050473_PoliceNl_xp
3/10/05
15:37
Page 1
Bureau de dépôt : 7500 Tournai
ECHO Maandelijks tijdschrift van NSPV vzw - niet in juli
België – Belgique P.B. - P.P. 7500 Tournai 5/118 Autorisation de fermeture: 5/182
SEPTEMBER - OKTOBER 2005 - Nr. 667
Afz.: Gen. Bernheimlaan, 18/20 - 1040 Brussel
P-MAGAZINE Drie jaar is het geleden dat de gemeentelijke politiekorpsen samensmolten met de Rijkswachtbrigades. De grote politiehervorming was een feit. Maar de hervorming verliep allesbehalve rimpelloos. In februari 2003 kwamen liefst 18.000 agenten op straat om hun grieven te uiten. Philip Van Hamme, voorzitter van de grootste politievakbond van het land, verwacht dat het ook dit najaar flink kan stuiven met de regering. Ondertussen werden ook wij als burger niet echt beter van al dat hervormen. Een gesprek.
Brandweerhervorming: standpunten VVSG In het federale regeerakkoord engageert de regering zich om de diensten van de civiele veiligheid te hervormen. Onder voorzitterschap van Antwerps gouverneur Camille Paulus bespreekt een commissie de noodzakelijke aanpak. De voorbije weken verschenen over de werkzaamheden van deze commissie berichten in de pers op basis van onvolledige en niet-definitief goedgekeurde werkdocumenten.
RODE LOPER INSCHALINGSMECHANISME – WACHTTOELAGE. Gezien de veelvuldige vragen die wij krijgen over hoe de inschaling moet gebeuren van de wachttoelage ingevolge de VESALIUS, achten wij het nuttig hierna de procedure te beschrijven , vooral voor zij die onderhevig zijn aan de vrijwaringsclausule M7. Het betreft hier dus in hoofdzaak de mensen die momenteel in de weddenschalen M6 en M7 terug te vinden zijn. Vooreerst de inschaling via de rode loper (zonder wachttoelage) in de weddenschaal O2. Zowel voor de ex-HIEK als voor de ex adjudant als adjudant-chef moet men vertrekken van de wedde die men genoot op 31 maart 2001, dus de oude wedde. Dit bedrag moet voor de ex-rijkswachters verhoogd worden met de huisvestingstoelage. Deze bedragen, dus voor de HIEK zijn oude wedde en voor de ex-rijkswachters verhoogd met de huivestingstoelage moet men zoeken in de weddenschaal O2. Vervolgens bepaalt men zijn pecuniaire anciëniteit: Deze vindt men naast het bedrag in de O2, vb: 1.224.000 stemt overeen met 11 jaar pecuniaire anciëniteit in de loonschaal O2. Dus een M6 of M7 die momenteel aan het maximum van zijn loonschaal staat verkrijgt een nieuwe geldelijke anciëniteit door de zogenaamde driestappenregel. Vrijwaringsclausule M7. Wat houd dit nu juist in? Zoals hiervoor uiteengezet zou men verkeerdelijk de indruk kunnen krijgen dat een M6 of M7 die momenteel aan het maximum van zijn loonschaal staat (M6 = 1.310.000 Bfr of M7 = 1.390.000 Bfr) en aldus betaald wordt, minder zou gaan verdienen als hij in de O2 terecht komt vermits zoals gezegd men rekening zal houden met zijn vroegere wedde. Niets is minder waar vermits juist de vrijwaringsclausule erin bestaat dat men hem zijn huidige wedde blijft krijgen. Vanaf het ogenblik dat men in de O2 wordt ingeschaald zal men jaarlijks evolueren in die weddenschaal, dus jaarlijks stijgt men gedurende zes jaar waarna men de sprong maakt naar de weddenschaal O3. Tijdens deze zes jaar zal de persoon die aldus wordt ingeschaald geen werkelijke opslag krijgen vermits zelfs na zes jaar te zijn gestegen in de weddenschaal O2 men nog steeds op de vrijwaringsclausule zal moeten beroep doen, m.a.w. men overstijgt het 1.390.000 Bfr nog steeds
1
050473_PoliceNl_xp
3/10/05
15:37
Page 2
HUMEUR VAN DE NATIONALE SECRETARIS Iedereen herinnert zich waarschijnlijk nog de tussenkomst van de Voorzitter van de Senaat bij Justitie. Dit heeft geleid tot een algemene mistevredenheid maar zij heeft de eer niet aan zichzelf gehouden door ontslag te nemen. Korte tijd nadien vroeg de Minister van Justitie mij rekenschap te geven omtrent onze juridische bijstand. In die politieke partij begint het een gewoonte te worden zich te moeien daar waar zij geen jota mee te maken hebben. Ik hoop echter van de korpschef van de Politiezone waar de feiten die ik ten zeerste overdreven vind. Ik verduidelijk. Op 25 juni 2005 wordt een lid van de motorbrigade uit Namen (het is nodig om deze zone te citeren) door dispatching gezonden naar problemen ter hoogte van Namen alwaar bewoners een parkeerprobleem melden waarbij voetgangers in het gevaar worden gebracht. Ter plaatse werd onze collega beledigd en bedreigd door een overtreder. Hij werd eveneens bedreigd door de directeur van de gemeenteschool waar een feest waarvan plaatsvond en waar bepaalde deelnemers van dat feit de oorzaak vormden van het gevaarlijke parkeren. De Directeur heeft aan onze collega meegedeeld dat hij door de schepen X werd verzocht om alle opgestelde processen verbaal te verzamelen dat de plaatslijke mandataris de nodige schikkingen zou treffen. Dit gegeven werd meegedeeld via de luidsprekers binnen het schoolfeest. Een van de overtreders heeft de opsteller beledigd en bedreigd en heeft zich aangeboden op het politiecommissariaat om klacht neer te leggen tegen onze collega. Heel het gebeuren werd van nabij gevolgd door een andere collega welke op vermaakuitstap was Het lijkt er op dat de schepen wel degelijk gecontacteerd werd gezien de Korpschef als gevolg van een telefoontje de verbalisant zijn versie van de feiten vroeg. Onze lokale syndicale afgevaardigde heeft de Korpschef gecontacteerd welke hem verklaarde dat hij zijn volledige steun gaf aan de verbalisant wiens houding, zoals gewoonlijk, onberispelijk was. De korpschef heeft eveneens een mail verzonden aan al het personeel waarin hij zijn steun toezegt aan onze collega. Er moet wel bij gezegd worden dat dit gebeurde op aandringen van onze lokale syndicale afgevaardigde. De schepen is een socialitisch parlementslid en we vragen ons af hij geen aanhanger is van de knoeierijen van de Voorzitter van de Senaat. Voor deze personen, verkozenen des Volks is er nooit een sanctie voorzien, integendeel, had het syndicaat niet tussengekomen datn had onze collega het risico gelopen een sanctie te krijgen. Er werd een schrijven gericht aan deze schepen om hem de beroering te beschrijven die zijn tussenkomst heeft teweeg gebracht bij de lokale politie Wanneer ik zeg dat de Politiek overal en met alles moeit willen sommigen mij niet geloven. Naar mijn mening is het een ziekte die veel verkozenen heeft aangestoken. Gelukkig zijn er nog die eerlijk en gewetensvol zijn. Geloof nu niet dat ik hier weer mijn gal aan het spuwen ben het begint er echter op te trekken.
X E L D E S X,
E L A DUR 2
050473_PoliceNl_xp
3/10/05
15:37
Page 3
Vervolg van blz 1
niet. Voor de ex-HIEK liggen de kaarten enigszins anders, zij zullen in de loop van die zes jaar hun huidig maximum van 1.310.000 Bfr overschrijden zonder de maximum van de M7 te doorbreken van 1.390.000 Bfr. Dus in de realiteit zal de ex-HIEK wel degelijk een reële opslag krijgen die maximum 85.000 Bfr zal kunnen bedragen, dit is het verschil tussen de M6 en de M7. Dus zeer geresumeerd kan men stellen dat door de rode loper de huidige M7 gedurende de eerste zes jaar geen opslag krijgt en de M6 KAN, afhankelijk van zijn anciëniteit een maximumopslag van 85.000 Bfr per jaar krijgen.
SYNDICAL ECHO
COLOFON
DE WACHTTOELAGE De vraag wordt gesteld of iemand die op 01 april 2001 werd ingeschaald in de O2 profijt kan halen uit het al dan niet opteren voor het meenemen van de wachttoelage in de wedde bij zijn inschaling. Deze vraag is niet simpelweg met ja of neen te beantwoorden. Alles hangt af van de vraag hoeveel WE en nachturen er werden gepresteerd van 01.04.2001 tot op heden en van de frequentie dat men contacteerbaar en terugroepbaar werd gesteld in diezelfde periode. Als men geen dergelijke diensten heeft gepresteerd dan moet men zeker voor de wachttoelage opteren. Men moet wel weten dat men in dit geval voor de rest van de loopbaan ook geen dergelijke vergoedingen meer kan krijgen voor deze diensten. Men moet ook weten dat als men opteert voor de wachttoelage men de ondertussen gekregen vergoedingen moet terugstorten en zoals men ondertussen weet moet men het bruto bedrag terugstorten. Vervolgens kan men dit dan regulariseren met de belastingen het jaar daarop. Het is dus niet zo evident. Voor wie KAN het interessant zijn? Voor die mensen die op 01.04.2001 werden ingeschaald in de O2 met een pecuniaire anciëniteit van 23 jaar of hoger, immers als zij opteren voor de wachttoelage doorbreken zij de plafond van die weddenschaal en worden zij in de O3 ingeschaald (op 01.04.2001) dus met terugwerkende kracht. Dus geresumeerd kan men stellen dat iedereen die in gelijk welke weddenschaal werd ingeschaald (uitgez. De O4Bis) met een pecuniaire anciëniteit van 23 jaar of ouder er voordeel mee doet om te opteren voor de wachttoelage echter steeds rekening houdend met de terugbetalingen van verkregen vergoedingen.
