Durf Duurzaam Beleidsnotitie Duurzaamheid 2015-2018 Gemeente Eijsden-Margraten
Beleidsnotitie Duurzaamheid 2015 - 2018
Inhoudsopgave
Inleiding ................................................................................................................................................... 2 Hoofdstuk 1. Huidige situatie .................................................................................................................. 4 Hoofdstuk 2. Ambities & Doelen ............................................................................................................. 6 Hoofdstuk 3. Toelichting thema’s en projecten ...................................................................................... 7 Thema 1. Duurzaam vastgoed ............................................................................................................. 7 Project A. Inzichtelijk maken duurzaamheidsniveau gemeentelijke gebouwen............................. 8 Project B. Plaatsen van een slimme meter bij alle gemeentelijke gebouwen .............................. 10 Project C. Realiseren van een energieloket voor burgers en bedrijven ........................................ 11 Project D. Bij minstens 500 huishoudens energiescans uitvoeren ............................................... 13 Thema 2. Duurzaam grondgebruik en energie-opwekking ............................................................... 15 Project E. Opstellen businesscase biomassa ................................................................................. 16 Project F. Zonne-energie: Compensatie CO2-emissie openbare verlichting ................................ 17 Thema 3. Duurzaamheidsinbedding gemeentelijke organisatie ....................................................... 18 Project G. Duurzaamheidscheck binnen organisatieprocessen .................................................... 18 Thema 4. Duurzaam burgerschap ..................................................................................................... 19 Project H. Oprichten drie Buurkracht-buurten ............................................................................. 19 Project I. Opleiden energiecoaches ............................................................................................... 20 Hoofdstuk 4. Overige ontwikkelingen ................................................................................................... 21 Milieubeleidsplan .............................................................................................................................. 21 Led-verlichting ................................................................................................................................... 21 Lange termijn..................................................................................................................................... 22 Hoofdstuk 5. Financiën & Middelen ...................................................................................................... 23 Hoofdstuk 6. Tijdlijn & Planning ............................................................................................................ 25 Bijlage 1. Grafische weergaven situatieschets Eijsden-Margraten ....................................................... 26 Bijlage 2. Gemeentelijke gebouwen...................................................................................................... 29 Bijlage 3. Opleiden energiecoaches ...................................................................................................... 30
1
Beleidsnotitie Duurzaamheid 2015 - 2018
Inleiding Binnen de gemeente Eijsden-Margraten is de afgelopen maanden met betrokkenheid van veel mensen gewerkt aan de Beleidsnotitie Duurzaamheid, dat de koers bevat naar een duurzame gemeente. Te pas en te onpas komen we het woord duurzaamheid tegen in ons dagelijkse leven. Maar wat is duurzaamheid voor ons? Hebben we het over de winning van grondstoffen, productieprocessen of het transport van materialen? Energieverbruik en/of de flexibiliteit (en daarmee langere houdbaarheid) van het gebouw of wat we met ons afval doen? Duurzaamheid is enerzijds een normatief begrip - we stellen dat toekomstige generaties veilig moeten worden gesteld –, en anderzijds een dynamisch begrip: opvattingen zijn voortdurend in ontwikkeling en de constante hernieuwing van technieken zorgt ervoor dat de definitie van duurzaamheid niet statisch is. Dit beleidsdocument is daarom ook een groeidocument en dient aangepast te worden als de omgeving hierom vraagt. We hebben behoefte aan een visie die ons helpt keuzes te maken bij activiteiten die we ontplooien. Een grotere rol voor duurzaamheid binnen de gemeente EijsdenMargraten is een expliciete wens en is onder meer in het raadsprogramma vastgelegd. Deze beleidsnotitie is opgesteld om inzichtelijk te maken hoe we concreet willen bijdragen aan duurzaamheidsambities. De uitvoering van het duurzaamheidsbeleid staat niet op zich. Input en beïnvloeding vindt plaats door ontwikkelingen en afspraken op onder meer Europees, nationaal en regionaal niveau. Het EUbeleid verlangt van ons meer maatschappelijke betrokkenheid en lokale participatie. Als gemeente Eijsden-Margraten hebben we behoefte aan een waardenkader rondom duurzaamheid en universele verantwoordelijkheid. We moeten ons verenigen om te werken aan universele mensenrechten, respect voor de natuur en economische rechtvaardigheid. Het mondiale milieu met zijn eindige hulpbronnen is een gemeenschappelijke zorg van alle volkeren. De huidige productie- en consumptiepatronen resulteren in vernietiging van het milieu en uitputting van hulpbronnen. Er zijn wezenlijke veranderingen nodig in onze waarden, instituten en levenswijzen. Hiervoor is aandacht voor onze gehele aarde, maar ook onze lokale gemeenschappen van belang. Wat zijn onze eigen kernwaarden, en van waaruit kunnen we ons dagelijks handelen in werk- en persoonlijke sfeer afstemmen? Het Earth Charter Initiative is een internationaal netwerk dat zich bezighoudt met ethische principes ten aanzien van het stimuleren van duurzame ontwikkeling. Het vormt een basis voor een betere wereld en biedt handvatten voor ons dagelijkse handelen. Enkele principes die inspirerend zijn voor ons eigen gemeentelijke waardenkader zijn geselecteerd. We willen ons inzetten voor een duurzame en eerlijke economie: fair business, fair labour, fair production, fair finance, fair markets en fair relations. We streven een duurzame gemeente te zijn door enkele essentiële en benodigde waarden voor een opkomende wereldgemeenschap uit dit initiatief in te bedden in ons ‘gemeente-DNA’:
2
Beleidsnotitie Duurzaamheid 2015 - 2018 Waardenkader
Het recht natuurlijke hulpbronnen te bezitten, te beheren en te gebruiken is gekoppeld aan de plicht schade aan het milieu te voorkomen en de rechten van de mens te beschermen
Stel de rijke schatten en de schoonheid van de aarde veilig voor huidige en toekomstige generaties
Ecologische integriteit: Beheer de winning en het gebruik van niet hernieuwbare hulpbronnen zoals delfstoffen en fossiele brandstoffen zodanig dat de vermindering minimaal is en er geen ernstige milieuschade resulteert Pas patronen toe van productie, consumptie en reproductie, die de regenererende capaciteiten van de aarde, de mensenrechten en het welzijn van gemeenschappen beschermen
Bevorder de studie van ecologische duurzame ontwikkeling en bevorder de vrije uitwisseling en brede toepassing van de verworven kennis
Fair business, fair labour, fair production, fair markets
Ons dagelijkse handelen dient in overeenstemming te zijn met bovenstaande kernwaarden. Getracht is om duurzaamheidsprojecten te selecteren op basis van deze uitgangspunten. Op bladzijde 6 vindt u een overzicht van deze projecten. Hoe is deze notitie opgebouwd? In hoofdstuk 1 wordt eerst de huidige situatie toegelicht. Vervolgens komen de ambities aan bod in hoofdstuk 2 en worden de projecten in hoofdstuk 3 toegelicht. Hierna zullen overige ontwikkelingen (hoofdstuk 4) , financiën (hoofdstuk 5), en een tijdsplanning (hoofdstuk 6) aan bod komen. Waar mogelijk, wordt de link gelegd tussen verschillende beleidsvelden. Dit wordt dan apart vermeld in een toelichtend kader. Tenslotte zijn er voor meer details enkele bijlagen toegevoegd.
3
Beleidsnotitie Duurzaamheid 2015 - 2018
Hoofdstuk 1. Huidige situatie Onze welvaart heeft sinds het midden van de 20e eeuw een sterke vlucht genomen. Onderwijs en medische zorg is verbeterd en woningen zijn comfortabeler en groter geworden. Ook onze arbeidsomstandigheden en bestedingsmogelijkheden zijn verbeterd. We hechten veel waarde aan onze collectieve welvaartsstijging en trachten deze in stand te houden. Dit heeft echter ook een keerzijde. Er zijn grenzen aan deze groei. Enkele ontwikkelingen die kenmerkend zijn voor deze keerzijde betreffen bijvoorbeeld de klimaatverandering, watercrisis, energietransitie en verlies aan biodiversiteit. De veranderingen zijn gelinkt aan mondiale ontwikkelingen zoals globalisering, bevolkingsgroei en welvaartstoename. Er dient gewerkt te worden aan een energietransitie en aan een duurzame energiehuishouding. Het betekent dat we het verwerven en ontwikkelen van welvaart op een andere manier zullen moeten bewerkstelligen. Alle overheden, van nationaal tot lokaal, hebben een belangrijke rol en verantwoordelijkheid als het nieuwe en duurzame productie- en consumptiepatronen betreft. De vraag naar duurzame producten kan zo bijvoorbeeld gestimuleerd worden. Anderzijds dient het bewustzijn bij burgers vergroot te worden door te starten met zelf het goede voorbeeld te geven. Uiteindelijk dient ook duidelijke weten regelgeving (en consequente handhaving) bij te dragen aan duurzame ontwikkelingen. Er is dus werk aan de winkel. Sinds 2015 bestaat een deel van ons wagenpark uit elektrische auto’s, om zo het vervoer duurzamer te maken. Naast de eerder aangebrachte zonnepanelen op het gemeentehuis vormen dit voorbeelden van activiteiten in het kader van de voorbeeldfunctie als gemeente. Door deze activiteiten laat de gemeente zien dat wordt ingezet op duurzaamheid en wil hiermee een voorbeeld zijn voor de eigen inwoners en bedrijven om minder energie te verbruiken en zelf duurzame energie op te wekken. Op diverse terreinen is reeds beleid geformuleerd ten aanzien van milieugerelateerde onderwerpen. In het coalitieprogramma en raadsprogramma worden verschillende actiepunten opgesomd om te komen tot een meer duurzame gemeente. Binnen de programmabegroting is er aansluiting met duurzaamheid op de punten Landschap en Gemeenschap, maar vooral bij Bedrijfsvoering. Enkele actiepunten uit het raadsprogramma zijn: - 97. Stimulering en subsidieregeling van jaarlijks maximaal €100.000 voor lokale duurzaamheidsprojecten bij particulieren; - 98. Tariefdifferentiatie in rioolheffing, waardoor de burger naar rato van de hoeveelheid vervuild water betaalt; - 101. Kosten van energie beperken door gebruik te maken van zonne-energie en biomassa. De gemeente vervult op dit punt een voorbeeldfunctie; - 102. Meer oplaadpunten voor elektrische voertuigen; - 103. Coöperatieve vormen van kleinschalige energieopwekking rondom agrarische bedrijven worden gestimuleerd; - 104. Bij vervanging en vernieuwing wordt LED verlichting als straatverlichting gebruikt met respect voor de karakteristiek van de omgeving; - 105. Financiering van projecten die zich daarvoor lenen, zoals duurzaamheidsprojecten, vindt plaats via crowd funding; - 106. De inzameling van bruikbaar afval en het hergebruik van water, ook regenwater en zaken als het composteren en verkorten van kringlopen en hergebruik van reststoffen, zijn zaken die vanuit de gemeente blijvend in gang gezet moeten worden. Dit betreft gecontinueerde uitvoering van bestaand beleid; - 110. Inkoop: slimmer inkopen van energie.
