Van de voorzitter(s) Vernieuwing, verjonging, verandering ….. zijn dromen bedrog?! Hallo allemaal, Hier een eerste bijdrage vanuit Nicky Broos, augustus van dit jaar gekozen tot vicevoorzitter met de intentie en afspraak om in de maand Januari 2011 Hans Hochsteger op te volgen als voorzitter. Met Hans heb ik afgesproken dat ik voor dit SNOWPROs Magazine een voorwoord zou schrijven waarin ik namens ons beiden spreek, maar ook nadrukkelijk al wat meer van mijn persoonlijke visie en wensen naar voren laat komen met betrekking tot onze mooie club, SNOWPROs.NL. Want een mooie club zijn we! Dat we niet de snelste ski- en/of snowboardleraren van Europa hebben mag misschien zo zijn, we hebben zeker de BESTE leraren op het methodisch-didactisch vlak en dat moeten we maar eens wat duidelijker naar buiten gaan brengen. Want wij Nederlandse leraren mogen TROTS zijn op de wijze waarop wij mensen die prachtige wintersporten bij brengen. Om het wat moderner te zeggen, dat is ons usp (unique selling point). Daar moeten we echt meer mee gaan doen en daar gaan we ook meer mee doen. Nederland heeft inderdaad geen natuurlijke bergen, dat is nu eenmaal zo. Maar dat wil niet zeggen dat de leraren uit de Alpenlanden in totaliteit beter zijn dan wij, ja op deelgebieden zeker, maar ook niet meer dan dat. De komende jaren gaan we als SNOWPROs.NL nadrukkelijk meer doen aan en met de bijscholingen en hiervoor zullen bijvoorbeeld ook mensen ingezet worden die soms helemaal geen lesgeefervaring hebben in één van de wintersporten. Er is namelijk zoveel meer wat ons tot goede leraren maakt. Hebben we dan de afgelopen jaren teveel en alleen maar in een ‘tunnelvisie’ gewerkt? Misschien wel, ik denk daar echter anders over. Onze vereniging is maar een kleine die het met beperkte middelen en mensen moet doen en we representeren een kleine groep mensen die het ook bijna allemaal als hobby doen, dat spelen op en in die heerlijke sneeuw. Maar daar licht gelijk ook een uitdaging, sterker, ligt een kans. We gaan voor een ledental van 800 leden in 2014, en in 2020 moeten we er 1000 hebben, dat is echt mogelijk. Onze club is niets anders dan een afspiegeling van de maatschappij, iedereen vind van alles en iedereen wil van alles. Moeten we ons niet afvragen, ‘maar wat doe jij …..’??, ik denk van wel. Graag doe ik iets voor een ander als die ander ook iets voor mij doet. Vanuit die gedachte wil ik leiding gaan geven aan SNOWPROs.NL en zowel de kwaliteit als de kwantiteit van de vereniging naar een hoger niveau brengen. Is het een droom, is het een utopie te denken dat dit gaat lukken? Het is ons gegeven om mensen plezier te brengen, hoe kun je daar nu moe van worden, hoe kan dat nu demotiverend zijn?!?! Onze club heeft veel gepresteerd de afgelopen tientallen jaren en gaat nog veel presteren. Veel mensen hebben daar een bijdrage aan geleverd en doen dat nog steeds. Hans is daar één van. Ik ben blij en dankbaar met hem samengewerkt te mogen hebben, en ik weet zeker dat hij mij de komende tijd zal steunen. Hans, bedankt voor wat je als voorzitter allemaal gedaan hebt voor onze vereniging en succes met wat je nog voor ons gaat doen in je nieuwe minder prominente, maar o zo belangrijke rol als collega bestuurder.
