot & Partners is Rik Blokland. Rik is in 2004 begonnen met de studies Financiële Economie en Rechten aan de Erasmus Universiteit, maar na een interessant hoorcollege van prof. dr. Leo Stevens besloot hij ook Fiscale Economie te studeren. Verder was hij erg actief bij de Stichting Belastingwinkel Rotterdam, waar hij tevens in 2007 een bestuursfunctie heeft vervuld. In zijn derde jaar is hij begonnen als werkstudent bij een Big Four kantoor op de fusie- en overnameafdeling. Inmiddels werkt Rik ruim een jaar bij Otterspeer, Haasnoot & Partners. In dit interview zal blijken hoe hij hier terecht is gekomen en hoe hij het vindt om hier te werken.
Rik Blokland
Naam: Rik Blokland Leeftijd: 29 jaar Studie: Fiscale Economie & Financiële Economie Kantoor: Otterspeer, Haasnoot & Partners Favoriete plek in Rotterdam: Scheepsvaartkwartier
Wat zijn je karaktereigenschappen en wat doe je graag in je vrije tijd? Wat mij typeert is het feit dat ik erg ondernemend ben. Verder ben ik een doorzetter, enthousiast en een doener. Mijn hobby’s zijn hardlopen, wielrennen en skiën. Ook heb ik een gezin en vind ik het heel belangrijk om veel tijd met mijn vrouw en twee kinderen door te brengen. Hoe ben je bij dit kantoor terecht gekomen? Bij mijn vorige werkgever dacht ik een tijd lang na over wat ik nu zelf wilde als
fiscalist. Ik heb meerdere keren gedacht om voor mijzelf te beginnen, maar binnen het werk dat ik zo leuk vind om te doen – het geven van (internationaal) fiscaal advies vanuit het perspectief van de transactie en/of onderneming – is dat lastig aangezien je een goed netwerk nodig hebt en tevens collega’s om fiscaal inhoudelijk mee te kunnen sparren. Ik kende Willem Otterspeer al langer en heb hem toen om advies gevraagd. Gezien mijn ruime ervaring bij een Big Four kantoor, vroeg hij mij bij hem te komen werken en zodoende mijn ondernemerschap binnen Otterspeer, Haasnoot & Partners verder te ontplooien. Nu werk ik voor bestaande klanten van Otterspeer, Haasnoot & Partners en werk ik aan de opbouw van mijn eigen praktijk waarbij ik nieuwe contacten op doe via allerlei (netwerk) evenementen en ons kantoor. Hoe lang zijn je werkdagen? De gemiddelde werkdagen zijn hier voor iedereen, dus ook als werkstudent, acht uur van 9.00 uur tot 18.00 uur. Zelf werk ik vaak meer dan acht uur per dag. Het opbouwen van mijn eigen praktijk en mezelf verder en breder ontwikkelen kost nu eenmaal tijd, die ik er graag in stop. Dat is dus een bewuste keuze. In het weekend probeer ik niet te werken; hooguit lees ik wat vakliteratuur of werkgerelateerde artikelen.
Kantoorinterview Otterspeer, Haasnoot & Partners
Welke activiteiten heb je verricht tijdens je studententijd en wat hebben ze bijgedragen aan je studie? Ik ben als medewerker begonnen bij de Stichting Belastingwinkel Rotterdam en daar heb ik later nog de functie van voorzitter bekleed. Ook heb ik in de Raad van Advies en Toezicht en een commissie gezeten. Ik was dus voornamelijk actief bij de SBR en iets minder bij de CT. De SBR heeft voor mij in die zin bijgedragen aan mijn ontwikkeling, dat je leert omgaan met verschillende soorten mensen. Je leert de waarheid boven tafel te krijgen en een aangifte zo goed mogelijk af te werken. De relatie tussen de klant en jijzelf staat centraal. Fiscaalinhoudelijk gezien was het werk niet uitdagend. Het meest interessante was het contact met de persoon aan de overkant; het leren advies geven en de sociale kant van het vak. Hoe heb je de overbrugging van studeren naar werken ervaren? Dat ging geleidelijk bij mij. Ik deed al heel veel dingen tegelijk in mijn studententijd: het studeren van Fiscale Economie, Financiële Economie en Rechten, daarbij mijn werk voor de SBR en uiteindelijk ook het werkstudentschap bij een Big Four kantoor. Eigenlijk zat ik dus al in een druk ritme. Toch is de mindset bij de overgang naar werken natuurlijk anders. Je kunt niet meer vrij je eigen dag indelen. Dit was in het begin wel even wennen, maar al snel ging dit me goed af. Wat zijn je werkzaamheden binnen het kantoor? Wat ik doe is het geven van (internationaal) fiscaal advies, op verschillende vlakken. Wat ik daarbij het leukst vind om te doen, is met een onderneming kijken hoe het er aan toe gaat in financieel, economisch en organisatorisch opzicht. Het samen kijken naar de huidige juridische, financiële, commerciële en fiscale structuur en het zo optimaal mogelijk organiseren hiervan is erg leuk om te doen. Dit draait dan om (internationaal) fiscaal structureren, transfer pricing en Europees en internationaal belastingrecht. Daarbij komt dan wellicht de innovatiebox of het tonnage regime terug. Verder begeleid ik ook fusies en overnames vanuit een fiscaal perspectief. Hier kijk je wederom met de ondernemer mee. Het is dan wel nood-
zakelijk dat je de historie van de ondernemer kent en daarom ga je dus weer samen met de klant naar de onderneming kijken. We werken voornamelijk voor (reeds) bestaande en steeds meer nieuwe klanten waarmee er een langdurige klantrelatie is of wordt opgebouwd. Soms heb je ook eenmalige projecten, zoals de eenmalige fiscale begeleiding bij de verkoop van een onderneming. Het fijne aan werken op klantenbasis is, dat de relatie tussen jou en de klant heel duidelijk is. Die relatie is ook heel belangrijk, omdat je je werk pas goed kunt doen als je interesse toont en weet waarom iemand iets doet of wil doen. Vergeleken met mijn vorige werkgever heb ik nu vaker direct klantcontact, waardoor ik zelf mijn agenda kan bepalen en mijn commerciële kant meer kan laten gelden. Wat is je meest interessante zaak tot nu toe geweest? Dat zijn er zoveel, maar momenteel loopt deze interessante zaak; dit betreft een onderneming die met ons kijkt naar zijn fiscale toekomst. De onderneming levert momenteel consultancy diensten en ontwikkelt ook software. De onderneming gaat de komende tijd meer verschuiven van een consultancy onderneming naar een IT-onderneming. Tevens wil de onderneming verder internationaal gaan uitbreiden en zijn fiscale positie optimaliseren. Samen met de onderneming kijken wij nu naar deze ontwikkelingen vanuit een juridisch, financieel en commercieel oogpunt en kijken wij hoe deze ontwikkelingen fiscaal optimaal nationaal en internationaal gestructureerd kunnen worden. Hoe vind je de sfeer binnen het kantoor? Er heerst hier een prettige werksfeer. Iedereen heeft zijn eigen kamer. We zijn een kantoor; er wordt gewoon gewerkt en we lunchen elke dag met z’n allen. Dat is het sociale moment van de dag waar iedereen ook echt de tijd voor neemt. Wij hebben overdag misschien wat minder interactie met collega’s dan bij een Big Four kantoor het geval is, maar uiteindelijk ben je een bedrijf en moet er gewerkt worden. Tussen het werken door wordt er natuurlijk wel eens een praatje gemaakt. Om de band tussen collega’s te versterken worden er naast de lunches ook meerdere keren per jaar kantooruitjes georganiseerd.
deAANSL AG!
Het thema van De Aanslag is digitalisering en fiscaliteit, wat merk je daarvan? Tegenwoordig is de basis fiscale informatie beschikbaar op het internet. Ik heb wel eens klanten die dan bellen en zeggen: ‘Ik heb al het een en ander via internet uitgezocht en volgens mij is dit en dit aan de hand. Ik wil alleen graag even antwoord op deze ene vraag…’ Vervolgens geef ik netjes antwoord op hun vraag, maar zeg erbij dat er misschien nog wel even samen gekeken dient te worden naar de fiscale structuur, om deze toch zo optimaal mogelijk te krijgen. De klant heeft dan namelijk wel antwoord op zijn vraag, maar nog niet het optimale advies wat hij zoekt. Je merkt door digitalisering dat je als kantoor niet meer alleen basis fiscale informatie kunt verkopen, je gedetailleerde kennis en ervaring dienen direct naar voren te komen. Verder doen wij aan modellering bij fusies en overnames en hebben we tevens een model gebouwd voor de berekening van de rentevergoeding op de op basis van EU recht ten onrechte ingehouden dividendbelasting. Het échte advieswerk is natuurlijk niet via digitale weg mogelijk. De fiscale informatie en bedrijfsinformatie zal altijd (met de klant) moeten worden geïnterpreteerd. Heb je nog advies voor de fiscale studenten? Voor fiscaal juristen heb ik als advies dat ze moeten zorgen dat ze de basis van het boekhouden begrijpen en dus balansen en winst- en verliesrekeningen kunnen interpreteren, want in fiscale planning en structurering is dat heel belangrijk. Voor fiscaal economen aan de andere kant, zorg juist dat je bepaalde juridische zaken beheerst en begrijpt. De nuances, de scherpte van een jurist op fiscale wetgeving is belangrijk. Dus zorg dat je als fiscaal jurist ook wat van de economische aspecten bezit en als fiscaal econoom ook wat van de juridische aspecten bezit, dan zit je goed. Het is in het begin vooral belangrijk om je op inhoud te focussen. De kwaliteit van het advies geven komt vanzelf. Probeer bovendien iets breder te zijn dan het fiscale vakgebied. Zo zul je meer begrijpen wat een onderneming doet en wat er als adviseur van jou verlangd wordt.
13
14
deAANSL AG!
Kantoorinterview Otterspeer, Haasnoot & Partners
Wat zijn je hobby’s? Toen ik mijn middelbare school had afgerond wilde ik er eerst een jaar tussenuit voordat ik zou gaan studeren. Ik heb toen besloten om een hele winter te werken bij een skischool in Oostenrijk. Daarvoor heb ik een cursus Duits gedaan om het gat tussen de zomervakantie en het winterseizoen op te vangen. Zo heb ik mijn grootste hobby’s kunnen uitvoeren; skiën en snowboarden. Verder heb ik ook nog een jaar of twaalf aan tennis gedaan. Hoe ervaar je het studentenleven? Ik ben in mijn eerste jaar lid geworden van Laurentius. Daar heb ik het erg leuk gehad met mijn jaarclub en dispuut. Tegenwoordig ben ik vooral actief binnen mijn dispuut, waar ik ook een jaar bestuur heb gedaan. Daarnaast ben ik ook actief geweest bij de SBR, waar ik mede de Landelijke Aangifte Dag heb georganiseerd. Het geeft een goed gevoel om zoveel mensen te helpen met aangiften. Dit tekent wel mijn tijd de afgelopen drie à vier jaar.
Emiel ter Marsch Naam: Emiel ter Marsch Leeftijd: 23 jaar Studie: Fiscaal Recht Kantoor: Otterspeer, Haasnoot & Partners Favoriete plek in Rotterdam: de Oude Haven
Emiel ter Marsch is sinds 1 juli 2014 werkzaam als werkstudent bij Otterspeer, Haasnoot & Partners. Hij heeft enige tijd als student-assistent gewerkt aan de Erasmus Universiteit Rotterdam en zit inmiddels in de masterfase van de studie Fiscaal Recht. Ook is hij actief bij studentenvereniging Laurentius. In de winter geeft Emiel snowboard- en skiles in Oostenrijk. Welke karaktereigenschappen maken jou geschikt voor dit werk? Qua karakter ben ik vrij rustig en ingetogen. Voor het werk hier moet je een enorme zelfstandigheid bezitten en deze eigenschap bezit ik ook. Zelfstandigheid is belangrijk aangezien je vaak een casus voor je neus krijgt, welke je zelfstandig dient op te lossen. Natuurlijk krijg je wel begeleiding wanneer je er naar vraagt, maar mijn insteek is om de casus zo veel mogelijk zelf op te lossen. Dat legt dan wel een bepaalde druk op je schouders. Verder moet je hard door kunnen werken.
Ben je lid van de CT en heeft de CT iets bijgedragen aan je studie? Ik ben lid van CT, inderdaad. Wat fijn is aan de CT is de contacten met studiegenoten die je overhoudt door borrels en andere activiteiten. Naast dat ik veel naar borrels ben geweest, heb ik ook meegedaan aan tentamentrainingen. Ik was laatst nog bij de tentamentraining voor het vak ‘Verdieping inkomstenbelasting’. Verder ben ik twee maal bij de Bedrijvendag aanwezig geweest. Ook dat waren erg leuke ervaringen. Vooral de Bedrijvendag is erg nuttig; op zo’n dag zie je in één keer de verschillen tussen bedrijven. Hoe ervaar je het combineren van je werk en het studeren? Wat mij vooral opvalt is dat wat ik hier doe totaal anders is dan wat ik op de universiteit geleerd heb. Op de universiteit leer je toch voornamelijk de grote lijnen van een bepaald vakgebied. Je vult tijdens colleges bijvoorbeeld nooit een aangifte vennootschapsbelasting in; dat doe ik hier op kantoor juist regelmatig. Wat ik dus merk is dat je bepaalde dingen die je op de universiteit alleen in de theorie leert, opeens moet toepassen in de praktijk. Het maakt het juist heel interessant dat je veel dieper op de stof ingaat. Ook tijdens de technische besprekingen bij Otterspeer, Haasnoot & Partners op de maandag, merk ik dat de stof nog veel verder reikt dan dat je op de universiteit leert. Ik merk dan dat ik nog aan het begin sta en slechts basiskennis bezit, ook al zit ik in mijn master. Ik werk één dag in de week bij Otterspeer, Haasnoot & Partners, qua tijd is het heel goed te combineren met studeren. Voor mij is vooral de samenhang tussen studie en werk mooi, omdat je dingen uit de praktijk kunt toepassen tijdens colleges en andersom.
Hoe ben je bij Otterspeer, Haasnoot & Partners terecht gekomen? Ik ben via via in contact gekomen met Willem Otterspeer. In de kerstvakantie van het afgelopen collegejaar heb ik wederom in Oostenrijk les gegeven. Daar kwam ik in contact met een van de ouders van mijn cursisten, die partner bleek te zijn bij Ploum Lodder Princen. Aangezien dat kantoor zich met andere zaken bezighoudt dan de fiscaliteit, bracht zij mij in contact met een goede kennis en dat was Willem Otterspeer. Zo is het balletje gaan rollen. Dit gebeurde afgelopen december, vervolgens heb ik in februari gesolliciteerd en vanaf 1 juli ben ik hier aan de slag gegaan. Erg grappig dat ik door mijn baan duizend kilometer verderop hier een baan heb kunnen vinden. Op welke afdeling werk je? Zoals al eerder naar voren is gekomen richt dit kantoor zich met name op internationaal belastingrecht, Europees belastingrecht en de vennootschapsbelasting. Nu vul ik hoofdzakelijk aangiften vennootschapsbelasting in, waarbij allerhande fiscaal inhoudelijke punten naar boven komen die soms verder uitgezocht en geanalyseerd dienen te worden. Dit doe ik vooral de laatste tijd en hier leer ik heel veel van. Hiervoor deed ik vooral fiscaal uitzoekwerk. Ik kreeg dan bijvoorbeeld een casus, waarbij ik bepaalde specifieke fiscale zaken uit die casus uit moest zoeken en hier verslag over moest doen. Wat vind je specifiek het leukst aan je werk? Wat ik leuk vind aan het werk is het onbekende; het voortborduren op datgene wat je hebt geleerd op je universiteit. Het beste voorbeeld is het invullen van die aangiften vennootschapsbelasting. Je hebt zoiets nog nooit gezien en nu ineens moet je daar echt voor gaan. Hoe zie jij de toekomst voor je? Dat durf ik nog niet te zeggen. De toekomst is een moeilijk uit te stippelen weg. Ik heb het erg naar mijn zin hier en vennootschapsbelasting vind ik een heel interessant onderwerp, dit is momenteel het vakgebied waarin ik werkzaam wil zijn. Heb je nog advies voor studenten? Ik heb eerst organisatorisch werk gedaan, dat was in de tijd dat ik student-assistent was. Hierdoor heb ik discipline ontwikkeld en nu ben ik bezig met het werken aan mijn vakinhoudelijke kennis. De discipline die ik gedurende mijn student-assistentschap heb opgebouwd, kan ik nu nog steeds toepassen op het inhoudelijke. Het is belangrijk eerst discipline op te bouwen en je vervolgens te focussen op vakinhoudelijke kennis. Dit focussen op vakinhoudelijke kennis zal dan een stuk beter gaan. Discipline hoef je natuurlijk niet alleen bij een student-assistentschap te ontwikkelen, dat kan ook prima door het doen van commissies en dergelijke.
Fotopagina tentamentrainingen EY en Meijburg & Co
deAANSL AG!
Tentamentraining ‘Verdieping vennootschapsbelasting’ i.s.m. EY
De tentamentraining ‘Verdieping vennootschapsbelasting’ in samenwerking met EY vond plaats op 27 oktober jongstleden. Drie uur lang zwoegden de fiscale masterstudenten om zich zo goed mogelijk voor te bereiden voor het tentamen.
Tentamentraining ‘Verdieping inkomstenbelasting’ i.s.m. Meijburg & Co
Op donderdag 30 oktober jongstleden vond nog een tentamentraining plaats voor de masterstudenten van Fiscaal Recht. De tentamentraining voor het vak ‘Verdieping inkomstenbelasting’ werd verzorgd door Meijburg & Co. We hopen dat alle aanwezigen baat hebben gehad bij deze tentamentraining en hun tentamen succesvol hebben afgelegd.
15
16
deAANSL AG!