4
Beleidsnotitie Duurzaamheid 2015 - 2018 Deze plannen vormen de basis voor de uitwerking van de Beleidsnotitie Duurzaamheid 2015. Hoe staan we er nu als gemeente eigenlijk voor als het gaat om het waardenkader? Op het gebied van voedselvraagstukken en dillema’s rond het recht op voedsel was hier afgelopen kerst al een voorbeeld te zien. Zo kon iedere individuele medewerker ervoor kiezen zijn of haar kerstpakket af te staan aan de voedselbank. Een ander punt uit het waardenkader gaat over ecologische integriteit en het gebruik van alternatieve energieopwekking. Energie in Beeld toont ons wat de stand van zaken is. Als we inzoomen op het actiepunt ‘Gebruik van zonne-energie’ binnen het raadsprogramma, is het evident te kijken naar het huidige aantal aansluitingen binnen onze gemeente. Hiernaast is te zien dat dit in 2014 520 aansluitingen bedroeg op een totaal van 10.400 huishoudens.
Daarnaast tonen de overige rapportages ons (zie bijlage 1 voor meer grafieken) dat de meeste verduurzamingsmaatregelen genomen dienen te worden bij vrijstaande en 2 onder 1- kapwoningen. De grootste uitdagingen zijn daarnaast te vinden bij particuliere woningen tussen de bouwjaren 1960 en 1980. Het is dan ook geen verrassing dat het VNG zich met haar duurzaamheidsbeleid richt op de particuliere woningvoorraad. Voor onze gemeente is de verduurzaming van de bestaande woningvoorraad een belangrijk aandachtspunt aangezien onze particuliere woningvoorraad circa 80% bedraagt. Daarnaast werd in huidig beleid gesteld dat in de toekomst niet meer grootschalig zal worden ingezet op nieuwbouw, maar dat de bestaande woningvoorraad verduurzaamd dient te worden. Op basis hiervan kunnen ambities naar de toekomst toe worden vastgesteld en projecten worden geselecteerd. Deze zijn terug te vinden op bladzijde 6.
5
Beleidsnotitie Duurzaamheid 2015 - 2018
Hoofdstuk 2. Ambities & Doelen Bij uitvoering van het duurzaamheidsbeleid wordt gestreefd naar een projectgerichte aanpak waarbij geïntegreerd en domeinoverschrijdend zal worden gewerkt. Betrokkenheid en kruisbestuiving kan zo worden gestimuleerd. Tevens past deze aanpak binnen een lerende organisatie. De thema’s betreffen duurzaam vastgoed, duurzaam grondgebruik & energie-opwekking, duurzaamheidsinbedding en duurzaam burgerschap. Onderstaande thema’s zijn direct gekoppeld aan concrete projecten A t/m I en planvorming. Projecten D en I zijn aan elkaar gelinkt maar worden toch apart benoemd.
Thema 1. Duurzaam vastgoed Gemeentelijk vastgoed: - Project A. Opstellen routekaart energieneutrale vastgoedportefeuille - Project B. Plaatsen van een slimme meter bij alle gemeentelijke gebouwen Woningvoorraad: - Project C. Realiseren van een energieloket voor burgers en bedrijven - Project D. Bij min. 500 huishoudens energiescan uitvoeren (/opleiden energiecoaches)
Thema 2. Duurzaam grondgebruik en energie-opwekking - Project E. Opstellen businesscase biomassa - Project F. Zonne-energie: Compensatie CO2-emissie openbare verlichting
Thema 3. Duurzaamheidsinbedding gemeentelijke organisatie - Project G. Duurzaamheidscheck binnen organisatieprocessen
Thema 4. Duurzaam Burgerschap - Project H. Oprichten drie Buurkracht-buurten - Project I. Opleiden energiecoaches (/Bij 500 huishoudens energiescan uitvoeren)
6
Beleidsnotitie Duurzaamheid 2015 - 2018
Hoofdstuk 3. Toelichting thema’s en projecten Thema 1. Duurzaam vastgoed
Thema 1. Duurzaam vastgoed Gemeentelijk vastgoed: - Project A. Opstellen routekaart energieneutrale vastgoedportefeuille - Project B. Plaatsen van een slimme meter bij alle gemeentelijke gebouwen Woningvoorraad: - Project C. Realiseren van een energieloket voor burgers en bedrijven - Project D. Bij min. 500 huishoudens energiescan uitvoeren (/opleiden energiecoaches)
Steeds sterker dringt het tot onze samenleving door: duurzaamheid en energiebesparing zijn geen luxe maar noodzaak. De aandacht voor duurzaam vastgoed blijft daar niet bij achter. Het aanbod van duurzame utiliteitsgebouwen is nog beperkt in Nederland. Het gaat dan niet alleen over duurzaam gebouwd vastgoed maar ook over gebouwen die duurzaam worden beheerd en gebruikt. Bij niet-duurzaam vastgoed lopen de kosten op. In de toekomst gaan er zelfs nog meer financiële nadelen aan niet-duurzaam vastgoed kleven. In veel landen is er bijvoorbeeld al een CO2-taks en er volgen naar verwachting steeds meer (belasting)maatregelen voor gebouwen die niet duurzaam zijn. De TCO (Total Cost of Ownership) van niet duurzaam vastgoed zal naar verwachting dus alleen maar stijgen. Bij wel-duurzaam vastgoed zal de TCO juist dalen: financieel is duurzaam vastgoed erg aantrekkelijk. In huidig beleid werd al gesteld dat in de toekomst niet meer grootschalig zal worden ingezet op nieuwbouw, maar dat de bestaande woningvoorraad verduurzaamd dient te worden. Ambities vloeien voort uit VNG-doelstellingen en zo dient 20% van onze woningvoorraad verduurzaamd te worden. Onlangs hebben alle particuliere woningeigenaren in Nederland een energielabel ontvangen (indien men hier nog niet over beschikte). Binnen deze beleidsnotitie is er een onderscheid gemaakt tussen onze gemeentelijke gebouwen en de woningvoorraad van onze burgers.
7
Beleidsnotitie Duurzaamheid 2015 - 2018
Project A. Inzichtelijk maken duurzaamheidsniveau gemeentelijke gebouwen Gezien onze voorbeeldfunctie dient ook ons eigen gemeentelijk vastgoed goed te scoren op duurzaamheidscriteria. Het hoort dan echter wel duidelijk te zijn wat het huidige duurzaamheidsniveau van gebouwen is. Zodra inzicht verkregen is, kunnen hierna analyses plaatsvinden en eventuele plannen m.b.t. duurzaamheidsmaatregelen worden gemaakt voor de langere termijn. Onderstaand een flowchart van de stappen die moeten worden gezet om de vastgoedportefeuille van onze gemeente te verduurzamen. Kickoff ambitieniveau bespreken
•Energiedoelstelling, tijd, budget, visie
Inventarisatie*
•Vastgoedinformatie & Nulmeting •Structureren
Selectie steekproef
•Zicht op ongewenst hoge energielasten •Selectie obv speelruimte •Selectie type objecten met veel potentie (indicatie) voor energiebesparing en -opwekking Energieprestatie berekenen
Berekenen energielabels steekproef objecten Bepalen maatregelenpakket per object
Businesscase
* Inventarisatie: Vastgoedinformatie & Nulmeting Energielasten per object Bestaande opbrengsten uit energieopwekking (bv. Zonne-energie) Functie object M2 bvo Structureren Portefeuille indelen in generieke types (functie en grootte) Bestaande energielasten 1
Met deze verduurzaming is reeds gestart. 22 Gemeentelijke gebouwen hebben we in eigendom. Deze beschikken gemiddeld over een energielabel B. Bij diverse gebouwen is er nog potentie voor energiebesparing. Om een goed beeld te krijgen van de potentie die de gemeentelijke vastgoedportefeuille biedt, kan een quick scan worden uitgevoerd. Gebouwen die geen eigendom zijn van de gemeente vallen hier dus buiten. Het beheer van deze accommodaties valt niet binnen het taakveld van onze gemeente maar valt onder de verantwoordelijkheid van het bestuur van deze geprivatiseerde accommodaties 1
8
Beleidsnotitie Duurzaamheid 2015 - 2018 De quick scan omvat de volgende hoofdzaken: Gebouwopname en registratie van gegevens Overlegvoering met betrekking tot bouwfysische aspecten en installatietechnische gegevens Analyseren van de verbruiken middels een energiescan Opstellen van een rapportage; het rapport zal adviseren welke energiebesparende maatregelen of maatregelpakketten het energieverbruik verlagen Opstellen kostenramingen en berekening terugverdientijd met behulp van kengetallen. In Financiën & Middelen zal toegelicht worden wat de financiële consequenties zijn van het eventueel uitvoeren van deze quick scan. Zie voor de 22 betreffende gebouwen bijlage 2. Indien uit de quick scan volgt welke maatregelenpakketten per object mogelijk zijn, kan er een businesscase worden opgesteld waarin duidelijk wordt wat de investeringskosten en exploitatiekosten zijn. Daarnaast dient de praktische haalbaarheid duidelijk te zijn. Wat zijn de verantwoordelijkheden voor de eigenaar/gebruiker, welke overlap/inpassingsmogelijkheden zijn er in het Meerjarenonderhoudsprogramma en welke huisvestingsplannen liggen er? Bestaat een betreffende vereniging bijvoorbeeld nog in 2025? Uiteindelijk dient er een ‘Routekaart energieneutrale vastgoedportefeuille’ te komen:
Routekaart Energieneutrale Vastgoedportefeuille Extrapoleren van resultaten
Investeringsvolume
Scenariostudie afstemming meerjarenonderhoudsplanning, financiering en terugverdientijden
Naast de aandacht voor energiebesparende maatregelen dient er ook gedacht te worden aan gebruikersgedrag van de gebruikers van gemeentelijke gebouwen. Zo kunnen ten aanzien van sportveldverlichting (bijvoorbeeld bij een voetbalclub) de verlichtingsmomenten bekeken worden. Ook dienen verenigingen meer te letten op hun energieverbruik, wat mogelijk kan worden gemaakt door het plaatsen van een slimme meter. Dit vormt meteen een bruggetje naar de volgende doelstelling en een kleiner deelproject.