De “ECHO” is het maandelijks tijdschrift van het Nationaal Syndicaat van het Politie- en Veiligheidspersoneel. Alle leden ontvangen een exemplaar. Niet-leden en geïnteresseerden kunnen intekenen op een jaarabonnement door het storten van € 75 op rekeningnummer 068-2101000-07 van het NSPV. De adresgegevens worden behandeld overeenkomstig de Wet op de Privacy (08/12/1992). Verantwoordelijke uitgever : Philip Van Hamme Eindredactie : Eddy De Blaere Tekeningen : Dirk Van Der Auwera De redactie staat open voor vragen en suggesties van lezers. U kan ze sturen naar : Redactie Echo, Generaal Bernheimlaan 18/20 1040 Brussel tél. : 02.644.65.00 fax : 02.644.67.93 Breng tevens een bezoek aan onze website : http://www.nspv.be Mail :
[email protected]
Ook kan ik verder nog vermelden dat tal van leden ons gecontacteerd hebben om via het Arbitragehof een arrest te verkrijgen die hierop neerkomt dat men het oorspronkelijk bedrag van de wachttoelage eist (ongeveer 85.000 Bfr) en niet het nu voorgestelde bedrag van ongeveer 32.000 Bfr want dit kan uiteraard een wezenlijk verschil maken. Verder kan men ook persoonlijk en schriftelijk de vraag stellen aan GPI om een berekening te maken van het bedrag van de ondertussen reeds ontvangen vergoedingen voor de periode 01.04.2001 tot nu zodat men duidelijk zijn keuze kan maken. Verdere vragen kunnen ons steeds via mail toegestuurd worden.
Gelijkheidstraat 61 7700 Moeskroen Tel.: 056.85.75.15 Fax : 056.85.75.17
3
050473_PoliceNl_xp
3/10/05
15:37
Page 4
INTERVIEW MET DE NATIONALE VOORZITTER In het weekblad P-magazine werd door de Nationale Voorzitter een interview gegeven omtrent de politiehervorming. Wij houden er aan u dit interview met zijn niet mis te verstane uitspraken te publiceren in onze Echo. Drie jaar is het geleden dat de gemeentelijke politiekorpsen samensmolten met de Rijkswachtbrigades. De grote politiehervorming was een feit. Maar de hervorming verliep allesbehalve rimpelloos. In februari 2003 kwamen liefst 18.000 agenten op straat om hun grieven te uiten. Philip Van Hamme, voorzitter van de grootste politievakbond van het land, verwacht dat het ook dit najaar flink kan stuiven met de regering. Ondertussen werden ook wij als burger niet echt beter van al dat hervormen. Een gesprek. Tien jaar is het ondertussen geleden dat ons land werd opgeschrikt door de zaakDutroux. Er werd een parle“Dutroux was een mentaire onderzoekscommissie schaamlap om met een opgericht die moest nagaan politiehervorming één hoe het mogelijk was geweest doel te bereiken: dat Dutroux zo lang uit de netde Rijkswacht uitschakelen” ten van het gerecht had kunnen blijven. Het antwoord van de commissie: het politieapparaat had slecht gefunctioneerd. Er waren teveel kortsluitingen geweest tussen de toenmalige Rijkswacht, de Gerechtelijke Politie en de gemeentekorpsen. Het moest allemaal anders. En beter. In 2001 werd beslist om de politie te hervormen. Drie jaar geleden was het een feit. Een grote groep rijkswachters werd opgeslorpt binnen de nieuwe Federale Politie. Op lokaal vlak werden de gemeentelijke politiekorpsen en rijkswachtbrigades versmolten tot de nieuwe Lokale Politie. België werd onderverdeeld in 196 zones. Soms bestond een zone uit slechts een stad. Andere zones overkoepelden verscheidene gemeentes. Er kwamen ook kleine zones, met een enkele gemeente. Werden wij als burger beter van deze hervorming? En wat met de politiemensen zelf? “De hervorming is holderdebolder gebeurd en dat heeft voor heel wat problemen gezorgd. En die zijn lang niet allemaal van de baan. Het najaar zou best erg woelig kunnen zijn”, zegt Philip Van Hamme, nationaal voorzitter van het Nationaal Syndicaat voor Politie- en Veiligheidspersoneel (NSPV). Van de 40.000 politieambtenaren in ons land, is een op de drie lid van het NSPV. Daarmee is het ook de grootste politievakbond van het land. Hoewel het NSPV oorspronkelijk de vakbond was voor de Rijkswacht, telt de organisatie nu leden uit alle vroegere geledingen van de politie. En dus zou Van Hamme recht van spreken moeten hebben. De commissie-Dutroux stelde disfuncties vast in het politieapparaat. De politici hebben daar de passende conclusies uit getrokken. Gaat u akkoord met die stelling? PHILIP VAN HAMME: “De commissie heeft zich vergallopeerd. Men heeft in bepaalde korpsen disfuncties ontdekt. Die disfuncties zijn er inderdaad geweest. De toenmalige BOB en GPP hebben zeker niet goed samengewerkt. Het was duidelijk dat er maatregelen moesten genomen worden opdat het zich niet meer zou voordoen. Maar wat de commissie heeft gedaan is met de vinger wijzen naar de mensen die onderaan de ladder stonden. De commissie heeft niet onderzocht wie echt verantwoordelijk was voor de disfuncties. De verantwoordelijkheid lag bij diegenen die de instruc-
4
ties gaven. Bij de top. Maar die top heeft men niet durven raken. Die is gewoon weggepromoveerd.” Zegt u dat de conclusies van de commissies niet echt betrouwbaar waren? Men is niet tot het bot gegaan? VAN HAMME: “Wat is dat: tot het bot gaan? Er is bijvoorbeeld tijdens het onderzoek een huiszoeking bevolen bij de staf van de Rijkswacht. Tussen de beslissing voor de huiszoeking en de huiszoeking zelf, zijn enkele dagen voorbij gegaan. Ik kan niet zeggen dat er in die dagen zaken zijn verdwenen. De huiszoeking had een climax kunnen zijn in het onderzoek, maar dat was het niet. Ik kan alleen maar vaststellen.” Maar de conclusies van de commissie hadden wel verstrekkende gevolgen: de politiehervorming. VAN HAMME: “Het is maar de vraag of de bevindingen van de commissie voldoende waren om alles zo maar overhoop te gooien. Zo vlug. Zo plots. Ik denk dat de politici zich pas nu beginnen te realiseren van wat de gevolgen zijn van wat ze destijds hebben beslist. Kijk naar Nederland. Daar heeft men er vijftien jaar over gedaan om de politie te hervormen in een nationale en lokale afdelingen. Daar zet men al stappen terug omdat men inziet dat het toch niet gegeven heeft, wat men ervan had verwacht. België had zich op andere landen kunnen baseren voor de hervorming.” Zoals? VAN HAMME: “Frankrijk bijvoorbeeld. Daar zijn er nog altijd vijf korpsen, waaronder de gemeentepolitie, de stadspolitie en de gendarmerie. Waarom werken die goed samen? Omdat zij één enkele bevoegde minister hebben. In België waren er dat destijds drie. Men had voor dezelfde prijs een andere hervorming kunnen doorvoeren”. Schaamlapje Een andere stelling: de enige, echte bedoeling van de hervorming was het uitschakelen van de Rijkswacht. Het militaire karakter van de Rijkswacht stuitte een aantal politici al lang tegen de borst. VAN HAMME: “De Rijkswacht had geen militair karakter, het was een militaire organisatie. Er waren bepaalde politici die de Rijkswacht al langer wegwilden, maar ze vonden daar nooit een politieke meerderheid voor. Met de zaak-Dutroux zagen ze hun kans plots schoon. Er zijn toen allerlei verhalen verteld, insinuaties gemaakt over de Rijkswacht als een staat in de staat, over connecties met de Bende van Nijvel, noem maar op. Het is in die sfeer van verdachtmakingen, dat de hervorming aan de publieke opinie is verkocht. De wil om de Rijkswacht uit te roeien, leeft nog door. Een groot deel van de Federale Politie bestaat uit ex-rijkswachters. Uit vele elementen blijkt dat het de bedoeling is om de Federale Politie almaar verder uit te hollen. Alleen durft men het niet luid op te zeggen. Dutroux was inderdaad een schaamlapje om een operatie door te voeren, die sommigen al lang wilden doen.”
“De dag dat de gemeente administratieve sancties mag uitspreken, zal de burger verschieten”.
050473_PoliceNl_xp
3/10/05
15:37
Page 5
Welke partijen? VAN HAMME: “Wij weten dat wel. Maar ik ga mij daar niet over uitspreken. Wie de zaken heeft gevolgd, weet het.” De socialisten? VAN HAMME: “Voilà. Maar zij niet alleen.” Met de commissie werd een beeld van de politiemensen opgehangen dat niet erg fraai was. Heeft dat sporen nagelaten? VAN HAMME: “De stress is nog nooit zo groot geweest als nu. Er zijn onder de politieambtenaren nooit zoveel zelfmoorden geweest als de jongste jaren. Het absenteïsme is fenomenaal toegenomen.” Over dat absenteïsme is tussen u en minister Patrick Dewael al flink gebakkeleid. Maar er bestaan blijkbaar geen cijfers over.
ex-rijkswachters van hun kant waren zich helemaal niet bewust van de politieke inmengingen waarmee ze zouden geconfronteerd worden.”