Interview Register Belastingadviseurs
Interview Register Belastingadviseurs
Mr. W.J.M. Vennix
Het Register Belastingadviseurs (RB) is een actieve en praktijkgerichte beroepsvereniging die de belangen behartigt van ruim 7.500 aangesloten leden. Het RB overlegt intensief met overheid en politiek en biedt informatie en daadwerkelijke hulp bij de praktijkuitoefening. Het Register Belastingadviseurs heeft kwaliteit hoog in het vaandel staan en biedt daarom een uitgebreid Permanente Educatieprogramma aan. Daarnaast biedt RB Opleidingen een breed scala aan opleidingen aan op diverse niveaus. Om meer te weten te komen over wat deze beroepsvereniging precies inhoudt hebben wij mr. W.J.M. Vennix, voorzitter van het RB, geïnterviewd. Kunt u vertellen wat uw functie als voorzitter van het RB inhoudt? In juni dit jaar ben ik aangetreden als voorzitter van het RB. Als voorzitter ben ik het eerste aanspreekpunt voor de leden van het RB, maar ook daarbuiten; het boegbeeld voor de vereniging. Het is voor ons erg belangrijk om ons ook op externe zaken te richten. Daarom praten we veel met leden en kantoren, waarmee we willen onderzoeken wat het RB eigenlijk voor de leden inhoudt. Daarnaast zijn deze contacten goed om verbeterpunten te evalueren en om te kijken of leden eventueel iets voor onze vereniging kunnen betekenen. Uitkomsten van dit onderzoek vertalen we naar concrete actiepunten. Eén van de punten die hieruit is voortgevloeid, is het opstellen van een programma voor jonge leden van het RB. Een net afgestudeerde student kan lid bij ons worden, maar de overgang van theorie naar praktijk wordt niet als eenvoudig ervaren. De kennis is er vaak wel, maar het in praktijk brengen hiervan blijkt vaak lastig te zijn. Het is voor onze vereniging en leden belangrijk om een grote rol in dit leerproces spelen, vandaar dat wij bezig zijn om het al bestaande beroepsvaardigheidsprogramma voor de jonge leden van het RB op te frissen en uit te breiden. Wat is uw achtergrond en hoe bent u bij het RB terechtgekomen? Nadat ik in 1991 ben afgestudeerd, had ik al wat aanbiedingen van advieskantoren op zak, maar ik zag toevallig een vacature voor fiscaal journalist van de Federatie van Belastingadviseurs in Den Haag. Schrijven heeft mij altijd wel aangetrokken en daarom leek deze vacature mij ontzettend interessant. Docenten adviseerden mij om het te proberen en zo geschiedde. Uiteindelijk besloot ik toch de praktijk in te gaan om een basis op te kunnen bouwen; ik zag mijzelf niet een leven lang schrijven. Ik werkte vier dagen in de week bij een belastingadvieskantoor. Tussendoor bleef ik echter nog steeds artikelen of columns schrijven. Zo ben ik ook redactielid van het Weekblad Fiscaal Recht. In 2006 trad het toenmalige Federatiebestuur en bloc af en werd me gevraagd om bestuurslid te worden, dat kon of wilde ik toen niet weigeren. Dit jaar werd mij deze voorzittersfunctie bij het RB aangeboden, wat ik gelukkig kan combineren met mijn werkzaamheden in de praktijk. Dit brengt mij dus van alles, waardoor ik een mooie afwisseling heb van klanten, praktijk en het voorzitterschap. Wat houdt het RB in? Het RB is een fusie van de Nederlandse Federatie van Belastingadviseurs en het College van Belastingadviseurs. Onze leden zijn voor het overgrote deel actief in de MKB-sfeer. De kantoren waarop
RB-leden actief zijn variëren in omvang, op de grootste zijn tot plm. 150 RB-leden actief, daarnaast hebben we ook een flinke groep eenpitters en ZZP’ers in ons ledenbestand. Jaarlijks hebben we een RB-dag, waar de ledenvergadering en een congres plaatsvinden. Hierbij zijn zo’n 700 tot 900 leden aanwezig. Onze organisatie bestaat uit verschillende groepen. Zo hebben wij Jong RB, specifiek voor leden tot en met 35 jaar. Voor deze groep hebben we speciale bijeenkomsten waar niet alleen fiscaal technische zaken, maar ook soft skills aan de orde komen. Daarnaast hebben we ook een aantal specialistengroepen. Vanuit deze groepen kunnen procedures worden opgesteld, zoals nu het geval is met de btw in de medische sector. Verder hebben we tien regionale studiekringen, die ieder circa acht bijeenkomsten per jaar hebben. Het RB biedt ook landelijke programma’s aan met acht lezingen, die gratis zijn voor de leden. Bij deze evenementen kunnen onze leden met elkaar in contact komen. Zo bouwt men een netwerk op; dit kan erg handig zijn. Binnen het RB hebben we ook een Commissie Wetsvoorstellen. Tevens vindt er vaak overleg plaats met het Ministerie, SRA, NOB en NBA. Wat is het duidelijkste onderscheid tussen RB en NOB? Onze leden zijn, zoals eerder genoemd, vooral werkzaam in de MKB-praktijk. Dit is wel een andere praktijk dan de Big Four, waar veel NOB-leden werkzaam zijn. Zo is het BEPS-probleem vooral aan de orde bij de NOB, terwijl het bij ons minder speelt. Wij hebben vooral met nationale praktijken te maken. Uiteraard is een deel van onze klanten ook actief in het buitenland, maar dit betreft meestal geen internationale structuren. Grote kantoren doen zelf vaak veel met studiepunten (PE) en hebben een beroepsorganisatie niet per se nodig. De NOB bemoeide zich daar dan ook lange tijd niet mee. Bij het RB wordt er veel aangeboden op het gebied van PE. Vooral voor kleinschaligere kantoren is het nuttig als zij een beroep kunnen doen op ons vaktechnisch bureau voor ondersteuning. Zo hebben wij een helpdesk opgezet en bieden wij modellen en praktijkhandleidingen aan. Hoe ervaart u de digitalisering in de fiscaliteit? Komen jullie dit ook tegen bij het RB? Het is geweldig! Voor jonge mensen is het niet meer voor te stellen hoe je vijfentwintig jaar geleden aan informatie kwam. Het was afwachten op nieuwe informatie, je moest actief op zoek. Tegenwoordig heeft men alles binnen handbereik en hoef je je weinig in te spannen; als men wetsvoorstellen wil hebben, zijn die binnen vijf minuten binnen. Eind jaren ’80 had je iets wat voor die tijd ontzettend modern was, namelijk ‘Fiscafax’. Elke dag werd een A4 met belangrijke, actuele fiscale zaken toegestuurd. Er is nu zoveel informatie beschikbaar, waardoor filteren belangrijk wordt. Ik vind het dan ook de taak van uitgevers en beroepsorganisaties om hier ondersteuning bij te bieden. Verder is het RB volop bezig met e-learning (ook wel blended learning). Leden kunnen online cursussen volgen, al zal het klassikale model wel blijven bestaan. Aan netwerken is namelijk nog steeds behoefte. Wil je na het lezen van dit artikel meer weten over het RB? Kijk dan op: www.rb.nl
Interview Nederlandse Orde van Belastingadviseurs
deAANSL AG!
Interview NOB
Dhr. F.H.J. Sobels
Wanneer je bent afgestudeerd is de kans groot dat je aan de slag zult gaan bij een belastingadvieskantoor. Als je bij een aangesloten NOB-kantoor aan de slag gaat, zal je – als aspirant-lid – in aanmerking komen voor het volgen van een drie-jarige opleiding bij de Nederlandse Orde van Belastingadviseurs (NOB). Na het volgen van deze opleiding ben je gewoon lid. De NOB is een soort ‘keurmerk’ voor belastingadviseurs, aangezien belastingadviseur geen beschermd beroep is. De NOB behartigt de belangen van de leden, dat gebeurt op allerlei manieren. Directeur van de NOB, dhr. F.H.J. Sobels, is geïnterviewd om meer informatie over de vereniging te verschaffen. Wat is uw achtergrond? Ik ben fiscalist en heb hiervoor een aantal jaren gewerkt als inspecteur vennootschapsbelasting in Den Haag. Sinds 1990 werk ik voor de NOB, waar ik eerst vijf jaar lang directeur van de opleiding ben geweest. Daarna ben ik algemeen directeur geworden. Echter bemoei ik me nog steeds met de opleiding en hier ben ik dan ook de eindverantwoordelijke voor. Wat houdt de NOB als organisatie in? De NOB is de vereniging van de universitair geschoolde belastingadviseurs. Het beroep van belastingadviseur is niet bij de wet geregeld. Iedereen kan zich dus belastingadviseur noemen. Dit is één van de redenen dat de NOB er is; de NOB is een soort ‘keurmerk’. Als lid van de NOB moet je namelijk aan een aantal criteria voldaan hebben, welke later aan bod zullen komen. Wij hebben een ledenbestand van bijna 5000 leden, waarvan 55% werkzaam is bij een Big Four kantoor, Loyens & Loeff of BDO. De overige 45% van onze leden werkt bij middelgrote kantoren, zoals Mazars, de gerenommeerde advocatenkantoren of werkt zelfstandig. Ons hoofddoel is het behartigen van de belangen van de leden. Dit doen wij in verschillende opzichten. Wij overleggen veel met de Belastingdienst en het Ministerie. Zo hebben wij een bestuurscommissie, de Commissie Wetsvoorstellen, die zich bezighoudt met het becommentariëren van wetsvoorstellen. De commentaren kun je op onze site vinden. De NOB wordt vaak al in een vroeg stadium van het ontstaan van wetgeving betrokken. Voor ons is het goed onderhouden van contact met de Belastingdienst en het Ministerie dus erg belangrijk. Naast bestuurscommissies, waar de Commissie Wetsvoorstellen er één van is, hebben we nog zeven specialistensecties. Voorbeelden hiervan zijn de omzetbelasting, tax assurance en Europees fiscaal recht en internationaal recht. We zijn nu voornamelijk bezig met het internationale vestigingsklimaat van Nederland. Nederland dient een fiscaal aantrekkelijk land te blijven. Dit is zowel belangrijk voor de Nederlandse economie als voor onze leden. Als organisatie zijn we verder vrij bijzonder georganiseerd. We hebben een heel klein bureau met slechts vijftien fte, maar we hebben ruim driehonderd leden die zich actief voor de vereniging inzetten waardoor we heel krachtig kunnen optreden. Waar bemoeit de NOB zich verder als organisatie mee? We doen veel om ons vak bekend te maken aan scholieren en studenten. Om te zorgen dat er voldoende aanwas blijft, hebben wij bijvoorbeeld een scholierenpakket ontwikkeld in samenwerking met de Vereniging van Economieleraren (VECON) en de Belasting-
dienst. Hiermee kunnen middelbare scholieren op aansprekende wijze warm worden gemaakt voor het fiscale vak. Op de website www.ikwilbelastingadviseurworden.nl zijn filmpjes terug te vinden met uitleg over het fiscale vak en de studie. Zo treedt ook prof. dr. Sigrid Hemels op in een van onze filmpjes waarin zij de studie Fiscaal Recht promoot, maar bijvoorbeeld ook Joop van den Ende met zijn belastingadviseur. Daarnaast doen wij, in samenwerking met onafhankelijk onderzoeksinstituut Sociaal Economisch Onderzoek (SEO), iedere paar jaar onderzoek naar de arbeidsmarkt voor fiscalisten. Het laatste rapport uit 2013 vind je op onze site. In juni 2015 verwachten we hier een nieuw rapport van. In juni weten we dus weer een beetje hoe de markt er voor jullie voorstaat. Ik moet zeggen: de markt voor fiscalisten is nog steeds erg goed, vrijwel iedereen komt aan een baan. Wat interessant is, is het feit dat de Belastingdienst de laatste tijd weer mensen aanneemt, dat hebben ze heel lang niet gedaan. Wel kan ik adviseren om ervaring op te doen naast het studeren, wat op allerlei manieren kan, bijvoorbeeld met een bijbaan of door actief te zijn binnen een studieof studentenvereniging. Wat houdt de NOB-opleiding in? De Beroepsopleiding Belastingadviseurs van de NOB duurt drie jaar. In die periode ben je aspirant lid; je werkt voornamelijk en volgt daarnaast bij ons de opleiding. De opleiding bestaat uit veertig halve dagen en varieert van technische cursussen tot vaardighedencursussen. De vaardighedencursussen kunnen bestaan uit beargumenteren, presenteren of onderhandelen. Dit zijn voorbeelden van typische dingen die je niet op de universiteit leert, maar wel bij ons. We hebben ook een heel breed scala aan fiscaal technische cursussen. De opleiding is een heel praktische opleiding en bedoeld als aanvulling op de universitaire opleiding. Wij hebben permanent zo’n 950 mensen in opleiding. We bieden op jaarbasis 37 verschillende cursussen aan. Je kunt heel veel keuzes maken uit ons programma. Ook komt het voor dat kantoren een bepaald traject kiezen. Na de opleiding, wanneer je gewoon lid van de Orde bent, hebben wij ook een programma in het kader van de Permanente Educatie van de leden. Daar hebben wij allerlei vaktechnische cursussen, maar laatst hebben wij bijvoorbeeld ook een e-learning module op het terrein van de WWFT uitgebracht. Leden hebben de verplichting om jaarlijks twintig PE-uren te halen. Wat zijn de eisen om lid te mogen worden van de NOB? Allereerst kun je alleen lid worden als je gesolliciteerd hebt bij een aangesloten NOB-kantoor. Een NOB-kantoor is een kantoor waar NOB-leden werken. Op onze site en vereiste dat een lid de fiscale master heeft behaald heeft met voldoende studiepunten. Hiervoor geldt de 52-9-9-eis; er zijn 52 fiscale, 9 civielrechtelijke en 9 economische punten vereist. Wanneer leden ook advocaat zijn en de beroepsopleiding van de NOvA volgen, is het mogelijk om een forse vrijstelling te krijgen. Wat is het hoofdvoordeel van lid zijn van de NOB? Ons hoofdvoordeel is dat wij letterlijk de belangen van de leden behartigen en dit doen we dus op allerlei verschillende manieren, zoals ik al eerder heb gezegd. We behartigen de belangen door opleidingen aan te bieden, contact te hebben met de Belastingdienst en te praten met verschillende Tweede Kamerleden. Wil je na dit interview meer weten over NOB? Kijk dan op: www.NOB.net
17
18
deAANSL AG!
Docentartikel mr. dr. Q.W.J.C.H Kok
De uitdagingen van de digitale economie Door: Reinout
Kok1
1. Inleiding De afgelopen jaren is er in de media veel te doen over de belastingheffing van multinationals. De kritiek is dat ze – met name door gebruik te maken van verschillen tussen de belastingstelsels van landen – te weinig belasting betalen. Anders gezegd, ze betalen hun ‘fair share’ (wat dat dan ook moge zijn) niet. Zeker in economisch moeilijke tijden, wanneer de belastingopbrengsten van landen sowieso onder druk staan, vindt dergelijke kritiek gemakkelijk een gehoor. Tegen die achtergrond is de OESO gestart met het zogenoemde ‘BEPS-project’. BEPS staat voor ‘base erosion and profit shifting’: het uithollen van de belastinggrondslag en het verschuiven van winsten (naar laagbelaste landen). Doel van dit project is ‘base erosion’ en ‘profit shifting’ tegen te gaan en de belastingheffing meer te laten aansluiten bij de economische realiteit. Om dit doel te bereiken heeft de OECD een vijftiental actiepunten geformuleerd. Het eerste actiepunt is ‘Addressing the Tax Challenges of the Digital Economy’. Samengevat zijn de doelstellingen van dit actiepunt als volgt: “Identify the main difficulties that the digital economy poses for the application of existing international tax rules and develop detailed options to address these difficulties, taking a holistic approach and considering both direct and indirect taxation. Issues to be examined include, but are not limited to, the ability of a company to have a significant digital presence in the economy of another country without being liable to taxation due to the lack of nexus under current international rules, the attribution of value created from the generation of marketable location-relevant data through the use of digital products and services, the characterisation of income derived from new business models, the application of related source rules, and how to ensure the effective collection of VAT/GST with respect to the cross-border supply of digital goods and services. Such work will require a thorough analysis of the various business models in this sector.”2 Op 16 september 2014 is het rapport betreffende dit actiepunt met aanbevelingen verschenen hoe om te gaan met de uitdagingen van de digitale economie. In deze bijdrage zal ik een samenvatting geven van het rapport. Het hele rapport, inclusief bijlagen, is circa tweehonderd bladzijden. 2. Algemeen Een belangrijke conclusie in het rapport is dat er in principe geen speciale regels moeten komen om om te gaan met belastingheffing in de digitale economie. Het zou namelijk ondoenbaar zijn om een scherpe scheidslijn te trekken tussen de digitale economie en de reële economie. Het is echter wel zo dat de business 1 Hoolgeraar belastingrecht Erasmus Universiteit Rotterdam en verbonden aan Ernst & Young Belastingadviseurs LLP te Amsterdam. 2 Tabel A.2 uit het ‘Action Plan on Base Erosion and Profit Shifting’ van de OESO.
