Big brother zit overal! Heel wat instellingen, personen of organisaties nemen het niet zo nauw met de privacy van de burgers. De Liga heeft een aantal kandidaten op een rijtje gezet die het recht op privacy niet respecteren. Hieronder vindt u het dossier van één van de kandidaten. Je kan mee bepalen wie de Big Brother Award wint! Wie heeft het recht op privacy het sterkst te grabbel gegooid? Welke van deze kandidaten moeten we op het matje roepen? STEM BIG BROTHER AWARD! Surf naar www.winuwprivacy.be.
DE ANTWERPSE CEL SCHIJNHUWELIJKEN 1. Inleiding Het recht om te huwen en het recht op een gezinsleven zijn fundamentele mensenrechten die erkend worden in verschillende internationale verdragen1. Naar Belgische en internationale wetgeving heeft eenieder het recht om een gezin te stichten met een persoon die hij of zij vrij kiest. Dit recht is niet gebonden aan de verblijfstoestand van de betrokken partijen. De ambtenaar van de burgerlijke stand kan een huwelijk dus niet zo maar weigeren enkel omdat één van de partners geen verblijfsrecht heeft in België. Anderzijds verbindt geen van deze verdragen een verblijfsrecht aan het recht om te huwen. Met andere woorden: koppels hebben het recht te huwen en om samen een gezin te stichten maar daarom niet noodzakelijk het recht om zich te vestigen in het land van hun keuze. Staten zijn vrij om te beslissen of ze al of niet een visum of verblijfsvergunning toekennen aan de vreemde partner. 1
Artt 8 en 12 EVRM, artikel 23 Internationaal Verdrag inzake burgerrechten en politieke rechten
1/13 www.winuwprivacy.be – een campagne van de Liga voor Mensenrechten – juni 2010
In België wordt aan een huwelijk met een Belg wel verblijfsrecht gekoppeld2. De laatste decennia nam het aantal mensen dat via het huwelijk een verblijfsrecht verwierf drastisch toe.3 Er werden hier en daar ook misbruiken vastgesteld. Daarom probeert de overheid van bij de huwelijksaanvraag of visumaanvraag om in België te huwen na te gaan wat de intenties van de partijen zijn en of het niet gaat om een (poging tot) schijnhuwelijk. Dit gebeurt via een interview van de betrokkenen, een woonstcontrole, eventueel een buurtonderzoek,... zowel vóór het afsluiten van het huwelijk als erna. De vraag is of dit hele onderzoek geen al te verre inbreuk op het privéleven van de betrokkenen met zich meebrengt. 2. Wat is een schijnhuwelijk? 2.1. Definitie Midden de jaren ´90 meenden enkele schepenen van bevolking aan de alarmbel te moeten trekken. Zij hadden de indruk dat er steeds meer huwelijken werden afgesloten waarvan ‘het werkelijke doel’ was om verblijfsrecht te bekomen voor een vreemdeling.4 Het debat over het schijnhuwelijk was hiermee geopend. Uiteindelijk werd in 1999 een artikel 146bis aan het Burgerlijk Wetboek toegevoegd5, dat luidt als volgt: “Er is geen huwelijk wanneer, ondanks de gegeven formele toestemmingen tot het huwelijk, uit een geheel van omstandigheden blijkt dat de intentie van minstens één van de echtgenoten kennelijk niet is gericht op het totstandbrengen van een duurzame levensgemeenschap, maar enkel op het bekomen van een verblijfsrechtelijk voordeel dat is verbonden aan de staat van gehuwde.” In 2006 werd het afsluiten van een schijnhuwelijk ook expliciet strafbaar gesteld.6 De ambtenaar van de burgerlijke stand mag weigeren om een huwelijk te voltrekken indien hij of zij vermoedt dat het gaat om een schijnhuwelijk. Een schijnhuwelijk is dus niet hetzelfde als een gearrangeerd huwelijk7 of een verstandshuwelijk. In deze gevallen hebben de echtgenoten meestal wel de intentie om een duurzame levensgemeenschap tot stand te brengen, zelfs al is dit louter om familiale of financiële redenen. Verstandshuwelijken zijn dus perfect geldig naar Belgisch recht, ook al zijn geldelijke, verblijfsrechtelijke of andere belangen doorslaggevend. Een Turkse man die huwt met een Belgische vrouw omwille van verblijfsrechtelijke redenen maar die wel 2
artikel 40bis wet van 15 december 1980 betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen 3 In 2008 werden 50.22% van alle visa voor lange duur afgegeven op basis van gezinshereniging. Echtgenoten en partners van EU‐burgers waren in 2008 goed voor 22.55% van alle afgegeven verblijfsbewijzen. Migratie, Jaarverslag 2009 Centrum voor Gelijkheid van Kansen en voor Racismebestrijding, p.30‐31, http://www.diversiteit.be/?action=publicatie_detail&id=117&thema=4 4 Wetsvoorstel van 20 december 1996 houdende invoeging in het Burgerlijk Wetboek van een artikel 171 bis betreffende schijnhuwelijken, Parl. St. Senaat, 1996‐1997, 1‐512/1. 5 Art. 12 Wet van 4 mei 1999 tot wijziging van een aantal bepalingen betreffende het huwelijk, B.S. 1 juli 1999. 6 Art. 2 Wet van 12 januari 2006 tot aanpassing van de wet van 15 december 1980 betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen (1), B.S. 21 februari 2006. 7 Het gearrangeerd huwelijk is een huwelijk overeengekomen tussen twee families, bijvoorbeeld op basis van traditie.
