D E
M E E N T
N R A A M
Dyslexiebeleid van Openbare basisschool voor Daltononderwijs
De Meent
Inhoud 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 11.
Inleiding...................................................................................................................................... 1 Wat is dyslexie ........................................................................................................................... 1 Van signaleren tot individueel handelingsplan: de procedures binnen de school ........................ 2 Basis/hulpmiddelen in de school: ............................................................................................... 2 Hulp en aanpak in de klas .......................................................................................................... 2 Het individuele handelingsplan en het dossier en de rol van de IB-er en RT-er .......................... 3 Wanneer een extern onderzoek, wie is verantwoordelijk voor een dyslexie-verklaring? ............. 3 De rol van de ouders .................................................................................................................. 4 Professionalisering ..................................................................................................................... 4 Naar het VO ............................................................................................................................... 4 Schoolafspraken: Hoe kijken we aan tegen een kind met dyslexie ............................................. 4
1.
Inleiding
In onze schoolgids is beschreven dat we ieder kind de begeleiding willen geven wat past bij zijn of haar totale ontwikkeling. In ons zorgplan is beschreven hoe we in het algemeen omgaan met kinderen die extra of andere begeleiding nodig hebben. In deze aanvulling willen we aangeven wat dat betekent voor kinderen die veel moeite hebben met spelling en/of lezen. Dit zijn kinderen waarbij mogelijk sprake is van dyslexie. Los van het feit of er sprake is van dyslexie willen we als school laten zien wat we doen aan signalering en hulp. Wanneer er bij kinderen dyslexie is vast gesteld, hebben we daarover bepaalde afspraken gemaakt. Wanneer we praten over kinderen met dyslexie bedoelen we ook de kinderen met ernstige lees- en of spellingsproblemen
2.
Wat is dyslexie
Het verschijnsel dyslexie werd al meer dan honderd jaar geleden voor het eerst beschreven en wordt nog steeds door verschillende wetenschappers onder¬zocht. Bij de neurologen gaat het om onderzoek naar oorzaken van dyslexie op lichamelijk gebied, zoals hersenstructuur en erfelijkheid. De neuropsychologen onderzoeken hersenactiviteiten, zoals het samen¬werken van de linker- en rechterhelft van de hersenen. De leertheoretici bestuderen vooral de kenmerken van het lezen en spellen. Er zijn ook diverse alternatieve theorieën over dyslexie. Er is nog vaak veel onbegrip rond dyslexie. Om te kunnen vaststellen of een kind dyslectisch is moet duidelijk zijn wat we hieronder verstaan. Onze school gaat uit van de wetenschappelijke afspraken hierover door de Stichting Dyslexie Nederland. Wij nemen daarom aan dat een dyslecticus altijd problemen heeft met: -De verwerking van de lettertekens en van de klanken. -Moeite en problemen heeft bij het leren lezen, spellen en sommige andere 'schoolse' zaken (bijv. tafels en topografie). -Het geautomatiseerd toepassen van die kennis bij lezen, spellen en soms ook hoofdrekenen. -Het tempo, de complexe taken en de concentratie bij lezen en spellen en soms ook bij andere vakken. -De problemen op lees en/of spellingsgebied zijn hardnekkig. Gebleken is dat kinderen met (ernstige) lees en/of spelling problemen ook in bepaalde mate op sociaal-emotioneel gebied problemen kunnen hebben of ervaren. Wanneer er problemen zijn op het gebied van lezen en spellen hoeft een kind dus niet altijd dyslectisch te zijn. Ook andere oorzaken zijn mogelijk. Bijvoorbeeld: -Het kind leert over het algemeen erg moeilijk. -Er is onvoldoende aandacht besteed aan bepaalde (leer-)problemen. -Het kind heeft een periode geen (goed) onderwijs genoten door welke oorzaak dan ook. -Het kind heeft andere problemen of zorgen.
1
3. Van signaleren tot individueel handelingsplan: de procedures binnen de school Om negatieve leerervaringen te voorkomen is een vroegtijdige signalering van belang. Op school werken we met een toetskalender voor de groepen 1 t/m 8. Hierop wordt in kaart gebracht op welke momenten we kinderen toetsen/observeren. Dit, en wat de leerkracht in zijn eigen groep signaleert, is de basis voor onze signalering. Op school zijn duidelijke afspraken over het maken van en werken met handelingsplannen (zie zorgplan). Bij een hulpvraag kunnen ook externen worden gevraagd om advies en hulp. Te denken valt aan logopediste/Samenwerkingsverband/Giralis
4.