modellen in de digitale economie de risico’s van ‘base erosion’ and ‘profit shifting’ verergeren. Een voorbeeld: het is voor Amazon, omdat die geen fysieke winkels heeft, veel makkelijker om winsten te verschuiven over de wereld dan dat voor de Rotterdamse boekhandel Donner is. Anderzijds worden er echter wel opties in overweging gegeven die alleen de belasting van de digitale economie betreffen, zoals de bespreking van de mogelijkheid om een belasting op ‘bits’ te heffen. Omdat het actiepunt over de digitale economie samenvalt met andere actiepunten van het BEPS-project, die nog niet allemaal zijn afgerond, zal de OESO blijven doorwerken op het terrein van de belastingheffing van de digitale economie en is alleen daarom al het in september 2014 gepubliceerde rapport niet het laatste woord van de OESO op dit terrein. 3. De onderdelen van het rapport Het rapport bestaat uit diverse hoofdstukken. Hieronder behandel ik deze hoofdstukken kort. Sommige onderwerpen heb ik omwille van het overzicht samengevoegd. 3.1 Fundamentele uitgangspunten van belastingheffing Het rapport gaat eerst in op de fundamentele uitgangspunten waaraan belastingsystemen zouden moeten voldoen. Hierbij wordt verwezen naar de voorwaarde dat een belastingstelsel neutraal, efficiënt, voorspelbaar (qua toepassing) en eenvoudig, effectief en eerlijk, en flexibel moet zijn. 3.2 ICT en de opkomst van nieuwe business modellen Door de ontwikkelingen in de ICT zijn er nieuwe business modellen opgekomen. In het rapport bespreekt de OESO deze business modellen van de digitale economie. Hierbij kan worden gedacht aan: • E-commerce • App stores • Online advertenties • Cloud computing • Betalingssystemen • High frequency trading • ‘Participative networked platforms’ Vanuit belastingperspectief is er een aantal kenmerken van de digitale economie. In mijn ogen is de belangrijkste de mobiliteit. Het gaat om de mobiliteit van de aanbieders van producten of diensten, en om de mobiliteit van de afnemers. Producten en diensten kunnen door iedereen ter wereld aan iedereen ter wereld worden aangeboden. 3.3 Mogelijkheden tot ‘base erosion’ en ‘profit shifting’ in de digitale economie en het tegengaan daarvan In het rapport wordt geïnventariseerd wat de belastingplanningstechnieken zijn die in de digitale economie worden gehanteerd. Het gaat daarbij niet om structuren die specifiek voor de digitale economie zijn, maar de digitale economie heeft wel ken-
Docentartikel mr. dr. Q.W.J.C.H Kok
merken die het eroderen van de grondslag en het verschuiven van winst (naar laagbelastende jurisdicties) eenvoudiger maakt. Een voorbeeld van een vraagstuk: als de Bijenkorf in Rotterdam mode verkoopt, is het op zich redelijk duidelijk waar de winst wordt gemaakt. Zowel de koper als de verkoper bevinden zich in Nederland. Indien dezelfde Rotterdamse koper via een website (bijvoorbeeld Zalando3, een Duits bedrijf), die wordt gehost vanaf een server in Ierland mode koopt, die vanuit een warenhuis in België wordt verstuurd, is dat veel minder duidelijk. Wordt de winst gemaakt in Duitsland, in Ierland, in België of in Nederland, of in elk land een deel? En in het verlengde daarvan, wie mag de winst belasten? In het internationale belastingrecht geldt dat landen de winst van een in het buitenland gevestigd bedrijf mogen belasten indien dat buitenlandse bedrijf via een vaste inrichting ondernemingsactiviteiten ontplooit. Maar kan men nu zeggen dat het Duitse Zalando in dit voorbeeld een vaste inrichting in Nederland en/of Ierland en/of België heeft, en zo ja, is daar dan überhaupt wel (veel) winst aan toe te rekenen? Een ander actiepunt, actiepunt zeven, van het BEPS-project handelt over vaste inrichtingen. De vraag of er in een land al dan niet sprake is van een vaste inrichting is namelijk zeker niet een vraag die alleen relevant is voor de digitale economie. Op 31 oktober 2014 werd een conceptrapport gepubliceerd. De bedoeling is dat er in de toekomst, sneller dan thans, tot aanwezigheid van een vaste inrichting kan worden geconcludeerd. Dit zal dan ook gevolgen voor de belastingheffing van de digitale economie kunnen hebben. 3.4 Meer algemene uitdagingen betreffende de belastingheffing van de digitale economie Naast de algemene ‘base erosion’ en ‘profit shifting’ uitdagingen die niet alleen in de digitale economie gelden, maar daar wel van groot belang kunnen zijn, gaat de OESO ook in op wat meer specifieke issues van de digitale economie. De OESO identificeert een aantal aandachtsgebieden: • Nexus – de mogelijkheid om digitaal ergens aanwezig te zijn, zonder dat dat tot onderworpenheid aan belastingheffing leidt. Dit punt vertoont veel overlap met het in de vorige paragraaf gegeven voorbeeld van Zalando. Maar het kan ook om puur digitale diensten gaan, zoals het over het internet kunnen spelen van games. • Data – door digitale interactie met afnemers (van diensten en producten) wordt een veelheid aan data en informatie gegenereerd (bijvoorbeeld informatie die Facebook over zijn gebruikers heeft). Hoe kan daar waarde aan worden toegekend en waar vindt daarover belastingheffing plaats? • Karakterisering van inkomen – bij digitale diensten is het vaak niet duidelijk hoe het inkomen dat daardoor wordt gegenereerd, moet worden gekarakteriseerd. Iemand maakt bijvoorbeeld gebruik van cloud computing. De betaling die hij daarvoor doet, valt die bijvoorbeeld in het royalty artikel onder verdragen, of onder een bepaling die ziet op betalingen voor technische dienstverlening (sommige verdragen bevatten daar een specifieke regeling voor) of ondernemingswinst? 3 Dit voorbeeld is fictief. Mij is niet bekend waar Zalando haar servers en warenhuizen heeft.
deAANSL AG!
Daarnaast gaat het betreffende hoofdstuk uit het rapport ook nog in op enkele btw aspecten van de digitale economie. Het rapport schrijft geen specifieke maatregelen voor. Wel worden diverse opties besproken, zoals – op het terrein van de nexus – het aanpassen van de regels voor het aanwezig achten van een vaste inrichting. Een andere optie is de introductie van een bronbelasting op bepaalde betalingen voor digitale producten of diensten. 4. Tot slot In het bovenstaande is een zeer korte samenvatting gegeven van het rapport over actiepunt één van het BEPS-project van de OESO. Het rapport, inclusief bijlagen, beslaat circa tweehonderd bladzijden en daarom was het uiteraard niet mogelijk om alles in detail te behandelen. Ook is er in zekere zin nog sprake van werk en uitvoering, Er dient nog verder te worden nagedacht door de OESO en de diverse opties die nu zijn voorgesteld, zullen technisch nog moeten worden verdiept. Vervolgens is het aan de landen van de OESO, en de andere landen die het BEPS-project een warm hart toedragen, om de voorstellen om te zetten in wetgeving en verdragen. Al met al is het BEPS-project, en dus ook actiepunt één, interessant en belangrijk. De toekomst van de (multinationale) belastingheffing wordt vandaag geschreven. Voor wie op zoek is naar een scriptie-onderwerp op het terrein van het internationale belastingrecht, zal in de diverse BEPS-actiepunten zeker iets van zijn of haar gading kunnen vinden.
19
20
deAANSL AG!
Fiscaliteit in Perspectief
Fiscaliteit in Perspectief Door:
Amarins Veringa
Meningen zijn er om te delen en dus ook in deze editie worden interessante niet-fiscalisten gevraagd wat zij denken bij het onderwerp fiscaliteit en onze studie. Verschillende studenten van een andere faculteit of studie hebben hun gedachten hierover uitgelaten.
Naam: Lisanne Hofman Leeftijd: 19 jaar Opleiding: Bedrijfskunde Universiteit: Erasmus Universiteit Rotterdam
Fiscaliteit. Bij het woord fiscaliteit denk ik aan getallen, getallen met een zekere betekenis. Ik denk aan geld dat bij de overheid in de staatskas komt. Maar ik denk ook aan wetten en aan de uitdaging dan wel mogelijkheid deze te omzeilen of te manipuleren. Persoonlijk heb ik altijd bewondering gehad voor het vak fiscaliteit. Dit omdat het continu veranderd door overheidsmaatregelen en wijzigingen of aanvullingen aan de wet. Het is een bewegend vakgebied dat veel studie en kennis vergt. Desalniettemin ben ik van mening dat fiscaliteit een uiterst benodigd vakgebied is, privé dan wel in het bedrijfsleven. Alles en in iedereen heeft namelijk te maken met belasting in Nederland en geen enkele Nederlander betaalt graag te veel. Voor bedrijven, maar ook voor particulieren, is het een verplichte afdracht die liever aan iets anders wordt besteed. Hoe mooi is het dan, dat fiscalisten precies weten of het nu verstandig de schenking in dit jaar of in het volgende jaar te doen? Of om investeringen dit jaar nog te doen of door te schuiven naar volgend jaar. Dit bewijst maar dat fiscaliteit een benodigd vak is in het dagelijks- en bedrijfsleven en waar iedereen, behalve de staat, in principe, voordeel van heeft.
Naam: Eva van Sliedregt Leeftijd: 19 jaar Opleiding: Rechtsgeleerdheid Universiteit: Erasmus University Rotterdam
Fiscalisten zijn mensen die veel met de Belastingdienst te maken hebben. Daar waar de meeste mensen hard wegrennen als ze het woord belasting horen en nog harder gaan rennen als blijkt dat ze zich erin moeten gaan verdiepen, zoeken fiscalisten belastingen juist op. Gelukkig zijn er in ieder geval nog een paar mensen die van belastingen kunnen genieten... Ik denk dat ik mezelf wel bij team belasting kan indelen. Ik studeer Rechtsgeleerdheid en zit in mijn tweede jaar. Het vak Fiscaal Recht heeft op mij zo’n goede indruk achter gelaten dat ik denk dat ik het er volgend jaar bij ga doen. Ik werk ook al bij een fiscaal advocatenkantoor. Er is ooit tegen me gezegd dat het fiscale wereldje bijna als een sekte is. Ik loop nu zelf al een tijdje rond in datzelfde wereldje, maar dat is me nog niet echt opgevallen. Of misschien ben ik al een van hen geworden...
Naam: Esmee To Leeftijd: 19 jaar Opleiding: International Business Administration Universiteit: Erasmus University Rotterdam
Als ik aan Fiscale Economie denk, dan denk ik gelijk aan geld, geld en nog eens geld. Stiekem houdt iedereen toch wel van geld, dus een studie waarmee je veel geld kunt verdienen en tegelijkertijd zoveel geld kunt blijven houden door uit te zoeken hoe je zo min mogelijk belasting hoeft te betalen, klinkt zeker goed. Of de studie me leuk lijkt is weer een ander verhaal. Al die cijfertjes, berekeningen, wetboeken en het leren van alle regeltjes lijkt me helemaal niks, maar als ik later bij een groot bedrijf werk, weet ik zeker dat we fiscale economen hard nodig zullen hebben. Leuker kunnen jullie het voor ons namelijk niet maken, maar makkelijker wel.
Thuis bij…
deAANSL AG!
Thuis bij...
Door:
Giorgio Peterse
Amarins Veringa
Giorgio is 21 jaar en komt uit het dorpje Oss. Hij spreekt naast de Nederlandse taal ook vloeiend Italiaans. Het stereotype Italiaan mag het niet zo op belasting hebben – er is behoorlijk wat Italiaans zwart geld –, maar Giorgio draait er zijn hand niet voor om. Momenteel is hij bezig met het tweede jaar van de opleiding Fiscale Economie. Naast zijn studentenvereniging, zwemvereniging en hobby’s maakt hij sinds kort ook tijd vrij om zijn fiscale kennis in de praktijk te brengen bij de SBR. Waar woon je in Rotterdam en hoe ben je aan je kamer gekomen? Ik woon samen met mijn zus in een appartement aan de Spoorsingel, de straat achter het Centraal Station. Het huis is eigenlijk voor expats, maar de eigenaar zit nu in Zuid-Amerika. Voor ik hier kwam, had ik al twintig kamers bekeken in Rotterdam, maar die waren het allemaal net niet. Toen een kennis mij belde dat er een kamer vrij was gekomen in een heel leuk huis, sprong ik gelijk in de trein vanaf Drenthe. Ik heb toen meteen besloten om het te huren. Het fijne aan dit appartement vind ik de open ruimte en de oude ornamenten en andere details die nog aanwezig zijn. Hoeveel bedraagt de huur van je kamer? De huur van het hele appartement bedraagt in totaal €1300,- per maand. Mijn zus en ik betalen beiden een derde en het laatste deel wordt betaald door mijn ouders. Als zij in Rotterdam komen maken ze namelijk ook gebruik van dit appartement. Mijn zus en ik gaan niet meer zo vaak terug naar Drenthe, daarom vinden mijn ouders het leuk om naar Rotterdam af te reizen en bij ons te overnachten. Wat vind je zo leuk aan Rotterdam? Ik ben zelf opgegroeid in een klein dorpje van nog geen vijfhonderd inwoners, dus ik vond het eigenlijk wel spannend om voor mijn studietijd naar het westen te verhuizen. Ik koos voor Rotterdam, omdat het echt een stad in bloei is en vanwege de goede economische faculteit. Het is een heel dynamische stad. Met de oplevering van de Markthal en het Centraal Station, merk je echt dat de stad in ontwikkeling is. In deze wijk kun je ook in een straat vol mooie panden staan en dan als je een blokje om gaat opeens in een nieuwbouwwijk staan.
Wat doe je naast je studie? Ik ben één avond per week bij mijn studentenvereniging S.S.R.Rotterdam. Daar zet ik me de laatste tijd wat meer in, zeker nu ik mijn BSA gehaald heb. Sinds dit jaar train ik ook drie keer per week bij zwemvereniging Ragnar. Toen ik daarmee begon, merkte ik gelijk dat ik me lichamelijk fitter voelde. Ik ben ook begonnen met werken bij de SBR. Verder houd ik heel erg van lezen. Het is leuk dat je in de krant veel studie gerelateerde dingen vindt en daar over mee kan denken. Daarnaast houd ik veel van koken, reizen en muziek. Tijdens het studeren luister ik bijvoorbeeld graag naar filmmuziek. Waarom studeer je Fiscale Economie? Economie heb ik altijd een heel leuk vak gevonden, maar vrij globaal. Fiscale Economie is meer een specialisatie in de economie. Het is een vak dat ook veel waard is, want de fiscaliteit is en blijft altijd heel erg belangrijk. De vragen en de politieke ontwikkelingen rondom inkomensverdeling zijn heel interessant. In deze studie kan ik mezelf echt vinden. De fiscaliteit blijft altijd actueel en biedt daardoor veel mogelijkheden om het leuk te blijven vinden. Hoe zie jij jezelf over tien jaar? Een moeilijke vraag om te beantwoorden… Hopelijk heb ik dan al een carrière opgebouwd, het liefste bij een Big Four kantoor. Het lijkt me toch het spannendst om daar in de consultancy praktijk te gaan werken, vooral internationaal gezien, omdat die erg in beweging is.
21
22
deAANSL AG!
Fotopagina Eerstejaarsactiviteit poolen en Ledenborrel
Eerstejaarsactiviteit poolen en Ledenborrel
Op 13 november jongstleden vond alweer de derde Ledenborrel in Cinéma plaats. Voor de borrel hadden eerstejaars de mogelijkheid om mee te gaan poolen in poolcafé Thurston. Met ruim twintig eerstejaars hebben we ruim een uurtje gepoold onder het genot van een hapje en een drankje; bitterballen waren er in ieder geval in overvloed. Hierna gingen we met de hele stoet naar de borrel, waar het later ook volstroomde met de ouderejaars leden.
Fotopagina Sinterklaasborrel i.s.m. EY
Sinterklaasborrel i.s.m. EY
deAANSL AG!
Hoor wie klopt daar kinderen, hoor wie klopt daar kinderen.. 4 December vierde de CT in samenwerking met EY het sinterklaasfeest door middel van de Sinterklaasborrel. Rond elven kwamen ook Sint en Piet Divoza binnen om een borrel met ons te drinken. Op de borrel waren we met ruim honderd man, een hele goede opkomst! Graag zien we jullie komende borrels ook weer!
23
24
deAANSL AG!
Kantoorinterview Houthoff Buruma
Kantoorinterview Houthoff Buruma Kantoorprofiel
Houthoff Buruma is één van de grootste kantoren van advocaten, notarissen en belastingadviseurs in Nederland. Het is een onafhankelijk Nederlands kantoor met een internationale oriëntatie. Houthoff Buruma is een full-service kantoor met één focus: de cliënt, waarbij zij zich richt op het topsegment binnen het bedrijfsleven en de publieke sector. Ze hebben vestigingen in Rotterdam, Amsterdam, Brussel, Londen en New York. Circa driehonderd specialisten leveren maatwerk aan ondernemingen en organisaties die streven naar excellente prestaties. Voor deze doelgroep vormen ze het kantoor met specialisten die thuis zijn binnen vrijwel alle bedrijfsmatige vraagstukken. Het team van fiscalisten bij Houthoff Buruma maakt deel uit van de sectie Financial Markets Group en is gevestigd op hun kantoor in Amsterdam. De fiscalisten richten zich met name op de internationale adviespraktijk. Als belastingadviseur-stagiaire word je nauw betrokken bij fiscale ad-
vieswerkzaamheden op het terrein van onder meer investeringsfondsen, private equity, internationaal belastingrecht en taxplanning. De fiscalisten treden op als zelfstandig adviseur voor ‘eigen’ cliënten, maar werken binnen het kantoor ook nauw samen in multidisciplinaire teams van advocaten en notarissen. Als belastingadviseur adviseer je binnen deze teams bijvoorbeeld over de fiscaal-juridische aspecten bij fusies en overnames. De belastingadviseurs hebben veelvuldig te maken met internationale cliënten, men moet dus niet alleen oplossingen kunnen aandragen vanuit een Nederlands perspectief, maar zich ook kunnen verdiepen in de consequenties van deze oplossingen in de verschillende landen waar de cliënten opereren.
Kantoorinterview Houthoff Buruma
deAANSL AG!