VAN HAMME: “De afwezigheden worden bijgehouden door de Federale Politie. Om juiste cijfers te hebben, zouden de lokale politiediensten hun gegevens moeten doorsturen, maar dat doen ze lang niet allemaal. De cijfers die de minister desondanks hanteert, zijn sowieso niet juist want hij telt er ook de arbeidsongevallen bij en de verlofdagen van de mensen die einde loopbaan zijn. Zo kom je natuurlijk aan hoge aantallen. Waar wij het over eens zijn: het absenteïsme is hoog. Volgens de minister ligt dan aan de mensen. Volgens ons aan de politiestructuur, waardoor de mensen zich niet goed in hun vel voelen.”
Politisering
Door de hervormingen? VAN HAMME: “Ze zijn in een totaal andere cultuur terechtgekomen. Mensen die jarenlang in een gemeente hadden gewerkt, kwamen terecht in een grotere politiezone, met een nieuwe top, met promotiekansen die soms wegvielen. Wie die promotie wou, moest soms van de ene kant van het land naar de andere verhuizen. Voor anderen was er helemaal geen vooruitzicht. Tja, dan vragen de mensen zich af waarom ze al die inspanningen hebben gedaan om een diploma of brevet te halen, om vast te stellen dat het tot niets heeft gediend.” Is de samensmelting van politiemensen en rijkswachter vlot verlopen? VAN HAMME: “Alles behalve. Ik vergelijk de hervorming altijd met de herstructurering in een bedrijf. Bij Ford Genk bijvoorbeeld zijn veel mensen hun baan kwijtgespeeld. Hier, bij een hervorming waarbij 40.000 gezinnen betrokken waren, is er geen enkele baan gesneuveld. Het is een herstructurering zonder voorgaande. Maar er zijn wel de andere aspecten die zwaar hebben doorgewogen. Neem het tuchtstatuut van de Rijkswacht waarmee de politiemensen plots werden geconfronteerd. Dat was voor hen een echte mokerslag. De
Toen u onlangs zei dat het moest gedaan zijn met de tussenkomsten van de burgemeesters in de lokale politie, kreeg u de wind flink van voor. Verschillende burgemeesters ontkenden met klem dat ze zich moeiden met alcoholcontroles en, nog erger, met het benoemen van agenten.
“Nooit was de stress zo groot, waren er zoveel zelfdodingen en was het absenteïsme zo omvangrijk”.
VAN HAMME: “Wat in Voeren gebeurt, is toch het mooiste voorbeeld. Burgemeester Broers weigert daar een agent uit Lanaken in zijn korps op te nemen, hoewel hij die man volgens het politiestatuut moet opnemen. Maar Broers benoemt liever een van zijn beschermelingen uit zijn gemeente. De gouverneur heeft de beslissing van Broers vernietigd, maar hij houdt voet bij stuk. Dit verhaal is niet gedaan. Er komt nu een stakingsaanzegging. En dan kan Broers het in Brussel bij de minister komen uitleggen.” Misschien is Voeren een geïsoleerd geval. VAN HAMME: “Zeker niet. We komen dat soort zaken geregeld tegen. Meestal proberen we het via onze lokale afgevaardigde op te lossen zonder de zaken op de spits te drijven. En dan leest u er ook niets van in de pers.” Een van de doelstellingen van de hervorming was om de politisering tegen te gaan. Een agent wordt aangesteld door de zonechef, die wordt bijgestaan door deskundigen. Neutraler kan niet. VAN HAMME: “De burgemeester had vroeger alvast niets te zeggen aan de Rijkswacht. Aan zijn politie wel. In de nieuwe lokale politie is het de zonechef die het laatste woord heeft. Hij wordt bijgestaan door de burgemeester, een inspecteurgeneraal van de Federale Politie en specialisten van Binnenlandse Zaken. Volgens het politiestatuut zou de selectieprocedure waterdicht moeten zijn en zou de beste kandidaat dus moeten aangesteld worden. Maar zo loopt het niet overal. Denkt u echt dat de zonechef niet op voorhand met zijn lijst naar de burgemeester stapt? Zou een zonechef de burgemeester tegen de haren in strijken? Hij is voor zijn mandaat ook afhankelijk van de burgemeester. Ik ken in elk geval
“Dat de politiek zich niet meer zou bemoeien met het benoemen van politieambtenaren, is pure fictie”. 5
050473_PoliceNl_xp
3/10/05
15:37
Page 6
geen enkele zonechef die tegen de zin van de burgemeester is benoemd. Als syndicaat mogen wij bij selectieprocedures waarnemers sturen. Dat zijn mensen met 25 of meer jaren dienst en die goed geplaatst zijn om de waarde van kandidaten in te schatten. Onze waarnemers schrikken soms van wie uiteindelijk wordt benoemd. De depolitisering is pure fictie. Ik zeg niet het er in alle 196 zones zo aan toegaat. Er zijn ook zones waar de burgemeester de zonechef laat begaan.
Blauw op straat Het adagium was: meer blauw op straat. Het uitgangspunt was: nergens zijn er zoveel agenten als bij ons, alleen worden ze niet optimaal ingezet. VAN HAMME: “De stelling dat er per 1.000 inwoners nergens zoveel politieambtenaren zijn als in België, was niet juist. De cijfers die werden gehanteerd, waren niet correct. U moet een dienst bij ons, vergelijken met dezelfde dienst in het buitenland. Ik geef een voorbeeld. De zeevaartpolitie in Antwerpen is een korps van 150 agenten. En hoeveel zijn er dat in Hamburg, een haven die vergelijkbaar is? 4.000! In België zijn alle havens onderbemand. De mensen die daar werken zijn van de Federale Politie. Ze zitten echt op het tandvlees. Meer blauw op straat? Dan toch niet in de haven”. Terwijl de havens gevoelige zones zijn op het vlak van drugtrafieken en mensenhandel.
Het is in deze context tekenend dat Louis Tobback (burgemeester van Leuven) recent op de radio zei dat hij de politiemensen opnieuw zelf wil aanwerven. Hij heeft geen vertrouwen in de onafhankelijke selectiediensten, zegt hij. De echte reden is anders. Vroeger kon hij zijn vrienden zo maar binnenpakken. Nu is dat iets moeilijker”. In wat voor soort gemeenten is de politieke invloed het grootst?
“Politiestatistieken nemen met een korrel zout? Neem maar een hele schep!”.
VAN HAMME: “In zones waar de burgemeester het alleen voor het zeggen heeft, dus meestal in steden. Maar ik ga zeker niet zeggen dat het enkel daar gebeurt. Er wordt ook in zones met meerdere gemeentes gemarchandeerd.”
Sommigen vinden 196 politiezones veel te veel. VAN HAMME: “Er zijn absoluut teveel zones. Sommige zijn te klein en niet leefbaar. Ze overleden slechts omdat ze goede contacten hebben met naburige zones. Het moest destijds snel gaan. Soms wilden gemeenten niet samen in dezelfde zone en dus werden maar kleinere zones afgebakend. Nu komen de problemen aan het licht. Het is geen toeval dat men een federaal interventiekorps opricht om te gaan helpen waar de zones het niet kunnen bolwerken. De volgende stap in de hervorming zal zijn dat men het aantal zones weer beperkt. Daar kunnen wij als vakbond natuurlijk niet voor pleiten, want zoiets zal natuurlijk functies doen wegvallen”. Haast en spoed is zelden goed. Gewezen minister Antoine Duquesne (MR) moet dus niet echt fier zijn op zijn hervormingen. VAN HAMME: “Het is niet Duquesne die met de vinger moet worden gewezen. Het politiestatuut was al voor 99 procent uitgewerkt door zijn voorganger Luc Van den Bossche (Sp.a), die op zijn beurt had verder gewerkt op eerdere plannen van Johan Vande Lanotte en Louis Tobback. Herinner u dat Tobback minister was ten tijde van Dutroux. Duquesne heeft enkel moeten uitwerken wat al was uitgestippeld. En telkens hij voor iets zijn fiat gaf, had hij daar vooraf de toelating voor gekregen van de ministerraad. De brave Duquesne krijgt nu alles in de nek geschoven. Hij is de kop van jut. Maar het is de voltallige regering die verantwoordelijk is.”
6
VAN HAMME: ”In Engeland was met allesbehalve gelukkig met de manier waarop hier werd gecontroleerd op het inschepen van illegalen. Maar wat wil u? De politie had de middelen niet. Nu wel, maar er moet wel worden bij verteld dat de scanners waarmee de vrachtwagens nu worden gecontroleerd, zijn betaald door Engeland. De betere controle op mensenhandel, zet tegelijk ook een rem op de drugtrafieken. Maar drugs zijn duidelijk geen prioriteit. Neem Brucargo, nabij de luchthaven van Zaventem. Hoeveel ton goederen wordt daar dagelijks niet aan- en weggevlogen? Toch is er in Brucargo geen enkele politieman van dienst. Enkel als de douane iets ontdekt, komt er politie bij. De drughonden zitten in de luchthaven. Alsof het enige wat telt is om nu en dan een toerist te pakken die uit Turkije komt met 2 gram hasj in de zakken”. Wat de illegalen betreft, zou de overheid de zaken onder controle hebben. Dat beweert ze toch. Ik hoor andere klokken. De politiestatistieken moet ik trouwens, in het algemeen, met een korrel zout nemen. VAN HAMME: “Korrel? Zeg maar: schep! Neem de asielzoekers. Volgens de regering daalt hun aantal maand na maand. Natuurlijk. Het is niet moeilijk. De meeste vluchtelingen vragen hier gewoon geen asiel meer aan. Ze weten op voorhand dat het asiel wordt geweigerd en dat ze buiten vliegen. Het aantal asielaanvragers is dus gedaald. Maar het aantal illegalen is wel toegenomen. Dat is de realiteit”. Hoe kan u dat weten? Illegaal is illegaal en dus per definitie onbekend. VAN HAMME: “Loop hier in deze buurt van Brussel maar eens rond. Dan ziet u het zelf.” Een positief effect van de hervorming is dat het aantal diefstallen daalt, zegt men. VAN HAMME: “O ja? Dan moet u weten dat bijvoorbeeld diefstallen van fietsen niet meer in de diefstalstatistieken worden opgenomen. Een fietsdiefstal wordt beschouwd als een bagatel. Dat moet u dan maar eens vertellen aan iemand die met zijn fiets naar het werk moet. In sommige eenheden worden zelfs autodiefstallen niet meer opgenomen in de diefstalcijfers. Neem de inbraken. Bij een poging tot inbraak, waarbij de dief is gaan lopen en er bijvoorbeeld schade is aan de voordeur, dan wordt die schade opgenomen in de statistieken van vandalisme, niet van pogingen tot inbraak.”
