Stedelijke vernieuwing: wat zijn uw rechten...
Stedelijke vernieuwing: wat zijn uw rechten… De stedelijke vernieuwingsoperatie van Vlaardingen is gestart. Tien jaar lang, van 2000 tot 2010, wordt er gebouwd, gerenoveerd en gesloopt om de woningvoorraad van Vlaardingen beter te laten aansluiten op de behoeften van de inwoners. Kort gezegd, komen die neer op een roep om meer kwaliteit, meer afwisseling en meer ruimte. Als woningcorporatie is Waterweg Wonen één van de partijen die de stedelijke vernieuwingsoperatie vormgeeft. Om eventuele herhuisvesting van huurders zo soepel mogelijk te laten verlopen, zijn in overleg met de Raad voor Medezeggenschap in Wonen en Leven (RMWL) een aantal afspraken gemaakt over de rechten en plichten van huurder en verhuurder tijdens de stedelijke vernieuwing. Deze afspraken liggen vast in dit sociaal convenant.
1
november 2002, geldig tot 1 juli 2003
Inhoud Pagina 3
Artikel 1
Algemeen
Pagina 4
Artikel 2
Procedure bij sloop en ingrijpende verbetering
Pagina 6
Artikel 3
Herhuisvesting
Pagina 7
Artikel 4
Tegemoetkoming verhuis- en herinrichtingskosten
Pagina 8
Artikel 5
Zelf aangebrachte voorzieningen
Pagina 9
Artikel 6
Regeling met betrekking tot wisselwoningen
Pagina 10
Artikel 7
Regeling bij grootonderhoud / verbetering in bewoonde staat
Pagina 12
Artikel 8
Maatregelen ter bevordering van de leefbaarheid
Pagina 13
Artikel 9
Dienstverlening en extra voorzieningen ten behoeve van
Pagina 14
Artikel 10
Hulp bij herhuisvesting en grootonderhoud aan de woning
Pagina 14
Artikel 11
Individueel maatwerk
Pagina 15
Artikel 12
Bewonerscommissies
Pagina 15
Artikel 13
Geschillenregeling
Pagina 16
Artikel 14
Hardheidsclausule
Pagina 17
Bijlage 1
Tijdelijke huurovereenkomst
Pagina 21
Bijlage 2
Reglement geschillencommissie stedelijke vernieuwing
bewoners
2
november 2002, geldig tot 1 juli 2003
Artikel 1 - Algemeen Het sociaal convenant kwam tot stand in nauw overleg met de RMWL. Het sociaal convenant geldt voor het hele woningbezit van Waterweg Wonen en heeft als doel de belangen van de huurders te beschermen en bewoners te begeleiden en ondersteunen bij het vinden van een andere woning. Waterweg Wonen en de RMWL vinden het belangrijk dat de herstructureringswijken schoon, heel en veilig blijven. De corporatie besteedt daarom extra aandacht aan de leefbaarheid. Om het sociaal convenant actueel en relevant te houden, vindt jaarlijks een evaluatie plaats tussen de RMWL en Waterweg Wonen. Daarnaast kunnen artikelen in dit sociaal convenant worden aangepast wanneer een wijziging in de wet- en regelgeving daar aanleiding toegeeft. De in dit convenant genoemde bedragen zijn geldig tot 1 juli 2003. Ieder jaar ontvangt u een aangepaste versie van het sociaal convenant met de nieuwe bedragen en eventueel aangepaste regelingen. lid 1
Het sociaal convenant is op 19 december 2000 in werking getreden en geldt tot 31 december 2010. Er zal jaarlijks een evaluatie plaatsvinden. Zo nodig wordt het sociaal convenant in gezamenlijk overleg aangepast.
lid 2
Indien na de einddatum blijkt dat een verlenging van de werkingsduur noodzakelijk wordt geacht, zullen de direct betrokken partijen met elkaar in overleg treden om een andere einddatum te bepalen.
lid 3
Degenen die een beroep kunnen doen op het sociaal convenant zijn alle huurders van Waterweg Wonen. Voor bewonerscommissie PLN-720 blijft de reeds bestaande overeenkomst van kracht.
lid 4
Jaarlijks, per 1 juli, zullen de prijzen van de genoemde tegemoetkomingen aangepast worden aan het inflatiepercentage volgens het CBS gezinsconsumptiepercentage.
3
november 2002, geldig tot 1 juli 2003
Artikel 2 - Procedure bij sloop en ingrijpende verbetering De gevolgen van de stedelijke vernieuwingsoperatie zijn het meest verstrekkend in het geval van sloop of ingrijpende renovatie. Er is daarom een speciale procedure van kracht voor bewoners die hun woning ten gevolge daarvan (tijdelijk) moeten verlaten. De gemeente Vlaardingen neemt per complex een intentiebesluit tot sloop, op voordracht van Waterweg Wonen, en stelt de sloopdatum vast, waarbij de corporatie ernaar streeft om bewoners uiterlijk anderhalf jaar voor de geplande sloopdatum schriftelijk van deze intentie tot sloop op de hoogte te stellen. De datum van het intentiebesluit, de zogenoemde peildatum, is bepalend voor hun recht op vervangende woonruimte en bepaalt ook per wanneer zij eventueel in aanmerking komen voor een tegemoetkoming in de verhuis- en herinrichtingskosten. lid 1
De procedure van artikel 2 geldt voor huurders van woningen die worden gesloopt of zo ingrijpend worden verbeterd dat de bewoners hun woning (tijdelijk) moeten verlaten.
lid 2
De gemeente neemt per complex een intentiebesluit tot sloop, op voordracht van Waterweg Wonen, en stelt de sloopdatum vast. Waterweg Wonen streeft er naar dat de periode tussen de intentie en de geplande sloopdatum minimaal achttien maanden zal zijn. Deze termijn kan korter zijn in geval van sloop van kleine aantallen woningen.
lid 3
Waterweg Wonen streeft ernaar om uiterlijk achttien maanden voor de geplande sloopdatum de huurders schriftelijk van het genomen intentiebesluit tot sloop op de hoogte te stellen. Daarbij worden de huurders direct geïnformeerd over de rechten die zij kunnen ontlenen aan dit sociaal convenant.
lid 4
Een medewerker van Waterweg Wonen gaat tot uiterlijk twaalf maanden voor de geplande sloopdatum op huisbezoek bij de huurder. De termijn van twaalf maanden kan korter zijn in geval van sloop van kleine aantallen woningen.
