hbo
Zorg
voorjaar 2008
1
Duurzame digitale leermiddelen: nog een grote slag te slaan
Anatomieboek Grégoire is basis voor uiteenlopende opleidingen
4
Trendwatching: inzicht in belevingswereld studenten
6
8
Succesvol Verpleegtechniek in beeld krijgt vervolg
Duurzame digitale leermiddelen: nog een grote slag te slaan 1
De ontwikkeling van digitale leermiddelen heeft de afgelopen jaren een grote vlucht genomen. Snel goede resultaten halen was het motto. Duurzaamheid leek minder belangrijk. Een misvatting, zo blijkt nu. Tonnen geld en energie worden verspild als de factor duurzaamheid niet van meet af aan een grote rol speelt bij de ontwikkeling en toepassing van digitale leermiddelen.
4
ht:
zoc n ge
en w
et en w
ill
nte
e Stud
ij w at w
H
d
...om
ilt.
w at jij
et lijkt zo makkelijk: een digitale toets die het kennisniveau van een student bepaalt bij aanvang van een studie. Een paar klikken met de muis en klaar is Kees. Weinig tijd, weinig moeite, nuttig resultaat. Als zo’n toets voor één leerling op één onderwijsinstelling gemaakt kan worden, en het blijkt succesvol, waarom dan niet zo’n toets voor alle leerlingen in bo h er daar Nederland? “Omdat h d TVmeestal nogal wat haken en ogen aan zitten”, stelt c t van Omtrend orVeerman D a Arja W dw LC e Advies, een organisatie die onder meer actief is op n vangjduurzame digitale leermiddelen. Al jaren is Veerman n het gebied re n eebij uiteenlopende tbetrokken da n! digitale onderwijsprojecten. Zo werkte ze onder i n w vooreeEspelon, meer elede voormalige uitgeeftak van de Digitale Universiteit en enSURFfoundation*. of ink
6 8
w
informatie over (nieuw) lesmateriaal en
Software
ontwikkelingen binnen hbo Zorg
“Over het algemeen kunnen we concluderen dat er op dit gebied nog een grote slag te slaan is. Neem bijvoorbeeld die kennistoets. Het is in technische zin een heel verschil of een systeem geschikt moet zijn voor een paar honderd studenten binnen een hogeschool, of voor een groep van tienduizenden .nl. gebruikers binnen verschillende hers onderwijsinstellingen.
h ww.
Ki
or jk vo
mee
r in
a form
pw tie o
tc
dwa
ren bot
lees verder op pagina 2
Behalve met duurzame digitale leermiddelen houdt Arja Veerman zich bezig met tal van andere aspecten in onderwijsvernieuwing. Ze doet onderzoek, verzorgt workshops en schrijft columns. Kijk voor meer informatie op www.omtrendadvies.nl
2
hbo Zorg
Duurzame digitale leermiddelen: nog een grote slag te slaan Zowel ‘de achterkant’ van het systeem als de ‘voorkant’ van de en het gestelde budget. Aan het einde van het project wordt software moet hierop ingericht zijn. Daar zijn tijd, middelen, een feestje gevierd en gaat de deur open. Maar als er niets een goede organisatie en geschikte technieken voor nodig. In gedaan wordt aan externe communicatie en niemand zich de praktijk zie je vaak dat een systeem gebouwd is voor een hiervoor verantwoordelijk voelt, verdampt het resultaat. Het paar duizend gebruikers en minimaal is getest. Dat kan later tot systeem is er, maar niemand weet ervan of weet hoe het te grote problemen leiden. Systemen gaan plat, werken op de ene gebruiken. Zonde van alle inspanning! Maar laat ik geen totaal plek wel, maar op de ander plek niet of kunnen vanwege hoge doembeeld schetsen; ik zie ook verbetering. Zo worden experts kosten niet worden omgebouwd. op het gebied van duurzame digitale leermiddelen Bij de ontwikkeling ervan is dus steeds vaker en steeds vroeger bij projecten ‘Verschillende personen niet toekomstgericht gedacht.” betrokken.”