9
Beleidsnotitie Duurzaamheid 2015 - 2018
Project B. Plaatsen van een slimme meter bij alle gemeentelijke gebouwen Een duurzaam gebouw geeft, gemeten over de gehele levensduur, 30% minder milieulast dan een traditioneel gebouw. Inzicht in energieverbruik zorgt voor bewustwording en kan leiden tot energiebesparing. De slimme meter biedt gedetailleerd inzicht in het energieverbruik van een gebouw. Het is een nieuwe generatie energiemeter die de huidige kleinverbruikmeters vervangt. Meterstanden worden geregistreerd en door een slimmemeterportal omgezet in overzichtelijke grafieken en vergelijkingen. Hierdoor wordt in een oogopslag duidelijk hoeveel energie er wordt verbruikt en waar besparingen zijn te realiseren. Als we als voorbeeld een tennisvereniging nemen, kan zo naast het totale energieverbruik ook het energieverbruik per lid, per baan, verlichte baan of ten opzichte van andere tennisverenigingen worden weergegeven. De wet maakt verschil tussen groot- en kleinverbruikaansluitingen op basis van de capaciteit van de aansluiting. Van de 22 gemeentelijke gebouwen die we in eigendom hebben zijn er twee grootverbruikaansluitingen, namelijk het gemeentehuis en zwembad. Overigens hebben voetbalclubs en tennisverenigingen vaak wel een dubbele aansluiting (één aansluiting/meter voor het gebouw en één aansluiting/meter- voor de veldverlichting. Dit wordt gedaan om vaste lasten te besparen aangezien twee kleinverbruikaansluitingen goedkoper zijn dan één grootverbruikaansluiting.
Link fysiek domein en sociaal domein
Het thema ‘duurzaam vastgoed’ en de hieruit voortvloeiende projecten A en B vereisen een bredere aanpak wanneer het gaat om gemeentelijke gebouwen. Zo is het duurzaamheidsniveau van een gebouw niet het enige criterium wanneer men de gemeentelijke vastgoedportefeuille wil beoordelen op prestaties. Buiten duurzaamheid zijn er indicatoren zoals leegstand, financiële prestaties en maatschappelijke prestaties. Daarnaast dient ook gekeken te worden naar het kernenbeleid en of een gemeentelijk gebouw in de toekomst nog gebruikers zal hebben. Loont het zich om te investeren in duurzaamheidsmaatregelen in een betreffend gebouw? Wie investeert er en wie plukt de vruchten? Het is evident dat dit geen eenvoudige discussie is. Investeren we nog in een gebouw dat we over x jaar willen verkopen? Waar men in eerste instantie negatief hierop zou antwoorden, kan men anderzijds redeneren dat het gebouw wellicht makkelijker te verkopen zal zijn indien het een beter energielabel heeft. Daarnaast verbetert men de zelfredzaamheid van een vereniging die het gebouw gebruikt. In het achterhoofd dient dus rekening ermee gehouden te worden dat maatschappelijke prestaties belangrijk zijn vanuit onze taakstelling. Aangezien hier ook ontwikkelingen als vergrijzing en demografische krimp spelen is een lokale en wellicht regionale aanpak noodzakelijk. De verbinding tussen het fysieke en sociale domein is dus belangrijk.
10
Beleidsnotitie Duurzaamheid 2015 - 2018
Project C. Realiseren van een energieloket voor burgers en bedrijven De gemeente Eijsden-Margraten is aangesloten bij de regionale werkgroep Energieloket. In deze werkgroep zijn naast onze gemeente de gemeentes Maastricht, Heerlen, Gulpen-Wittem, Vaals en de Provincie actief. De werkgroep heeft een model ontwikkeld voor Zuid-Limburg waarmee zij denken tegemoet te komen aan de wensen van het VNG voor een samenwerking tussen gemeenten en de wensen van de gemeenten om concreet aan de slag te kunnen gaan met activiteiten richting burgers. Uitgangspunt is een ‘virtueel energie/duurzaamheidsloket’ in de vorm van een website waar de vraag van de burger en ondernemers wordt verbonden / gelinkt met een gevalideerd aanbod aan projecten en activiteiten van gemeenten of het bedrijfsleven. Dit is gelinkt aan het principe fair markets binnen het waardenkader. Het loket is bereikbaar via een eigen website, facebook of via de website/klantcontactcentrum van de eigen gemeente. De website geeft de mogelijkheid om informatie te vinden over de aangeboden producten/projecten, specifieke thema’s of gerichte vragen. Door het loket worden diensten en producten aangeboden waarvan het platform vindt dat zij aangeboden kunnen worden. Dat kunnen producten zijn voor alle gemeentes, allianties van gemeentes (cafetariamodel) of door individuele gemeenten. Binnen het platform vindt uitwisseling plaats van ideeën, producten en projecten om elkaar hiermee te inspireren en eventueel samen te werken aan een verdere ontwikkeling hiervan voor iedereen. Of een product uiteindelijk voor iedereen beschikbaar is, is afhankelijk van de financieringsvorm, bv. door een specifieke projectbijdrage van een gemeente. Gedacht kan worden aan € 0,25 per inwoner per gemeente of een bijdrage van de Provincie. Streven is om zoveel mogelijk projecten toegankelijk te maken voor iedereen in Zuid-Limburg. Naast de standaard producten die aangeboden worden, wordt er gewerkt met een jaarkalender met wisselende thema’s voor bijeenkomsten, workshops, trainingen en dergelijke. Dit zal voor zowel burgers als bedrijven zijn. De onafhankelijkheid van het Energieloket moet een belangrijk uitgangspunt blijven. In het kader van fair finance dient er een groeimodel te ontstaan waarbij alle marktpartijen zorgdragen voor het in stand houden en onderhouden van het Energieloket en de gemeentes/Provincie/consortia/allianties dragen zorg voor de financiering van de producten. Om het loket te laten opstarten en exploiteren is gedurende 5 jaar geld ter beschikking uit het VNG regiobudget. Gedacht wordt aan 1 fte voor communicatie, product en dienstbeheer. Verder zal er nog 1 fte nodig zijn als regiocoördinator die tevens zal optreden als boegbeeld en acquisiteur. Deze personele capaciteit heeft betrekking op de gemeentes op gezamenlijk niveau en niet per gemeente afzonderlijk. Het virtuele Energieloket zal uit 2 portals bestaan, namelijk een Frontoffice portal (deze zijn toegankelijk voor marktpartijen, particuliere woningeigenaren, ondernemers, woningcorporaties en dergelijke) en een Backoffice portal (deze is voor ons als werkgroep toegankelijk en bedoeld voor alle gemeentes; het zal fungeren als een kenniscentrum). De verwachting is dat deze portals in de tweede helft van 2015 in gebruik genomen zullen worden.