Nicky Broos & Hans Hochsteger
Column Nol van Oss
De Skileraar Dat ben jij ! Het voelt goed om volwassenen, kinderen, vrienden, familieleden les te geven in je eigen hobby en daar meestal nog voor betaald te worden ook. De opleiding voor skileraar is in Nederland al divers. In het buitenland maakt elk land zijn eigen opleiding met telkens heel andere kernpunten. In Frankrijk is het slalomskiën een allerbelangrijkst kernpunt. In Nederland wordt in de opleiding veel aandacht besteed aan het omgaan met ‘je mensen’, je klanten, terwijl de eigen vaardigheid een verhaal apart is vanwege de diverse materialen waarop, en de diverse omstandigheden waarin geskied wordt. Zwitserland heeft een zeer uitgewerkt leerplan waarin de vaardigheden die een skileraar moet bezitten helder zijn uitgekristalliseerd. - Pedagogisch concept - Methodisch concept - Technisch concept En het Oostenrijks skileerplan? Wat vind je daarvan? Wil je dat weten? Van al die verschillende opvattingen zullen we in januari tijdens het INTERSKI congres in Sankt Anton kunnen genieten. Is het van belang om dat als skileraar te weten? Je bent als skileraar toch gediplomeerd, dus waarom zou je je verder verdiepen? Je doet je bijscholingen. Om je bevoegdheid niet kwijt te raken. Maar heb je bij de bijscholingen ook theoretische vergelijkingen gezien? Achtergronden gehoord of die in SNOWPROs Magazine zien staan? Van de opleiders zou je dat wel hebben moeten horen. Maar ben ik zelf als skileraar wel geïnteresseerd in al die ‘rompslomp’? Wat heb ik eraan? Vraag ik mezelf wel eens af wat ik doe aan het perfectioneren van mijn skileraarschap behalve het verbeteren of onderhouden van mijn eigen vaardigheid? Ook de nieuwste ontwikkelingen? Op materiaal gebied oké. Maar op methodisch en didactisch gebied? Sta ik als skileraar toe dat ieder skiet op zijn/haar manier? Wat voor correctie pas ik toe? Waarom? Of zijn het aanwijzingen? (zie het artikel elders in het blad). Wie van ons schoolt zichzelf ook theoretisch voortdurend bij? Welk leerplan zou je zelf willen bestuderen? Of vind je dat er een uitleensysteem moet komen? In het Nederlands skileerplan (ontwerp 2006) – wat helaas al jaren nog steeds een ontwerp is - werd het beeld opgeroepen van een ruwe diamant. De skileraar in opleiding en de gediplomeerde skileraar slijpen elke keer een facet van de diamant tot die steeds meer brille krijgt en waardevoller wordt. Een heel mooi beeld.
Hoeveel skileraren zijn er van wie je zelf les zou willen krijgen en wat hebben zij dat ze zich onderscheiden? Op de website staan in de diverse magazines van het oude Skikanten artikelen over bijvoorbeeld leerplanvergelijkingen, van observatie tot correctie van vormen van skiën (skitechnieken). Tenslotte: Wat is een goede skileraar(es)? Wetenschappelijke onderzoekingen hebben aangetoond dat meer dan 80% van het charisma van de skileraar(es) afhangt en minder dan 20% van de methode. Troostrijke gedachte ! Reageren?
