Dyslexieprotocol Mollerlyceum
!
!
(Laatste bijstelling: 11 december 2014)
Inleiding Albert Einstein, Leonardo da Vinci, Walt Disney en zo kun je nog wel even doorgaan: de dyslect is in goed gezelschap! Dyslexie staat topprestaties zeker niet in de weg, maar een beetje ondersteuning bij deze leerbelemmering kan uiteraard geen kwaad. In dit protocol leggen we graag uit hoe we die ondersteuning op het Mollerlyceum en de ZoomMAVO concreet invullen.
Uitgangspunten Mollerlyceum en ZoomMAVO sluiten aan bij de landelijke definitie van dyslexie. We onderscheiden daarbij twee groepen: • leerlingen bij wie al op de basisschool dyslexie is gesignaleerd en die beschikken over een dyslexieverklaring; • leerlingen die nog geen ‘dyslexieverklaring’ hebben. Van de eerste groep bewaren wij de dyslexieverklaring en bijbehorende informatie in het leerling-dossier. Wanneer een dyslexieverklaring is afgegeven, geldt deze voor de gehele schoolloopbaan, dat wil zeggen tot en met het schoolexamen.
Voor het schoolexamen gelden de maatregelen die op onze dyslexiekaart staan. Onder ‘Werkwijze’ wordt de dyslexiekaart verder uitgelegd.
Voor het centraal schriftelijk eindexamen is de school gebonden aan de regels van het ministerie van onderwijs. Dit houdt in dat alleen een leerling met een geldige dyslexieverklaring (voorzien van een orthopedagogisch rapport) faciliteiten krijgt. De secretaris van de eindexamencommissie meldt dit tijdig bij de inspectie. Mentoren geven informatie aan de ouders van de tweede groep: leerlingen die nog geen dyslexieverklaring hebben maar van wie vakdocenten vermoeden dat er sprake is van dyslexie. De ouders van deze leerlingen worden doorverwezen naar een psycholoog en/ of onderwijskundig bureau. Daar kan men een uitgebreid diagnostisch onderzoek doen. De kosten van dit onderzoek zijn voor rekening van de ouders. Onze school biedt leerlingen met een dyslexieverklaring de mogelijkheden om een diploma te behalen dat aansluit bij hun capaciteiten. Daarbij richten we ons op de volgende aspecten: • vergroten van de functionele lees- en schrijfvaardigheid, zo nodig met (ICT-) hulpmiddelen; • leren omgaan met dyslexie als leerbelemmering en in dit verband leren opkomen voor de eigen belangen; • leren hoe je als dyslect succesvol kunt zijn in de maatschappij, dyslexie hoeft topprestaties immers niet in de weg te staan; • rekening houden met dyslexie door de betreffende leerlingen remediërende, compenserende en dispenserende maatregelen aan te bieden.
2
De school faciliteert en stimuleert leerlingen in de eerste plaats om zelf oplossingen te vinden. Dit bevordert de motivatie en verhoogt de mate van succes, ook in de periode na de middelbare school. Dan wordt er immers meestal minder rekening gehouden met dyslexie. Bij de begeleiding is de (behoefte van de) individuele leerling voortdurend het uitgangspunt. Goede begeleiding is een verantwoordelijkheid van iedereen binnen de school. Wij willen graag de juiste zorg aanbieden en ook kunnen garanderen dat de leerling voor alle faciliteiten in aanmerking komt. Daarom is het noodzakelijk dat naast de dyslexieverklaring ook het orthopedagogisch rapport op school beschikbaar is. Om belangrijke zaken uit dit rapport in het leerlingvolgsysteem van Magister op te kunnen nemen is toestemming van de ouders nodig.
Werkwijze De begeleiding die de dyslectische leerling gedurende de schoolloopbaan ontvangt, betreft een algemeen aanbod waarbinnen zo veel mogelijk maatwerk wordt geleverd, gebaseerd op de adviezen in het persoonlijke onderzoeksverslag. Alle leerlingen die in Magister officieel geregistreerd staan als dyslectisch volgen de ondersteuningslessen. Alleen ouders kunnen schriftelijk aangeven dat begeleiding niet gewenst is.
Gedurende het eerste leerjaar krijgen leerlingen met een dyslexieverklaring minimaal tweewekelijks één lesuur per week begeleiding van de externe dyslexiecoach. Dit gebeurt in een kleine groep. Tijdens deze begeleidingsuren wordt o.a. kennisgemaakt met het programma Kurzweil (audio-ondersteuning). Ouders dragen bij keuze voor deze vorm van ondersteuning zelf de kosten voor een laptop en het kurzweilmateriaal. Toetsen met Kurzweil worden door de docent als Word- of PDFbestand op USB-stick aangeleverd of kunnen gescand worden. Deze toetsen worden op school afgenomen.
In het tweede leerjaar wordt de begeleiding voortgezet, maar heeft het meer het karakter van een maatwerktraject. In de leerjaren daarna kan een dyslectische leerling op aanvraag ondersteuning krijgen van de dyslexiecoach als de situatie daarom vraagt.
