LEI Wageningen UR ontwikkelt voor overheden en bedrijfsleven economische kennis op het gebied van voedsel, landbouw en groene ruimte. Met onafhankelijk onderzoek biedt het zijn afnemers houvast voor maatschappelijk en strategisch verantwoorde beleidskeuzes. LEI Wageningen UR vormt samen met het Departement Maatschappijwetenschappen van Wageningen University en het Wageningen UR Centre for Development Innovation de Social Sciences Group. Meer informatie: www.wageningenUR.nl/lei
LEI-nota 12-120
Duurzaamheidsscore voor varkensbedrijven Methodiekontwikkeling
Duurzaamheidsscore voor varkensbedrijven Methodiekontwikkeling
Robert Hoste Peter van Iperen
Exitus b.v.
LEI-nota 12-120 November 2012 Projectcode 2273000210 LEI Wageningen UR, Den Haag
Het LEI kent de werkvelden: [DEZE WORDEN DOOR BUREAUREDACTEUR INGEVOEGD] Dit rapport maakt deel uit van het werkveld << Titel werkveld>>.
2
Duurzaamheidsscore voor varkensbedrijven; Methodiekontwikkeling Hoste, R. en P. van Iperen LEI-nota 12-120 20 p., fig., tab., bijl.
3
Dit onderzoek is uitgevoerd in opdracht van Van Rooi Meat. Het onderzoek is mede mogelijk gemaakt met financiering van het ministerie van EL&I, toegezegd in het kader van convenant Marktontwikkeling Verduurzaming Dierlijke Producten.
Deze publicatie is beschikbaar op www.wageningenUR.nl/lei © LEI, onderdeel van Stichting Dienst Landbouwkundig Onderzoek, 2012 Overname van de inhoud is toegestaan, mits met duidelijke bronvermelding. Het LEI is ISO 9001:2008 gecertificeerd. 4
Inhoud
1
2
3
Samenvatting
6
Inleiding
7
1.1 Aanleiding 1.2 Werkwijze 1.3 Doelstelling
7 7 7
Duurzaamheidsscore varkensbedrijven
8
2.1 Methodiek 2.2 Toepassing methodiek 2.3 Resultaten
8 9 9
Discussie
15
Literatuur
16
Bijlagen 1 2
Overzicht van aspecten in de duurzaamheidsscore Duurzaamheidsmaatregelen
17 19
5
Samenvatting Een methodiek is ontwikkeld voor de berekening van een duurzaamheidsscore voor varkensbedrijven. De methodiek gaat uit van vier componenten: Pig (diergezondheid en -welzijn), Planet (milieu), Profit (economie) en People (arbeids- en omgevingsfactoren) met onderliggende aspecten. De ontwikkelde methodiek is toegepast op zeven bedrijven. Deze bedrijven zijn gescoord op duurzaamheidsaspecten. Per component konden bedrijven tussen 0 en 9 punten krijgen. De scores van de vier componenten zijn opgeteld, wat leidt tot een schaal tussen 0 en 36 punten. De totaalscores per bedrijf variëren bij de zeugen tussen 11,6 en 19,3 punten. Bij de vleesvarkens varieert dit tussen 10,6 en 19,7. Het aspect Profit scoort op de bedrijven meestal lager dan het aspect Planet. De duurzaamheidsscores geven inzicht in bedrijfsaspecten en kunnen gebruikt worden in discussies om duurzaamheidsprestaties op onderdelen gericht te verbeteren.
6
1 1.1
Inleiding Aanleiding Overheid en bedrijfsleven hebben een convenant gesloten voor ontwikkeling van meer duurzame dierlijke producten, het 'Convenant Marktontwikkeling verduurzaming dierlijke producten (Tussensegmenten)' van 19 mei 2009. Doel van dit convenant is het aanbod van duurzame dierlijke producten met een focus op dierenwelzijn te stimuleren door bestaande initiatieven op te laten schalen en nieuwe private initiatieven te laten ontwikkelen. De producten met een of twee sterren van het 'Beter leven'-kenmerk van de Dierenbescherming zijn bijvoorbeeld te bestempelen als 'duurzame dierlijke producten'. Er wordt hiermee ingezet op duurzame productie die tussen gangbare (wettelijk) en biologische productie gepositioneerd is. Vanuit dit convenant zijn diverse projecten uitgezet, ook op het gebied van productie van varkensvlees. Varkensslachterij Van Rooi Meat wil ook graag varkensvlees aanbieden vanuit het tussensegment. Bij de totstandkoming van dit concept werd als één van de onderdelen de Duurzaamheidsscore ontwikkeld.