2/13 www.winuwprivacy.be – een campagne van de Liga voor Mensenrechten – juni 2010
daadwerkelijk samenleeft met de vrouw, zijn rol als echtgenoot vervult en over wiens loon de vrouw volledig mag beschikken, gaat een verstandshuwelijk aan, wat in principe wel toegelaten is.
2.2. Criteria In de ‘Omzendbrief 10 indicatoren schijnhuwelijk’8 wordt een niet‐limitatieve lijst van 10 factoren opgesomd die een ernstige aanwijzing kunnen vormen dat er sprake is van een schijnhuwelijk: ‐Partijen verstaan mekaar niet, of kunnen enkel op een gebrekkige wijze met elkaar communiceren, of doen beroep op een tolk; ‐ Partijen hebben elkaar vóór de huwelijkssluiting nooit eerder ontmoet; ‐ Een van de partijen woont duurzaam samen met iemand anders; ‐ Partijen kennen elkaars naam of nationaliteit niet; ‐ Een van de aanstaande echtgenoten weet niet waar de andere werkt; ‐ Verklaringen omtrent de omstandigheden van de ontmoeting lopen manifest uiteen; ‐ Een som geld wordt beloofd bij het aangaan van het huwelijk; ‐ Het uitoefenen van prostitutie door één van beiden; ‐ Het optreden van een tussenpersoon; ‐ Een groot leeftijdsverschil. Als 2 indicatoren aanwezig zijn, is er sprake van een ernstige aanwijzing van een schijnhuwelijk.
2.3. Sancties Zoals eerder vermeld, kan de ambtenaar van de burgerlijke stand het huwelijk uitstellen of weigeren af te sluiten9 indien hij vermoedt dat het om een schijnhuwelijk gaat. Tegen uitstel is geen verhaal mogelijk; tegen weigering het huwelijk te voltrekken kan men beroep aantekenen bij de rechtbank van eerste aanleg. Wordt pas na de afsluiting van het huwelijk vastgesteld dat het om een schijnhuwelijk gaat, dan kan het huwelijk nietig verklaard worden. Deze nietigverklaring heeft terugwerkende kracht tot op het moment van het aangaan van het huwelijk. De betrokkenen worden zo geacht nooit gehuwd te zijn. Deze nietigverklaring heeft dus zeer ernstige gevolgen op het vlak van de verblijfssituatie: zelfs een definitief en onvoorwaardelijk verblijf kan nu worden ingetrokken. Indien de persoon Belg werd, betekent de nietigverklaring van een huwelijk niet dat de nationaliteit van de betrokkene automatisch geschrapt wordt.10 8
Omzendbrief van 17 december 1999 naar aanleiding van de invoering van de wet van 4 mei 1999 tot wijziging van een aantal bepalingen betreffende het huwelijk van de minister van justitie (B.S. 31/12/1999) 9 Omzendbrief van 17 december 1999 naar aanleiding van de invoering van de wet van 4 mei 1999 tot wijziging van een aantal bepalingen betreffende het huwelijk van de minister van justitie. (B.S. 31/12/1999) 10 Indien de persoon Belg werd aan de hand van de procedure die is vastgelegd in art. 16 van het Wetboek van de Belgische Nationaliteit.