Auteursrecht
vinden steeds opnieuw het wiel uit. Dat is jammer’
Bij de ontwikkeling van duurzame digitale leermiddelen dient rekening gehouden te worden met een groot aantal kritische succesfactoren. “De techniek is één aspect, maar denk ook eens aan auteursrechtelijke regelingen. Om het voorbeeld even aan te houden: als een kennistoets materiaal van derden bevat, zoals een stukje film of een videoclip, dan mag dat niet zomaar gebruikt en verspreid worden. Dat heeft te maken met eigendomsrecht. Iets wat vaak over het hoofd gezien wordt. Net als bijvoorbeeld een goede afrekenmethodiek. Voor een product kan digitaal betaald worden: doe je dat per student, per opleiding, of per instelling? En hoe doe je dat? PayPall en EduPoort zijn recente ontwikkelingen op dit gebied. Het is goed bij aanvang van een project na te denken over betaalmethodes. Helaas gebeurt dat meestal niet.”
Doembeeld Tijdens workshops over duurzame digitale leermiddelen die Veerman verzorgt, komen uiteenlopende mogelijke struikelblokken aan de orde. “Techniek, organisatie, auteursrecht, een gedegen kosten/batenanalyse passeren de revue. Ook besteden we veel aandacht aan het op tijd betrekken van toekomstige gebruikers en beslissers bij het proces. Is precies duidelijk wat het einddoel is en in welke behoefte wordt voorzien? Helaas kwamen deze thema’s vijf jaar geleden ook al ruimschoots aan bod. Het lijkt alsof we in die jaren niet veel hebben opgestoken. Dat heeft voor een deel te maken met het wisselen van projectleiders. Verschillende personen vinden steeds opnieuw het wiel uit. Dat is jammer. Wat ook te vaak voorkomt is dat medewerkers in een project zich volledig richten op een goed resultaat binnen de planning
Uitgevers
In de verdere ontwikkeling van duurzame digitale leermiddelen ziet Veerman een rol weggelegd voor uitgevers. “Een hecht netwerk, nauwe contacten met docenten en onderwijsinstellingen zijn van het grootste belang voor een goede ontwikkeling van duurzame digitale leermiddelen. Uitgevers in de onderwijsbranche hebben dat netwerk al. Publiceren is hun vak, ze weten van de hoed en de rand wat betreft auteursrecht. Bovendien zijn ze gewend te denken vanuit de markt. Ze doen onderzoek om te bepalen waaraan op dit moment behoefte is. Al die elementen maken een uitgever uitermate geschikt om samen met onderwijsinstellingen en softwareontwikkelaars aan de slag te gaan met de realisatie van digitale leermiddelen. Je ziet nu al dat diverse uitgeverijen en onderwijsinstellingen elkaar opzoeken. Ook werkt een aantal uitgeverijen samen aan deze materie. Op professioneel vlak wordt nagedacht over mogelijkheden. Absoluut een stap in de goede richting.”
Samenwerking Samenwerking tussen uitgeverijen en het onderwijs is volgens Veerman essentieel voor een goed resultaat. “Alleen de mensen uit het onderwijs zelf weten als geen ander wat er op hun vakgebied speelt. Actuele vakinhoudelijke informatie moet vanuit het onderwijs komen; een uitgever kan het niet alleen.” *In de stichting SURFfoundation werken universiteiten, hogescholen en onderzoeksinstellingen sinds 1987 samen aan grensverleggende ICTinnovaties. Hierdoor kan het hoger onderwijs en onderzoek optimaal gebruik maken van mogelijkheden van ICT om zo de kwaliteit van onderwijs en onderzoek te verbeteren.
hbo Zorg
3
Een anatomieboek als basis voor Ze kunnen niet echt omschreven worden als hboopleidingen. Maar het zijn ook geen universitaire studies. De opleidingen die het Opleidingscentrum van Universitair Medisch Centrum Utrecht aanbiedt, zijn een soort in service-opleidingen op hbo-niveau. Het zijn er drie in totaal: Anesthesiemedewerker, Operatieassistent en Radiodiagnostisch laborant. “Drie heel specifieke beroepsopleidingen die vragen om heel specifieke theorielessen.”
