Briefrapportage
DWARSDIJK 2, 7052 CR, HALLE, GEMEENTE BRONCKHORST
Zelhem
: juni 2013
Rapportnummer Projectnummer
: 1310 : 2108
Opdrachtgever Contactpersoon
: Van Westreenen : Dhr. G. Navis
Locatie
: Dwarsdijk 2 7025 CR Halle Gemeente Bronckhorst
Opdrachtnemer
: Stichting Staring Advies Dr. Grashuisstraat 8 7021 CL Zelhem T 0314 641910 F 0314 641909
[email protected] www.staringadvies.nl
Auteur(s)
: Dhr. S.J.J. Wamelink
Stichting Staring Advies
|
1
1
Inleiding en doel
VanWestreenen is betrokken bij de plannen om aan de Dwarsdijk te Halle een melkveestal te vergroten. Voordat deze ruimtelijke ingreep mag plaatsvinden, dient eerst een onderzoek te worden uitgevoerd in het kader van de Flora- en faunawet, de Natuurbeschermingswet 1998 en eventueel andere geldende natuurregelgeving. Voorliggend onderzoek betreft de update / aanvulling van een, door Staring Advies uitgevoerde, quickscan natuurtoets uit 2007. Dit onderzoek uit 2007 is uitgevoerd in het kader van de voorgestelde plannen om hier een kavel in te richten als bouwlocatie voor een tweetal ligboxenstallen en een bedrijfswoning. Het in juni 2013 onderzochte plangebied bevindt zich direct grenzend aan de reeds aanwezige bouwwerken. In dit briefrapport zijn op basis van een gebiedsanalyse, beschikbare soortgegevens en een eenmalige veldverkenning, uitspraken gedaan over de mogelijke aanwezigheid van beschermde planten en dieren in het plangebied. Het veldbezoek heeft, door het eenmalige karakter, nadrukkelijk niet de status van een volledige veldinventarisatie. Deze quickscan is uitgevoerd op basis van de momenteel geldende uitwerking en interpretatie van beleid en wetgeving.
2
Gebiedsbeschrijving en geplande ingreep
Figuur 1. Ligging plangebied (kaart: Atlas Gelderland, bewerking SA).
De plannen worden gerealiseerd in het buitengebied van de Gemeente Bronckhorst ten oosten van de bebouwde kom van Zelhem en ten noordwesten van de kern Halle: zie figuren 1 en 2. De
Stichting STARING ADVIES
|
2
directe omgeving van het plangebied wordt bepaald door aangrenzende ligboxenstallen en grootschalige landbouwpercelen met verspreide (agrarische) bebouwing.
Figuur 2. Luchtfoto plangebied (luchtfoto: Atlas Gelderland, bewerking SA).
3
Gebiedsbescherming
Bij gebiedsbescherming is er onderscheid gemaakt tussen de Natuurbeschermingswet 1998 en de Ecologische Hoofdstructuur (EHS). In de Natuurbeschermingswet 1998 worden Natura 2000gebieden en beschermde Natuurmonumenten beschermd. De EHS is niet opgenomen in de natuurwetgeving, maar dient bij de planologische afweging te worden meegenomen. Het plangebied ligt niet in een gebied dat is aangewezen in het kader van de Natuurbeschermingwet 1998. Het dichtstbijzijnde beschermde gebied betreft het Natura 2000gebied “Stelkampsveld” en ligt op ongeveer 12 kilometer afstand van het plangebied. Gezien de grote afstand, de locatie van het plangebied in een open agrarisch gebied met intensief beheerde en bewerkte landbouwpercelen, zijn er geen negatieve effecten te verwachten op dit beschermde gebied. Het plangebied ligt bovendien niet in de EHS. Het dichtstbijzijnde gebied dat onderdeel uitmaakt van de EHS, ligt op ongeveer 750 meter afstand van het plangebied. Het betreft het gebied Obbinkmark, een stuk stuifzandgebied met voornamelijk naaldhout en landbouwpercelen gelegen ten oosten van de kern Zelhem. Gezien de afstand, tussengelegen agrarische percelen en de aard van de beoogde plannen, zijn geen negatieve effecten te verwachten op de EHS.