Interview met Pieternel van den Brink Paspoort Naam: Pieternel van den Brink Leeftijd: 26 jaar Studie: Fiscaal Recht met civiel effect Kantoor: Houthoff Buruma Amsterdam
De Aanslagcommissie vroeg Pieternel van den Brink om meer te vertellen over Houthoff Buruma. Pieternel heeft Fiscaal Recht in Groningen gestudeerd en daarbij haar civiel effect gehaald. Tijdens haar studenttijd heeft ze erg veel nevenactiviteiten verricht. In 2010 is Pieternel voor het eerst in aanraking gekomen met Houthoff Buruma en dit beviel haar goed. Na ook bij andere advocatenkantoren gekeken te hebben is zij uiteindelijk toch bij Houthoff Buruma aan de slag gegaan. Zou je jezelf kunnen voorstellen? Mijn naam is Pieternel, ik heb in Groningen gestudeerd en ben sinds 1 mei 2012 werkzaam bij Houthoff Buruma in Amsterdam. Hoe heb je het studentenleven ervaren? Mijn studentenleven heb ik ervaren als een tijd waarin ik alles kon doen wat ik maar wilde. Er was zoveel tijd en je kreeg zoveel mogelijkheden aangeboden; je hoefde als student maar relatief weinig lastige keuzes te maken. Naast het studeren heb ik verschillende commissies gedaan bij onder andere AIESEC, REMIND en JFV. Ook was ik lid van een studentenvereniging en heb ik als student-assistent op de Rijksuniversiteit Groningen gewerkt. Wanneer ik terugkijk naar mijn studentenleven denk ik dan ook aan een tijd met veel zin en onzin. Hoe was de overgang van studeren naar werken? Na vijf en een half jaar studeren, drie maanden reizen en werken in Chili had ik ontzettend veel zin om bij Houthoff Buruma te mogen beginnen. De eerste maanden bestonden vooral uit zoeken, al vond ik het werk en mijn collega’s meteen erg leuk. Wat ik lastig vond in het begin was het gebrek aan flexibiliteit die een fulltime baan bij een advocatenkantoor met zich meebrengt. Even
doordeweeks een kopje koffie drinken met een vriendinnetje, sporten voor de lunch, een middagdutje of zelfs snel iets ophalen in de stad kon opeens niet meer. De hoeveelheid borrels en activiteiten die onder andere worden georganiseerd door Houthoff Buruma, de JOB en de Jonge Balie geven echter soms ook het gevoel dat de beginperiode een verlengstuk is van je studententijd. Hoe ben je terecht gekomen bij Houthoff Buruma en hoe bevalt het tot nu toe? In 2010 heb ik twee maanden stage gelopen bij Houthoff Buruma en dat was mij heel goed bevallen. Voor mij moest een stage bewijzen of ik het fiscale recht ook in de praktijk interessant vond en gelukkig bleek dit dan ook zo te zijn. Over een plan B had ik namelijk nog niet nagedacht. Na mijn stage heb ik nog twee business courses bij twee andere grote advocatenkantoren gedaan, maar Houthoff Buruma bleef mijn favoriet. Daarnaast had ik hier de mogelijkheid om de opleiding tot advocaat te volgen, iets wat mij heel erg aansprak. Vlak voordat ik afstudeerde, heb ik gesolliciteerd en na mijn reis kon ik meteen aan de slag. Het bevalt mij hier nog steeds erg goed! Op welke afdeling ben je werkzaam? Momenteel ben ik op de afdeling Tax werkzaam, een onderdeel van de Financial Markets Group bij Houthoff Buruma. Maak je lange dagen? Dat verschilt per dag, maar ik ben regelmatig ’s avonds en in het weekend toch nog even aan het werk. Reden hiervoor is de grote hoeveelheid aan mooie zaken die voorbij komen en de reactiesnelheid die een internationale fiscale praktijk van je vraagt. Hoe ziet een werkweek er voor jou uit? Ik stel mijzelf deze vraag ook wel eens, maar die is lastig te beantwoorden. Je overzichtelijke to do-list waarmee je de week of dag
begint, wordt algauw in de war gebracht door tussentijdse telefoontjes van cliënten, zaken met een hogere prioriteit en korte vragen van collega’s. Daarnaast passeren veel verschillende soorten zaken de revue. Het ene moment ben ik bezig met een mark-up van een SPA en het volgende moment maak ik een btw-analyse van medische producten. Daarna bekijk ik fondsvoorwaarden voor een FGR en tot slot schrijf ik een advies over de herstructurering van een multinational. Aangezien je intensief met collega’s van andere afdelingen werkt, ben je nauw betrokken bij het gehele proces dat plaatsvindt. Het feit dat Houthoff Buruma een jong fiscaal team heeft, betekent dat wij snel verantwoordelijkheid krijgen in dossiers en direct met klanten communiceren. Naast het werken is het ’s avonds ook vaak tijd voor bedrijfshockey, voetbal, een lezing of een (vrijdagmiddag)borrel. Wat spreekt jou het meeste aan in je werk? Naast het feit dat ik leuke collega’s heb, spreken mij de diversiteit en complexiteit van ons werk mij erg aan. Hoe zie jij de toekomst voor je? Ik hoop dat ik nog lang en veel bij Houthoff Buruma mag leren! Kun je een tip of wat advies meegeven aan studenten? Ga vooral stage lopen om te ontdekken of je het fiscale vak interessant genoeg vindt om er dag in dag uit mee bezig te zijn. Als je twee stages gaat lopen, is het verstandig om dit bij twee verschillende soort kantoren te doen. Bijvoorbeeld een groot of klein kantoor en een belastingadvies- of advocatenkantoor. Dit voegt namelijk veel meer toe dan vier stages bij vier grote advocatenkantoren. Daarnaast is het goed om te kijken of de sfeer en het team van een kantoor bij jou past. Tot slot de allerbelangrijkste tip: wees altijd jezelf!
25
26
deAANSL AG!
Prijsvraag
Prijsvraag
In deze editie van De Aanslag staat een kruiswoordpuzzel. Los jij hem als eerste op? Mail dan voor 1 maart 2015 een foto naar
[email protected] onder vermelding van ‘Prijsvraag Aanslag 2’ en maak kans op een diner voor twee.
Horizontaal: 1 Braziliaanse dans - 6 nadeel - 11 oever - 14 buit - 15 inzet - 16 Japanse parelduikster - 17 ternauwernood - 18 beschermd natuurpark - 20 immuun - 22 kleine kerkelijke groep - 23 plant - 24 patroon - 25 kunstvezel - 29 vaste koper - 31 kwijtschelden - 33 hetzelfde - 37 lusthof - 38 afgemat - 39 talent - 40 mannetjesgans - 41 voetballer - 44 transpiratievocht - 46 standpunt - 47 bijzonderheid - 50 bitterheid - 51 bijnaam - 52 redder – 58 mededeelneemster aan een maaltijd - 60 militair hoofddeksel - 61 kunstwerk - 62 soort schaatsen - 63 Afrikaans dier - 64 mannetjeshond - 65 oogje van garen - 66 onkruid Verticaal: 1 naaldboom - 2 behoeftige - 3 soort hond - 4 keten - 5 golfterm - 6 sierdek op een bed - 7 destijds - 8 kalmte - 9 Spaanse uitroep - 10 samendrukken - 11 oplettend - 12 soort viool - 13 niet doen - 19 stichten - 21 kampeerverblijf - 24 op dat toekomstige tijdstip - 25 werpanker - 26 toespraak - 27 slotwoord - 28 zaag met een smal blad zonder eind dat over wielen loopt - 29 rode biet - 30 bereide dierenhuid - 32 loopvogel - 34 Spaanse schilder (surrealist) 35 kortstondig - 36 beenderinhoud - 41 blad papier - 42 niet breed - 43 groep wielrenners - 45 Europese bizon - 47 bedrijver - 48 keur - 49 fijn weefsel - 50 scheidingslijn - 52 ploegsnede - 53 voedsel - 54 Japanse rijstdrank - 55 grote waterplas op de heide - 56 moesplant - 57 spoorstaaf - 59 gevangenis
Luxembourg Leaks
deAANSL AG!
Luxembourg Leaks Door: Artjom Bagramjan
Luxembourg Leaks is de naam voor een internationaal onderzoek, waaruit is gebleken dat Luxemburg al jaren een belastingparadijs is voor bedrijven over de hele wereld. Het onderzoek is gedaan door de ICIJ (International Consortium of Investigative Journalists) dat uit een team van meer dan 80 journalisten uit 26 landen bestaat. Nederland werd vertegenwoordigd door de Trouw. Samen hebben zij bijna 28.000 pagina’s aan vertrouwelijke belastingdocumenten doorgespit. Uit deze documenten is gebleken dat meer dan 340 bedrijven miljarden euro’s aan belastingen hebben ‘bespaard’. De 548 ‘rulings’, afspraken tussen de Belastingdienst en bedrijven, zijn te vinden op de site van de ICIJ (www.icij.org). Deze ‘rulings’ zijn ingediend door accountants- en advieskantoor PriceWaterhouseCoopers (PwC). De verzoeken betreffen het te betalen belastingbedrag en deze zijn vervolgens goedgekeurd door de Luxemburgse belastingdienst. Vaak zelfs binnen 24 uur nadat zij zijn ingediend. De bedrijven die worden gerepresenteerd door PwC zijn onder andere Pepsi, Amazon en Ikea. Daarnaast zijn er afspraken gemaakt met kleinere bedrijven en vermogende particulieren. Hoewel Luxemburg internationaal onder vuur ligt, stelt het dat de rulings legaal zijn. Ook PwC stelt in een reactie aan ICIJ dat het op fiscaal gebied niets illegaals, onethisch of oneigenlijks doet en dat het om ‘verouderde’ en ‘gestolen’ informatie gaat. Ook stelt het kantoor dat de media weinig begrijpen van de belastingstructuren en dat het geen commentaar kan geven over specifieke zaken van klanten. Het feit dat de recent aangetreden voorzitter van de Europese Commissie, Jean-Claude Juncker, verantwoordelijk kan worden
gehouden voor deze ‘rulings’ met de Luxemburgse belastingdienst is een detail dat niet geheel onopgemerkt kon blijven. Juncker is tussen 1995 en 2013 premier en minister van financiën geweest van het Groothertogdom. Een tijd lang liet de kersverse voorzitter niets van zich horen, maar uiteindelijk verdedigde hij zich tegen de beschuldigingen. Volgens Juncker is er niets gebeurd, wat indruist tegen Europese of internationale regels. Wel is hij zich ervan bewust dat bepaalde praktijken tegen algemene ethische opvattingen ingaan. In juli 2014 verkondigde Juncker tijdens een speech in Brussel om meer moraliteit en ethiek in het Europese belastinglandschap te willen introduceren. De voorzitter van de Europese Commissie heeft een aantal plannen in gedachten waarmee grensoverschrijdende belastingontwijking moet worden aangepakt. Zo wil hij onder andere dat landen automatisch informatie met elkaar uitwisselen over deals met multinationals. Ook heeft hij verklaard de onderzoeken naar Luxemburg niet te beïnvloeden. De publicatie van het onderzoek heeft ervoor gezorgd dat tijdens de G20-top in Brisbane extra nadruk kwam te liggen op belastingontwijking. De wereldleiders hadden heel wat vragen klaar voor Jean-Claude Juncker. Laatstgenoemde verdedigde zich met de hiervoor genoemde plannen betreffende informatie-uitwisseling. Ook vroeg hij de G20 hem daarin te steunen. Hoewel belastingontwijking tegenwoordig een hot-topic is en er internationaal gezien veel plannen klaarliggen om het probleem aan te pakken, is het de vraag of dit ook daadwerkelijk zal lukken. Wat het vraagstuk zo moeilijk maakt, is dat entiteiten het erg lastig vinden om hun soevereiniteit, dat op dit moment van alle kanten beperkt wordt, nog verder in te perken. Zelfs als het binnen Europa lukt om tot een bepaald resultaat te komen, zullen multinationals hoogstwaarschijnlijk een andere weg vinden om voor hen gunstige belastingstructuren op te zetten; er zijn vele wegen die naar Rome leiden.
27
28
deAANSL AG!
Masterstudenten aan het woord
Masterstudent Fiscale Economie aan het woord Gijs van Krimpen Door:
Linda Wisse
Paspoort Naam: Gijs van Krimpen Leeftijd: 23 jaar Studie: Fiscale Economie Favoriete plek in Rotterdam: Lusthofstraat
Stel jezelf eens voor, wat zijn jouw bezigheden naast de studie en besteed je jouw tijd nu anders dan je gewend was als bachelorstudent? Sinds juli 2014 woon ik in Rotterdam. Hiervoor heb ik vijf jaar in Groningen gewoond, daar heb ik mijn bachelor Fiscale Economie afgerond en ik wilde graag ergens anders mijn master gaan doen. Voor mij waren er eigenlijk maar twee serieuze opties: Amsterdam of Rotterdam. Voor een andere stad zou ik Groningen namelijk niet zo snel willen verlaten. Uiteindelijk heb ik beide open dagen bezocht en is de keuze op Rotterdam gevallen. Sinds ik in Rotterdam woon, ben ik lid geworden van de tennisvereniging Passing Shot. Ik had eigenlijk nooit echt getennist, maar het leek me leuk om op die manier mensen te leren kennen. Rotterdam bevalt erg goed en ik wil hier zeker ook na mijn studie blijven. Wat is het grootste verschil qua studeren tussen Rotterdam en Groningen? Rotterdam is een echte wereldstad en Groningen is maar een provinciestadje. Zonder studenten zou Groningen niet zoveel voorstellen. Daarnaast is de mentaliteit in Groningen heel anders. Het is daar heel normaal om vijf jaar over je bachelor en twee jaar over je master te doen. In Rotterdam ligt de focus naar mijn idee meer op nominaal slagen, wat natuurlijk positief is. Wat ik leuk vind aan Erasmus is dat heel veel docenten ook in de praktijk werken en daardoor wat praktischer ingesteld zijn. In Groningen hebben veel docenten alleen een academische aanstelling en ligt de focus wat minder op de praktijk. Groningen staat daarom ook wel bekend als een theoretische universiteit. Wat ik echt dramatisch vind hier in Rotterdam zijn de studiefaciliteiten. De UB is verschrikkelijk; de WiFi werkt er heel slecht en de computers zijn enorm traag. In Groningen hebben ze dat beter voor elkaar. Daar staat midden in
het centrum een UB die ongeveer vijf keer zo groot is en waar alle faciliteiten echt top zijn. Misschien was ik een beetje verwend daar, maar dat gedeelte mis ik wel! Welke master volg je nu en hoe bevalt jou dit? Voldoet het aan de verwachtingen? Ik doe de master Fiscale Economie en dit bevalt me prima, het voldoet zeker aan de verwachtingen. Het eerste blok had nog heel erg het karakter van de bachelor. Gewoon drie vakken en dat sluit je af met een tentamen. Nu ben ik bezig met één van de werkcolleges (seminars) en dat is wel een groot verschil met de bachelor. Dit wordt ook niet afgesloten met een tentamen, maar iedere student moet een nota schrijven en deze ten aanzien van de groep verdedigen. Daarnaast word je beoordeeld op je participatie. Het lastige hieraan is dat je er echt twee keer per week moet staan. Dat het werkcollege niet wordt afgesloten met een tentamen is dan ook wel een groot voordeel; na het laatste college ben je gewoon klaar. Wat is het grote verschil tussen de bachelor- en masterfase? Er is een stuk minder begeleiding in de masterfase. De nota bijvoorbeeld die we schrijven, moeten we volledig zelf vormgeven. Je krijgt een onderwerp en daar moet je het mee doen. Delen van de nota zoals de probleemstelling en opbouw kun je allemaal niet voorleggen aan de docent. Je krijgt tussentijds ook geen feedback. Dat maakt het naar mijn idee een stuk uitdagender. Daarnaast is de master gewoon twee keer zoveel werk als de bachelor. Je hebt echt wel de volle veertig uur nodig per week, even college skippen is dan ook niet aan te raden. Heb je nog getwijfeld over een tussenjaar of een werkstudentschap voordat je aan deze master begon? Nee, ik heb vijf jaar over mijn bachelor ge-
daan en daarbij in verschillende commissies gezeten. In die jaren heb ik niet zoveel punten gehaald, dus dat zie ik een beetje als een tussenjaar in zijn geheel. Nu wil ik zo snel mogelijk naar de finish om hopelijk binnen één jaar alles af te ronden. Wat verwacht je als struikelblok dit studiejaar? Als struikelblok verwacht ik vooral het feit dat alle herkansingen in de zomer zijn. Dit was ik vanuit Groningen niet gewend. Gelukkig heb ik nu nog geen herkansingen, maar dat aantal kan in de loop van het jaar nog veranderen, helaas. Heb je tips die je wilt meegeven aan de bachelorstudenten die nog een keuze moeten maken voor hun master en voor de twijfelaars onder hen? Dat lijkt me vrij duidelijk: met alleen een bachelor heb je nog helemaal niks. Dan had je beter hbo kunnen doen. Wil je een beetje fatsoenlijk binnenkomen op de arbeidsmarkt dan is een master echt essentieel. Daarnaast zou ik kiezen voor een wat gespecialiseerde master. Uiteindelijk kun je dan altijd nog wel de algemene kant op, maar je hebt dan in ieder geval aangetoond dat je meer dan het gemiddelde in je mars hebt. Hier zal je, denk ik, altijd profijt van hebben in de toekomst. Wat zijn jouw toekomstplannen? Na het vierde blok zou ik graag bij een bedrijf mijn scriptie willen schrijven of ergens een werkstudentschap lopen en mijn scriptie dan gewoon thuis schrijven. Daarna wil ik graag genieten van een vakantie en dan direct werken, ik zal echter nooit bij de fiscus gaan werken. Ten eerste staat de ambtenarij me niet aan en ten tweede help ik liever bedrijven of particulieren om hun fiscale positie zo gunstig mogelijk in te richten. Dat komt naar mijn idee niet overeen met wat ze bij de Belastingdienst doen.
Masterstudenten aan het woord
deAANSL AG!
Masterstudent Fiscaal Recht aan het woord
Lukas van der Veen Door:
Bilge Kucukali
Paspoort Naam: Lukas van der Veen Leeftijd: 24 jaar Studie: Fiscaal Recht en Bedrijfsrecht Favoriete plek in Rotterdam: de Nieuwe Binnenweg
Kun je jezelf voorstellen? Na ruim zes jaar studeren ben ik zeer recent officieus en binnenkort officieel afgestudeerd. Ik heb studeren en ook het leven dat daar bij hoort altijd als aangenaam ervaren, maar dit is niet de enige reden dat ik meer dan zes jaar over mijn studie heb gedaan. Ik ben in 2008 begonnen met de studie Nederlands Recht. Na twee jaar besloot ik ook eens een kijkje te nemen bij een college Fiscaal Recht. Dit beviel zo goed dat ik hierna heb besloten de gehele bachelor en de master te volgen. Tot slot heb ik, om het netjes af te ronden ook een Nederlands Recht master gevolgd, namelijk Bedrijfsrecht. Gelukkig heb je naast het studeren ook genoeg tijd voor andere leuke dingen. Naast de gebruikelijke studentenontspanning heb ik ook tijd gemaakt voor verantwoord klinkende activiteiten. Zo heb ik een jaar in het bestuur van SBR gezeten en heb als studentassistent op de Capgroep Fiscaal Recht gewerkt. Sinds 1 december ben ik werkzaam bij Meijburg & Co. Wat is jouw bezieling in de fiscaliteit? Ik vind het interessante aan de fiscaliteit dat het overal in terug komt en zo goed als alles in de maatschappij beïnvloedt. Een hoop maatschappelijke kwesties zie je terug in de fiscaliteit. Het nadenken over en het toepassen van fiscale regelgeving heeft als uitdaging dat vanuit een systeem een praktisch probleem opgelost moet worden. Waarom heb je de combinatie van deze masteropleidingen (Bedrijfsrecht en Fiscaal Recht) gekozen? Misschien zou ik hier een diepdoordacht idee bij hebben. Maar helaas, ik heb beide opleidingen gedaan omdat beide mij interessant leken. Zoals al eerder gezegd ben ik na twee jaar Nederlands Recht studeren een kijkje gaan nemen bij Fiscaal Recht en dit beviel erg goed.
