ECHTSCHEIDINGS PROCESRECHT SPREKER MR. H.A. GERRITSE 9 APRIL 2015 09:00-11:15
WWW.AVDRWEBINARS.NL
Inhoudsopgave Mr. H.A. Gerritse
Jurisprudentie Hoge Raad 4 maart 2011, ECLI:NL:HR:2011:BP1402, met betrekking tot de feitelijke grondslag Hoge Raad, 28 oktober 2011, ECLI:NL:HR:2011:BR5084, met betrekking tot het begrip belanghebbenden Hoge Raad 11 februari 2011, ECLI:NL:HR:2011:BO9615, met betrekking tot de processuele onbekwaamheid van minderjarigen
!
2!
p. 3 p. 5 P. 7
ECLI:NL:HR:2011:BP1402 Instantie Hoge Raad Datum uitspraak 04-03-2011 Datum publicatie 04-03-2011 Zaaknummer 09/03105 Formele relaties Conclusie: ECLI:NL:PHR:2011:BP1402 In cassatie op : ECLI:NL:GHAMS:2009:BJ4488, Bekrachtiging/bevestiging Rechtsgebieden Personen- en familierecht Bijzondere kenmerken Cassatie Inhoudsindicatie Familierecht; huwelijkse voorwaarden; beroep op verrekenbeding naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar (art. 6:248, lid 2 BW)? Procesrecht; verboden aanvulling feitelijke grondslag (art. 24 Rv)? Toelaten omvangrijke pleitnota ter mondelinge behandeling; aan feitenrechter voorbehouden procesbeleid. (81 RO) Vindplaatsen Rechtspraak.nl RvdW 2011/343 RFR 2011/56 Uitspraak 4 maart 2011 Eerste Kamer 09/03105 EE/IF Hoge Raad der Nederlanden Beschikking in de zaak van: [De vrouw], wonende te [woonplaats], VERZOEKSTER tot cassatie, advocaat: mr. J. van Duijvendijk-Brand, tegen
!
3!
[De man], wonende te [woonplaats], VERWEERDER in cassatie, advocaten: mr. R.L. Bakels en mr. D. Rijpma. Partijen zullen hierna ook worden aangeduid als de vrouw en de man. 1. Het geding in feitelijke instanties Voor het verloop van het geding in feitelijke instanties verwijst de Hoge Raad naar de navolgende stukken: a. de beschikking in de zaak 361983/FA RK 07-682 van de rechtbank Amsterdam van 9 mei 2007; b. de beschikking in de zaak 395994/FA RK 08-2884 van de rechtbank Amsterdam van 21 mei 2008; c. de beschikking in de zaak 200.012.005/01 van het gerechtshof te Amsterdam van 12 mei 2009. De beschikking van het hof is aan deze beschikking gehecht. 2. Het geding in cassatie Tegen de beschikking van het hof heeft de vrouw beroep in cassatie ingesteld. Het cassatierekest is aan deze beschikking gehecht en maakt daarvan deel uit. De man heeft verzocht het beroep te verwerpen. De conclusie van de Advocaat-Generaal E.B. Rank-Berenschot strekt tot verwerping van het cassatieberoep. Mr. M.E.M.G. Peletier, advocaat bij de Hoge Raad, heeft namens de vrouw bij brief van 16 februari 2011 op die conclusie gereageerd. 3. Beoordeling van het middel De in het middel aangevoerde klachten kunnen niet tot cassatie leiden. Zulks behoeft, gezien art. 81 RO, geen nadere motivering nu de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling. 4. Beslissing De Hoge Raad verwerpt het beroep. Deze beschikking is gegeven door de vice-president J.B. Fleers als voorzitter en de raadsheren E.J. Numann, J.C. van Oven, W.D.H. Asser en C.E. Drion, en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer E.J. Numann op 4 maart 2011.
!
4!
ECLI:NL:HR:2011:BR5084 Instantie Hoge Raad Datum uitspraak 28-10-2011 Datum publicatie 28-10-2011 Zaaknummer 11/01099 Formele relaties Conclusie: ECLI:NL:PHR:2011:BR5084 In cassatie op : ECLI:NL:GHSHE:2010:BO6688, Bekrachtiging/bevestiging Rechtsgebieden Personen- en familierecht Bijzondere kenmerken Cassatie Inhoudsindicatie Art. 81 RO. Familierecht. Verzoek tot verlenging machtiging uithuisplaatsing, belanghebbende; art. 798 lid 1 Rv., art. 1:261, 263 BW. Vindplaatsen Rechtspraak.nl RvdW 2011/1325 Uitspraak 28 oktober 2011 Eerste Kamer nr. 11/01099 EV/RA Hoge Raad der Nederlanden Beschikking in de zaak van: [De vader], wonende te [woonplaats], VERZOEKER tot cassatie, advocaat: mr. P. Garretsen, tegen STICHTING BUREAU JEUGDZORG NOORD-BRABANT, gevestigd te Oss, VERWEERSTER in cassatie,
!