3/13 www.winuwprivacy.be – een campagne van de Liga voor Mensenrechten – juni 2010
Elke belanghebbende11 kan een beroep tot nietigverklaring instellen12 indien hij van mening is dat de betrokkenen enkel huwen om een verblijfsvergunning te verkrijgen. Ook het openbaar ministerie kan de nietigverklaring van het schijnhuwelijk vorderen.13 De vordering tot nietigverklaring is in principe onverjaarbaar maar moet wel worden ingesteld voor het overlijden van één van de echtgenoten. In de praktijk springen de rechtbanken zeer voorzichtig om met de nietigverklaring. De procedure van nietigverklaring kan namelijk misbruikt worden als een alternatieve en eenvoudigere echtscheidingsprocedure. Tot slot kan de correctionele rechter beide personen die een schijnhuwelijk afsloten, veroordelen tot vrij zware gevangenisstraffen of geldboeten14. Beide partners kunnen door de correctionele rechtbank veroordeeld worden tot een gevangenisstraf van 8 dagen tot 3 maanden of met een geldboete van 26 tot 100 euro. Daarnaast riskeert de persoon die geld kreeg om een schijnhuwelijk af te sluiten, een gevangenisstraf van maximum een jaar of een geldboete van maximum 250 euro. Tenslotte riskeert die persoon die geweld of bedreigingen gebruikt om de ander tot het sluiten van een schijnhuwelijk te dwingen, tot twee jaar gevangenisstraf of een geldboete van 500 euro. Ook pogingen om een schijnhuwelijk te sluiten in alle hierboven omschreven situaties zijn strafbaar. In zijn Omzendbrief 10/2009 beveelt het College van Procureurs‐Generaal dat de procureurs elk dossier mbt een voorgenomen of voltrokken schijnhuwelijk moet inschreven worden als strafdossier. 3. Het onderzoek Zoals uit het bovenstaande al bleek, speelt de ambtenaar van de burgerlijke stand een belangrijke rol in de ‘opsporing’ van schijnhuwelijken. Hij of zij kan beslissen dat een huwelijksaangifte ‘verdacht’ is en zo het onderzoek naar schijnhuwelijk starten.15
3.1. Onderzoek vóór de sluiting van het huwelijk Partners die een ‘verdachte’ huwelijksaangifte deden, zullen worden uitgenodigd voor een interview bij de cel schijnhuwelijken. Beide partners worden afzonderlijk ondervraagd, waarna hun verklaringen met elkaar vergeleken worden. Het doel van het onderzoek is om de intentie van de partners bij het aangaan van het huwelijk na te gaan. Er moet dus nagegaan worden of de patners de intentie hebben om een levensgemeenschap te beginnen. Het onderzoek is dan ook in eerste instantie toegespitst op de omstandigheden van ontmoeting, de duur van de relatie, hoe goed de partners elkaar kennen, de vraag of er een 11
Elke belanghebbende, behalve de echtgenoten en hun verwanten, moet aantonen dat hij over een materieel belang beschikt. 12 Op grond van art. 146bis en 184 B.W. 13 Op grond van art. 184 B.W. 14 Wet van 12 januari 2006 tot aanpassing van de wet van 15 december 1980 betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen. (B.S. 21/02/2006) 15 Art. 167 B.W.
4/13 www.winuwprivacy.be – een campagne van de Liga voor Mensenrechten – juni 2010
som geld betaald is om het huwelijk aan te gaan en de aanwezigheid van een tussenpersoon bij het opzetten van het huwelijk t.a.v. de administratieve overheden. Daarnaast worden een hoop andere vragen gesteld mbt het huwelijk (geeft u een feest, gaat u op huwelijksreis, heeft u al trouwkleding en ringen,...) en andere persoonlijke vragen (wil u kinderen,...). Hierbij worden vragen over het seksueel leven niet geschuwd. Zoals eerder vermeld kan de ambtenaar van de burgerlijke stand, indien hij meent dat er sprake is van een schijnhuwelijk, zelfstandig beslissen om de voltrekking van het huwelijk uit te stellen gedurende maximum twee maanden. Het doel van dit uitstel is dat de ambtenaar bij twijfel de mogelijkheid heeft bijkomend onderzoek te verrichten en het advies van het parket in te winnen. Tegen de beslissing om een huwelijk uit te stellen is geen verhaal mogelijk. Naast het interview van de partners, kan ook informatie gevraagd worden bij de Dienst Vreemdelingenzaken. In de eerste plaats gaat het over informatie ivm de burgerlijke stand van de betrokkene (vb buitenlands huwelijk, geweigerd huwelijk, feitelijke samenwoonst met een andere persoon) maar in de praktijk wordt vaak meer informatie uit het persoonlijk dossier van de betrokkene meegedeeld. Dit is strijdig met de privacywet, maar kan moeilijk gecontroleerd worden.16 Tot slot kan ook een buurtonderzoek gevoerd worden.17 Nadat het onderzoek is afgerond, levert men een advies aan de ambtenaar van de burgerlijke stand bij wie de aangifte werd gedaan. Indien dit advies negatief is, zal de betrokken ambtenaar in de praktijk een onderzoek ten gronde en een advies vragen aan de procureur. 3.2. Controle achteraf Zoals bij de preventieve controle kan in het kader van de repressieve controle ook een onderzoek gevoerd worden om na te gaan of er sprake is van een schijnhuwelijk. Dit onderzoek gebeurt aan de hand van de controle van de samenleving, het buurtonderzoek en het verhoor van getuigen. De controle van de samenleving houdt in dat een politieagent de werkelijke levensgemeenschap van de betrokkenen controleert vanaf het moment dat het huwelijk voltrokken is. Er wordt onderzocht of de woning effectief de indruk geeft dat het koppel er samen leeft, verblijft of woont. Verder worden de betrokkenen verhoord om na te gaan of de partners elkaar voldoende kennen als koppel. Men mag hierbij persoonlijke vragen stellen over de levensgewoonten, de inkomsten en de huishoudelijke bestedingen. Aan de hand van deze vragen wordt men dan geacht om een in scène gezet samenleven van een werkelijk samenleven te onderscheiden. Daarnaast heeft men ook de mogelijkheid om bij de 16
Migratie, Jaarverslag 2009 Centrum voor Gelijkheid van Kansen en voor Racismebestrijding, p.120, http://www.diversiteit.be/?action=publicatie_detail&id=117&thema=4 17 Niet alle steden hebben de capaciteit of de mogelijkheid om een gespecialiseerde cel op te richten. In veel zones gebeurt het onderzoek naar schijnhuwelijken dan ook door gewone politieambtenaren van de lokale politie en wijkagenten.