4
november 2002, geldig tot 1 juli 2003
Doel van het bezoek is: a
de huurder te informeren over de procedure in het kader van het sloopbesluit;
b
de huurder te informeren over de rechten en plichten, mede op basis van dit sociaal convenant;
c
het inventariseren van de woonwensen van de huurder en het aangeven van de (on)mogelijkheden om deze te realiseren;
d
het verhelderen van de procedure voor woningtoewijzing en het vaststellen van het ‘zoekprofiel’ voor een andere woning, op basis van het aantal personen, inkomen, etc.;
e
het inventariseren van de door de huurder zelf aangebrachte voorzieningen volgens de procedure van het ‘Thuis in uw huis’-beleid;
f
het inventariseren van mogelijke knelpunten bij de huurder;
g
alle afspraken die tijdens de individuele huisbezoeken gemaakt worden, worden schriftelijk vastgelegd in een door de huurder en verhuurder ondertekend verslag.
lid 5
Waterweg Wonen zegt de huur uiterlijk zes maanden voor de sloopdatum op.
lid 6
Gedurende het hele proces van sloop of ingrijpende renovatie heeft de huurder te maken met vaste contactpersonen bij Waterweg Wonen.
lid 7
De huurders van woningen waarvoor een sloopbesluit is vastgesteld, komen vanaf de peildatum in aanmerking voor tegemoetkomingen in de verhuis- en herinrichtingskosten. De peildatum is de datum waarop de gemeente een intentie besluit tot sloop neemt.
lid 8
De huurprijs van de woningen die gesloopt gaan worden, wordt vanaf de peildatum bevroren.
lid 9
De peildatum is bepalend voor het recht van huurders op vervangende woonruimte.
lid 10 Huurders die de huurovereenkomst opzeggen vóór de peildatum, dienen de woning in verhuurbare staat op te leveren, conform de bepalingen in de huurovereenkomst. Deze huurders kunnen geen rechten doen gelden op de in lid 7 genoemde tegemoetkomingen.
5
november 2002, geldig tot 1 juli 2003
lid 11 Huurders die de huurovereenkomst opzeggen ná de peildatum, dienen de woning veilig, met volledige uitrusting (waterkranen, douchekoppen, gaskranen, keukens, sanitair, radiatoren, etc.) bezemschoon en leeg achter te laten. lid 12 De verhuurder kan de woningen vanaf het sloopbesluit verhuren op basis van een tijdelijk huurcontract. Per complex zal Waterweg Wonen hiervan melding maken en met de huurdersvertegenwoordiging van dat complex overleggen of, en zo ja in welke vorm en onder welke condities, de verhuurder tijdelijke huurcontracten toepast (zie bijlage 1: tijdelijke huurovereenkomst).
Artikel 3 - Herhuisvesting Bewoners die een woning huren die gesloopt gaat worden, hebben voorrang bij de toewijzing van een nieuwe woning. Er wordt dan rekening gehouden met de woonwensen van de huurder. Daarbij geldt tevens dat de woning betaalbaar is en is afgestemd op de gezinssituatie. Indien er meerdere gegadigden voor één woning zijn, bepalen de sloopdatum en de woonduur welke huurder voorrang krijgt. lid 1
Alle huurders van woningen die gesloopt gaan worden, hebben voorrang bij toewijzing van passende en betaalbare woningen volgens ‘het convenant woonruimteverdeling’, waarin de huisvestingsregels van de regio zijn vastgelegd. Bij meerdere reacties op dezelfde woning wordt de volgorde van toewijzing bepaald door in de eerste plaats de sloopdatum en in de tweede plaats de woonduur.
lid 2
Van inwonenden van de hoofdhuurder wordt geacht dat zij meeverhuizen en niet in aanmerking komen voor voorrang bij herhuisvesting.
lid 3
Voorrang bij herhuisvesting geldt óók voor bewoners die hun woning moeten verlaten vanwege ingrijpende verbetering. Daarnaast hebben deze huurders recht op terugkeer naar hun woning of naar het complex waartoe de woning behoorde, tenzij dat door wijziging van het woningtype niet meer mogelijk is.
6
november 2002, geldig tot 1 juli 2003
lid 4
Alle kosten van inschrijving en administratie bij de stichting Woonselect Rijnmond zijn voor rekening van Waterweg Wonen.
lid 5
Wanneer huurders drie maanden voor de sloopdatum nog geen woning hebben gevonden, biedt Waterweg Wonen hen een woning aan die zoveel mogelijk overeenkomt met het opgegeven zoekprofiel. Waterweg Wonen doet maximaal twee aanbiedingen.
lid 6
De laatst aangeboden woning wordt zonodig, in afwachting van een huurbeëindigingsprocedure, voor de huurder gereserveerd. Aanbiedingen, weigeringen en weigerredenen worden schriftelijk vastgelegd door de begeleider van de herhuisvesting. Over de weigerredenen wordt een rapport gemaakt met het oog op een eventuele huurbeëindigingsprocedure.
Artikel 4 - Tegemoetkoming verhuis- en herinrichtingskosten Stedelijke vernieuwing brengt vaak ongewilde kosten met zich mee. Daarom hebben huurders, indien zij hun woning door sloop of ingrijpende renovatie definitief moeten verlaten, het recht op een financiële tegemoetkoming in de verhuiskosten en de herinrichtingskosten. Bewoners hoeven niet bang te zijn voor dubbele huurlasten, omdat Waterweg Wonen de betalingsverplichting voor de oude woning stopzet na ondertekening van de nieuwe huurovereenkomst. Bewoners hebben vanaf dat moment 31 dagen de tijd om de oude woning te verlaten. lid 1
Huurders die hun woning definitief moeten verlaten vanwege sloop of ingrijpende verbetering, hebben vanaf de peildatum recht op een financiële tegemoetkoming in de verhuis- en herinrichtingskosten. Deze financiële tegemoetkoming bedraagt € 4.600,- en wordt in twee termijnen uitbetaald: a
€ 3.000,- na schriftelijke opzegging van de huurovereenkomst.
7
november 2002, geldig tot 1 juli 2003
b
€ 1.600,- na de eindoplevering van de woning en de inlevering van de sleutels.
Bij verhuizing naar een andere woning, geldt geen opzegtermijn. Na huuropzegging heeft de huurder 31 dagen de tijd om te verhuizen.
Artikel 5 - Zelf aangebrachte voorzieningen Bij sloop of ingrijpende renovatie komen huurders ook in aanmerking voor een tegemoetkoming in de kosten van zelf aangebrachte voorzieningen. lid 1
Huurders die zelf voorzieningen in hun woning hebben aangebracht, mogen deze uit de woning verwijderen en meenemen, met uitzondering van dubbelglas of andere voorzieningen, waardoor de woning niet langer veilig, winddicht en waterdicht is.
lid 2
De huurder die de huur opzegt ná de peildatum, heeft recht op een tegemoetkoming in de kosten voor zelf aangebrachte voorzieningen, voor zover deze voldoen aan de procedure van het ‘Thuis in uw Huis’-beleid van Waterweg Wonen en de voorzieningen moeten zijn aangebracht vóór de peildatum.