Stichting STARING ADVIES
|
3
4
Soortenbescherming
Soortenbescherming is altijd van toepassing. In Nederland is de bescherming van soorten opgenomen in de Flora- en faunawet. De Flora- en faunawet is gericht op het duurzaam in stand houden van soorten in hun natuurlijk leefgebied. Als een ruimtelijke ingreep rechtstreeks kan leiden tot verstoring of vernietiging van bepaalde beschermde soorten of hun leefgebied, kan het project in strijd zijn met de Flora- en faunawet. Voor het beoordelen van de doorwerking van het aspect soortenbescherming moet worden nagegaan of het plangebied beschermde soorten (zowel planten als dieren) herbergt. De mogelijke negatieve effecten van de ingreep op betreffende soorten moeten worden beschreven. De quickscan is gebaseerd op een biotoopinschatting door een ecoloog van Staring Advies. Bij het opstellen van de quickscan natuurtoets is verder gebruik gemaakt van (actuele) gegevens uit de databank van Stichting Staring Advies (KISAL), atlasgegevens uit diverse en relevante verspreidingsatlassen (zie tabel 1) en diverse websites die de meest recente informatie verschaffen omtrent de verspreiding van soorten (zie tabel 2). Voor het plangebied zijn de volgende verspreidings-atlassen geraadpleegd: A. A TLAS VAN DE FLORA VAN O OST-GELDERLAND B . ATLAS VAN N EDERLANDSE B ROEDVOGELS C . D IGITALE ZOOGDIERATLAS VAN DE Z OOGDIERVERENIGING VZZ D . ATLAS REPTIELEN EN AMFIBIEËN IN GELDERLAND 1985 – 2005 E . A TLAS VAN DE N EDERLANDSE ZOETWATERVISSEN F. D E DAGVLINDERS VAN N EDERLAND G . D E N EDERLANDSE LIBELLEN Tabel 1. Overzicht geraadpleegde literatuur.
Voor het plangebied zijn de volgende websites geraadpleegd: A. WWW . EIS - NEDERLAND . NL B . WWW . RAVON . NL C . WWW . VLINDERNET. NL D . WWW . ZOOGDIERATLAS . NL E . WWW . LIBELLENNET. NL Tabel 2. Overzicht geraadpleegde websites.
4.1
Resultaten
1. KISAL In de natuurdatabank KISAL zijn geen waarnemingen aangetroffen beschermde soorten in het plangebied (zie figuur 3). Er zijn een aantal waarnemingen van beschermde soorten gevonden in de omgeving van het plangebied. Het betreft waarnemingen van flora, vogels, reptielen en amfibieën. De volgende beschermde soorten zijn waargenomen:
Stichting STARING ADVIES
|
4
• FLORA- EN FAUNAWET, TABEL 2 (MATIG BESCHERMD): LEVENDBARENDE HAGEDIS EN WILDE GAGEL. • FLORA- EN FAUNAWET, TABEL 3 (STRENG BESCHERMD): BOOMKIKKER, KAMSALAMANDER EN RUGSTREEPPAD . • FLORA- EN FAUNAWET, TABEL VOGELS (STRENG BESCHERMD): BOOMVALK , BUIZERD, GRASMUS , GRUTTO , KIEVIT , KWARTEL, SCHOLEKSTER , STEENUIL, TORENVALK EN VELDLEEUWERIK . Tijdens de veldverkenning wordt een inschatting gemaakt of bovenstaande beschermde soorten voor kunnen komen in het plangebied.
2. Verspreidingsatlassen Flora De Atlas van de Flora van Oost-Gelderland geeft, voor het kilometerhok waarbinnen het plangebied zich bevindt (226-447), de aanwezigheid van de volgende beschermde plantensoort weer: • FLORA- EN FAUNAWET, TABEL 2 (MATIG BESCHERMD): WILDE GAGEL. Tijdens de veldverkenning op 26 juni 2013 is een inschatting gemaakt of bovenstaande en andere beschermde plantensoorten voor kunnen komen in het plangebied en de directe omgeving. DE WILDE GAGEL EN OVERIGE BESCHERMDE PLANTENSOORTEN WORDEN NIET IN HET PLANGEBIED DE SAMENSTELLING VAN DE
VERWACHT DOOR HET ONTBREKEN VAN GESCHIKTE GROEIPLAATSEN .
AANGETROFFEN FLORA EN VEGETATIE EN DE DAARVAN AFGELEIDE INSCHATTING VAN DE VOEDSELRIJKDOM EN BODEMGESTELDHEID BEVESTIGEN DIT .
Broedvogels Raadpleging van de Atlas van Nederlandse Broedvogels van SOVON vogelonderzoek Nederland heeft voor de omgeving van het plangebied het voorkomen van een aantal broedvogels aangetoond. Een deel van de vogelsoorten kunnen een territorium bezetten in het plangebied of in de directe omgeving hiervan, waardoor ze gebruik kunnen maken van het plangebied. Het betreft hier vooral soorten van het agrarisch gebied en algemene vogelsoorten van bos en struweel. Naast algemene soorten als houtduif, merel en kievit zijn er een aantal Rode Lijstsoorten aangetroffen in het betreffende atlasblok. Het betreft de volgende soorten: • FLORA- EN FAUNAWET, TABEL VOGELS (STRENG BESCHERMD): BOERENZWALUW , GRUTTO, HUISZWALUW , KNEU , PATRIJS , RINGMUS EN VELDLEEUWERIK . Ook de volgende vogelsoorten, waarvan de nesten jaarrond beschermd zijn, zijn in de omgeving van het plangebied aangetroffen: • FLORA- EN FAUNAWET, TABEL VOGELS (STRENG BESCHERMD): BOOMVALK , BUIZERD, HUISMUS , KERKUIL EN STEENUIL . Tijdens de veldverkenning op 26 juni 2013 is een inschatting gemaakt of deze vogelsoorten voor kunnen komen in het plangebied of directe omgeving, waardoor ze mogelijk negatieve effecten ondervinden van de geplande ruimtelijke ontwikkelingen.