5/13 www.winuwprivacy.be – een campagne van de Liga voor Mensenrechten – juni 2010
openbare nutsbedrijven na te gaan op welke naam de inschrijving gebeurde en of er andere nuttige elementen over de samenstelling van het gezin beschikbaar zijn, om de vragen van het verhoor nog gerichter te maken. Hiervoor kan me de elektriciteits‐, water‐, telefoon‐, en kabeldistributiemaatschappijen; de verzekeringsmaatschappijen en de Dienst Inschrijving van Voertuigen (D.I.V.) aanspreken. Als er vermoedens van schijnhuwelijk bestaan, verhoort de politie beide partners grondiger en ook afzonderlijk. Zo kunnen beide verklaringen met elkaar vergeleken worden en kunnen de partners eventueel geconfronteerd worden. De controle van de samenleving in de woning dient steeds te gebeuren met toestemming van de bewoners, met dien verstande dat ook van elke weigering een PV wordt opgemaakt. Daarnaast worden ook alle vruchteloze pogingen die nodig waren om beide partners aan te treffen op de woonplaats en elke volledige of gedeeltelijke weigering van het bezoek of het verhoor, opgenomen in dit PV. Bij het onderzoek in het kader van de repressieve controle kan men ook een buurtonderzoek voeren en getuigen verhoren. Het buurtonderzoek tracht zoveel mogelijk elementen te verzamelen om de situatie van het koppel als getrouwde partners na te gaan. Daarbij richt men zich vnl. op de eigenaar van de woning, de huisbewaarder, buren, handelaars, de postbode,… Deze personen en eventuele andere getuigen die nuttig zijn voor het onderzoek, kunnen, in overleg en mits de toestemming van de bevoegde magistraat, diepgaander worden verhoord. Hierbij richt men zich voornamelijk tot de ouders, vrienden, voormalige echtgenoten, meerderjarige kinderen uit vorige huwelijken, de getuigen bij de huwelijksplechtigheid, waarbij men speciaal aandacht besteedt aan het feit dat deze getuige eventueel betrokken zou kunnen zijn bij de organisatie van het schijnhuwelijk, en de ambtenaar van de burgerlijke stand. Deze repressieve controle vindt systematisch jaarlijks plaats bij de verlenging van de verblijfsvergunning van de vreemdeling. Daarnaast kunnen er ook nog bijkomende controles gevoerd worden indien er aanwijzingen zijn van een schijnhuwelijk of indien bijvoorbeeld uit de informatie van het rijksregister blijkt dat de echtgenoten niet meer op hetzelfde adres wonen.18 4. De cel schijnhuwelijken 4.1 Ontstaan De laatste jaren is de strijd tegen schijnhuwelijken aanzienlijk aangescherpt en de controle sterk uitgebreid. De aanpak – en daardoor ook de werklast‐ verschilt van gemeente tot gemeente. In sommige steden en gemeenten (waaronder Antwerpen) worden alle huwelijken waarbij één partner geen Belg is, uitgebreid onderzocht. De ambtenaren van de burgerlijke stand kunnen daardoor het aantal ‘verdachte’ huwelijksaangiften vaak niet meer zelf afhandelen. Daarom is men in een aantal steden, waaronder Antwerpen, aan dit 18
Parl.St., Kamer, 2008‐2009, 1 april 2009 http://www.dekamer.be/doc/CCRI/pdf/52/ic512.pdf
6/13 www.winuwprivacy.be – een campagne van de Liga voor Mensenrechten – juni 2010
capaciteitsprobleem tegemoet gekomen door de oprichting van een zgn. ‘Cel schijnhuwelijken en afgedwongen huwelijken’. De taken die voorheen door de ambtenaar van de burgerlijke stand werden vervuld, worden nu hier gecentraliseerd: ‘verdachte’ huwelijksaangiftes worden onmiddellijk doorgespeeld aan de gespecialiseerde cel die het dossier verder zal onderzoeken en afhandelen. De cel onderzoekt dus op vraag van de ambtenaar van de burgerlijke stand huwelijksaangiften waarbij één van de partijen niet over een (permanent) verblijfsstatuut beschikt. Hierbij wordt gepoogd na te gaan wat de intenties zijn van de betrokkenen. Het onderzoek kan resulteren in een uitstel of een weigering van de huwelijksvoltrekking. 