8
november 2002, geldig tot 1 juli 2003
Artikel 6 - Regeling met betrekking tot wisselwoningen Als een woning zó ingrijpend gerenoveerd wordt, dat huurders niet meer in de woning kunnen verblijven, kunnen zij tijdelijk in een wisselwoning terecht. Bovendien ontvangen bewoners een tegemoetkoming in de verhuis- en herinrichtingskosten, afhankelijk van de ingreep die in hun woning plaatsvindt. Ook bewoners die moeten verhuizen omdat hun woning gesloopt wordt, hebben recht op een wisselwoning als zij ondanks hun eigen inspanningen en die van Waterweg Wonen - voor de aanvang van de sloop - nog geen passende en betaalbare woning gevonden hebben. Omdat zij in dat geval twee keer gedwongen moeten verhuizen, komen zij bovendien in aanmerking voor een extra tegemoetkoming in de verhuiskosten. lid 1
Huurders die vanwege ingrijpende verbetering hun woning tijdelijk moeten verlaten, hebben recht op een wisselwoning.
lid 2
Waterweg Wonen zorgt ervoor dat de wisselwoning schoon, gestoffeerd en gesausd of behangen beschikbaar komt en verwarmd is.
lid 3
Indien de huur van de wisselwoning hoger is dan de huur van de oude woning, geldt de huur van de oude woning als huur voor de wisselwoning.
lid 4
Huurders die kunnen aantonen dat zij, ondanks eigen inspanningen en inspanningen van Waterweg Wonen voor de sloopdatum niet tijdig een passende woning hebben kunnen verwerven, hebben recht op een wisselwoning totdat er een passende en betaalbare woning, volgens ‘het convenant woonruimteverdeling’, beschikbaar komt.
lid 5
Huurders als omschreven in artikel 6 lid 1 en 4 hebben in die omstandigheden recht op € 4.600,-. tegemoetkoming in de verhuis- en herinrichtingkosten en een extra tegemoetkoming in de verhuiskosten van € 1.150,-.
9
november 2002, geldig tot 1 juli 2003
Artikel 7 - Regeling bij grootonderhoud / verbetering in bewoonde staat Van grootonderhoud is sprake als een woning in bewoonde staat wordt verbeterd. In dat geval hoeven huurders hun woning niet tijdelijk te verlaten. Grootonderhoud gaat vaak gepaard met een zekere vorm van overlast. Waterweg Wonen probeert deze overlast zoveel mogelijk te beperken. lid 1
Huurders van woningen, die in bewoonde staat worden verbeterd of grootonderhoud ondergaan, hebben voorrang bij doorstroming naar woningen in hetzelfde complex die al zijn opgeknapt. Zij hebben echter geen voorrang op huurders die hun woning vanwege sloop of ingrijpende verbetering moeten verlaten.
lid 2
Huurders van wie de woning grootonderhoud ondergaat of wordt verbeterd in bewoonde staat, hebben recht op een vergoeding. Voorwaarde is dat zij de woning bewonen op de peildatum.
lid 3
Afhankelijk van de werkzaamheden krijgen huurders zoals omschreven in artikel 7 lid 1 een tegemoetkoming in de herinrichtingskosten. De tegemoetkoming in de herinrichtingskosten worden per project, afhankelijk van de eventuele gevolgschade en overlast veroorzaakt door de projectmatige woningaanpassing, met de bewonerscommissie overeengekomen. In het geval er geen bewonersorganisatie in het complex aanwezig is, zal de RMWL namens de bewoners de gevolgschade regelen met Waterweg Wonen.
lid 4
Bij woningverbetering in bewoonde staat komen huurders met een medische urgentie in aanmerking voor een herhuisvestingstraject en voor een tegemoetkoming in de verhuis- en herinrichtingskosten zoals in geval van sloop. Deze vergoeding staat los van de door de Regionale Organisatie voor Gehandicapten (ROG) in het kader van de Wet Voorzieningen Gehandicapten vast te stellen verhuiskostenvergoeding. Medische urgenten zijn huurders, van wie de gezondheidstoestand zodanig is dat zij de woningverbetering niet aankunnen, of
10
november 2002, geldig tot 1 juli 2003
huurders waarvan de woning bereikbaar/toegankelijk moet zijn/blijven vanwege hun gezondheid. lid 5
Wanneer de aannemer tijdens de werkzaamheden schade toebrengt aan het interieur, wordt deze schade door Waterweg Wonen vergoed of hersteld.
lid 6
Als werkzaamheden gevolgen hebben voor zelf aangebrachte voorzieningen, wordt daarvoor een regeling getroffen, volgens het ‘Thuis in uw Huis’-beleid.
lid 7
Waterweg Wonen sluit na overleg met de bewonersorganisatie een gedragscode af met de aannemer. Waterweg Wonen blijft de aanspreekbare instantie voor bewoners(organisaties).
lid 8
Waterweg Wonen geeft de huurder inzage in de aard en termijn van de overlast en probeert deze zoveel mogelijk te beperken. Als de gestelde termijn wordt overschreden, verschaft Waterweg Wonen direct informatie over de oorzaak daarvan en zorgt de corporatie voor een nieuwe planning.
lid 9
Wanneer er bij renovatie of grootonderhoud werkzaamheden in de woning of op het balkon plaatsvinden, wordt de huurder uiterlijk drie weken van tevoren schriftelijk geïnformeerd.
lid 10 Tijdens de werkzaamheden is er permanent een medewerker van Waterweg Wonen bereikbaar, tot wie huurders zich kunnen wenden met klachten, vragen en problemen. lid 11 Vóór de start van de werkzaamheden sluit Waterweg Wonen met de huurder een overeenkomst, waarin staat wat er in de woning gaat gebeuren en welke gevolgen dit zal hebben voor de huurprijs. Verbeteringen die gepaard gaan met huurverhoging, kunnen alleen met schriftelijke instemming van de huurder plaatsvinden.