“E
n daar”, zo legt Corine Vollbehr uit, ”ligt ’m nu net de nuance”. Vollbehr is als anatomiedocente al bijna twee decennia verbonden aan het Opleidingscentrum van het Universitair Medisch Centrum in Utrecht. “Studenten die een opleiding volgen aan hbo of universiteit, krijgen op een aardig breed vlak theorie bijgebracht”, zegt ze. “Praktijkervaring kunnen ze vervolgens opdoen tijdens een stageperiode. De studenten die hier op het UMC-opleidingscentrum een driejarige opleiding volgen, hebben allemaal een leerwerkovereenkomst afgesloten met een ziekenhuis. Zij gaan dus al direct in de praktijk aan de slag, bij hun werkgever.”
Ideaal naslagwerk Voor de theorielessen komen de studenten naar het UMC. Ze krijgen daar precies díe theorie die ze nodig hebben om hun beroep uit te kunnen oefenen. “Aan ons als docenten dus de taak om ze ook precies die specifieke kennis bij te brengen.” Vollbehr neemt haar vak als voorbeeld. “Anatomie is een basisvak. Of een student nu een opleiding volgt tot anesthesiemedewerker, operatieassistent of radiodiagnostisch laborant: iedere student moet toch enigszins weten hoe een lichaam in elkaar zit. In de BVP, dat is de afkorting voor beroepsvoorbereidende periode, loop ik samen met de studenten globaal door het lichaam. Zie het als een inleiding in de anatomie. Het boek Anatomie en fysiologie van de mens van Ludo Grégoire, dat ThiemeMeulenhoff uitgeeft, is wat dat betreft een ideaal naslagwerk.”
Verdieping ”Maar”, zo laat de anatomiedocente weten, ”na de inleiding volgt al snel de vakspecifieke verdieping. Dat vraagt om verschillende benaderingen. Een anesthesiemedewerker hoeft bijvoorbeeld niet te weten hoe de bloedvaten rond de maag precies lopen. Die paragraaf kan dus overgeslagen worden. Corine Vollbehr
4
hbo Zorg
‘De drie verschillende opleidingen aan het UMC vragen om heel specifieke theorielessen. Aan ons als docenten dus de taak om studenten ook precies die specifieke kennis bij te brengen.’
uiteenlopende opleidingen gaat om een curettage. De overige onderdelen van het stelsel, en dus van het hoofdstuk, horen bij ingewikkelder operaties en die komen later in de opleiding aan de orde.” Allemaal kennis die radiodiagnostisch laboranten niet bijgebracht hoeft te worden. “Wat zij zien op röntgenfoto’s zijn vooral botten en gewrichten. Die moeten zij dus weer tot in detail kunnen herkennen. Die details zijn niet allemaal terug te vinden in Anatomie en fysiologie van de mens. In dat soort gevallen pak je er een anatomische atlas bij.”
Herziening
Een anesthesiemedewerker moet echter wel weten hoe het lichaam blijft functioneren tijdens een operatie. Hart, longen, bloeddruk, bewustzijn; allemaal functies die ze onder controle moeten houden. Met deze groep studenten behandel ik dus vooral díe hoofdstukken en paragrafen die dáár over gaan.”