5!
niet verschenen. Partijen zullen hierna ook worden aangeduid als de vader en Bureau Jeugdzorg. 1. Het geding in feitelijke instanties Voor het verloop van het geding in feitelijke instanties verwijst de Hoge Raad naar de navolgende stukken: a. de beschikking in de zaak 211790/JE RK 10-953MZ13 van de kinderrechter te 'sHertogenbosch van 2 juni 2010; b. de beschikking in de zaak HV 200.072.867/01 van het gerechtshof te 'sHertogenbosch van 7 december 2010. De beschikking van het hof is aan deze beschikking gehecht. 2. Het geding in cassatie Tegen de beschikking van het hof heeft de vader beroep in cassatie ingesteld. Het cassatierekest is aan deze beschikking gehecht en maakt daarvan deel uit. Bureau Jeugdzorg heeft geen verweerschrift ingediend. De conclusie van de Advocaat-Generaal E.M. Wesseling-van Gent strekt tot verwerping. 3. Beoordeling van het middel De in het middel aangevoerde klachten kunnen niet tot cassatie leiden. Zulks behoeft, gezien art. 81 RO, geen nadere motivering nu de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling. 4. Beslissing De Hoge Raad verwerpt het beroep. Deze beschikking is gegeven door de raadsheren F.B. Bakels, als voorzitter, W.D.H. Asser en C.E. Drion, en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer J.C. van Oven op 28 oktober 2011.
!
6!
ECLI:NL:HR:2011:BO9615 Instantie Hoge Raad Datum uitspraak 11-02-2011 Datum publicatie 11-02-2011 Zaaknummer 10/02382 Formele relaties Conclusie: ECLI:NL:PHR:2011:BO9615 Rechtsgebieden Personen- en familierecht Bijzondere kenmerken Cassatie Inhoudsindicatie Familierecht. Verzoek tot ontheffing uit ouderlijk gezag; wettelijke maatstaf van art. 1:268 lid 2, aanhef en onder a, BW. Schending van de plicht betrokken minderjarige te horen?; art. 809 Rv. (81 RO) Vindplaatsen Rechtspraak.nl RvdW 2011/257 Uitspraak 11 februari 2011 Eerste kamer 10/02382 DV/EE Hoge Raad der Nederlanden Beschikking in de zaak van: [De moeder], wonende te [woonplaats], VERZOEKSTER tot cassatie, advocaat: mr. P. Garretsen, tegen DE RAAD VOOR DE KINDERBESCHERMING, gevestigd te Haarlem, VERWEERDER in cassatie, niet verschenen.
!
7!
Partijen zullen hierna ook worden aangeduid als de moeder en de Raad voor de Kinderbescherming. 1. Het geding in feitelijke instanties Voor het verloop van het geding in feitelijke instanties verwijst de Hoge Raad naar de navolgende stukken: a. de beschikking in de zaak 70242/FA RK 08-2255 van de rechtbank Assen van 11 maart 2009; b. de beschikking in de zaak 200.035.182 van het gerechtshof te Leeuwarden van 4 maart 2010. De beschikking van het hof is aan deze beschikking gehecht. 2. Het geding in cassatie Tegen de beschikking van het hof heeft de moeder beroep in cassatie ingesteld. Het cassatierekest is aan deze beschikking gehecht en maakt daarvan deel uit. De Raad voor de Kinderbescherming heeft geen verweerschrift ingediend. De conclusie van de Advocaat-Generaal F.F. Langemeijer strekt tot verwerping van het beroep. 3. Beoordeling van de middelen De in de middelen aangevoerde klachten kunnen niet tot cassatie leiden. Zulks behoeft, gezien art. 81 RO, geen nadere motivering nu de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling. 4. Beslissing De Hoge Raad verwerpt het beroep. Deze beschikking is gegeven door de raadsheren A.M.J. van Buchem-Spapens, als voorzitter, W.A.M. van Schendel en C.A. Streefkerk, en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer F.B. Bakels op 11 februari 2011.
!
8!