In de Oudemanstraat zijn de hoertjes verdwenen. Het Antwerpse stadsbestuur heeft de afgelopen jaren, na lang touwtrekken, de rosse buurt fors ingeperkt. De actie was een succes. Tegenstanders vinden dat het stadsbestuur de botte bijl heeft gehanteerd. De Oudemanstraat is een van de straten die ‘schoongeveegd’ is. Op café ‘t Keteltje na. Dit is een plek waar vooral illegale Nigeriaanse vrouwen klanten ronselen. Een vlek op het glanzende blazoen van het stadsbestuur.
“Hoerrrreeen, Neujkeee met de hoerrrrreeen!” Een Nederlandse toerist bralt vuile praat. Zijn makkers zijn dronken. In de Villa Tinto klinkt alles extra hol. Deze kersverse gaanderij met eenenvijftig ramen is het derde been van de roze driehoek: de Verversrui, de Schippersstraat en de Vingerlingstraat. Van de zeventien straten met prostitutie blijven er drie over. Honderden hoertjes stonden plotsklaps op straat. Ze namen de wijk naar andere steden, begonnen op straat te werken, in de stationsbuurt en in duistere cafeetjes. ‘t Keteltje bijvoorbeeld, op nog geen honderd meter van de gedoogzone. Wilde geruchten doen de ronde over het café: mensenhandel, minderjarige meisjes uit Nigeria, martelpraktijken met scheermessen en zout water voor ongehoorzame meisjes, chantage van klanten. Niets is wat het lijkt in ‘t Keteltje. De zwarte maskes Langs buiten stelt ‘t Keteltje niet veel voor. Je kan niet binnenkijken door het spiegelglas. Scherpe vrouwenstemmen kunnen alleen die van Afrikaanse zijn. Aan de ingang staat een buitenwipper. Hoertjes zitten op krukken, netjes op een rij. Aan de toog hangen een tiental klanten. “Ik moet van buitenlanders niks hebben,” brult een man met dubbele tong. “Maar die zwarte wijven, maat, die zijn
Dromen zijn bedrog een feest in bed!” Een meisje veert recht van haar barkruk. “Hey, nice boy. My name is Diamond. You need something? I give you the best time. You want to go to a hotel with me? Ze merkt dat ze bot vangt. “Can you spare me one euro?” vraagt ze teleurgesteld. Ouder dan zestien kan ze niet zijn. Rudi, een vaste klant, vertelt me zijn verhaal. Zijn gelaat verraadt een leven van drank en sigaretten. “Ik kom er al zeven jaar,” krast hij met schorre stem. “Ik begin mijn eigen te bezuipen, tot ik niet meer weet waar ik sta en dan geef ik al mijn geld uit aan de maskes. Tot dat het op is, en dan ga ik naar huis.” Rudi lacht. “De maskes kennen mij allemaal daar. Er zitten er daar schoontjes tussen. Niks om
ze. “God take us away from poverty. Take us away from misery. Poverty is not good!” Elk refrein eindigt met een hartverwarmend lachsalvo. Een tram rijdt voorbij. Haar kleine kamertje rammelt. Een aftandse luster wiegelt heen en weer. Ze zit op een grote koffer vol kleren. “For my family in Nigeria,” giechelt ze. Tot voor kort ronselde Rose klanten aan de toog van ‘t Keteltje. Dat deed ze zeven maanden lang. Ze wil best praten. Maar niet te veel. Rose is bang. In en rond ‘t Keteltje wil ze niemand voor het hoofd stoten. Dat kan ernstige gevolgen hebben. Ex-slachtoffers worden madammen Payoke ligt vlak om de hoek van ‘t Keteltje. In haar rommelige kantoortje
De Antwerpse rosse buurt na het prostitutieplan een relatie mee te beginnen. Die zijn echt helemaal anders. Die komen van tussen de bomen eigenlijk.” En dan die lach weer. Rudi is op zijn hoede. Hij weet dat de baas van ‘t Keteltje het woord prostitutie niet wil horen. “Wat die maskes daar doen? Moeilijke vraag. Ik zou het niet kunnen. Zo de kost verdienen. Wat ik daarmee bedoel? Ik weet het eigenlijk niet. Ik zwijg er liever over. Die maskes zijn nogal rap content. Ze werken hier als hoertjes. Meestal wonen ze met zes of zeven bij elkaar. Of ze wonen bij hun… dat woord zeg ik niet graag. Allez ja, de madammen. Dat zijn zowat de bazen van de maskes. En als ze hun taak niet volbrengen, dan kan het scheef aflopen. Maar nu moet ik zwijgen.” Rose zingt uit volle borst. Iets Nigeriaans: “You want me to translate for you?” vraagt