[email protected] december 2010
Op naar het INTERSKI Congres in Sankt Anton Nog maar 2 maanden en dan is het zover: het INTERSKI-congres 2011 De uitgelezen mogelijkheid om Nederland te presenteren op het gebied van wintersport en alles wat er mee te maken heeft. Wij, het Nederlands team of het Dutch Snow Pro Team zijn net terug van een boeiende trainingsweek in het witte goud van Kaprun. In mei dit jaar zijn we hier met het complete team ook al geweest. Na diverse brainstormsessies en goed overleg zijn we toen gekomen tot een grove indeling van het aantal workshops, lezingen en demonstraties. Afgelopen week was het zaak om alles inhoudelijk in orde te maken, de puntjes op de i zoals tijdens de trainingsweek werd opgemerkt. Om kort te zijn, we zijn hierin heel goed geslaagd. Alle workshops sluiten op elkaar aan, de demo’s zijn goed en strak en de lezingen zitten goed in elkaar. De gedachte die wij als Nederland neer willen zetten is, terug te gaan naar het voelen en niet te veel nadenken over hoe je zou moeten skiën of snowboarden. Ook op het gebied van sneeuw- en lawinekunde hebben we een leerzame workshop en dito lezing. Verder is de outfit mooi en gedurfd en dit in combinatie met de goede sfeer geeft het team een geweldige uitstraling. Nederland wordt neergezet als een modern wintersportland met een goede en brede structuur, iets waar we trots op kunnen zijn. Ik vond het inspirerend te zien dat er met veel toewijding, kennis en overleg iets tot stand is gekomen. Iets wat echt vertaalt wat er in Nederland gebeurt, en niet iets dat alleen maar gecreëerd wordt omdat het mooi klinkt of goed valt in het buitenland. De verwachtingen zijn dus hoog. Persoonlijk ben ik ook erg benieuwd naar de presentaties van de andere landen. Wij zullen in ieder geval vol vertrouwen naar St. Anton afreizen en daar onze stinkende best doen. Wil je op de hoogte blijven van onze acties, binnenkort zullen alle workshops en lezingen die het DSPT zal presenteren op deze site te vinden zijn. Hopend op veel support,
Jan de Blij
Trainingsweek met het DSPT (Interskiteam) in Kaprun/Piesendorf door Harald de Man Op zaterdagavond 30 oktober kwam het team bij elkaar in de “congreszaal” van het trainingscentrum van de NSkiV in Piesendorf. We werden ingelicht over het programma van de week, zodat iedereen wist wat hem of haar te wachten stond. Bas vertelde de nodige zaken omtrent het trainingscentrum waar het team verbleef gedurende deze week. Daarna werd er met het team gezellig een drankje gedaan in de “Kellerbar”. Het was meteen te merken, iedereen kon niet wachten om de volgende dag de piste op te gaan om lekker te gaan trainen. Ik wist al een beetje wat me te wachten stond, want we hadden ook al 3 dagen getraind in mei, maar toch was alles ook wel weer nieuw. Hoe lang zouden we nodig hebben om alle demonstraties erin te slijpen? Moest ik op “gevoel” skiën of was het beter om steeds te tellen. Zou ik het wel volhouden om zoveel runs te skiën, want dat doe ik als skitrainer niet zo vaak? Daarnaast had ik ook al lange tijd last van een ontsteking aan mijn achillespees en die ging meer pijn doen als ik meer ging skiën. Ik had nog het minste vertrouwen in die achillespees. Maar ik wilde zo graag meedoen aan het INTERSKI congres, dat ik aan de ene kant niet aan de pijn wilde denken. Aan de andere
kant was ik bang dat ik later in de week misschien mijn “teammates” in de steek moest laten als mijn achillespees het echt niet vol zou houden. Ik besloot toch maar even mijn probleem aan onze “teamcaptain” te vertellen en te overleggen hoe we daar het beste mee om konden gaan. Uiteindelijk besloten we dat ik gewoon aan de trainingen zou beginnen en dat we in de loop van de week zouden bekijken hoe het ging. Na de eerste trainingsdag was al duidelijk dat het team goed op elkaar ingespeeld raakte. Er waren verschillende demo´s geoefend en die zagen er gedeeltelijk al mooi uit. Wat een mooi gevoel om als een team zo´n demo neer te zetten. Iedereen wist wat hij moet doen, het vertrouwen in elkaar was enorm en het was mooi om te zien als iedereen op het juiste moment en op de juiste plaats z´n bocht maakte. Die middag werden de puntjes op de i gezet, zodat de demo´s er nog mooier uit kwamen te zien. In het team zitten namelijk een aantal ervaren mannen die al een behoorlijk aantal keer bij een INTERSKI congres aanwezig zijn geweest. Zij konden dus wel bepalen waar we nog dingen konden verbeteren. Zelf kreeg ik ook nog een paar nuttige tips. Het liefst wilde ik die meteen toepassen, maar helaas moest ik