Durfplan voor Antwerpen Onze ambities voor de provincie
Nu zeker.
Durfplan voor Antwerpen In dit durfplan voor de provincie Antwerpen schrijven we onze ambitie voor de provincie neer: voor de stad Antwerpen, voor de Rupelstreek, voor Mechelen en de Kempen. In ons nationaal durfplan hebben we vier sporen uitgetekend: investeringen in de economie van de toekomst, investeringen in mensen, stevige solidariteit en betrouwbare banken. In dit Antwerps durfplan maken we concreet wat dit voor Antwerpen betekent. Wij willen jobs creëren. Letterlijk bouwen aan de toekomst van de provincie. We willen van de provincie Antwerpen de meest aangename plek maken om te wonen, te leven en te werken. Er beweegt duidelijk wat: de stad Antwerpen heeft terug ambitie, Mechelen en Turnhout herleven en die lijn willen wij overal verderzetten. Met een aantal grote infrastructuurwerken zoals de heraanleg van de Scheldekaaien in Antwerpen, de stationsomgeving in Mechelen en het stedelijk plateau in Turnhout, de bouw van nieuwe woongebieden in Antwerpen en Mechelen, en de verschillende mobiliteitswerken, wordt er letterlijk aan de provincie getimmerd. Het zijn projecten die nu worden opgestart, maar waar bewoners en bezoekers nog decennia lang de vruchten van zullen plukken. Een stad wordt pas echt aangenaam als ze ook goed is om in te leven. Daarvoor hebben we voldoende betaalbare kinderopvang nodig, zetten we in op open buurtscholen, moeten er duurzame jobs voorhanden zijn, leggen we kwaliteitsvolle straten, pleinen en parken aan, moet er sport en cultuur zijn, openbaar vervoer, ouderenzorg, enzovoort. Het Vlaams Parlement beslist in grote mate mee over de toekomst van de provincie Antwerpen. In ons Antwerps durfplan schuiven wij dan ook 7 gedurfde maar concrete ambities naar voor die aantonen waar wij het verschil kunnen maken bij de Vlaamse verkiezingen.
1. De economie van de toekomst Onze schepenen van economie steunen de ondernemers van de toekomst. We maken ruimte voor de groene economie. We willen de vervuilde terreinen hergebruiken voor nieuwe economie en innovatieve woonprojecten. We willen een duurzame toekomst voor onze industrie. Zo creëren we jobs nu die jobs later opleveren. Meer dan een eeuw lang werd Petroleum Zuid in Antwerpen zwaar vervuild doordat er olie in de ondergrond werd geloosd. Precies deze verlaten site moet over enkele jaren uitgroeien tot het uithangbord van een hoogtechnologische, groene economie. Het gebied wordt voorbehouden voor bedrijven die werken volgens het cradle-to-cradle principe. Dit wil zeggen dat alle gebruikte materialen na een leven in het ene product nuttig kunnen worden ingezet in andere producten. Zonder kwaliteitsverlies en zonder afval. Daarnaast wordt er ook een watergebonden distributiecentrum gecreëerd dat moet instaan voor de bevoorrading van de stad. De goederen worden maximaal aangevoerd via het water en het spoor, en vervolgens verdeeld over de hele stad. Op die manier zorgen we voor een drastische beperking van het vrachtwagenverkeer in Antwerpen. Het voetbalstadion aan de Schelde en een groene corridor die dwars door het gebied loopt vormen het sluitstuk van de ontwikkeling. Deze aaneengesloten strook van 15 ha wordt ingericht als een wandel- en fietsboulevard, en moet ook zorgen voor het behoud van het ecologisch evenwicht door de verbinding te maken met de waardevolle Hobokense Polder.