wikt en weegt Patsy Sörensen haar woorden. “Al wat wij kennen bij Payoke zijn de geruchten. Maar ja, dat café teert op geruchten. Het is een imago dat het café zichzelf aanmeet. Weinig mensen weten wat daar precies gebeurt. Dat prikkelt de fantasie. ‘t Keteltje is vooral een oppikplaats. De meisjes zitten daar te wachten op mannen. Klanten worden meestal afgewerkt in hotelletjes, de achterbank van een auto of zelfs in telefooncellen. De meeste meisjes zijn illegaal in het land of hebben asiel aangevraagd. Het zijn meestal Nigeriaanse vrouwen, meer bepaald uit Benin City. Een deel van die vrouwen zijn slachtoffers van mensenhandel. Ze worden met valse voorwendselen naar hier gehaald. Een nonkel of een tante in Nigeria vertelt hen dat er in België veel geld te verdienen valt. Maar om hier te weliswaar 31
reportage
Patsy Sörensen
Patsy Sörensen: "De mensen achter de schermen blijven ongrijpbaar." geraken moeten ze enorme leningen aangaan, tot 25.000 dollar. De straatarme familie staat meestal borg. De contracten worden bezegeld met voodoopraktijken. Op die manier wordt de druk nog groter. Niet betalen heeft verstrekkende gevolgen voor de familie die achterblijft. Hier in België zijn het de beruchte madammen die de maandelijkse afbetalingssommen opeisen en doorsluizen naar Nigeria.” De madammen zijn zelf meestal ex-prostituees en slachtoffers van mensenhandel 32 weliswaar
vertelt Sörensen. “Ze zijn opgeklommen in de hiërarchie. Ze hebben hun schuld afbetaald en stappen mee in de keten. Het zijn vaak de zichtbare daders van mensenhandel en worden dan ook als eerste opgepakt. De mensen achter de schermen blijven ongrijpbaar. De federale politie heeft het moeilijk om te bewijzen van wie het geld is dat de madammen bij hun arrestatie op zak hebben. Daarom probeert de politie de medewerking van slachtoffers te krijgen. Als zij bewijslast aanvoeren, kan de politie overgaan tot arrestaties.
Uiteraard loopt dat niet van een leien dakje. De meisjes staan stijf van de schrik. Sommigen kiezen er zelf voor om naar België te komen. Ze weten perfect wat ze hier komen doen. Dat zijn geen slachtoffers van mensenhandel, wel van een slechte economische situatie.” Rose wordt onwennig als ik haar vraag of ze de madammen kent. “Some of the girls have to pay money… to other girls. But I don’t know. I’m tired. No more talking now.” Sponsor zoekt meisjes “De inkrimping van de gedoogzone heeft een groot voordeel,” zegt Eva Herreman. Zij is referentiemagistraat voor het parket van Antwerpen. “Politiediensten hebben nog nooit zo’n goed zicht gehad op de prostitutie in het schipperskwartier. Voor
reportage
het parket blijft de prostitutie en de mensenhandel niet beperkt tot deze drie straten. Hoe kleiner de rosse buurt, hoe groter de kans dat de problemen uitzwermen naar andere plaatsen in de stad of andere steden. Zo wordt het moeilijker om bepaalde zaken op te sporen.” Het bureau van Herreman kreunt onder de stapels dikke dossiers. “Ze zijn gekend in het prostitutiemilieu, die madammen,” vertelt ze. “Wij houden ons bezig met het opsporen en vervolgen van misdadigers in het milieu van de mensenhandel en het daaraan verbonden prostitutienetwerk. De madammen vormen een belangrijke schakel. Meestal hebben ze die meisjes letterlijk in hun bezit. De eerste maanden krijgen de meisjes nog wat geld en eten van hen. Maar dan verandert de situatie. Plots moeten ze het grootste deel van hun inkomsten afstaan. En als dat niet tijdig gebeurt zijn de gevolgen pijnlijk.” Nigeriaanse meisjes worden eerst gesponsord in het land van herkomst. Een sponsor is iemand die in het land van herkomst meisjes zoekt, ronselt en betaalt voor valse documenten. Dat geld moet door het meisje worden terugbetaald via de madam. De madam in Antwerpen koopt het meisje van tussenpersonen in Nigeria. Eva Herreman: “Ook die transactie wordt het meisje aangerekend. Vaak weten ze heel goed wat ze hier komen doen. Over de omstandigheden waarin ze terechtkomen, weten ze echter niets. Ze zijn een paar jaar bezig vooraleer ze zichzelf hebben vrijgekocht. Die meisjes vinden dat niet eens zo abnormaal. Fysiek geweld en morele dwang zijn de middelen bij uitstek om de meisjes in het milieu te houden. Zeker die voodoopraktijken hebben een enorme invloed. Als een meisje naar de politie stapt, als ze niet meewerkt, als ze moeilijk doet, dan krijgt ze met voodoobezweringen af te rekenen. Heel uitzonderlijk komen we een meisje tegen dat daar niet in gelooft.”