11
november 2002, geldig tot 1 juli 2003
Artikel 8 - Maatregelen ter bevordering van de leefbaarheid Een herstructureringswijk kan al snel een rommelige of verpauperde indruk geven. De RMWL en Waterweg Wonen hebben daarom besloten extra aandacht aan leefbaarheid te besteden. ‘Schoon, heel en veilig’ luidt het motto en Waterweg Wonen wil dat onder andere bewerkstelligen door de woningen er ten tijde van ingrijpende renovatie zo bewoond mogelijk uit te laten zien. Daarnaast probeert Waterweg Wonen samen met de politie en de reinigingsdienst de veiligheid te garanderen en vervuiling tegen te gaan. lid 1
Alle betrokkenen zetten zich ten tijde van sloop in voor de leefbaarheid van buurten en complexen.
lid 2
Om de woningen er zo bewoond mogelijk uit te laten zien, neemt Waterweg Wonen maatregelen als het ophangen van gordijnen, opruimen van de post, het bijhouden van voortuintjes en schoonhouden van portieken.
lid 3
Waterweg Wonen zorgt, waar nodig, voor afvoer van afval en huisraad, eventueel door het plaatsen van containers.
lid 4
In geval van overlast maakt Waterweg Wonen afspraken met politie en de reinigingsdienst over de extra inzet van personeel om de veiligheid te waarborgen en vervuiling tegen te gaan.
lid 5
Bewoners van complexen die niet worden gesloopt of gerenoveerd, worden regelmatig op de hoogte gehouden van de werkzaamheden, de planning en de mogelijke overlast.
lid 6
Waterweg Wonen is via het telefoonnummer voor reparatieverzoeken permanent bereikbaar voor klachten over technische zaken in haar gebouwen, voor het melden van ernstige overlast of bij calamiteiten op de bouwplaats. Tevens is Waterweg Wonen tijdens kantooruren telefonisch bereikbaar.
12
november 2002, geldig tot 1 juli 2003
Artikel 9 - Dienstverlening en extra voorzieningen ten behoeve van bewoners Tijdens de uitvoering van renovatie en sloop houdt Waterweg Wonen regelmatig spreekuur, waar bewoners terecht kunnen met al hun vragen over stedelijke vernieuwing en dit sociaal convenant. Waar mogelijk wil de corporatie huurders ook van dienst zijn bij het uitzoeken van procedures en regelingen. lid 1
Waterweg Wonen houdt in de periode van de uitplaatsing van bewoners en tijdens de uitvoering van renovatie en sloop regelmatig spreekuur, waar bewoners terecht kunnen met vragen over alles wat te maken heeft met dit sociaal convenant.
lid 2
Waterweg Wonen zal de huurders behulpzaam zijn bij procedures en regelingen.
lid 3
Waterweg Wonen draagt zorg voor de eindopname van gas, water en elektra en tevens voor het afsluiten van gas, licht en elektra in de woning die bewoners moeten achterlaten.
lid 4
Waterweg Wonen zorgt er onder verantwoordelijkheid van de Regionale Organisatie voor Gehandicapten (ROG) voor dat aanpassingen voor gehandicapten overgebracht worden naar of opnieuw aangebracht worden in de nieuwe woning. De bewoner vraagt dit aan bij de ROG. Waterweg Wonen kan, indien nodig, een bemiddelende rol spelen. Wanneer het niet lukt de nieuwe woning op tijd in gereedheid te brengen, kan de gehandicapte bewoner gratis in de oude woning blijven tot de aanpassing(en) in de nieuwe woning is (zijn) aangebracht. Voorwaarde is wel dat de nieuwe huurovereenkomst ondertekend is en dat de sloopplanning dit toelaat. Als de wachttijd voor het aanbrengen van de aanpassing(en) in verband met de sloopdatum te lang is of ongewenst in verband met sociale omstandigheden van de gehandicapte, zal Waterweg Wonen de voorzieningen aanbrengen en voorfinancieren. Dat gebeurt op risico van Waterweg Wonen.
13
november 2002, geldig tot 1 juli 2003
Artikel 10 – Hulp bij herhuisvesting en grootonderhoud aan de woning Lid 1 Huurders vanaf 65 jaar en mindervaliden hebben recht op een klusbon van maximaal 10 uur, tegen een vergoeding van € 4,25 per uur. De klusbonnen zijn te koop bij Waterweg Wonen. De klussen worden uitgevoerd door de Stichting Klussen & Diensten. Lid 2 Wanneer huurders wegens sloop hun woning definitief moeten verlaten kunnen zij op afspraak de volgende klussen laten uitvoeren: a. Het (de)monteren van gordijnen, lamellen, schilderijen en lampen; b. Het uitruimen van berging, keuken, badkamer en toilet. Lid 3 Huurders waarvan de woning ingrijpend wordt gerenoveerd of waaraan groot onderhoud wordt gepleegd, kunnen op afspraak de volgende klussen uit laten voeren: a. Het (de)monteren van gordijnen, lamellen, schilderijen en lamellen; b. Het in- en uitruimen van de berging, keuken, badkamer en toilet; c. Het verplaatsen van meubilair; d. Het afdekken van meubilair met plastic; e. Het verwijderen van inbraakbeveiliging, indien nodig.
Artikel 11 - Individueel maatwerk Indien bewoners door noodzakelijke verhuizing in financiële, fysieke of psychische problemen komen, kunnen zij een beroep doen op ‘individueel maatwerk’. Dat is een extra vorm van dienstverlening, waarbij Waterweg Wonen hulp biedt bij de voorbereiding van de verhuizing, de verhuizing zelf en de inrichting van de nieuwe woning. lid 1
Huurders van Waterweg Wonen die als gevolg van sloop of ingrijpende renovatie moeten verhuizen en daardoor in financiële, fysieke of psychische
14
november 2002, geldig tot 1 juli 2003
problemen komen, kunnen een beroep doen op individueel maatwerk, mits: a
Er sprake is van zeer specifieke omstandigheden van de individuele huurder;
b
De problemen aantoonbaar ontstaan zijn als gevolg van de noodzakelijke verhuizing vanwege sloop of ingrijpende renovatie.
lid 2
De huurder kan tot een maand voor de verhuizing een aanvraag voor individueel maatwerk indienen. Huurders moeten de aanvraag zelf indienen.
lid 3
In uitzonderlijke gevallen draagt Waterweg Wonen bij in de vorm van dienstverlening en het beschikbaar stellen van materialen, zoals: •
voorbereiding van de verhuizing;
•
hulp bij de feitelijke verhuizing;
•
ondersteuning bij de inrichting van de nieuwe woning.
lid 4
lid 5
Waterweg Wonen beoordeelt de aanvraag en houdt rekening met: •
het inkomen van de aanvrager;
•
de leeftijd van de aanvrager;
•
de fysieke capaciteit van de aanvrager;
•
de prijs-kwaliteitverhouding van de nieuwe woning.