sp.a Durfplan – provincie Antwerpen – 26 mei 2009
2
In Mechelen richten we een Media & Ondernemerschapscentrum op, waar creatieve ondernemende disciplines kunnen samenkomen. Met het centrum willen we een economisch klimaat creëren dat de mogelijkheid laat om risico's te nemen, nieuwe methodes uit te testen en te experimenteren. Naast de kostendelende aspecten, kunnen ook werkruimte en expertise ter beschikking worden gesteld van de starters. Het nieuwe project moet de start zijn voor de oprichting van een heel aantal 'labo's' die uiteindelijk zullen leiden tot creatieve spin-offs dankzij een samenwerking tussen het bedrijfsleven, het onderwijs en de overheid. In de Mechelse regio is Willebroek-Noord het grootste brownfield (ongeveer 120 ha waarvan 50 ha redelijk snel kan ontwikkeld worden). Deze site is ook te ontsluiten via het Zeekanaal BrusselRupel en komt bij voorrang in aanmerking om een deel van het probleem van het tekort aan bedrijventerreinen in de regio op te lossen. Zo kan een deel van het transport naar dit industrieterrein per schip en niet per vrachtwagen gebeuren. De Kempen is al decennialang de industriële regio van Vlaanderen. Haar sterkte, maar ook haar zwakte. De economische crisis heeft het weer zwart op wit aangetoond. De eerste jobs vallen in de industrie. De Kempen wordt zwaar getroffen. Tegelijkertijd zien we dat de groene economie boomt in de Kempen. De Kempen heeft vandaag alles in zich om koploper te worden in groene economie, zowel naar onderzoek en technologie, als naar industriële activiteit en jobs.
2. Knooppunt van treinen en trams De mobiliteitsuitdaging in de provincie Antwerpen kent zijn gelijke niet in Vlaanderen. In de vorige legislatuur zijn verschillende beslissingen genomen en plannen gemaakt: de volgende legislatuur moet er gebouwd worden op het terrein. Dat levert jobs op in de volgende jaren en een betere mobiliteit tot lang daarna. Masterplan Wat betreft mobiliteit vinden wij ons STOP-principe belangrijker dan ooit: de stappers, trappers en het openbaar vervoer krijgen voor ons duidelijk voorrang op de personenauto’s. Wij houden dan ook vast aan de volledige uitvoering van het Masterplan. Het Masterplan Antwerpen wil de verkeersveiligheid en leefbaarheid in en rond Antwerpen verbeteren met 16 infrastructuurprojecten, waaronder de Oosterweelverbinding. Dus het Masterplan is meer dan het sluiten van de Ring, maar zeker ook de tramverlengingen naar de randgemeenten, de aanleg van de Groene Singel, meer en betere fietsinfrastructuur en toegankelijke waterwegen. Voor de Oosterweelverbinding vinden wij dat Antwerpen een betere oplossing verdient dan de Lange Wapper. Een dergelijke viaduct heeft immers schadelijke stedenbouwkundige gevolgen voor aanpalende en nieuwe woonzones die de volgende decennia niet meer kunnen uitgewist worden. De Vlaamse regering moet rekening houden met de mening van de Antwerpenaar in het referendum. Knooppunten van openbaar vervoer We zien onze steden ook als knooppunten van openbaar vervoer. De gerenoveerde spoortempel Antwerpen-Centraal wijst de weg. Het Vlaams Fonds voor Stationsomgevingen dat minister Van Brempt heeft opgericht, zorgt voor financiële ondersteuning voor kwalitatief uitgebouwde tram- en busstations zodat volwaardige openbaar vervoer-knooppunten ontstaan. Er zijn alvast middelen uitgetrokken voor de uitbouw van de openbaar vervoer knooppunten aan de stations van Antwerpen Luchtbal en Kapellen. Het Fonds voor Stationsomgevingen voorziet 14,6 miljoen euro voor de uitbouw aan het station van Mechelen. Dit wordt één van de grootste infrastructuurprojecten van de komende jaren in de provincie. De totaal vernieuwde stationsomgeving moet de vertrek -en aankomstplaats worden
sp.a Durfplan – provincie Antwerpen – 26 mei 2009
3