4.2. De Antwerpse cel schijnhuwelijken 4.2.1. De strengste De werking en bevoegdheden van de cellen schijnhuwelijken worden nergens gedetailleerd omschreven. Ze nemen een aantal bevoegdheden van de ambtenaar van de burgerlijke stand voor hun rekening, maar hoe ze dit precies doen, verschilt van gemeente tot gemeente. Uit de praktijk blijkt duidelijk dat de Antwerpse cel veruit de strengste is. In Antwerpen wordt elke huwelijksaangifte waarbij één van beide partijen niet over een onbeperkt legaal verblijf beschikt, automatisch gecontroleerd door de cel schijnhuwelijken. In principe zou dit alleen mogen als er aanwijsbare indicaties bestaan dat het om een schijnhuwelijk gaat. Ter illustratie19: In 2008 werden 6607 administratieve onderzoeken gevoerd door de Dienst Vreemdelingenzaken naar mogelijke voorgenomen schijnhuwelijken in België. Daarvan werden er 965 gevoerd in Antwerpen, 453 in Brussel, 405 in Charleroi , 378 in Gent en 374 in Luik. Voor wat betreft de onderzoeken naar mogelijke schijnhuwelijken die reeds in het verleden werden afgesloten zien we wederom grote verschillen tussen de verschillende steden. In Antwerpen werden er 626 onderzoeken gevoerd, in Brussel 551, in Dendermonde 289, in Charleroi 244 en in Gent 208.20 We beseffen terdege dat de cijfers van verschillende steden niet zo maar met elkaar vergeleken worden. Natuurlijk hebben allerhande factoren een invloed op het aantal huwelijksaanvragen, en wellicht ook op het aantal schijnhuwelijken. Toch is het weinig waarschijnlijk dat die factoren alleen het gigantische verschil tussen Antwerpen en pakweg Brussel, kunnen verklaren.
19
Tot op vandaag zijn er geen overzichtelijke, statistische gegevens beschikbaar over schijnhuwelijken. De gebruikte cijfers werden bijeengesprokkeld uit antwoorden op parlementaire vragen in Kamer en Senaat. Echt recente cijfers zijn niet terug te vinden. 20
http://www.senaat.be/www/?MIval=/index_senate&LANG=nl
7/13 www.winuwprivacy.be – een campagne van de Liga voor Mensenrechten – juni 2010
Bovendien zijn er niet alleen relatief meer onderzoeken in Antwerpen, ze hebben ook vaker een negatieve uitkomst. In 2004 werden ongeveer 745 dossiers geopend. Van het totaal aantal verdachte huwelijksaangiftes kregen 473 koppels de toelating om te huwen. Uiteindelijk weigerde de ambtenaar van de burgerlijke stand in 215 gevallen de huwelijksvoltrekking, wat neerkomt op ongeveer één derde. In 112 gevallen werd door de partijen een verhaal ingesteld bij de Voorzitter van de rechtbank van eerste aanlag. Het is niet duidelijk in hoeveel gevallen werd beslist om de weigeringsbeslissing te behouden. Uit gesprekken met practici blijkt evenwel dat de ambtenaar van de burgerlijke stand sinds 2000 slechts in een tiental zaken in het ongelijk is gesteld.21 In Gent werden in 2004 nauwelijks 30 dossiers geweigerd op een totaal van 277 onderzochte dossiers.22 4.2.2. Eigen criteria Zoals hoger vermeld (onder 2.2), werden een 10 criteria geformuleerd die, zeker wanneer er voldaan is aan meerdere criteria tegelijkertijd, kunnen wijzen op een schijnhuwelijk: ‐Partijen verstaan mekaar niet, of kunnen enkel op een gebrekkige wijze met elkaar communiceren, of doen beroep op een tolk; ‐ Partijen hebben elkaar vóór de huwelijkssluiting nooit eerder ontmoet; ‐ Een van de partijen woont duurzaam samen met iemand anders; ‐ Partijen kennen elkaars naam of nationaliteit niet; ‐ Een van de aanstaande echtgenoten weet niet waar de andere werkt; ‐ Verklaringen omtrent de omstandigheden van de ontmoeting lopen manifest uiteen; ‐ Een som geld wordt beloofd bij het aangaan van het huwelijk; ‐ Het uitoefenen van prostitutie door één van beiden; ‐ Het optreden van een tussenpersoon; ‐ Een groot leeftijdsverschil. De Antwerpse cel schijnhuwelijken vulde het lijstje