11
Beleidsnotitie Duurzaamheid 2015 - 2018
12
Beleidsnotitie Duurzaamheid 2015 - 2018
Project D. Bij minstens 500 huishoudens energiescans uitvoeren In 2014 is er een regionale alliantie opgesteld om in Zuid-Limburg 157.000 koopwoningen te verduurzamen. De VNG heeft hiervoor doelen geformuleerd en in totaal 18 Zuid-Limburgse gemeenten hebben besloten de handen in elkaar te slaan. Doel is om op termijn 20% van de woningvoorraad in Zuid-Limburg te verduurzamen. Wij vormen samen met de gemeentes Gulpen-Wittem, Vaals, en Meerssen de projectgroep ‘Heuvellandgemeentes’ om zo enkele projecten gezamenlijk op te pakken. Gezamenlijk beschikken deze gemeentes over 24.759 koopwoningen. Overigens wordt deze samenstelling mogelijk nog uitgebreid met de gemeentes Sittard-Geleen, Heerlen en Maastricht. Krachten kunnen op die manier gebundeld worden en er wordt een bijdrage aan de VNG-doelstellingen geleverd. Binnen de Heuvellandprojectgroep (zie project C) is geïnventariseerd welke initiatieven en projecten interessant zijn om gezamenlijk op te pakken en uit te voeren. Interesse vanuit meerdere gemeentes is er om energiecoaches op te leiden, die duurzaamheidsadvies kunnen geven aan particuliere huiseigenaren. Gezien andere gelijkaardige initiatieven buiten deze Heuvellandprojectgroep is het wel de bedoeling dit op langere termijn onder te brengen bij het Energieloket, dat wordt weggezet op groter schaalniveau. Besloten is om niet te wachten op de Energieteams op groter schaalniveau, omdat met de start van ons eigen initiatief (er wordt een kleine projectgroep opgericht) al snel zichtbare acties en verbeteringen gerealiseerd kunnen worden, ook wel quick wins genoemd. In deze notitie wordt het plan kort samengevat. Meer details en achtergrondinformatie zijn te vinden in bijlage 3. Met het oog op wettelijke en beleidsmatige ontwikkelingen in de sociale zekerheid is ervoor gekozen om mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt op te leiden tot energiecoach. Binnen het waardenkader wordt dit ook wel aangeduid met het principe fair labour. Twaalf kandidaten vanuit de 4 gemeentes zullen opgeleid worden tot EPA-adviseur. Voornemen is de energiecoaches in eerste instantie advies te laten geven t.a.v. kleine duurzaamheidsmaatregelen bij huiseigenaren (te denken valt aan ledlampen, radiatorfolie achter de verwarming, dranger op de huiskamerdeur, borstel op de brievenbus). Tevens wordt men door het volgen van de cursus EPA adviseur en is men in staat zelfstandig de Energie-Index op te stellen. Tenslotte zijn de kandidaten voorbereid om opgenomen te worden als erkend deskundige voor het vereenvoudigd Energielabel woningen. Momenteel wordt in samenspraak met bedrijven bekeken of er afspraken kunnen worden gemaakt zodat kandidaten zicht hebben op een baan na deze opgedane praktijkervaring. Zo blijft doorstroming gegarandeerd. In samenspraak met Pentasz wordt de doelgroep geformuleerd. Er zijn enkele criteria waaraan de kandidaten aan dienen te voldoen, zoals een MBO-denkniveau en een bouwtechnische- of installatietechnische achtergrond. Een geschikte kandidaat is uitkeringsgerechtigd en ontvangt een uitkering in het kader van de Participatiewet. Werving van cliënten zal gebeuren door Pentasz. Het definitieve functieprofiel zal tenslotte nog vergeleken worden met het functieprofiel dat de gemeentes Sittard en Heerlen hanteren. Deze twee gemeentes bevinden zich al in een verder stadium met hetzelfde concept en kunnen wellicht succes- of faalfactoren benoemen. In verband met oneerlijke concurrentie (gelinkt aan het principe fair markets) dient de doelgroep met zorg bepaald te worden. Recent is er een projectplan opgesteld. De stand van zaken is dat Pentasz aan zet is: het projectplan wordt intern besproken en men gaat op zoek naar kandidaten. Mocht blijken dat er onvoldoende kandidaten zijn om dit project te laten slagen, zal het kanaal van Podium24 en het UWV worden benut. Meer details en info zijn te lezen in bijlage 3.
13
Beleidsnotitie Duurzaamheid 2015 - 2018
Link fysiek domein en sociaal domein Dit project is geïnitieerd met als doel energiescans uit te voeren bij huishoudens binnen onze gemeente. Een huishouden ontvangt na een energiescan een rapport en wordt meegenomen in een verder proces indien duurzaamheidsmaatregelen wenselijk zijn. Er kan echter vanuit de energiescan een link worden gelegd naar Wonen & Zorg. De energiescan kan in een breder perspectief gehanteerd worden, door namelijk ook de levensloopbestendigheid van een woning te beoordelen. Er wordt aan gedacht te starten met een energiescan (als groeimodel), dat later uitgebouwd kan worden tot een algemene woningscan. Ook in onze gemeente dienen de fysieke mogelijkheden van woningen bekeken te worden aangezien mensen langer thuis zullen blijven wonen. Woningen moeten gescand worden op levensloopbestendigheid en zorggeschiktheid. Dit zal een aanzienlijke opgave worden, omdat ons percentage particuliere eigendom 80% is. Ook dient hierbij aandacht te zijn voor de subsidieregelingen voor 55+’ers om woningen levensloopbestendig te maken. Er wordt momenteel een verbinding gelegd tussen deze fysieke en sociale beleidsterreinen.
14
Beleidsnotitie Duurzaamheid 2015 - 2018
Thema 2. Duurzaam grondgebruik en energie-opwekking
Thema 2. Duurzaam grondgebruik en energie-opwekking - Project E. Opstellen businesscase biomassa - Project F. Zonne-energie: Compensatie CO2-emissie openbare verlichting
Binnen dit thema is er aandacht voor natuur en milieu. We streven naar een continue verbetering van de milieukwaliteit. Schone lucht, bodem en water zien we als onze kernkwaliteiten. Ook het landschap is een kernkwaliteit; in de Toeristisch-Recreatieve Gebiedsvisie wordt al aandacht besteed aan het beter sturen op ontwikkelingen, arrangementen en streekeigenheden. We beschikken over een uniek landschap, dat bijzonder is in zijn kwaliteit en vorm en veel potenties biedt voor toekomstige ontwikkelingen. Duurzaamheid is onlosmakelijk verbonden met de bevordering van innovatieve landschapsontwikkeling. Er wordt onder andere ingezet op landschapsverbetering door de toepassing van nieuwe teeltproducten die beter aansluiten op de landschappelijke waarden van het buitengebied. Er is hier sprake van een link met fair production en fair markets binnen het waardenkader. Het biedt immers kansen voor productontwikkeling van lokale ondernemers en diverse initiatieven komen inmiddels op gang. Een voorbeeld van een initiatief is een pilot waarin samen met ondernemers onderzoek wordt gedaan naar nieuwe gewassen (graansoorten in dit geval) en hoe deze duurzaam te produceren en vermarkten. Productontwikkeling dient hierbij economisch rendabel en landschappelijk duurzaam te zijn. Een uitdaging ligt in het betrekken van diverse partijen en het benaderen van de belangrijkste spelers in de ketenbenadering. 2015 zal worden benut om vanuit meerdere beleidsvelden te onderzoeken waar kansen liggen en wat op korte en lange termijn bereikt kan worden. Daarbij wordt tevens gekeken naar de mogelijkheden om aan te sluiten bij euregionale projecten.
Het bevorderen van innovatie in landschapsontwikkeling betekent ook dat we dienen te kijken naar de kansen die de biobased economy ons biedt voor de verduurzaming van de landbouw. Het gaat over de overgang van een economie die draait op fossiele brandstoffen naar een economie die draait op biomassa als grondstof. Het gaat over het gebruik van biomassa voor niet-voedsel toepassingen. Deze toepassingen zijn bijvoorbeeld inhoudsstoffen, chemicalieën, materialen, transportbrandstoffen, elektriciteit en warmte. Het project E (biomassa) is dan ook om deze redenen geselecteerd. Dit project draagt bij aan onze ambitie in het terugdringen van de CO2-emissie. Naast biomassa kunnen kansen ook liggen op het gebied van andere duurzame energieprojecten, waaronder windenergie, waterkracht en zonne-energie. Voor dit laatste geldt dat ook het project F is geselecteerd om zonne-energie op de kaart te zetten binnen onze gemeente.
15
Beleidsnotitie Duurzaamheid 2015 - 2018
Project E. Opstellen businesscase biomassa Duurzame energiebronnen worden populairder, ook omdat de beperkingen van fossiele brandstoffen zeer zichtbaar worden. In de landbouw is een trend naar gebalanceerd landgebruik zichtbaar: intensief waar nodig, extensief waar mogelijk. De CO2-uitstoot kan verminderd worden door afval te verwerken tot biogas. Hiermee wil de gemeente bijdragen aan haar milieuambities. De gemeente heeft mogelijk een groot potentieel energieopwekkingsmogelijkheden in de vorm van biogas (veel landbouwgewassen en veeteelt). Er dient een onderscheid gemaakt te worden tussen bewust geproduceerde biomassa (denk aan maïs voor de Duitse markt) en onbewuste biomassastromen uit restproducten. Met afvalverwerker Attero hebben we langlopende contracten. Er wordt door Attero al veel aan duurzame verwerking van het groenafval van gemeentes gedaan. GFT-afval wordt verwerkt tot compost en daarnaast gaan houtachtige stromen - zoals snoeiafval - al naar diverse biomassacentrales. Dit bedraagt in totaal 10.000 ton voor geheel Attero. Het overige afval van deze stroom wordt verwerkt tot natuurcompost dat veel betere kwaliteit heeft dan GFT-compost. Schoon hout kan kosteloos worden aangeleverd (wintersnoei, stammen en schone stobbe): deze worden gekraakt en gewrongen en levert als eindproduct een biofilter op die ingezet wordt voor de verversing van de luchtstroom van de composteerinstelling. Naast deze bestaande activiteiten is er de intentie om samen met de gemeente Gulpen-Wittem (ook zij hebben contracten met Attero) de mogelijkheden voor biomassa te onderzoeken. Contracten die Limburgse gemeenten met Attero hebben dienen echter voldoende zekerheid te bieden voor de toekomst. Alleen op basis hiervan worden investeringen gedaan. Er zal dus met diverse partijen een haalbare businesscase dienen te worden opgesteld. Aandacht voor het principe fair finance is hierbij belangrijk. Het doel is dat deze in 2016 opgesteld is. Gedacht wordt aan partijen zoals Gulpener Bierbrouwerij, Jupiler, de veiling in Visé en Cidrerie. Daarnaast kan de Fruitveiling Zuid-Limburg een rol spelen. Vanuit de toeristische gebiedsvisie en het Toeristisch-Recreatief Ontwikkelingsplan is er al aandacht voor het thema Fruit&Food. Het streven is om te onderzoeken wat de mogelijkheden zijn betreffende: -
Minder restproducten; Lage impact: zuinig omgaan met productiemiddelen; Nabijheid: de structuur van de afzetcoöperaties zorgt voor een korte, geïntegreerde keten, resulterend in transparante prijsvorming voor producenten, one-stop-shopping voor distributeurs en betaalbare kwaliteit voor consumenten; - Voedingsspaarzaamheid: implementeren van doordachte bewaartechnieken, klantgerichte porties en continu inspelen op de marktvraag. De Fruitveiling betrekken bij duurzaamheidsthematiek is belangrijk aangezien er op Europees niveau innovaties in opkomst zijn in de groente- en fruitsector. In de volgende paragraaf wordt dit verder toegelicht.
