Allemaal Digitaal --------Een stageonderzoek bij VPRO Digitaal----------
Elize de Mul 3104958 MA Stage NMDC 200400969
[email protected]
Stagebegeleiders: Marianne van den Boomen (UU)
[email protected]
Jos Schöttelndreier (Gids)
[email protected]
GertJan Kuiper (Digitaal)
[email protected]
2
Inhoudsopgave Inleiding Omleiding
4 7
1. Nederland Digitaal 1.1 Het begin (van dit verhaal) 1.2 Hacktic 1.2.1 Iedereen op Internet? 1.3 De Digitale Stad
9 9 9 12 13
2. VPRO Digitaal (‘de Zolder) 2.1 Mei 1994 2.2 Beeldstorm 2.2.1 Drijfveren 2.2.2 Virus? 2.3 September 1994 2.3.1 DigiTaal Woordenlijst 2.4 De Digitale Gids 2.4.1 Christopher Yavelow 2.5 De VPRO en Digitaal 2.5.1 Een kamer in de toekomst 2.6 Na de Digitale Maand 2.6.1 @Digitalia@ 2.6.2 Een virtueel gesprek
15 15 16 17 20 22 23 26 27 30 31 32 33 36
3. Terug naar de toekomst
40
Uitleiding Bronnenlijst
47 50
Bijlage A – Reflectieverslag Bijlage B – E. de Mul, ‘Wijzer kijken’
53 57
3
Inleiding In januari 2010 heb ik mijn bachelor Theater- Film en Televisiewetenschappen (TFTv) aan de Universiteit Utrecht behaald, met een specialisatie in de Nieuwe Media. Als vervolg hierop ben ik in februari 2010 gestart met twee masters; Nieuwe Media en Digitale Cultuur (NMDC) aan de Universiteit Utrecht en Filosofie van de Geesteswetenschappen aan de Erasmus Universiteit Rotterdam, waarbij de tweede dient als een aanvulling en verdieping van de eerste. Na de afronding van de theorievakken van NDMC, begon ik in september 2010 met een stage, om in het kader van het ‘individuele traject’ de lessen eens in de praktijk te brengen. In dat kader heb ik drie maanden stage gelopen op de redactie van de VPRO-Gids. In de extra bijlagen van deze paper zijn (in de versie voor de universiteit) het reflectieverslag van deze stageperiode, plus een selectie uit de door mij geschreven artikelen te vinden. De journalistieke stage is vervolgens in overleg verlengd met twee maanden op de afdeling Digitaal van de VPRO. Deze tweede periode stond geheel in het teken van een (archief)onderzoek naar de beginperiode van VPRO Digitaal. Ik heb ervoor gekozen geen reflectieverslag over deze periode te schrijven, daar het een toepassing van opgedane vaardigheden uit de eerste stage betreft. Zoekend naar een onderwerp voor mijn stageonderzoek tijdens mijn eerste stage, bleek al gauw dat het vinden van intern (archief)materiaal binnen de afdeling VPRO Gids een vrij lastige onderneming is. Bij de afdeling VPRO Digitaal bleek eenzelfde probleem te bestaan. Omdat er vrijwel geen werk bestaat dat een overzicht geeft van de beginperiode van de afdeling Digitaal, er al veel materiaal verloren is gegaan en er bovendien nog meer dreigt te verdwijnen door de voortschrijdende techniek en al te fanatieke opruimbeurten, besloot ik in overleg een begin te maken aan een geschiedschrijving van de afdeling. Aan de hand van archiefonderzoek in nog bestaande bronnen, VPRO producties uit die tijd en interviewmateriaal maak ik met deze scriptie een opzetje voor een verdere, meer uitgebreide geschiedschrijving. Ik pretendeer absoluut niet volledig te zijn, daar was zowel te weinig tijd als ruimte voor, maar ik hoop toch een representatief beeld te schetsen van het begin van de ‘digitale revolutie’, de heersende sfeer en van enkele van zijn eigenzinnige pioniers. De vaardigheden die ik heb opgedaan tijdens mijn stage bij de redactie van de VPRO-Gids, waaronder archiefonderzoek, interviewen en bronnen verwerken tot een toegankelijk artikel, heb ik toegepast tijdens mijn tweede stage. De drie maanden die ik bij de VPRO Gidsredactie door heb mogen brengen vertalen zich in de
4
werkwijze en uiteindelijke structuur van het onderzoek dat ik in mijn twee maanden bij VPRO Digitaal heb gedaan. Ik heb er expliciet voor gekozen te schrijven vanuit een eerste-persoonsperspectief waar dat gepast is, daar bij de voorbereiding bleek dat mijn persoonlijke (nieuwe media) geschiedenis die van de VPRO regelmatig heeft gekruist. In overleg met VPRO Digitaal is besloten mijn eigen ervaringen als rode draad (losjes) door de geschiedschrijving te laten lopen. Verder was het de wens van VPRO Digitaal om van de gevonden bronnen een toegankelijk verhaal te maken, dat meer wegleest als een spannend avontuur dan als een droog wetenschappelijk onderzoek. Uit respect voor de hackers op een zolderkamertje in een van de VPRO Villa’s, waarmee het hele Digitale avontuur zo’n zestien jaar geleden begon, ga ik graag op die wens in. Dit wil natuurlijk niet zeggen dat het onderzoek wat vooraf is gegaan niet wetenschappelijk verantwoord is, integendeel. Ik heb archiefonderzoek gedaan, op de ouderwetse manier in de stoffige kast met oude jaargangen van de gids, en op digitale wijze in de webarchieven van kranten en in oude weblogs van diverse instellingen. Ik heb onuitgewerkt interviewmateriaal doorgenomen (waarvoor extra dank aan Elja Looijestijn voor het vrijgeven ervan) en ben naar Amsterdam gegaan voor een open interview met Ali Haselhoef. Zij maakte ooit het programma Turbotuig waar ik als kind in heb ‘opgetreden’. Ik heb oude documentaires en programma’s bekeken en vergeleken. Mijn stagebegeleider GertJan Kuiper sprak mede hierom van een atypische stage; stagiaires dompelen zich doorgaans gedurende enkele maanden onder in de afdeling Digitaal en draaien op volle toeren mee. Ook ik dook de afdeling in, maar dan die van zo’n vijftien jaar geleden. En vervolgens heb ik uit dit alles een kleine selectie gemaakt ten behoeve van enkele verhaallijnen, die ik hier zal uitwerken. Het zwaartepunt ligt hierbij voornamelijk bij de jaren waarin het internet, mede als gevolg van de introductie van het World Wide Web, begon door te dringen bij het grote publiek (1993-1994) en bij de personen die een grote rol hebben gespeeld in de manier waarop dit gebeurde. Toch zal ik ook enkele projecten van digitaal en opvallendheden ná de ‘Digitale Maand’ van de VPRO in september 1994 (kort) bespreken. Dit ten behoeve van een aanzet voor verder onderzoek en ter illustratie van de activiteiten van de afdeling Digitaal na de grootse aankondiging voor het VPRO-publiek (en de overige werknemers). Ter afsluiting heb ik het uitgewerkte interview met Ali Haselhoef opgenomen. Haar terugblik als televisiemaakster bij de VPRO op de tijd van de ‘digitale revolutie’ is, doordat zij zich niet in de ‘internetscene’ bevond, een interessante aanvulling. Bovendien maakt dit interview het cirkeltje rond wat betreft mijn eigen experiënties met de VPRO. Naast de conclusie heb ik, op verzoek van GertJan Kuiper, enkele 5
voorstellen van mijn kant toegevoegd voor eventuele ‘delen B-Z’ als aanvulling op het deel A dat ik hier aan de lezer voorleg. Want zoals al opgemerkt: dit is allerminst een volledig verslag, maar eerder een startpunt voor verder onderzoek naar, en geschiedschrijving van, VPRO Digitaal.
6
Omleiding Onlangs nam mijn moeder haar kleinzoon van vijf mee naar de speeltuin. Een paar uur later keerden ze terug, drie kilo zand en een olifant rijker. De knuffel had eenzaam bij een bankje gelegen en mijn neefje had zich er daarom maar over ontfermd. Toen ik mijn bezorgdheid over het geestelijk welzijn van het olifantje en zijn (inmiddels waarschijnlijk hysterische) eigenaar uitte, zei hij luchtig: ‘Oh, maar tante Elize, daar is wel een website voor hoor, kijk maar even op de computer’. Natuurlijk had hij gelijk, de KuffelKwijtSijt voor gevonden Nederlandse knuffels – er bleken zelfs meerdere ‘verloren knuffels sites’ te zijn - behoort waarschijnlijk nog tot de minst rare dingen die je op het internet aan kunt treffen. Het was dan ook niet zozeer de site die mij verbaasde, maar de vanzelfsprekendheid waarmee mijn neefje mij naar de (hem nog onbekende) website doorverwees.
Knuffelkwijtsijt [http://www.knuffelkwijtsijt.nl/index.php/gevonden/]
De nieuwe generaties groeien op met (mobiel) internet, oma’s met een Ipad en ‘even skypen’ met een oom op Bali. Nou vind ik mezelf met mijn drieëntwintig zomers doorgaans ook niet stervensoud, maar prompt hoorde ik mezelf zeggen: ‘toen tante Elize zo oud was als jij, toen hadden we nog niet zulke websites hoor, dan hing je een briefje op bij de supermarkt’.1 Terwijl de ogen van mijn neefje glazig werden en ik mijn reputatie van hippe, jonge tante met die paar woorden om zeep hielp, werd
1
Bij het uitten van mijn vermoeden dat mijn generatie ‘vroegoud’ is door het razendsnelle tempo waarin de technologie zich ontwikkeld, verwees mijn stagebegeleider GertJan Kuipers mij door naar dit hilarische fragment van cabaretier Ernst van der Pasch: ‘Toen papa nog klein was…’ Hierin beschrijft hij onder andere een pen als een ‘handmatige miniprinter’ en tracht hij uit te leggen wat het proces van een brief sturen inhoudt. De sketch van deze jonge ‘father-to-be’ illustreert op komische wijze hoe snel ontwikkelingen op het gebied van nieuwe media gaan. [http://www.youtube.com/watch?v=mzO1vw6rYe8]
7
ik me misschien wel voor het eerst écht bewust van het tempo waarmee de nieuwe media meer en meer bepalend zijn geworden voor onze leefomgeving. Pas zo’n vijftien jaar geleden werd internet ook door Jan met de pet in gebruik genomen, had een heel gezin samen één e-mail adres (want ze zouden ooit opraken) en wapperde men de wilde voorspellingen van internetgoeroes nog weg. Zo’n vaart zou het allemaal niet lopen, toch? Ik was destijds een jaar of zeven en vond het allemaal wel spannend. Ik had een eigen website waarop ik de voor mij wereldschokkende gebeurtenissen, zoals het overlijden van mijn konijn Floppie in een tekening of gedicht probeerde te vangen en startte er een griezelclub waar kinderen uit verschillende delen van Nederland mee konden schrijven aan een eng verhaal. Hier kruist mijn geschiedenis voor het eerst die van de VPRO, meer in het bijzonder met die van VPRO Digitaal en het handjevol programmamakers dat enthousiast met de Nieuwe Media in de weer was. Als een pionier van de kleinste soort en onderdeel van de ‘tussengeneratie’, die nog weet hoe het was vóór de ‘digitale revolutie’, maar evengoed van kinds af aan met nieuwe media is opgegroeid, voelt het bijna alsof het zo moest zijn dat ik, nu mijn pad wederom dat van de VPRO kruist, die roerige en spannende begintijd probeer te vangen op papier. Voor we vergeten.
8
1. Nederland Digitaal 1.1 Het Begin (van dit verhaal) Dit had ook een verhaal kunnen zijn over radiogolven die zich onverwachts niets aan trekken van de bolle vorm van de aarde, een man die waarschijnlijk als eerste mens ooit op een foto verschijnt, omdat hij toevallig net die dag besluit zijn schoenen te laten poetsen, of een militair project dat een manier zoekt om informatie zo op te slaan dat zelfs nucleaire aanvallen er machteloos tegenover staan. Maar dat is het niet. Het verhaal wat nu voor de lezer ligt, is een soort van deel A van de geschiedschrijving van VPRO Digitaal, waarop de delen B-Z hopelijk ooit zullen volgen. Zoals vaker het geval bij een geschiedschrijving, bleek het noodzakelijk om hier en daar af te wijken van het onderwerp. Bovendien zal ik af en toe ook van het beoogde tijdsbestek (circa 1993 t/m 1995) afwijken. Ik bevind mij nu eenmaal in de bevoorrechte positie om vooruit te spoelen om zo bijzonderheden en eigenaardigheden te belichten. Dit verhaal begint ergens in het midden van de gehele ‘historiae mediae’, maar is in meerdere opzichten ook een soort van begin. Het begint hier.
1.2 Hack-tic In 1989 verschijnt het eerste nummer van HackTic, een tijdschrift over computertechniek dat de gewoonte heeft te verschijnen op het moment dat men net begint te vermoeden dat de redactie onder dwang
1.2a Hack-Tic 14/15 [http://www.hacktic.nl/magazine/1401.htm]
‘uit logeren’ is. Voor vier gulden en vijftig cent (en “voor f. 375,- heb je een levenslang abonnement op Hack-tic dat zelfs na de dood testamentair op een ander over kan gaan,”2) kan de geïnteresseerde, vanaf hier als ‘techno-anarchist’ aangeduid, alles lezen over hacken, phreaking - gratis bellen door middel van 2
Te lezen in het Colofon, in dit geval van het dubbelnummer 14/15/1991, http://www.hacktic.nl/magazine/1402.htm
9
‘trucjes’ -, software/hardware, virussen, de overheid en de wetgeving rondom computergebruik (of –misbruik).
De Nederlandse hacker Robbert Valentijn Gonggrijp (Amsterdam, 1968), beter bekend als Rop Gonggrijp, is medeoprichter en hoofdredacteur van het blad. Hoewel het tijdschrift nu al met een kritische blik kijkt naar ontwikkelingen op het gebied van nieuwe media en al vroeg mogelijke negatieve consequenties onder de aandacht brengt (bijvoorbeeld die van de totalitaire samenleving waarbij de overheid de virtuele touwtjes in handen heeft), wil het toch vooral mensen online krijgen: Het is belangrijk dat de Internet gemeenschap een meer evenwichtige afspiegeling wordt van de ‘gewone’ wereld. Momenteel zijn mensen met geld en macht oververtegenwoordigd. Maar computers zijn niet meer de dure, elitaire apparaten van 10 jaar terug. Je hebt nu de kans je informatie over de hele wereld te verspreiden. Get on-line!3
Het idealisme van de ‘Hack-Tics’ in een notendop: zoveel mogelijk maatschappelijke groepen de mogelijkheden van het internet laten zien en zo hun technologische achterstand verkleinen, het internet moet voor iedereen toegankelijk zijn, vrijheid van meningsuiting, vooral ook vrije informatie (“Information wants to be free!”) en, misschien wel het belangrijkste, nadenken over de structuur van het internet in de toekomst.4 Het internet en andere nieuwe media zullen de samenleving en de wijze waarop wij omgaan met informatie flink gaan veranderen, zo denkt Rop Gonggrijp. (Al geeft hij toe dat het omzeilen van systemen toch ook ‘voor de kick’5 is.) In het begin heeft Hack-Tic onder andere toegang tot het internet door het hacken van universiteitsaccounts, maar in maart 1993 wordt dit verboden bij de wet.