voor snelle en frequente verbindingen met de hoofdstad (het GEN- netwerk), de luchthaven (het Diabolo- project) en Antwerpen. Een lightrail verbinding spoort via Hombeek over Willebroek naar Boom met Antwerpen als eindbestemming. Vanuit het nieuwe station moet ook een tramverbinding komen die naar het noorden leidt tot aan een park and ride –zone aan de oprit Mechelen- Noord en het verder gelegen industrieterrein Mechelen -Noord. sp.a pleit in haar mobiliteitsplan in de Kempen voor de oprichting van een nieuw openbaar vervoer knooppunt ter hoogte van de ring van Turnhout. Dit Stedelijk Plateau met een randparking en een regionaal bustransferium zal niet alleen een goede doorstroming van het doorgaand verkeer garanderen, meteen wordt ook een van de meest zwarte punten van de Kempen aangepakt. Daarnaast pleit sp.a voor een nieuw station Turnhout-Zuid, als onderdeel van een nieuw openbaar vervoer knooppunt in Turnhout. Lightrail en trams De geplande tramverlengingen in Antwerpen zijn een mooie eerste stap, maar uiteindelijk willen wij van Antwerpen een knooppunt maken waar trams uit alle richtingen toekomen en vertrekken. Met een stadstramlijn naar Wilrijk, met sneltramlijnen naar Malle en Ranst, en met lightraillijnen naar Boom, Sint-Niklaas en Mechelen. Elke tramlijn wordt voorzien van voldoende overstappen en park&rides. Op die manier willen wij eindelijk een echt goed alternatief bieden voor de auto. Om de groei van de mobiliteit in Mechelen op te vangen, moet de tram in Mechelen opnieuw haar intrede doen. Een tramverbinding tussen het station en het centrum van Mechelen, doorgetrokken naar het noorden zou een goede oplossing kunnen zijn. Op die manier worden de ontwikkelingen aan het station, centrum en de stadsontwikkeling in het noorden, de geconcentreerde woonkernen zoals Otterbeek, de tewerkstellingszone Mechelen Noord, het geplande ziekenhuis en park&ride parkings verbonden. Ook binnen de stad Antwerpen wordt gestreefd naar maximale uitbouw van het tramaanbod: bijvoorbeeld door de aantakking van het Eilandje en Nieuw-Zuid op het binnenstedelijke tramnetwerk, een tramlijn op de Scheldekaaien, maar ook het creëren van tramverbindingen in ‘tramloze’ districten, zoals Ekeren en Wilrijk. In het centrum van de stad kan De Lijn maximaal gebruik maken van de premetrotunnels voor een congestievrije doorstroming. Het basisaanbod van het tramnet zou moeten uit gaat van 10 trams per uur tijdens de spits en een frequentie van 6 trams per uur buiten de piekuren. Volgens De Lijn is er rond Antwerpen potentieel voor 2 sneltrams, naar Ranst en naar Malle. De sneltram Antwerpen-Ranst is onderdeel van een maatregelenpakket om de verkeersproblematiek op de E313 te verzachten en om nieuwe alternatieven te bieden voor de reizigers die dagelijks in de file staan. Deze sneltram zou hoogfrequent moeten rijden tijdens de spitsuren, maar ook buiten de spits zou er elke 10 minuten een tram moeten rijden. Deze sneltram brengt reizigers via de premetro snel van de P&R’s in Ranst en Wommelgem naar het centrum van Anwerpen. De sneltram Antwerpen-Malle snijdt het gebied aan in de vork tussen de HSL naar Nederland en de spoorlijn Antwerpen-Turnhout. Malle, Sint-Antonius (Zoersel), Schilde en Wijnegem krijgen hiermee een hoogwaardig openbaar-vervoerproduct op wat nu al één van de drukste streekbusassen van de provincie Antwerpen is. In het zuiden van de Kempen moeten we durven denken aan een sneltramverbinding die de knooppuntfunctie van de luchthaven van Zaventem versterkt, namelijk de sneltram Heist-op-denBerg – Haacht – Zaventem – Brussel. Deze lijn bestaat uit een sneltram die Heist-op-den-Berg verbindt met het station van Haacht, Kampenhout, de Cargozone en bedrijvenzone van de luchthaven van Zaventem. Deze verbinding vervolledigt het interregionale netwerk in de driehoek Mechelen-Leuven-Brussel door centraal in deze regio een duurzaam en performant alternatief voor
sp.a Durfplan – provincie Antwerpen – 26 mei 2009
4