wachten tot de volgende dag. Gelukkig konden we ook de 2e dag weer optimaal trainen. Even waren we bang geweest dat er teveel wind was, maar gelukkig viel het mee en waren de liften open. Er werd weer hard gewerkt aan de demo´s en aan het eind van de trainingsdag zaten ze er goed in. Dat bleek ook wel toen we de video gingen analyseren. Dat was overigens niet zo heel gemakkelijk, want “Dr. Bibber” was onze cameraman geweest die dag. In slow-motion ging het beeld gelukkig niet zo snel heen en weer, waardoor we echt nog iets terug konden zien van wat we geoefend hadden die dag. Zelf had ik nauwelijks last van mijn achillespees en daar was ik super blij mee. Uiteindelijk hield ik het ook de hele week vol, al had ik op de laatste dag behoorlijk wat last. Dat maakte niet uit, want ik heb tot 15 januari de tijd om de pees te laten herstellen. Naast het voorbereiden van de demo´s, moesten we ook onze workshops voorbereiden. Later in de week zou ik met Bas een workshop geven met als titel “Leren als een kind”, een erg interessant onderwerp, waarbij een aantal didactische vaardigheden van een coach worden behandeld. Dat zal ook de workshop zijn die we in St. Anton geven. Zo vaak geef ik geen workshop dus dat is altijd wel een beetje spannend hoe dat gaat. Gelukkig heeft Bas heel veel kennis van de materie, dus had ik er wel vertrouwen in dat het zou gaan lukken. Uiteindelijk hadden we tussen het trainen van de demo´s door de dagen goed benut om de workshop voor te bereiden. De workshop gaven we op donderdagmiddag aan de rest van het team. Daar kregen we positieve feedback en nuttige tips, zodat we straks in St. Anton een goede workshop zullen geven. Naast heel hard werken hadden we ook nog een beetje tijd voor gezelligheid. Er werd bijna elke avond buiten de deur gegeten en dan zaten we gezellig met elkaar en was er tijd om over van alles en nog wat te ouwehoeren. Op die manier heb ik een aantal “teammates” beter leren kennen en dat vond ik ook erg leuk aan deze trainingsweek. Ook de “kookclinic” van Floris was erg leuk. Met elkaar hebben we een heerlijke maaltijd gemaakt en onder het genot van een wijntje hebben gezellig getafeld. Al met al vond ik het een leuke week en blij dat ik deel uit maak van het “Dutch Snow Pro Team”. Ik denk dat we Nederland tijdens het INTERSKI congres goed zullen vertegenwoordigen met een paar mooie demo´s, een aantal leuke workshops en een interessante lezing. We zullen zeker ook het één en ander kunnen opsteken van de lezingen en workshops van de andere landen. Daarnaast denk ik dat het ook een hele gezellige week gaat worden van 15 tot 21 januari in St. Anton. St. Anton is volgens de Oostenrijkers de bakermat van het skiën en ze zullen alles uit de kast halen om het een fantastische week te laten worden. Dat wordt straks volop genieten!
Harald
Nieuw elan voor langlaufen bij de Wolfskamer? Het artikel “Skilanglauf am Scheidepunkt “ uit het tijdschrift Nordic Sports heeft mij als bestuurslid en enthousiast beoefenaar van het langlaufen ook aan het denken gezet over de vraag: Hoe kunnen wij bij de "Wolfskamer" het langlaufen nieuw elan geven? Met rond de 4000 leden moeten de deelnemers toch ook een keuze kunnen maken uit meerdere disciplines en niet alleen uit skiën en snowboarden. Er moet toch ook een middel zijn dat deze tak van de wintersport, het langlaufen, promoot en in de belangstelling trekt. Bij navraag en onderzoek bleek dat de biathlon een zeer druk bekeken onderdeel op de televisie is. Bij deze uitzendingen zijn de toeschouwers steeds weer verbaasd over de conditie en vaardigheid van de sporters, ook al kiezen ze daar zelf helaas (nog) niet voor. Nu heeft Han Morsink, langlauflid, zich een bestuursfunctie weten te veroveren. Vanuit die positie heeft hij gepleit voor uitbreiding van het langlaufpakket, met name met de disciplines biathlon en schansspringen. Mede dankzij diverse subsidiebronnen beschikt de Wolfskamer nu over 4 Laeser geweren, compleet met uitrusting van schietschijven, ligkussens, etc. Tijdens de open dagen op 2 en 3 oktober konden wij deze sport bij de Wolfskamer als kennismakingsoefening aanbieden. Erik van Leeuwen, die als biathleet en als langlaufleraar zijn sporen in deze tak van sport heeft verdiend, gaf op beide dagen met geduld aan jong en oud instructie om deze combinatie te ervaren. Dit was in elk geval een goed initiatief om aan de weg te timmeren en aandacht te vestigen op de Noordse disciplines. Nu maar afwachten hoeveel nieuwe langlaufenthousiastelingen dat op gaat leveren. Ik ben benieuwd.