Stichting STARING ADVIES
|
5
EEN ENKELE ALGEMENE VOGELSOORT ALS WITTE KWIKSTAART BROEDT MOGELIJK IN HET PLANGEBIED. VERDER IS HET GEBIED GESCHIKT ALS FOERAGEERGEBIED VOOR ENKELE ALGEMENE VOGELSOORTEN ALS MEREL EN HOUTDUIF. HET PLANGEBIED IS ONGESCHIKT ALS BROEDPLAATS OF VASTE VERBLIJFPLAATS VOOR VOGELSOORTEN WAARVAN DE NESTEN JAARROND BESCHERMD ZIJN , ZOALS BOOMVALK , BUIZERD , HUISMUS , KERKUIL EN / OF STEENUIL.
Zoogdieren De digitale zoogdieratlas van de Zoogdiervereniging VZZ (www.zoogdieratlas.nl) maakt voor het kilometerhok (226-447) waarbinnen het plangebied ligt melding van een aantal beschermde zoogdiersoorten. Het betreft de volgende soorten: • FLORA- EN FAUNAWET, TABEL 1 (LICHT BESCHERMD): AARDMUIS , BOSMUIS , DWERGMUIS , DWERGSPITSMUIS , GEWONE BOSSPITSMUIS , HAAS , HUISSPITSMUIS , REE , ROSSE WOELMUIS , MOL EN VELDMUIS . • FLORA- EN FAUNAWET, TABEL 3 (STRENG BESCHERMD): GEWONE DWERGVLEERMUIS , LAATVLIEGER EN WATERSPITSMUIS . Tijdens de veldverkenning op 26 juni 2013 is een inschatting gemaakt of deze beschermde soorten voor kunnen komen in het plangebied en de directe omgeving. MOGELIJK WORDT HET PLANGEBIED GEBRUIKT ALS FOERAGEERGEBIED DOOR ENKELE ALGEMENE , LICHT BESCHERMDE SOORTEN ALS HAAS , MOL EN ALGEMENE MUIZENSOORTEN .. TIJDENS HET VELDBEZOEK ZIJN GEEN (VERBLIJFPLAATSEN VAN) STRENG BESCHERMDE SOORTEN GRONDGEBONDEN ZOOGDIEREN ALS DE WATERSPITSMUIS EN VLEERMUIZEN WAARGENOMEN .
DE DIGITALE Z OOGDIERATLAS GELDERLAND MAAKT MELDING VAN DE WATERSPITSMUIS . IN HET PLANGEBIED ZIJN GEEN SPOREN VAN DE STRENG BESCHERMDE WATERSPITSMUIS (F LORA - EN FAUNAWET , TABEL 3) AANGETROFFEN . GESCHIKT LEEFGEBIED IN DE VORM VAN SCHOON , NIET TE VOEDSELRIJK , STILSTAAND TOT VRIJ SNEL STROMEND WATER MET EEN GOED ONTWIKKELDE WATERVEGETATIE EN RUIG BEGROEIDE OEVERS ONTBREKEN IN HET PLANGEBIED EN IN DE DIRECTE OMGEVING HIERVAN .
DE AANGRENZENDE LIGBOXSTALLEN ZIJN VAN BUITENAF VOLLEDIG AFGESLOTEN EN ONTOEGANKELIJK ALS VERBLIJFPLAATS VOOR GEBOUWBEWONENDE VLEERMUISSOORTEN ALS GEWONE DWERGVLEERMUIS EN LAATVLIEGER . E R ZIJN VERDER GEEN SPOREN VAN VLEERMUIZEN (UITWERPSELEN, PROOIRESTEN ETC.) AANGETROFFEN. ER ZIJN GEEN BOMEN MET , VOOR BOOMBEWONENDE SOORTEN GESCHIKTE , HOLTEN EN / OF SPLETEN AANGETROFFEN , WAARDOOR DE AANWEZIGHEID VAN VERBLIJFPLAATSEN VAN BOOMBEWONENDE SOORTEN ALS ROSSE VLEERMUIS UITGESLOTEN IS .