Samenwerking Er komt een Europees samenwerkingsverband voor Innovatie in de groente- en fruitsector onder de naam EAI (European Association for Innovation). Het is de bedoeling dat EAI onderzoeks- en innovatieprojecten aan de Europese Commissie gaat presenteren. Het nieuwe samenwerkingsverband moet daarvoor onderzoek, experimenten en overslagstations samenbrengen met de belangrijke sectororganisaties van zowel verkoop als productie.
16
Beleidsnotitie Duurzaamheid 2015 - 2018 De onderzoekstak wordt bestuurd door de IRTA (instituut voor onderzoek en technologie in landbouw), dat weer deel uit maakt van EURFIN, het Europese samenwerkingsverband van fruitonderzoeksinstituten. EURFIN zal een strategische agenda vaststellen voor de fruitsector. Aan de hand daarvan gaat EAI doelstellingen formuleren voor de onderzoeks- en innovatietakken in de sector. AREFLH (samenwerkingsverband voor Europese fruit- en groenteproducenten) zal zo’n agenda voor de groentesector vaststellen. De voorgestelde onderzoeksgebieden van de EAI zijn: Duurzame productie en agro-ecologie: duurzame productiesystemen, verminderd gebruik gewasbeschermingsmiddelen en minimaal afval; Toegang tot markten (marktgerichte productaanpassing: nieuwe sectoren, nieuwe producten). Als gemeente hebben we een aanjagende en faciliterende rol als het om innovatie gaat. De koppeling met ondernemers is belangrijk. Ontwikkelingen van het EAI dienen dan ook op de voet gevolgd te worden.
Project F. Zonne-energie: Compensatie CO2-emissie openbare verlichting De openbare verlichting in onze gemeente is met afstand de grootste elektriciteitsverbruiker. Een ambitie en project is het compenseren van de CO2-emissie van openbare verlichting. Om dit te compenseren, kan gekozen worden voor energieopwekking middels zonnepanelen op daken van particuliere woningeigenaren. We stimuleren hiermee het gebruik van zonne-energie en leveren een bijdrage aan doelstellingen vanuit het Energie Akkoord. Gezien de focus op maximale burgersensibilisering, helpt dit project bij uitstek het creëren van bewustwording van bewoners ten aanzien van duurzaamheid. Dit project is recent door de gemeente Landgraaf uitgevoerd. Hierdoor kunnen we leren van hun succes- en faalfactoren, gebruik maken van een blauwdruk van de gemeente Landgraaf en de ervaring van hun partners. De burger wordt met dit project geheel ontzorgd en ook de burger met weinig financiële mogelijkheden kan ervan gebruikmaken. De woningeigenaar profiteert al het eerste jaar van lagere elektriciteitskosten. Na 15 jaar wordt de bewoner eigenaar van de zonnepanelen. Men profiteert hierna nog 10 jaar van deze panelen. Om het project tot een succes te maken en de doelstelling van CO2 neutrale openbare verlichting te behalen zijn er ongeveer 300 huishoudens nodig. Hoe verleiden we de burger om deel te nemen aan dit project? Het vormt meteen een bruggetje naar het project Buurkracht dat hieraan gelinkt is. Meer info over het project Buurkracht is te vinden op blz. 19. De voor- en nadelen van financieringsmogelijkheden zullen in kaart worden gebracht, waarna besloten zal worden hoe financiering plaats zal gaan vinden. Rekening wordt onder andere gehouden met juridische en financiële aspecten, zoals looptijden, eigendomsverhoudingen, afdekking van risico’s, rentepercentages enzovoort. Er zijn 4100 zonnepanelen noodzakelijk. De benodigde investering is 1,8 miljoen euro. Er wordt een partij geselecteerd die zorg zal dragen voor de voorbereiding, contractuele zaken en aanbestedingszaken. Tenslotte helpt deze partij ook bij de uitvoeringsfase. Een inschatting van de benodigde uren van deze ondersteuning is 265 uur x €80 (uurloon) maakt dat de kosten €21.200 bedragen. Verder vindt er geen beslag plaats op de begroting.
17
Beleidsnotitie Duurzaamheid 2015 - 2018
Thema 3. Duurzaamheidsinbedding gemeentelijke organisatie
Thema 3. Duurzaamheidsinbedding gemeentelijke organisatie Project G. Duurzaamheidscheck binnen organisatieprocessen
Project G. Duurzaamheidscheck binnen organisatieprocessen Gestreefd moet worden dat alles wat wij als gemeente doen, in lijn is met ons duurzaamheidskader. Het principe fair business en fair markets zijn voorbeelden waarmee rekening gehouden dient te worden binnen onze organisatieprocessen. Waar mogelijk, dient duurzaamheid ingebed te worden in bestaande en nieuwe werkprocessen. Er kan soms echter juist gekozen worden binnen bepaalde werkprocessen geen extra duurzaamheidscheck in te bouwen, om vertraging van werkprocessen te voorkomen. Mogelijke invulling van duurzaamheid binnen gehele organisatie dient bekeken te worden, variërend van aanbestedingsstukken, faciliteiten (kantine, kantoorartikelen, wagenpark), tot ruimtelijk beheer. Bij ruimtelijk beheer kan men denken aan duurzaam bouwen en verbouwen: Bekijk eerst of een gebouw in aanmerking komt voor renovatie, samenvoeging of splitsing, dan wel herbestemming (transformatie van kantoren) voordat we kiezen voor slopen van het gebouw. Ook kan dit gelden voor de ontwerpfase waar milieuvriendelijke bouwwijzen en materialen gebruikt dienen te worden als men aandacht wil hebben voor de levensduur van een gebouw. Indien wenselijk, kan voor sommige werkprocessen de mogelijkheid van een ‘duurzaamheidsstempel’ onderzocht worden. Plannen dienen na toetsing een duurzaamheidsstempel te krijgen van een duurzaamheidsteam binnen de gemeente.
18
Beleidsnotitie Duurzaamheid 2015 - 2018
Thema 4. Duurzaam burgerschap
Thema 4. Duurzaam Burgerschap Project H. Oprichten drie Buurkracht-buurten Project I. Opleiden energiecoaches
Hoe komen we tot duurzaam handelen op individueel niveau? Enthousiasme is de sleutel tot succes. Enthousiasme treedt op wanneer je duurzaamheid beleeft en ook de voordelen ervan in gaat zien. Er dient gewerkt te worden aan een energietransitie en aan een duurzame energiehuishouding. De volgende twee projecten zijn geselecteerd om kennisoverdracht en enthousiasme te kweken.
Project H. Oprichten drie Buurkracht-buurten Dit doel is ontstaan vanuit het streven om burgerparticipatie te vergroten en huishoudens te sensibiliseren om in hun productie- en consumptiepatronen rekening te houden met duurzaamheid. Samen als buurt energie besparen is leuk. Buurkracht is een initiatief van Enexis en brengt inwoners van buurten bij elkaar samen om aan de slag te gaan met energiebesparing. Samen is dit een stuk makkelijker en men kan hierdoor genieten van inkoopvoordeel. Zo kan men als buurt bijvoorbeeld materiaal lenen om woningen te scannen op warmteverlies, helpt Buurkracht bij het aanvragen en beoordelen van offertes en voorziet Buurkracht ons als gemeente van communicatiemateriaal (posters, brieven, presentaties etc.). In Nederland zijn al diverse gemeentes actief aan de slag gegaan met Buurkracht. Het initiatief dient uiteindelijk bij bewoners te liggen en niet bij de gemeente. Het is zo dat er binnen onze gemeente geen bestaande buurtplatforms zijn. De aanpak binnen EijsdenMargraten zal dan ook iets anders zijn, aangezien er nog geen spilfiguur of kartrekker is die met Buurkracht aan de slag wil gaan. Onze rol is daarom iets anders en zal in eerste instantie meer informatief, aanjagend en facilitair zijn. De participatienota ‘De kracht van de burger – Loslaten in vertrouwen’ zal hierbij als leidraad dienen. Het idee is om nog in de eerste helft van 2015 een infoavond te organiseren. Deze bijeenkomst heeft als doel twee projecten bij burgers bekend te maken, namelijk project F. Zonne-energie – waarbij panelen op particuliere daken dienen te komen - , en H. Oprichten van drie Buurkracht-buurten. Tijdens deze avond zal eerst een presentatie gegeven worden door Buurkracht, waarin het initiatief toegelicht wordt en bewoners geïnformeerd worden over de talloze mogelijkheden die er zijn. Het tweede gedeelte van de avond vindt er een presentatie plaats van LuxPark, waarbij het idee van zonnepanelen op particuliere daken toegelicht wordt. Aan het einde van de avond kunnen interesseformulieren ingevuld worden voor zowel Buurkracht als het Zonnepanelenproject. Ook is er ruimte voor vragen en discussie. De achterliggende gedachte van deze bijeenkomst is om de inwoners te informeren. Hierna dient beweging vooral vanuit buurten zelf te komen. Er dient vanuit bewoners een sneeuwbaleffect op te treden: er wordt gestart met kartrekkers, die de projecten via mond-tot-mond reclame doorvertellen aan buren.