1.2b Hack-Tic 20/21 [http://www.hacktic.nl/magazine/2018.htm] 3
Hack-Tic 20/21, 1993, p 18. http://www.hacktic.nl/magazine/2018.htm Hack-Tic 20/21, 1993, p 18-19. http://www.hacktic.nl/magazine/2018.htm 5 Gijs Groenteman, Iedereen op Internet, Kleine Storm Mediaproducties, 2006. Terlevisiedocumentaire, uitgezonden door de Humanistische Omroep. 4
10
Naar aanleiding hiervan beginnen Hack-Tic’s Rop Gonggrijp, Paul Jongsma en Felipe Rodriquez in mei 1993 met het aanbieden van internet, eigenlijk vooral om niet in de gevangenis te belanden.6 Toch blijven idealen een grote rol spelen. In een interview voor de VPRO-Gids vertelt Felipe Rodriquez: Wij hebben ons altijd ingezet voor openbaarmaking van informatie. We hebben veelvuldig aangetoond dat er veel schort aan beveiliging van computers en er zodoende altijd een risico is met betrekking tot privacy. De laatste tijd houden we ons meer bezig met Internet omdat het Internet een belangrijke stap kan worden in de ontwikkeling van onze toekomstige maatschappij. Het is een verandering in de manier waarop mensen informatie vergaren, het maakt het publiek daarin onafhankelijk. We willen die ontwikkeling in ons land stimuleren.7
Dit houdt aan het begin in dat Gonggrijp’s Bijlmerflatje handig wordt volgestapeld met inbelmodems, die geïnteresseerden toegang bieden tot het internet. Het (onverwachts) enorme succes is letterlijk te groot voor het flatje. Het streven is om binnen een half jaar vijfhonderd abonnees te hebben. Ze beginnen op één mei en op twee mei is de vijfhonderdste al binnen. Vooraf bestond de angst dat er niet genoeg animo zou zijn, maar dit was een probleem van een heel andere orde! Ze verhuizen al snel na de oprichting naar een pand aan de Amsterdamse Prins Hendrik Kade. Als instelling gaan ze, los van Hack-Tic, door onder de naam XS4ALL (‘access for all’). Komisch genoeg heeft de nieuwe locatie inderdaad geen sloten en slapen de mannen aanvankelijk bij hun apparatuur.8
1.2.1 Iedereen op Internet? In 2006 brengt de Humanistische Omroep een documentaire uit onder regie van Gijs Groenteman: Iedereen op Internet. Een Rop Gonggrijp met wat minder wilde haren blikt terug op het Amsterdam van de jaren negentig, de hackersscene waarin hij zat en de spannende ontdekkingen die hij deed als hacker van computers. Het ‘access for all’ principe gold niet alleen voor virtuele sloten. Zo kwam hij regelmatig onder het treinstation van Amsterdam in een ondergronds tunnelsysteem, waar hij stiekem rondleidingen gaf aan vrienden die op visite kwamen. Ondertussen is er het een en ander veranderd. Door technologische ontwikkelingen op het gebied van
6
Gijs Groenteman, Iedereen op Internet. VPRO Gids 1994, nr 36 3 september- 9 september, p 4. 8 http://www.xs4all.nl/overxs4all/geschiedenis/ 7
11
security en het samenstellen van databanken lijkt de overheid steeds meer een monopoliepositie op informatie te krijgen. Ten tijde van deze documentaire houdt Gonggrijp zich onder andere bezig met het ontwikkelen van een ‘onkraakbare telefoon’, waarop je kunt bellen zonder afgeluisterd te worden. Nu, begin 2011, lijkt echter weer de echo te weerklinken van de motieven achter ‘XS4ALL’, nu de kranten melden dat Gonggrijp banden heeft met de door Julian Assange opgerichte klokkenluidersite Wikileaks.
Het is de eerste Nederlandse internet provider die particulieren internetdiensten aanbiedt.9 De naam die aan de provider wordt gegeven spreekt eigenlijk al voor zich. XS4ALL heeft een abonnement bij NLnet, een provider die zich vooral richt op bedrijven en instellingen. Voor vijfentwintig gulden per maand kan men vervolgens via XS4ALL toegang tot het internet krijgen. Het beginnende bedrijfje heeft nog geen afdeling personeelszaken, dus worden er vrienden bij geroepen. Gonggrijp: “Als iemand twee weken bleef hangen was het van ‘zullen we die dan maar een baan aanbieden?’ Dan kon diegene zelf zijn computer en bureaustoel gaan halen bij de winkel.”10
Los van de idealen die bestaan bij de oprichters, is het wel de bedoeling van XS4ALL een financieel gezond bedrijf te maken. Op één jaar na maken ze inderdaad steeds winst, in 1998 wordt het bedrijf aangekocht door KPN en tot op de dag van vandaag is XS4ALL nog steeds een grote provider. Marianne van den Boomen, die zich in de jaren negentig manifesteerde als een journalistiek werkzame media-activiste, stelt aan het begin van het millennium Felipe Rodriquez de vraag: wat was het geheim van XS4ALL? In de eerste plaats de mensen. De vier die het idee ontwikkelden, het weinige startkapitaal bij elkaar schraapten, de techniek opzetten. Ook later waren de mensen cruciaal, vrijwel iedere werknemer heeft iets bijgedragen wat belangrijk was. De sfeer was altijd bijzonder, er werkten echt superslimme mensen, veel slimmer dan ikzelf, en zonder dat intellectueel kapitaal was het een middelmatig bedrijf geweest. En we begonnen precies op het juiste moment. We begonnen omdat we het idee hadden dat er meer mensen zoals wijzelf internet toegang wilden. (…). Naast de technologie 9
Documentaire: Gijs Groenteman, Iedereen op Internet. Idem.
10
12
was er het maatschappelijke engagement als zeg maar unique selling point. We kwamen deels voort uit de geëngageerde hackers-underground, en we waren ervan overtuigd dat een bedrijf ook een maatschappelijke functie en verantwoordelijkheid kan hebben. Van daaruit waren we nooit bang om controversiële kwesties aan te pakken en ze juridisch op de spits te drijven, zoals het aftappen door justitie, over publicatie vrijheid en dergelijke.11
1.3 De Digitale Stad Een klein jaar later, op 15 januari 1994, opent het Free-Net (gratis toegankelijk netwerk) De Digitale Stad, een samenwerkingsverband tussen XS4ALL en cultureel centrum De Balie. Marleen Stikker, tegenwoordig directeur van innovatieplatform Waag Society, komt als werknemer bij De Balie in 1993 in aanraking met het internet. Ik werkte bij De Balie en wilde in contact komen met mensen in voormalig Joegoslavië, waar destijds een culturele boycot heerste. Dat kon alleen via het internet. Mijn nieuwsgierigheid was gewekt en die zomer heb ik uit boeken mezelf het besturingssysteem Unix eigen gemaakt. Het enige wat je op je scherm zag was een knipperend streepje, maar ik vond het internet fascinerend en wilde het aan iedereen laten zien. Ik vroeg subsidies aan en heb mensen uit verschillende hoeken gevraagd om een project op te zetten: informatiedeskundige Bert Mulder was erbij, de jongens van hackersclub Hack-Tic, Felipe Rodriguez en Rop Gonggrijp van XS4ALL. Eind 1993 zijn we begonnen met bouwen, en op 5 januari 1994 ging De Digitale Stad online.12
De Digitale Stad laat zich inderdaad het beste omschrijven als een stad, maar dan virtueel. Er is informatie te vinden over en van de gemeente Amsterdam, kranten, tijdschriften, bibliotheken en politieke partijen.13 En dit allemaal nog een paar maanden vóór het World Wide Web. Het project is een poging tot het samenbrengen van politiek en burgerschap in een online gemeenschap en het aanbieden van laagdrempelig internet voor ‘iedereen’. Felipe Rodriquez: De eerste helft van de jaren negentig zou ik typeren als idealistisch en gedreven. Mijn blik daarop is ongetwijfeld beïnvloed door de gemeenschap
11
Marianne van den Boomen, “Van Hacker tot Internetmiljonair”, De Groende Amsterdammer, 20-07-2002 Elja Looijestijn, “De ontdekking van het internet”, VPRO-Gids 6, 6-12 februari 2010, 13. 13 Idem, 11. 12
13
waarin ik destijds werkte, de groep rond XS4ALL en De Digitale Stad was erg sociaal betrokken.14
Marleen Stikker: De Digitale Stad ontstond uit louter idealisme. Ons doel was: toegang voor iedereen, iedereen is maker en iedereen kan meedoen. We waren niet alleen maar enthousiast, van: hoera het komt, we waren meteen bezig met de vraag hoe we dit wilden vormgeven.15
Eenmaal aangemeld bij De Digitale Stad, heeft men een gratis account inclusief email adres en toegang tot het internet. In de ‘stad’ kan men er net als in het echt ‘rondslenteren’ of een ‘biertje pakken’ in een van de cafés, terwijl er al dan niet nuttige discussies worden gevoerd met virtuele medebewoners. Draait het bij XS4ALL vooral om ‘internettoegang’, bij De Digitale Stad gaat het vooral om ‘internetcontent’.16 De Digitale Stad ontsluit in 1994 informatiebestanden van de gemeente Amsterdam en maakt deze via internet doorzoekbaar. Het stadhuis wordt verbonden met DDS en internet.17
Ook communicatie speelt een grote rol naast informatie. Elke gebruiker krijgt een emailadres en er is volop ruimte voor gesprekken en discussies die al dan niet over politiek gaan in de online gemeenschap. De toenmalige directeur van de ‘stad’, Joost Flint, blikt terug: Als voorlopers in Nederland zijn we in 1994 de eerste schelpen die op het strand aanspoelen tengevolge van een veranderingsgolf die in korte tijd globaal de wereld overspoelt.18
Ondanks het wel erg uitbundige metafoorgebruik maakt deze uitspraak duidelijk dat het project De Digitale Stad een eerste in zijn soort is in Nederland en een groot succes. Vooral de publiciteit rondom De Digitale Stad - elke dag verschijnt er wel iets over op televisie of staat er een artikel in de krant of een tijdschrift - zet het internet in Nederland voorgoed op de kaart.19
14
Marianne van den Boomen, “Van hacker tot internetmiljonair”, Groene Amsterdammer, 20-07-2002. Elja Looijestijn, “De ontdekking van het internet”, VPRO-Gids 6, 6-12 februari 2010, 13. 16 Joost Flint, “DDS 10 jaar”, 6. http://www.dds.nl/dds/jarig.php?pageid=6 17 Idem, pageid=7 18 Idem, pageid=3 19 http://xs4all.nl/overxs4all/geschiedenis/ 15
14
2. VPRO Digitaal (‘de Zolder’)
De Digitale Zolder [VPRO Archief]
2.1 Mei 1994 Erwin Blom: VPRO collega Gerard Walhof spreekt me aan. "Blom, dit moet je gaan zien", zegt ie enthousiast. Hij heeft het over een met computers volgestouwde zolder. Hij spreekt van jonge honden die met spannende dingen als 'internet' bezig zijn. Hij zegt het op een toon alsof ik moet weten wat dat is. Ik heb eerlijk gezegd geen flauw benul, maar heb de indruk dat ik me belachelijk maak als ik dat toegeef. Dus doe ik maar net of het gesneden koek voor me is en ga kijken op VPRO's Digitale Zolder. En ik ben snel verkocht. Dit is leuk. Dit is spannend. Dit zijn mensen die met de toekomst bezig zijn, wat die toekomst ook moge brengen. Bezeten zijn ze, de jongens en meiden van Digitaal. In een paar maanden moet de VPRO op internet aanwezig zijn. Tot laat wordt er doorgewerkt. Met pizza's en bier.
20
Bruno Felix: Dagelijks werkten we ongeveer tien uur en er werd ook heel veel gefeest. Het was de tijd van de housemuziek, er was veel nachtwerk bij. We waren allemaal jong, er was geen rem. Werk 20
Erwin Blom, als programmamaker vanaf het begin bij VPRO Digitaal betrokken en van 1999 tot 2008 Hoofd Digitssl, blikt terug op het begin van de afdeling. Erwin Blom, “Rock & Roll met Enen en Nullen”, november 2005. http://webwereld.nl/opninie/38307/rock--amp--roll-met-enen-en-nullen.html
15
en privé liepen door elkaar heen. Het voelde meer als een vriendengroep dan een baan. Je wist niet wat er technologisch allemaal mogelijk was, dus je moest heel veel ideeën hebben om dat te compenseren. We luisterden naar visionairen die praatten over vergezichten, een verandering van de democratie. Het was allemaal heel groot, zwaar utopisch en euforisch. Het heette niet voor niets de digitale revolutie. We hadden het idee dat de wereld in één klap zou veranderen.21
2.2 Beeldstorm We spoelen even een paar maanden terug. Frank Wiering (inmiddels hoofdredacteur van VPRO Televisie) is begin 1994 bezig met voorbereidingen voor de VPRO documentairereeks Beeldstorm22. In een interview met de VPRO-Gids, ter ere van het vijftienjarige bestaan van VPRO Digitaal, vertelt hij: Ik begon die serie eigenlijk te maken omdat ik me afvroeg waar het naartoe ging met de televisie. Tijdens de research kwam ik in contact met het begrip internet. Uiteindelijk ging Beeldstorm helemaal over de Digitale Revolutie.23
In het tweede deel van Beeldstorm staat Louis Rosetto centraal. De oprichter van het tijdschrift Wired, dat niet zozeer over technologie zelf maar eerder over de maatschappelijke gevolgen van nieuwe technologieën gaat, spreekt daarbij met een aantal 2.2a Louis Rosetto in gesprek met Jaron Lamier [Beeldstorm II]
21
Elja Looijestijn, “De ontdekking van het internet”, VPRO-Gids 6,, 6-12 februari 2010, 12. De documentaireserie Beeldstorm is te bezien op HollandDoc onder ‘games en internet’: http://www.hollanddoc.nl/kijk-luister/kunst-en-cultuur/games-eninternet.html?playurn=urn:vpro:media:program:3178495¤tPage=2 23 Elja Looijestijn, “De ontdekking van het internet”, p.14. 22
16
deskundigen (waaronder Peter Schwartz) over wat toen nog de ‘cyberkenetische ruimte’ werd genoemd. En er wordt nogal wat gezegd. Er wordt gesproken over een ‘krachtige technologie’ die beschikbaar wordt voor ‘gewone mensen’. Over de grootste revolutie ooit, die zijn weerga niet kent in de geschiedenis. Enge woorden als exobreinen en superbreinen komen voorbij, netwerken van menselijke hersenen waarbij de mens een neuron wordt in dat superbrein, waar gedachtes zullen ontstaan die door die simpele neurons niet meer zullen worden begrepen. Maar paradoxaal genoeg is het wel het individu dat krachtiger wordt, vrijer. Overheden verliezen hun grip op informatie, informatie is macht. Jaron Lanier voorspelt dat over vijf jaar iedereen met een virtual reality helm op in de bus zal zitten. William de Bruijn, momenteel onder andere reseacher voor het programma Tegenlicht, noemt De Beeldstorm-reeks op het HollandDoc kanaal op Youtube ‘unieke televisie’. Hij omschrijft de serie documentaires als “heel erg jaren negentig, heel erg gedreven in die revolutie. Het was een heel andere wereld die op ons afkwam, het internet zou ons hele leven gaan beheersen.”24 2.2.1 Drijfveren In de eerste aflevering van Beeldstorm staat vooral de information super highway centraal en wordt er onderzocht wat voor een content deze snelweg zal betreden. Jo Groebel, professor in massacommunicatie, stelt naast enkele anderen die aan het woord komen dat het lang niet altijd de ideologie is die de content bepaald. Hoewel veel initiatieven op het internet bedoeld zijn om iedereen betere informatie te verschaffen, leggen zij het al snel af tegen dingen als amusement en seks. In de VPRO-Gids verschijnt eind september dan ook een artikel over sekssites. Mo Vollebregt rolt na zijn keurig afgeronde atheneumopleiding van het ene in het andere baantje. De VPRO, waar hij als systeem- en netwerkbeheerder werkt, blijkt zijn laatste werkgever te zijn. Inmiddels heeft hij namelijk een eigen bedrijf en is hij aardig op weg een van de jongste miljonairs van Nederland te worden. Binnen zijn bedrijf, de Intensive Care Computerinformatie BV, is het vooral één tak die hem
24
Karen van Dijk, “HollandDoc zomertip: Beeldstorm”, HollandDoc kanaal op Youtube, 2010. http://www.youtube.com/watch?v=qWWekUk3YuY
17
“bijna slapend rijk25” maakt: seks per computer. Hiertoe staan er in de kelder van een Amsterdams appartementencomplex enkele tientallen computers dicht opeengepakt opgesteld. De lezer wordt al gauw meegenomen in een wereld van al dan niet bewegende pornografische afbeeldingen, verschillende sekspakketten en seksueel getinte chat gesprekken, maar toch vooral: die van de maker van een dergelijke webomgeving. Zonder overdrijving mag je stellen dat deze business loopt als een trein. Toen ik hier aan begon, verklaarden vrienden in de computerwereld mij totaal voor gek. […]Ik heb één keer mijn vakantiegeld geïnvesteerd en de rest geleend van vriendjes. Ik heb het knullige, met de hand geschreven briefje nog, waarin ik bij de PTT informeerde hoe je een 06-nummer begint en wat dat kost. Inmiddels is diezelfde PTT heel blij met mij, want zij vangen de helft van de opbrengst van al die 06-nummers. Na aftrek van mijn kosten houd ik van elke gulden vijftien cent over.26
Waar Jo Groebel seksualiteit schaart onder een van de grootste drijfveren van de mens, ziet Vollebregt dat het vooral ook eenzaamheid is die mensen naar zijn diensten lokt. Hij ondervindt dat een groot deel moeite lijkt te hebben met het leggen van contact en dat de digitale weg een manier is toch met anderen in contact te komen en eerder onuitgesproken fantasieën te delen. De online seksbusiness is booming. De soms ongelofelijke en futuristische gesprekselementen worden afgewisseld met zo mogelijk nog enthousiastere futuristische reclames, vertoond door Louis Rosetto. Zo komen drie verschillende reclames van het Amerikaanse telecommunicatiebedrijf MCI uit 1993 voorbij. Hierin is een jonge Anna Paquin te zien in een bijzondere natuurlijke, maar tegelijkertijd haast ‘technologisch gestroomlijnde’ omgeving. Surrealistische, snel gemonteerde shots wisselen elkaar af waarbij het meisje met de grote baret nu eens een vertraagde sprong maakt, dan weer indringend de camera inkijkt. Ze spreekt op een dromerige maar indringende toon over een nieuwe plek. A new kind of road is being built. This road should not be thought of as connecting two points because it will connect all points. It will not go from
25
Jeroen Bergeijk, “Het geeft een enorme kick om iemand klaar te tikken”, VPRO-Gids 39, 24-30 september 1994, 9. 26 Idem.