Hoe heb je de overgang van bachelor naar master ervaren? Ik heb de overgang van de bachelor ervaren als een voortzetting van de bachelor. Wel is het leuk dat je wat dieper op de inhoud ingaat. Aan welke activiteiten van de CT heb je meegedaan? Ik ben zelf nooit een echt actief lid geweest, maar was wel bezoeker van de borrels, heb meegedaan aan het Tax Jurisprudence Program en mocht een keer mee op de studiereis. Welke wending zal de fiscaliteit in een digitaal tijdperk krijgen? Ojee, ik ben niet heel erg modern... Ik denk dat landsgrenzen nog minder van belang zullen zijn en dat dit invloed heeft op de heffingsmogelijkheden van staten. Waarom wil je aan de slag bij een Big Four kantoor? Het ging mij voornamelijk om de uitdaging. Bij een groot kantoor heb je veel mogelijkheden om je specialistisch maar zeker ook in de breedte te ontwikkelen. Ambieer je het om in het buitenland te werken? Ik vind reizen heel leuk en zou het zeker niet erg vinden om een bepaalde periode in het buitenland te werken. Toch is het niet specifiek een doel. Ik hoop vooral werk te hebben dat ik leuk vind. Op welke manier pas je jouw universitaire kennis toe in de praktijk? Als startend fiscalist kom ik nu tot de ontdekking dat ik vooral heel veel nog niet weet. Wel ben je de hele dag met de fiscaliteit bezig. De structuur van het systeem en toch ook wel het positieve belastingrecht waarmee je op de universiteit kennis maakt
zijn onontbeerlijk om je dagelijkse werk te doen. Nog heel veel niet weten is beter dan helemaal niets weten. Wat zou jij in de fiscale wetgeving veranderd willen zien? Het zou fijn zijn als de wetgever bij nieuwe wetgeving uit de toelichting zou laten blijken dat zij de consequenties van de nieuwe wetgeving overziet en dat deze worden aanvaard. Vertrouw je een vereenvoudigd en transparant belastingstelsel? Ik vertrouw er zeker op dat het kan. Ik vraag me wel sterk af of de politiek dat echt wilt en dan voornamelijk of ze de gevolgen van een duidelijk vereenvoudigd en transparant stelsel wenselijk zullen vinden. Heb je een mooi en onvergetelijk moment meegemaakt tijdens jouw studententijd? Velen. Maar ik weet er niet direct één die ik met jullie zou willen delen. Wat denk je dat je het meest zal missen aan het studentenleven? De hoeveelheid vrijheid die je als student hebt. Niets hoeven, maar heel veel kunnen doen. Wanneer je gaat werken is die vrijheid er niet meer en dien je op vaste tijden aan de slag te gaan. Je krijgt hier gelukkig wel een heleboel andere dingen voor terug. Welke tip zou je fiscalisten in spe willen meegeven? Geniet vooral enorm van je studententijd, maar vergeet niet ook af en toe even te studeren. Dat maakt het leven na het studeren iets makkelijker.
29
30
deAANSL AG!
Fotopagina kantoorbezoek en tentamentraining Loyens & Loeff
Kantoorbezoek Loyens & Loeff
Op 3 december jongstleden vond het kantoorbezoek bij Loyens & Loeff plaats. Op deze woensdagmiddag kregen derde- en vierdejaars CT-leden de mogelijkheid om het kantoor Loyens & Loeff beter te leren kennen. De studenten werden onderworpen aan een uitdagende casus. Hierna was er de mogelijkheid om de middag af te sluiten met een borrel.
Tentamentraining Loyens & Loeff
Woensdagavond 10 december jongstleden werden derdejaars studenten Fiscale Economie klaargestoomd voor het tentamen Belasting op onroerende zaken op het kantoor van Loyens & Loeff. Nadat de magen goed gevuld waren konden de studenten aan de slag. Door middel van een casus over het studentenhotel werd de stof duidelijk gemaakt en verhelderd. We hopen dat alle studenten het tentamen, met behulp van de tentamentraining, goed hebben afgelegd.
Fotopaginga TJP i.s.m. PwC en de Belastingdienst
deAANSL AG!
TJP i.s.m. PwC
Op 19 november jl. vond de TJP-sessie met PwC over transfer pricing plaats. Een lastig onderwerp, vonden de meeste deelnemers. Desondanks deden de deelnemers hun best om zoveel mogelijk te discussiëren over dit onderwerp.
TJP i.s.m. de Belastingdienst
10 December verzorgde de Belastingdienst de vierde TJP-sessie. Deze sessie ging over APA-ATR. Opvallend was dat niet de inspecteurs, maar de adviseurs de beste bleken te zijn tijdens de oefenrechtbank. Op naar de volgende sessies!
31
32
deAANSL AG!
Fiscaliteit en jongerenpolitiek
Fiscaliteit en de jongerenpolitiek Door:
Artjom Bagramjan
In deze editie van De Aanslag maken we kennis met de Rotterdamse jongerenpolitiek. Hoewel je als fiscale student voornamelijk in de boeken zit, heeft de fiscaliteit in het dagelijks leven een grotere invloed dan je je misschien kunt voorstellen. Het is een ieder ook bekend dat politici zich graag uitlaten over fiscale vraagstukken. Mede hierom hebben wij de jongerenafdelingen van de PvdA, VVD, CDA en de D66 gevraagd welke rol de fiscaliteit binnen hun partij speelt.
Politieke partij: JOVD Naam: Dimitri van Tienhoven Leeftijd: 26 jaar Studie: Rechtsgeleerdheid
Kun je je voorstellen? Ik ben 26 jaar oud, in het dagelijks leven student Rechtsgeleerdheid en daarnaast afdelingsvoorzitter van JOVD Rijnmond, de politieke onafhankelijke jongerenorganisatie van de VVD. Dat betekent dat wij dezelfde liberale waarden hebben als onze moederpartij, maar onze eigen standpunten bepalen. Zo zijn wij voorstander van de legalisering van (soft)drugs, terwijl de VVD juist een steeds repressiever beleid voorstaat. Onze afdeling telt circa 230 leden en organiseert twee à drie activiteiten per maand, zoals sprekersavonden, cursussen en excursies. Daarnaast hebben we één keer per maand een informele activiteit zoals een borrel, diner of barbecue. Hoe beïnvloedt fiscaliteit de jongerenpolitiek en hoe is jullie partij daarmee bezig? Als liberalen vinden wij de huidige belastingdruk veel te zwaar: met iedere euro belasting gaat een stukje vrijheid verloren. In ons Poli-
tiek Kernpuntenprogramma wordt een aantal maatregelen voorgesteld om het belastingstelsel liberaler te maken. Zo zijn wij voorstander van invoering van een vlaktaks met een hoge belastingvrije voet, waardoor de lagere inkomensgroepen gecompenseerd worden. Daarnaast zijn wij voorstander van het afschaffen van alle aftrekposten, toeslagen en heffingskortingen. Die verstoren de markt, zoals onder andere te zien is met de hypotheekrenteaftrek. Voor de btw zijn wij voorstander van één tarief: deze differentiatie is onnodig en levert in de praktijk clowneske taferelen op. Tot slot, en persoonlijk vind ik dit één van de pareltjes, willen wij af van accijnzen als stuurinstrument van het menselijk gedrag, maar willen wij kostendekkende accijnzen. De hoogte van de accijns moet worden vastgesteld op basis van de externe effecten, niet meer en niet minder.
Politieke partij: JS Rijnmond Naam: Ruben Smit Leeftijd: 23 jaar Studie: Human Resource Management
Kun je je voorstellen? Ik ben Ruben Smit, 23 jaar en student Human Resource Management aan de Hogeschool Rotterdam. Momenteel volg ik wat minder colleges vanwege mijn stage bij de Rotterdamse Elektrische Tram NV (RET). Bij de RET houd ik me bezig met een opdracht gericht op het arbeidsmarktbeleid en het Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen. Een leuke en interessante klus! Binnen de JS Rijnmond ben ik verantwoordelijk voor de financiën en organiseer ik samen met mijn medebestuursleden activiteiten. Hoe beïnvloedt fiscaliteit de jongerenpolitiek en hoe is jullie partij daarmee bezig? Een van de meest actuele thema’s is de fiscale discussie die onder andere econoom Thomas Piketty is begonnen. In zijn boek
het Kapitaal in de 21e eeuw, pleit hij voor een hervorming van de belastingen. Zo wil hij de belastingdruk herstructureren en verschuiven van arbeid naar vermogen. Niet alleen Piketty onderschrijft dit, maar ook de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid pleit hiervoor. Het is misschien sociaaldemocratie 2.0, maar in een steeds individualistischere samenleving moet iedereen nog steeds de kans krijgen een studie te volgen en door te werken hoger op de maatschappelijke ladder te klimmen. Het is wel zo eerlijk als iedereen die kans krijgt en er niet slechts een ‘happy few’ zijn. Als jongerenorganisatie midden in Rotterdam is ons ideaal het antwoord voor de vragen van vandaag en de visie voor een beter Rotterdam morgen.
Fiscaliteit en jongerenpolitiek
deAANSL AG!
Politieke partij: CDA-jongeren Naam: Thomas van Meijeren Leeftijd: 21 jaar Studie: Bestuurskunde
Kun je je even voorstellen? Mijn naam is Thomas van Meijeren en ik ben 21 jaar oud. Ik ben voorzitter van de CDA-jongeren in Rotterdam en daarnaast studeer ik voor mijn master Bestuurskunde aan de Vrije Universiteit in Amsterdam. Hiervoor heb ik Bestuurskunde en Internationale betrekkingen in Rotterdam en Leiden gestudeerd. Als CDJA organiseren wij borrels met sprekers, discussieavonden en ook zetten we jongerenthema’s op de kaart in het stadhuis op de Coolsingel. Hoe beïnvloedt fiscaliteit de jongerenpolitiek en hoe is jullie partij daarmee bezig? Over het algemeen passen fiscale thema’s meer bij onze landelijke jongerenorganisatie. De meeste belastinggelden worden immers landelijk geheven en niet lokaal. Het CDJA Rotterdam heeft desondanks wel de afvalstoffenheffing op de politieke agenda gezet in Rotterdam. De afvalstoffenheffing in Rotterdam is één van de hoogste in Nederland. Hiernaast is het door verschillende omstandighe-
den vaak niet mogelijk om als uitwonende student kwijtschelding aan te vragen. Ook al heb je een zeer laag inkomen en krijgen nietstudenten met een hoger inkomen wel kwijtschelding. Dit komt omdat verhuurders de heffing vaak doorrekenen in de huur waardoor je volgens de regels geen kwijtschelding voor de heffing meer kan aanvragen. Afgelopen jaar is de afvalstoffenheffing voor het eerst licht gedaald, met dit voorzichtige begin zijn we erg blij. Onze volgende missie is om uitwonende studenten vaker in aanmerking te laten komen voor kwijtschelding van de afvalstoffenheffing. Fiscaliteit beïnvloedt dus onze partij in die zin dat wij misstanden met betrekking tot fiscale zaken willen aankaarten en verbeteren. Wij hebben hier veel ingangen voor op het stadhuis en gaan hier graag mee aan de slag. Bij dezen wil ik jullie dus ook oproepen wanneer er misstanden zijn in ons Rotterdam met betrekking tot fiscale zaken (of andere dingen) om contact op te nemen. Wij gaan hier graag samen met jullie achteraan!
Politieke partij: Jonge Democraten Rotterdam Naam: Elene Walgenbach Leeftijd: 21 jaar Studie: Human Resource Management
Kun je je even voorstellen? Mijn naam is Elene Walgenbach. Ik ben een 21 jarige Politicologiestudent (tot mijn verdriet studeer ik helaas niet in Rotterdam) en momenteel voorzitter van de Jonge Democraten Rotterdam. Inmiddels ben ik bijna vier jaar actief bij de Jonge Democraten, waarvan dit mijn tweede bestuursjaar is. We zijn een diverse en hechte groep jongeren. Je ziet dat het hebben van dezelfde idealen en het een gelijksoortig wereldbeeld bindt. Dus naast dat je veel leert en discussieert is het informeel ook erg gezellig. Hoe beïnvloedt fiscaliteit de politiek en hoe is de jongerenpolitiek daarmee bezig? Wij van de Jonge Democraten denken dat de politiek de fiscaliteit beïnvloedt op meerdere vlakken. Ten eerste is nivelleren via fiscale structuren een klassiek politiek vraagstuk waarbij de twee politieke kampen, rechts en links, lijnrecht tegenover elkaar staan. De rechtse politiek pleit voor minder nivellering, veelal vanuit het gelijkheidsbeginsel en vanuit economisch oogpunt. Tegenstanders, politiek links, stelt dat herverdelen van welvaart, door overheidsinterventie van hoge naar lagere inkomensgroepen goed is voor het algehele consumptieniveau en beroept zich vaak op het maatschappelijk ideaal waarbij ‘de sterkste schouders de zwaarste lasten dragen’. Het huidige fiscale systeem heeft veel impact op de besluitvorming. We denken namelijk na over de financiële consequenties van be-
leidsmaatregelen binnen in het huidige systeem. Het is lastig om uit de fiscale boxen te denken, maar als politieke jongeren organisatie proberen we door kennis op te doen, te delen en te discussiëren hier toch actief mee bezig te zijn. Een goed voorbeeld daarvan is de discussie die wij bij D66 en binnen de JD voeren over het basisinkomen. Hierbij is de betaalbaarheid van het basisinkomen, en hoe we om moeten gaan met tal van regelingen die we nu hebben ter compensatie van individuen in bepaalde omstandigheden (denk onder andere aan zorgtoeslag, huurtoeslag en hypotheekrenteaftrek) de grote discussiepunten. Het blijft bij de discussie rondom het basis inkomen erg lastig voor veel mensen om zich voor te stellen wat de impact kan zijn bij zo’n radicale verandering in het systeem. Wij als jongeren staan waarschijnlijk nog het meest open voor verandering. Door invloed uit te oefenen op onze ‘moederpartij’ D66 en via publiciteit in de media proberen we onze standpunten uiteindelijk werkelijkheid te laten worden. Helaas zijn fiscalisten niet overvloedig aanwezig in de politiek, maar toch passeert het onderwerp regelmatig de revue. We zijn allemaal jongeren die zich betrokken voelen bij de maatschappij en onze omgeving. De manier waarop het stelsel is ingericht heeft invloed op baankansen en op de koopkracht van verschillende groepen in de samenleving.
33
34
deAANSL AG!
Interview oud-CT’ers
Interview oud-CT’ers Chris Spanjersberg Bilge Kucukali Paspoort Door:
Naam: Chris Spanjersberg Leeftijd: 53 jaar Kantoor: Meijburg & Co, Rotterdam Bezigheden buiten de fiscaliteit: ‘The family’
In deze laatste papieren editie van De Aanslag hebben wij twee oud-leden van de R.F.V. ChristiaanseTaxateur geïnterviewd die succes hebben geboekt in het bedrijfsleven. Chris Spanjersberg en Marcel Wiebes zijn partner bij respectievelijk Meijburg & Co en TEKZ Belastingadviseurs. Waar de ene partner het buitenland regelmatig bezoekt, is de ander sinds jongs af aan actief in de politiek. Wat kunnen wij, de fiscalisten in spe, leren van hun ervaringen in het studenten- en bedrijfsleven? Chris en Marcel zullen ons het één en ander vertellen over hun studententijd en wat hun bezieling is in de fiscaliteit. Wat bezielt u in de fiscaliteit? Als belastingadviseur krijg je bij veel verschillende ondernemingen de gelegenheid om van heel dichtbij mee te maken hoe de onderneming functioneert: het productieproces, de financiën, het management, de aandeelhouders etc. Heel boeiend om dat allemaal te zien en te beleven. En zeker boeiend als je als belastingadviseur een belangrijke rol in het opzetten van zo’n onderneming kan spelen, jouw footprint daar kunt achterlaten. Hoe heeft u uw studententijd ervaren? Mijn studententijd ligt alweer behoorlijk ver achter me, maar ik heb het wel als een bepalende tijd ervaren. Veel van de studenten van toen zijn nu actief in de praktijk en kom ik nog regelmatig tegen; als klant, collega, concurrent, opponent (inspecteur) of zelfs als edelachtbare (raadsheer). Ik ben dus achteraf blij dat ik actief ben geweest als lid van CT en als medewerker van de Belastingwinkel en daardoor zoveel medestudenten heb leren kennen. Je beseft later pas hoe belangrijk die studententijd is! Kunt u wat vertellen over uw ervaringen in het buitenland? In mijn huidige rol als voorzitter van de Turkije Desk binnen de KPMG-organisatie heb ik veel te maken met Turkije. Ik bezoek het land regelmatig. Wat mij daar opvalt is de enorme ambitie van de mensen, en het enthousiasme waarmee men daar werkt. Er zijn veel jonge, ondernemende mensen, met vaak een uitstekende opleiding. Er heerst een gedrevenheid om veel te bereiken, zowel individueel als voor ‘de zaak’ of het land. Die inzet en dat enthousiasme werkt heel inspirerend. Daar kunnen wij hier in Nederland een goed voorbeeld aan nemen. Hoe kijkt u aan tegen fiscale rechtsvinding in een digitaal tijdperk? De automatisering heeft de afgelopen jaren een enorme vlucht genomen. In mijn begintijd als adviseur trof ik nog telex-berichten aan in het (papieren) cliëntendossier. Een advies werd met de hand geschreven, en dan door de typiste uitgetypt door middel van een doorslag (‘carbon copy’, beter bekend als ‘cc’). In de bibliotheek had je de relevante handboeken en literatuur opgezocht. Tegenwoordig werken we in een ‘paperless office’, gaat bijna alles via de mail, en hebben we alle informatiebronnen elektronisch en mobiel be-
schikbaar. Ook de klant heeft vaak snel en eenvoudig zelf toegang tot fiscale basisinformatie, en schakelt daar geen adviseur meer voor in. De rol van de adviseur zie ik dan ook veranderen. Hij (of zij) moet op zoek naar die gebieden waar nog echte toegevoegde waarde kan worden geleverd. Ik verwacht dat de adviseur meer de rol van ‘zoekmachine’ en ‘ervaringsdeskundige’ zal krijgen, waarbij hij/zij beschikt over unieke databases met fiscale informatie/gegevens en een schat aan ervaring. Daarnaast verwacht ik dat de adviseur zal worden ingeschakeld voor het beoordelen van elektronisch gevonden oplossingen. Ook hierbij zullen de unieke databases van belang zijn, maar ik verwacht ook nog steeds dat de persoonlijke kennis en ervaring van de betreffende adviseur van groot belang zullen blijven. Al met al een hele uitdaging! Wat zoeken kantoren in jonge fiscalisten, en dus de fiscalisten van de toekomst? Uiteraard zoeken alle kantoren naar de fiscale duizendpoot, die niet alleen goed is in de fiscaliteit, maar ook sociaal vaardig is en zodoende goed met collega’s en klanten om kan gaan. Daarnaast is nog een goede portie ambitie nodig om alle uitdagingen van het digitale tijdperk aan te kunnen. Immers, in dit digitale tijdperk is misschien die goed opgeleide, hardwerkende en gedreven fiscalist in Turkije wel net zo goed in staat om jouw klant te bedienen als jij en hoe ga jij dan het verschil maken? Het wordt nog een boeiende tijd!