Matthieu van Loon
Opvallende INTERSKI congressen en winterspelen -
-
Vanaf de jaren ’30 wordt de invloed van de wedstrijdtechniek op het skionderwijs groter. De Olympische Winterspelen van 1948 in Sankt Moritz en de wereldkampioenschappen alpine skiën in 1950 in Aspen geven een verschuiving in machtsblokken bij het wedstrijdskiën, het skionderwijs, het nationale prestige en het toeristisch belang per Alpenland afzonderlijk. Het blijkt dat er sinds 1935 weinig ontwikkeld is op skigebied in het algemeen. Niet meer dan 50 cabineliften, bijna geen nieuwe ontwikkelingen op materiaalgebied. Vanaf het midden van de ’50-er jaren wordt het skiën meer een volkssport. Van trein en cabineliften naar autoverkeer, stoeltjes- en sleepliften. Van skidorp naar skiregio.
1951 In 1951 komt de top van de skileraren uit de Alpenlanden en ook uit de V.S., Canada, Joegoslavië en zelfs Israel bij elkaar in Zürs. Men kan zeggen dat vanaf nu de eerste Interskicongressen plaatsvinden. (Zie ook: interski-history.pdf) Vanuit het wedstrijdskiën is Toni Seelos een ongeëvenaarde winnaar.
Om beter te begrijpen welke machtsstrijd er is gestreden tussen Kruckenhauser en de rest van de Alpenlanden moet er iets gezegd worden over het belang van deze Toni Seelos (http://www.seefeld.com/nl/geschichte/index.php) Toni Seelos beheerste al sinds 1930 het alpine wedstrijdskiën 1 . Hij voerde, al naargelang de radius van de bocht en het tempo, een contrarotatie uit, daarna een hoogbeweging en vervolgens duikt hij diep de bocht in. In 1936 bij de Olympische winterspelen van GarmischPartenkirchen werd hij echter van de lijst geschrapt omdat hij ‘profi’ was, geld verdiende met het geven van skilessen. Hij werd voorloper voor de slalom. Hij was daarin 6 seconden sneller dan degene die de Olympische gouden medaille won, ondanks het feit dat hij ook nog gevallen was. In Zürs werd alleen door Oostenrijk als gastland gedemonstreerd met het idee dat alle andere landen daarover zouden discussiëren. Men wilde aanvankelijk geen onderlinge concurrentie. Het Oostenrijkse programma omvatte twee thematische kernpunten. Een skitechnische demonstratie met o.a. wedstrijdskiërs als Toni Spiess - maar ook hun voorbeeld Toni Seelos - en een methodisch-didactisch gedeelte (skionderwijs op scholen). Bij de deelnemers werd alleen het skitechnisch gedeelte gewaardeerd, omdat het ander thema in hun land niet aan de orde was.
1
Temposchwung, rotatietechniek met sterke tipbelasting (Vorlage) vanuit de knieën
Opmerkelijk waren de woorden van de Duitse delegatie bij de afsluiting van het congres: “We hebben ingezien dat een sterk ontwikkelde alpine skitechniek (noordse skidisciplines waren in Zürs geen thema) gemeengoed van alle in het Alpengebied deelnemende landen kan worden. Maar slechts dan, als in alle landen de belangen van die landen en de bevordering van de toeristenindustrie niet met het onderwijs van het skiën verbonden worden”. Die koppeling was er echter al lang. 1953 Stel je je het volgende voor. In 1953 is het volgende INTERSKI congres in Davos. Geen landen van buiten Europa. Men was blij dat toch nog Noorwegen en Zweden meededen. Ook Turkije was erbij. Op een foto van de deelnemers bij de slotdemonstratie zijn niet meer dan 20 demonstratoren te zien en een dubbel aantal toeschouwers. Deze demonstratie zou heel vreedzaam zijn verlopen ‘als ware het één familie’, als niet Stephan Kruckenhauser en de Oostenrijkse delegatie onder zijn leiding dwars zouden zijn gaan liggen.