Efficiënt leren Dan de operatieassistent. Die moet weer wel bekend zijn met alle ‘ins en outs’ van, bijvoorbeeld, de bloedvaten rondom de maag. “Die kennis heb je nodig als je moet assisteren tijdens een operatie aan de maag.” Een operatieassistent leert zo efficiënt mogelijk de theorie die hij nodig heeft bij bepaalde ingrepen. Hij is daardoor snel inzetbaar in de praktijk. Daar is de werkgever, het ziekenhuis, immers bij gebaat. “Het is voor mij als anatomiedocent dus zaak om te bedenken: welke kennis moeten deze studenten beheersen om te kunnen assisteren bij een bepaalde ingreep”, zegt Vollbehr. “In de loop van de opleiding worden de ingrepen gecompliceerder en dus passen we de anatomie daarbij precies aan. We behandelen daardoor niet orgaanstelsels in zijn geheel, maar doen alleen de keel als het gaat om amandelen knippen, alleen vagina en baarmoeder als het
Vollbehr vertelt dat ze in haar lessen al wel jaren intensief gebruikmaakt van het boek Anatomie en fysiologie van de mens. ”Het is even wennen”, legt ze uit, ”die nieuwe editie die vorig jaar is uitgekomen. Ik kon lezen en schrijven met de vorige uitgave. Wist precies op welke bladzijde ik welk plaatje terug kon vinden. Het was zelfs zo dat studenten af en toe riepen: ‘Het lijkt wel of je het boek uit je hoofd kent, zoals de Bijbel!’.” Lachend voegt ze eraan toe: “Kijk, een mens verandert echt niet zo snel. Op het gebied van de anatomie hoef je wat dat betreft niet veel nieuws te verwachten. Anatomie en fysiologie van de mens bevat alle basisinformatie. De uitleg is helder. Maar er verandert natuurlijk wel veel in onderwijsland. De didactiek, de taal. Daarom is het ook goed dat het lesmateriaal regelmatig wordt aangepast.
‘Studenten die een opleiding volgen aan hbo of universiteit, krijgen op een aardig breed vlak theorie bijgebracht.’ Wat ik heel mooi vind in de nieuwe uitgave, is dat de plaatjes uniform en heel helder zijn vormgegeven. Ook de taal is meer aangepast aan deze tijd. Het is een ideaal handboek voor mijn studenten.” In de vorige editie ontdekte Vollbehr hier en daar nog een foutje. “Die heb ik doorgegeven tijdens het gebruikersoverleg bij ThiemeMeulenhoff. Daardoor ben ik ook terzijde betrokken geweest bij de herziening van het boek. Erg leuk en interessant om zo’n proces eens van dichtbij te kunnen volgen. Bovendien is het boek nu nog meer op mijn lijf geschreven.”
hbo Zorg
5
Trendwatching:
inzicht in de belevingswereld van studenten Hoe trendgevoelig zijn studenten? Hoe kritisch houden zij het onderwijs tegen het licht en welke ideeën hebben zij over het verbeteren van de kwaliteit van opleidingen? Om daar achter te komen verspreidde ThiemeMeulenhoff een trendwatching-enquête onder studenten van diverse hogescholen in Nederland. Met de resultaten uit het onderzoek kan ThiemeMeulenhoff haar leermiddelen beter laten aansluiten op de belevingswereld en behoeften van studenten.
D
e enquête bestond uit open vragen en stellingen over algemene trends, de kwaliteit van het onderwijs, studiemateriaal en vrijetijdsbesteding. Bij de stellingen konden de studenten aangeven in hoeverre de beschreven situatie op hen van toepassing is. In het gedeelte over de algemene trends geeft 44% van de ondervraagden aan oog te hebben voor wat leeftijdsgenoten belangrijk vinden. Zij zeggen het ook leuk te vinden op de hoogte te blijven van de nieuwste trends. Op de vraag wat de student een goede trendwatcher maakt voor het hbo, antwoordden de meesten dat zij oog moeten hebben voor ontwikkelingen, met name op het gebied van techniek. Studenten zijn vooral geïnteresseerd in gadgets. In hoe ze werken en welk voordeel ze erbij hebben.
'Tot de favoriete docenten behoren zij die studenten goed en persoonlijk begeleiden en zich kunnen verplaatsen in hun belevingswereld.'
Kwaliteit hogeschool
De student als gebruiker
Het onderzoek had ook tot doel erachter te komen hoe studenten hun opleiding beleven. Voldoen de opleidingen aan de verwachtingen? Hoe ervaren zij de kwaliteit van de opleiding en van de hogeschool? De resultaten wijzen uit dat meer dan de helft van de studenten tevreden is met de studiekeuze en de hogeschool die de opleiding aanbiedt. Opmerkelijk is alleen dat de kwaliteit van het onderwijs niet altijd voldoet aan de verwachtingen van studenten. Op de vraag hoe het ideale onderwijsprogramma eruit zou zien, antwoordden zij behoefte te hebben aan meer contacturen en toetsingsmomenten. Daarnaast willen studenten intensiever communiceren met docenten. Bijvoorbeeld via e-mail of MSN. Ook verwachten zij dat de theorie beter aansluit op de beroepspraktijk. Tot de favoriete docenten behoren zij die studenten goed en persoonlijk begeleiden en zich kunnen verplaatsen in hun belevingswereld.