1.2
Werkwijze Met (mede)financiering vanuit het convenant 'Tussensegmenten' heeft Van Rooi Meat aan het LEI en adviesbedrijf Exitus in Veghel opdracht gegeven om een economische analyse te maken van een op te zetten tussensegment voor duurzame varkensvleesproductie door varkensbedrijven voor Van Rooi Meat. In eerste instantie zijn door Van Rooi Meat en Exitus 12 bedrijven geselecteerd op verwachte bereidheid van de varkenshouders om mee te doen in een zoektocht naar een duurzaamheidsconcept. Uiteindelijk zijn 8 plannen opgesteld; enkele varkenshouders hebben bij nader inzien gekozen voor een hoger duurzaamheidssegment of hadden jaarcijfers niet op tijd beschikbaar. Vervolgens heeft Exitus de bedrijven bezocht en individuele bedrijfsplannen opgesteld. Hierbij is gekeken naar autonome ontwikkeling van de bedrijven en naar de situatie waarin deze bedrijven zouden gaan voldoen aan aanvullende duurzaamheidseisen. LEI heeft een duurzaamheidsbeoordeling opgesteld en de varkenshouders gevraagd hiervoor een vragenlijst in te vullen. Ook heeft het LEI een globale analyse gemaakt van het beoogde marktconcept en van de benodigde meerprijs voor de varkenshouders die eraan deelnemen.
1.3
Doelstelling In dit rapport wordt de ontwikkelde methodiek beschreven en de toepassing ervan op zeven varkensbedrijven.
7
2 2.1
Duurzaamheidsscore varkensbedrijven Methodiek Er is een methodiek ontwikkeld om een duurzaamheidsscore van varkensbedrijven te kunnen berekenen. Deze is gebaseerd op een beperkt aantal variabelen die gerelateerd zijn aan duurzaamheid en die door varkenshouders relatief eenvoudig te verzamelen zijn. Deze is duidelijk minder gedetailleerd dan de Maatlat Duurzame Veehouderij (MDV, 2012). De gevolgde werkwijze toont overeenkomsten met Meul et al. (2009). In de systematiek is uitgegaan van vier duurzaamheidscomponenten (4P): Pig (diergezondheid en -welzijn), Planet (milieu), Profit (economie) en People (arbeids- en omgevingsfactoren). Binnen iedere component zijn aspecten gedefinieerd, bijvoorbeeld bigproductie, aantal toegepaste welzijnsmaatregelen uit een bestaande lijst, relatieve voerwinst, duur van de arbeidsbetrekking van medewerkers of toepassing van duurzame energie. De volledige lijst is gegeven in bijlage 1. Ieder aspect is op basis van eigen inschattingen omgezet naar een puntenwaardering. Per aspect is een waardering gedefinieerd met puntenscore op een schaal van 0 tot 9. Het aspect bigproductie van de zeugen bijvoorbeeld geeft 0 punten tot 24 grootgebrachte biggen en 9 punten vanaf 30 biggen. Daartussen geldt een rechtlijnig verband. Bij sommige aspecten is er geen rechtlijnig verband, bijvoorbeeld bij het antibioticagebruik bij vleesvarkens. Hier geldt de laagste waarde (0 punten) vanaf 35 dagdoseringen; de hoogste score (9 punten) wordt gegeven bij een verbruik tot 5 dagdoseringen. Er wordt echter een soort normaalwaarde vastgesteld, te weten: bij 14 dagdoseringen, waarbij het bedrijf de helft van de punten krijgt (4,5 punten). Tussen de normaalwaarde en de ondergrens verloopt de waardering rechtlijnig en tussen de normaalwaarde en de bovengrens eveneens. Op deze wijze wordt een beter verbruik (lager dan gemiddeld) sterker beloond. Bij sommige aspecten is de normering (licht) taakstellend. Zo bedraagt de gemiddelde uitval van opfokbiggen 2,0% (Kengetallenspiegel, 2010), maar is uitgegaan van 1,9% uitval als normaalwaarde (mede met het oog op deze door Milieukeur gehanteerde grenswaarde). Bij ja/nee variabelen (bijvoorbeeld of er al of niet maatregelen zijn genomen tegen staartbijten) worden de volle punten gegeven bij 'ja' en geen punten bij 'nee'. Er is bij Pig, Planet en People gevraagd naar het aantal toegepaste maatregelen uit de Investeringsregeling voor duurzame stallen en houderijsystemen (IDSH). Dit is een subsidiemaatregel van het ministerie van EL&I voor bedrijven die investeren in duurzame stallen (zie http://www.hetlnvloket.nl/onderwerpen/subsidie). Voor