Kruckenhauser legde in een begeleidend commentaar bij zijn nieuwe leerfilm direct verband tussen Hannes Schneider 2 en zijn wedstrijdskiërs Toni Spiess en Othmar Schneider. Men nam hem dat hoogst kwalijk. Ook liet hij daarbij Toni Seelos, de icoon van het wedstrijdskiën, niet onvermeld. Van de drie demonstratoren Seelos, Furtner en Gsellmann skiede Seelos een perfecte serie Tempobochten vloeiend aan elkaar. De beide anderen door Kruckenhauser opgeleide demonstratoren skieden de nieuwerwetse wedeltechniek. De sneeuw was zo zacht dat zij deze techniek niet beheersten. De kritiek en de discussies waren ‘oorverdovend’. Kruckenhauser trof het lot van vele pioniers, die afgewezen werden omdat zij een nieuwe weg wilden inslaan. Kruckenhauser was echter geen ‘buitenstaander’, maar hij was al van 1934 tot 1938 en vanaf 1946 leider van het beroemde Bundessportheim van Sankt Christoph am Arlberg. 1955 In 1955 bij het INTERSKI congres in Val d’Isère begon echter ‘het tijdperk Kruckenhauser’. Dus binnen 2 jaar! Er namen in Val d’Isère al 13 landen deel met 500 deelnemers waaronder Finland, Japan en Iran. Frankrijk, Oostenrijk en ook Zwitserland hadden de skicongressen en het onderwijs aan de beroepsskileraren vanaf toen vast in de greep, omdat het skionderwijs een staatsaangelegenheid was.
2
Hannes Schneider, een van de beroemdste Oostenrijkse skileraren. Door de film ‘Wunder des Schneeschuhs’ van Fanck is de Albergtechniek van Hannes Schneider alom bekend geworden, 1925
Kruckenhauser overdonderde het congres met een perfect ingestudeerde demonstratie van het wedelen. Toch kreeg hij van de andere landen veel kritiek op de moeilijke uitvoering en een niet ‘natuurlijk’ bewegingsverloop 3 . Het Oostenrijkse skileerplan van 1956 van de beroepsskileraren is het meest succesvolle en meest geïmiteerde skileerplan in de geschiedenis van de skisport geworden. Het wedelen, zoals door Kruchenhauser en Furtner gedemonstreerd, werd een wereldhit. Het leerplan werd in Oostenrijk als staatsaangelegenheid aan alle bonden opgelegd. O.l.v. Toni Sailer (een andere man) beheersten de Oostenrijkse wedstrijdskiërs de skiwedstrijden. Het verband tussen het wedstrijdwezen en de wedeltechniek werd door Kruckenhauser gelegd en de propaganda daarvoor uitgebuit. Reeds in het begin schreven we dat het skiën vanaf de jaren ’50 een volkssport werd. Het tijdperk Kruckenhauser kwam bij het INTERSKI congres van Garmisch-Partenkirchen in 1971 ten einde. Oostenrijk stapte over op de ‘Wellentechniek’, die niet alleen in de bobbels gebruikt werd maar ook op het vlakke terrein. 1971 – 1991 ‘De vier zonder stuurman’ In zijn voorbeschouwing ‘8 Interskicongressen – 7 Etappes’, die Karl Gamma (Zwitserland) bij het INTERSKI congres 1991 in Sankt Anton gaf, noemde hij het 4-tal dat de laatste 20 jaar de INTERSKI congressen had gekenmerkt ‘de 4 zonder stuurman’. Het waren Gattermann (Duitsland), Hoppichler (Oostenrijk), Fink (Italië) en Gamma (Zwitserland). Deze viermansboot had de eenmansboot Kruckenhauser afgelost. Gamma gaf listig niet aan in welke richting de 4 voeren. Het is duidelijk dat de Duitsers het meest veelzijdige leerplan hebben vorm gegeven in 8 delen (paradepaardje was ‘Umsteigeschwingen’. Zeer omvangrijk en veelomvattend was het boek ‘Theorie’ van Kuchler. In de tijden hierna blijkt dat ‘andersdenkenden’ – ook nu weer – uit de presidia gestoten werden. Horst Abraham