aan met enkele eigen criteria. Deze zijn niet vastgelegd in een wet of omzendbrief:23 ‐Eén van de partijen was reeds betrokken in een schijnhuwelijk of een kortstondig huwelijk waardoor een echtgenoot verblijf verwierf; ‐Meerdere naaste familieleden van één van de partijen verwierven verblijf via een kortstondig huwelijk; ‐Betrokkenheid in criminele activiteiten; ‐Leugenachtige verklaringen of andere pogingen om de ambtenaar te misleiden; ‐Partijen leggen meerdere tegenstrijdige verklaringen af of zijn op meerdere punten onwetend over mekaar; ‐Een zeer snelle gang van zaken; ‐Juridische voorbereiding van de aangifte. 21
Antwerpen en de problematiek van de schijnhuwelijken: Werktekst voor De Acht VZW, www.de8.be/csfls/200703230913363/nota%20schijnhuwelijken.doc 22 http://www.dekamer.be/doc/CCRI/html/52/ic068.html#1240 23 F. BEYENS, “De Strijd tegen schijn en afgedwongen huwelijken, de werking van de cel schijn‐ en afgedwongen huwelijken Antwerpen 2000‐2004” in Huwelijksmigratie, een zaak voor de overheid?, Leuven, Acco, 2005, p. 70
8/13 www.winuwprivacy.be – een campagne van de Liga voor Mensenrechten – juni 2010
Van de meeste van deze criteria kan men zich afvragen of ze objectief en/of relevant zijn. Aan een internationaal huwelijk komt heel wat papierwerk en administratie te pas. Is het abnormaal dat koppels zich bij een advocaat informeren over de gang van zaken? Wie geen verblijfsvergunning heeft, mag niet werken, kan zich niet aansluiten bij de ziekteverzekering en loopt het risico om aangehouden te worden. Is het verdacht dat een koppel er dan op aandringt om het huwelijk en de verblijfspapieren zo snel mogelijk in orde te maken? 4.2.3. Algemene houding gedurende het onderzoek Het onderzoek verloopt lang niet altijd objectief. Dat bevestigde Frank Beyens van de Antwerpse Cel Schijnhuwelijken ook expliciet in een interview: "Met onze ervaring voelen we vaak met onze ellebogen aan dat minstens één partner wil trouwen om de compleet foute redenen." 24 Tot zover het vermoeden van onschuld... Verklaringen van familie en vrienden worden vaak afgewezen als zijnde ‘subjectief’ en de eventuele samenwoonst wordt wel eens beschouwd als ‘pour besoin de la cause’. Op die manier krijgen koppels het soms bijzonder moeilijk om hun zaak te verdedigen. Tot slot bekloegen heel wat koppels, advocaten en hulpverleners over de gang van zaken. Enkele koppels getuigden in een beroepsprocedure tegen de weigering om hun huwelijk in te schrijven van “vernederende” en “discriminerende” behandelingen en vragen. 5. Toetsing aan artikel 8 EVRM 1. Een ieder heeft recht op respect voor zijn privéleven, zijn familie- en gezinsleven, zijn woning en zijn correspondentie. 2. Geen inmenging van enig openbaar gezag is toegestaan in de uitoefening van dit recht, dan voor zover bij de wet is voorzien en in een democratische samenleving noodzakelijk is in het belang van de nationale veiligheid, de openbare veiligheid of het economisch welzijn van het land, het voorkomen van wanordelijkheden en strafbare feiten, de bescherming van de gezondheid of de goede zeden of voor de bescherming van de rechten en vrijheden van anderen.
5.1 Bij wet voorzien Terwijl het verbod op schijnhuwelijken verankerd is in de wet, is dit niet het geval voor de werking van de cel schijnhuwelijken. Elke cel hanteert eigen methoden. Hoe de zaken afgehandeld worden, verschilt daardoor sterk van gemeente tot gemeente. Eerder werd al melding gemaakt van de Omzendbrief van het College van Procureurs‐ Generaal bij de Hoven van Beroep van 1 oktober 2009. Deze heeft de bedoeling om het onderzoek naar schijnhuwelijken te stroomlijnen en meer eenvormigheid te brengen in de aanpak van voorgenomen en voltrokken schijnhuwelijken. Bij de omzendbrief hoort ook een 24
De Morgen, 22 maart 2007.