“De politie kost vandaag niet meer dan vroeger. Men had toen gewoon geen idee van de kostprijs”.
050473_PoliceNl_xp
3/10/05
15:37
Page 7
Men verandert de nomenclatuur om de statistieken aan te passen aan de beleidsdoeleinden, om het veiligheidsgevoel te verbeteren. Is het dat? VAN HAMME: “Waarom stelt men daar in het parlement geen vragen over?”.
neerd omdat het gerecht toch geen tijd en mensen had om ze te vervolgen. Dat wordt met de administratieve sancties anders. Het valt zeker te vrezen dat de lokale ambtenaar die deze sancties zal schrijven, een deel van zijn werk zal afwentelen op de politie.”
Ik was laatst getuige van een verkeersongeval en gaf mijn gegevens door aan het slachtoffer. Ik kreeg later een boel papieren van de twee betrokken verzekeringsmaatschappij met de vriendelijke vraag om mijn getuigenis op papier te zetten. De politie van Antwerpen had immers geen pv opgesteld. Ze doet dat niet meer als er enkel materiële schade is. Zo is het niet moeilijk om de ongevallencijfers lager te krijgen. VAN HAMME: “Waar u het over heeft, heeft een naam: administratieve vereenvoudiging en responsabilisering van de burger. Volgens minister van Verkeer Renaat Landuyt werpt zijn beleid vruchten af. Hij wijst dan naar statistieken en de dalende ongevallencijfers. De enigen die daar echt zicht op hebben zijn de verzekeraars. Waarom vraagt men het hen niet? Ik denk niet dat de cijfers dan nog zullen gedaald zijn.” Wijkagent De wijkagent. Vroeger had mijn wijk zo’n agent. Hij kende iedereen, iedereen kende hem. Nu bestaat de wijkagent alleen op papier. VAN HAMME: “De idee van de wijkagent is gebaseerd op het Angelsaksische model van de community police. Daar werkt het prima. Bij ons zou het systeem onbetaalbaar zijn. Vroeger deed de wijkagent zijn werk tijdens de week, overdag of ’s avonds. En als er tijdens het weekeinde iets was te doen in de wijk, was hij er meestal ook bij. In de nieuwe politiezones zijn er nu verschillende functionaliteiten. Een wijkagent doet over dag nog de wijk, maar in het weekeind mag hij niet optreden. Want dat is de taak van het interventieteam. De wijk is daarom ook niet meer financieel interessant, want er zijn geen weekeind- of nachtpremies te verdienen. Dat kan 250 euro per maand schelen en dus zijn er geen kandidaten meer om wijkagent te worden. Dat verschil wordt soms ook als straf uitgespeeld. Als men iemand van de interventie wil straffen, verplaatst men hem naar de wijk, zelfs al is hij van de meest asociale types. Zoiets is heel erg. Wijkwerk is een basispolitiewerk die hoge eisen stelt. Je moet als wijkagent een dikke huid hebben, diplomaat zijn, taalvaardig, enzovoort. Daar is een cursus voor nodig.” De politie klaagt over het teveel aan administratief werk. Straks mogen de gemeenten administratieve sancties opleggen aan hun burgers. Nog meer werk? VAN HAMME: “Ik houd mijn hart vast met die administratieve sancties. Ik vrees dat die bij de burger serieus aan de klepel zullen hangen. De gemeenten zijn straks de inkomsten kwijt die ze van Electrabel krijgen en dus zijn ze driftig op zoek naar inkomsten. De administratieve sancties zijn een middel bij uitstek voor een alternatieve financiering. Dat zullen de burgers geweten hebben. Neem het buitenzetten van de vuilniszakken. Het politiereglement zegt bvb. niet voor acht uur. Wie die om kwart voor acht buiten zet, riskeert nu een sanctie. Het zijn van die zaken waar het gerecht zich nooit heeft voor geïnteresseerd. Allemaal zaken die werden gesepo-
Een heikel punt: het verkeersboetefonds. Wat wij met zijn allen betalen aan verkeersboetes, gaat in een pot die voor een groot deel naar de lokale politie gaat. De federale politie krijgt niets. Volgens u is dat trouwens een bewijs dat men de federale weg wil. De begeleidingscommissie van de politiehervorming dringt in zijn laatste aanbevelingen aan om het systeem te veranderen en de federale wel een dotatie te geven. VAN HAMME: “Het zijn, zoals u zegt, aanbevelingen. Meer dan intenties en beloften zijn er niet. We zullen zien.” Vorig jaar dreigde de federale verkeerspolitie met acties. De zwaantjes waren het kotsbeu met verouderde motoren en doorversleten pakken te werken.Even dreigden zelfs de Wodka-acties in het gedrang te komen. VAN HAMME: “Hoe zou u als zwaantje reageren als u zou vernemen dat de stad Leuven een stel gloednieuwe motoren heeft gekocht, maar dat de stad geen politiemensen heeft die ermee kunnen rijden? Ik begrijp de woede bij de de Federale Verkeerspolitie. En dan hebben wij ze als vakbond nog in toom kunnen houden met hun acties. Men schijnt zich niet te realiseren tot welke acties ze in staat zijn. Ze moeten het verkeer op de ring rond Brussel maar op enkele plaatsen stoppen en binnen de kortste keer is de hele stad geblokkeerd. Meer dan tien man hebben ze daarvoor echt niet nodig”. De acties werden afgeblazen na de belofte dat er voor deze zomer 30 nieuwe motors en meer manschappen zouden bijkomen. Zijn die er vandaag? VAN HAMME: “Die zijn er niet gekomen. In september komen die mensen samen. Ik ben benieuwd hoe ze zullen reageren”. Er dreigen nieuwe acties in het najaar. VAN HAMME: “Dat denk ik wel”.
“Meer dan tien man heeft de federale verkeerspolitie echt niet nodig om heel Brussel plat te leggen”. 7
050473_PoliceNl_xp
3/10/05
15:37
Page 8
Er zijn heel wat acties geweest omdat agenten jarenlang moesten wachten op vergoedingen die ze nog uit 2001 tegoed hadden. Ik neem aan dat die zaak geregeld is. VAN HAMME: “Toch niet. Een kwart van de betrokkenen, wacht nog altijd.” De regering wil in september besprekingen beginnen over een nieuw politiestatuut. Dat wordt spannend.
Problemen zat Drie jaar na de hervorming is er nog altijd geen rust en zijn er nog tal van onopgeloste problemen. Het vakantiegeld bijvoorbeeld. VAN HAMME: “Mensen met een openbaar ambt krijgen 92 procent van hun wedde als vakantiegeld uitbetaald. Bij politieambtenaren is dat amper 500 tot 750 euro. Wij willen een gelijke behandeling. Ik denk dat de regering niet anders zal durven dan het gelijk schakelen. Of zal de regering misschien zeggen dat politieambtenaren geen openbare ambtenaren zijn?”. Het politiestatuut had tot gevolg dat ambtenaren uit hetzelfde middenkader ongelijk werden behandeld. De ene kon promotie maken, de andere niet. U ging naar het Arbitragehof en won. Nu gaat u opnieuw naar het hof. Wat is er aan de hand? VAN HAMME: “Het gaat om de zogenaamde rode loper. Het politiestatuut voorzag dat de personen die de hoogste graad in het middenkader hadden bereikt, vanaf 2005 tot commissaris konden worden benoemd. Daarvoor kwamen 2.118 mensen in aanmerking. Maar er was een ongelijke behandeling tussen de gewezen rijkswachters en politiemensen. Het Arbitragehof heeft op onze vraag het statuut op elf punten vernietigd, waardoor 451 personen extra in aanmerking kwamen. Maar in plaats van het arrest te respecteren, heeft de regering een nieuwe regeling getroffen: de Vesaliuswet. Hierdoor worden tal van nieuwe discriminaties in het leven geroepen. En dus gaan we terug naar het Arbitragehof. De regering weet dat ze fout bezig is, maar probeert tijd te winnen. De regering hoopt dat wij dat procederen wel beu zullen worden. In tegendeel. Wij gaan nu zelfs schadevergoedingen vragen.” Nog een gevoelig onderwerp: de pensioenleeftijd. VAN HAMME: “Dat wordt volgens mij het grote debat van het najaar. Niemand komt nog voor zijn 20ste bij de politie. Als men dus zegt dat men voor een volledig pensioen in de toekomst minstens veertig jaar zal moeten presteren, dan is er een probleem. Nu mogen politiemensen statutair met pensioen op hun 58ste, sommigen zelfs twee jaar vroeger. Zal men aan de nieuwe agenten zeggen dat ze minstens tot hun zestigste zullen moeten werken, dat het best zou kunnen dat ze op hun 63ste nog naar caféruzies zullen uitgestuurd worden?”