de duurzaamheidsscore is gevraagd naar het aantal toegepaste maatregelen uit deze lijst (zie bijlage 2). Een vergelijkbare aanpak is gehanteerd bij de subsidieregeling 'Verbetering dierenwelzijn', voor bedrijfsmaatregelen tegen staartbijten (bijlage 2). Voor meer informatie over deze subsidieregelingen, zie www.hetlnvloket.nl. Per component wordt ten slotte een gewogen gemiddelde berekend van de onderliggende aspecten. Hierbij zijn de scores van de verschillende aspecten voorzien van een weging: een halve, hele of dubbele weging. Deze weging is ingeschat op basis van de relevantie van de verschillende aspecten voor de duurzaamheidscomponent. Het gebruik van een laag stro (minimaal 5 cm) voor dragende zeugen bijvoorbeeld heeft een dubbele weging gekregen ten opzichte van andere aspecten, evenals de score voor leefoppervlakte en die voor het volledig voldoen aan de eisen van 2013. Daarentegen heeft het voerverbruik per zeug en het deelnemen van biggenproductie in een marktconcept een halve weging gekregen. De totaalscore per bedrijf wordt berekend uit de optelsom van de scores per component. Het rekenmodel is gemaakt in Excel.
8
2.2
Toepassing methodiek Voor de toepassing van de methodiek is een vragenlijst opgesteld waarin alle aspecten (bijlage 1) ingevuld konden worden. Zeven varkensbedrijven zijn benaderd voor toepassing van de duurzaamheidsscore. De bedrijven liggen in de provincie Noord-Brabant en vormen samen een doorsnede van de professionele varkenshouderij in deze provincie. Het zijn zes gesloten bedrijven en één vleesvarkensbedrijf. De gemiddelde omvang bedraagt ruim 600 zeugen (op de zeven bedrijven) en 4.500 gemiddeld aanwezige vleesvarkens. Sommige bedrijven hebben twee of drie locaties, die organisatorisch echter niet logisch gestructureerd zijn (diercategorieën verdeeld; niet volledig gesloten). Het zijn gezinsbedrijven, waar één of twee ondernemers aanwezig zijn, in veel situaties aangevuld met enige gezinsarbeid en met nul tot twee vreemde arbeidskrachten. De ondernemers zijn veelal veertigers, die nog plannen hebben om het bedrijf verder te ontwikkelen. De financiële situatie varieert tussen bedrijven, maar is in het algemeen slecht. Dit ligt ook voor de hand, gezien de achterliggende magere jaren en het feit dat de bedrijven de laatste jaren geïnvesteerd hebben om de bedrijven te moderniseren, uit te breiden en om te gaan voldoen aan de wettelijke milieu- en welzijnseisen. Slechts één van de bedrijven voldoet volledig aan de eisen van 2013 ten aanzien van milieu en welzijn; de andere bedrijven voldoen gedeeltelijk. Drie van de zeven bedrijven participeren in het Milieukeur-concept. De helft van de bedrijven produceerden in 2011 al beren in plaats van borgen. De door de bedrijven beoogde bedrijfsontwikkeling hangt bij meerdere bedrijven samen met het kunnen voldoen aan de wettelijke eisen ten aanzien van vooral ammoniakemissie. Daarnaast willen enkele bedrijven investeren met het oog op een gezonde bedrijfsstructuur, namelijk om volledig gesloten te worden, dan wel om diercategorieën per locatie bij elkaar te hebben. Bedrijven kregen de vragenlijst begin september 2011 toegestuurd. Na ontvangst zijn resultaten ingevoerd. Waarden hadden betrekking op de situatie in 2010. De ingevulde waarden zijn in Excel ingevoerd en de duurzaamheidsscores zijn berekend. Bij aspecten waar geen antwoord is ingevuld, is in het algemeen uitgegaan van de laagste score. Bij sommige aspecten, bijvoorbeeld antibioticagebruik, is dit echter op het gemiddelde gesteld, omdat verondersteld is dat dit kengetal nog niet bekend is. In een enkel geval is een aspect soms niet van toepassing. Dit kan het geval zijn met het aantal jaren dat medewerkers in dienst zijn, maar waar geen medewerkers zijn. In dat geval is de halve score gegeven. De bedrijfsscores zijn aan de varkenshouders toegezonden en er is gelegenheid gegeven voor commentaar.