Razzia’s Een paar dagen na het gesprek met Rose vielen zesenzestig agenten van de lokale federale politie ‘t Keteltje binnen. Alle klanten werden gefouilleerd. De vijftien aanwezige Nigeriaanse vrouwen werden afgevoerd in gepantserde wagens. Volgens Patrick Janssens zou de strenge Antwerpse aanpak een voorbeeld moeten zijn voor andere steden. Over de klassieke opsporingsmethoden zwijgt Herreman als vermoord. Topgeheim. Ook de politiemethodes wil ze liever niet uitgebreid toelichten. “Tja, die razzia’s. Ik kan daarover niet veel kwijt,” zucht ze. “Ons parket geeft die opdracht niet. We worden uiteraard in kennis gesteld. Ze hebben hun nut om de problematiek rond prostitutie in kaart brengen. De slachtoffers, die meisjes dus, kunnen waardevolle schakels zijn in het dossier. Daarom is het belangrijk dat we degelijke opvang en politiebescherming voorzien. De opvang is vaak gekoppeld aan voorwaarden. Ze mogen niet meer terug naar het milieu en mogen geen contact hebben met verdachten in het dossier. Het is essentieel dat ze aanwezig zijn op de zitting. Desnoods kunnen de meisjes hun verhaal zelf toelichten. Uiteindelijk kunnen we ze daar niet toe verplichten. Het ligt emotioneel soms moeilijk om verklaringen af te leggen. Er is veel angst. Of ze in ruil voor verklaringen wettige papieren krijgen? De verdediging zou graag horen dat ik daar ja op antwoord. Dat wordt vaak ook tegen ons gebruikt: kijk, die vrouwen leggen valse
Payoke Payoke voorziet in opvang en begeleiding van slachtoffers in mensenhandel. Slachtoffers die het milieu verlaten en hun medewerking verlenen aan gerechtelijke onderzoeken kunnen via Payoke het recht op legale papieren verwerven. Tijdens het verloop van deze procedure helpt men de slachtoffers bij de juridische, administratieve en psychologische last. In Luik worden slachtoffers van mensenhandel begeleid door de vzw Sürya, in Brussel door de vzw Pagassa.
Ketelpatrouille De ketelpatrouille is opgericht in februari 2000. Het is een zeer laagdrempelige organisatie. Ze bestaat uitsluitend uit vrijwilligers. De leden noemen zichzelf straathoekwerkers. Oorspronkelijk was hun uitvalsbasis een pand in de Verversrui in de gedoogzone. Het pand moest fungeren als opvangcentrum voor Nigeriaanse prostituees. De stad Antwerpen verhuurde het voor één symbolische euro per maand. Daarbij ontving de Ketelpatrouille jaarlijkse subsidies. Burgemeester Patrick Janssens schafte de subsidies af. Het pand werd gesloten. Officiële uitleg was het totale gebrek aan hygiëne. Op dit moment houdt de Ketelpatrouille zich voornamelijk bezig met het uitdelen van condooms en de bekendmaking van Gh@pro.
Eva Herreman: “Vaak weten ze heel goed wat ze hier komen doen. Over de omstandigheden waarin ze terechtkomen, weten ze echter niets.” verklaringen af omdat ze dan verblijfsvergunningen krijgen. Zo simpel is het niet. Natuurlijk kan samenwerken een positief effect hebben op hun legalisatie. We verplichten hen zich te laten begeleiden door Payoke.”