de wagen aan te bieden. Maar we durven ambitieuzer zijn, met een sneltram van Turnhout tot Wommelgem en een sneltram langs het Albertkanaal van Meerhout tot Wommelgem, ‘de watertram’. Beide lijnen kunnen via de reuzentunnel in Wommelgem aansluiting geven naar Antwerpen-centrum. Hiermee zou het verkeer op de E313 en de E34 pas echt verlicht worden. De meer dan 400.000 Kempenaars verdienen een goed modern uitgebouwd openbaar vervoer. Vrachtvervoer 1 op 4 wagens is een vrachtwagen op de autosnelwegen rond Antwerpen. Vooral de Kempen fungeert met de E313 en het Albertkanaal meer en meer als een transitzone voor het vrachtverkeer. Dat kan moeilijk anders, gezien de ligging ten opzichte van de haven van Antwerpen. Maar we willen zo weinig mogelijk transitverkeer en de hinder moet minimaal zijn. Daarom vinden we de kilometerheffing voor vrachtwagens zo belangrijk, om containers richting binnenvaart en spoor te prijzen, vrachtwagens groener te maken en ze uit de spits te halen. Met de opbrengst kan geïnvesteerd worden in mobiliteit voor de Kempen, zowel flankerende en hindermilderende maatregelen als nieuwe investeringen in bijvoorbeeld openbaar vervoer en de verdere opwaardering van het Albertkanaal zodat verdere groei van het vervoer over water niet belemmerd wordt door de beperkende infrastructuur (te lage bruggen, te renoveren sluizen). Geluidsschermen langs de autostrades, bijvoorbeeld, betaald door het Vlaams Gewest. Of een vrije busbaan over de ganse lengte van de E313. De Kempen als hinterland, mag voor haar inwoners geen hinderland worden. Hier wordt niemand beter van, ook Antwerpen en Limburg niet. Fiets De aanpak van de fietspaden voor het functioneel fietsverkeer is prioritair. Een fietsroute is zo aantrekkelijk als zijn zwakste schakel. Als delen ontbreken of in slechte staat zijn is dat voor veel mensen een reden om de tweewieler op stal te laten. Daarom vormt in de stad Antwerpen de aanleg van fietsinfrastructuur een belangrijk onderdeel van de beleidsagenda. 100 km nieuwe en herstelde fietspaden moeten samen met de verbeterde fietsverbindingen tussen wijken en districten zorgen voor een fietsvriendelijk Antwerpen. Via de verdere ontwikkeling van trage wegen, moet de Kempen fietssnelwegen ontwikkelen binnen de dorpen en steden maar ook tussen de kernen. We pleiten voor een optimale aanwending van de subsidies die hier voorhanden zijn. Naar analogie met de speelstraten, willen we in de schoolomgevingen fietsboulevards zien ontstaan die ’s morgens en ’s namiddags een half uurtje geopend worden. Dit maakt dat leerlingen en scholieren in de onmiddellijke schoolomgeving veilig kunnen fietsen en lopen. Het fietspunt in Herentals is recent geopend. Het fietspunt in Mol en Turnhout is gepland. Als nu ook in Geel een fietspunt kan worden gestart is de Kempen de eerste regio in Vlaanderen met een geschakeld netwerk aan fietspunten, uitgebaat door het Fietsenatelier, een sociale werkplaats uit Mol. Auto En als er dan toch auto’s rijden in de stad, waarom dan geen elektrische auto’s? In een aantal buurlanden wordt er de komende jaren fors ingezet op de komst van de elektrische auto. Waarom zou dat in Antwerpen niet kunnen? Een aantal autoconstructeurs heeft een elektrisch model klaar en wil die snel op de markt brengen. Het vraagt om een slim netwerk met elektriciteitsopslag en een netwerk van oplaadpunten om de batterijen van de auto’s op de laden. Antwerpen is hier vragende partij. De stad hoeft hierop niet te wachten en kan al op eigen gronden oplaadpunten voorzien. De eerste oplaadpunten werden overigens al gepland in den Bell, de nieuwe kantoorruimte voor alle stedelijke diensten. Zo kan de stad alvast het goede voorbeeld geven door haar wagenpark stelselmatig om te schakelen. Ook P+R voorzieningen van De Lijn lenen zich hier perfect toe: terwijl je met een snelle tram de binnenstad in trekt, laadt je wagen op de parking op.