2.3
Resultaten Figuur 2.1 geeft de berekende duurzaamheidsscore per bedrijf voor de zeugen.
9
Figuur 2.1
Berekende duurzaamheidsscore per bedrijf in de zeugenhouderij en het gemiddelde, totaal en opgesplitst naar duurzaamheidscomponent 25
19,3
20
18,7
18,2
Score
4,6 12,6 10
3,1
2,0
0
4,1
2,8
5,0 6,5
5
4,5
5,7
15
11,9
3,6
3,3
3,2
4,2
3,5
4,2
4,8
4,7
4,2
2,3
1,2
3,8
5,2
4,9
5,4
4,3
4,0
4,3
Bedrijf 3
Bedrijf 4
Bedrijf 5
Bedrijf 6
Bedrijf 7
Gemiddeld
1,9 Bedrijf 1
15,9
14,4
PIG Zeugen
PLANET Zeugen
PROFIT Zeugen
PEOPLE Zeugen
Zoals figuur 2.1 laat zien, lopen de totaalscores in de zeugenhouderij in de bandbreedte van 11,9 tot 19,3. Eén bedrijf heeft geen score omdat het alleen vleesvarkens heeft. Bedrijf 7 scoort erg laag op Planet en compenseert dit niet in de andere componenten, waardoor een score 11,9 resulteert. Het bedrijf met de hoogste score scoort goed op alle onderdelen, maar vooral op Planet. Het aspect Profit scoort in het algemeen lager dan vooral Planet. Gemiddeld scoort de component Pig een 4,3, Planet en People scoren een 4,2, terwijl Profit op gemiddeld 3,2 uitkomt. Figuur 2.2 laat zien dat de totaalscores in de vleesvarkenshouderij variëren tussen 10,6 en 19,7. Bedrijf 2 scoort erg laag op Planet en compenseert dit niet in de andere componenten, waardoor een totaalscore van 11,8 resulteert; bedrijf 1 heeft de laagste totaalscore, resulterend uit lage scores op alle componenten. Bedrijf 3 heeft de hoogste score en behaalt dit op alle onderdelen, maar vooral op Planet. Het aspect Profit scoort evenals bij de zeugen in het algemeen lager dan vooral Planet. Gemiddeld scoort de component Pig een 4,2, Planet scoort een 4,3, People volgt met een 3,8 en Profit scoort gemiddeld 3,5 punten.
10
Figuur 2.2
Berekende duurzaamheidsscore per bedrijf in de vleesvarkenshouderij en het gemiddelde, totaal en opgesplitst naar duurzaamheidscomponent
25
19,7
20
18,7
18,6 17,5
4,0 5,2
Score
15 10,6
11,8 3,5
3,8 2,1 2,2 2,5
15,8
2,6 14,1
3,6
10
5
4,4
2,7
4,6
4,7
3,5 6,4 6,7
3,1
3,9
4,8 5,7
2,8
1,3 3,9
3,8
3,3
5,7
5,5
4,1
3,7
Bedrijf 4
Bedrijf 5
4,3
4,1
4,2
Bedrijf 7
Gemiddeld
0 Bedrijf 1
Bedrijf 2
PIG Vleesvarkens
Bedrijf 3
PLANET Vleesvarkens
Bedrijf 6
PROFIT Vleesvarkens
PEOPLE Vleesvarkens
In figuur 2.3 wordt de score getoond van de totaaltelling per component van een voorbeeldbedrijf. Per onderdeel is het aantal punten te zien in de range van 0 tot 9. In deze grafiek gaat het niet om het totaal aantal punten, maar om de verdeling over de onderliggende aspecten. De gekleurde vlakken geven de gemiddeld gerealiseerde waarden per onderdeel over de onderliggende bedrijven. De met een dikke lijn aangegeven score per component geeft de bedrijfsspecifieke waarde.