18
"here to there" because there will be no more "there." We will all27 be "here," on a road where the speed limit is the speed of light.28
Dan huppelt ze het beeld uit, haar stem blijft achter en zingt een enigszins naargeestige melodie. Het is zowel surrealistisch als intrigerend. It gets to you.
2.2b MCI reclame 1993 [http://www.youtube.com/watch?v=V-sfEOcYhfs]
Als Rosseto na het derde en laatste filmpje het televisietoestel naast zich uitschakelt, stelt de interviewer de vraag of dit niet gewoon propaganda is. Hierop valt Rosseto een moment stil. Wellicht is het een vorm van propaganda, besluit hij dan. Maar hij ziet het liever als een ‘dream-commercial’. De nadelen van de nieuwe technologieën zullen wellicht later blijken, maar die zijn op dit punt nog onmogelijk aan te wijzen. Toen de auto net werd uitgevonden werd er in reclames ook alleen over de ongekende mogelijkheden gesproken, dat van die CO2-uitstoot had niemand kunnen weten, stelt hij. Rosetto’s enthousiasme werkt, ondanks de wilde voorspellingen die de kijker om de oren vliegen, erg aanstekelijk.
27
De belofte van een plek waar we met zijn allen tegelijk kunnen zijn klinkt geweldig. Toch zijn er mensen die na het kijken van Beeldstorm zo hun twijfels houden, blijkt uit een ingezonden brief. Wessel Meijer uit Amsterdam prijst de documentaireserie en zegt ‘ademloos te hebben toegekeken’, maar merkt op dat deelname in dit grote computernetwerk toch vooral afhangt van het bezitten van apparatuur, energie en een stopcontact. “Ik ben zeer bezorgd over het lot van al die miljoenen die nooit deel kunnen nemen aan het netwerk omdat er geen stopcontact in hun kameel zit. […] Misschien zit ik wel op het verkeerde spoor, laten we het hopen want anders trapt de mensheid wederom in de val van de valse en utopische belofte op absolute vrijheid, gelijkheid en computer-broederschap.” Wessel Meijer, “Kameel”, VPRO-Gids 39, 24-30 september 1994, 13. 28 Anna Paquin in een MCI reclame, 1993. http://www.youtube.com/watch?v=V-sfEOcYhfs
19
Roeloef Kiers, destijds de televisiedirecteur van de VPRO, is samen met Wiering in San Francisco voor de opnames met Louis Rosseto. Frank Wiering: De avond na de ontmoeting met Rosetto zaten we in de bar van het Westin San Francis hotel. Na een biertje of vijf zei Roelof: “Als we dit serieus nemen, moeten we een voorloper zijn en er in Nederland mee beginnen.” Zo begon wat toen nog “onderzoeksproject digitalisering” heette.29
Of hier de vijf biertjes30, het aanstekelijke enthousiasme (of is het een virus?) van Rossetto, of toch de lijzige stem van het meisje met de baret spraken, zullen we nooit zeker weten. 2.2.2 Virus? Een paar maanden later spreekt Jeroen van Bergeijk in het kader van De Digitale Maand met Louis Rosetto. Het is een interview waarin de onderwerpen uit Beeldstorm II nog een dunnetjes worden overgedaan. Ook van Bergeijk valt Rosetto’s ongebreideld positieve visie op de toekomst op: “Ik sta nu en dan met mijn oren te klapperen als ik hem hoor uitweiden over de weldaden die de mensheid de komende decennia staan te wachten: we worden allen rijker, beter opgeleid, we gaan beter communiceren en het milieu zal weer gezond worden. Tja… Rosetto heeft vast dat nieuwe ‘culturele zippie virus’ onder de leden, denk ik stiekem. Dat virus dat blijkens een omslag van enkele maanden geleden typerend schijnt te zijn voor de nieuwe digitale generatie. De symptonen? Verminderde stress, een sterk gevoel van gemeenschap, plotselinge aanvallen van optimisme en uitbarstingen van pronoia; het heimelijke gevoel dat anderen jou achter je rug om proberen te helpen” 31. ☺32.
29
Elja Looijestijn, “De ontdekking van het internet”, 12. ‘Bier als actor’ lijkt mij onderwerp dat uitnodigt tot verder onderzoek, daar alleen al in de geschiedenis van het internet in Nederland briljante ingevingen verdacht vaak in het gezelschap van deze licht alcoholische versnapering verkeren. Een snelle ronde door de digitale bibliotheek leert dat er al voorzichtige pogingen in die richting zijn ondernomen: Jakob Demant, “When alchohol acts: an Actor-Network approach to teenagers, alcohol and parties”, in: Body Society vol. 15-1, 2009, 25-46; Ole-Jorgen Skog, “The long waves of alcohol consumption: A social network perspective on cultural change”, in: Social Networks vol. 8-1, 1986, 1-32. 31 Jeroen van Bergeijk, “Louis Rossetto: ‘Er ligt een beter wereld in het verschiet’”, VPRO-Gids 37, 10-16 september 1994, 5. 32 Microsoft Word maakt van mijn ‘:-)’ automatisch een ☺ en smsjes, twitters, facebook-berichten worden inmiddels vaker wel dan niet door dergelijke typografische gezichtjes vergezeld. In 1994 echter blijkt het nog noodzaak de onwetende lezer een handje te helpen bij het interpreteren van een dergelijke typografische uitlating. Jeroen van Bergeijk schrijft: “Om aan dat probleem [misverstanden in digitale conversaties] het hoofd te bieden zijn er typografische equivalenten van bepaalde gezichtsontwikkelingen ontwikkeld. Zo moet :-) aangeven dat iets grappig bedoeld is. (Draai uw hoofd een kwart naar links en u ziet dat :-) een lachend gezichtje voorstelt). Voor een bericht met een knipoog, is het volgende symbool bedacht ;-) en bij een droevige opmerking hoort deze toetsenbordcombinatie :-(.” Om het geheel nog iets te verduidelijken is er tevens een 30
20
Feit is dat, eenmaal terug in Nederland, Bruno Felix (destijds eindredacteur bij het kunstprogramma Primavista) door Wiering wordt aanbevolen bij Kiers als mogelijke projectleider van dit nog vrij onduidelijke project. Bruno Felix is op dat moment zelf veel bezig met nieuwe technologie en woont bovendien in een huis met allerlei hackers, en lijkt dus wel thuis te zijn in ‘de scene’. Omdat zijn jaarcontract op het punt staat af te lopen, raadt Wiering hem aan even langs Roelof Kiers te lopen. Wiering: “Ik zie hem nog terug komen, een beetje trillend. Hij zei alleen: ‘Dat is nogal wat.’”33 Roelof Kiers overlijdt twee maanden nadat hij de opdracht aan Felix heeft gegeven.
2.2c Bruno Felix [Paul Oud – VPRO Archief]
Nu Roelof Kiers er niet meer is, begrijpt er binnen de VPRO eigenlijk bijna niemand wat dat ‘project digitaal’ nou precies inhoudt. Bruno Felix: De ene helft van de mensen vond het doodeng, de andere helft dacht dat het onzin was. We waren op elkaar aangewezen. We kregen heel cynische reacties. Mijn tijd bij de afdeling Digitaal was eigenlijk één grote strijd tegen de scepsis. Dat was voor een deel ook wel terecht: we renden met oogkleppen op keihard vooruit en hielden niet altijd even goed contact met de rest van de omroep. We waren jong en nietsontziend, een stel eigenwijze opgeschoten klootzakjes.34
schema bijgevoegd waar je de drie verschillende ‘smileys’ in drie stappen gedraaid ziet worden. Bergeijk, J. van, “Allemaal Digitaal”, in: VPRO-Gids 1994, nr.36, 3-9 september, 5. 33 Elja Looijestijn, “De ontdekking van het internet”, VPRO-Gids 6 2010, 6-12 februari, 12. 34 Elja Looijestijn, 13.
21
2.3 September 1994 Erwin Blom: Het is het zover. De VPRO is de eerste omroep op internet. En is ook nog eens gratis provider. Een twintigtal modems staat roodgloeiend te zijn, want bij de VPRO kan iedereen inbellen om een half uur gratis internet op te gaan. Bij de VPRO Gids wordt een cd-rom meegeleverd met de benodigde software en bij de VPRO kan een modem worden gekocht. Dat gebeurt in groten getale; veel mensen zullen via de VPRO voor het eerst kennis met internet hebben gemaakt. VPRO Digitaal is in die dagen ook binnen eigen gelederen een pionier. Want laten we eerlijk wezen, ook binnen de VPRO wordt de afdeling vreemd aangekeken. "Een stelletje rare snijbonen dat zegt dat alles anders wordt. Het zal wel. We gaan het zien", was de heersende reactie.35
Hoewel veel mensen, zowel buiten als binnen de omroep, nog weinig van de nieuwe technologieën willen weten, broeit er iets en wordt men steeds nieuwsgieriger naar de vermeende revolutie. Om deze reden wordt bij de VPRO de maand september in 1994 uitgeroepen tot ‘Digitale Maand’. Dit houdt diverse dingen in. Het belangrijkste dat er die maand plaatsvindt, is het introduceren van de publieke omroep VPRO op het internet. Vanaf begin september zal de VPRO actief deel gaan uitmaken van Internet, het wereldwijde, niet-commerciële netwerk van computeraansluitingen.36
Verder maken VPRO-leden kennis met een van de eerste projecten – en tevens de eerste cd-rom - van VPRO Digitaal: De Digitale Gids. Er zijn vier speciale televisieavonden gewijd aan de ‘digitalisering van de maatschappij’. Deze ‘Digi-info’ op zondag wordt telkens gevolgd door een documentaire over dit onderwerp.37 Omdat veel mensen nog weinig kennis hebben over de mogelijkheden die de nieuwe media en het internet te bieden hebben, besteedt de gids ook aandacht aan computergebruik op een servicepagina en worden er diverse computergerelateerde termen uitgelegd in een ‘Woordenlijst’ van ‘DigitTaal’. Verder verschijnen er de hele maand artikelen die met nieuwe media van doen hebben in de VPRO-Gids.
35
Erwin Blom, “Rock & Roll met Enen en Nullen”, november 2005. http://webwereld.nl/opninie/38307/rock-amp--roll-met-enen-en-nullen.html 36 Hugo Blom, “Er gaat een digitale wereld open”, VPRO-Gids 35, 1994. 37 Idem.
22
2.3.1 DigiTaal Woordenlijst Hoewel de woordenlijsten van ‘DigiTaal’ ongetwijfeld goedbedoeld zijn, blijken niet alle omschrijvingen even duidelijk voor de gemiddelde computerleek. Paul Ulje uit Alphen aan de Rijn kan het op den duur niet meer volgen en stuurt de volgende brief naar de redactie van de gids:
Gedigitaliseerde rommel38 Prachtig die ‘Woordenlijst’ (bron: DigitTaal). De intrigerende digitale wereld, metafysisch verklaard door Breinbaar Kwetal. Wat hebben wij, oplettende lezertjes, daarvan zoal geleerd? Voorbeeld 1: baud = 1 bit per seconde. Dat lijkt simpel genoeg. Maar, dankzij ‘speciale modulatietechnieken’ wordt, ‘in tegenstelling tot eenvoudige basebandsystemen’ bereikt dat 1 baud = meer bits per seconde. Voorbeeld 2: De ‘analoge perceptie’ bestaat uit ‘vloeibare bewegingen’. Whauww! Voor ‘digitale’ computers (die uitsluitend ‘met binaire signalen werken’) moeten de ‘vloeibare bewegingen’ in ‘stadia’ worden vastgelegd. Vraag: Hoeveel binaire signalen zijn gelijk aan 1 stadium? En hoeveel stadia gaan er in 1 vloeibare beweging? Voorbeeld 3: Een modem zet seriële breedbandsignalen (mits ze digitaal zijn) om in tonen voor de telefoonlijn. Vervolgens blijken ze gemetaformoseerd tot binaire signalen, wier meerdere databits, dankzij spectaculaire modulatietechniek, met 14,4 Kbauten worden verstuurd. Resteert de vraag. Heeft de redactie zo’n subtiel gevoel voor humor of is deze veel verklarende ‘Woordenlijst’ een ejaculaat van de juveniele intellectueel Arnon Grunberg? Paul Ulje uit Alphen aan de Rijn
Hieronder een overzicht van enkele projecten die rondom de Digitale Maand gestart zijn, met daaraan toegevoegd enkele latere projecten waarover ik verderop nog op in zal gaan. Dit is natuurlijk slechts een greep uit de vele projecten die vanuit VPRO Digitaal zijn gestart (of nog steeds lopen).39
38
Paul Ulje, “Gedigitaliseerde rommel”, in: VPRO-Gids 38, 17-23 september 1994, 13. Voor een (nagenoeg compleet) overzicht van projecten van VPRO Digitaal kan worden gekeken op http://www.vpro.nl/data/projecten/5JAAR2HOOG/1.1/aflevering/aflevering-index-jaar.shtml. De “2 Hoog” in de link slaat op de afdeling Digitaal, die zodanig naar zichzelf refereerden. 39
23
• Media
• Televisieprogra
• E-zine
mma Digitale Gids op CD-
Beeldstorm [1994]
@Digitalia@[septemb
rom [Juli 1994-
Serie bestaande uit drie
er 1994-december
september 1994]
documentaires en een
1997]
De eerste VPRO CD-Rom met een veelheid aan VPRO fragmenten en met de VPRO Gids van de maand september '94 digitaal
discussieprogramma over de
Jeroen van Bergeijk
inhoud en gevolgen van ‘de digitale
schrijft gedurende drie
revolutie’. Onder redactie van
jaar de column
Frank Wiering en onder andere
@Digitalia@ over nieuwe
gepresenteerd door Louis Rosetto.
media, tweewekelijks te lezen op internet en in
vertaalt.
de VPRO-Gids. Onderwerpen variëren van games, boeken tot internetsites.