“Het is moeilijk in te schatten hoe groot het gevaar is dat die Nigeriaanse meisjes lopen,” zegt Eva Herreman. “Ze kunnen hier bescherming krijgen, maar wat er in Nigeria gebeurt, daar hebben we geen zicht op. We weten dat er soms huizen van weliswaar 33
reportage
is een netwerk met toch wat zorg voor elkaar. Tijdens uitvaarten heb ik sterke betrokkenheid ervaren. Het is vooral dubbelzinnig, onfris. In de context van ‘t Keteltje is er niks echt duidelijk. Je zit daar toch aan de rand van het leven. Het is ook lastig om die illegale meisjes te bereiken. Hulpverlening blijft moeilijk. Heel wat meisjes worden dus aan hun lot overgelaten. Gelukkig zorgt Gh@pro voor medische opvang. Daar krijgen de meisjes een minimum aan gezondheidszorg, anoniem. En er is de ketelpatrouille. Wat hun bedoelingen precies zijn, is niet altijd even duidelijk. Maar ze hebben vast nuttig werk verricht op het terrein.” De meeste meisjes zijn gevoelig voor mystiek, vertelt priester Pol. “Zo komen ze bij mij terecht. Ze praten vaak over thuis. In Nigeria is er een groter sociaal netwerk. Een café zoals ‘t Keteltje geraakt bekend door mond-aan-mondreclame. Vriendinnen die hier al zijn halen andere meisjes naar hier, meestal de oudste dochters. Die dragen de verantwoordelijkheid voor een heel gezin thuis. Eigenlijk, ondanks alles, roept dat bij mij een gevoel van diep respect op omdat ik weet dat sommigen echt kiezen voor hun kinderen, hun familie. Eén keer hier is de desillusie groot. Dat maakt dat veel van hen uit het milieu willen vluchten. En dat is levensgevaarlijk.” “The first three months I was just looking around. I was too shy. But then I started doing it. In hotel rooms, in a car. They took me to many places. I never wanted to be a prostitute. I wanted to help old people. In a home. But then, it turned out differently.
‘t Keteltje
familieleden worden platgebrand. Daarvoor komen de meisjes hier klacht neerleggen. Spijtig genoeg staan wij dan machteloos. Soms zetten we schuchtere stappen om in Nigeria verder onderzoek te doen, maar dat is moeilijk.” “When I came to Belgium I didn’t know where to go. Another girl showed me ‘t Keteltje. First I said, no way! But I had no money, no legal papers. So… The girl said: you have to be smart. You have to be nice to them, dance with them and then… you know… make money in a hotel room or something.” 34 weliswaar
Een onvermijdelijke desillusie De wierookgeur in de Sint-Pauluskerk werkt therapeutisch. Uren en nachten in en rond ‘t Keteltje kruipen in de kleren. “Tja, de madammen…” Priester Pol wrijft over zijn baard. “Je hoort er allerlei verhalen over. Aan de ene kant zorgen ze voor een vorm van bescherming voor de meisjes. Aan de andere kant zijn ze berucht omwille van de keiharde praktijken als de meisjes niet gehoorzamen. Ik heb altijd zin om een stortbad te nemen als ik me in die kringen heb begeven. Dat Keteltje geeft me een heel dubbel gevoel. Het is een ontmoetingsveld voor die meisjes. Het
Geen pasklare oplossing De twee eigenaars van ‘t Keteltje en het stadsbestuur staan met getrokken messen tegen over elkaar. “Vorig jaar moest ik mijn café twee dagen sluiten omdat de buitendeur naar binnen draaide in plaats van omgekeerd,” bromt één van hen. “Patrick Janssens zei ooit letterlijk in een interview dat hij alles zal doen om ons te pesten. Hij doet maar. Ze kunnen me niks maken. Wat er voor mijn toog gebeurt zijn mijn zaken niet. In mijn café is er geen hoererij. Ik hou me niet bezig met wat die meisjes doen buiten mijn café.” Naast de burgemeester en Dirk Grootjans, de schepen voor integrale veiligheidszorg, is Tuur Van Wallendael voor hem aartsvijand nummer één. Toen het vorige schepencollege het nieuwe gedoogbeleid goed-
reportage
Integraal prostitutieplan Het integraal prostitutieplan werd in 2000 goedgekeurd door het Antwerpse stadbestuur. De panden in de gedoogzone moesten hernieuwd worden. Bovendien moesten ze voldoen aan een aantal strenge normen, zoals rechtstreekse verhuring aan de prostituees zonder tussenpersonen. De controle op wanpraktijken moest verscherpt worden. Tegelijkertijd wilde men de ontruimde straten renoveren. Het plan werd opgesteld door een Nederlands studiebureau. Op dit moment telt het Schipperskwartier nog een driehonderdtal ramen.