11
Figuur 2.3
Duurzaamheidsscore op componenten voor een zeugenbedrijf (voorbeeldbedrijf) 9
PEOPLE
PIG
8 7
Zeugen
6 5 4 3 2 1 0
PROFIT
PLANET
Figuur 2.3 laat zien dat de score op dit voorbeeldbedrijf het hoogst ligt in de Planet-component, hoger dan in de andere componenten. Figuur 2.4 toont dit in meer detail. Figuur 2.4
Duurzaamheidsscore voor een zeugenbedrijf in detail (voorbeeldbedrijf) arbeidsmaatregelen
PEOPLE
9 8
duur arbeidsbetrekking
Zeugen
antibio- gezondheidstica kosten uitval bigproductie
PIG
stro
7
leefoppervlakte
6
arbeidsproductiviteit
staartbijten
5 medewerker ziektewet
welzijnsmaatregelen
4
hygiënemaatregelen
3
transportafstand
2 relatie buurt
2013-proof welzijn
1 0
marktconcept mestbewerking export emissiereductie mestafzetkosten mesttransport landelijke inpassing voerwinst
energiekosten duurzame energie
bedrijfsstructuur
PROFIT
12
solvabiliteit
2013-proof milieu
bijproducten voerverbruik zeug milieumaatregelen
PLANET
Het bedrijf in figuur 2.3 en 2.4 haalt maximale punten op de volgende aspecten: het is qua welzijn gereed voor 2013, mesttransport, het toepassen van minimaal 3 specifieke milieumaatregelen, het qua milieu gereed zijn voor 2013, deelname aan een marktconcept en verder doordat er geen medewerker in de ziektewet zit. De totaalscore op dit bedrijf wordt positief beïnvloed door Planet- en ook Pig-componenten, maar op Profit en zeker op People wordt de score omlaag gehaald. Figuren 2.5 en 2.6 geven de duurzaamheidsscores voor de vleesvarkenshouderij. Figuur 2.5
Duurzaamheidsscore op componenten voor een vleesvarkensbedrijf (voorbeeldbedrijf) PEOPLE
9
PIG
8 7
Vleesvarkens
6 5 4 3 2 1 0
PROFIT
PLANET
Het voorbeeldbedrijf in figuur 2.5 behaalt een relatief lage score op Planet en People; op Pig en Profit realiseert het bedrijf ongeveer een gemiddelde score. Figuur 2.6 toont de detailscores hiervan.
13
Figuur 2.6
Duurzaamheidsscore voor een vleesvarkensbedrijf in detail (voorbeeldbedrijf) arbeidsmaatregelen
PEOPLE Vleesvarkens
9
antibio- gezondheidskosten tica uitval daggroei
duur arbeidsbetrekking
PIG
leefoppervlakte
8
staartbijten
7
welzijnsmaatregelen
6
arbeidsproductiviteit
hygienemaatregelen
5
slachtbevindingen
4
medewerker ziektewet
bloedtappen slachtlijn
3
transportafstand
2 relatie buurt
2013-proof welzijn
1 0
mestbewerking
marktconcept export
emissiereductie
mestafzetkosten
mesttransport
voerwinst
landelijke inpassing energiekosten
voerkosten/kg groei
PROFIT
duurzame energie
marge krit.opbr.prijs niveau krit.opbr.prijs meerprijs bedrijfsstructuur
bijproducten EW-conversie milieumaatregelen solvabiliteit
PLANET
2013-proof milieu
Dit vleesvarkensbedrijf scoort het maximaal aantal punten op hygiënemaatregelen, op bloedtappen aan de slachtlijn, op transportafstand van de slachtvarkens, op landelijke inpassing, marktconcept en op het feit dat er geen medewerker in de ziektewet zit. Al met al scoort het bedrijf iets lager dan gemiddeld.