19
Beleidsnotitie Duurzaamheid 2015 - 2018
Project I. Opleiden energiecoaches Dit plan is gelinkt aan project D. Bij minstens 500 huishoudens energiescans uitvoeren. Er wordt dan ook naar dit project verwezen. Het projectplan is te lezen in bijlage 3. Ter verduidelijking wordt hier wel kort toegelicht wat verstaan wordt onder een energiecoach en een energieteam. Energiecoach: Een persoon die een opleiding heeft gevolgd met certificaat en aan huis advies kan uitbrengen over mogelijke energiebesparende maatregelen aan het pand ter verbetering van de energieprestatie van de woning. Het opleidingsniveau is minimaal MBO met bouwtechnische achtergrond.
Energieteam: Een team dat in huis kleinschalige energiebesparende maatregelen aanbrengt en de bewoner voorziet van eenvoudige besparingsmogelijkheden op het energieverbruik. Inzet van mensen met een uitkering/bijstand met mbo of lager is mogelijk. Uit projectbijeenkomsten met diverse gemeentes is gebleken dat enkele gemeentes al met hun eigen projecten gestart zijn of dat ze eigen projecten willen gaan opstarten. Eén specifieke werkgroep zal inzichtelijk maken welke protocollen, opleidingen en voorzieningen reeds binnen de regio zuidlimburg bestaan voor het inzetten van energiecoaches. Op basis van deze inventarisatie kan onderzocht worden welke overeenkomsten er zijn en of het inzetten van energiecoaches in de diverse gemeenten te uniformeren is.
20
Beleidsnotitie Duurzaamheid 2015 - 2018
Hoofdstuk 4. Overige ontwikkelingen Milieubeleidsplan In het Milieubeleidsplan 2015 – zoals ter eerste lezing aan de raad voorgelegd op 10 maart 2015 wordt al stilgestaan bij ontwikkelingen op het gebied van duurzaamheid. Zo wordt hierin gesproken over de Energieprestatiecoëfficient, wat inhoudt dat nieuwe overheidsgebouwen vanaf eind 2018 energieneutraal uitgevoerd dienen te worden. Dit is een gevolg van nieuwe Europese richtlijnen voor energiebesparing in gebouwen. Daarnaast zijn lidstaten sinds 2013 verplicht om een handhavings- en sanctioneringssysteem voorhanden te hebben voor energielabels. Ook wordt er stilgestaan bij het Energieakkoord, dat in 2013 in werking trad onder leiding van de Sociaal Economische Raad (SER). Hierin is een rol weggelegd voor energiebesparing, duurzame energie, vervoersmiddelen, ruimtelijk beleid en mobiliteitsmanagement / brandstofbesparing. Tenslotte komt in dit milieubeleidsplan nog het thema ‘duurzame economie’ aan bod, wat betekent dat we streven naar duurzame bedrijvigheid en de visie ‘afval = grondstof’ omarmen. Buiten de concrete benoemde projecten in deze notitie en het milieubeleidsplan, zijn er nog andere ontwikkelingen gaande waarover we ons moeten beraden of en hoe we hier in rol in gaan spelen. Zo geldt dat bijvoorbeeld voor het programma Proeftuin van het Zuiden, meer in het bijzonder het deelprogramma Keerderberg/Savelsbos. In de proeftuin zullen diverse functies worden samengebracht en vormt duurzaamheid hierin een rode draad. Te denken valt aan een opleidingscentrum, cultuurhuis (theater, kunstopleidingen), recreatieterrein, landbouw (4 seizoenen) opleiding, restaurant, openbare werkplaats en een servicebureau. Speerpunten zijn energiebesparing en een duurzaamheidswinkel, lokale duurzame energie, lokale autarkie en lokale markten (leveranciers en afnemers). Tenslotte is er een nieuwe inkoopnota met duurzaamheidscriteria in voorbereiding (waarin o.a. aandacht is voor de principes fair production, fair markets en fair relations uit het waardenkader) en wordt er gewerkt aan het versneld gebruik maken van LED-verlichting bij openbare verlichting. Deze laatste ontwikkeling dient nader toegelicht te worden.
Led-verlichting Led-verlichting is volop in ontwikkeling en wordt tegenwoordig als ‘standaard’ beschouwd. Levenscycli worden steeds korter gezien de snelle opeenvolgende ontwikkelingen. Als het gaat om verlichtingsplannen wordt er dikwijls geopperd of er groenkleurige led-verlichting toegepast kan worden. Deze optie wordt altijd bekeken indien er sprake van vervanging is. Afwegingen tussen investeringen, onderhoudskosten, energieverbruik en dergelijke zijn bepalend. Led-verlichting heeft als voordeel dat het in diverse ‘sterktes’ en kleuren verkrijgbaar is. Diverse pilots zijn reeds uitgevoerd om de effecten voor onder andere flora en fauna te verbeteren. Ook bij publieke gebouwen is er aandacht voor lichtbronnen. Dit geldt bijvoorbeeld voor onderwijsgebouwen. Licht zou invloed hebben op gedrag en prestaties van leerlingen. In 2008/2009 is er een onderzoek geweest in Hamburg (Duitsland) naar de effecten van verlichting op leerlingen. Verrast door de positieve effecten is er in navolging van dit onderzoek een vergelijkbaar onderzoek gestart door de Universiteit Twente. Philips heeft ook oog voor deze ontwikkelingen. Zij onderzoeken in navolging van de onderzoeken in Duitsland wat het type licht voor effect heeft op het concentratievermogen van leerlingen. Uit hun eigen onderzoek blijkt dat leerlingen hun leeromgeving beter waarderen en meer gemotiveerd zijn wanneer ze werken bij een bepaalde lichtinstelling. Het vermogen tot coöperatief leren en de 21
Beleidsnotitie Duurzaamheid 2015 - 2018 communicatie van kinderen bleek positief te worden beïnvloed. Bij de de lichtinstelling ‘Rust’ waren kinderen sneller in het oplossen van een gezamenlijke puzzeltaak dan bij de ‘Standaard’-instelling. Bij de ‘Energie-instelling’ praten kinderen 95% meer met elkaar tijdens het oplossen van de puzzels dan bij de ‘Standaard’-instelling. Afhankelijk van de taak hebben specifieke lichtinstellingen een voordelig effect. Ook zijn er effecten waarneembaar als het gaat om hyperactiviteit en agressie. In de onderhoudsplannen van onze gemeentelijke onderwijsgebouwen worden deze bevindingen meegenomen. Zo zijn we met Philips in gesprek over verlichting in het voormalige LTS-gebouw. De intentie is te kiezen voor Led-verlichting aangezien dit een aanzienlijke besparing op de exploitatielasten betekent. Voor dit project zal Philips eerst maatwerkadvies uitbrengen, en zal later op locatie bepaald worden wat de wensen en uitgangspunten zijn voor deze specifieke doelgroep. Led-verlichting vormt de basis. Welke definitieve toepassing gebruikt zal worden hangt af van diverse aspecten. Afwegingen tussen investeringen, onderhoudskosten, energieverbruik en dergelijke zijn wederom bepalend. Tenslotte dient opgemerkt te worden dat straat- en veldverlichting een hele andere tak van sport betreft. Voor buitenverlichting is Philips geen marktleider. De gemeente heeft voor het onderhoud, beheer en aanleg van nieuwe openbare verlichting een overeenkomst met ZIUT. Op basis van bestaand beleid wordt jaarlijks een bedrag van 83.000 euro beschikbaar gesteld voor vervanging van armaturen in LED-verlichting en masten, waarvoor een afschrijftermijn van respectievelijk 20 en 45 jaren wordt aangehouden. Dit bedrag is niet toereikend voor de noodzakelijke vervangingen, hetgeen betekent dat ieder jaar een grotere achterstand wordt opgelopen. Met ZIUT is begin 2015 overeengekomen om de bestaande overeenkomst, met 5 jaar te verlengen tot eind 2024. Als tegenprestatie wordt een jaarlijkse korting van 30.000 euro ontvangen, hetgeen over 10 jaar 300.000 euro oplevert. Dit extra bedrag zal de eerste vijf jaar worden ingezet om de achterstand weg te werken.
Lange termijn Deze beleidsnotitie slaat vooral op de planning voor de jaren 2015 en 2016. Op langere termijn (2017 – 2020) zullen het optimaliseren van kringlopen en kleinschalige energieopwekking bij agrarische bedrijven bekeken worden. Dit betreffen twee actiepunten vanuit de programmabegroting Bedrijfsvoering. Het totaaloverzicht van de planning is terug te vinden op blz. 25.