Basis/hulpmiddelen in de school
Reguliere methoden, speciale methoden, didactische en compenserende hulpmiddelen. Naast de methodes die we gebruiken, is de school in bezit van remediërende middelen die we gebruiken bij kinderen met dyslexie. Ook bevatten een aantal methodes software (leerstof wordt auditief aangeboden ) die we inzetten bij kinderen met dyslexie. Kinderen die baat hebben bij het aanbieden van gesproken teksten, krijgen de gelegenheid om te werken met een daisy-speler. Daarnaast werken we vanaf groep 4/5 met een afsprakenkaart. Daarop staan afspraken met betrekking tot hulpmiddelen die een kind gebruikt, of vakken waarbij extra hulp/tijd wordt geboden.
5.
Hulp en aanpak in de klas
Wanneer je in je groep kinderen hebt met spellings- en of leesproblemen stel je voor deze kinderen een handelingsplan of. Daarnaast kan je hulp vragen van de IB-er/RTer. Wanneer je merkt dat de lees en/of spellingsproblemen hardnekkig zijn, dat wil zeggen dat hulp in de groep/RT-er weinig vooruitgang geven, kan het zijn dat je te maken hebt met een kind met dyslexie. Extra hulp zal dyslexie niet verhelpen, maar is erg belangrijk; dit omdat deze kinderen veel herhaling/extra uitleg nodig hebben. In overleg met IB-er/ouders kan besloten worden een dyslexieonderzoek af te nemen Het accepteren van de problemen van de dyslecticus/zwakke lezer-speller vormt de basis voor elk handelingsplan. Deze kinderen blijven immers altijd op de een of andere manier moeite houden met onderdelen van de schoolvakken. Het is heel belangrijk dat het kind en de omgeving weten, dat het kind bepaalde problemen heeft als gevolg van dyslexie. Kinderen met lees en/of spellingsproblemen moeten dus extra oefenen. Wanneer intensieve begeleiding niet het gewenste resultaat geeft, maken we gebruik van hulpmiddelen. Welke hulpmiddel werkt, is verschillend per kind en moet samen met het kind systematisch worden uitgeprobeerd. Belangrijk is om ook de ouders te informeren dat we kinderen extra laten oefenen en dat we hulpmiddelen inzetten.
2
Dit wordt door de leerkracht vastgelegd door middel van een afsprakenkaart. (vanaf groep 4/5, afhankelijk van de hoeveelheid en aard van de hulpmiddelen) Het gaat hierbij om compenserende middelen (tafelkaart, leesmaatje) en discompenserende middelen (minder werk, meer tijd, op een andere tijd iets maken) Op deze afsprakenkaart staat welke hulpmiddelen/afspraken gelden voor het kind. Deze kaart wordt elk half jaar geëvalueerd en eventueel aangepast, en gaat met het kind mee naar de volgende groep. In het rapport wordt aangegeven wanneer en welke hulpmiddelen gebruikt zijn bij bepaalde methode- en CITO toetsen.
6.
Het individuele handelingsplan en het dossier en de rol van de IB-er en RT-er
Iedere leerling heeft een eigen dossier. Hierin worden in de loop van de jaren alle gegevens verzameld aangaande dyslexie. Dat zijn in ieder geval: -screeningslijst groep 2 -logopedische verslagen -onderzoeksgegevens -verslagen besprekingen -handelingsplannen De CITO gegevens van de (leer-)vorderingen worden, gelijk aan alle andere kinderen, twee keer per jaar in het leerlingvolgsysteem van de school verwerkt. Handelingsplannen worden door de leerkracht met ouders besproken. Vier maal per jaar is er met de IB-er en de leerkracht een leerlingbespreking. Gaat het om kinderen met dyslexie vinden mogelijk deze gesprekken tussen leerkrachten en IB-er vaker plaats. Heeft de leerkracht hulp nodig bij het opstellen van handelingsplannen of de uitvoer ervan, dan kan hij de RT-er om hulp vragen. In het rapport maken we melding van de gebruikte hulpmiddelen.
7.
Wanneer een extern onderzoek, wie is verantwoordelijk voor een dyslexieverklaring?
Een dyslexieverklaring heeft voor de school t/m groep 7 eigenlijk geen meerwaarde omdat elk kind dat moeite heeft met lezen en/of spelling geholpen moet worden. Voor het kind/ouders kan het hebben van een dyslexieverklaring wel belangrijk zijn. Dyslexie is immers iets waar je niets aan kan doen, en geeft aan dat je zeker niet dom bent. Met een dyslexieverklaring heeft het probleem een naam, waar je mee verder kunt. Voor de sociaal emotionele ontwikkeling kan het hebben van een verklaring dus wel belangrijk zijn. Ook kunnen deze kinderen via de zorgverzekering in veel gevallen een daisy speler vergoed krijgen. Aan de ander kant moeten we alert zijn op het etiket ‘dyslexie’. Een etiket mag nooit een reden zijn om te denken dat er nu niets meer hoeft te gebeuren! Een tweede gevaar van een etiket is dat er andere problemen over het hoofd gezien kunnen worden. Een dyslexieverklaring is zeker zinvol voor het voortgezet onderwijs.