14
3
Discussie De duurzaamheidsscores geven inzicht in bedrijfsaspecten en kunnen gebruikt worden in discussies om duurzaamheidsprestaties op onderdelen gericht te verbeteren. Ook kunnen ondernemers hun scores met elkaar bespreken en gebruiken in studieclubverband of in onderlinge contacten. De methode is slechts toegepast op een beperkt aantal bedrijven. Ook is de keuze van de aspecten en de puntenwaardering van de aspecten niet getoetst met externe deskundigen. Voor bredere toepassing is het daarom wenselijk om de keuzes en waarderingen nog eens tegen het licht te houden.
15
Literatuur Convenant Marktontwikkeling verduurzaming dierlijke producten (Tussensegmenten). Den Haag, 19 mei 2009.
Kengetallenspiegel 2010. Bedrijfsvergelijking Agrovision bv. MDV 2012. Maatlat Duurzame Varkenshouderij - varkensstallen. Criteria en beoordelingsrichtlijnen Maatlat Duurzame Veehouderij en Aquacultuur. Versie MDVA 3.1 - MDV 6 versie 1. Meul, M., F. Nevens en D. Reheul 2009. Validating sustainability indicators: focus on ecological aspects of Flemish dairy farms. In: Ecological Indicators 9: pp. 284-295.
16
Bijlage 1 Overzicht van aspecten in de duurzaamheidsscore Zeugen Pig (diergezondheid en welzijn) -
-
Antibioticagebruik (dagdoseringen) Gezondheidskosten (€/zeug/jaar) Uitval Opfokbiggen (%) Bigproductie (bgn/zg/jaar) Stro (dragende zeugen; >5 cm) (ja/nee) Leefoppervlakte Opfokbiggen (m2/dierplaats) Maatregelen tegen staartbijten (ja/nee) Welzijnsmaatregelen uit IDSH (aantal) Hygiënemaatregelen Zeugen (score): combinatie van Hygiënesluis (ja/nee); Schone weg/vuile wegprincipe consistent gebruikt (ja/nee) en Aparte werkkleding en materialen per diercategorie (ja/nee/deels) Transportafstanden biggen Voldoet aan 2013 - Welzijn (ja/nee)
Planet -
Mestbewerking (ja/nee) NH3-emissiereductie (% ten opzichte van Besluit Huisvesting) Transportafstand mest Landelijke inpassing (groensingel, enzovoort) (ja/nee) Energiekosten Zeugen (€/zeug/jaar) Duurzame energie (score); combinatie van Groene elektriciteit (ja/nee) en Groen gas (ja/nee) Vochtrijke bijproducten (% in rantsoen, EW-basis) Voerverbruik per zeug (omgerekend per grootgebrachte big) Milieumaatregelen uit IDSH Zeugen (aantal) Voldoet aan 2013 - Milieu (ja/nee)
Profit -
Solvabiliteit bedrijf (%) Bedrijfsstructuur biggenstroom (keuze: Volledig gesloten op locatie, Volledig gesloten met meerdere locaties, 1 of 2 vaste afnemers-leveranciers, overig binnenland en overig, inclusief buitenland) Voerwinst Zeugen (%) Mestafzetkosten (€/zeug/jaar) Export biggen (%) Deelname marktconcept biggen (ja/nee)
People -
Relatie lokale gemeenschap (keuze: slecht, matig, goed, zeer goed) Medewerker in ziektewet (>5 dagen/jaar) (ja/nee/n.v.t.) Arbeidsproductiviteit zeugen (zeugen/vak) Duur arbeidsbetrekking medewerkers (jaren) Arbeidsmaatregelen uit IDSH (aantal) 17
Vleesvarkens Pig (diergezondheid en welzijn) -
Antibioticagebruik (dagdoseringen/gavlv/jaar) Gezondheidskosten (€/gavlv/jaar) Uitval (%) Daggroei (gecorr.) (g/d) Leefoppervlakte (m2/dierplaats) Maatregelen tegen staartbijten (ja/nee) Welzijnsmaatregelen uit IDSH (aantal) Hygiënemaatregelen (score); combinatie van Hygiënesluis (ja/nee); Schone weg/vuile weg-principe consistent gebruikt (ja/nee) en Aparte werkkleding en materialen per diercategorie (ja/nee/deels) Slachtbevindingen Vleesvarkens (% orgaanafwijkingen) Bloedtappen slachtlijn (ja/nee) Transportafstanden afzet slachtvarkens Voldoet aan 2013 - Welzijn (ja/nee)