Gezondheidshuis Gh@pro, gezondheidshuis Antwerpse Prostitutie, verleent hulp aan vrouwen en mannen die werkzaam zijn in de prostitutie. Het is opgericht in 2002. Het was het vervolg van een succesvol pilootproject van de Universiteit Antwerpen in 1999. Dat voorzag in gratis gezondheidszorg voor prostituees.
keurde, werd Van Wallendael aangewezen om het uit te voeren. “De sluiting van de vitrines in de Oudemanstraat was simpelweg een keuze,” vertelt hij in zijn kantoor aan de Grote Markt. “We hebben besloten de U-vorm van de gedoogzone te behouden. De Oudemanstraat viel daar buiten. Voornamelijk omdat er in de zijstraten sociale woningbouw is. Die wilde men ver, of laat ons zeggen, een beetje verder van de prostitutiestraten houden. Ik heb ooit overwogen om van de Oudemanstraat een tippelstraat te maken. Maar dat is nooit goedgekeurd.” En ‘t Keteltje? “Tja,” zucht hij, “we hebben daar behoorlijk wat moeilijkheden mee. Ze zijn geregeld in overtreding, al zijn het meesters in het verhullen van criminele feiten. We moeten ook niet onnozel doen. Die vrouwen zitten daar niet om te borduren. Er lopen een aantal processen-verbaal. Tot er een uitspraak over het onderzoek is gedaan, kan ik weinig zeggen. Ik ben tegen prostitutie, maar ik ben ook niet compleet naïef. Als ‘t Keteltje sluit gaan die vrouwen gewoon ergens anders naartoe. We kunnen ze allemaal oppakken, maar daarmee is het probleem niet opge-
lost. De meeste van die vrouwen zijn WestAfrikaans. Maar Nigeria is bijvoorbeeld een land dat zijn burgers niet terug opneemt. Er is geen pasklare oplossing. Met die politiecontroles proberen we alleszins de meisjes af te schrikken. Ik denk dat er zwaar misbruik wordt gemaakt van die meisjes door een aantal figuren in en rond ‘t Keteltje. Daar moet met harde hand tegen opgetreden worden.” “Sometimes the police came into ‘t Keteltje. They arrested me. I didn’t know where they were taking me. I was crying. I was very scared. They put handcuffs on my hands. Nobody ever put handcuffs on my hands before. They took me to a hospital. They did tests. They wanted to know my age. Then they told me I wasn’t 18 yet. They locked me up. I wanted to hurt myself. I thought, what kind of life is this?” Spoorloos verdwenen Priester Pol: “Een paar jaar geleden vond ik in de kapel een jong meisje, helemaal verkrampt in foetushouding. Ze lag te roepen en te trillen. Beetje bij beetje ontdekten we dat ze dagen opgesloten had gezeten en gevlucht was. Men wilde haar op die manier tot prostitutie dwingen. Ze hadden voortdurend op haar ingepraat, maar ze was ontsnapt. Het duurde drie weken eer we tot de ontdekking kwamen dat ze Nigeriaanse was. Het meisje was de oudste van acht en had een goede opvoeding gehad. Een nonkel had haar gezegd dat er in België geld te verdienen viel. Als fiere, jonge vrouw wilde zij dat doen om haar broertjes en zusjes te onderhouden. Behalve die nonkel wist niemand van haar familie wat ze hier echt zou moeten doen. Bij een plaatselijke notaris werd een lening aangegaan. Een contract werd getekend. Zoals gebruikelijk met voodoobezweringen: haren van de moeder, nagels van de vader. Samen met de nonkel is ze op het vliegtuig gestapt. Ze moest een andere naam opgeven en ze kreeg een andere nationaliteit. Het is dezelfde nonkel die haar naar de rosse buurt heeft gebracht. Onderweg nam hij al haar papieren in beslag. Hij heeft haar vervolgens naar ‘t Keteltje geloodst. Ik heb de vader opgebeld. Hij wist helemaal niet dat zijn dochter in de prostitutie zat. Ze had toch talenkennis? Ze danste fantastisch. Ze was zo slim. Prostitutie? De man huilde aan de telefoon. Maar ze mocht in geen geval terugkomen, voegde hij er aan toe. Ze zou daar worden afgemaakt omdat ze de borgsom niet zou kunnen terugbetalen. Het
meisje is spoorloos verdwenen. Waarschijnlijk is ze weer in de prostitutie beland.” “I say, it’s nice! It’s like paradise!” Rose stapt parmantig voor me uit. Ze draagt een knalgoud hoedje. Niets dan vrolijkheid. We zijn onderweg naar school. “To learn how to speak Ne…der…lands,” zegt ze. “This I learned last week.” Bijna perfect zingt ze weer een liedje. Ze kent alleen de eerste strofe. “Ik ben vandaag zo vrolijk, zo vrolijk, zo vrolijk. Ik ben vandaag zo vrolijk zo vrolijk was ik noooooit!” Rose grijpt naar haar hoedje en proest het uit.
tekst | Jeroen Franssens foto’s | Lies Willaert
Meer info: www.payoke.be www.ghapro.be weliswaar 35