9/13 www.winuwprivacy.be – een campagne van de Liga voor Mensenrechten – juni 2010
‘draaiboek’ dat de werkwijze van de cellen schijnhuwelijken moet verduidelijken. Het draaiboek is niet openbaar gemaakt. De vraag is of dit verzoenbaar is met het wettelijkheidsvereiste. Hiervoor is ook vereist dat de rechtsonderhorigen kennis kunnen nemen van de wet. Hierbij mag men niet uit het oog verliezen dat het interview op de cel schijnhuwelijken een basis kan worden voor een strafprocedure, en de rechten van de verdediging in het gedrang kunnen komen. 5.2. In het belang van de nationale veiligheid, de openbare veiligheid of het economisch welzijn van het land, het voorkomen van wanordelijkheden en strafbare feiten, de bescherming van de gezondheid of de goede zeden of voor de bescherming van de rechten en vrijheden van anderen. De strijd tegen schijnhuwelijken wordt vaak gekaderd in de opsporing van netwerken van mensenhandel, mensensmokkel en gedwongen huwelijken. Naarmate de migratie via gezinshereniging toenam, is de controle op schijnhuwelijken geëvolueerd tot een manier om migratie aan banden te leggen. Of dit nodig is voor ‘de nationale veiligheid, de openbare veiligheid of het economisch welzijn van het land’ is nog maar de vraag... Om na te gaan of het voorafgaand onderzoek schijnhuwelijken voldoet aan de criteria van artikel 8.2 is het antwoord op deze vraag irrelevant geworden sinds het schijnhuwelijk strafbaar is gesteld en alle schijnhuwelijken nu ook als strafdossier worden ingeschreven. Het voorafgaand onderzoek schijnhuwelijken kan nu steeds worden omschreven als gericht op het voorkomen van strafbare feiten. Het a posteriori onderzoek (na afsluiting van het huwelijk en bij verlenging van de verblijfsvergunning van de vreemde partner) lijkt –tenzij er duidelijke aanwijzingen van schijnhuwelijk zijn‐ heel wat moeilijker te verantwoorden in het licht van artikel 8 EVRM. Het valt niet direct in te passen in de vereisten van artikel 8.2 EVRM. Bovendien is er al een diepgaand preventief onderzoek geweest. 5.3. Noodzakelijk in een democratische samenleving Om te voldoen aan de voorwaarde van noodzaak in een democratische samenleving, volstaat het niet dat een maatregel nuttig is en bijdraagt aan het vooropgestelde doel. De maatregel moet nodig zijn, en er mag geen minder verregaande maatregel zijn om hetzelfde doel te bereiken.
5.3.1 Draagt het onderzoek schijnhuwelijken bij tot het vooropgestelde doel? Zoals gezegd is er nauwelijks cijfermateriaal beschikbaar over schijnhuwelijken. We weten dat er een hoop huwelijken worden afgekeurd, maar niet op basis waarvan. Uiteraard is het ook onmogelijk om te achterhalen of de beslissingen al of niet terecht waren. Het is ook niet
10/13 www.winuwprivacy.be – een campagne van de Liga voor Mensenrechten – juni 2010
duidelijk of en hoeveel huwelijken worden ontbonden naar aanleiding van een onderzoek a posteriori. Zoals alle privacyschendende maatregelen, zou het onderzoek schijnhuwelijken periodiek geëvalueerd en indien nodig bijgestuurd moeten worden. 5.3.2. Proportionaliteit Omvang van de gegevens In het kader van het onderzoek schijnhuwelijken kunnen heel wat gegevens opgevraagd worden, waarvan de relevantie niet altijd duidelijk is. Er werd al gewezen op het interview, waarbij gepolst wordt naar de voorbereidingen van het feest, trouwkledij en ‐ringen, plannen voor een huwelijksreis, kinderwens en zelfs naar het seksuele leven van de betrokkenen. De vraag is in hoeverre die gegevens nodig of zelfs nuttig zijn om de oprechtheid van het huwelijk te beoordelen. Verder kan men een buurtonderzoek doen en nagaan op welke naam de verzekeringen en contracten voor huur, water, electriciteit, telefoon, internet en kabeltv zijn afgesloten. Ook hier kunnen vragen gesteld worden over de relevantie van de informatie. Als één van de partners geen papieren of slechts een tijdelijke verblijfsvergunning heeft, heeft die normaalgezien ook geen inkomen en is het logisch dat contracten op naam en/of voor rekening van de Belgische partner worden afgesloten. Het spreekt voor zich dat irrelevante informatie niet mag worden opgevraagd of bijgehouden. Bewaarduur, toegang en uitwisseling Het is niet duidelijk hoe lang het dossier bewaard blijft. Het zou in elk geval