22
Beleidsnotitie Duurzaamheid 2015 - 2018
Hoofdstuk 5. Financiën & Middelen Duurzaamheidsmaatregelen zijn financieel niet altijd even aantrekkelijk waarbij een simpele rekensom vaak al aantoont dat terugverdientijden lang zijn. De vraag is hoe onaantrekkelijk de investeringen zijn. Het doel heiligt de middelen. Fair finance staat hier centraal vanuit het waardenkader. Voor het initiëren van de duurzaamheidsprojecten is het noodzakelijk dat binnen de beleidsterreinen en projecten hiervoor middelen worden vrijgemaakt. Er is een jaarlijks budget vrijgemaakt van € 100.000. De beperkte financiële middelen maken dat er gekeken dient te worden naar duurzaamheidsprojecten waarbij de kosten laag zijn, maar die wel een meerwaarde kunnen genereren. Daarnaast worden de samenwerkingsmogelijkheden bekeken om zo gebruik te kunnen maken van cofinanciering, crowdfunding en andere instrumenten. VNG-ondersteuning In het kader van het Nationaal Energieakkoord heeft VNG een trekkende rol gekregen voor het verduurzamen van de particuliere woningmarkt. De opgave voor energiebesparing in de bestaande woningvoorraad is gelinkt aan de transitie van de woningmarkt (deze bevat teveel woningen van een verkeerde kwaliteit). In de woningmarkttransitie zit een pijler verduurzaming. De provincie ondersteunt met financiële middelen al diverse initiatieven voor ontzorgingstrajecten en energieloketten. Bijkomend VNG geld zal wellicht verruimd worden en het is van belang samenwerking goed vorm te geven om de kansen optimaal te benutten. Het VNG ondersteuningsprogramma bestaat uit twee programma’s: - Deelprogramma gebouwde omgeving (particuliere woningeigenaren); - Deelprogramma bedrijven, huur- en vastgoedsector, mobiliteit en duurzame energieproductie. In 2014 is er een regionale alliantie opgesteld. Dit betekent dat in Zuid-Limburg circa 31.500 koopwoningen worden verduurzaamd om aan ambities van de Provincie invulling te geven. Indien een groot aantal particulieren aangezet kan worden om meer omvangrijke maatregelen te nemen, zoals het aanbrengen van isolatie en bijvoorbeeld zonnepanelen, kan nog beter aan ambities beantwoord worden. De regio zoekt daarom aansluiting bij andere provinciale of nationale initiatieven, zoals het plan van de Provincie Limburg waarbij in tien jaar 100.000 daken in Limburg geisoleerd dienen te worden. In augustus 2014 heeft de VNG de aanvraag gehonoreerd en er wordt gewerkt aan een gezamenlijk vervolgtraject. In totaal bedragen de VNG gelden €133.205,00 (bekijk voor meer info het projectplan heuvellandgemeentes in bijlage 3). Crowdfunding Crowdfunden is het bij elkaar brengen van een investering door een groep mensen. Er zijn verschillende vormen van crowdfunding, waaronder doneren en investeren. Bij doneren schenkt iemand geld, bij investeren leent iemand geld uit. Crowdfunden is, naast een innovatieve manier van financieren, een proces dat extra waarde met zich meebrengt: het kan lokaal draagvlak toevoegen aan duurzame energieprojecten. Binnen een project vormen de crowdfunders die het project (deels) financieren een informele vereniging. De informele vereniging is de schuldeiser richting de projectontwikkelaar. Gelden die door de crowdfunder beschikbaar zijn gesteld, zijn niet tussentijds opeisbaar, maar worden terugbetaald conform overeengekomen betaalschema. Onder andere de gemeente Leeuwaren (zij werkten samen met de stichting Greencrowd en Green Spread) ging ons al voor en hun ervaringen en succesverhalen kunnen ter inspiratie dienen in onze eigen aanpak. Een blauwdruk van dit project kan handvatten bieden voor een eigen projectplan binnen de gemeente Eijsden-Margraten.
23
Beleidsnotitie Duurzaamheid 2015 - 2018 Voor welk project crowdfunding ingezet zal worden binnen onze gemeente dient nog te worden afgestemd. Een voorstel is de mogelijkheden te bekijken van zonnepanelen bij gemeentelijke gebouwen (bijvoorbeeld basisscholen, sporthallen en buurthuizen). Na het uitschrijven van een aanbesteding kan de opdracht worden gegund aan een bepaalde partij. Deze partij zal de panden via een exploitatieconstructie voorzien van zonnestroom. Na 10 jaar worden de systemen overgedragen aan de gebouwexploitanten voor een symbolisch bedrag van 1 euro. Voor het project kan mogelijk ook nog een Energie-investeringsaftrek (EIA) worden aangevraagd bij de Belastingdienst. In het geval van de gemeente Leeuwarden is 45% van het totale investeringsbedrag binnengebracht via crowdfunding. Bij partner Green Spread Advies is reeds bekend gemaakt dat ook binnen onze gemeente interesse is om de mogelijkheden te bekijken. Mogelijkerwijs kan het interessant zijn een project te initiëren met agrarische ondernemers binnen onze gemeente. Aangezien een beleidsplan binnen het coalitie- en raadsprogramma stimulering en subsidieregeling lokale projecten bij particulieren betrof, wordt in samenspraak met de Provincie en SVN bekeken of er een financieringsconstructie voor particulieren en verenigingen kan worden opgezet.
Kosten Er is gekozen om in deze beleidsnotitie nog geen gedetailleerd investeringsplan op te nemen. Wel kunnen de kosten voor een aantal projecten al benoemd worden. Project A. Quickscan gemeentelijke gebouwen
Kosten € 9.861,50 € 60 per gebouw x 20 gebouwen = € 1200
B. Slimme meters gemeentelijke gebouwen
€ 25 p.maand per gebouw X 1 gebouwen = € 300 p.jaar
C. Energieloket D. Energiescan huishoudens E. Onderzoeken biomassa mogelijkheden
nntb nntb
F. Zonnepanelenproject
€ 21.200
G. Duurzaamheidscheck organisatieprocessen H. Buurkracht I. Opleiden energiecoaches
Opmerkingen
nntb
Kleinverbruik-aansluitingen: 20 gebouwen
Grootverbruik-aansluitingen: 2 gebouwen. Gemeentehuis heeft al slimme meter. Ander gebouw is pulslogger geschikter (kosten €25/maand). Hiervoor zijn VNG-gelden beschikbaar Hiervoor zijn VNG-gelden beschikbaar Verkennende fase. Businesscase dient te worden opgesteld met diverse partijen Kosten betreffen de begeleiding vanuit Luxpark.
nntb € 500 nntb
Organiseren info-avond Hiervoor zijn VNG-gelden beschikbaar
Er wordt ter vervolg op deze beleidsnotitie een uitvoeringsprogramma opgesteld waarin de kosten per project nader gedefinieerd zullen worden. Dit uitvoeringsprogramma wordt jaarlijks geëvalueerd en waar nodig op basis van voortschrijdend inzicht en nieuwe ontwikkelingen bijgesteld. De verwachting is dat dit medio 2015 gereed zal zijn. 24
Beleidsnotitie Duurzaamheid 2015 - 2018
Hoofdstuk 6. Tijdlijn & Planning
2e helft 2015
1e helft 2015
G
H
2016
A
B
C
D
E F
I In bovenstaande tijdlijn is de planning voor 2015 en 2016 van de projecten weergegeven. Bepaalde projecten kunnen parallel lopen; andere projecten bevinden zich nog in een verkennende fase. Ter volledigheid nog een keer het overzicht van de projecten A t/m I:
A. B. C. D. E. F. G. H. I.
Inzichtelijk maken duurzaamheidsniveau gemeentelijke gebouwen Plaatsen slimme meter bij alle gemeentelijke gebouwen Realiseren energieloket Uitvoeren energiescan bij huishoudens Onderzoeken mogelijkheden biomassa Zonne-energie: compensatie CO2-emissie openbare verlichting Duurzaamheidscheck binnen organisatieprocessen Oprichten 3 Buurkracht-buurten Opleiden energiecoaches
Op langere termijn (2017 – 2020) zullen het optimaliseren van kringlopen en kleinschalige energieopwekking bij agrarische bedrijven bekeken worden. Dit betreffen twee actiepunten vanuit de het raadsprogramma. De uiteindelijke keuzes ten aanzien van deze fasering en prioritering zijn tot stand gekomen door interactief overleg met externe partijen en ideeën vanuit eerdere afstemming binnen de commissie en de raad. De commissie en de raad werden hierin uitgenodigd deel te nemen aan een discussie om zo tot een definitieve beleidsnotitie te komen.
25
Beleidsnotitie Duurzaamheid 2015 - 2018
Bijlage 1. Grafische weergaven situatieschets Eijsden-Margraten Totaal verbruik Particulier, uitgesplitst op woningtype
Deze grafiek toont het totale aantal kg CO2-verbruik van gas en elektra gecombineerd. Het betreffen cijfers van 2013. VGO: Aantal vastgoedbjecten
26
Beleidsnotitie Duurzaamheid 2015 - 2018
Totaal verbruik particuliere woningvoorraad Particulier, uitgesplitst op bouwjaar
Deze grafiek toont het totale aantal kg CO2-verbruik van gas en elektra gecombineerd. Zichtbaar is dat er voor 1975 nog weinig sprake van isolerende maatregelen was. Het betreffen cijfers van 2013. VGO: Aantal vastgoedbjecten
27
Beleidsnotitie Duurzaamheid 2015 - 2018
Vergelijking opwek zonne-energie KV
In de grafiek is te zien dat ons percentage zonne-energie aansluitingen ruim boven het gemiddelde van Nederland ligt. Binnen deze categorie behoren alle PV-installaties (zonnepanelen) bij een kleinverbruik (KV) aansluiting (tot 3x80 Ampère). Dit zijn hoofdzakelijk particulieren maar kunnen ook winkels, scholen of andere kleinere bedrijven zijn. De data van Energieinbeeld zijn afkomstig van het CBS.
28
Beleidsnotitie Duurzaamheid 2015 - 2018
Bijlage 2. Gemeentelijke gebouwen 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 11. 12. 13. 14. 15. 16. 17. 18. 19. 20. 21. 22.