Dankzij het trendwatchersonderzoek kan ThiemeMeulenhoff in de toekomst beter in contact blijven met studenten. Zij kunnen bijvoorbeeld gemakkelijker op de hoogte worden gehouden van nieuwe leermiddelen en worden gevraagd als kandidaten bij gebruikerstesten. Want het belangrijkste doel van ThiemeMeulenhoff is studiematerialen te ontwikkelen waarmee docenten eenvoudig kunnen werken en die daarnaast optimaal aansluiten op de leerbehoefte van studenten.
studenten tevreden zijn over de studiemiddelen die zij op dit moment krijgen aangereikt. Hoewel het internet en digitale leermiddelen steeds vaker worden geraadpleegd als informatiebron, is het traditionele studieboek nog steeds verreweg het populairst. Opmerkelijk is dat 80% van de ondervraagden aangeeft niet mee te willen betalen voor het gebruik van digitale leerbronnen.
Studieboeken versus internet De uitkomsten van de enquête zijn ook heel nuttig voor ThiemeMeulenhoff. Ze bieden bijvoorbeeld inzicht in het leergedrag van studenten. De wijze waarop zij vakinhoudelijke kennis eigen maken, is voor een belangrijk deel bepalend voor de studieboeken die ThiemeMeulenhoff ontwikkelt. De resultaten wijzen in elk geval uit dat de meeste
6
Van links naar rechts: Nancy van den Berg en Angelien Metselaar van ThiemeMeulenhoff, winnaar Kris van de Wijngaart, docent/begeleider Jeroen Peer, directeur Bert Reul en opleidingsmanager Jan Vermeulen van Hogeschool Rotterdam.
hbo Zorg
Kris van de Wijngaart
Winnende trendwatcher houdt onderwijs tegen het licht Toen ThiemeMeulenhoff de enquête verspreidde, stond Kris van de Wijngaart op het punt zijn hbo-opleiding te vervolgen in een andere stad. “Tijdens mijn oriëntatie bleek een groot aantal scholen in Nederland mijn opleiding Small Business & Retail Management aan te bieden. Naast Rotterdam, waar ik studeer, is de opleiding onder andere te volgen in Utrecht, Groningen, Amsterdam en Breda. De keuze van de juiste school baseerde ik vooral op de mogelijkheid geruisloos door te kunnen stromen naar het derde jaar. Helaas bleek dit een lastigere opdracht dan ik had verwacht.” De enquête kwam daarom op het juiste moment. De vragenlijst ging immers voor een groot deel over de kwaliteit van opleidingen. “Ik begon dan ook enthousiast aan de antwoorden”, vertelt Kris. “Aanvankelijk was het me niet eens opgevallen dat ik een prijs kon winnen. Dat vond ik tegelijkertijd de kracht van deze enquête: de inhoud was interessanter en opvallender weergegeven dan het motiverende spelelement.”
Beroepskeuze De vragenlijst ging in het algemeen over de trends die studenten waarnemen in het hbo. Kris: “Steeds vaker zie ik studenten na het propedeusejaar tussen verschillende opleidingen hoppen. Eigenlijk vind ik dat ook logisch. Je moet tegenwoordig namelijk al op je veertiende weten welk beroep je later wilt gaan doen. Op die leeftijd ben je nog heel beïnvloedbaar en kun je zulke keuzes nog niet echt maken. Het gevolg is dat studenten zich later niet op hun plek voelen.”