8
VAN HAMME: “De overheid vindt dat het statuut moet veranderen. Dat vinden wij ook. Alleen gaat de overheid er niet van uit om het statuut socialer te maken. Wij wel. Volgens de regering moeten politiemensen op een meer soepele wijze kunnen ingezet worden. Wij werken nu 38 uur, maar wel met de mogelijkheid om bepaalde weken tot 50 uren te werken. Dat is blijkbaar niet voldoende. Als het brandt, brandt het. Als het oorlog is, is het oorlog. Daar gaan we mee akkoord. Maar geen soepele werkuren, wanneer het hen uitkomt. Zo zijn er nog gevoelige punten. Het tuchtstatuut bijvoorbeeld. De overheid vindt dat die procedure te lang duurt.” De perceptie bij de publieke opinie is dat de politiehervorming de agenten geen windeieren heeft opgeleverd. Iedereen werd er financieel flink beter van. VAN HAMME: “Dat is niet correct. Sommige kaders wel. Anderen bleven staan waar ze stonden. Een kleine minderheid verdient zelfs minder dan voor de hervorming.” De politiekosten zijn wel de pan uitgerezen. VAN HAMME: “De politie kostte vroeger even veel als nu. Alleen wist men het toen niet exact. De politie tankte aan de pomp van de gemeente. Maar of het de plantsoendienst was of de politie die had getankt, wist men niet. Of alleen maar bij benadering. Idem voor de telefoonrekening. De gemeente betaalde, maar hoeveel voor rekening was van de politie, was niet duidelijk. Door de creatie van de politiezones moesten al die kosten duidelijk worden vastgelegd. De gemeenten zijn geschrokken van de factuur voor de politie. Maar het is niet correct om die hoge kosten toe te schrijven aan het politiestatuut. Een aantal gemeenten heeft ervan geprofiteerd om een deel van de factuur door te schuiven naar de Federale Politie. Ik kan u vertellen dat sommige gemeenten daar flink wat geld hebben aan verdiend. Heel wat belastingverhogingen zijn door de gemeenten toegeschreven aan de politiehervorming. Volledig ten onrechte. Zullen we samen eens gaan kijken naar de megalome projecten die op stapel staan in een aantal gemeenten?”. Hoeveel punten op tien, krijgt de politiehervorming van u? VAN HAMME: “Maximum een zeven, maar niet gebuisd. Slechter dan vroeger is het niet naar de burgers toe, maar of het beter is, weet ik niet. Vroeger had de burger de keuze tussen de politie en de Rijkswacht. Als de dienst bij de ene niet goed was, kon hij naar de andere. De keuze is weg en dat is een negatief punt. Positief is dan weer dat de opleiding beter is dan vroeger. Het is in principe niet meer mogelijk dat de burger wordt geconfronteerd met onbeschofte boeren. Maar de vraag blijft of dit de politiehervorming was die we nodig hadden.” Tekst: : René De Witte voor P-magazine
“Gemeenten die belastingverhogingen toeschrijven aan de politiehervorming, spelen vals”.
050473_PoliceNl_xp
3/10/05
15:37
Page 9
Brandweerhervorming: standpunten VVSG
A. De hervorming van de civiele hervorming : standpuntbepaling VVSG (Vereniging Van Steden en Gemeenten) naar een gemiddeld gelijke kostprijs voor elk lokaal bestuur voor een gemiddeld gelijke basisbrandweerzorg (= kwaliteitsnormen). Een gelijkwaardige basisbrandweerzorg impliceert een gemiddeld gelijke bijdrageplicht voor elke burger. Een hogere kwaliteit nastreven binnen de hulpverlening zal voor bepaalde lokale besturen wel een grotere investering impliceren. • ‘We streven naar een lokale verankering/ verbondenheid van de basisbrandweerzorg.’
1. Basisprincipes • We streven naar een gemiddeld gelijke basisbrandweerzorg voor elke burger.’ We vinden het ongeoorloofd dat de woonplaats de graad van veiligheid bepaalt. Elke burger heeft recht op eenzelfde basisbrandweerzorg. We leggen de nadruk op eenzelfde kwaliteitsvolle dienstverlening van alle civiele veiligheidsdiensten naar de burgers en naar de lokale besturen toe. Elk korps moet in staat zijn eenzelfde basisbrandweerzorg te verlenen. • We streven naar een optimalisering van de bestaande middelen en een grotere financiële (materiële en personele) inspanning door de federale overheid Een financieel neutrale hervorming in hoofde van de lokale besturen. We streven naar de toepassing van het principe: ‘Wie bepaalt, die betaalt!’ De meerkost voor de lokale besturen dient tot een minimum te worden beperkt. We vinden het verschil in de kostprijs voor de civiele veiligheidszorg per inwoner ongeoorloofd. De aanwezigheid van specifieke risico’s op het grondgebied heeft een weerslag op de kostprijs die het lokale bestuur moet dragen (en impliceert een blijvend verschil in kostprijs per burger). We streven hierbij niet naar een kostenverdeling tussen de grote en kleine gemeenten en korpsen. We vertrekken hierbij steeds vanuit het standpunt van een gelijkwaardige veiligheid voor de burger. Met andere woorden streven we
We wensen via deze lokale verankering in de mate van het mogelijke en voor bepaalde aspecten de gemeentelijke beleidsautonomie te garanderen. Bij de herschikking van de beslissingsniveaus (momenteel zijn dit er 5) moet rekening gehouden worden met het lokale niveau. De betrokkenheid van de lokale beleidsverantwoordelijken moet in de nieuwe structuur voldoende groot zijn. We gaan ervan uit dat wie de verantwoordelijkheid en de aansprakelijkheid (burgemeester) draagt, hiertoe ook de middelen en de bevoegdheid krijgt. De VVSG benadrukt het belang van het inzetten van het vrijwillige brandweerpersoneel. Een zuivere beroepsbrandweer is onbetaalbaar. Opdat de vrijwilligers zich blijven engageren en om een leegloop te voorkomen, is het belangrijk de nadruk te leggen op deze lokale betrokkenheid. We onderschrijven de noodzaak aan een bovenlokaal (zonaal) gespecialiseerd en ondersteunend niveau. • We steunen de risicoanalyse die nationaal zal worden uitgevoerd indien voldaan wordt aan 4 voorwaarden Het is noodzakelijk redelijke normen (we denken hierbij vooral aan de interventietijd) te hanteren bij het uitvoeren van de risicoanalyse. We willen vanuit een realistische benadering van de huidige situatie vertrekken en niet vanuit de meest optimale situatie. Opdat een hervorming niet tot doel mag hebben wat efficiënt werkt, te wijzigen zonder dat er sprake is van verbetering, willen we achterhalen welke aspecten van de huidige zonewerking moeten behouden blijven en
welke voor een grondige aanpassing vatbaar zijn. We moeten vertrekken van wat er momenteel aan middelen aanwezig is binnen de lokale besturen en de lokale brandweerkorpsen om dan geleidelijk aan de risico’s weg te werken. Hierbij dienen steeds prioriteiten te worden gesteld. De minst beschermde gebieden krijgen voorrang. Bij de implementatie van de resultaten van de risicoanalyse dient zeker de redelijkheid te worden nagestreefd. We voorzien dus een realistische overgangsperiode waarbinnen de risicogebieden worden weggewerkt. De VVSG steunt de aangekondigde nationale risicoanalyse, die uitbesteed is aan vier universiteiten, en die de basis moet vormen voor een grondige hervorming van de diensten van de civiele veiligheid. De studie moet de objectieve criteria aanleveren waarop de hervormingsvoorstellen kunnen worden gebaseerd. De resultaten van de risicoanalyse, gebaseerd op uniforme kwaliteitsnormen, zullen de objectieve basis vormen voor een gemiddeld gelijke bescherming voor elke burger en zullen de noodzakelijke organisatorische en financiële hervorming kunnen rechtvaardigen. De VVSG wil dan ook dat, in de mate van het mogelijke, de financiële analyse van de voorstellen parallel gebeurt met de risicoanalyse die verricht wordt. De VVSG kan geen voorstellen onderschrijven, zonder gelijktijdig een duidelijk zicht te hebben op de financiële en organisatorische gevolgen. Dit zou niet te verantwoorden zijn ten aanzien van de belangen van de lokale besturen die we behartigen.
2. Belangrijke voorwaarde: effectenrapport De VVSG vraagt dat alle voorstellen vanuit de commissie ‘Paulus’ vergezeld worden door een effectenrapport. Het is uiterst belangrijk voorafgaandelijk de financiële impact voor de lokale besturen en de organisatorische gevolgen voor de hulpverleningszones en de lokale brandweerkorpsen te kennen, want uiteindelijk zullen de lokale besturen voor het merendeel moeten 9
050473_PoliceNl_xp
3/10/05
15:38
Page 10
opdraaien, indien er geen bijkomende of alternatieve middelen worden voorzien. We streven uiteindelijk naar de meest optimale hulpverlening maar wijzen erop dat deze hulpverlening ook financieel haalbaar moet zijn voor de lokale besturen.