KerstFlop [december
W.E.B. [oktober 1994-mei
London Weekly
1994]
1996]
Hype [oktober 1994-
De Kerstflop is een diskette
Tweewekelijks programma over de
december 1994]
met daarop uitgebreide
ontwikkelingen van de nieuwe
In de tijd dat Villa 65-
informatie over alle
media en de (mogelijke)
verslaggever Erwin Blom
speelfilms, die in de week
maatschappelijke gevolgen ervan.
in London verblijft, doet
van kerstmis uitgezonden
Presentatie door Geert Timmers.
hij niet alleen op radio
worden op de Nederlandse
Het programma had een website
3, maar ook op de VPRO
hoofdzenders, België 1 & 2,
waarop informatie was te vinden
webserver in London
ARD, ZDF en BBC 1 & 2.
over de uitzendingen, links naar
Weekly Hype verslag van
relevante websites stonden en
zijn bevindingen. De
contact kon worden gelegd met de
rubriek draait om
makers.
nieuwtjes, trends en hypes, die wekelijks worden bijgewerkt een aangevuld
24
Een Virtueel
Kamer in de toekomst
Gesprek40 [september
[september 1995]
1995]
In 1995 werd het dagelijkse
De tweede VPRO CD-rom
culturele radioprogramma De
‘Een Virtueel Gesprek’
Avonden opgericht. In dit jaar,
handelt over de vraag welke
waarin internet echt bekend werd
bedreigingen op de loer
onder het grote publiek, stelde het
liggen in de 21ste eeuw en
programma de vraag: wat
hoe we onze veiligheid
overkomt een mens alleen, een
kunnen garanderen. Het
week lang dag en nacht
gesprek is non-lineair en de
opgesloten met electronica? De
gebruikers bepalen het
schrijvers Helga Ruebsamen en
gespreksverloop.
Rogi Wieg verbeleven ieder een
.
week lang met enkel internet.
Loop & Grid [oktober
Turbotuig [1996-1998]
1994-januari 1995]
Televisieprogramma van de VPRO
Twee kunstprojecten op de
Jeugdafdeling onder regie van Ali
server van de VPRO. Loop
Haselhoef en Inge Willems.
is een
Kinderen laten in het programma
voorgeprogrammeerde
zien wat zij met de computer doen.
omgeving in het teken van
Door middel van animaties komen
herhaling, ter onderzoek
ook de kijkers in aanraking met de
van de manier waarop
computer en internet.
informatie wordt opgevraagd. Grid is juist niet voorgeprogrammeerd en enkele instellingen staan vrij de grenzen van het WWW hier op te zoeken.
40
Hoewel er een kopie van deze CD-rom voorhanden is, kunnen de nieuwere besturingssystemen deze helaas niet meer afspelen. Wel bestaat er een filmpje waarop het gesprek in werking te zien is: http://www.mefeedia.com/watch/31248948.
25
2.4 De Digitale Gids “Verrassing”, staat er in vette letters boven aan de pagina, “De VPRO op cd-rom”. Onder de titel ‘VPRO’s digitale gids’ brengt de VPRO als eerste publieke omroep een cd-rom uit. Voor tien gulden kan de cd-rom gekocht worden, die zowel draait onder Windows als Apple Macintosh.
2.4a Digitale Gids [http://www.vpro.nl/javascript/beeldvergroting/index.shtml?2233110]
De bedoeling is dat de gebruiker via de digitale gids op een nieuwe manier kennis kan maken met de VPRO. Allereerst volgt er een uitleg van wat een cd-rom eigenlijk precies is, want het is wellicht wat lastig warm worden voor iets wat je geheel niet kent. “Verrassing! De VPRO via ingrafluster!” Ziet u, dat werkt niet. Een cd-rom ziet er uit als een normale cd en werkt als een soort hard disc van een computer. Er kan geen informatie op worden weggeschreven (rom= read only memory). (…) Een cd-rom kan ongeveer 400 keer zoveel informatie bevatten als een gewone flop41.
‘Nu bepaalt u zelf wat u van de VPRO wilt zien,’ is kortweg de boodschap van de advertentie. Een eerste stap naar interactiviteit. Hoe zag die interactiviteit eruit42? Welnu, de digitale gids geeft de gebruiker een uitgebreid overzicht van de verwachte programma’s van de maand september, maar aanvullend op een ‘gewone’ gids wordt
41
Advertentie VPRO-Gids 35, 199427 augustus-2 september. Na zware inspanningen van de afdeling Digitaal is het met het einde van dit onderzoek in zicht nog gelukt de cd-rom werkend te krijgen. Er zijn filmpjes gemaakt waarop te zien is hoe De Digitale Gids wordt doorlopen. Deze zijn te vinden op: http://www.youtube.com/watch?v=i_p0LRAd33M http://www.youtube.com/watch?v=m1nXECDYs78 http://www.youtube.com/watch?v=FE7vGuWH7Wg http://www.youtube.com/watch?v=Apl0SZCmF1A http://www.youtube.com/watch?v=uKOBjIiCtYk 42
26
deze informatie aangevuld met beeld en geluid. Korte clips en extra achtergrondinformatie stellen de gebruiker in staat een duidelijk beeld te vormen van het programma van interesse. De gebruiker bepaalt zelf zijn weg door de informatie.
2.4b Digitale Gids [http://www.vpro.nl/javascript/beeldvergroting/index.shtml?2233126]
Verder kunnen er fragmenten uit eerder uitgezonden programma’s over nieuwe media worden opgevraagd. Maar dat is nog niet alles: ook het aanbod van de VPRO Publiekservice is te bekijken, evenals fragmenten uit eerder uitgezonden radio- en televisieprogramma’s en stukjes Eigen-Wijs-cd’s. Boeken die de VPRO naar aanleiding van programma’s uitgeeft kunnen worden ingekeken en de digitale gids bevat natuurlijk ook een groot aantal artikelen uit diverse papieren gidsen. Ook alle columns van Jan Blokker kunnen worden gelezen. 2.4.1 Christopher Yavelow Jeroen van Bergeijk brengt voor de VPRO-Gids een bezoekje aan Christopher Yavelow, de ‘regisseur’ van de Digitale Gids cd-rom. Hij treft hem in zijn studio; “een schuurtje achter een rijtjeshuis in Zandvoort. Het optrekje staat volgestouwd met computers en synthesizers. Tegen de muren staan kasten die tot het plafond reiken, gevuld met talloze computerboeken en cd-roms.43” (Een flatje in de Bijlmer, een
43
Jeroen van Bergeijk, “Het belang van de User Interface”, VPRO-Gids 38, 1994, 5.
27
zolderkamertje in Hilversum, een kelder in Amsterdam, een schuurtje in Zandvoort; een patroon begint zich af te tekenen.) Yavelow is een componist met enkele opera’s op zijn naam, doceerde muziek aan verschillende universiteiten in Europa en de Verenigde Staten en werkte onder andere met Steve Reich en Herbie Hancock. Bovendien is hij in 1994 dé expert op het gebied van muzieksoftware voor AppleMacIntosh computers.44 Als ‘computercomponist’ werkt hij al vanaf de jaren zestig met interactieve multimedia. Ten tijde van dit artikel heeft hij net het programma Cybermozart geschreven, waarmee mensen met een paar klikken met hun muis een heuse Mozart sonate kunnen componeren. Een ander recent project is de Digitale Gids van de VPRO. Yavelow vergelijkt het productieproces van een cd-rom met dat van een film. Net als bij film is er niet één maker aan te wijzen. Meerdere mensen zijn bij het productieproces betrokken, en allen drukken hun artistieke stempel op het uiteindelijke resultaat. Maar net zoals een film een regisseur heeft, die doorgaans als belangrijkste creatieve kracht wordt beschouwd, heeft een multimediale cd-rom een ontwerper van de onderliggende structuur, van de wijze waarop de inhoud is georganiseerd.45
Met andere woorden, dankzij het werk van Yavelow is de Digitale Gids een overzichtelijk en toegankelijk geheel. Naast de inhoud, noemt Bergeijk de user interface het belangrijkste onderdeel van de cd-rom. Een user interface is de verbinding tussen de machine en de gebruiker. Het dashboard van een auto is een user interface, maar ook het bedieningspaneel van een videorecorder of het toetsenbord van een computer. Bij een cd-rom bevindt de interface zich voor de gebruiker op het beeldscherm. Met de computermuis moet men opgelichte woorden of knopjes aanklikken. Een cd-rom valt of staat met de user interface.46
Yavelow stelt dat het belangrijkste van een interface is dat het de gebruiker niet laat verdwalen in de aangeboden informatie. Yavelow: “Bij de VPRO hebben we veel met de user interface geëxperimenteerd. Niemand bij de VPRO had ervaring me het maken van een cd-rom. Het was hierdoor nog wel eens moeilijk mensen aan het verstand gepraat te krijgen waarom de user interface zo belangrijk is.”
44
Jeroen van Bergeijk, “Het belang van de User Interface”, VPRO-Gids 38, 1994, 5. Idem. 46 Idem. 45
28
En misschien nog wel het belangrijkste: “Op de Digitale Gids staat de software die nodig is om te communiceren met de World Wide Web Server van de VPRO.”47 Er bestaat al een ‘super information highway’ in embryonale fase, namelijk het wereldwijde computernetwerk internet. En dat computernetwerk is een behoorlijk functionerend systeem dat niet wordt beheerst door multinationals, waar een pluriformiteit aan meningen en ideeën is vertegenwoordigd, en waarvan iedere burger tegen geringe kosten gebruik kan maken. Het goede nieuws is nu, dat iedereen vanaf heden via de VPRO gratis op dit internet kan rondkijken.48
Per één september is de World Wide Web Server van de VPRO vierentwintig uur per dag online. De VPRO functioneert dus als internet provider. Mensen kunnen inbellen op enkele modems in Hilversum en zo, gedurende een half uur, gratis kennis maken met het internet. Op de site van de VPRO kunnen gebruikers zich onder andere mensen in discussies over programma’s in verschillende ‘interessegroepen’. Ook zijn er op gezette tijden programmamakers van de VPRO beschikbaar voor het beantwoorden van vragen of het voeren van een discussie. Ook het internet ‘buiten’ de VPRO-site kan worden ontdekt. Het gebruik van e-mail bijvoorbeeld, of het brengen van een bezoekje aan een van de vele news groups. In deze gebieden, die elk een specifiek onderwerp hebben, staat het alle gebieden vrij over het onderwerp te schrijven. Het aantal artikelen in een gebied kan in duizenden lopen. Het aanbod van onderwerpen varieert van tamelijk wonderlijke groepen waarin voornamelijk gediscussieerd wordt over een voorkeur voor ‘furry animals’ via hoogst serieus bedoelde verhandelingen over wie John F. Kennedy vermoordde tot praktische zaken als geschiedenis, actualiteiten, politiek en natuurlijk computers.49
Door de introductie van het WWW en Hypertext, beiden als het ware een interface tussen gebruiker en hard- en software, kunnen nu ook ‘leken’ relatief gemakkelijk het werken met de computer en het ‘surfen’ op internet onder de knie krijgen. Voorheen moesten alle commando’s en codes nog met de hand worden ingevoerd en tastte men letterlijk in het donker op het ‘internet’, met slechts een knipperend streepje op het scherm als metgezel. Nu gaat er achter dat scherm een hele nieuwe, virtuele wereld open. Dat wil zeggen, voor de doorzetter. Van Bergeijk: 47
Hugo Blom, “Er gaat een digitale wereld open”, VPRO-Gids 35, 1994, 13. Jeroen van Bergeijk, “Allemaal Digitaal”, VPRO-Gids 36,1994, 3. 49 Hugo Blom, “Er gaat een digitale wereld open”, VPRO-Gids 35, 1994, 13. 48
29
Het verkennen van dit wereldomspannende netwerk, of cyberspace zoals internetgebruikers zeggen, is een avontuurlijke en tegelijkertijd frustrerende bezigheid. Avontuurlijk, omdat je nooit weet welke ‘geheimen’ er in een computer in Dallas of Singapore verborgen liggen. Frustrerend omdat het zoeken vaak weinig oplevert en de beginner zich een veelheid aan jargon en computercommando’s moet eigen maken voor er zelfs maar ingelogd kan worden. Maar de volhouder komt in een stimulerende omgeving terecht. “De laatste versie van Word Perfect is er te vinden, de Bijbel, de eerste twintig minuten van The Terminator, het nieuwste boek van Stephen King en de complete werken van Shakespeare.50
2.5 De VPRO en Digitaal Hoewel nog steeds maar een vrij selecte groep in Nederland ‘online’ is, waaronder de jongens en meisjes van digitaal, neemt de publieke omroep dus toch het zekere voor het onzekere. Maar wel met een gepaste kritische houding natuurlijk, getuige de grote kop “Allemaal Digitaal” met in de bovenbalk in veel kleinere letters “BRAVE NEW WORLD”51,
een verwijzing naar de sciencefiction roman van de Britse schrijver
Aldous Huxley. Van Bergeijk: De wereld zal veranderen dankzij de nakende ‘digitale revolutie’. Zulks beweren althans haar profeten. Evengoed is het hoog tijd dat u zich in die omwenteling gaat verdiepen; want stel dat het allemaal waar is?52
Dat de publieke omroep VPRO de technologische ontwikkelingen met enige terughoudendheid benaderd is natuurlijk niet zo vreemd. Naast vragen die (eigenlijk nog steeds) voor ons allemaal gelden - Wat betekent deze nieuwe technologie voor onze samenleving, het individu, democratie, onze perceptie van de werkelijkheid?komen daar voor de relatief kleine publieke omroep VPRO vragen bij als: Wordt het aanbod straks gedicteerd door multinationals of zullen ook kleinere organisaties en individuen hun informatie over de digitale snelweg kunnen verspreiden? Krijgen we straks het digitale equivalent van RTL4 en 5 of is er ook ruimte voor organisaties als de VPRO?53
Hoewel deze vragen tot op de dag van vandaag nog steeds spelen, zowel bij de publieke als de commerciële omroepen, is de VPRO wel meteen enthousiast over de 50
Jeroen van Bergeijk, “Allemaal Digitaal”, VPRO-Gids 36, 3. Idem, p.2. 52 Idem. 53 Idem, 3. 51
30
mogelijkheden die het internet biedt voor de gebruikers. Interactiviteit is hierbij het sleutelwoord. De Digitale Gids en de VPRO-site zijn er beiden op gemaakt om de gebruiker meer vrijheid te geven en zelf een weg door het medium te laten vinden, in plaats van informatiegolven ‘passief’ over zich heen te laten komen. Met een klik met de muis kan de gewenste informatie worden opgevraagd en men kan zijn mening kwijt over allerlei onderwerpen op de VPRO-site. Bovendien kunnen anderen daar snel weer op reageren, inclusief bijvoorbeeld programmamakers of medewerkers van VPRO Digitaal. 2.5.1 Een kamer in de toekomst/ verleden Vragen rondom de gevolgen van nieuwe technologieën voor de maatschappij en het individu zijn een jaar later, in september 1995, aanleiding tot het programma Een kamer in de toekomst. Dit was het jaar waarin internet echt doorbrak bij het grote publiek. Het culturele radioprogramma De Avonden (opgericht in 1995) stelde zich de vraag: wat gebeurt er met een individu die een week lang, dag en nacht, wordt opgesloten met elektronica? Bij wijze van experiment werden de schrijvers Helga Ruebsamen en Rogi Wieg ieder een week lang opgesloten met enkel internet als compagnon. Dagelijks brachten ze verslag uit van hun bevindingen onder de titel Een kamer in de toekomst. Vorig jaar, in 2010, slechts vijftien jaar later, is ‘opgesloten zijn met enkel internet’ geen vreemde toekomstmuziek meer (ik doe deze hele week al niets anders, geen centje pijn). Het programma De Avonden besluit het experiment te herhalen, maar nu in gespiegelde vorm. “Hoezeer heeft de behoefte aan continue communicatie inmiddels bezit van ons genomen? Wat gebeurt er als we de illusie onafgebroken met anderen in verbinding te staan verstoren? Tijd voor contra-expertise.”54 Elke week wordt iemand naar een drijvende bungalow op het Lauwersmeer gestuurd, zonder mobiele telefoon, internet, radio en televisie. Vijftien jaar ‘digitale revolutie’ lijken hun stempel te hebben gezet en verplicht ‘afkicken’ van informatie heeft bizarre en soms hilarische gevolgen, zoals een slepende hoofdpijn die plotsklaps voorbij is wanneer de veerman paracetamol komt brengen en bezigheidstherapieën, die variëren van spontane kunstprojecten tot zelfopgelegde landschapsrecreatie.