Planet -
Mestbewerking (ja/nee) NH3-emissiereductie (% ten opzichte van Besluit Huisvesting) Transportafstand mest Landelijke inpassing (groensingel, enzovoort) (ja/nee) Energiekosten Vleesvarkens (€/gavlv/j) Duurzame energie (score); combinatie van Groene elektriciteit (ja/nee) en Groen gas (ja/nee) Vochtrijke bijproducten Vleesvarkens (% in rantsoen, EW-basis) EW-conversie (gecorr.) Vleesvarkens (EW/kg) Milieumaatregelen uit IDSH Vleesvarkens (aantal) Voldoet aan 2013 - Milieu (ja/nee)
Profit -
Solvabiliteit bedrijf (%) Bedrijfsstructuur biggenstroom (keuze: Volledig gesloten op locatie, Volledig gesloten met meerdere locaties, 1 of 2 vaste afnemers-leveranciers, overig binnenland en overig, inclusief buitenland) Meerprijs slachtvarkens ten opzichte van landelijk gemiddelde (€/kg SG) Niveau Kritieke opbrengstprijs ten opzichte van KWIN-norm (€/kg SG) Marge tussen Marktprijs en Kritieke opbrengstprijs (€/kg SG) Voerkosten per kg groei (gecorr.) (€/kg) Voerwinst Vleesvarkens (%) Mestafzetkosten (€/gavlv/j) Export Slachtvarkens (%) Deelname marktconcept (ja/nee)
People -
18
Relatie lokale gemeenschap (keuze: slecht, matig, goed, zeer goed) Medewerker in ziektewet (>5 dagen/jaar) (ja/nee/n.v.t.) Arbeidsproductiviteit (gavlv/vak) Duur arbeidsbetrekking medewerkers (jaren) Arbeidsmaatregelen uit IDSH (aantal)
Bijlage 2 Duurzaamheidsmaatregelen Integraal Duurzame Stallen en Houderijsystemen (IDSH-regeling) -
Balans kraamhokken Buitenuitloop Daglicht (meer dan 2% van het staloppervlak) Frisse neuzen kraamhokken Geconditioneerde luchtinlaat Individueel voerstation Individuele registratie voer- en drinkwaterinname Ionisatie luchtinlaat Mengruimte zeugen Microfilters bij luchtinlaat Nevelkoeling Opfokkraamhok Pad-cooling Schouderkoeling Schuurpaal Watras kraamhokken Wroetplaats Biomassa Directe scheiding urine en mest Dierwarmteterugwinning LED-verlichting (ten minste 50% van het lichtplan) Luchtwassers Luchtbehandeling inkomende én uitgaande lucht Mestpanventilatie Warmteterugwinning Warmtewisselaar Windenergie Zonnecollectoren Zonnepanelen Automatisch vullen wroetplaatsen Automatisch voeren ruwvoer CCM installatie Mechanisch instrooien Spuitrobot
Regeling Verbetering dierenwelzijn (staartbijten) -
Substraat stro of mais Voerverstrekking op dichte vloer (naast regulier voersysteem) Wroetbak wroetautomaat (stro, zaagsel, voer, enzovoort) Strobak Stroruif
19
-
20
Wroezelaar (hooi, stro, enzovoort) Antistressblok (bijvoorbeeld zoutblok) Twee antibijtrubbers in houder Stuk zachthout aan ketting Scheepstouw
LEI Wageningen UR ontwikkelt voor overheden en bedrijfsleven economische kennis op het gebied van voedsel, landbouw en groene ruimte. Met onafhankelijk onderzoek biedt het zijn afnemers houvast voor maatschappelijk en strategisch verantwoorde beleidskeuzes. LEI Wageningen UR vormt samen met het Departement Maatschappijwetenschappen van Wageningen University en het Wageningen UR Centre for Development Innovation de Social Sciences Group. Meer informatie: www.wageningenUR.nl/lei
LEI-nota 12-120
Duurzaamheidsscore voor varkensbedrijven Methodiekontwikkeling