respectievelijke graden in officieren-, midden- en basiskader; rechtzetten van de fouten in de vaststelling van de weddeschalen van officieren naar aanleiding van Kelchtermans (sinds 1994); de arbeidstijdwet van 14 december 2000; de problematiek van de duikers (KB van 23 december 2003); sociaal verantwoorde ongevallen- , invaliditeits- en overlijdensverzekering; de onverenigbaarheid tussen beroeps- en vrijwillig personeel; de aansprakelijkheidsregeling brandweerpersoneel;…
3. Prioriteiten a. Netwerking De zonevorming zal een belangrijke rol spelen binnen deze hervorming. Hiertoe streven we ernaar rechtspersoonlijkheid aan de hulpverleningszones te geven, zonder dat een hertekening van de zones (na de risicoanalyses) hierdoor onmogelijk wordt. We kunnen lessen trekken uit de vorming van de politiezones maar weliswaar zonder een kopie van de politiehervorming te willen neerzetten. De lokale besturen willen een versterkte intergemeentelijke samenwerking op zonaal niveau om o.a. een aantal gespecialiseerde opdrachten te kunnen uitvoeren (de gespecialiseerde brandweerzorg) en gezamenlijke aankopen van (gespecialiseerd) materiaal te doen. De mogelijkheid bestaat dan ook om op zonaal niveau personeel aan te werven ter ondersteuning van de brandweerkorpsen. De VVSG wenst het principe van ‘de brandweer die het snelst ter plaatse is, intervenieert’, van toepassing te verklaren, waardoor de territoriale begrenzing van de hulpverlening verlaten wordt, op voorwaarde dat de dienstverlening met eenzelfde basiskwaliteit (adequate hulpverlening) wordt verleend. Het vrijblijvende karakter van de hulpverleningsovereenkomsten verkrijgt een verplichtend karakter en zal dan ook meer uitvoering kennen. De VVSG stelt vier voorwaarden aan een zonevorming die een samenwerkingsverband tussen de gemeenten verplicht maakt: 1. Dit moet met respect voor de gemeentelijke beleidsautonomie gebeuren. De zone krijgt een duidelijk omschreven en afgebakende bevoegdheid. 2. Er moeten vanuit de federale overheid werkingsmiddelen (financieel, personeel en materieel) voor de hulpverleningszones worden voorzien. 3. Er mag geen logge beheersstructuur worden gecreëerd met nieuwe bestuurlijke organen. We streven naar een effectieve en efficiënte werking van de huidige beheerscomités die per hulpverleningszone reeds zijn geïnstalleerd. De 10
beschermde gemeenten worden ook in de beheerscomités vertegenwoordigd. 4. Het toekennen van de werkingsmiddelen vanuit de federale overheid voor de hulpverleningszone moet afhankelijk gesteld worden van een zonaal brandweerbeleidsplan (acties per deelnemende gemeente, financieel impact, personeels – en materieelbeleid, financiële impact voor de burger, etc...), een jaarplan en een werkingsverslag dat door de respectieve gemeenteraden goedgekeurd worden. Het doel is er minimaal voor te zorgen dat alle deelnemende lokale besturen als verplichte partner binnen een zone kunnen rekenen op een proportionele gelijke behandeling. De VVSG onderschrijft het belang van een netwerkmodel.
c. Financieel beleid De VVSG stelt dat de basisbrandweerzorg behoort tot de kerntaken van de overheid (lokale bestuur) behoort. Hiertoe stellen we dat de financiering in eerste instantie via algemene middelen moet gebeuren. In tweede instantie verwijzen we naar het recupereren van de kosten via alternatieve bronnen en middelen. Het voorzien van extra federale middelen voor de opleiding van het brandweerpersoneel en het materieel kan de VVSG enkel toejuichen. Toch wenst de VVSG dat er een transparant financieel beleid door de federale overheid zou worden gevoerd. We wijzen op de noodzaak van een optimalisering van de bestaande middelen (Seveso en Nucleair Fonds) en een verduidelijking van de huidige verdeling.
b. Bevoegdheidsconflict De VVSG vindt het ongeoorloofd dat de werking van de brandweerdiensten onderworpen wordt aan de beslissingen en het regelgevend optreden van 5 niveaus. Er is sprake van een bevoegdheidsconflict op het vlak van de brandpreventie en de personeelsmaterie. Gelet op het gevaar dat dit conflict met zich meebrengt op het gebied van de brandpreventie, dient hier dringend een einde aan te worden gesteld. Het is noodzakelijk om de burgemeester op een efficiënte en behoorlijke manier zijn toezicht op de brandveiligheid van bepaalde inrichtingen te kunnen laten uitvoeren. Ook de personeelsproblematiek kunnen we hier situeren. De personeelsproblemen die al jaren door de FOD voor zich worden uitgeduwd, dienen rechtgezet te worden. Dit kan zonder dat hierdoor de toekomstige hervorming wordt gehypoticeerd. We denken hierbij aan: de anciënniteitproblematiek voor vrijwilligers die beroepsbrandweerman worden; de vervroegde uitstapregeling van het brandweerpersoneel; de loonspanning tussen de
We dringen aan op een evaluatie van de provinciale verdeelsleutels of in eerste instantie een verduidelijking. We steunen de inwerkingstelling van ASTRID en hopen dat de multidisciplinaire meldkamers (politie, brandweer en medische hulpverlening) binnen redelijke termijn geïnstalleerd worden. We wensen wel een duidelijk overzicht van de subsidies en de kostprijs voor de gemeenten. d. Personeelsproblematiek De rekrutering van de vrijwilligers wordt steeds moeilijker omwille van de hoge kwaliteitseisen en het feit dat steeds minder bedrijven bereid zijn om de vrijwillige brandweerlui onder hun personeel een bepaalde vrijheid te geven. De werking en het statuut van de andere vrijwilligers moeten ook in de hervormingsplannen meegenomen worden (de ambulanciers, het Rode Kruis,…). De voor- en nadelen van een mogelijke arbeidsovereenkomst in plaats van een indienstnemingscontract voor de vrijwilligers en voor de lokale besturen moeten juridisch en financieel worden onderzocht.
050473_PoliceNl_xp
3/10/05
15:38
Page 11
Er moet dringend een oplossing gevonden worden voor de onderbezetting in sommige HC-100. Wachten op de geïntegreerde meldkamers (die er waarschijnlijk pas in 2008 zullen zijn) zou wel eens rampzalige gevolgen kunnen hebben. Het aantal gesubsidieerde aangestelden in de HC-100 werd vastgelegd op basis van de werklast in 1996-1997, terwijl in 2003 de werklast 25% hoger lag. Daarenboven zijn de subsidies geplafonneerd en ontoereikend om het personeel te betalen zodat de extra financiële last enkel gedragen wordt door de gemeente die het HC-100 beheert, alhoewel het eigen brandweerkorps vaak enkel klant is bij het HC-100, net zoals alle andere korpsen van de provincie. Het is dus nodig het aantal aangestelden te verhogen en de kosten ervoor billijk te verdelen. Anderzijds hebben minstens 80% van de oproepen betrekking op de dringende geneeskundige hulpverlening en is er op geen enkele manier een financiële tussenkomst vanwege de FOD Volksgezondheid. e. Andere prioriteiten Een actualisering en verduidelijking van de vage en verouderde wetgeving. Het opmaken en actualiseren van alle voor het beleid noodzakelijke statistieken. De VVSG erkent de noodzaak en steunt het oprichten van een (Vlaams) kenniscentrum. Dit is voornamelijk van belang voor de kwaliteitsbewaking en het ontwikkelen van eenvormige operatieprocedures. Dit betekent een serieuze stap voorwaarts voor de ondersteuning van de brandweerkorpsen. Het opstellen van een eenvormig en allesomvattend personeelsstatuut, rekening houdende met de financiële consequenties van een dergelijk statuut voor de lokale besturen en de administratieve en sociale consequenties voor het personeel. De VVSG wil dat zowel de rechten als de plichten van het personeel in een evenwichtige benadering worden bekeken.
HOE BLUSSEN WE DE BRAND ? In het federale regeerakkoord engageert de regering zich om de diensten van de civiele veiligheid te hervormen. Onder voorzitterschap van Antwerps gouverneur Camille Paulus bespreekt een commissie de noodzakelijke aanpak. De voorbije weken verschenen over de werkzaamheden van deze commissie berichten in de pers op basis van onvolledige en niet-definitief goedgekeurde werkdocumenten. Wat zijn de belangrijkste uitgangspunten van de VVSG in deze commissie ? De VVSG gaat akkoord met het principe van de snelste adequate hulpverlening, wat betekent dat noch de gemeente-, noch de provinciegrenzen de werking van de brandweerdiensten zullen begrenzen. Uitgangspunt is een gemiddeld gelijke basisbrandweerzorg voor elke burger. De basisbrandweerzorg moet lokaal verankerd zijn. Dit betekent dat ook de inzet van de vrijwilligers gevrijwaard blijft en dat de burgemeesters verantwoordelijkheid behouden bij het uitstippelen van het beleid. Daarnaast steunt de VVSG de verdere uitwerking van het zonale niveau (met rechtspersoonlijkheid) waarbinnen via een versterkt netwerkmodel de verschillende brandweerkorpsen elkaar ondersteunen. De hertekening van de zones wordt bepaald door het risico, de operationaliteit en het schaalvoordeel. Een zone zal bevoegd zijn voor specifieke taken (gespecialiseerde brandweerzorg) zonder de lokale beleidsbevoegdheid volledig over te nemen. De structuur van de huidige hulpverleningszones blijft behouden wordt efficiënter ingevuld, waardoor geen nieuwe en logge beheersstructuur gecreëerd moet worden. De interventietijd (12 minuten) mag geen wettelijk opgelegde norm worden. Het betreft een inspanningsverbintenis en geen resultaatsverbintenis. Het is een werkhypothese waarop de risicoanalyse wordt gebaseerd. De VVSG pleit voor een realistische overgangsperiode om vanuit de huidige werking en middelen te evolueren naar de meest optimale situatie, te bepalen op basis van de resultaten van de risicoanalyse. Hierbij krijgen de minst beschermde gebieden voorrang. We willen een geleidelijke groei om op termijn alle kwaliteitsnormen (interventietijd en personeels- en materieelnormen) te realiseren en uit te werken. Meer dan ooit moet de nadruk liggen op preventiebeleid. Ten slotte moet de hervorming financieel neutraal zijn voor de lokale besturen. Dit kan door een efficiëntere samenwerking op zonaal niveau en door een optimalisering van de bestaande federale middelen, onder meer door een integratie tussen civiele bescherming en brandweer. Verder moeten er via een regeling voor de verplichte brandverzekering nieuwe middelen verzameld worden.