54
http://weblogs.vpro.nl/eenkamerinhetverleden/over-een-kamer-in-het-verleden/
31
2.6 Na de Digitale Maand “Wat brengt de toekomst?55”, vraagt Hugo Blom zich af in de laatste gids van de Digitale maand. Een vraag die zowel slaat op de toekomst van onze maatschappij in tijden van rappe technologische vooruitgang, alsook op de toekomst van het ‘de nieuwe media’ binnen de VPRO. De WWW-server wordt wat het laatste betreft “een van de belangrijkste poorten voor het digitale tijdperk bij deze oproep.56” Deze server moet afgezien van traditionele omroepzaken (Televisie, Radio en Gids) ook ruimte gaan bieden aan ‘nieuwe mediaprojecten’. Loop en Grid57 zijn de experimentele projectgebieden die van oktober 1994 tot januari 1995 op de server aanwezig zijn. De voorgeprogrammeerde omgeving van Loop onderzoekt de manier waarop gebruikers reageren op de manier waarop informatie wordt aangeboden en of de wijze waarop mensen informatie opvragen te sturen is. De eeuwige herhaling is het thema van het project, waarbij in tekst, geluid, beeld, ideeën en patronen een eindeloze voortgang besloten ligt. De basis voor dit idee vormde een uitspraak van Brian Eno, die zich kon voorstellen dat de toekomst van de kunst zou kunnen liggen in kleine softwaremachines die onbeperkt beeld zouden kunnen genereren in plaats van het produceren van een enkel beeld.58
Gebruikers kunnen zelf content aanleveren, voorzien van tekst en uitleg, mits de file niet groter is als 1 MB. Het moet immers wel downloadbaar blijven. De omgeving van Grid is juist niet voorgeprogrammeerd, omdat het ‘opzoeken van grenzen’ centraal staat in dit project. Deze vrije ruimte van 50 MB biedt de mogelijkheid om na te denken over nieuwe manieren van informatieverwerking (want velen zien “door de bits het bos niet meer59”) en nieuwe ontwerpen aan te leveren. Interactie speelt dus ook hier weer een grote rol, daar het de bedoeling is dat iedereen elkaars ontwerpen weer kan beoordelen en aanpassen. De deelnemers bepalen uiteindelijk samen hoe het Grid eruit komt te zien. De afdeling televisie blijft zich met nieuwe media bezighouden, onder andere in het tweewekelijkse televisiemagazine W.E.B. (met Bruno Felix als een van de redacteuren), wat per 9 oktober te zien is. Geert Timmers (ook wel bekent als Bob 55
Hugo Blom, “Wat brengt de toekomst?”, in: VPRO-Gids 39, 24-30 september 1994, 7. Idem. 57 Van beide projecten is helaas nagenoeg niets bewaard gebleven. 58 Hugo Blom, “Wat brengt de toekomst?”, in: VPRO-Gids 39, 24-30 september 1994, 7. 59 Idem. 56
32
Fosko van De Raggende Manne) verdiept zich elke aflevering in de digitale wereld vanuit het gezichtspunt van een leek. Al participerend in de reportages geeft hij (gepaard met een hoop gevloek) uitleg bij de nieuwste ontwikkelingen op nieuw mediagebied. Na anderhalf jaar houdt het programma op te bestaan. Timmers: Ik vond het vooral een uitdaging om ingewikkelde materie op een voor iedereen begrijpelijke wijze uit te leggen. Ook mijn moeder moest het kunnen begrijpen. Maar ik merkte dat ze bij de VPRO toch meer naar het intellectuele neigden. Het probleem zat dieper: de mensen met wie ik samenwerkte wisten veel van nieuwe media, maar nauwelijks iets van TV.60
In de gids blijft het na de Digitale maand opvallend stil. Op enkele sporadische artikelen na, zijn het vooral de tweewekelijkse colums van Jeroen van Bergeijk die nog herinneren aan de mensen op de zolder. 2.6.1 @Digitalia@ In @Digitalia@ bespreekt Jeroen van Bergeijk velerlei onderwerpen die met nieuwe media te maken hebben. Hier een korte greep uit de onderwerpen.
Netwerkverslaving Van Bergeijk is deze week geabonneerd op de digitale mailinglist The Internet Addiction Support Group (IASG). Alle leden schrijven regelmatig bijdrages en sturen die rond naar de hele groep. Net als in de AA stellen de leden zich eerst voor en doen ze uit de doeken wat voor een effect hun verslaving op het dagelijks leven heeft. De een stuurt en krijgt honderden e-mails per dag, de ander zit hele dagen in chatboxen. Deze IASG heeft toch wel iets bizars. “Een praatgroepje voor internetverslaafden op het internet. Het is alsof er een afkickcentrum voor drugsverslaafden op nachtelijk Hoog Catharijne is gevestigd, alsof alcoholisten in de kroeg bijeen komen. Ik denk dan ook dat de AISG een gewisse dood tegemoet gaat. Degene die hun netwerkverslaving werkelijk serieus te lijf willen gaan, kunnen immers geen abonnee blijven61.”
Chaos Control Chaos Control is het nieuwe cd-i schietspel van Phillips, waarbij er zoveel mogelijk
60 61
Beeld en Geluid Wiki, informatie over WEB: http://www.beeldengeluidwiki.nl/index.php/WEB Jeroen van Bergeijk, “@Digitalia@”, VPRO-Gids 20, 20-26 mei 1995, 21.
33
ruimteschepen moeten worden neergehaald. Het grootste nadeel volgens Van Bergeijk is het feit dat je niet zelf je pad kan kiezen –zoals in bijvoorbeeld Doommaar dat alles voorgeprogrammeerd is. De gamer speelt vanuit het perspectief van Jessica Darkhill. “‘Gut, wat aardig’, denk je nog, ‘een vrouwelijk perspectief in de schietgrage computerwereld.’ Maar dar blijkt in de loop van het spel helaas niks van. Ook voor Jessica is het: killed or be killed.62”
Medio Magazine Medio Magazine is een Amerikaans maandelijks tijdschrift op CD-rom. Van Bergeijk test de CD-rom op gebruiksvriendelijkheid. “Het is echt mogelijk: een CD-rom die zomaar ineens werkt en die ook nog begrijpelijk in elkaar steekt. Geen eindeloze pogingen om het ding überhaupt aan de praat te krijgen.63” Hij is voornamelijk benieuwd naar de advertenties, want wat is een tijdschrift zonder reclame? Het blad blijkt hier een lichtend voorbeeld: geen agressief knipperende banners, maar kleine icoontjes onderaan elke pagina die de lezer zelf naar behoren kan aanklikken.
The Daedalus Encounter Dit is een van de laatste aanwinsten in het genre van de interactieve speelfilm. Doorgaans verdienen interactieve speelfilms deze titels nauwelijks en zijn het gewoon computerspelletjes met zeer slecht geacteerde tussenfilmpjes. The Daedalus Encounter lijkt met deze traditie te breken. “Elementaire zaken als montage, het gebruik van verschillende camerahoeken en de wisseling tussen close-ups en totalen, zijn in orde. De art-direction en de special-effects zijn uitstekend en er worden zowaar echte acteurs (Tia Carrere en Cristian Bocher EdM) gebruikt.64” Helaas stelt de interactie ook in de interactieve film wat teleur. Volgens Bergeijk is er sinds The 7th Guest geen enkele vernieuwing meer aan het genre toegevoegd. De gebruiker kan slechts puzzels oplossen of een voorwerp oppakken en hier iets mee doen. Van hét voordeel van het genre (de gebuiker in staat stellen door een driedimensionale wereld te lopen) wordt ook geen gebruik gemaakt. Het is wachten op vernieuwing.
Wehkamp Veiling Het Nederlandse bedrijfsleven begeeft zich als een speer op internet. Het merendeel
62
Jeroen van Bergeijk, “@Digitalia@”, VPRO-Gids 22, 3-9 juni 1995, 23 Jeroen van Bergeijk, “@Digitalia@”, VPRO-Gids 24, 17-23 juni 1995, 27 64 Jeroen van Bergeijk, “@Digitalia@”, VPRO-Gids 34, 26 augustus-1 september 1995, 31 63
34
van hun websites doet echter niet veel meer dan het digitale equivalent van een huis- aan huisblaadje aanbieden. Er is meer dan dat nodig wil het internetpubliek op een website afkomen. Postorderbedrijf Wehkamp lijkt dit principe wel te hebben begrepen. Op hun website wordt er elke dag een interactieve online veiling georganiseerd waar producten uit de catalogus op afslag worden verkocht. De catalogusprijs is de inzet, vervolgens begint deze in een snel tempo te zakken. Het bieden gaat zeer simpel: men drukt op de ‘mijn’-knop en het artikel wordt netjes thuis afgeleverd. Onder in beeld is te zien hoeveel mensen er bij de veiling aanwezig zijn, wat de spanning verhoogt. “Ik heb nog nooit de behoefte gevoeld ook maar een paar sokken bij Wehkamp te bestellen, maar op deze website voel ik de onstuitbare behoefte tot impulsaankopen.65” De artikelen die in 1995 in de gids verschijnen (een stuk of vier) gaan op één na over projecten die bestaan naast een al bestaand radio- of videoprogramma. Zo is er een artikel over “Internet, cd’s en auteursrecht66”, naar aanleiding van een experiment van VPRO-programma Lola da Musica. Er zijn muziekfragmenten van trompettiste Saskia Laroo op het internet gezet, waarmee gebruikers overal ter wereld aan de slag kunnen. Dit project brengt veel vragen teweeg wat betreft auteursrechten op internet. De VPRO doet in augustus verslag van ‘A Campingflight to Lowlands Paradise’ via radio, televisie en internet67. De nadruk ligt hierbij op het samenwerken van de drie afdelingen van de VPRO, die op het festival gezamenlijk opereren vanuit een Multimedia tent (de Zulu tent). Ook hier is interactiviteit weer het sleutelwoord: Lowlandsbezoekers kunnen kennis maken met het internet, hun foto in een online smoelenboek plaatsen, eerder opgenomen sfeerreportages bekijken en zelf camera’s bedienen door een speciaal telefoonnummer te draaien. De speciaal door de digitale afdeling ontworpen Lowlands site biedt op een visueel aantrekkelijke manier informatie over het festival. Een leuke toevoeging is dat mensen doorlopend hun oordeel over diverse muziekgroepen online kenbaar kunnen maken. Eind 1995 geldt het Lowlands-festival binnen de VPRO als de meest verregaande vorm die is bereikt op het gebied van nieuwe media binnen de omroep68. Elk medium, radio, televisie, internet en interactieve televisie, verwijst naar elkaar.
65
Jeroen van Bergeijk, “@Digitalia@”, VPRO-Gids 47, 25 november-1 december 1995, 21 Hugo Blom, “Internet, cd’s en auteursrecht”, VPRO-Gids 5, 4-10 februari 1995, 2-3. 67 André Keij,”Lowlands op radio, internet en tv”, VPRO-Gids 35, 19-25 augustus, 1995, 8. 68 Louis Stiller, “De Toekomst op Zolder”, in: VPRO-Gids 1995, nr. 44, 21-27 oktober, 7. 66
35
Begin oktober start er een nieuw televisieprogramma in digitale sfeer: WEB Wereldontvanger. Waar het programma WEB over de digitale revolutie rapporteerde, komt WEB Wereldontvanger tot stand dankzij deze revolutie. Via het project kunnen talloze (meestal niet-professionele) correspondenten uit de hele wereld bijdragen aan het nieuws69. WEB Wereldontvanger is het eerste Nederlandse televisieprogramma dat wordt gemaakt met directe hulp van het internet en is een aanvulling op het programma WEB. Het laatste bericht over de gevolgen van de digitale revolutie en de eerste komt tot stand dankzij deze revolutie. Redacteur Roos van Duuren postte de maanden ervoor oproepen verspreid over het internet en er werd zeer enthousiast op gereageerd. Doordat mensen zelf hun item in kunnen sturen en hier vervolgens zelf over kunnen berichten ontstaat er een zeer diverse nieuwsbeeld. Eind 1995 is daar dan toch nog nieuws van de Digitale Zolder zelf. Een nieuw project, de tweede VPRO cd-rom ‘Een Virtueel Gesprek’, is een feit. Naast de aankondiging van de cd-rom in de gids, wordt er een antwoord gegeven op de vraag: “wat spoken de ‘digiboys en –girls’ toch allemaal uit op die geheimzinnige zolder?70” ‘Goeiemorgen, waar wilt u heen?’ ‘De VPRO.’ ‘Radio of TV.’ ‘Eh… Digitaal.’71
Naast het feit dat taxichauffeurs nog moeite lijken te hebben met de nieuwe taakstellingen van de VPRO, blijkt dat ook veel medewerkers nauwelijks weten wat er zich afspeelt op ‘die zolder’. Tijd voor een korte reportage. Bruno Felix vertelt bij het licht van twaalf beeldschermen:
In mijn ogen is het een soort arrogantie om te denken dat je als VPRO alleen op televisie en radio thuishoort. Tegelijkertijd willen we ook niet beweren dat radio en televisie zullen verdwijnen en dat we zo dadelijk met z’n allen op iets vaags als de elektronische snelweg terecht zullen komen. Zeker niet, zo naïef zijn we niet. Radio en televisie blijven bestaan, maar daarnaast zullen er vele andere media opkomen die ook door de VPRO 69
Jeroen van Bergeijk, “WEB Wereldontvanger completeert het ‘wereldnieuws’”, VPRO-Gids 39, 30 september6 oktober, 1995, 9. 70 Louis Stiller, “De Toekomst op Zolder”, VPRO-Gids 44, 1995, 6-7. 71 Idem, 6.