Wiebes: Mijn persoonlijke mening is dat voor een carrière in de fiscaliteit allereerst essentieel is dat je echt de passie voor het vak voelt. Maar niet alleen dat: ook een brede oriëntatie is belangrijk. Fiscaliteit is meer en meer een radertje in het geheel, nooit een doel op zich. Verdiep je in wat er in de maatschappij gebeurt, wat zich afspeelt in de branches waarin je klanten actief zijn, maar ook in hun persoonlijk leven. En last but not least: probeer nooit een dertien-in-een-dozijn-adviseur te zijn. Ben jezelf, en durf authentiek te zijn. Op de volgende pagina volgt het interview met Marcel Wiebes.
Interview oud-CT’ers
deAANSL AG!
Interview oud-CT’ers Marcel Wiebes Paspoort
Naam: Marcel Wiebes Leeftijd: 45 jaar Kantoor: TEKZ Belastingadviseurs Bezigheden buiten de fiscaliteit: Fractievoorzitter D66 in de gemeenteraad van Noordwijkerhout
Hoe heeft u uw studententijd ervaren? In 1987 ben ik begonnen met mijn studie Economie. De keuze voor Fiscale Economie is eigenlijk bij toeval ontstaan. Toen een college uitviel, besloot ik de tijd tot het volgende college te overbruggen door een college uit de doctoraalfase te volgen. De keuze viel op belastingrecht en het college werd gegeven door Prof. Leo Stevens. De energie en het enthousiasme spatte er tijdens zijn college van af, en heeft mij op dat moment echt ‘gegrepen’. Tijdens mijn studie heb ik, mede door de intensieve contacten tussen de staf en de studenten, een passie opgebouwd voor dit vak die ik tot de dag van vandaag heb behouden. Het kritisch leren denken tijdens met name de werkcolleges van Erik Bos, het met elkaar discussiëren over casusposities, maar ook de gezelligheid tijdens uitjes van wat toen nog het Fiscaal Economisch Deelgenootschap Taxateur heette, zijn dingen waar ik met veel plezier aan terug denk. Hoe bent u terechtgekomen in de fiscale praktijk? Ten tijde van mijn afstuderen in 1992 was de stap naar de belastingadviespraktijk eigenlijk vanzelfsprekend. De Belastingdienst nam weinig tot niet veel mensen aan en had indertijd een ‘stoffig’ imago. In 1992 ben ik begonnen in de nationale praktijk bij Coopers & Lybrand Dijker van Dien (nu PwC) in Den Haag. Ik had het geluk dat ik een senior manager mocht assisteren met dertig jaar ervaring, maar geen rijbewijs. Door dat laatste moest ik vrijwel vanaf het begin mee naar besprekingen met klanten. In die periode heb ik zowel vaktechnisch, maar vooral ook op het gebied van het omgaan met klanten veel geleerd. Na een korte tussenstap bij KPMG Meijburg ben ik in 2000 overgestapt naar Deloitte in Amsterdam. Nog steeds in de nationale praktijk, waar nu eenmaal mijn hart ligt. Daar heb ik met name veel geleerd over het aansturen van teams. Na in 2004 partner te zijn geworden, heb ik in 2007 de conclusie getrokken dat ik terug wilde naar de kern van het vak: zelf in de boeken, meer contact met klanten, en ben ik naar een regionaal kantoor overgestapt. Ook de balans werk en privé speelde daarbij een rol. Sedert 2013 werk ik samen met een aantal oud-Deloitte collega’s binnen TEKZ Belastingadviseurs: een zelfstandig puur of fiscaliteit gericht kantoor. Waarom bent u actief in de politiek? Van jongs af aan heeft politiek mijn belangstelling getrokken. Ik heb altijd het gevoel gehad dat als je vindt dat dingen anders kunnen of beter moeten, dat je dat niet alleen moet zeggen, maar ook de verantwoordelijkheid moet nemen om het te realiseren. Al op mijn vijftiende was ik bestuurslid van een politieke partij in mijn toenmalige woonplaats. De keuze voor D66 is ingegeven door de inhoudelijke basis van onze partij: liberaal, uitgaan van eigen verantwoordelijkheid van eenieder om de kansen in het leven te pakken, maar met oog voor het sociale aspect, een fatsoenlijk vangnet voor mensen die dat echt niet kunnen. Ook is D66 een partij die weinig dogma’s, maar juist veel ruimte voor discussie kent, en daardoor een prettige en open cultuur kent.
Als lid van de gemeenteraad houd ik mij met name bezig met de financiële onderwerpen, maar als fractievoorzitter ben ik tevens verantwoordelijk voor het uitzetten van de politieke lijn, en het contact met de collega coalitiepartijen. In Noordwijkerhout kennen we gelukkig een politieke cultuur die gericht is op inhoud en consensus, hetgeen zorgt voor een prettige sfeer ook met de oppositie. Dat maakt het werk ook leuk. Ik zie mezelf niet snel actief zijn in een gemeente waar de nadruk ligt op polarisatie en de welbekende ‘spelletjes’. Doordat ik zelf al zo lang in de politiek actief ben, levert je dat vanzelf meer begrip op over hoe bepaalde wetgeving tot stand komt. Ook geeft het je een brede blik op wat er speelt in onze maatschappij. Als ik met klanten in de sfeer van woningcorporaties of de zorg spreek, heb ik ook zicht op de restricties die zij ondervinden vanuit andere, niet-fiscale, wetgeving. Dat praat een stuk makkelijker. Op welke wijze beïnvloedt uw politieke achtergrond uw keuzes met betrekking tot fiscaal gerelateerde onderwerpen? Door mijn politieke activiteiten heb ik veel affiniteit met allerlei andere vormen van regelgeving die ondernemers en particulieren ervaren. Fiscaliteit is geen stand-alone aangelegenheid, maar moet passen in een totaalplaatje. Zo is bijvoorbeeld het schenken van vermogen een veel toegepast advies om toekomstige erfbelasting te voorkomen. Echter, bestuurlijk zijn we bezig met een enorme transformatie in de zorg. Steeds meer worden vormen van zorg voor ouderen omgezet naar een zogenaamde ‘algemene voorziening’. Mooi jargon, maar in feite komt het er op neer dat niet langer de overheid, maar jij zelf de rekening mag betalen. De vraag is dan in hoeverre je met het wegschenken van vermogen ook een stuk van de regie over je eigen leven, in de periode dat je ouder en hulpbehoevender wordt, weggeeft. Ik probeer dat soort elementen nadrukkelijk mee te nemen in mijn advisering. Hoe kijkt u aan tegen fiscale rechtsvinding in een digitaal tijdperk? Het digitale tijdperk stelt allerlei nieuwe eisen aan de fiscalist. Niet alleen vakinhoudelijk: waar is een bedrijf nu eigenlijk gevestigd als het feitelijk bestaat uit een paar laptops en een Cloud-omgeving? Waar vind je de vastleggingen van de feiten, als papier meer en meer vervangen wordt door e-mails die niet altijd even goed gearchiveerd worden? Maar ook in de feitelijke uitoefening van ons vak. Ik merk dat jonge fiscalisten zich vaak beperken tot het zoeken in een digitale database. Het kan juist heel goed zijn ook eens een Fiscale Monografie door te lezen, of eens te bladeren in een papieren versie van de WFR of de VakstudieNieuws. Het levert vaak toch weer nieuwe inzichten op. Of is dit toch een generatie dingetje?
35
36
deAANSL AG!
Docentartikel prof. mr. drs. H.P.A.M. van Arendonk
Van het papieren naar het digitale tijdperk Door:
Prof. mr. drs. H.P.A.M. van Arendonk1
De redactie van de Aanslag vond het blijkbaar wel aardig om een emeritus-hoogleraar te vragen het papieren tijdperk uit te luiden. Als je vervolgens hierover gaat nadenken dan moet je constateren dat er in de afgelopen vijfentwintig jaar een stormachtige ontwikkeling heeft plaatsgevonden. Opgegroeid met het papier en de typemachine maakten wij eind jaren tachtig de overstap naar de computer. In 1985/1986 was ik lid/secretaris van de Commissie Belastingrechtspraak van de Vereniging voor Belastingwetenschap en alle teksten werden nog met de typemachine vervaardigd. Een paar jaar later bij het schrijven van mijn proefschrift werd er gewerkt met de computer, waardoor het aanpassen van teksten een enorme tijdsbesparing opleverde. De ontwikkelingen daarna gingen razendsnel. De mogelijkheden met de computer werden steeds meer uitgebreid, maar ook nieuwe apparatuur kwam op de markt, zoals de laptop, de iPad, de Blackberry, de iPhone en de smartphone. Over enige tijd heb je een ‘digitale-bril’ om mee te werken. Nu zal je die bril toch al op moeten hebben vanwege de versnelde achteruitgang van het leesvermogen van je ogen. Wat betekende deze ontwikkeling voor de universitaire docenten. Het krijtjesbord werd verleden tijd. Nu was ik nooit een fan van het krijtjesbord, want met de rug naar de studenten staan past niet. Gelukkig was er de overheadprojector. Jarenlang heb ik rollen vol geschreven en zo een bijdrage geleverd aan de milieuvervuiling. Voor zover mij bekend werden deze rollen niet gerecycled. Als grootverbruiker van de overheadprojector had ik verwacht dat de universiteit na mijn afscheid ook afscheid genomen zou hebben van deze apparaten, maar naar ik heb vernomen staan zij er nog steeds. Slides en PowerPointpresentaties voor hoorcolleges waren niet mijn ding. Tot verrassing van velen gebruikte ik vorig jaar bij mijn afscheidscollege toch een paar slides, maar dat was alleen om bij mijn dankwoord een paar foto’s te kunnen tonen. Anders dan in het verleden is het nu gangbaar om voor het college slides op het internet te plaatsen en de literatuur die daarbij hoort. Men gaat er dan vanuit dat ‘de student’ zich voorbereidt op het college. In mijn tijd waren dat uitzonderingen en het lijkt mij sterk dat dit nu anders is. Naar mijn overtuiging moet niet de PowerPointpresentatie leidend zijn bij het hoorcollege, maar de kwaliteit van het gesproken woord van de docent. Boekenwijsheid is mooi, maar beter is de fine-tuning die een docent door het hoorcollege aan die boekenwijsheid kan toevoegen.
denten verliest en er geen interactie meer mogelijk is tussen docent en studenten. Informatie doorgeven van de docent is één ding van het hoorcollege, maar communicatie moet wel mogelijk blijven.
Het is voor mij nooit een probleem geweest als studenten geluidsopnamen maakten van het hoorcollege of met een laptop een verslag van het hoorcollege maakten. In NRC van 27 november 2014 stond een verhaal onder de kop “Kom zonder laptop naar college”. De docenten van de afdeling Communicatie- en informatiewetenschappen van de Universiteit van Utrecht menen dat studenten meer van het hoorcollege opsteken als zij met pen en papier naar het hoorcollege komen en zij vroegen de studenten hun laptop niet meer mee te nemen naar het hoorcollege. De reden daarvoor zou zijn dat uit wetenschappelijk onderzoek zou blijken dat studenten die werken op de ‘ouderwetse manier’ beter leren: wie schrijft onthoudt de stof beter. Op zich is dit laatste waar, want het lezen van de samenvatting van een boek van een ander levert niet hetzelfde rendement op als wanneer je zelf de samenvatting maakt.
Jarenlang hebben uitgevers veel geld verdient aan met name losbladige uitgaven. Ik kan mij nog herinneren dat toen ik begon met werken in de belastingadviespraktijk op elke kamer een batterij vakstudies stonden. Deze losbladige serie moest vervolgens continu worden bijgehouden, hetgeen monnikenwerk was. Aan die supplementen werd echter het grote geld verdiend. Ruim vijfendertig jaar geleden ging het toenmalige Moret Gudde Brinkman, de voorganger van EY, over tot het jaarlijks aanschaffen van nieuwe banden, zodat het invoegwerk achterwege kon blijven. Kluwer was daar niet van gecharmeerd. Thans vijfendertig jaar later is het losbladige boekwerk aan het uitsterven. Ik ben zelf nog verbonden aan twee losbladigen, nl. Rechtspersonen en Pensioen en andere toekomst voorzieningen. In begin 2015 zal voor het laatst nog papieren supplementen worden gemaakt, daarna zijn deze uitgaven alleen nog digitaal beschikbaar. Ook het werken als auteur aan dergelijke uitgaven verandert. Er moet voortaan in een digitale omgeving met zgn. creator gewerkt worden, waardoor de verwerking van de wijzigingen sneller verloopt en de klant veel sneller dan vroeger op de hoogte is van de laatste wijzigingen. Het dwingt de auteur om anders en sneller te werken dan vroeger. Het gevolg is dat je nu oudere auteurs ziet afhaken. Het is te hopen dat jongere fiscalisten bereid
Maar werken met een laptop is ook schrijven, alleen niet meer met de pen maar met een geavanceerder technisch hulpmiddel. Wanneer de student in staat is om aandachtig het hoorcollege te volgen en tegelijkertijd een verslag daarvan te ‘schrijven’ op de laptop zie ik het probleem niet. Iets anders is het dat de docent zit aan te kijken tegen een batterij schermen van laptops en het contact met de stu-
De Utrechtse noodkreet gaat in tegen de ontwikkeling naar een digitale leeromgeving voor studenten. Een paar jaar geleden is de Rotterdamse rechtenopleiding begonnen met een digitale leeromgeving. Al het studiemateriaal wordt digitaal aangeboden en er is een digitaal studieplatforum, het zgn. LawWeb. Elke nieuwe ontwikkeling kent kinderziektes en roept nieuwe problemen op zoals plagiaat en fraude. Daar moet men alert op zijn. Maar een papieren leeromgeving vervangen door een digitale hoeft geen probleem te zijn, zolang er nog steeds kwalitatief goede hoorcolleges verzorgd blijven worden en het niet alleen gaat om een vervanging van de boekenwijsheid door een ‘digitale wijsheid’. Het LawWeb dat de rechtenfaculteit ofwel de Rotterdam School of Law heeft geïntroduceerd betekent meteen dat uitgevers genoodzaakt zijn het studiemateriaal digitaal aan te leveren. Nu hebben de afgelopen jaren uitgevers als Kluwer en SDU al flink gewerkt aan de omzetting van papieren uitgaven naar digitale uitgaven. Maar alle studieboeken waren nog niet digitaal beschikbaar.
Docentartikel prof. mr. drs. H.P.A.M. van Arendonk
zijn mee te werken aan deze digitale uitgaven. Het probleem zit niet in de digitale werkomgeving, maar meer of zij bereid zijn naast hun dagelijkse werk auteurswerk te verrichten. Zowel docent- als auteurswerk is zeer leerzaam. Het is een extra stimulans om jouw vakkennis up-to-date te houden en te verdiepen. Ook de overheid is bezig met een digitale inhaalslag. De regering heeft als ambitie uitgesproken dat burgers en bedrijven in 2017 al het verkeer met de overheid digitaal moet kunnen afdoen (zgn. Digitaal 2017). Van belang hierbij is dat de overheid hiermede een bezuinigingsresultaat van zo’n 4 miljard euro hoopt te realiseren. Probleem is echter dat vele ICT-projecten bij de overheid mislukken. De kosten komen veel hoger uit dan geraamd en de besparingen blijken veel lager uit te komen. Het rapport van de parlementaire ICT-commissie getuigt daarvan. Wanneer naast een gebrek aan kennis ook nog de bezuinigingsdoelstelling bepalend wordt bij het ICT-project dan is een mislukking voor de hand liggend. Daarnaast neemt de overheid het niet zo nauw met de veiligheid en de privacy. Het Hof van Justitie EU moest onlangs duidelijk maken dat het bewaren van metadata voor een termijn tussen zes en twaalf maanden in strijd is met de Europese privacyregels. Nog steeds wenst minister Opstelten geen gehoor te geven aan deze uitspraak. Het is juist de overheid die zo veel mogelijk gegevens van haar burgers wilt verzamelen en bewaren en dit allemaal onder het mom van voorkomen, opsporen en vervolgen van ernstige criminaliteit. Big brother is watching you, maar de overheid dient wel het goede voorbeeld te geven bij de bescherming van privacy, een van onze grondrechten. Ook de Belastingdienst vertoont hetzelfde gedrag. Naast de vele gegevens die de Belastingdienst al verkrijgt via papieren dan wel digitale aangiften en via internationale gegevensuitwisseling wil men nog meer gegevens in handen zien te krijgen ook onder het mom van fraudebestrijding. Een fraai voorbeeld daarvan is de strijd die gaande is inzake de metadata van parkings om zo na te gaan of leaserijders meer dan 500 km privé rijden. In 2014 heeft het Maandblad Belastingbeschouwingen in twee nummers (juli-augustus en september) uitgebreid stil gestaan bij het thema Digitale overheid en fiscaliteit. Daarbij kwamen vele onderwerpen aan de orde, zoals hoe heeft de Belastingdienst in de afgelopen 20 jaar invulling gegeven aan het elektronische berichtenverkeer en hoe gaat dat de komende jaren verder, hoe verloopt het vertaalproces van wettekst naar webtekst en wat betekent dit voor de burger. Het verkeer met ondernemers verloopt al enige jaren volledig elektronisch. Als het gaat om belastingplichtigen niet-ondernemers dan leveren op dit moment ongeveer 95% van de belastingplichtigen hun aangiftebiljet inkomstenbelasting digitaal aan. Dat betekent dat ongeveer 500.000 belastingplichtigen nog de papieren aangifte gebruiken. Duidelijk is dat de Belastingdienst ook deze groep zo snel mogelijk aan het digitale infuus willen leggen. Bij de aangiftecampagne 2013 werd in een brief duidelijk gemaakt dat digitaal aangifte doen de norm is en dat men verwachtte dat de burger daarin mee zou gaan. Over nudging gesproken! In het wetsvoorstel Vereenvoudiging formeel verkeer Belastingdienst (kamerstuk 33714) werd eigenlijk uitgegaan van uitsluitend elektronisch berichtenverkeer tussen Belastingdienst en burger, waarbij het aan de staatssecretaris van Financiën wordt overgelaten om bij ministeriële regeling de uitzonderingen te bepalen.
deAANSL AG!