Openbare basisschool Mesch Brandweer Eijsden Brandweer Mheer Brandweer Cadier en Keer Gemeentehuis Eijsden-Margraten Gemeentewerf Eijsden-Margraten Gymzaal Cadier en Keer Sporthal ’t Vroendel Gymzaal Oost-Maarland Krachtsportvereniging Eijsden Sporthal De Hoven (MFA) Gymzaal Mheer Gymzaal Sint Geertruid T.C. Bakkerbosch Zwembad De Treffer SCG VV Eijsden RKVV Cadier & Keer Toneelvereniging ‘Roeze Koille’ Stichting Dracula – Camion Peuterspeelzaal Oos Heukske SVME
29
Beleidsnotitie Duurzaamheid 2015 - 2018
Bijlage 3. Opleiden energiecoaches
Projectopdracht Naam project: Deelnemende gemeentes: Contactpersoon: Overige partijen:
Versienr. Documentnr. Datum:
1.3
18-03-2015 Energiecoaches Valkenburg, Gulpen-Wittem, Vaals, Meerssen, Eijsden-Margraten Renee Huisman (Gemeente Eijsden-Margraten) Pentasz, Podium24
Achtergrond In 2014 is er een regionale alliantie opgesteld om in Zuid-Limburg 157.000 koopwoningen te verduurzamen. De VNG heeft hiervoor doelen geformuleerd en in totaal 18 Zuid-Limburgse gemeenten hebben besloten de handen in elkaar te slaan. Doel is om op termijn 20% van de woningvoorraad in Zuid-Limburg te verduurzamen. Diverse pilots zijn gestart om doelen te behalen en dit traject te versnellen, zoals Energiesprong, Energieteams (Gemeente SittardGeleen), Dubbel Duurzaam, 1-2-3 Energiekaart en ’t Nuth van Duurzame energie. Enkele gemeentes - bijvoorbeeld Maastricht n.a.v. het Landelijke Energie Akkoord -, zijn initiatieven gestart om resultaten en het proces te versnellen. Gemeente Maastricht heeft gekozen voor ‘Bespaar met Ster’, waarin men energiecoaches opleidt en is bedoeld voor de bewoners van de wijk Heer. Het idee is om dit op te schalen naar een groter niveau. Naast deze bestaande initiatieven vormen de gemeentes Gulpen-Wittem, Vaals, Meerssen en Eijsden-Margraten samen een projectgroep (‘projectgroep Heuvellandgemeentes’) om zo enkele projecten gezamenlijk op te pakken. Krachten kunnen op die manier gebundeld worden en er wordt een bijdrage aan de VNG-doelstellingen geleverd. Binnen de Heuvellandprojectgroep is geïnventariseerd welke initiatieven en projecten interessant zijn om gezamenlijk op te pakken en uit te voeren. Interesse vanuit meerdere gemeentes is er om energiecoaches op te leiden, die duurzaamheidsadvies kunnen geven aan particuliere huiseigenaren. Gezien andere gelijkaardige initiatieven buiten deze Heuvellandprojectgroep is het wel de bedoeling dit op langere termijn onder te brengen bij het Energieloket, dat wordt weggezet op groter schaalniveau. Besloten is om niet te wachten op de Energieteams op groter schaalniveau, omdat met de start van ons eigen initiatief (er wordt een kleine projectgroep opgericht) al snel zichtbare acties en verbeteringen gerealiseerd kunnen worden, ook wel quick wins genoemd. Met het oog op wettelijke en beleidsmatige ontwikkelingen in de sociale zekerheid wordt de laatste jaren steeds meer nadruk gelegd op het activeren en laten participeren van cliënten in de samenleving. In dat kader is het idee ontstaan om juist deze mensen op te laten leiden tot energiecoach.
Projectinhoud Projectdoel Het doel is het ontzorgen en ondersteunen van particuliere woningeigenaren bij energiebesparing en een bijdrage te leveren aan VNG-doelstellingen t.a.v. verduurzaming van de koopwoningenvoorraad. Daarnaast wensen we in het kader van re-integratie cliënten binnen onze gemeentes te laten participeren in de maatschappij, teneinde de afstand tot de arbeidsmarkt te verkleinen en de uitstroom naar werk te bevorderen. Omdat de kans bestaat dat niet iedere gemeente afzonderlijk beschikt over een voldoende aantal 30
Beleidsnotitie Duurzaamheid 2015 - 2018 geschikte kandidaten, is ervoor gekozen dit gezamenlijk op te pakken en op hoger schaalniveau te bekijken. Gezamenlijk beschikken de gemeentes over 24.759 koopwoningen. Het idee is om voor de gehele projectgroep in totaal 12 kandidaten op te leiden. De 12 kandidaten vormen samen een team en krijgen een driedaagse in-company-training waarin men opgeleid wordt tot EPA-adviseur. en zullen bij de gemeente Gulpen-Wittem een standplaats krijgen. Hier is voor gekozen omdat Gulpen-Wittem ruimteoverschot heeft binnen hun gemeentehuis. Dit zal ook het gezamenlijke verzamel- en vertrekpunt zijn. Taken energiecoaches In samenspraak met de uiteindelijke opdrachtnemer (keuze maken: Kader of Milieufederatie Limburg) kan bepaald worden welk soort advies de energiecoach uiteindelijk kan geven en wat het uiteindelijke takenpakket van de energiecoach wordt. Een voorstel is de energiecoaches in eerste instantie advies te laten geven t.a.v. kleine duurzaamheidsmaatregelen bij huiseigenaren (te denken valt aan ledlampen, radiatorfolie achter de verwarming, dranger op de huiskamerdeur, borstel op de brievenbus). Tevens wordt men door het volgen van de cursus EPA adviseur en is men in staat zelfstandig de Energie-Index op te stellen. Tenslotte zijn de kandidaten dan voorbereid om opgenomen te worden als erkend deskundige voor het vereenvoudigd Energielabel woningen. Doelgroep In samenspraak met Pentasz dient de doelgroep geformuleerd te worden. Er zijn enkele criteria waaraan de kandidaten aan dienen te voldoen, zoals een MBO-denkniveau en een bouwtechnische- of installatietechnische achtergrond. Een geschikte kandidaat is uitkeringsgerechtigd en ontvangt een uitkering in het kader van de Participatiewet. Werving van cliënten zal gebeuren door Pentasz. Het definitieve functieprofiel zal tenslotte nog vergeleken worden met het functieprofiel dat de gemeentes Sittard en Heerlen hanteren. Deze twee gemeentes bevinden zich al in een verder stadium met hetzelfde concept en kunnen wellicht succes- of faalfactoren benoemen. Actiepunt: Checken bij Pentasz hoe doelgroep te formuleren ivm oneerlijke concurrentie.
Projectactiviteiten -
Bepalen/vaststellen doelgroep in samenspraak met Pentasz Navragen draaiboek, succesfactoren, faalfactoren gemeentes Heerlen en Sittard Selecteren opdrachtnemer (Kader of Milieufederatie Limburg). Criteria hierbij zijn: onafhankelijk, deskundig, gecertificeerd; Selecteren kandidaten ism Pentasz Opzetten organisatie team energiecoaches (bepalen werkrooster, uren) Opzetten bezoekplan particuliere woningen (ism Buurkracht?)
Uitvoering Nazorg - Inplannen maandelijkse evaluatiemomenten met alle partijen - Opstellen evaluatierapport
31
Beleidsnotitie Duurzaamheid 2015 - 2018
Beheersplan Financiën Budget: Op grond van het totaal aantal koopwoningen in de betrokken gemeenten is het ondersteuningsbedrag van de VNG voor onze regio voor de periode 2014-2016 bepaald op € 133.205,00 per jaar. Het idee is gelden binnen het budget vrij te maken voor dit project. Begroting Salaris werkbegeleider Vergoeding energiecoaches bovenop uitkering?* Opleiding EPA (Kader) Middelen (kleding, schoeisel, gereedschap) Dienstauto / busje? Inzet gemeentelijke uren/(€) per gemeente Onvoorziene kosten
Hoeveel uur? € 975 x 12
€ 11 700
€ 2000 Tot. € 13.700
* Energiecoaches: voorstel ‘behoud tot uitkering’ + € 200 (vanuit gemeente) ?
Projectorganisatie Vanuit alle betrokken partijen dient een projectmedewerker/contactpersoon aangeduid te worden. Iedere gemeente bepaalt zelf wie dit zal zijn (logischerwijs wellicht de medewerker die ook in de heuvellandprojectgroep zit). Zij zorgen voor de voortgang van het project. Daarnaast dienen enkele personen in deze groep de begeleiding op zich te nemen. Eén specifieke persoon zal aangeduid worden als werkbegeleider in Gulpen-Wittem. Deze stuurt de energiecoaches aan en begeleidt, observeert en beoordeelt de werkzaamheden van de kandidaten. De werkbegeleider is de leidinggevende en zal bevindingen t.a.v. ziekte, verzuim en uitval rapporteren aan Pentasz. Faciliteiten en middelen De energiecoaches zullen voorzien moeten worden van het benodigde materiaal, geschikte werkkleding, schoeisel en vervoer indien vanuit de standplaats (Gulpen-Wittem) huishoudens bezocht dienen te worden. Gemeente Sittard-Geleen heeft zelf software ontwikkeld die energiecoaches kunnen gebruiken (bv iPod met vragenlijst om bewoner te kunnen adviseren). Vragen naar ervaringen bij deze gemeente (navraag doen bij Veronique hierover). Standplaats: Gemeente Gulpen-Wittem (specifieke ruimte nog bepalen). Eventueel kunnen de energiecoaches op langere termijn zetelen in het Energieloket.
Actiepunten
In samenwerking met de organisatie KADER: afstemmen van 1 Niveau en achtergrond van kandidaten (affiniteit/ervaring met milieu/duurzaamheid..bouwtechnische kennis). 2 Wat worden de taken van de energiecoaches? Gaan ze bv advies geven adhv maatwerk of alleen de basics en blijft het dan bij advies geven over woongedrag?
32