Standaard worden op school toetsen aangeleverd in Arial 12. Dit is een vergroot lettertype en daarom voor dyslectische leerlingen prettiger leesbaar.
Om aanspraak te kunnen maken op faciliteiten kan worden vereist dat de noodzaak hiervoor is vastgelegd in een orthopedagogisch rapport bij de dyslexieverklaring. De school bepaalt uiteindelijk welke faciliteiten noodzakelijk zijn en vervolgens kunnen worden ingezet.
Leerlingen met een dyslexieverklaring ontvangen van de dyslexiecoach een zogenaamde dyslexiekaart (zie bijlage). Op deze kaart worden de verschillende faciliteiten vermeld waarvoor een kind in aanmerking kan komen.
3
De dyslexiekaart is gericht op het individu, daarom heeft elk kind een persoonlijke ( groene ) dyslexiekaart. De leerling geeft op toetsen met een D aan dat hij/zij een dyslexieverklaring heeft en kan dit bewijzen door de groene kaart te tonen aan de docent.. De dyslexiekaart vermeldt de volgende compenserende en dispenserende maatregelen: • Recht op extra toetstijd.
Als toetsen zodanig zijn opgezet dat deze binnen de gestelde tijd te maken moeten zijn en het materiaal wordt duidelijk en overzichtelijk aangeboden, zal extra tijd meestal niet nodig zijn. De wetenschap echter dat gebruik gemaakt kan worden van extra tijd, heeft vaak tot effect dat de leerling rustiger en geconcentreerder aan het werk gaat. Er wordt voorzien in een werkplek waar de dyslectische leerling de gelegenheid kan krijgen zijn werk af te maken.
De extra tijd (20% is het uitgangspunt) kan op verschillende manieren worden verleend: o de leerling mag na de les (in de pauze of het eind van de dag) langer doorwerken; o de toets duurt korter dan een lesuur en waar klasgenoten hun werk eerder inleveren, kunnen de dyslectische leerlingen nog doorwerken tot het einde van de reguliere lestijd; o er wordt vooraf aangeven welke opgaven leerlingen met dyslexie niet hoeven te maken (uitgangspunt is 20% van de opgaven). • Aangepaste beoordeling van schriftelijk werk.
Afhankelijk van het vak en het type toetsing, worden spelfouten niet meegerekend of wordt de puntenaftrek voor spellingfouten gemaximeerd. • Incidentele mondelinge herkansing of toetsing in overleg met de docent. • Gebruik van hulpmiddelen als woordenboek en pc. • Langere teksten meelezen via de computer (bijv. Kurzweil). • Overnemen van aantekeningen en ander schriftelijk materiaal. • Gebruiken van geluidsbronnen (auditieve ondersteuning) bij lezen van boeken en andere teksten. Daarnaast zijn er afhankelijk van de adviezen in het onderzoeksverslag nog aanvullende maatregelen mogelijk. Deze kunnen in overleg met de dyslexiecoach worden genomen. Voor het centraal schriftelijk eindexamen is de school gebonden aan de regels van het ministerie van onderwijs. Dat betekent dat alleen leerlingen met een geldige dyslexieverklaring faciliteiten krijgen. De gangbare aanpassingen voor dyslectische kandidaten betreffen verklanking (voorlezen van teksten), een geschikte lettergrootte (Arial 12) en extra tijd (maximaal een half uur).
4
Dyslexiekaart
Bijlage: Dyslexiekaart Naam leerling:
……………………………
Geboortedatum: ……………………………
Klas:
……………..
X Extra tijd voor toetsen (Als alternatief voor extra tijd kan worden afgesproken welke onderdelen niet gemaakt hoeven worden)
X Indien mogelijk mondeling overhoren
X Mondeling laten afmaken / toelichten
X Dyslexiefouten worden niet gerekend Op de achterzijde van deze kaart staan faciliteiten die verleend kunnen worden aan (Woorden die in hetzelfde proefwerk wel goed geschreven staan, woorden die qua klank wel leerlingen met een dyslexieverklaring. kloppen, omkeringen, herhalingsfouten en fouten in routinewoorden)
Het recht op het verkrijgen van faciliteiten vervalt wanneer blijkt dat: X Spelfouten worden niet aangestreept
∼ de leerling er misbruik van maakt; (Deze regel geldt voor werken die niet primair ∼ de leerling een onvoldoende bedoeld zijn om spelling te toetsen; dit kan werkhouding of motivatie laat zien bij dus alleen bij niet-taalvakken aan de orde onderwijsactiviteiten. zijn)
Akkoord leerling: ……………………………
X Maximaal twee punten aftrek voor spelfouten
(Deze maatregel slaat voornamelijk op stelopdrachten)
Akkoord ouder/verzorger: …………………
X Niet (onvoorbereid) voorlezen in de klas X Toetsen worden in een groter, duidelijk lettertype (Arial 12) aangeleverd
Akkoord dyslexiecoach: ……………………
X Computergebruik en gebruik van Kurzweil 3000 worden toegestaan.
5