Voor hen die gewend zijn aan de digitale wereld is een overheidsberichtenbox met zijn portaal mijnbelastingdienst.nl geen enkel probleem. Maar er zijn groepen burgers die de mogelijkheden niet hebben c.q. digitaal niet vaardig zijn. Het gaat dan vooral om de ouderen en zoals onlangs bleek de verstandelijk gehandicapten. Naast de groep van 500.000 belastingplichtigen met de papieren aangifte is er nog een groep die alleen met de hulp van derden digitaal aangifte doet en waarbij het portaal mijnbelastingdienst.nl niet de oplossing is. Dit voorjaar heeft staatssecretaris Wiebes aangegeven najaar 2014 te komen met aanpassingen van dit wetsvoorstel. In december 2014 was echter nog niets bekend. Het is overigens de laatste tijd schering en inslag dat de overheid beloftes doet, maar zich niet houdt aan de gestelde termijn. Digitaal 2017 is een ambitieniveau, waarbij men rekening moet houden dat voor bepaalde groepen de transitie naar een digitaal berichtenverkeer te snel gaat en dat die groepen de mogelijkheid moeten houden om van het papier gebruik te blijven maken. Een goed voorbeeld daarvan is de komende digitalisering van de rechtspraak, waarbij burgers het recht houden als zij zelf procederen om van het papier gebruik te blijven maken. Hopelijk volgt Wiebes dit goede voorbeeld. Ik ga er echter vanuit dat de lezers van De Aanslag geen digibeten zijn, zodat voor hen de overstap naar een digitale Aanslag geen probleem hoeft te zijn. Ik wens de redactie en lezers veel succes met De Aanslag in het digitale tijdperk. 1 Emeritus hoogleraar Fiscaal Recht
37
38
deAANSL AG!
Interview CT’er in ‘The Battle of Excellence’
Interview CT’er in ‘The Battle of Excellence’ Bilge Kucukali Paspoort Naam: Bilge Kucukali Leeftijd: 23 jaar Studie: Fiscaal Recht met civiel effect Mooiste plek in Rotterdam: Kop van Zuid
The Battle of Excellence is een uniek jaarlijks evenement waar topstudenten businesscases voor topbedrijven oplossen. Op donderdag 20 november jl. vond de Kick-Off van deze Battle plaats op het Stadhuis van Rotterdam. Twee ESL-studenten, waaronder CT’er Bilge Kucukali, hebben deze overleefd en gaan door naar de finale die plaatsvindt op 6 februari. Waarom besloot je mee te doen aan The Battle of Excellence? Ik denk dat ik het type ben dat anderen uitdaagt, maar zich ook graag laat uitdagen! Mede door mijn eerdere werkervaring als projectmedewerker voel ik mij erg aangetrokken tot innoverende projecten met betrekking tot maatschappelijke vraagstukken. The Battle of Excellence biedt mij de mogelijkheid om mijn creatieve vaardigheden een boost te geven. Hierbij hoop ik mij op zowel persoonlijk als zakelijk vlak te kunnen ontwikkelen. Immers, in een multidisciplinair en ambitieus team leer je een case vanuit een heel andere invalshoek te benaderen. Zo krijg je, door specifieke kennis met elkaar te delen, een bredere kijk op zaken! Voor welk bedrijf en aan welke casus heb je al gewerkt op 20 november en waarom ben je door denk je? Mijn team werkte aan een casus van het Rotterdamse topbedrijf RebelGroup. Deze casus richt zich op het behouden van studenten voor de Rotterdamse arbeidsmarkt. Tijdens de Kick-Off kregen wij twee à drie uur de tijd om een creatief en haalbaar concept te bedenken om tot een oplossing te komen. Na deze ‘pressure cooker’ kregen alle teams vier minuten de tijd om een conceptplan te pitchen voor de juryleden bestaande uit medewerkers van het desbetreffende bedrijf. Gelet op de doelgroep, het vraagstuk, de huidige technische ontwikkelingen en de sociaalmaatschappelijke trends, presenteerden wij een hedendaagse creatieve oplossing die te-
vens haalbaar is. Ik denk dat deze elementen een belangrijke rol hebben gespeeld in de beslissing van de juryleden Hoe is de teamindeling gemaakt en welke rol vervul je daarin? Bij de teamindeling is wellicht rekening gehouden met de studieachtergrond van studenten, zodat studenten van verschillende disciplines bij elkaar terechtkomen. Op de dag van de Kick-Off ontmoette ik mijn drie teamgenoten die kennis hebben van commerciële economie, zorg en internationale business. Samen zullen wij tot een oplossing komen voor een huidig maatschappelijk probleem in Rotterdam. Waar werken jullie momenteel aan? Gaat dat goed? Wij werken onder begeleiding van een bedrijfsmentor de casus verder uit tot een volwaardig concept en professionele business case. Ook worden diverse interessante en leerzame workshops verzorgd door de Gemeente Rotterdam en de RebelGroup. Mijn teamleden zijn enthousiaste en ambitieuze studenten met een winnersmentaliteit, daar houd ik van. Met die ‘drive’ denk ik dat het verloop van het project positief zal worden beïnvloed. De uitwerking zullen wij in de finale op 6 februari pitchen voor een vakkundige jury. Wat heb je geleerd tot nu toe? De workshops dragen onder andere bij aan verbetering van mijn sociale vaardigheden, denk daarbij aan sociale etiquette en presenteertechnieken. Het zijn sociale aspecten die wij wel kennen, maar er niet altijd van bewust zijn. Verder heb ik door de workshops MKBA en Mainspring mijn kennis op het gebied van economie bijgespijkerd. MKBA staat voor maatschappelijke kosten en baten analyse, en is een economisch afwegingsinstrument vanuit maatschappelijk perspectief bezien. Hierbij ga je te werk door het projectalternatief te vergelijken met een ‘nul-alternatief’, dus dan bekijken we wat de gevolgen
zijn als het project waar we mee bezig zijn niet geïmplementeerd zou worden. De MKBA-methodiek levert zo een gestructureerde aanpak om interventies te beoordelen, waardoor we uiteindelijk effecten kunnen kwantificeren en ons doel inzichtelijk kunnen maken. De workshop Mainspring gaf ons onder andere een introductie van drijfveren die mensen ertoe bewegen bepaalde keuzes te maken. Door het onderscheiden van merken, diensten en gebruikers, kunnen de handelingen van consumenten beter begrepen worden. Dit levert tevens input aan marketingstrategieën, communicatie en productontwikkeling. De kennis die we hebben opgedaan (‘segmentation, targeting and positioning’) passen we toe op de uitwerking van ons concept. Wat verwacht je van de finale? Alle winnende teams zullen op deze dag dus hun businesscase pitchen. Een papieren uitwerking daarvan sturen we van tevoren in naar de juryleden. Een pitch duurt zeven minuten, waarna de jury vijf minuten de tijd heeft om ons het vuur aan de schenen te leggen. De pitch wordt op vijf criteria beoordeeld: creativiteit, toepasbaarheid, financiële onderbouwing, de uitwerking van het concept en de presentatie. Het winnende team ontvangt een ‘Letter of Recommendation’ van burgemeester Aboutaleb en een geldprijs van € 250,- euro per persoon. Is het lastig om The Battle of Excellence te combineren met de studie? Het combineren met alleen de studie vind ik niet lastig, maar wel met alle andere activiteiten waar ik actief bij betrokken ben. Deze activiteiten vereisen tijd, inzet en verantwoordelijkheid. Als de voorbereidingen daarvoor niet op tijd getroffen zijn, kan het combineren van de studie met verschillende activiteiten en The Battle of Excellence knap lastig worden. Vooral omdat mijn tentamens in dezelfde week van de finale vallen. Het is voor mij dan ook de uitdaging om mijn tijd efficiënt in te delen!
Artikel proces EHRM
deAANSL AG!
CT goes Strasbourg?! Een aanslag op mensenrechten Door:
Gerben Kloosterziel
Sinds april dit jaar zijn een groep van vier fiscale studenten bezig geweest met een proces bij het Europees Hof voor de Rechten van de Mens. Onder leiding van prof. dr. P. Kavelaars en R.F.V. Christiaanse-Taxateur gingen Giancarlo Stanco, Joris van Wamelen, Vera Nederpelt en Gerben Kloosterziel aan de slag. Het was eind zomer 2007 toen het fout ging; door iets te enthousiaste bankiers, veel te hoge leningen, een mentaliteit van ‘the Sky is the Limit’ en veel credit default swaps stortten de aandelenmarkten in. Veel bedrijven gingen ten onder, instituten bezweken onder hun schulden en de overheid sprong bij om de banken die ‘too big to fail’ waren te redden. Om de economie te stimuleren gingen de investeringen omhoog en de renten omlaag, alles werd geprobeerd om de woningmarkt uit haar neergang te halen. 15 juni 2011, voor dit verhaal een kritische datum, werd de overdrachtsbelasting ex artikel 14 van de Wet op belastingen van rechtsverkeer 1970 substantieel verlaagd. Door de tijdelijke verlaging van het oorspronkelijke tarief, van zes procent naar twee procent belasting, kreeg de woningmarkt een grote stimulans. Eigenlijk zou de tijdelijke verlaging in de periode van 1 juli 2011 tot 1 juli 2012 gelden, echter werd er met het besluit van 1 juli 2011 (nr. BLKB 2011/1290M, Staatscourant 2011, 12301) aan de regeling een terugwerkende kracht van twee weken toegekend. Resulterende in een effectieve ingang op 15 juni 2011. Het moeilijke en interessante hierbij zijn de antwoorden op de vragen hoe de terugwerkende kracht bepaald is (waarom geen drie weken?) en of er sprake is van discriminatie. Worden hier dezelfde gevallen op een andere manier behandeld? Onze cliënt de heer X, kocht 1 juni 2011 samen met zijn partner een nieuwe woning. Door altijd hard te werken en het meeste uit henzelf te halen hadden zij een schitterend pand gekocht, tot hun spijt werd juist net na hun aanschaf het tarief veranderd. Met een huis gewaardeerd boven de miljoen euro levert dat een flink verschil op. Hierop namen hij en zijn partner contact op met Meijburg & Co, met de vraag hoe zij dit beschouwden. Na op een zo efficiënt mogelijke wijze het geschil tot op de bodem uitgezocht te hebben, gingen zij samen in bezwaar, beroep, hoger beroep en cassatieberoep, tot hun spijt zonder het beoogde resultaat. Nadat de heer X en Meijburg & Co bijzonder hard hadden gewerkt en alles uit de kast gehaald hadden, antwoordde de Hoge Raad slechts met een verwijzing naar een andere uitspraak, HR 14 juni 2013, nr. 12/03630. Hoewel onze democratische rechtsstaat gebouwd is op de controle van onze rechters, blijft procederen een dure aangelegenheid, griffierechten en professionals kosten geld. Omdat deze casus een zeer specifieke rechtsvraag heeft, hebben wij onder begeleiding van prof. dr. P. Kavelaars hierop met de heer X het Europees Hof voor de Rechten van de Mens (EHRM) aangeschreven. Een half jaar geleden begonnen we door samen naar de achterliggende informatie te zoeken met het beschouwen van andere gevallen van terugwerkende kracht. Er blijkt tot onze teleurstelling bijzonder weinig over geschreven te zijn, vooral over positief uitwerkende terugwerkende kracht blijkt veel ongewis te zijn. Onze wetgevers en andere wetgevende instituten zijn immers bijzonder duidelijk geweest over terugwerkende kracht met een negatieve uitwerking. Het legaliteitsbeginsel houdt volgens de Wet algemene bepalingen het volgende in ‘De wet verbindt alleen voor het toekomende en heeft geen terugwerkende kracht’. Zij is een fundament van onze democra-
tische rechtsstaat. De Grondwet geeft het weer met onder andere de volgende artikelen: ‘Geen feit is strafbaar dan uit kracht van een daaraan voorafgegane wettelijke strafbepaling’ en ‘Belastingen van het Rijk worden geheven uit kracht van een wet. Andere heffingen van het Rijk worden bij de wet geregeld’. De wetgever is er altijd duidelijk over geweest. Positieve uitkomsten van terugwerkende kracht zijn bijzonder weinig voorgekomen. Door de jaren heen is er altijd voor duidelijkheid en constantheid gekozen. Wetten treden in werking op exact het moment dat het wetsvoorstel aangenomen en gepubliceerd is, erg eenvoudig. Hierdoor is er, zo ook internationaal, weinig duidelijkheid over positieve verandering en de verschillen tussen de subjecten. Behalve het verschil in tijd zijn het vaak bijna exact dezelfde gevallen. Naar artikel 14 van het EVRM, dienen namelijk gelijke gevallen op gelijke wijze behandeld te worden. Protocol twaalf van datzelfde verdrag geeft zelfs weer dat dit voor ‘elk in de wet neergelegd recht’ gebeuren moet. Ons inziens heeft de wetgever in dit geval de terugwerkende kracht tot 15 juni 2011 volstrekt willekeurig en ongemotiveerd bepaald. Deze twee weken konden evengoed drie, vier, vijf, zes, et cetera betreffen. Deugdelijk zou het zijn als deze termijn vastgesteld wordt. Rechtvaardig zou naar onze mening zijn dat de termijn standaard zes weken bedraagt en dus gelijk zal zijn aan de bezwaartermijn. Hierdoor worden gelijke gevallen op een zo gelijk mogelijke manier behandeld, zal er een ‘fair balance’ aanwezig zijn en zal geen sprake meer zijn van een ‘individual excessive burden’. Na een uiteenzetting van de feiten hebben wij in het verzoek aan het EHRM gemotiveerd aangegeven op welke gronden deze gang van zaken in een ongelijke behandeling van, naar ons inziens, gelijke gevallen resulteert. Het Hof oordeelde onverwachts stringent door ons niet-ontvankelijk te verklaren door het gemis van, relevante, processtukken. Na het toevoegen van de, naar het oordeel van het Hof, missende processtukken blijkt tot onze spijt op het moment van schrijven dat ons verzoek alsnog niet-ontvankelijk verklaard is op grond van artikel 34 en 35 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens. Een inhoudelijke of verdere motivering mist, een uiterst onbevredigende terugkoppeling. Toch hebben wij er samen bijzonder veel van geleerd, goed samengewerkt, een leuke tijd gehad en voor een creatieve oplossing kunnen zorgen van een complex probleem. Hoewel niet elk verhaal een happy ending kan krijgen, levert het wel degelijk een heel leerzame ervaring op. Bij aanvang is de heer X duidelijk gemaakt dat de uiteindelijke uitspraak van het EHRM niet te veel verwachtingen dient te creëren, er is zoals eerder weergegeven bijzonder weinig duidelijkheid over positieve terugwerkende kracht. Hiernaast is het EHRM niet gespecialiseerd op dit vakgebied, doch hoogste rechter om hierover te oordelen. Uiteindelijk is de wijziging van het tarief nog steeds van kracht, de woningmarkt is immers nog lang niet op haar oude niveau. De vragen over terugwerkende kracht blijven eveneens onbeantwoord.
39
deAANSL AG!
40
De Tien...
De Tien... Door:
Linda Wisse
digitaliseringen in de fiscale wereld
Tien keer Fiscaal Digitaal! Mede door de digitalisering verandert de wereld van tegenwoordig steeds sneller. Zo ook in de fiscale wereld: wat is er de afgelopen tijd veranderd en wat staat ons nog te wachten? Lees het hier! 1.
Digitale belastingaangifte
6. Benchmarking
2.
Digitale overheid
7. Marktplaats
3.
Hoe in de Middeleeuwen de boer een groot gedeelte van zijn opbrengst aan de heer moest betalen in de vorm van voedsel, vee of voorwerpen, zo kan men tegenwoordig digitaal de belasting aan de Belastingdienst opgeven via de aangifte- of administratiesoftware. Voor degenen die toch nog het onderste uit de kan willen halen, staat er altijd een fiscaal intermediair voor hen klaar. De traditionele blauwe envelop wordt vervangen door elektronisch berichtenverkeer. De Belastingdienst verstuurt jaarlijks ongeveer 160 miljoen brieven, omdat volgens de wet alle beschikkingen op papier moeten staan. Door een wetswijziging wordt het mogelijk om officiële berichten ook via het internet te kunnen versturen. Met één klik via de site en een account op MijnOverheid kan men nu dus beginnen met elektronisch berichtenverkeer, wat milieuvriendelijk!
Vangnet voor de digibeten
Tweede Kamerlid Henk Krol maakte zich ongerust of de ouderen wel met deze digitalisering van het belastingsysteem om kunnen gaan. Het digitaal communiceren met de Belastingdienst zal daarom geleidelijk gaan, zodat men de gelegenheid krijgt om hieraan te wennen. Daarnaast zijn de Belastingtelefoon en ouderwetse balies nog niet van de baan geschoven voor hulp bij problemen met de digitale aangifte of het elektronisch berichtenverkeer.
4. FTA en hun gebruik van digitalisering
5.
Tijdens twee dagen in Dublin, waar het Forum on Tax Administration bijeen was, is bepaald dat een groep van achtendertig landen, bedrijven meer gaat verleiden om vrijwillig noodzakelijke belastinginformatie te verstrekken. Dit kan tot stand komen door een betere samenwerking met betrokken partijen en de vereenvoudiging door digitalisering. Daarnaast is besloten dat belasting steeds meer self service moet worden. FTA wil minder BEPS en meer JITSIC: een internationaal netwerk in de vorm van een platform om grensoverschrijdende belastingontwijking tegen te gaan.