in de VS (het fenomenale Skiing Right 1983), Hans Zehetmayer (Wiener Skimodelle) en Fritz Baumrock (schoolskien) in Oostenrijk en Walter Kuchler in Duitsland (Die neue Skitechnik 1989). In de loop van de diverse volgende congressen blijft het dilemma: volgen we de methodische lijn in een leerplan (VS/Abraham) of de technische lijn in een leerplan (o.a. Frankrijk). Of volgen we in een leerplan de technische ontwikkelingen van de wedstrijdskiërs en bouwen we dat in in het leerplan? (carven/Kuchler 1989). Na de jaren ’80 komt de persoonlijke skistijl meer in beeld. Nieuwe ontwikkelingen: binnen (berg-)beenbelasting. Voorbeeld Telemarkskiën. Het Telemarkskiën bestaat vanaf 1850. Terug bij af?
Nol van Oss
3
Vgl. Natürliches Turnen van Gaulhofer en Streicher en Das natürliche Schwungfahren van Hoschek
Geschiedenis Harald Harb en Fritz Hoschek, 2006 en 1935 (deze pagina is in het magazine no. 57 niet volledig overgenomen)
Harald Harb ‘Essentials of Skiing blz 30, 2006 Parallelbocht (Testa) 1936
Harald Harb ‘Essentials of Skiing blz 30, 2006 Voorpagina van ‘Das Naturliche Schwungfahren’ 1935
12 MAATREGELEN VOOR TERUGKOPPELING EN CORRECTIE
Terugkoppelen is belangrijk. Maar hoe dat in positieve woorden uit te drukken…………..
1.De individuele correctie Cursisten persoonlijk bij je roepen en corrigeren. Niet direct na de eerste poging. Alleen als ik oorzaak en verbetering ken.
zelden
2. De algemene terugkoppeling Voor alles de resultaten bekrachtigen. Aan het slot van een lesthema.
3 x per dag
3. De corrigerende opdracht In plaats van een mondelinge correctie wordt de opdracht veranderd Er wordt een nieuwe opdracht gegeven, die zeer waarschijnlijk de fout voorkomt of verbetert.
zeer vaak
4. De supervisie dag De ene helft van de groep skiet met de leraar voor. De andere helft één voor één roepen. De afdaling van commentaar voorzien. De cursist die er naast staat onthoudt (schrijft op) en geeft het commentaar door. Groepswissel.
2 – 3 per
5. De snelle terugkoppeling met gebaren Cursisten skiën op een onderlinge afstand van 3 bochten aan de leraar voorbij: - 1 duim omhoog: gelukt - 2 duimen omhoog: zeer goed - handklappen: rijp om te demonstreren - met de wijsvinger naar je toe: we moeten wat bespreken 6. “Op de hielen” – cursisten corrigeren cursisten dag Achter elkaar. Ieder let op zijn/haar voorganger en geeft reactie. Maar op één punt letten.
5 x per dag
2 – 3 per
7. De groene kaart gelegenheid Een kaart wordt op de piste getrokken, ’s avonds verslag. De resultaten in het geheugen verankeren.
bij
8. Het persoonlijk gesprek gelegenheid In de lift, in een pauze, ’s avonds. Ook hobby’s, gezondheid, ervaringen bespreken.
bij
9.Het cursistenportret Positieve karaktereigenschappen (conditie, techniek, balans, terreinbeheersing, persoonlijke voorkeuren, toekomstmogelijkheden), versterking van het zelfbewustzijn en de persoonlijkheid op motorisch gebied, als ook een gesprek, ook schriftelijk. 10.Het handelen tegen ingeslepen fouten a. vaststellen van zichtbare gewoontes (tempo, radius, technieken)
einde van de cursus
zelden in individuele
b. afleren van fouten bij nieuwe, onbekende skiopdrachten en in
gevallen
ongewone situaties c. langzame, stapsgewijze terugkeer naar vroegere gewoontes
11.De videoanalyse Videoanalyses moeten minstens in gelijke hoeveelheid de sterke kanten naar voren brengen. Het profiel van ieder persoonlijk verbeteren.