36
kunnen worden ingevuld. Ons antwoord is: onderzoek al die media en laat je niet voorshands in een hoekje drijven. En dat is in grove lijnen wat we tot nu toe hebben gedaan.72
2.6.2 Een virtueel gesprek De tweede VPRO cd-rom verschijnt onder leiding van Bruno Felix in november 1995 onder de naam ‘Een Virtueel Gesprek73’. Voor 98 gulden is de cd-rom en bijbehorend boek te bestellen bij de VPRO74. De vormgeving is door Mieke Gerritsen verzorgd, voor de boekversie wint zij de prijs voor Best Verzorgde Boek. Ook bij dit project is ‘interactie’ weer een sleutelwoord: de gebruiker kan zelf een discussie redigeren. Er staan lange interviewsessies - afgenomen door Lex Runderkamp - op de cd-rom, die zijn opgeknipt in verschillende onderwerpen zodat het lijkt alsof de geïnterviewden op elkaar reageren. Op de cd-romhoes staat te lezen: “U leidt het gesprek, u bepaalt de gespreksthema’s, u stelt uw eigen documentaire samen.75” In de boxring: Arie van der Zwan, a.k.a “De econoom”, Wouter van Dieren, a.k.a “De Milieustrijder”, Bert Mulder, a.k.a “De Informatiedeskundige” en Hylke Tromp, a.k.a ‘De Conflictkenner.
Het Virtueel Gesprek handelt over veiligheid en bedreiging in de 21e eeuw. “Aan het eind van deze eeuw leeft in de Westerse samenleving een groeiend onbehagen over onze toekomst. Tijdens de Koude Oorlog gingen complexe problemen schuil achter een simpel ideologisch conflict. Nu krijgen deze problemen die al langer bestonden een steeds dreigender karakter: milieuproblemen, sociale desintegratie en etnische conflicten. […] Met dit Virtueel Gesprek wil de VPRO een bijdrage leveren aan het denken over oplossingen voor onze problemen.76” In de advertentie in de VPRO-Gids: Dit debat is op cd-rom te beluisteren, waarbij de passieve luisteraar in een actieve gebruiker verandert, maar tevens is dit debat in boekvorm uitgegeven. De cd-rom zit in de kaft van het 72
Idem, 6. In het kader van dit onderzoek werden er pogingen ondernomen de cd-rom aan de praat te krijgen. Naar aanleiding hiervan verscheen er op 12 februari 2011 een bericht op de weblog van VPRO Digitaal, met een kort verslag over de cd-rom. “Het is niet meer mogelijk om die cd-rom te draaien op een hedendaagse Windows of Mac systeem. Maar gelukkig is het wel mogelijk om op die systemen een emulator te draaien die Mac OS7 (!) emuleert en zo hebben we het volgende filmpje kunnen maken.” Het filmpje is hier te vinden: http://www.youtube.com/watch?v=yrWshbZ5Eak&feature=player_embedded Het bericht waaruit het bovenstaande citaat komt is te lezen op de weblog van VPRO Digitaal: http://weblogs.vpro.nl/digitaal/ 74 VPRO-Gids,”Bibliofiele editie van VPRO’s Tweede cd-rom”, VPRO-Gids 5, 3-9 februari, 1996, 10. 75 VPRO Digitaal, “Een Virtueel Gesprek”, november 1995. 76 Idem. 73
37
boek. Elk hoofdstuk is een uitgebreide weergave van het basisgesprek dat werd gevoerd met de vier deelnemers, waarin zij elk hun scenario voor de toekomst schetsen.77
De interviewfragmenten zijn te beluisteren op de cd-rom, waarbij er voortdurend aanwijzingen op het scherm verschijnen wanneer één van de andere sprekers wil reageren. Deze aanwijzing verschijnt in beeld als de naam van de spreker plus een korte indicatie van zijn reactie. Door op de naam te klikken wordt het volgende fragment afgespeeld. Op deze manier is het voor de gebruiker mogelijk zijn eigen weg te kiezen door het in totaal 6,5 uur durende gesprek. Bovendien kan de gebruiker citaten opnemen en in een zelfgekozen volgorde plaatsen, zodat er als het ware een radioprogramma wordt gemaakt. Louis Stiller probeert de cd-rom uit en doet zijn ervaringen uit de doeken voor de VPRO-Gids:
Ik open het programma op de cd-rom en zie na verloop van tijd de draaiende hoofden van de vier gesprekspartners […]. De belangrijkste ingang tot de cd-rom is echter het themascherm, vol bombastische woorden als ‘Veiligheid’, ‘Internet’, ‘Milieu’ en ‘Economie’. Wanneer ik op één ervan klik (‘Internet’) verdwijnen de anderen. Even later gebeuren er twee dingen: vier woorden keren in matgrijs terug – de verwante thema’s – en op de gespreksbalk wordt precies aangegeven waar de drie gespreksdelen staan over Internet […]. Ik selecteer de laatste en hoor hoe de milieudeskundige begint te praten over het Internet als verspreider van haat-boodschappen. Ik druk op de knop ‘opnemen quote’ onderaan het scherm, wacht tot het citaat is afgelopen en druk vervolgens op ‘stop’. Teruggekeerd naar het hoofdscherm zie ik nu onder de knop ‘geheugen’ een blokje getiteld ‘D’. Links en rechts staan hulpmiddelen op het scherm, waarmee ik het gesprekblokje kan afluisteren, knippen, plakken, verschuiven, van pijlen of commentaar voorzien. Daarna speur ik naar andere citaten die deze boude uitspraak van Van Dieren kunnen ontkrachten of verzachten. Ben je als gebruiker werkelijk in staatje eigen radio-programma te maken? Daarvan ben ik nog niet geheel overtuigd. Radioprogramma’s bestaan immers niet alleen uit citaten, maar ook uit eigen, gesproken commentaar – en deze afwisseling is niet te maken met Een Virtueel Gesprek. Bovendien is het maar de vraag óf ik wel een eigen radioprogramma wil maken. Radiomaken is een vak, en dat blijkt overduidelijk als ik na ruim twee uur luisteren en klikken een compleet programma heb samengesteld; veel stelt het niet voor, mijn radioprogramma. Citaatje hier, citaatje daar, maar wat is de essentie. Uiteindelijk besluit ik de gesprekken gewoon netjes vanaf de eerste seconde te volgen, en dat blijkt een hele mooie,
77
VPRO-Gids,”Bibliofiele editie van VPRO’s Tweede cd-rom”, 10.
38
prettige weg. Na verloop van tijd begin ik echter weer te klikken en merk hoe het interactieve gesprek zich als vanzelf aan elkaar rijgt. Met deze cd-rom kun je vele kanten op, zo blijkt.78
Het werk wat op de zolder wordt verricht is niet alleen gericht op externe gebruikers, maar ook op interne gebruiker. Naast de cd-rom’s, de diskettes, de Web-server, de interactieve tvuitzendingen (Lowlands) en de programma’s WEB en WEB Wereldontvanger is een groot deel van de werkzaamheden de ‘de zolder’ op de eigen medewerkers en structuur van de VPRO gericht. Elke medewerker heeft zijn eigen internet-adres, kan beschikken over e-mail en heeft sinds kort de mogelijkheid om het World Wide Web te bekijken. Een eigen huismagazine op het Web een digitale Who’s Who en een medewerkerforum completeren het geheel.79
Er zijn vierhonderd interne e-mailadressen die gezamenlijk zo’n vijfentwintigduizend e-mails per maand versturen. Naast projecten hebben de medewerkers van Digitaal allemaal een aandeel in het ondersteunen van het interne systeem en het geven van onofficiële internet- en e-mailcursussen. Om deze reden en het feit dat de Digitale Zolder een rol speelt in menig radio- en televisieprogramma, zitten ze nog steeds op de zolder van een van de VPRO Villa’s en niet ergens in Amsterdam, zo legt coördinator Charles Wessels uit. Voorbeelden van dergelijke programma’s zijn het Jeugdprogramma Hongerige Wolf en Omstreken, waar de ‘elektronische brief van de week’ een vast onderdeel heeft in elke uitzending en natuurlijk WEB Wereldontvanger. De nieuwe media ontwikkelen zich nog steeds razendsnel, veel sneller dan werd verwacht. Op de vraag hoe dit precies te integreren in de publieke omroep de VPRO is nog geen eenduidig antwoord gegeven. Bruno Felix: Maar het is en blijft VPRO, want het wordt door ons ingevuld, met een manier van werken die de VPRO-medewerkers goed beheersen. […] De VPRO heeft een publieke verantwoordelijkheid, maar of dat in de toekomst alleen op de bestaande media ingevuld moet worden, is voor mij al lang geen vraag meer. Voor mij is de grootste vraag hoe de VPRO eruit kan zien over vijf of tien jaar, en wat de beste manier is om dat te bereiken.
80”
78
Louis Stiller, “Een Virtueel Gesprek”, in: VPRO-Gids 1995, nr. 44, 21-27 oktober, 7. Louis Stiller, “De Toekomst op Zolder”, in: VPRO-Gids 1995, nr. 44, 21-27 oktober, 6. 80 Louis Stiller, “De Toekomst op Zolder”, 7. 79
39
3. Terug naar de toekomst Op September 1997, drie jaar na de ‘Digitale Maand’ – ik ben dan 10 jaar oud - , krijg ik het volgende mailtje:
From: "Ali Haselhoef"
To: <[email protected]> Subject: vpro-tv turbotuig Date: Mon, 15 Sep 1997 12:40:42 +0100 MIME-Version: 1.0 Content-Type: text/plain; charset="iso-8859-1" Content-Transfer-Encoding: 7bit X-Mailer: Microsoft Office Outlook 12.0 Hallo Elize, Eerst even voorstellen, wij zijn ali haselhoef en inge willems. We zijn programmamakers voor de televisie. Op het moment zijn we bezig met het maken van het tv-programma 'TURBOTUIG' voor VPRO-jeugd. We hebben al eens contact met je gehad toen we je site op de digitale speeltuin linkten. Laten we maar met de deur in huis vallen, het lijkt ons heel leuk als je eventueel mee zou willen doen aan het tv-programma TURBOTUIG. Het programma gaat over kinderen op het internet. Er wordt iedere aflevering een portretje gemaakt van een kind die op het internet zit en het internet gebruikt voor 'een hobby'. De afleveringen duren 7 minuten. Bij jou zagen we dat je konijn dood is gegaan en dat je een site en een tekening op het internet hebt gezet. Dat vinden we erg lief. Als je zin hebt om eventueel mee te doen, mail dan je adres en telefoonnummer. Dan nemen we kontakt met je op en met je ouders. groetjes ali en inge
Turbotuig is een televisieprogramma van de VPRO Jeugdafdeling over nieuwe media en internet. Elke aflevering wordt er een portret van een kind gemaakt dat op wat voor manier dan ook actief is op de computer of het internet. Het programma heeft bovendien ook zijn eigen website, waarop extra informatie en allerlei spelletjes te vinden zijn. Na elke aflevering is er de mogelijkheid te chatten met de geportretteerde. Mijn website hebben Ali Haselhoef en Inge Willems op internet gevonden. Er staan diverse dingen op, waaronder een tekening en gedicht over mijn dode konijn en mijn online ‘griezelclub’. Benieuwd naar hun belangstelling voor de nieuwe media destijds en naar ervaringen met de VPRO destijds vanuit de hoek van de afdeling televisie, trein ik richting Amsterdam om na ruim dertien jaar Ali Haselhoef opnieuw te ontmoeten. Surften we na de uitzending van ‘mijn’ aflevering nog achter een beeldscherm dat de 40
hele tafel in beslag nam, nu vind ik Ali Haselhoef achter een flinterdunne macBook met een knalroze skullcandy koptelefoon ernaast. Het is een vreemde situatie: in mijn ogen is ze geen dag ouder, maar ik ben bij lange na niet meer dat kleine meisje in een foute jaren negentig tuinbroek. Eenmaal binnen zoek ik naar mijn kladblok en pen in mijn tas. 3a Elize de Mul [Eigen archief]
Alvorens deze te vinden kom ik een minilaptop, een voice recorder (thuis heb ik Dragon NaturallySpeaking, een programma dat het gesprek automatisch uit kan typen), een nintendo DS en een telefoon tegen. En dertien jaar geleden was ik op televisie omdat ik als een van de eerste Nederlandse kinderen een website had. Ik weet eigenlijk niets meer van het maken van die site. Ik ben benieuwd of Ali Haselhoef nog wel weet hoe zij in aanraking kwam met het nieuwe media en het internet.
Haselhoef: “Ik kom uit Groningen en daar ontstond in 1985 de stichting Mediamatic, oorspronkelijk een soort van ontmoetingsplaats of forum voor videokunstenaars en televisiedissidenten, ik deed hier de publiciteit voor. Ik had politicologie gestudeerd, daar zat toentertijd nog communicatiewetenschappen en filmkunde bij. Mediapropaganda en film was mijn afstudeerrichting. Er was op dat moment een golf van werkeloosheid in Nederland en ik kon moeilijk aan een baan komen. Ik ben toen met een groep mensen begonnen met het maken van films in een kraakpand, met een video die een jongen had geregeld via zijn opleiding. We maakten bijvoorbeeld interviewreeksen met mensen uit de kunstwereld, met Paul Groot en Rob Scholten bijvoorbeeld. Deze werden dan uitgezonden via Kunstkanaal. Mediamatic nam ook commerciële opdrachten aan. Zo werden vanaf 1993 de eerste interactieve filmpjes gemaakt voor de eerste CD-roms, daar was Mediamatic erg fanatiek in. Dan had je bijvoorbeeld een filmpje voor een galerie en dan kon je op kunstvoorwerpen klikken om de waarde te zien, of achtergrondinformatie.
Een ander project op CD-rom was Doors of Perception [wederom een verwijzing naar auteur Aldous Huxley, EdM], waar het ging om de vraag of het boek zou overleven, waar dan bijvoorbeeld via interviews over werd gediscussieerd. Er werden ook conferenties georganiseerd in de RAI, waar allerlei internationale kunstenaars en 41
wetenschappers op af kwamen. Via Mediamatic kwam ik in dat wereldje, dat circuit terecht. Mediamatic verhuisde al vroeg naar Amsterdam, naar een pand op de Prins Hendrikkade. Hier zaten ook De Digitale Stad met Marleen Stikker en XS4ALL met Rop Gonggrijp. Alle eerste experimenten vonden daar plaats. Het internet zag er toen nog helemaal niet uit als het internet zoals we het nu kennen, er was alleen een zwart beeld met een lijntje erop. Maar je kon wel al met andere mensen praten online, er waren hele woonkamers waar je kon praten over alles wat je maar wou. Ik kan me nog goed herinneren dat ik voor het eerst e-mail zag.
3b Doors of Perceptions 1 [http://www.mediamatic.net/page/5655/en]
Mediakunstenaar Gerard van de Kaap was ergens begin jaren negentig genomineerd door het filmfestival Berlijn voor de Blindrom, een CD-rom die bij het kunsttijdschrift Blind werd uitgebracht. Hier zag ik voor het eerst e-mail, want Gerard had e-mail. Ik verstuurde daar mijn eerste mailtje. Vol vunzige taal natuurlijk, want ik realiseerde me gewoon nog niet dat hij dat ook echt te lezen zou krijgen. Het was te bizar om te geloven dat iets wat je op de ene computer typte, op een hele andere computer te zien zou zijn.