Waterweg Wonen deelt haar beslissing over de aanvraag schriftelijk mee. Bij een positief besluit wordt vermeld welke diensten en materialen Waterweg Wonen ter beschikking stelt. Een negatieve beslissing wordt bovendien van een motivatie voorzien.
Artikel 12 - Bewonerscommissies lid 1
Georganiseerde bewoners kunnen voor hun complex bij Waterweg Wonen gemotiveerd een aanvraag indienen voor een budget ten behoeve van professionele bewonersondersteuning.
Artikel 13 - Geschillenregeling lid 1
Geschillen die voortvloeien uit de toepassing, uitvoering en/of interpretatie van dit sociaal convenant, kunnen schriftelijk en voorzien van een
15
november 2002, geldig tot 1 juli 2003
motivatie worden voorgelegd aan de geschillencommissie stedelijke vernieuwing van Waterweg Wonen. Deze geschillencommissie brengt gekwalificeerd advies uit aan de
directeurbestuurder van Waterweg Wonen. Als het besluit van de
directeurbestuurder afwijkt van het advies van de commissie, wordt dit schriftelijk toegelicht. (Zie bijlage 2: reglement geschillencommissie stedelijke vernieuwing.)
Artikel 14 - Hardheidsclausule lid 1
Als dit sociaal convenant voor een huurder aantoonbaar ongunstiger gevolgen heeft dan voor andere huurders, kan de huurder een beroep doen op de hardheidsclausule en Waterweg Wonen verzoeken in zijn of haar geval van het sociaal convenant af te wijken. Waterweg Wonen neemt binnen dertig dagen een beslissing over dit verzoek. Het besluit wordt schriftelijk en voorzien van een motivatie aan de betreffende huurder meegedeeld.
lid 2
Waterweg Wonen legt een dossier aan van aanvragen op de hardheidsclausule en de bijbehorende besluiten. Dit dossier speelt een rol in de evaluatie van dit sociaal convenant.
16
november 2002, geldig tot 1 juli 2003
Bijlage 1 Tijdelijke huurovereenkomst Dit is een voorbeeld van een tijdelijke huurovereenkomst. Ondergetekenden, Waterweg Wonen, gevestigd en kantoorhoudend te Vlaardingen, hierna te noemen: verhuurder en de huurder(ster)s en medehuurder(ster)s (elk van hen) hierna te noemen: huurder In aanmerking nemende: •
dat voor de hierna te noemen woning door burgemeester en wethouders (B&W) van Vlaardingen aan verhuurder vergunning
, d.d. is verleend tot het aangaan van een tijdelijke huurovereenkomst als bedoeld in artikel 15 leegstandwet;
•
dat de vergunning van B&W is verleend voor het tijdvak dat begon op en behoudens verlenging eindigde op <einddatum>;
•
dat krachtens de vergunning de huurprijs van de hierna te noemen woning niet meer mag bedragen dan € ;
•
dat op de te sluiten huurovereenkomst de artikelen 1623a, eerste lid, 1623b, vierde tot en met tiende lid, 1623c-1623f, 1623j, 1623k, eerste en tweede lid, 1623l, 1623n, derde lid tweede zin en 1623o van Boek 7A B&W niet van toepassing zijn;
•
dat de woning binnen afzienbare tijd zal worden gesloopt;
•
dat op de te sluiten huurovereenkomst voorts van toepassing is het bepaalde in artikel 15, zesde en zevende lid en artikel 16 van de Leegstandwet.
17
november 2002, geldig tot 1 juli 2003
komen het volgende overeen: Verhuurder verhuurt aan huurder, die in huur aanneemt, de <soort woning> gelegen aan de te Vlaardingen, inclusief de bijbehorende tuin/berging met medegebruik van eventuele gemeenschappelijke ruimten en/of voorzieningen, hierna te noemen: het gehuurde. Het gehuurde is uitsluitend bestemd om te worden gebruikt als woonruimte ten behoeve van huurder (en leden van zijn/haar gezin). De overeenkomst wordt met ingang van aangegaan voor onbepaalde tijd, maar ten minste voor zes maanden. Met inachtneming van deze minimumtermijn kan de huurovereenkomst door elk van de partijen worden opgezegd, tegen een voor betaling van de dagprijs geldende huur. De opzegging gebeurt per aangetekende brief of bij deurwaardersexploot. De opzegtermijn voor huurder bedraagt 1 maand. De opzegtermijn van de verhuurder bedraagt 3 maanden. Zonder opzegging eindigt deze overeenkomst op het tijdstip dat de in de aanhef genoemde vergunning B&W haar geldigheid definitief verliest. Huurder en verhuurder kunnen te allen tijde de overeenkomst met wederzijds goedvinden beëindigen op een door hen daartoe te bepalen datum. De door huurder aan verhuurder verschuldigde huurprijs bedraagt € (zegge ) per maand. Dit bedrag moet bij vooruitbetaling voor de eerste van iedere maand worden voldaan. Huurder is voorts aan verhuurder bij vooruitbetaling per maand een bedrag van € (zegge ) verschuldigd voor de hieronder genoemde bijkomende leveringen en diensten. Dit bedrag bestaat uit jaarlijks verrekenbare voorschotten op de werkelijke kosten en is als volgt gespecificeerd:
18
november 2002, geldig tot 1 juli 2003
Bijkomende leveringen en diensten
Bedrag
- Stookkosten centrale verwarming
€
- Huismeester
€
- Containerverzorging
€
- Schoonmaakkosten gem. ruimten
€
- Verlichting e.d.
€
- Onderhoud gem. groenvoorziening
€
- Diversen
€
Daarnaast is huurder aan verhuurder bij vooruitbetaling per maand een bedrag van € verschuldigd voor de hieronder genoemde bijkomende leveringen en diensten. Dit bedrag is niet jaarlijks verrekenbaar en is als volgt gespecificeerd: Bijkomende leveringen en diensten
Bedrag
- Glasverzekeringen
€
- Rioolservice
€
Het maandelijks door de huurder bij vooruitbetaling verschuldigde bedrag komt hiermee op totaal € (zegge ). Alle buitenrechtelijke kosten die de ene partij maakt als de andere partij tekortschiet in de nakoming van zijn verplichtingen uit deze overeenkomst, zijn voor rekening van de andere partij. Op de overeenkomst zijn van toepassing de bijgevoegde ALGEMENE HUURVOORWAARDEN voor zelfstandige woonruimte d.d. 1 oktober 1999 en de brochure ONDERHOUD HUURDER/VERHUURDER. Huurder verklaart deze voor of bij het sluiten van de overeenkomst te hebben ontvangen.