‘s avonds
12. De uitgeprinte persoonlijke foto Keuze uit de fotoserie. Van ieder. Het profiel van ieder persoonlijk verbeteren.
‘s avonds
Dr. Walter Kuchler Skimanual 2010 – 2011 ISBN 3-9325524-83-7 Via Skipros te bestellen http://sports-ski.eu/aktuelles.html
Ski instruction systems — pluses and minuses thoughts on what really matters in ski instruction
For a long time now, I have thought that one of the obvious answers to the stagnant, nogrowth situation that the sport of skiing finds itself in has got to be a renaissance of creative, and really effective ski teaching. If ski instruction could only somehow produce real experts instead of struggling intermediates, those skiers certainly wouldn't be tempted to drop out of the sport in search of better ways to spend their money, and their weekends.. The shortest route to such a ski-teaching renaissance would probably be a sharing and blending of creative ideas and success stories from across the whole ski teaching spectrum, official and unofficial, mainstream and alternative. But such a sharing, blending, and synthesis of promising teaching approaches is not exactly in the cards. Why not? I think the obstacle may be the very nature of official ski teaching systems, in all skiing countries, not just in the US. Ski instruction as I envision it is a creative partnership between an individual teacher/coach and his or her students, a partnership that develops and unfolds and flourishes on a direct, interpersonal, one-on-one level, not in the framework of a formal system of teaching. When ski instruction becomes a formal system, a sort of brand-name phenomenon such the so-called Austrian technique, or our own PSIA approach, it has already lost much of this personal creative spontaneity. I would go so far as to say that no system, no structure (or “brand”) of ski teaching has ever been ultimately successful, no matter how well it started out, because wrapping something up in a formal package for easy marketing, i.e. branding it, is the first step in turning a live human experience into a fossilized and frozen parody of itself. I have been active and influential in ski teaching for quite a few years, but I sincerely hope there is no “Lito brand” of teaching. And I hope there never will be. I am into distilling and sharing my own personal experiences on skis, not branding them... When I was training the instructors for my ski-week program in Aspen, I always asked them not to believe or respect anything that I told them, or anything I showed them simply because it came from me. Instead, I asked these ski pros to take my teaching patterns and ideas and use them as a point of departure in their own personal experimentation as creative ski teachers. If such a period of trial and experimentation, I suggested that they adopt what worked for them and their students, and reject the rest. Above all, I told them not to treat my approach to ski teaching as dogma or as a system to be respected for it’s own sake. As you can see, I am very, very, uneasy about the notion of a “system of ski instruction,” any system at all. I am not saying that there is no place at all for structure, for structured formalized systems of ski teaching, whether in the context of PSIA, or for example, my friend Harald Harb’s Primary Movements system, I do know that codified and structured approaches to ski teaching are especially helpful to inexperienced ski pros. Such systems are an obvious starting point, and they really help beginning ski teachers to develop and grow as creative coaches. But in my view, a teaching system is never an end in itself, only another tool that can be used creatively by individual instructors and coaches in a purely individualized sort of way. I would say (only partly tongue in cheek): Up with ski teachers! Down with systems of ski teaching!
I am deeply convinced there is no best way to teach skiing, or to produce expert skiers. A really creative ski teacher tailors his or her approach to the moment, to the student or students, to the conditions, to 101 different factors. A great ski teacher can often invent a new teaching strategy for a particularly challenging student or situation — even though there are many common threads. In the last analysis there are no best teaching approaches, and at the same time, there are many best teaching approaches. Ski teaching is not a marketable cookie-cutter product, it is an art, one that expands individual horizons. Not just any art but an art of communication, a sharing of insights and movement patterns. And of course, one of the best possible ways to spend a snowy winter.