Wat ik me ook nog goed kan herinneren is hoe traag de eerste websites waren. Gigantisch lang duurde het, voor zo’n pagina eindelijk binnen was. Alles was ook nog in html, dus via Mediamatic moest iedereen op cursus. Robin Verdegaal, die onder andere de Turbotuig site maakte en nu nog bij Digitaal werkt, was een van de eersten die aan de kunstacademie afstudeerde op html. De leraren hadden geen idee hoe dat te beoordelen. Toen iedereen zijn eigen website kon knutselen, met Anglefire bijvoorbeeld, kon je nog echt de blits maken met zo’n internetpagina. In mijn herinnering kwam die ommezwaai rond 1995, daarvoor had je eigenlijk vooral 42
e-mail en nieuwsgroepen. Bedrijven raakten toen ook geïnteresseerd en er kwamen steeds meer opdrachten voor websites binnen. Ik en Inge (Willems) vonden dat wel interessant.
Toen lazen we dat er bij de VPRO mensen nodig waren voor de afdeling Jeugd. Dat was destijds de aller-leukste afdeling, het was de tijd van Purno de Purno en Rembo en Rembo. Iedereen die lol maakte en lekker grof was, met name veel Rotterdammers, die zaten toen daar. De rest van de VPRO bestond een beetje uit ouwelullen, maar Jeugd was echt flitsend. Wij wilden daar echt heel erg graag tussen zitten, dus we besloten meteen een voorbeeldprogramma te maken. Mijn dochter was destijds een jaar of zes en ze had een vriendinnetje met een computer. Dat meisje maakte daar zelf geanimeerde poppetjes op. Het idee voor het programma kwam eigenlijk door dat meisje. Het was een grappig gezicht, dat kleine Surinaamse meisjes met staartjes die achter dat grote scherm met die poppetjes bezig was. Als mijn dochter zo’n vriendinnetje had, dan waren er vast meer kinderen die zoiets deden met de computer. Ik vroeg me af wat dan precies. En daar was het idee voor Turbotuig geboren. De andere kinderen vonden we geloof ik via zoekmachines, online.
Tijdens het opnemen van de eerste serie Turbotuig zat VPRO Digitaal nog op de zolder. We hadden niet heel veel met hen te maken. Robin (Verdegaal) werkte destijds bij Mediamatic waar hij websites bouwde. Hij is degene die de Turbotuig website heeft gemaakt, met veel leuke animaties erin. 3c Achter de Turbobox met Alice Haselhoef [eigen archief]
We zijn die toen wel gaan laten zien daarboven, maar daar werd toch een beetje stug op gereageerd, dat voelde toch een beetje als hun domein.
43
Maar VPRO Jeugd in combinatie met de zolder was echt ontzettend vooruitstrevend destijds, hoor. Ik herinner me een interactief programma waarbij je dieren moest voeren, anders gingen ze dood. Dat was echt avant la lettre. En de chatbox die aan het programma Turbotuig was gekoppeld, de Turbobox, dat was ook echt zijn tijd vooruit. Je kon chatten terwijl dat toen eigenlijk nog nauwelijks werd gedaan. Dat kon dan niet met meer dan dertig kinderen tegelijk, dan liep de chatbox vast, en dat gebeurde dan ook erg vaak. Heel bijzonder was ook dat je letterlijk kon surfen met alle kinderen die in de chatbox zaten. Je kon een leuke site invullen en dan ging je daar met zijn allen naar toe.”
3d Achter de Turbobox met Inge Willems [eigen archief]
Hoe zit het, nu terugkijkend, met de verwachtingen die er waren bij de programmamakers uit die tijd? “De interactie tussen mensen, dat was echt het meest interessant. Eerder zaten mensen meer ‘vast’, internet en interactieve CD-roms maakten daar ineens een einde aan. Dat bracht veel creativiteit teweeg, mensen gingen experimenteren wat hier allemaal mee kon worden gedaan. Bij de afdeling Jeugd uitte dit zich bijvoorbeeld in spelletjes. Destijds was er het idee dat er enorme interactie tussen 44
televisie en internet zou komen. Dit wordt het, dachten we. Er zijn toen ook zeer experimentele dingen geprobeerd. Na Turbotuig heb ik bijvoorbeeld meegewerkt aan Typotoons en Tattletoons. Bij het eerste programma konden kinderen online met letters vreemde woorden maken. Schrijvers als Paul van Loon maakten daar dan live verhalen van en daar werd dan weer een animatie van gemaakt die op televisie kwam. Na die uitzending konden kinderen meteen weer op internet nieuwe woorden verzinnen. Tattletoons was een programma in samenwerking met IJsfontijn, een bedrijf van de eerste ladingen nieuwe media studenten. Dat gedoe met woorden en schrijvers lieten we varen, nu konden kinderen zelf een gedeeltelijk geleid verhaal maken in een chat omgeving. De leukste ideeën werden dan uitgevoerd op televisie. Uiteindelijk liep dit allemaal op niets uit. Kinderen keken gewoon liever Zaai. De algemene sfeer bij de VPRO was overigens ook gewoon irritant, er was altijd gedoe tussen de afdeling Televisie en Digitaal. De afdeling Jeugd viel onder televisie en de hoofden snapten eigenlijk niet zo goed wat het was wat ze deden bij Digitaal. Ze snapten niets van internet, e-mail of hoe een computer werkt. Er was een structuur van mensen waarvan de ene helft te oud is om nog te leren en de andere helft wel wil maar eigenlijk niets weet. Projecten kwamen moeilijk van de grond, er was vaak geen interesse. VPRO Digitaal had overigens wel een potje en er waren ook diverse fondsen, dus geld was er wel. Omroepen mochten officieel geen geld uitgeven aan internet. De VPRO deed dit regelmatig wel en ook dat zorgde voor problemen. De Mediawet stond verdere ontwikkelingen in de weg. Toen internet populairder werd, wilden alle programma’s ineens een eigen website. Digitaal moest dat allemaal maar maken, ‘die waren daar toch voor’. Voorheen had de afdeling veel eigen projecten en bijzonder websites, het was echt een broedplaats voor experimenten. Daarna kreeg de afdeling een meer faciliterende , dienende functie. Projecten zijn meestal gekoppeld aan televisie, zoals je bijvoorbeeld bij de Beagle zag.”
Heeft de publieke omroep de boot gemist dan? “Nee, absoluut niet! De publieke omroep heeft juist ontzettend veel wat anderen niet hebben omdat zij zo vroeg begonnen zijn. Denk aan Uitzending Gemist, alle commerciële omroepen willen dat nu ook. Bovendien zijn de publieke omroepen na Nu.nl en de Telegraaf qua nieuwsvoorziening het belangrijkste. Ik denk dat mislukte projecten niet te wijten zijn aan de publieke omroep. Kijk naar digitale televisie, een fantastisch idee, reclames doorspoelen, zelf bepalen wat je wanneer kijkt. Maar komt Boer zoekt vrouw op televisie zit iedereen toch weer massaal tegelijk te kijken, 45
om erna massaal op internet meningen te spuien. Ik schrijf meteen erna een stukje, gooi dat op het web en dat trekt dan tien- tot twintigduizend unieke bezoekers per uur. Zo’n artikel wordt beter gelezen dan een artikel over die tien doden in Ethiopië. Interactieve film is ook mislukt terrein. Mensen willen dat helemaal niet, er moet gewoon een goede regisseur zijn die voor jou bepaald wat interessant is.”
46
Uitleiding Hier eindigt dan voor nu deze sfeerschets van een veelbewogen en bijzondere tijd. Met zeer veel plezier heb ik mij door het verzamelde archiefmateriaal heen bewogen en ik kan alleen maar hopen dat mijn enthousiasme zich heeft weten te vertalen naar papier. Zoals al eerder gesteld, kan dit verslag het best worden gezien als een deel A, waar deel B-Z hopelijk snel op zullen volgen. GertJan Kuiper kwam na het lezen van een eerste verzie al met verscheidene voetnoten en op- en aanmerkingen op mijn verhaal, die ‘zeker iets zijn voor delen B-Z’. Dit zie ik absoluut niet als een tekortkoming van het verhaal van mijn kant, ik heb immers gekozen voor een bepaalde invalshoek, maar juist als een gewenste reactie op dit verslag. Ik hoop dat meerdere mensen dit ‘deel A’ zullen lezen en zich geroepen voelen er iets aan toe te voegen, nuanceringen aan te brengen of met nieuw archiefmateriaal zullen komen. Op verzoek geef ik hieronder enkele mogelijke suggesties – naar aanleiding van opvallendheden in het archiefmateriaal - voor de delen A-Z, waartussen ook enkele door GertJan Kuiper geopperde onderwerpen. Voorspellingen spelen een grote rol in zowel documentaires als artikelen uit de periode van de ‘Digitale Revolutie’. Sommigen blijken, ondanks het feit dat zij toentertijd zeer futuristisch leken, zeer accuraat te zijn, waar anderen de plank volledig mis hebben geslagen. Een onderzoek naar de voorspellingen - zowel gedaan dóór als óver de publieke omroep VPRO en de afdeling Digitaal in het bijzonder leert veel over het vermogen en het inzicht van betrokkenen en hun onderlinge verhoudingen en terugblikkend over de tijd waarin deze uitspraken zijn gedaan. Van veel projecten en programma’s zijn beschrijvingen van de uitwerking vaak wel te vinden. Het zou echter ook leerzaam zijn om er de drijfveren achter de verschillende projecten en de ambities en verwachtingen van betrokkenen aan toe te voegen. Van sommigen projecten is veel verloren gegaan, bijvoorbeeld het Loop en Grid project. Ook hier zijn algemene beschrijvingen van terug te vinden, maar wat is er uiteindelijk uit deze projecten voorgekomen? Wellicht dat er nog ‘persoonlijke archieven’ aan te boren zijn? Toegevoegd aan het vorige stelde GertJan Kuiper dat de ambities rond de eerste Lowlands projecten en de praktische uitvoering ervan ook zeer zeker iets voor de delen B-Z is.
47
De relatie tussen de verschillende afdelingen van de VPRO is ook een regelmatig terugkerend onderwerp. Dat er spanningen zijn (geweest) moge duidelijk zijn, maar ook de vruchtbare samenwerkingsprojecten moeten worden genoemd. Ik heb expres meerdere kanten van het verhaal trachten te verlichten (Digitaal, Gids, Televisie), waarbij bleek dat de verschillende visies nog steeds niet helemaal met elkaar stroken. Na aanleiding van het interview met Ali Haselhoef, waarin zij onder andere stelt dat de afdeling Digitaal een meer dienende functie heeft gekregen, reageerde GertJan Kuiper bijvoorbeeld: “Dit is Ali’s mening, maar ze doet hier latere projecten als de Beagle echt tekort. Ik snap zeker wat ze bedoelt, maar de verschuiving naar een afdeling die meer geïntegreerd is met de rest van de VPRO is niet alleen negatief.” De verschuiving van de plaats van de afdeling Digitaal en de implicaties/gevolgen hiervan lijken mij een interessant onderwerp. De afdeling VPRO Digitaal kan als een van de pioniers op het gebied van de nieuwe media worden aangerekend. Het is opvallend hoe vooruitstrevend de afdeling in zijn beginjaren was op zeer uiteenlopende gebieden, van het ontwikkelen van een shared workspace tot het verzorgen van dieren in een interactieve digitale omgeving.81 Wat voor een invloed hebben dergelijke projecten gehad op de ontwikkeling van nieuw mediagebruik (zijn tamagotchi’s afgekeken van het laatste voorbeeld?) Was de afdeling wellicht soms té vroeg met sommige projecten?
Als zich een algemene conclusie opdringt dan is het wel dat de ’Digitale Revolutie’ het werk is geweest van een relatief kleine groep pioniers. Anders dan bij veel klassieke technologieën zien we dat veel van de beschreven ontwikkelingen hun oorsprong vinden in achter zolderkamers, tuinschuurtjes en kelders. Wat opvalt is dat deze pioniers enerzijds gedreven werden door een enorm – bijna euforisch – optimisme met betrekking tot de sociale gevolgen van het internet,maar anderzijds ook reeds een scherp bewustzijn hadden van de potentiële gevaren van het internet. Inmiddels is internet niet meer weg te denken uit ons leven. Hoewel commercialisering ook het internet in zijn greep houdt en ook de strijd om informatie tussen overheid, bedrijfsleven en burgers nog altijd voortduurt (denk bijvoorbeeld aan de omstreden OV-chipkaart en Wikileaks), is het internet nog steeds een relatief vrije publieke ruimte. We vergeten vaak dat dit laatste niet
81
Het zou interessant zijn de relaties te onderzoeken tussen de experimenten als het verzorgen van dieren in een digitale omgeving bij VPRO Digitaal en soortgelijke experimenten in andere landen, zoals The Telegarden, die werd ontwikkeld aan de University of Southern California en in juni 1995 online werd gezet.
48
vanzelfsprekend is, maar mede te danken is aan de pioniers uit de beginjaren die in deze beknopte geschiedenis centraal staan.