19
november 2002, geldig tot 1 juli 2003
In afwijking van/aanvulling op de Algemene Huurvoorwaarden gelden tussen huurder en verhuurder de volgende bepalingen: •
Het bepaalde in artikel 8 (beëindiging huurovereenkomst) blijft buiten toepassing;
•
Bij de uitoefening van hun rechten zullen huurder en verhuurder rekening houden met de omstandigheden dat het gehuurde binnen afzienbare tijd zal worden gesloopt.
Aldus in tweevoud opgemaakt en ondertekend te Vlaardingen op . Waterweg Wonen,
Huurder(ster)s,
………………………………
………………………………
20
november 2002, geldig tot 1 juli 2003
Bijlage 2 Reglement geschillencommissie stedelijke vernieuwing Artikel 1 - Definities lid 1
Waterweg Wonen, gevestigd te Vlaardingen, vertegenwoordigd door
lid 2
gevestigd te Vlaardingen, vertegenwoordigd door
lid 3
Geschillencommissie stedelijke vernieuwing
lid 4
Huurder: De natuurlijke of rechtspersoon die een woning of woonruimte van Waterweg Wonen krachtens huurovereenkomst huurt. Voor de toepassing van dit reglement wordt onder huurder eveneens verstaan: •
de medehuurder;
•
de achtergebleven, met de overleden huurder duurzaam samengeleefd hebbende persoon als bedoeld in artikel 1623i BW;
•
de ex-huurder, uitsluitend voor zover diens klacht verband houdt met het einde/de beëindiging van de huurovereenkomst.
lid 5
Klacht: Elke klacht voortvloeiend uit het sociaal convenant die door een huurder schriftelijk als zodanig aan de commissie is voorgelegd en waarbij de huurder een direct eigen belang heeft.
Artikel 2 - Doel van de commissie De commissie heeft tot doel voor Waterweg Wonen uitvoering te geven aan het bepaalde in het sociaal convenant, d.d. 19 december 2000: a
huurders in de gelegenheid te stellen klachten in te dienen over zaken waarbij zij belang hebben;
b
bij te dragen aan een goede behandeling van klachten van huurders en daarmee aan de optimalisering van de relatie tussen de aangesloten corporaties en hun huurders.
21
november 2002, geldig tot 1 juli 2003
Artikel 3 - Taak van de commissie De commissie heeft tot taak de ingediende klachten binnen drie weken te behandelen en hierover advies uit te brengen aan het bestuur van de corporatie in kwestie, dan wel er voor zorg te dragen dat deze klachten binnen 14 dagen door Waterweg Wonen zal worden behandeld en zo mogelijk opgelost.
Artikel 4 - Plaats binnen de aangesloten corporaties De commissie adviseert het bestuur van Waterweg Wonen waartegen klachten in het kader van het sociaal convenant zijn ingediend. Zij is primair zelf verantwoordelijk voor haar functioneren, maar dient daarover verantwoording af te leggen aan de besturen van de huurdersvertegenwoordiging en Waterweg Wonen.
Artikel 5 - Het voorleggen van een klacht Een huurder kan bij de commissie een klacht indienen over het handelen of het nalaten van medewerkers en organen van Waterweg Wonen van wie hij een woning of woonruimte huurt, alsook over het handelen of nalaten van personen die voor die corporatie werkzaamheden verrichten, een en ander voor zover het de uitvoering van het door die corporatie gekozen beleid betreft met betrekking tot het sociaal convenant. De klacht dient schriftelijk, bij voorkeur op een daartoe bestemd formulier, te worden ingediend bij de geschillencommissie stedelijke vernieuwing.
Artikel 6 - Ontvangst van een klacht lid 1
De huurder krijgt binnen twee weken na ontvangst van de klacht een schriftelijke bevestiging dat de klacht is binnengekomen. Daarin wordt tevens meegedeeld of: a
de commissie de klacht zelf in behandeling zal nemen;
b
de commissie de klacht ter behandeling heeft doorverwezen naar Waterweg Wonen;
c lid 2
de commissie de klacht niet in behandeling zal nemen.
De commissie zal een klacht ter behandeling naar Waterweg Wonen doorverwijzen, indien de klacht betreft:
22
november 2002, geldig tot 1 juli 2003
a
het algemene beleid zoals dat verwoord staat in het sociaal convenant (besluit met algemene strekking);
b
interpretatie en/of onduidelijkheden over regelingen en/of uitvoering van het sociaal convenant.
Daarbij motiveert zij waarom de klacht is doorverwezen en vermeldt zij, dat de huurder zich weer tot de commissie kan wenden indien de klacht niet binnen 14 dagen is opgelost. lid 3
De commissie zal de klacht niet in behandeling nemen, indien de klacht betreft: a
zaken die door de huurder of de corporatie reeds aan een rechter, huurcommissie of andere beroepsinstantie zijn voorgelegd, dan wel door de corporatie reeds in handen zijn gesteld van een advocaat of deurwaarder;
b
zaken waarvoor reeds een meer adequate rechtsgang bestaat.
De commissie vermeldt de reden van het niet in behandeling nemen. Indien van toepassing geeft zij naar haar beste weten tevens aan welke rechtsprekende instantie(s) tot behandeling van de klacht bevoegd is (zijn) en op welk tijdstip de ontvankelijkheid van de huurder bij die instantie(s) eindigt. lid 4
Indien de commissie de klacht zelf in behandeling neemt, informeert zij de huurder tevens over de wijze waarop en binnen welke termijn de klacht zal worden behandeld en welke bevoegdheden de huurder toekomen. Zij geeft, zo mogelijk, de datum aan waarop de klacht door de commissie zal worden behandeld.
Artikel 7 - Voorbereiding van de vergadering van de commissie waarin de klacht wordt behandeld lid 1
Waterweg Wonen zal zo spoedig mogelijk na de ontvangst van de klacht in de gelegenheid worden gesteld schriftelijk op de klacht te reageren.
lid 2
De huurder en Waterweg Wonen ontvangen tenminste zeven werkdagen van tevoren bericht over datum, plaats en tijdstip van de vergadering waarin de commissie de klacht zal behandelen. Zij ontvangen tevens alle voor die vergadering ingebrachte stukken.
lid 3
De huurder kan op eigen verzoek dan wel op verzoek van de commissie worden uitgenodigd ter vergadering aanwezig te zijn om de klacht toe te lichten en/of door de commissie te worden gehoord.