Administratie ‘in the cloud’
Wie de digitale sneltrein dreigt te missen, moet snel instappen of hij blijft achter. Een kijkje in het accountantskantoor anno 2020: elektronisch factureren is de dagelijkste routine en mailen met de factuur als bijlage, die vaak ook vergeten wordt door sommige mensen, is verleden tijd. ‘Scannen en herkennen’ is de nieuwe leus, waarbij er een direct systeem gebruikt zal worden tussen leverancier en klant.
Het benchmarksysteem zal door technologische vooruitgang en de snelle wereld tot in de puntjes worden uitgewerkt in de toekomst, waardoor deze volledig zal aansluiten op het financiële dashboard met financiële en operationele kengetallen. De klant weet direct hoe zijn positie in de markt is en de neutraliteit wordt versterkt in de digitale wereld. Het komt wel eens voor dat de Belastingdienst gegevens van een Marktplaatsgebruiker opvraagt. Dit was járen geleden natuurlijk niet denkbaar, maar door IPadressen, inlogcodes en de in- en verkoopgeschiedenis van iemand kan de Belastingdienst relatief gemakkelijk fraude opsporen. Elke voordeel heeft zo zijn nadeel voor sommigen…
8. Internationale belastingwereld
De term globalisering is nog niet eens uitgesproken of men komt al met de term outsourcing om de hoek kijken. Bedrijven worden verplaatst en belastingen op die manier verminderd, waardoor er fiscale vluchtroutes ontstaan. Men maakt digitaal contact met elkaar en internationalisering van de belastingwereld is het gevolg, waarbij veel trucjes uit de toverdoos gehaald worden.
9. Multinationals
Bij internationalisering zijn multinationals natuurlijk niet weg te denken. Taxruling is hiervan één van de gevolgen. Nederland maakt met multinationals, zoals Starbucks, gedetailleerde afspraken over het betalen van belastingen in ons land. Staatssteun is echter niet toegestaan. Wanneer hier wel sprake van zou zijn geweest, kan er over een periode van maximaal tien jaar worden teruggevorderd.
10. De Aanslag
Ook de Christiaanse-Taxateur gaat mee in de digitalisering van tegenwoordig: houd de Facebookpagina, mail en website dus goed in de gaten de komende tijd voor nieuwtjes omtrent De Aanslag…
FINANCIAL FAIRPLAY HEB JIJ GENOEG SUBSTANCE? FISCALE BEDRIJVENDAG 13 FEBRUARI 2015
13 : 0 21 5
| Schrijf je in vóór woensdag 28 januari | Locatie: De Kuip | www.christiaanse-taxateur.nl
42
deAANSL AG!
Fotopagina Actievendiner en CT on ice
Actievendiner
Op woensdag 7 januari jongstleden vond het eerste Actievendiner plaats; een diner om alle actieve leden te bedanken voor hun inzet. We hopen dat de actieve leden elkaar een beetje beter hebben leren kennen deze avond en veel plezier hebben gehad!
CT on ice
Ook dit jaar vond traditiegetrouw ‘CT on ice’ plaats, ditmaal op donderdag 8 januari. Na een warm hapje en een drankje waagde een groep van twintig leden zich op het ijs.
Fotopagina Nieuwjaarsborrel i.s.m. Pereira
Nieuwjaarsborrel i.s.m. Pereira
deAANSL AG!
Donderdag 8 januari jongstleden vond de Nieuwjaarsborrel in samenwerking met Pereira plaats. Aan CT’ers werd de kans geboden om kennis te maken met Pereira door in gesprek te gaan met medewerkers en het glas te heffen op het nieuwe jaar.
43
44
deAANSL AG!
De Stelling
Stelling:
“De rechtspraak moet doorwerken aan de vereen
Heden ten dage wordt ook de fiscale wereld gegrepen door de digitalisering. Naast de Belastingdienst is ook de rechtspraak aan de beurt voor vernieuwing. Zo zijn er plannen gemaakt om de rechtspraak eenvoudiger en doelmatiger te maken door middel van digitalisering. Rechtszaken via internet en digitale voorleggingen moeten leiden tot een verbetering van de gerechtelijke procedures in de toekomst. Wij vroegen studenten en docenten hun mening over deze vernieuwingen in de rechtspraak.
Jelle Boonstra, tweedejaars student Fiscale Economie
De rechtspraak is een belangrijke pijler in onze constitutionele monarchie. Een nieuwe invulling aan het systeem is op zich voor te stellen, maar men dient hier wel voorzichtig mee om te gaan. Omvangrijke, complexe zaken dienen, wat mij betreft, nog steeds “conventioneel” plaats te vinden. Ik bedoel, stel je voor dat alle nazi kopstukken tijdens de Nürnberg-processen via internet zouden zijn veroordeeld; een rechter had in dat geval de verdachten nooit faceto-face kunnen zien om hun lichaamstaal of gezichtsuitdrukking te kunnen zien. Mijns inziens is dat onontbeerlijk bij een dergelijk omvangrijk proces. Aan de andere kant is het veroordelen van personen die een licht vergrijp hebben gepleegd momenteel wellicht te omslachtig. Internet zou hiervoor wellicht een goede oplossing kunnen zijn. Waar leggen we echter de grens tussen een veroordeling via internet of via de reguliere wijze? Wanneer dit eenzijdig wordt besloten, is er in feite sprake van een oneerlijk proces. Vandaar dat zowel de aanklager, als de verdachte geen bezwaar moeten instemmen met een internetveroordeling. Denk bijvoorbeeld aan een persoon die onder invloed een auto heeft bestuurd; hij/zij heeft geen zin om naar de rechtbank te komen en de officier ook niet. Internet zou in dit geval dus een uitstekende oplossing kunnen zijn. Ergo; op zich kan het wel in sommige zaken. Maar men dient hierbij zeer goede afspraken te maken over de invulling van deze nieuwe, onorthodoxe manier.
Ruud de Smit MSc, wetenschappelijk medewerker FEI BV
In een thans aanhangig wetsvoorstel wordt op de vereenvoudiging en versnelling van de procedures in het burgerlijk procesrecht gefocust. De periode waarin in het civiele recht op kosten van de cliënt en de gemeenschap door advocaten werd getreuzeld, kan daarmee worden beëindigd. Tegen een dergelijke vereenvoudiging en modernisering kan ik natuurlijk moeilijk zijn en de retorische vraag luidt wat mij betreft dan ook of dat niet eerder had moeten gebeuren. Dan nog iets over het bestuursprocesrecht. Teleurstellend in het bestuursprocesrecht vind ik namelijk dat de regering dit jaar heeft besloten dat in het bestuursrecht twee hoogste bestuursrechters blijven bestaan: de Hoge Raad en de Raad van State. Dat zorgt (zeker) voor buitenstaanders voor onverklaarbare verschillen in procedures en minder transparantie. Daarnaast is het niet wenselijk dat bij de Raad van State de adviserende afdeling en de rechtsprekende bestuursrechters onder hetzelfde dak huizen. Wat mij betreft had een aanvullende verbetering gevonden kunnen worden door alle (hoogste) bestuursrechtspraak onder te brengen bij de Hoge Raad. Dan het digitaal procederen. Voor studenten is het waarschijnlijk onbegrijpelijk dat er nog zoveel op papier gebeurt in de rechtspraak. De uitwisseling van de processtukken zal steeds meer digitaal plaatsvinden. Dat past in de huidige tijd. Het belangrijkste bijproduct van de digitaliseringsslag lijkt mij een verkorting van de doorlooptijden en daarmee een versnelling van de rechtspraak. Snellere rechtspraak is wat mij betreft ook kwalitatief betere rechtspraak. Voorts wint de rechtelijke macht hierdoor aan relevantie.
Marc Platen, tweedejaars student Fiscaal Recht
Naar mijn mening zal ook de (fiscale) rechtspraak moeten meegaan met zijn tijd om te profiteren van de huidige mogelijkheden, zo kan o.a. de efficiency bevorderd worden door meer gebruik te maken van elektronische hulpmiddelen. Het vereenvoudigen en versnellen van procedures met behulp van digitale hulpmiddelen lijkt mij een mooi streven, als geschillen sneller beslecht worden kan men de uitspraak ook eerder accepteren en/of verwerken. Rechtszaken via het internet lijkt mij dan weer een stap te ver, dit zijn vaak persoonlijke aangelegenheden waarbij het verschil kan maken om partijen in levende lijven te horen! Ook kunnen belastingplichtigen sneller geïnformeerd worden, wat het vertrouwen in de Belastingdienst ten goede komt. Zo zullen mensen sneller zich bewust zijn van wetswijzigingen en deze naleven. De digitalisering kan een positieve impuls geven aan het Nederlandse bedrijfsleven, zo kiezen non-EU ondernemingen liever voor Nederland dan Italië, mede doordat de Nederlandse fiscus als betrouwbaar bekend staat.
De Stelling
deAANSL AG!
nvoudiging van de procedures en het voeren van rechtszaken via internet.”
David van der Linden, tweedejaars student Fiscale Economie
Het is mijn mening dat er altijd gestreefd moet worden naar een vereenvoudiging van de procedures in de rechtspraak. Echter, als dit betekend dat men streeft naar een snellere of directere oordeel in een zaak, kan dat leiden tot een terugval van de kwaliteit van ons rechtspraak. Het voeren van zaken via het internet is een voorbeeld hiervan. De reden hiervoor is dat de positivistische achtergronden in onze rechtspraak dan dreigen te overheersen. Het is nog immers zo dat er in Nederland een civiel rechtssysteem gehanteerd wordt, met zijn wortelen in de Franse Code Civil, in plaats van het gewoonterecht, of common law. Nu is het nog zo dat de rechter enigszins vrij is het principe van stare decisis toe te passen. Een onpersoonlijker procedure daarentegen dreigt te leiden tot het hechten van een groter belang aan de statutaire kant van ons rechtssysteem dan de individuele casus. Dit kan ook het gevolg worden van een systeem waarin getracht wordt zo snel en direct mogelijk een oordeel te vinden. Een vereenvoudiging van ons systeem moet doorgaans erop gericht zijn het gewoonterecht, of common law, te bevorderen. Hierbij hoort dat de rechter de tijd neemt om alle zaken aandachtig te onderzoeken, opdat de rechtspraak zich niet laat overheersen door de positivistische karakter van het statutair recht.
Michèle Hendriks, derdejaars studente Fiscaal Recht
Ik ben het eens met deze stelling, maar digitalisering moet wel zorgvuldig gebeuren en voldoen aan de veiligheidseisen zodat vertrouwelijke informatie niet in verkeerde handen valt. Het is van groot belang dat de burger het vertrouwen heeft dat de rechtspraak een goede connectie heeft met wat er speelt in de maatschappij. Het is immers een dienst van de samenleving. De wereld om ons heen digitaliseert en de burger is steeds meer ingesteld om te communiceren door middel van ICT. Om met de tijd mee te gaan zal de rechtspraak stap voor stap verder gedigitaliseerd moeten worden. Daarbij moet de kwaliteit en deskundigheid niet uit het oog verloren worden. Rechtspraak brengt nou eenmaal veel leeswerk en onderzoek met zich mee om te komen tot een goede uitspraak.
Vincent van Drunen, derdejaars student Fiscaal Recht
Mijn mening sluit hier zeker bij aan. Het procesrecht kan een stuk eenvoudiger. Er zijn nu te veel verschillende soorten zaken. Ook gebeurt er nog te veel op papier, wat in deze tijd al lang niet meer de normale gang van zaken is. Ik steun dan ook het wetsvoorstel tot vereenvoudiging en digitalisering van het procesrecht. De vereenvoudiging en digitalisering zullen er voor zorgen dat de procedures een stuk korter worden. Deze vereenvoudiging is voordelig voor de procesambtenaren, maar ook zeker voor de burger. De burgers zullen dan eerder een oordeel van de rechter hebben. Tijd is geld, de vereenvoudiging (kortere procedures) en digitalisering (minder papier) zal ook zeker ervoor zorgen de rechtspraak minder kost. Tegenwoordig kunnen wij niet meer zonder het internet. We doen er van alles mee en vinden er veel informatie. De rechtspraak kan niet achterblijven. Doormiddel van digitalisering moeten burgers de uitspraken beter gaan begrijpen. Een ander groot voordeel is dat de drempel een stuk lager zal liggen om een rechtszaak via het internet te starten. Meer mensen zullen hiermee een eerlijk en gerechtelijk oordeel krijgen. We moeten er voor zorgen dat de digitalisering niet gebruikt gaat worden als doel, maar als instrument om de rechtspraak eenvoudiger te maken. Er moet echter opgemerkt worden dat de internetverbinding veilig en stabiel moet zijn, waar geen storingen in mogen voorkomen. Als we dit kunnen realiseren zie ik geen argumenten om het wetsvoorstel niet aan te nemen.
45
deAANSL AG!
46
Column, Agenda & Prijsvraagwinnaar
Winnaar Prijsvraag
Column
Bitcoin Waarde lezer,
Het is niet ongebruikelijk dat ik door de stad loop of richting de supermarkt ga en een onbaatzuchtige collectant zie staan die geld probeert op te halen voor een goed doel. Ondanks dat ik maandelijks meerdere goede doelen steun, probeer ik in mijn portemonnee altijd wat kleingeld te hebben om dit te kunnen doneren. Alleen al vanwege het feit dat ik het erg nobel vind van de collectant dat hij/zij in zijn/haar vrije tijd een steentje probeert bij te dragen aan de maatschappij, ben ik bereid om mijn portemonnee leeg te gooien. Helaas komt het regelmatig voor dat ik helemaal geen kleingeld in mijn portemonnee heb. Beteuterd druip ik dan af en voel mij zelfs een beetje schuldig dat ik de goede man/vrouw onterecht hoop heb gegeven. Ondanks dat ik een ‘arme’ student ben, ligt het niet aan de staat van mijn bankrekening dat ik de collectant nul op zijn rekest moet geven. Het zal u waarschijnlijk niet vreemd in de oren klinken als ik u vertel dat bijna 90% van mijn transacties met behulp van een pinautomaat plaatsvinden en ik daardoor bijna nooit cash geld bij me heb. Overigens ben ik ervan overtuigd dat ik niet de enige ben! Niets nieuws hoor ik u denken, maar ik wil u nog een stapje verder nemen in de revolutie van geld: de bitcoin. De bitcoin is een vorm van digitaal geld waarbij men bitcoins kan minen, dat gebeurt door zeer ingewikkelde crypts te ontcijferen en deze geminede bitcoins kunnen vervolgens worden verkocht. Sinds de komst van de bitcoin zijn uit verschillende hoeken speculaties en geruchten ontstaan over de mogelijke verdwijning van het papieren geld. Het criminele circuit en de zwarte markt zijn één van de weinige grootgebruikers van conventioneel geld, omdat het papieren briefje moeilijk traceerbaar is door overheden en de Belastingdienst. De bitcoin zou anoniem zijn en daardoor zou het zich uitstekend lenen voor onder andere het witwassen van geld. Daardoor zou het papieren geld definitief het podium verlaten. In 2013 is echter uit onderzoek gebleken dat de bitcoin verre van anoniem blijkt te zijn. Dit lijkt weer kansen te bieden voor ‘het briefje’. Zeer bijzonder vind ik de ontwikkelingen en grijze gebieden van de bitcoin en de vele beweringen die worden gedaan. Zo zou de bitcoin niet onderhevig zijn aan een wisselkoers, omdat geen bank of overheid invloed op de geldeenheid kan uitoefenen. Ik durf dit te betwisten aangezien voor het verkrijgen van de bitcoin met ‘echt’ geld moet worden betaald. Tevens ben ik als fiscalist, en ik hoop u als lezer inmiddels ook, zeer nieuwsgierig naar de manier waarop belasting wordt geheven bij betalingen met bitcoins. Uiteraard zou de gebruikte valuta geen invloed moeten hebben op de verschuldigde belasting, maar ik voorzie een aantal moeilijkheden als bijvoorbeeld bij de BTW moet worden gekeken naar de plaats waar de transactie plaatsvindt. Al met al denk ik dat de bitcoin nog een hele lange, hobbelige weg te gaan heeft voordat de bitcoin het papieren geld daadwerkelijk zal vervangen. Dat neemt niet weg dat wij deze ontwikkelingen als fiscalist én als mens goed in de gaten moeten houden. Want zoals de geschiedenis ons reeds heeft geleerd, kan technologie de maatschappij en de mensheid plots in een stroomversnelling brengen! Agnes Maassen Masterstudent Fiscale Economie
Hierbij willen we Esther Moh feliciteren met het winnen van de Prijsvraag van de eerste Aanslag. Zij wist als eerste de sudoko op te lossen. Esther, je mag samen met een vriend of vriendin genieten van een tweegangendiner bij Dudok in Rotterdam. Veel plezier!
Agenda Februari:
11 febuari: Tax Jurisprudence Program People Services i.s.m. Meijburg & Co 13 februari: Fiscale Bedrijvendag 19 februari: Wettenbundelborrel i.s.m. Loyens & Loeff 20 februari: Kantoorbezoek De Brauw
Maart:
4 maart: Tax Jurisprudence Program DGA-problematiek i.s.m. Grant Thornton 5 maart: Diesfeest 14 - 23 maart: Studiereis 30 maart: Kantoorbezoek Grant Thornton
April:
1 april: Halfjaarlijkse Algemene Ledenvergadering 8 april: Tax Jurisprudence Program vaktechnisch overleg i.s.m. Loyens & Loeff 9 april: Lenteborrel 13 april: Kantoorbezoek PwC
Mei:
1-3 mei: Actievenweekend 7 mei: Ledenborrel 20 mei: Tax Jurisprudence Program douane i.s.m. Deloitte
Naast bovenstaande activiteiten zullen er nog diverse andere activiteiten en borrels worden georganiseerd. Houd daarom onze website, www.christiaanse-taxateur.nl, goed in de gaten voor updates en eventuele wijzigingen!
AANSL AG!
de
Een uitgave van de Rotterdamse Fiscalisten Vereniging Christiaanse – Taxateur Jaargang 24, nummer 2 | 2014/2015
Docenten over het thema: MR. DR. Q.W.J.C.H. KOK PROF.MR.DRS. H.P.A.M. VAN ARENDONK
Kantoorinterviews met: OTTERSPEER, HAASNOOT & PARTNERS HOUTHOFF BURUMA
Verder:
POLITIEKE JONGERENPARTIJEN EN HUN MENING OVER FISCALITEIT INTERVIEW OUD-CT’ERS MASTERSTUDENTEN AAN HET WOORD
Een digitaal tijdperk