sp.a Durfplan – provincie Antwerpen – 26 mei 2009
5
3. Stad aan de groene stroom Het tijdperk van de fossiele brandstoffen loopt stilaan op zijn einde. Ongeveer iedereen is er nu van overtuigd dat we de omslag moeten maken naar een nieuwe, groene economie die meer gebruik maakt van schone energie. Tegelijk maken we de omslag van jobs in de klassieke industrie naar jobs in de nieuwe economie. De Kempen moet de duurzame energie-regio van Vlaanderen worden. Naast de kenniscentra en de duurzame energietechnologie cluster zorgen we ook meteen voor lokale toepassingen. We verenigen op wijkniveau in samenwerking met stad of gemeente alle bewoners en zetten samen een wijkverwarming via een eigen energiecentrale op. Door alle daken te voorzien van zonnepanelen kunnen we zelf voorzien in onze elektriciteit en warmte. Het teveel verkopen we. Via een lokale obligatie, een volkslening financieren we samen dit systeem. De winsten vloeien terug naar de bewoners. We ondersteunen bedrijven, organisaties en lokale besturen tegen om massaal platte daken te voorzien van zonnepanelen en foto-voltaïsche cellen en de gegenereerde stroom te gebruiken en/of te verkopen aan het net. In Mechelen willen we samen met de gemeenten Putte, Bonheiden en de provincie Antwerpen als eerste een energieneutraal zwembad bouwen. Daarnaast willen we een aanzienlijk aantal passiefwoningen bouwen in Mechelen in het kader van de nieuwe verkavelingen. De sociale woningmaatschappij in Mechelen schrijft onder impuls van sp.a een aanbesteding uit waarbij fabrikanten zonnepanelen kunnen installeren op de daken van sociale woningen in ruil voor groene stroomcertificaten. De huurders van deze sociale woningen krijgen dan als tegenprestatie een elektriciteitsrekening die normaal ongeveer een derde lager zou moeten liggen. Wij willen dat deze werkwijze de norm wordt voor alle sociale woningen die beschikken over een nieuw of gerenoveerd en geïsoleerd dak dat voldoende goed georiënteerd is om in aanmerking te komen voor het plaatsen van photovoltaische panelen. Van de Antwerpse haven willen we ook een energie-haven maken. De laatste obstakels om grootschalige wind- en zonne-energie te installeren moeten weggewerkt worden. Daarom moeten de kosten die de distributienetbeheerder in de haven draagt door de uitbetaling van groenestroomcertificaten en de kosten van de verbinding tot het hoogspanningnet meegerekend worden in de kosten van alle energiedistributeurs. Er moet verder werk gemaakt worden van meer warmtekrachtkoppelingen, de ideeën voor een getijdencentrale op de Schelde moeten verder worden uitgewerkt en restwarmte uit de havenindustrie zou kunnen worden aangewend voor verwarming van gebouwen en bij huishoudens.
4. Verder bouwen aan de steden van de toekomst De stad Antwerpen zit opnieuw in de lift als een aantrekkelijke plek om te wonen en te leven. En dat is goed voor de hele provincie. Daarom moeten we doorgaan met de ontwikkeling van nieuwe wijken zoals nieuw Zurenborg en Regatta, de renovatie van huizenblokken en de opleving van bestaande stadsdelen. De grote projecten van stadsvernieuwing zoals de Scheldekaaien en de groene Singel spelen daarin een sleutelrol. Het zijn investeringen die de komende eeuw bepalend zijn voor hoe bewoners en bezoekers zullen omgaan met ’t stad. De kwaliteit van de publieke ruimte primeert: de zorg voor het openbaar domein is cruciaal. De heraanleg van de stationsomgeving in Mechelen koppelen we aan de ontwikkeling van de nabijgelegen Arsenaalsite. De site aan de achterzijde van het station – qua oppervlakte groter dan
sp.a Durfplan – provincie Antwerpen – 26 mei 2009
6