De VVSG blijft aandringen dat de werking en de organisatie van de diensten van de Civiele Bescherming bij de hervormingsvoorstellen worden betrokken. We dringen aan om een integratie van de diensten van de civiele bescherming in de brandweerdiensten in overweging te nemen.
11
050473_PoliceNl_xp
3/10/05
15:38
Page 12
GEPENSIONEERDE POLITIEMENSEN EN HUN LIDGELD NSPV. Wat is nu het nut om mijn lidgeld te betalen ? Door zijn ervaring en zijn rijk verleden is het NSPV de enige (syndicale) vereniging die de gepensioneerde oud-politiemensen en oud-rijkswachters kan verdedigen Gepensioneerden stellen regelmatig vragen over het nut van lid te zijn bij het NSPV. Anderzijds wordt door niet-leden hulp gevraagd voor schrijnende situaties. Plaatselijke afgevaardigden doen een beroep op het NSPV om hulp of inlichtingen te verschaffen aan niet-leden, meestal onder de mom dat het om een nieuw lid in wording is. Hoe pijnlijk en hoe keihard het ook mag klinken, maar daarop kan en mag niet worden ingegaan. Trouwens zou het oneerlijk zijn tegenover de leden die trouw hun lidgeld betalen. In deze rubriek zal ik trachten een duidelijk beeld te scheppen met een antwoord op de altijd maar terugkomende vragen en twijfels over het lidgeld van de gepensioneerden. Ik haast me er onmiddellijk aan toe te voegen dat de overgrote meerderheid wel het belang ervan inzien om aangesloten te zijn en het te blijven.
Hoe het groeide en om het niet te vergeten. In 1934 werd de Verbroedering der Rijkswacht opgericht. Deze is geboren uit de “Federatie van oprust gestelde rijkswachters” en de “Verbroedering Veldtocht 14-18” De nog in dienst zijnde rijkswachters mochten zich ook aansluiten. Niemand had toen het aangedurfd te dromen dat deze verbroedering zou uitgroeien naar een werkelijk syndicaat voor politiepersoneel. De periode tussen de beide oorlogen was gekenmerkt door de strenge beknotting van het verenigen binnen de rijkswacht. Na het welslagen van het 1946 gehouden XIX congres van Syndicaat van de Belgische Politie dacht men in sommige secties van de Verbroedering der Rijkswacht dat er weldra een rijkswacht syndicaat zou opgericht worden. De jaren die daarop volgden werden de regels nog strenger aangeschroefd door bestuursfunctie en zelfs lidmaatschap te verbieden aan actieven. Er kwam zelfs een algemeen spreekverbod waardoor de leden van de rijkswacht monddood gemaakt werden. Door allerlei verdoken acties is er begin de jaren 50 een weddenherziening. Daardoor is de financiële kant wat verbeterd, maar daar tegenover staat dat de 8 uren arbeid per dag niet van toepassing is bij de rijkswacht: 70 – 75 uren per week en in het mobiel Legioen tot 90 uren per week. De verbroedering gaat in het verzet in een soort syndicalisme achter de schermen. In 1955 komen de eerste voorstellen over de pariteit Politie-rijkswacht. Eén van de grote eisen van de verbroedering was de toepassing van de perequatie voor de pensioenen van de rijkswachters, zoals dit werd toegepast bij de andere openbare diensten. Gezien de regering verboden had om de actieven te laten deelnemen aan bestuursfuncties binnen de verbroedering, hadden de gepensioneerden binnen de vereniging in feite vrij spel gekregen. Ze kwamen ermee naar buiten en konden zo hun eisen meer kracht bijzetten voor het verkrijgen van die perequatie. Onder impuls van de verbroedering en na het van kracht worden van de wet van augustus 1962 wordt het “Nationaal Verdedigingscomité van de Staatsgepensioneerden” opgericht. Een poging om in 1964 een syndicaat op te richten stuitte op verzet van de overheid. Gerard en Burguet werden gestraft met militair gevang en werden uit het rijkswachtkorps gezet. De Verbroedering werd dat jaar omgevormd, en in 1965 werd het: “vzw Nationaal Verbond van het Rijkswachtpersoneel”. (maar nog geen syndicaat) Bij K.B. 02/02/1965 werd een commissie van Advies voor het personeel van de rijkswacht
12
050473_PoliceNl_xp
3/10/05
15:38
Page 13
opgericht. Ze bestond toen uit zes afgevaardigden van de regering en 6 personeelsafgevaardigden van het NVRP. De vereniging werd representatief. Uiteindelijk werd op 4 november 1971 de vereniging NVRP omgedoopt tot NSRP. (Nationaal Syndicaat van het Rijkswachtpersoneel). Dat een actief personeelslid van de rijkswacht veertig jaar geleden zich niet zou aangesloten hebben bij het NSPV toen nog NVRP (Nationaal Verbond van het rijkswachtpersoneel) stuitte eerder op onbegrip van zowel de oversten als de collega’s. Het is pas na het congres te Sint Niklaas, in de eerste helft van de jaren 70 dat daar verandering in kwam. Een groep die niet akkoord ging met een gestemde meerderheid verkoos zich van het NSRP af te scheuren en een nieuw, eveneens neutraal syndicaat op te richten. Het syndicaal landschap binnen de toenmalige rijkswacht werd nog meer verscheurd toen een groepje reeds “afgescheurde” zich terug “afscheurden”. “Divide et impera” (Verdeel en heers) De overheid dacht daar ook zo over en maakte gretig gebruik van de “verdeel en heersmethode” Dat alles gepaard gaande, en na een voelbare loonsverbetering met de “pariteit Politie-Rijkswacht” zakte de interesse voor al de syndicaten die de rijkswacht toen rijk was. De problemen van het personeel schenen echter niet weggeëbd te zijn en de acties voor het syndicaal Statuut – maaltijdvergoeding (onder de actienaam “lunchpakket”) - verbetering weekendvergoedingen - werktijden – en andere kwam het NSPV meer en meer in de belangstelling te staan. Toen waren er ook nog de betogingen en allerhande acties voor verbetering en behoud van onze afbrokkelende pensioenen. (In samenwerking met het Nationaal Verdedigingscomité van Gepensioneerden van de Openbare Diensten) Tegen de hervorming van de politiediensten aan werd het Nationaal Syndicaat van het Politie- en Veiligheidspersoneel geboren. De collega’s van de onafhankelijke vakvereniging van de Belgische Politie (NSBP) besloten om het NSPV te vervoegen zodat onze vakvereniging zowel leden van de vroegere rijkswacht als van de vroegere gemeentepolitie in zijn rangen kreeg en kon uitgroeien tot de grootste vakvereniging voor de leden van de politie.. Het NSPV bewees zijn nut, zowel bij de actieve als bij de gepensioneerden !!!
Onze doelstellingen De vereniging heeft tot doel : • het verwekken, het bevorderen en het ontplooien van activiteiten die, rechtstreeks of onrechtstreeks, gericht zijn op de creatie, de vrijwaring en de bestendige verbetering van de beroeps-, de materiële , sociale en morele toestand van zijn leden; • het tot stand brengen van betrekkingen met gelijkaardige verenigingen in België en in andere landen, zonder daarbij, op enige wijze zijn eigenheid of autonomie in het gedrang te brengen. Om haar doeleinde te bereiken kan de vereniging ondermeer : • Stappen doen, in het collectief of persoonlijk belang van zijn leden, bij de overheden die gewoonlijk beslissingen nemen alsmede bij hen die gevoelig zijn aan de bevordering van onze belangen; • Informatievergaderingen, vormingsinitiatieven en stages organiseren, alsmede alle activiteiten die zijn werking kunnen bevorderen; • Alle maatregelen nemen die nodig zouden zijn om te waken over het naleven van alle reglementen of feitelijke situaties in verband met zijn doelstelling.
Is het lidgeld voor een gepensioneerde niet te hoog, vergeleken met dat van een actieve ? Op het eerste zicht lijkt het lidgeld voor de gepensioneerden veel, doch in het licht wat volgt, moet dat standpunt gerelativeerd worden. - Het lidgeld is wettelijk bepaald en bedraagt een percentage berekend op de laagste minimumwedde. Dat komt neer op ongeveer 130 euro per jaar. Het lidgeld van gepensioneerden komt ongeveer op de helft en voor een weduwe is het bedrag nog minder. - De wedde van menig actief lid ligt veel lager dan het laagste pensioenbedrag.
13
050473_PoliceNl_xp
3/10/05
15:38
Page 14
- De voordelen van de leden blijven omzeggens allemaal gelden voor de gepensioneerden: Rechtshulp voornamelijk met de pensioenen en invaliditeit - overlijdensdossier, - overlijdenspremie, - getrouwheidspremie, - geboortepremie (alhoewel niet vanzelfsprekend is blijft kinderen krijgen van alle leeftijden) - Persoonlijke informatie. - De syndicale Echo waarin een speciale rubriek voor de gepensioneerden wordt opgenomen. Er zijn ook nog de plaatselijke uitgaven met informatie waar de gepensioneerden eveneens aan bod komen. - Schriftelijk persoonlijke informatie gestaafd door reglementen, wetteksten, omzendbrieven en andere. - Prijsvermindering voor gepensioneerden leden bij verblijf in het vakantiecentrum “Duinenzicht” - Aanwezigheid van afgevaardigden bij plechtigheden en bij het begeleiden naar de laatste rustplaats van overleden leden. - Wanneer er onderhandelingen zijn die voornamelijk de actieve aangaat, komt men wel eens in het domein van de gepensioneerden. Daar worden zij ook solidair verdedigd. - Mogelijkheid het verzekeringspakket te omschrijven. Voornamelijk is er voor onze gepensioneerden een regeling uitgedokterd voor wat de hospitalisatieverzekering betreft. De leeftijd speelt minder een rol dan bij andere verzekeringsmaatschappijen. - Misschien denkt men dat solidariteit niet meer van deze wereld of niet meer van deze tijd is, maar zonder enige solidariteit wordt onze gehele samenleving onmogelijk. In onze vereniging zit nog een heel stuk solidariteit verweven. - Een jaarlijkse vorming pensioenen speciaal voor de afgevaardigden - Belangrijk zijn de werkzaamheden, onderhandelingen en de nu geplande contacten in verband met de perequatie. Een sluitend dossier werd samen gesteld en is klaar om te exploiteren. (Hier komen we later uitgebreider op terug !)