49
Bronnenlijst Bergeijk, J. van, “Allemaal Digitaal”, in: VPRO-Gids 1994, nr.36, 3-9 september,3-5. Bergeijk, J. van, “Het geeft een enorme kick om iemand klaar te tikken”, in: VPROGids 1994, nr. 39, 24-30 september,9. Bergeijk, J. van, “Louis Rosetto: ‘Er ligt een betere wereld in het verschiet’”, in: VPRO-Gids 1994, nr. 37, 10-16 september, 5. Bergeijk, J. van, “Het belang van de User Interface”, in: VPRO-Gids 1994, nr. 38, 1723 september, 5. Bergeijk, J., “WEB Wereldontvanger completeert het ‘wereldnieuws’”, in: VPRO-Gids 1995, nr. 39, 30 september-6 oktober,9. Bergeijk, J., “@Digitalia@: Netwerkverslaving”, in: VPRO-Gids 1995, nr. 20, 20-26 mei, 21. Bergeijk, J., “@Digitalia@: Chaos Control”, in: VPRO-Gids 1995, nr. 22, 3-9 juni, 23. Bergeijk, J., “@Digitalia@: Medio Magazine”, in: VPRO-Gids, nr. 24, 17-23 juni, 27. Bergeijk, J., “@Digitalia@: The Daedalus Encounter”, in: VPRO-Gids 1995, nr. 34, 26 augustus-1 september, 31. Bergeijk, J., “@Digitalia@: Wehkamp Veiling”, in: VPRO-Gids 1995, nr. 47, 25 november-1 december, 21. Blom, E., “Rock & Roll met Enen en Nullen”, november 2005. http://webwereld.nl/opninie/38307/rock--amp--roll-met-enen-en-nullen.html (laatst bezocht op 09-01-2011) Blom, H., “Er gaat een digitale wereld open”, in: VPRO-Gids 1994, nr. 35, 27 augustus-3 september, 13. Blom, H., “Wat brengt de toekomst?”, in: VPRO-Gids 1994, nr. 39, 24-30 september, 7. Blom, H., “Internet, cd’s en auteursrecht”, in: VPRO-Gids 1995, nr.5, 4-10 februari, 2-3. Boomen, M. van den, “Van Hacker tot Internetmiljonair”, De Groene Amsterdammer, 20-07-2002. Flint, J., “DDS 10 jaar”, http://www.dds.nl/dds/jarig.php (laatst bezocht op 03-012011) 50
Keij, A.,”Lowlands op radio, internet en tv”, in: VPRO-Gids 1995, nr. 35, 19-25 augustus, 8. Looijestijn, E., “De ontdekking van het internet”, in: VPRO-Gids 2010 6, 6-12 februari, 10-14. Meijer, W., “Kameel”, in: VPRO-Gids 1994 nr. 39, 24-30 september, 13. Stiller, L., “De Toekomst op Zolder”, in: VPRO-Gids 1995, nr. 44, 21-27 oktober, 6-7. Stiller, L., “Een Virtueel Gesprek”, in: VPRO-Gids 1995, nr. 44, 21-27 oktober, p 7. Ulje, P., “Gedigitaliseerde rommel”, in: VPRO-Gids 1994, nr. 38, 17-23 september, 13. VPRO-Gids advertentie,”Bibliofiele editie van VPRO’s Tweede cd-rom”, 1996, gids 5, 3-9 februari, 1996, 10
Beeld: Dijk, K. van, HollandDoc zomertip: Beeldstorm, HollandDoc kanaal op Youtube, 2010. http://www.youtube.com/watch?v=qWWekUk3YuY (laatst bezocht op 28-012011) Groenteman, G., Iedereen op Internet, Kleine Storm Mediaproducties, 2006. Holland doc. Uitgezonden door de Humanistische Omroep. MCI reclame, 1993. http://www.youtube.com/watch?v=V-sfEOcYhfs (laatst bezocht op 24-01-2011) Schröder, R., Wiering, F., Vries, M. de, red., Beeldstorm, AVRO 1994. Zoals gezien op: www.hollanddoc.nl/kijk-luister/kunst-en-cultuur/games-eninternet.html?playurn=urn:vpro:media:program:3178495¤tPage=2 (laatst bezocht op 03-02-2011 Websites Hack-Tic nr. 14/15, 1991. http://www.hacktic.nl/magazine/1402.htm (laatst bezocht op 19-12-2010) Hack-Tic nr. 20/21, 1993. http://www.hacktic.nl/magazine/2018.htm (laatst bezocht op 23-12-2010) Korte geschiedenis van XS4ALL op de website: http://www.xs4all.nl/overxs4all/geschiedenis/ 51
Overzicht van projecten van de afdeling VPRO Digitaal: http://www.vpro.nl/data/projecten/5JAAR2HOOG/1.1/aflevering/afleveringindex-jaar.shtml Het Virtueel Gesprek van VPRO Digitaal in werking: http://www.mefeedia.com/watch/31248948. De Digitale Gids van VPRO Digitaal in werking: http://www.youtube.com/watch?v=i_p0LRAd33M http://www.youtube.com/watch?v=m1nXECDYs78 http://www.youtube.com/watch?v=FE7vGuWH7Wg http://www.youtube.com/watch?v=Apl0SZCmF1A http://www.youtube.com/watch?v=uKOBjIiCtYk Weblog een kamer in het verleden: http://weblogs.vpro.nl/eenkamerinhetverleden/over-een-kamer-in-het-verleden/ Beeld en Geluid Wiki, informatie over WEB: http://www.beeldengeluidwiki.nl/index.php/WEB
Afbeeldingen ‘Achter de Turbobox met Ali Haselhoef’ [eigen archief] ‘Achter de Turbobox met Inge Willems’ [eigen archief] ‘Bruno Felix’ [VPRO Archief] ‘Elize de Mul’ [eigen archief] ‘Hack-Tic 14/15’ [http://www.hacktic.nl/magazine/1401.htm] ‘Hack-Tic 20/21’ [http://www.hacktic.nl/magazine/2018.htm] ‘De Digitale Zolder’ [VPRO Archief] ‘Digitale Gids’ [http://www.vpro.nl/javascript/beeldvergroting/ index.shtml?2233110] ‘Digitale Gids’ [http://www.vpro.nl/javascript/beeldvergroting/ index.shtml?2233126] ‘Doors of Perceptions’ [http://www.mediamatic.net/page/5655/en] ‘Knuffelkwijtsijt’ [http://www.knuffelkwijtsijt.nl/index.php/gevonden/] 52
Bijlage A – Reflectieverslag Voor aanvang van mijn eerste - aanvankelijk enige – stage bij de VPRO-Gids redactie klonk mijn verantwoording voor mijn keuze van deze stageplaats als volgt: De stageplek binnen de redactie van de VPRO Gids biedt de mogelijkheid deel te nemen aan het arbeidsproces, in dit geval het bijdragen aan de productie van een wekelijks uit te brengen gids. De stage biedt bovendien de mogelijkheid achter de schermen te kijken van een groot Nederlands mediabedrijf, hetgeen een leerzame praktische toevoeging is aan een theoretische master opleiding. Het werk zelf is weliswaar vooral praktisch en journalistiek, maar er wordt meer dan genoeg ruimte geboden voor academisch nieuwe media onderzoek met de redactieburelen als uitvalsbasis. Bovendien is het uitdagend en vernieuwend om een nieuwe media kwestie aan te snijden vanuit redactiewerk. Naast het bieden van een interessant onderzoeksveld, creëert de stage de mogelijkheid journalistieke vaardigheden op te doen.
In het volgende reflectieverslag ga ik na of mijn verwachtingen en uiteindelijke ervaringen met elkaar stroken en kijk ik of hoe mijn van tevoren opgestelde leerdoelen en uiteindelijk opgedane vaardigheden zich met elkaar verhouden. 1. Journalistieke vaardigheden Een van mijn vooropgestelde leerdoelen was het ‘opdoen van journalistieke vaardigheden. In mijn verantwoording stel ik dat de stage bij de VPRO de mogelijkheid creëert journalistieke vaardigheden op te doen. Inderdaad bleek de stageplek op de redactie mij zeer snel in te wijden in de ins en outs van de journalistiek. Vanaf dag één kreeg ik de verantwoordelijkheid voor het aandragen van items, het vergaren van informatie en uiteindelijk voor het schrijven van een publiceerbaar artikel dat past binnen de filosofie van de VPRO. De onderwerpen van de artikelen die ik in de loop van de drie maanden die ik doorbracht op de redactie heb geschreven lopen sterk uiteen, wat vaak inhield dat ik mij in korte tijd moest inlezen in nog onbekende terreinen. Ook kreeg ik de mogelijkheid verschillende vormen van journalistiek te bedrijven, van interviews met onder andere Jan Blokker junior en Michiel Romeyn, recensies van documentaires en reportages. Omdat ik geen eerdere ervaring heb in de journalistiek vond ik het vooral aan het begin soms spannend om zomaar mensen op te bellen om aan informatie te komen of de ‘juiste’ vragen te bedenken voor interviews. Naarmate de tijd verstreek werd ik hier echter steeds zekerder in en gingen de verschillende vormen van journalistiek me steeds beter af. Elke woensdag besprak ik mijn geschreven artikelen van de week ervoor met mijn stagebegeleidster Jos Schöttlendreier en het door mij bijgehouden logboek laat zien dat er in de loop van de weken nauwelijks meer inhoudelijke kritiek van haar kant kwam. Aan het einde van de stageperiode mocht ik dan ook een lang ‘redactioneel’ artikel schrijven over een zelfgekozen onderwerp. Ik heb hier gekozen voor een artikel over computergames, daar het aansluit bij mijn master Nieuwe Media en er bovendien in de geschiedenis van de VPRO-Gids nauwelijks iets over dit 53
onderwerp is verschenen. Om het wel te laten aansluiten bij de normale onderwerpen van de VPRO-Gids heb ik mij vooral toegelegd op gewelddadige games en jeugd. Ik ben hiervoor onder andere naar het Nederlands Jeugd Instituut afgereisd om mediapsycholoog Peter Nikken te spreken. Ik vond dit een erg leuk interview omdat deze man zich bezighoudt met dezelfde onderwerpen als de Nieuwe Media Studies, maar deze vanuit een totaal andere hoek benaderd. Zie bijlage B voor het uiteindelijke artikel. Er was genoeg ruimte om creatief te zijn en zelf ideeën aan te dragen en om deze ‘uit te proberen’. Aan het begin was ik hierin wat terughoudend, omdat ik nog een beetje aan het aftasten was wat de VPRO-Gids stijl precies inhoudt. Uiteindelijk durfde ik wel meer mijn mening te laten horen. Zo wilde de gidsredactie met Wereldvoedseldag niets aan dit thema doen wegens het ‘muffige gehalte’ ervan. Daar het thema dit jaar ‘verspilling’ was, stelde ik voor om op reportage te gaan en een poging te wagen tot het zogenaamde ‘skippen’, oftewel weggegooid voedsel wat nog prima te eten is uit de prullenbak redden. Ik kreeg groen licht en uiteindelijk kreeg mijn reportage een hele pagina. Het interviewen van mensen op straat en binnendringen op verboden terreinen van supermarkten gaf weer een heel nieuwe dimensie aan mijn journalistieke ervaringen! Naast het schrijven van artikelen heb ik ook diverse andere projecten gehad op de redactie. Zo heb ik voor het festival Crossing Border zo’n 75 ‘nanobiografieën’ geschreven van schrijvers, bands en andere artiesten die hier kwamen optreden. In 80 woorden moet hierin de plaats van herkomst, geboortedata, belangrijke boeken, CD’s, liedjes, prijzen e.d. worden bekend gemaakt en tevens op zo’n manier dat het publiek enthousiast wordt. Deze tamelijk vermoeiende opdracht heb ik wel als zeer leerzaam ervaren omdat je in zeer korte tijd heel veel feiten moet checken en vervolgens met een zeer beperkt aantal woorden toch telkens weer creatief moet zijn. Ik heb ook een project met de afdeling beeld van de redactie gedaan waarin voor een special van Andere Tijden een beeldcollage werd gemaakt uit verschillende oude documentaires. Ik heb hiervoor met de redactie van Andere Tijden gesproken zodat ik de beelden kon voorzien van mooie en leuke wetenswaardigheden. Dit vond ik erg leuk om te doen omdat het interessant is de verschillende afdelingen vinnen de VPRO te verkennen en met mensen uit verschillende disciplines te praten. Dit brengt me tevens op het volgende leerdoel. 2. De organisatie van een groot mediabedrijf Mijn tweede leerdoel was het ‘inzicht krijgen in de organisatie van een groot mediabedrijf’. Hoewel mijn eerste stage zich bevond op de afdeling van de gids, heb je continue te maken met de rest van de VPRO. Zo schreef ik regelmatig stukken over VPRO-producties waarvoor je met de makers moet praten en ben je tijdens het verzamelen van informatie constant buiten de redactie aan het werk. Bovendien was ik vanaf dag één bezig met de vraag wat ik als onderwerp zou kunnen nemen voor mijn uiteindelijke stageonderzoek. In het kader van mijn master Nieuwe Media 54
was het duidelijk dat het onderwerp hier bij zou moeten aansluiten en mijn eerste verkenningen richtten zich dan ook op het gebruik van nieuwe media binnen de VPRO. Binnen de redactie van de gids speelden vooral vragen als ‘moeten wij iets doen met de iPad’ en daar dit niet meteen mijn aandacht trok keek ik als snel naar andere afdelingen van de VPRO, met name VPRO Digitaal. De VPRO geldt als een pionier in het gebruik van nieuwe media door de publieke omroep en ik raakste geïnteresseerd in het thema ‘innovatie’. Tegen het einde van de drie maanden stage bij de redactie had ik mijn eerste voorstel voor een stageonderzoek ingeleverd, met als hoofdvraag: ‘hoe vindt innovatie plaats binnen de VPRO (digitaal) en op welk punt in nieuwe media innovatie bevindt deze publieke omroep zich nu?’ Ik maakte kennis met de werknemers van de afdeling Digitaal die al meteen enthousiast met me mee wilden denken. Daar ze op het moment geen stagiair op de afdeling Digitaal hadden werd al snel gevraagd of ik wellicht interesse had in een stageplek voor de komende 2,5 maand. Dit leek me erg leuk en interessant en dit aanbod nam ik dan ook dankbaar aan. Na enkele gesprekken met mijn nieuwe begeleider GertJan Kuiper en voorbereidend (archief)onderzoek bleek mijn eerste onderzoeksvraag lastig te benaderen en er bleek bovendien erg weinig aan archiefmateriaal te bestaan om mee te werken. Ik raakte gefascineerd door hetgeen ik wél terugvond en er werd in overleg besloten dat ik aan de slag zou gaan als ‘geschiedschrijver’ van een eerste historie van de afdeling Digitaal. Zoals al eerder gesteld in mijn uiteindelijke onderzoek zie ik mijn werkzaamheden daar als een toetsing van de journalistieke vaardigheden die ik in mijn eerste stage bij de gids heb opgedaan en ik ga hier dan verder ook niet diep in op mijn stage bij VPRO Digitaal. Wel ben ik erg dankbaar dat ik zowaar de kans heb gekregen om niet op één, maar twéé afdelingen van de VPRO te werken en dat ik hierdoor zeer veel heb geleerd over de wekring van een groot mediabedrijf als de VPRO. Zoals bleek uit mijn onderzoek gaat helaas vaak veel informatie verloren in een dergelijk groot bedrijf en dat er tussen afdelingen onderling niet altijd een verstandelijke relatie hoeft te bestaan. Ik had verder verwacht dat de organisatie binnen de VPRO heel strak en doelgericht is, maar dit bleek ook in veel gevallen wel mee te vallen. Veelal zijn de afdelingen vooral met hun eigen producties bezig en minder met de VPRO als geheel. Ik heb bij de gids geleerd om zelfstandig te werken en het feit dat ik bij Digitaal de ruimte kreeg om volledig zelfstandig een groot onderzoek op te zetten en uit te voeren heeft me veel zelfvertrouwen gegeven. Bovendien heb ik mogen ervaren hoe het is echt ‘bevlogen’ te raken van iets en hoe leuk archiefonderzoek kan zijn. Dat het onderzoek vervolgens met zo veel enthousiasme is ontvangen is voor mijn gevoel echt de kers op de taart. Dit brengt me bij mijn derde en laatste leerdoel. 3. Een academische onderzoeksvraag koppelen aan praktijkervaring Voor mijn gevoel loopt het academisch onderzoek en de praktijkervaring in de weg die ik uiteindelijk ben ingeslagen moeiteloos in elkaar over. De mediageschiedenis waar ik mij jarenlang middels ‘droge teksten’ heb mogen bezighouden, toonde zich plotseling zeer levendig en spannend en andersom kreeg ik ineens de mogelijkheid 55
om van die bijzondere gebeurtenissen uit te praktijk een verhaal te maken wat anderen helpt de nieuwe mediageschiedenis beter te begrijpen. Ik heb niet alleen ontzettend veel nieuwe vaardigheden opgedaan, waaronder zelfstandig onderzoek, journalistieke ervaring, goed overleggen, levendig schrijven, zelfstandig archiefonderzoek, maar ook heel veel nieuwe inzichten gekregen. Het wonderlijke van de geschiedenis van nieuwe media en de eigenaardige pioniers die in deze historie een belangrijke rol hebben dringt misschien wel voor het eerst echt to me door en dit vind ik zeer waardevol. Samenvatten kan ik stellen dat de vrij brede leerdoelen die ik van tevoren voor mijzelf had opgesteld niet alleen meer betekenis hebben gekregen naarmate ik langer op beide stageplekken aanwezig was, maar dat ik hier uiteindelijk ook zeker aan heb kunnen voldoen. Ik vond beide stages een leuke en leerzame ervaring, waarin ik regelmatig tegen mijn eigen grenzen van onzekerheid aanliep en deze vervolgens wel steeds verder heb weten te verleggen. Ik ben de VPRO dankbaar voor het feit dat ze mij gedurende een half jaar hebben willen ontvangen en voor het feit dat ik de kans heb gekregen een zeer zelfstandig stageonderzoek uit te voeren.
56