de historische binnenstad – wordt ontwikkeld tot woongebied, aangevuld met een moderne kantoorzone. Analisten voorspellen dat dit project tot 10.000 extra jobs kan opleveren. En het biedt Mechelen de ruimte die het nodig heeft om te groeien. De steden moeten nog meer een plek worden voor jonge gezinnen met kinderen. Dat betekent ondermeer veel meer ruimte om te spelen, nog meer groen in de stad en een goed aanbod van betaalbare woningen en veilige en aantrekkelijke woonomgevingen. Wonen moet betaalbaar blijven voor iedereen. Wij kiezen voor een echte sociale mix in nieuwe woningprojecten en een betere bescherming op de private huurmarkt. De Vlaamse huursubsidie moet het betaalbaar wonen in de stad garanderen. Mechelen is de sterkst groeiende stad in Vlaanderen. De nood aan bijkomende woningen is dan ook groot. We willen echter niet zomaar nieuwe woonbuurten creëren maar vooral zorgen voor kwalitatief sterke woonprojecten zoals het woonproject Papenhof in het noordoosten van de stad. In deze eco-wijk willen we 280 nieuwe woningen laten bouwen. Het wordt een gemengde wijk met verschillende woningtypes. We willen energiezuinige en kwaliteitsvolle woningen die ingeplant worden in een woonbuurt met veel gemeenschappelijk groen. We willen hier minstens een aantal passiefwoningen en veel ruimte voor recreatie, sport en spel. We willen ervoor zorgen dat de wijk goed ontsloten wordt via het openbaar vervoer. We investeren ook in sociale woningen. Vooral in de kwaliteit ervan. Het patrimonium van de Mechelse sociale huisvestingsmaatschappij ‘De Mechelse Goedkope Woning’ is bijvoorbeeld jarenlang verwaarloosd. Het gevolg is dat een aantal sociale woonwijken begonnen te verloederen. Onder impuls van sp.a kwam er een doorlichting en weten we hoe we de zaken willen aanpakken. We willen nu over een tijspanne van 7 tot 8 jaar meer dan 100 miljoen euro investeren in de renovatie of vernieuwbouw van de 1500 woningen. Dit moet niet alleen honderden jobs creëren in de bouwsector, tegelijkertijd wil de sociale huisvestingsmaatschappij ook de nieuwste isolatie –en energietechnieken introduceren. De renovatiewerken in de diverse Mechelse sociale woonwijken bieden ook kansen om sociale woonblokken anders in te passen en te spreiden over de ganse stad. Op deze manier wil sp.a de samenlevingsproblemen die in bepaalde wijken bestaan, door een overconcentratie aan kansarmoede, wegwerken. In deze wijken streven we naar echte volkshuisvesting waar sociale huurwoningen worden gebouwd naast sociale koopwoningen, budgetwoningen voor starters en gewone nieuwbouw. Met een plan voor een stad van morgen en overmorgen durven Antwerpen en Mechelen te investeren in hun toekomst. Al deze ambities vragen om investeringen, van de stad en van Vlaanderen. De nieuwe Vlaamse regering moet zich in de volgende legislatuur verder inzetten op dit stedenbeleid.
5. Meer kinderopvang In de hele provincie is er een gebrek aan kinderopvang. De zogenaamde Barcelona-norm van de EU zegt dat er genoeg plaatsen moeten zijn om één op drie kinderen tussen 0 en 3 jaar te kunnen opvangen. Antwerpen zit daaronder. In Antwerpen kan slechts één op vier kinderen worden opgevangen. Er is een wachtlijst van 4000 kinderen en alleen al om de minimumnorm te halen zouden er meteen 1500 plaatsen moeten bijkomen. Dat is heel wat. Wij vinden niet dat Antwerpen de minimale Barecelona-norm moet halen. Wij vinden dat we er significant boven moeten zitten. Samen met de
sp.a Durfplan – provincie Antwerpen – 26 mei 2009
7
inspanningen die reeds worden ondernomen door de stad, moeten er tegen 2013 een totaal van 2500 extra opvangplaatsen bij komen. Op die manier wordt het recht op kinderopvang écht gegarandeerd. Mechelen wordt volgens de laatste bevolkingsvooruitzichten de snelst groeiende stad van Vlaanderen. De stad vergroent en vergrijst tegelijkertijd. Ook in Mechelen en omstreken is er dus een gebrek is aan kinderopvang. Heel concreet betekent dit dat er zeker een duizendtal opvangplaatsen moeten bijkomen, waarvan een meerderheid in de inkomensgerelateerde kinderopvang. In de Kempen en de Rupel voorzien we ook nog eens 2.000 extra plaatsen.