vernietigd moeten worden zodra het overbodig is geworden, bijvoorbeeld als de niet‐Belgische partner definitief verblijfsrecht verwerft of als het huwelijk ontbonden wordt. Er wordt heel wat informatie uitgewisseld tussen de Dienst Vreemdelingenzaken, de Cel Schijnhuwelijken en het parket, al is het onduidelijk om welke informatie het gaat en wat er verder precies mee gebeurt. Wat meer duidelijkheid voor de betrokkenen zou geen overbodige luxe zijn. Overzicht van de belangrijkste wetgeving Resolutie van de Raad van 4 december 1997 betreffende maatregelen ter bestrijding van schijnhuwelijken (97/C 382/01) In deze resolutie van de Raad van de Europese Unie wordt een definitie gegeven van het begrip schijnhuwelijk en worden er enkele niet‐limitatieve factoren vermeld die kunnen wijzen op een schijnhuwelijk. De bedoeling van deze resolutie is dat de lidstaten gelijkwaardige maatregelen zouden nemen om het fenomeen van schijnhuwelijken te bestrijden. http://eur‐lex.europa.eu/LexUriServ/LexUriServ.do?uri=CELEX:31997Y1216(01):NL:HTML
11/13 www.winuwprivacy.be – een campagne van de Liga voor Mensenrechten – juni 2010
Wet van 15 december 1980 betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen. (B.S. 20/12/2007) (Vreemdelingenwet) http://www.ejustice.just.fgov.be/wet/wet.htm Wet van 4 mei 1999 tot wijziging van een aantal bepalingen betreffende het huwelijk. (B.S. 1/07/1999) Deze wet voert een definitie in voor het schijnhuwelijk door een art. 146 bis in het Burgerlijk Wetboek in te voeren. Daarnaast is in deze wet opgenomen dat het recht om te trouwen niet gebonden is aan de verblijfstoestand van de betrokken partijen. De ambtenaar van de burgerlijke stand kan dus geen huwelijk weigeren enkel en alleen op basis van het feit dat de vreemdeling illegaal in het rijk verblijft. Ook voert de wet een art. 167 in het Burgerlijk Wetboek in waardoor de ambtenaar van de burgerlijke stand het huwelijk kan uitstellen of weigeren. http://www.ejustice.just.fgov.be/wet/wet.htm Omzendbrief van 17 december 1999 naar aanleiding van de invoering van de wet van 4 mei 1999 tot wijziging van een aantal bepalingen betreffende het huwelijk. (B.S. 31/12/1999) Hierin wordt er onder meer een niet‐limitatieve opsomming gegeven van 10 indicatoren die een aanduiding kunnen vormen dat het huwelijk een schijnhuwelijk is. http://www.dofi.fgov.be/nl/reglementering/belgische/overige/omzendbrieven/1999/17121 999.pdf Wet van 12 januari 2006 tot aanpassing van de wet van 15 december 1980 betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen. (B.S. 21/02/2006) Deze wet voerde een artikel 79bis in de vreemdelingenwet van 1980 in, waardoor het schijnhuwelijk nu ook strafrechtelijk gesanctioneerd kan worden http://www.ejustice.just.fgov.be/wet/wet.htm Wet van 10 augustus 2005 tot wijziging van diverse bepalingen met het oog op de versterking van de strijd tegen mensenhandel en mensensmokkel en tegen praktijken van huisjesmelkers (B.S. 2/09/2005) Deze wet wijzigde de art. 77 en 77 bis van de vreemdelingenwet van 1980. Dit is vnl. gericht op de strijd tegen mensenhandel en mensensmokkel. http://www.ejustice.just.fgov.be/wet/wet.htm Omzendbrief van het College van Procureurs‐generaal bij de hoven van beroep van 1 oktober 2009 betreffende de schijnhuwelijken. Deze omzendbrief werd opgesteld in het kader van een werkgroep die door de Dienst Strafrechtelijk Beleid werd opgericht. Deze werkgroep bestond uit vertegenwoordigers van de Dienst voor Strafrechtelijk Beleid, het College van Procureurs‐generaal, de parketten van eerste aanleg, de diensten van de burgerlijke stand, de Dienst Vreemdelingenzaken, de FOD’s Buitenlandse Zaken en Justitie en de Federale Politie. Deze omzendbrief omvat voornamelijk enkele criteria en richtlijnen voor wat betreft de controle op schijnhuwelijken
12/13 www.winuwprivacy.be – een campagne van de Liga voor Mensenrechten – juni 2010
http://www.vmc.be/uploadedFiles/Vreemdelingenrecht/Wegwijs/verblijfsstatuten/Gezinshe reniging/Gezinsvorming/Huwelijk/omzendbrief%20schijnhuwelijken%20parketten‐ generaal%2020091001(1).pdf Nuttige links www.vreemdelingenrecht.be www.vmc.be www.diversiteit.be www.foyer.be www.deacht.be
13/13 www.winuwprivacy.be – een campagne van de Liga voor Mensenrechten – juni 2010