23
november 2002, geldig tot 1 juli 2003
lid 4
Waterweg Wonen kan op eigen verzoek dan wel op verzoek van de commissie worden uitgenodigd ter vergadering aanwezig te zijn om de reactie op de klacht toe te lichten.
lid 5
De commissie kan medewerkers van de corporaties of de huurdersvertegenwoordiging uitnodigen ter vergadering aanwezig te zijn om in verband met de klacht te worden gehoord.
lid 6
De huurder en de corporatie kunnen de commissie verzoeken - onder mededeling van hun naam - getuigen/deskundigen te horen. Indien de commissie positief is over dit verzoek, bepaalt zij tevens datum, plaats en tijdstip van de vergadering waarin de getuigen/deskundigen zullen worden gehoord. De huurder en de corporatie dragen zelf zorg voor het oproepen van deze getuigen/deskundigen.
lid 7
De commissie kan ook derden voor de vergadering uitnodigen om in verband met de klacht te worden gehoord, dan wel te adviseren.
Artikel 8 - De vergadering van de commissie waarin de klacht wordt behandeld en de overige bevoegdheden van de huurder, de corporatie en de commissie lid 1
De vergadering waarin de commissie de klacht behandeld is niet openbaar. Toegang tot de vergadering heeft in ieder geval:
lid 2
a
de huurder en/of zijn vertegenwoordiger;
b
(vertegenwoordiger van) Waterweg Wonen;
c
de overige in artikel 7 genoemde personen.
De huurder kan zich ter vergadering laten vertegenwoordigen, dan wel laten bijstaan door een vertegenwoordiger. De vertegenwoordiger dient bij afwezigheid van huurder aan te tonen dat hij gemachtigd is als zodanig op te treden, tenzij dit al voldoende uit de stukken of omstandigheden blijkt.
lid 3
Degene die namens Waterweg Wonen ter vergadering aanwezig is, dient aan te tonen dat hij op grond van de statuten van de corporatie dan wel anderszins gemachtigd is Waterweg Wonen te vertegenwoordigen, tenzij dit al voldoende uit de stukken of omstandigheden blijkt.
lid 4
De huurder zal in de gelegenheid worden gesteld zijn klacht nader toe te lichten. Waterweg Wonen zal in de gelegenheid worden gesteld een - nadere - reactie op de klacht te geven.
24
november 2002, geldig tot 1 juli 2003
lid 5
De commissie kan besluiten om klachten van meerdere huurders, welke klachten een sterk onderling samenhangend verband vertonen, samen te voegen en tegelijkertijd te behandelen.
lid 6
De commissie kan ter vergadering de in artikel 7 genoemde personen horen in verband met de klacht.
lid 7
De commissie kan Waterweg Wonen verzoeken om nader onderzoek te doen naar de omstandigheden welke hebben geleid tot de klacht en daarover rapport aan haar te laten uitbrengen. De commissie kan daarbij specificeren over welke vragen zij nadere informatie wenst. De huurder ontvangt dan een afschrift van het verzoek.
lid 8
De commissie kan zich door deskundigen laten adviseren.
lid 9
De huurder en Waterweg Wonen ontvangen van alle eventuele ter zitting ingebrachte stukken een kopie en zullen in de gelegenheid worden gesteld daarop te reageren.
lid 10 Degenen die zijn betrokken bij de klacht kunnen bezwaar maken tegen de deelneming van een lid van de commissie aan behandeling van de klacht. Het bezwaar moet zijn gemotiveerd en dient uiterlijk direct na aanvang van de vergadering te worden gemaakt. De commissie beslist op het bezwaar, alvorens de eigenlijke behandeling van de klacht een aanvang neemt.
Artikel 9 - De beraadslagingen en het advies van de commissie lid 1
De beraadslagingen van de commissie zijn besloten en niet openbaar. Klager en verweerder hebben het recht om de bijeenkomst bij te wonen. De commissie baseert haar advies op de ingebrachte stukken en de tijdens de vergadering naar voren gebrachte informatie.
lid 2
De commissie kan na de vergadering alsnog besluiten een klacht ter behandeling naar Waterweg Wonen door te verwijzen, indien in de vergadering gebleken is dat het geval als bedoeld in artikel 6 lid 2 zich voordoet. Dan is het bepaalde in artikel 6 lid 2 laatste alinea van toepassing.
lid 3
De commissie brengt zo spoedig mogelijk, doch uiterlijk binnen twee maanden nadat de klacht is ontvangen, haar advies schriftelijk uit aan het bestuur van Waterweg Wonen. Deze termijn kan bij uitzondering een keer met dezelfde termijn
25
november 2002, geldig tot 1 juli 2003
worden verlengd. De huurder en Waterweg Wonen krijgen van deze verlenging en van de reden daarvan tijdig bericht. lid 4
De commissie verklaart de klacht, met vermelding van redenen, niet-ontvankelijk indien: a
de huurder geen direct eigen belang heeft bij de klacht, of
b
de klacht het algemene beleid van de corporatie (besluiten met een algemene strekking) betreft, of
c
het geval als bedoeld in artikel 6 lid 2 zich voordoet en de huurder ten onrechte niet heeft ingestemd met doorverwijzing naar de corporatie en de commissie het niet opportuun acht te besluiten overeenkomstig lid 2 van artikel 9.
lid 5
Indien de klacht ontvankelijk is, geeft de commissie in haar advies gemotiveerd aan: a
het belang dat de huurder bij de klacht heeft, of
b
-in de situatie waarop de klacht betrekking heeft- niet op juiste wijze uitvoering is gegeven aan het door Waterweg Wonen gevoerde beleid met betrekking tot het sociaal convenant, of
c
er sprake is van bijzondere omstandigheden op grond waarvan op het beleid een uitzondering moest worden gemaakt, of
d
na afweging van alle in aanmerking komende belangen, het betreffende handelen of nalaten al dan niet moet worden herzien. Indien het handelen moet worden herzien, kan zij hierover tevens inhoudelijke richtlijnen geven. Indien dat niet het geval is, verklaart zij de klacht ongegrond.
lid 6
Het advies is bindend.
lid 7
De huurder krijgt een afschrift van het advies zodra het advies aan het bestuur van Waterweg Wonen wordt uitgebracht.
lid 8
Het advies is openbaar voor zover de privacy van de huurders, de medewerkers van de corporatie of van derden zich daartegen niet verzet.
26
november 2002, geldig tot 1 juli 2003
Artikel 10 - De beslissing van het bestuur van Waterweg Wonen lid 1
De huurder ontvangt zo spoedig mogelijk, doch uiterlijk binnen een maand nadat het advies aan het bestuur van Waterweg Wonen is uitgebracht, schriftelijk de beslissing van het bestuur op de klacht.
lid 2
Indien het bestuur in zijn beslissing van het advies en eventuele richtlijnen afwijkt, motiveert hij waarom.
lid 3
Het bestuur van Waterweg Wonen zendt een afschrift van de beslissing aan de commissie.