6. Onderwijs in goed uitgeruste scholen Na de kinderopvang, komt de school. De stad Antwerpen zal in de komende jaren te maken krijgen met een sterke verjonging van haar bevolking. Door het grote geboorteoverschot zal het aantal kinderen in de stad tijdens de komende twee decennia toenemen met 25.000 tot 65.000. Op zich is dat natuurlijk goed nieuws, maar het betekent ook dat er zich een paar enorme uitdagingen opdringen. Over kinderopvang hebben we het hierboven al gehad, maar ook voor het onderwijs komen er een paar cruciale jaren aan. Want hoe garandeer je dezelfde kwaliteit van onderwijs als het aantal kinderen plots fors toeneemt? Voldoende schoolgebouwen is in deze context uiteraard de eerste opdracht. Het Masterplan van het Stedelijk Onderwijs Antwerpen gaat uit van het recht op een basisschool op buurtniveau en een middenschool (laatste jaren basis, eerste jaren secundair) op wijkniveau. Voor het verdere secundaire onderwijs worden naast de bestaande scholen een aantal thematische campussen voorzien, zoals een Kunstencampus op het Eilandje en een Topsportcampus in Wilrijk. Er worden overigens niet alleen middelen uitgetrokken om bij te bouwen, er wordt ook fors geïnvesteerd in het onderhoud van het patrimonium en zuiniger energiebeheer. Kortom, de scholen van de toekomst staan in Antwerpen. Met de PPS scholenbouw van minister Vandenbroucke kunnen we in de volgende legislatuur aan de slag: 307,8 miljoen euro investering in 54 scholen in de provincie Antwerpen. In de volgende legislatuur is een verdere versnelling van de scholenbouw nodig. In de Noorderkempen scholen we de technici van de toekomst. We willen concreet komen tot een betere samenwerking tussen het provinciaal, gemeenschaps- en vrij onderwijs met als inzet jongeren te scholen tot technici van de toekomst. Op die manier zorgen we voor de volgende generatie dokwerkers en ingenieurs die de Antwerpse haven groot hebben gemaakt.
7. Ouderenzorg in levensloopbestendige wijken De Antwerpse bevolking vergroent niet alleen, aan de andere kant van de piramide vergrijst en verwit ze ook nog altijd. Er komen steeds meer ouderen bij en die hebben allemaal recht op de beste zorgfaciliteiten die beschikbaar zijn. Daarbij willen we de senioren niet isoleren in grote zorgcentra waar ze volledig afhankelijk worden. Integendeel, we willen net dat ze zoveel mogelijk deel blijven uitmaken van de samenleving en in contact komen met andere leeftijden. Om deze uitdagingen aan te gaan bouwt Antwerpen woonzorgkernen binnen levensloopbestendige wijken. Dat wil zeggen dat wijken zo ingericht worden dat iedereen er zo lang mogelijk zelfstandig en in de eigen vertrouwde omgeving kan wonen. In elke wijk moeten alle zorg- en woondiensten aanwezig zijn, van serviceflats over zorgcentra tot een lokaal dienstencentrum. Waar mogelijk worden faciliteiten voorzien om jongeren en ouderen met elkaar
sp.a Durfplan – provincie Antwerpen – 26 mei 2009
8
in contact te brengen. Zo werd in Wilrijk de tuin van een woonzorgcentrum heraangelegd met speeltuigen voor kinderen, terwijl het IGLO-project op Linkeroever woonzorgdiensten voor ouderen combineert met voorzieningen voor kinderen en jongeren. Voorlopig worden er acht stedelijk wijken op die manier ingericht, maar we willen uiteindelijk komen tot 39 wijken, verspreid over de hele stad. Daarom moet Vlaanderen de uitvoering versnellen van de woon- en zorgcentra die zich beroepen op de Vlaamse VIPA- financiering. We zullen erop toezien dat het nieuw regionaal ziekenhuis in Mechelen in de volgende legislatuur effectief wordt gebouwd. In het complex worden de diensten van de drie campussen van AZ SintMaarten in Mechelen en Duffel samengebracht. Goed voor 642 bedden en 81 plaatsen voor daghospitalisatie. Wij willen erover waken dat het hospitaal openstaat voor iedereen, ongeacht inkomen en religieuze of levensbeschouwelijke overtuiging. Naast het ziekenhuis moet ook een nieuw woon- en zorgcentrum voor 120 ouderen komen.
sp.a Durfplan – provincie Antwerpen – 26 mei 2009
9