3
Voor de CITO entree- en eindtoets is een dyslexieverklaring niet noodzakelijk.. Kinderen krijgen in overleg met RT-er/IB-er/ouders de toets voorgelezen (middels daisyspeler). Ook krijgen ze meer tijd voor het maken van toetsen. Ouders kunnen zelf bij het vermoeden van dyslexie een dyslexieverklaring aanvragen Een dyslexieverklaring wordt opgesteld door een dyslexiedeskundige die in staat is om de diagnose dyslexie te stellen. In de dyslexieverklaring staat dat er bij het kind de diagnose dyslexie is gesteld. Deze verklaring geeft meestal duidelijkheid en emotionele rust bij kind en ouders. Een dyslexieverklaring blijft altijd geldig en verjaart niet. Dyslexiebehandeling wordt veelal vergoed door de zorgverzekering. Vergoeding van behandeling is voor 2010 voor alle kinderen die zeven, acht of negen jaar oud zijn. Elk jaar zal deze leeftijd een jaar verhoogd worden, zodat in 2013 voor alle kinderen van de basisschool een vergoeding geldt. Het moet dan wel gaan om ernstige, enkelvoudige dyslexie, waarbij de school kan aantonen wat zij hebben gedaan met dit kind, vastgelegd in handelingsplannen. Daaruit moet blijken dat met intensieve hulp van minimaal een half jaar de vooruitgang minimaal is
8.
De rol van de ouders
Voor ouders is het belangrijk dat zij op de hoogte worden gehouden van de ontwikkeling van hun kind. De oudermomenten zoals de geplande 10 minutenavonden zijn mogelijk niet genoeg. Dit omdat we naast de lees- en spellingsproblemen, alert moeten zijn, en blijven met de gevolgen van de dyslexie op het kind. Bedoeld wordt o.a. de motivatie, de werkhouding en de vorderingen van het kind. Ook is de thuissituatie van belang; hoe gaan ouders om met de dyslexie/problemen van het kind. Belangrijk is dan dat er frequenter contact is.
9.
Professionalisering
Als school en leerkracht zorgen we dat we bij blijven op het gebied van de ontwikkeling van lees- en spellingsproblemen/dyslexie. Dit doen we door vaktijdschriften te lezen. De RT-er en IB-er scholen zich wanneer er ontwikkelingen zijn en geven dit door middel van een teambijeenkomst door aan de leerkrachten.
10. Naar het VO Naast de CITO gegevens sturen we ook de laatste afsprakenkaart mee, zodat de middelbare school waar het kind heen gaat, zicht heeft op de gebruikte hulpmiddelen Voor een goede overdracht zou het goed zijn om een overzicht/verslag mee te sturen van de zorg/hulp die het kind heeft ontvangen.
11. Schoolafspraken: Hoe kijken we aan tegen een kind met dyslexie Een kind met dyslexie/lees en -spellingsproblemen heeft extra hulp en aandacht nodig. Kort samengevat doen we dat op de volgende manieren. - Vergroten van eigenwaarde en zelfvertrouwen: - Het zelfvertrouwen actief vergroten bij schoolwerk, en in gesprekken met kinderen praten over wat de leerling goed op school en daarbuiten kan.
4
-
Werken aan een goede werkhouding. Het kind zal in veel gevallen veel/vaker de leerstof moeten oefenen Aantal goed aangeven i.p.v. aantal fout Klassengesprek over dyslexie (boek voorlezen zoals "De smoezenkampioen" van Carry Slee - www.boektoppers.nl) Bij beoordelingen rekening houden met de problematiek (moeite automatisering) Dus beoordelen op wat geoefend/geleerd is Motivatie en betrokkenheid bevorderen, door o.a. zorgen voor voldoende afwisseling Zelfstandigheid. Hoe kan het kind zelf omgaan met de problemen die hij tegenkomt. Welke hulp kan hij/zij verwachten van de leerkracht? Wat kan hij zelf oplossen (vb; spelling-spiekboek, werken op computer met spellingscontrole) Wanneer kan hij hulp van medeleerlingen verwachten, of juist vragen?
Danielle Brinkhuis juni 2010
5