En als besluit ? Koken kost geld. Dat weet zowat iedere huisvrouw en/of misschien ook de man. Dat een gepensioneerdenwerking binnen het NSPV geld kost is overduidelijk. Daarom lees nog even dit: 1. Voor de leden zijn alle persoonlijke tussenkomsten gratis. 2. De werking gepensioneerden in zijn geheel, de doorgedreven wil en actie’s om het prangend probleem betreffende de perequatie op te lossen en andere zaken hebben uw solidariteit nodig. 3. Uw lidmaatschap is een verzekering voor moeilijke situaties en omstandigheden en een gewaarborgd toezicht op de reglementering en pensioenwetgeving die speciaal betrekking hebben op de NSPV leden. Overtuigd ? Marcel De Loof Nationaal Afgevaardigde Sector Gepensioneerden (N)
Bij diverse plechtigheden werden bloemen neergelegd in naam van het NSPV. Dit gebeurde onder andere te Adegem bij de herdenkingsplechtigheid op het Pools-Canadees kerkhof, te Antwerpen aan het Monument van de Politie en te Sorinnes bij de herdenkingsplechtigheid David Delree.
14
050473_PoliceNl_xp
3/10/05
15:38
Page 15
NECROLOGIE
DENDERMONDE
LUIK
• Mevrouw VAN NIEUWENHUYZE Elza, weduwe van René MAES, geboren te Eksaarde op 12 september 1919 en overleden te Zele op 19 augustus 2005. Rouwadres: E. Maes, Kazernestraat 24 / 7, 9100 Sint-Niklaas.
• Mevrouw ROBERT Léonie, weduwe van Robert HARZIMONT, geboren te Seraing op 31 oktober 1927 en overleden te Huy op 22 mei 2005.
DINANT BRUGGE • De Heer APER Jan, weduwnaar van Anna VANDECRAEN, geboren te Moerbeke op 10 mei 1909 en overleden Knokke-Heist op 16 juni 2005. Rouwadres: Dirk en Astrid De Meulemeester – Aper, Zeedijk 157 / 5.1, 8301 Knokke-Heist. • De Heer ANTHEUNIS Cyriel, weduwnaar van Elza BRACKE, geboren te Kaprijke op 11 december 1913 en overleden te Brugge op 07 juli 2005. Rouwadres: Eddy en Nicole De Stickere – Antheunis, François Pauwelsstraat 5, 8310 Brugge. • De Heer MOMBAERS Jean, weduwnaar van Georgine CLERICK, geboren te Overwinden op 13 juni 1909 en overleden te Blankenberge op 24 juli 2005. Rouwadres: Simonne Mombaers, Lissewegestraat 2, 8370 Blankenberge. • De Heer TOURNOY Franciscus, weduwnaar van Romaine NAASSENS, geboren te Oostende op 16/08/1920 en overleden te Brugge op 21 april 2005. Rouwadres: Jean-Pierre en Nicole Vandewalle – Tournoy, Leenhofweg 5, 8310 Brugge. BRUSSEL • De Heer CLAES Charles, echtgenoot van Elisabeth VANHUMSKERCKEN, geboren te Berchem op 27 december 1907 en overleden te Wolvertem op 29 juli 2005. Rouwadres: Oppemstraat 23, 1861 Wolvertem – Meise. • Mevrouw RAES Léa, echtgenote van Roger DELBEKE, geboren te Schaarbeek op 28 december 1913 en overleden te Schaarbeek op 18 augustus 2005. Rouwadres: Rue au Bois 10, 1950 Kraainem. • De Heer COLLARD Joseph, echtgenoot van Simonne JENAER, geboren te Florennes op 07 juli 1915 en overleden te Vorst op 18 juli 2005. Rouwadres: Avenue Stuart Merril 63, 1190 Bruxelles.
• Mevrouw FEYENS Francine, weduwe van Pierre VANDENBERGHE, geboren te Bourg-Léopold op 08 oktober 1940 en overleden te Charleroi op 27 juli 2005. Rouwadres: Philippe Vandenberghe, Square de Bertransart 10, 6280 Gerpinnes. GENT • De Heer BALLEGEER Roger, echtgenoot van Irma NEIRYNCK, geboren te SintKruis op 02 oktober 1924 en overleden te Gent op 19 juli 2005. Rouwadres: Flanelstraat 8, 9030 Mariakerke. • De Heer VAN MULDERS Jan, echtgenoot van Gilberta MARCLE, geboren te Sint-Ulriks-Kapelle op 04 juni 1928 en overleden te Gent op 18 juli 2005. Rouwadres: Treurwilgenstraat 26, 9030 Mariakerke. • Mevrouw RYCKAERT Anna, echtgenote van Medard VAN RENTERGHEM, geboren te Bassevelde op 04 april en overleden te Gent op 02 augustus 2005. Rouwadres: Koning Albertstraat 7 / 14, 9968 Oosteeklo.
• De Heer Guy GOFFART, geboren te Terwagne op 07 maart 1943 en overleden op 09 september 2005. Rouwadres: Nadine Goffart, Rue Principale 7 à 4560 Terwagne. Steeds blijgezind met met grote inzet was Guy afgevaardigde voor het NSPV sector oprustgestelden in de Provincie Luik. NAMEN • Mevrouw DEFOIN Emilie, weduwe van Lucien MALDRIE, geboren te Thy-leBaudoin op 21 april 1923 en overleden te Saint-Servais / Namur op 08 juli 2005. TURNHOUT • De Heer VAN GILS Adrianus, echtgenoot van Marie-Louise KRIJNEN, geboren te Baarle-Nassau (NL) op 04 januari 1929 en overleden te Turnhout op 29 juli 2005. Rouwadres: Merodecenter 33 bus 4, 2300 Turnhout. VERVIERS • De Heer MULLER Gilbert, echtgenoot van Marie-Jeanne DEMELENNE, geboren te Ortho op 20 februari 1950 en overleden te Malmedy op 06 augustus 2005. Rouwadres: Route de Saint Vith 23, 4960 Malmedy.
HASSELT • De Heer AERTS Edy, echtgenoot van Emilienne GIELEN, geboren te Tessenderlo op 03 april 1947 en overleden te Paal op 12 juli 2005. Rouwadres: Patersveld 28, 3583 Paal. • De Heer TUYLS Pierre, geboren te Tongeren op 30 december 1936 en overleden te Hasselt op 29 juli 2005. Rouwadres: Pierette TUYLS, Hollandsveldlaan 42, 3500 Hasselt. LEUVEN • De Heer STAS Eugeen, weduwnaar van Marcelina CLAES, geboren te Meensel Kiezegem op 20 april 1916 en overleden te Meensel - Kiezegem op 01 juli 2005. Rouwadres: Simonne Stas, Statiestraat 89, 3391 Meensel - Kiezegem.
Nu wordt het stil Nu wordt het stil. Wij moeten verder, de wereld gaat gewoon zijn gang maar niet voor ons, de zon schijnt bleker de nachten duren veel te lang. Je plaats is leeg maar niemand zal er doen alsof jij niet bestaat. We zien je niet maar toch : je bent er omdat zo veel nog van je praat : de lege stoel, je dichte boeken en de verhalen die er gaan. Je hoort bij ons waar je ook heen gaat, bij ons blijf je voorgoed bestaan.
ONZE BLIJKEN VAN DEELNEMING AAN ALLEN DIE BETROKKEN ZIJN BIJ DEZE DROEVE GEBEURTENISSEN 15
050473_PoliceNl_xp
3/10/05
15:38
Page 16
D N E K E E W H C S I M O N O R T S GA Van vrijdag 11 november ’05 tot zondag 13 november ‘05
Ons team verzorgt uw weekendverblijf, incl. hotelservice.
Vakantiestraat 3, 8434 WESTENDE Tél. 058/222.100 - Fax 058/222.101 http://www.duinenzicht.be
Gastronomisch Menu Getruffeerde Ganzenlever en haar Lauw Zoet Luxebroodje ❊❊❊ Kuikendijtje met Oude Wijnazijn Trilogie van Groentjes Geglaceerd met Mandarijntjes ❊❊❊ Sorbet met Whisky-Likeur ❊❊❊ Reedijen met Opperjagersaus en haar Herfstige Garnering Puree van Kastanjes en Selderij Amandine Aardappeltjes ❊❊❊ Met Armagnac gevulde Brie en zijn Rozijnen-noten Broodje
U geniet van : • Het ontbijt op zaterdag en zondag • De gastronomische menu, klaargemaakt door onze nieuwe Chef Michel, op zaterdag
F E I R A T 153 Euro per persoon kind < 12 jaar = 87,50 Euro/persoon kind <6 jaar = 79,25 Euro/persoon Dit tarief omvat • 2 overnachtingen (incl. hotelservice) • ontbijtbuffet op zaterdag & zondag • gastronomische menu op zaterdag (wijnen niet inbegrepen)