VERBLIJFPLAATSEN VAN GENOEMDE VLEERMUISSOORTEN BEVINDEN ZICH ELDERS IN
HET ATLASBLOK WAARBINNEN HET PLANGEBIED VALT .
OVERIGE STRENG BESCHERMDE ZOOGDIEREN WORDEN NIET VERWACHT . HET PLANGEBIED IS ONGESCHIKT ALS LEEFGEBIED VOOR OVERIGE STRENG BESCHERMDE ZOOGDIEREN .
Stichting STARING ADVIES
|
6
Amfibieën, reptielen en vissen De site van RAVON (www.ravon.nl) en de Atlas reptielen en amfibieën in Gelderland 1985 – 2005 maakt in de omgeving van het plangebied melding van de volgende beschermde amfibieën- en reptielensoorten: • FLORA- EN FAUNAWET, TABEL 1 (LICHT BESCHERMD): BRUINE KIKKER, GEWONE PAD EN KLEINE WATERSALAMANDER . • FLORA- EN FAUNAWET, TABEL 2 (MATIG BESCHERMD): LEVENDBARENDE HAGEDIS . • FLORA- EN FAUNAWET, TABEL 3 (STRENG BESCHERMD): BOOMKIKKER, KAMSALAMANDER EN RUGSTREEPPAD . Tijdens de veldverkenning op 26 juni 2013 is een inschatting gemaakt of de genoemde en andere beschermde amfibieën en reptielen voor kunnen komen in het plangebied en de directe omgeving. MOGELIJK KRUIST INCIDENTEEL EEN ZWERVEND INDIVIDU VAN EEN LICHT BESCHERMDE AMFIBIEËNSOORT ALS BRUINE KIKKER HET PLANGEBIED . STRENG BESCHERMDE SOORTEN ALS BOOMKIKKER, KAMSALAMANDER, LEVENDBARENDE HAGEDIS EN RUGSTREEPPAD WORDEN NIET IN HET PLANGEBIED VERWACHT DOOR HET ONTBREKEN VAN ZOWEL GESCHIKT VOORTPLANTINGSWATER ALS GESCHIKT LANDBIOTOOP .
Ongewervelde dieren Raadpleging van diverse websites en literatuur heeft de aanwezigheid van een beschermde ongewervelde dier in de directe omgeving van het plangebied aangetoond. • FLORA- EN FAUNAWET, TABEL 1 (LICHT BESCHERMD): ZWARTRUGBOSMIER. Tijdens de veldverkenning op 26 juni 2013 is nagegaan of geschikt leefgebied voor de genoemde soort en andere beschermde soorten binnen het plangebied aanwezig is.
IN HET PLANGEBIED ZIJN GEEN KOEPELNESTEN OF EXEMPLAREN VAN DE LICHT BESCHERMDE ZWARTRUGBOSMIER AANGETROFFEN . GESCHIKT LEEFGEBIED IN DE VORM VAN BOSRANDEN EN HEIDETERREINEN ONTBREEKT IN HET PLANGEBIED EN IN DE DIRECTE OMGEVING HIERVAN . OVERIGE (STRENG) BESCHERMDE ONGEWERVELDEN ZIJN HIER OOK NIET AANGETROFFEN EN WORDEN OOK NIET VERWACHT .
Stichting STARING ADVIES
|
7
5
Conclusie
Gebiedsbescherming in het kader van de Natuurbeschermingswet 1998 en de Ecologische Hoofdstructuur is gezien de afstand, de locatie van het plangebied in een intensief landbouwgebied en tussenliggende elementen (grootschalig agrarisch gebied en wegen) niet aan de orde. Een vergunning in het kader van de Natuurbeschermingswet 1998 wordt niet noodzakelijk geacht. In het plangebied zijn geen sporen, individuen of vaste rust- en verblijfplaatsen van strikt beschermde soorten aangetroffen. Met de beoogde ontwikkelingen worden geen negatieve effecten op strikt beschermde soorten verwacht. Nader onderzoek of een ontheffingsaanvraag in het kader van de Flora- en faunawet wordt daarom niet noodzakelijk geacht. De zorgplicht is altijd van toepassing, op basis waarvan door iedereen voldoende zorg in acht moet worden genomen voor de in het wild levende dieren en hun leefomgeving. Dit kan bijvoorbeeld door buiten kwetsbare periodes (het voortplantings- en winterslaapseizoen) te starten met werkzaamheden en het gefaseerd werken om dieren de kans te geven om te vluchten. Verder kunnen vogels broeden binnen en in de omgeving van het plangebied. Werkzaamheden die een verstorend effect op broedende vogels veroorzaken dienen daarom plaats te vinden buiten het broedseizoen (broedseizoen loopt van globaal half maart tot half juli).
Stichting STARING ADVIES
|
8