Nuttige informatie “Ik denk dat mijn antwoorden nuttig kunnen zijn voor ThiemeMeulenhoff”, vervolgt Kris. “Waar er gevraagd werd naar mijn motivatie heb ik dat gedaan. Soms ook als dat niet nodig was. Informatie over de doelgroep is belangrijk bij trendwatching. Want de tijd dat goede producten zoals schoolboeken zichzelf verkopen, is al lang voorbij. Voor ThiemeMeulenhoff lijkt het me interessant om te weten waar jongeren studeren en hoe, welke opleiding ze kiezen en wat de selectiecriteria daarvoor zijn. Op basis van deze informatie kan de uitgeverij de inhoud van de studieboeken actualiseren.”
hbo Zorg
7
Product-informatie Basisboek Pathologie legt basis voor ziektekunde Basisboek Pathologie gaat uitvoerig in op begrippen uit de pathologie en farmacologie en legt een basis voor ziektekunde. Daarnaast is er volop aandacht voor onder andere auto-immuniteit, brachytherapie, DNA- en RNA-virus en HDLcholesterol. Het boek heeft het karakter van een naslagwerk en bevat alle theorie die een student nodig heeft om de mensen die aan hem zijn toevertrouwd op een verantwoorde manier zorg te verlenen. De leerstof is volledig actueel en beschrijft ook de nieuwe behandelvormen en ontwikkelingen op het gebied van hematologisch onderzoek en de behandeling van de schildwachtklier bij borstkanker. De heldere opbouw van het boek en het feit dat elk hoofdstuk wordt afgesloten met een reeks opdrachten, maakt de uitgave geschikt voor allerlei vormen van zelfstandig werken. Basisboek Pathologie is ondersteunend voor Basiszorg, GVO, Verpleegtechnische vaardigheden en alle andere deelkwalificaties in de zorgcategorieën.
Prijs: € 77,50 ISBN: 978 90 06 95100 4
Onderwijs Waardig
Succesvol Verpleegtechniek in beeld krijgt vervolg Het online lesmateriaal Verpleegtechniek in beeld dat in 2006 verscheen, is een groot succes. Het programma belicht tachtig verpleegtechnische handelingen helder en duidelijk in woord en beeld. De opzet van Verpleegtechniek in beeld leent zich uitstekend om ook de basisvaardigheden voor verpleegkundigen op deze manier te behandelen. In samenwerking met onderwijsinstellingen en ziekenhuizen wordt daarom Verpleegtechniek in beeld 2 ontwikkeld. Verpleegtechniek in beeld 1 onderscheidt zich doordat het programma specialistische informatie koppelt aan praktische filmpjes, die laten zien hoe een handeling uitgevoerd moet worden. Daarnaast wordt de handeling in woord en beeld toegelicht. Het is daardoor uitstekend geschikt als ondersteuning tijdens het oefenen in een skillslab of in de praktijk en is een goed naslagwerk. Verpleegtechniek in Beeld 1 is tot stand gekomen in nauwe samenwerking met ziekenhuizen en ROC’s. Studenten kunnen er volledig zelfstandig mee aan de slag.
Basisvaardigheden verpleegkundigen De opzet van Verpleegtechniek in beeld 1 is ideaal om ook de basisvaardigheden voor verpleegkundigen te behandelen. Daarom is in nauwe samenwerking met het LUMC en twee onderwijsinstellingen het vervolg ontwikkeld: Verpleegtechniek in beeld 2. Het programma behandelt 56 onderwerpen rond alle basisvaardigheden voor verpleegkundigen die deel uitmaken van de Deelkwalificatie 302 voor het Zorgonderwijs Verpleegkunde. Bent u ook benieuwd naar Verpleegtechniek in beeld? Kijk voor de demo van Verpleegtechniek in beeld 1 en meer informatie op www.verpleegtechniekinbeeld.nl. Of neem contact op met onze accountmedewerker Ghilaine ten Brink, T (030) 23 92 141, E
[email protected].
Colofon TM In het onderwijs is een uitgave van ThiemeMeulenhoff en wordt verstuurd naar alle hbo Zorg docenten.
Redactie Taalent Tekstschrijvers (hoofd- en eindredactie)
Vormgeving Crossings Communications
Fotografie Martin Hogeboom
Drukwerk ARS Grafische Producties & Communicatie
Met dank aan Arja Veerman Corine Vollbehr
ThiemeMeulenhoff | Postbus 7 | 7200 AA Zutphen | T (0575) 594 894 F (0575) 594 961 | E
[email protected] | I www.thiememeulenhoff.nl
Redactieadres
[email protected]
9781111246938 - 4456