Artikel 11 - Spoedprocedure lid 1
De commissie is bevoegd in spoedeisende gevallen - zulks te hare beoordeling zoveel als nodig af te wijken van de procedure als beschreven in de artikelen 6 tot en met 8.
lid 2
De commissie verstrekt aan de huurder en Waterweg Wonen zo spoedig mogelijk een schriftelijke motivering van de spoedeisendheid van de klacht.
Artikel 12 - Samenstelling en benoeming van de commissie lid 1
Leden van de commissie worden voorgedragen door Waterweg Wonen en de Huurdersraad van Waterweg Wonen. De leden worden benoemd door de directie van Waterweg Wonen.
lid 2
Waterweg Wonen en de Huurdersraad dragen ieder twee kandidaten aan.
lid 3
De kandidaten zoeken gezamenlijk naar een onafhankelijk voorzitter.
lid 4
De commissie bestaat uit vijf leden, zijnde natuurlijke personen, doch houdt zitting in samenstelling van drie, te weten:
lid 5
a
een vaste voorzitter;
b
een vertegenwoordiger van Waterweg Wonen;
c
een huurdersvertegenwoordiger.
De zittingsduur van de leden van de commissie is drie jaar. Na deze termijn treedt de commissie in haar geheel af. Afgetreden leden zijn onbeperkt herbenoembaar.
27
november 2002, geldig tot 1 juli 2003
lid 6
Een tussentijds opengevallen plaats kan door de betreffende plaatsvervanger worden vervuld tot het tijdstip waarop het commissielid had moeten aftreden. Indien geen plaatsvervanger aanwezig is, wordt door de aangesloten corporatie voor de resterende zittingsperiode zo spoedig mogelijk in de tussentijds opengevallen plaats voorzien.
lid 7
De commissie laat zich bijstaan door het secretariaat. Het lidmaatschap van de commissie eindigt door: a
het verstrijken van de zittingstermijn;
b
het schriftelijk opzeggen door het lid;
c
overlijden van het lid;
d
opzegging van de zijde van het bestuur van Waterweg Wonen of de huurdersvertegenwoordiging, indien het lid heeft opgehouden aan de vereisten voor het lidmaatschap te voldoen;
e
het verlies van het beheer over het eigen vermogen.
Artikel 13 - Werkwijze en plichten van de commissie lid 1
De voorzitter is gemachtigd klachten voor te bespreken en indien mogelijk af te handelen waanneer geen zitting van de commissie nodig is.
lid 2
Hiertoe wordt per binnengekomen klacht de volgende procedure gevolgd: a
de klacht wordt ontvangen en geregistreerd;
b
de ontvangst wordt aan de huurder schriftelijk bevestigd en tevens wordt in deze brief aangegeven of: •
klager niet-ontvankelijk is conform het reglement met verwijzing naar andere beroeps- of klachtenmogelijkheden of
•
er wordt informatie bij Waterweg Wonen gevraagd na ontvangst waarvan de huurder mededeling wordt gedaan over de voortgang of afwikkeling van de klacht.
lid 3
De commissie vergadert tenminste éénmaal per jaar voltallig. In samenstelling van drie vergadert zij zo vaak dat in verband met de afhandeling van klachten noodzakelijk is.
lid 4
Een voltallige vergadering kan slechts doorgang vinden wanneer tenminste de voorzitter, de vertegenwoordiger van Waterweg Wonen en een huurdersvertegenwoordiger aanwezig zijn.
28
november 2002, geldig tot 1 juli 2003
lid 5
Een vergadering waarin een klacht wordt behandeld kan slechts doorgang vinden als de drie leden of hun plaatsvervangers aanwezig zijn. Indien de huurdersvertegenwoordiger verhinderd is, treedt één van de overige huurdersvertegenwoordigers in diens plaats.
lid 6
De commissie besluit bij gewone meerderheid van stemmen.
lid 7
Van het verhandelde ter vergadering wordt aantekening gemaakt.
lid 8
De commissie houdt een register bij van ontvangen klachten, waarin tenminste wordt opgenomen:
lid 9
a
het aantal doorverwezen en zelf in behandeling genomen klachten;
b
de behandelingstermijn van de klachten;
c
het aantal niet in behandeling genomen klachten;
d
het aantal uitgebrachte adviezen;
De commissie brengt aan de besturen van de aangesloten organisaties minstens éénmaal per jaar verslag uit van haar werkzaamheden, waarin tenminste dezelfde gegevens worden verstrekt als vermeld in lid 6 van dit artikel.
lid 10 De commissie wordt vertegenwoordigd door haar voorzitter.
Artikel 14 - Waarborgen voor de privacy van de huurders, corporatiemedewerkers en derden lid 1
De huurder en Waterweg Wonen hebben geen recht op inzage van stukken, indien deze privacygevoelige gegevens van derden bevatten en voor het verstrekken van die gegevens geen toestemming van de betrokkenen is verleend. Huurder en corporatie worden hiervan door of namens de commissie op de hoogte gesteld. Indien de toestemming wel is verleend, zijn de huurder en de corporatie verplicht tot geheimhouding van die gegevens.
lid 2
De leden van de commissie en alle personen die de commissie in haar werkzaamheden bijstaan zijn verplicht tot geheimhouding van privacygevoelige gegevens waarvan zij in het kader van de behandeling van klachten kennis hebben genomen of waarvan zij de vertrouwelijkheid hadden moeten begrijpen.
lid 3
De commissie draagt er zorg voor dat de stukken en/of gegevens welke in het kader van de behandeling van een klacht zijn ingebracht en betrekking op de persoon van de klager of één/meerdere corporatiemedewerkers, vertrouwelijk behandeld worden. In verband daarmee hebben alleen leden van de commissie en
29
november 2002, geldig tot 1 juli 2003
door de commissie met name aangewezen personen toegang tot de privacygevoelige gegevens in de dossiers van de commissie. Informatie over privacygevoelige gegevens over huurders en medewerkers van Waterweg Wonen zelf zal alleen aan derden worden verschaft na toestemming van betrokkenen.
Artikel 15 - Slotbepaling lid 1
Commissieleden ontvangen een door de besturen van de aangesloten organisaties nader te bepalen vergoeding voor hun werkzaamheden.
lid 2
Dit reglement kan door de besturen van de aangesloten organisaties worden gewijzigd.
30
november 2002, geldig tot 1 juli 2003