Dr. Zef Hemel, Dienst Ruimtelijke Ordening Amsterdam
De dossierreeks Ver-der behandelt visies, trends en resultaten over actuele onderwerpen uit de wereld van advies- en ingenieursbureau arcadis
‘Wijkaanpak moet aansluiten bij de stadsontwikkeling’
Dossier Stedelijke Vernieuwing
arcadis inhoud
De Dossierreeks Ver-der behandelt visies, trends en resultaten over actuele onderwerpen uit de wereld van advies- en ingenieursbureau arcadis. In dit nummer aandacht voor stedelijke vernieuwing.
Visie
Resultaten
4
26
‘Banen helpen de wijk vooruit’ Drs. S.Y. Voets, hoofd adviesgroep Stedelijke Vernieuwing arcadis.
8
‘Wijkaanpak moet aansluiten bij de stadsontwikkeling’
29
Drs. Ing. E.H. Bronkhorst, directeur van Woningcorporatie
30
Trends 16
Alle hens aan dek voor de wijk
18
Lef gevraagd voor procesgericht ontwerpen
20
Redactieraad Dit nummer werd gevormd door Paul Nouwen, Fred Pals, Marja Uijterwaal, Marjolijn Versteegden, Saskia Voets, Arie Voorburg en Ellen van Vossen Redactie Ver-der Postbus 220 3800 AE Amersfoort T 033 477 1153 F 033 477 2019 E
[email protected] www.arcadis.nl
Teksten arcadis, Marion de Boo, Henk Bouwmeester, Marloes Homminga, Saskia Liefbroer, Jos Moerkamp en Peter Roosekrans Illustraties Tineke Dijkstra, Hollandse Hoogte, Imageselect, Henk Laisiwy, Marnix Schmidt en Thomas Schlijper/ Hollandse Hoogte arcadis,
Vormgeving Volta_ontwerpers, Utrecht Druk Grafisch Bedrijf Tuijtel BV, Hardinxveld-Giessendam
28
12
Centrada in Lelystad.
Advies en productie Van der Hilst Communicatie, Amersfoort
Station Bijlmer klaar voor de toekomst
Rendement van sociale investeringen aangetoond
‘Werken aan een goed woon- en leefklimaat’
Deze uitgave wordt samengesteld door adviseurs en specialisten van arcadis onder eindverantwoordelijk heid van de afdeling Marketing en Communicatie
27
Ruimtelijke Ordening in Amsterdam.
Dr. J.J.M. Hemel, adjunct-directeur van de Dienst
Colofon
Poelenburg doorbreekt neerwaartse spiraal
Openbare ruimte: aanjager van stedelijke vernieuwing
22
Sturen op sociaal-maatschappelijk rendement
24
De nieuwe procesmanager regisseert ‘onwetendheid’
Kerk en sportzaal in één
Iedere Brink een eigen sfeer
31
Snelle acceptatie herontwikkeling
32
Een wijkcentrum, maar dan anders
33
Wijkontwikkeling op Molukse maat
34
Sociale structuurschets als basis voor ruimtelijke visie
35
Regionale rol veilig gesteld
3
4
arcadis visie
arcadis visie
Saskia Voets van arcadis: ‘Banen helpen de wijk vooruit’
‘Nederland lijkt eindelijk écht aan de slag te gaan met de wijken. We moeten wel voorzichtig zijn dat we niet alle energie alleen in die 40 aandachtswijken steken. We moeten daarnaast ook voorkomen dat er elders nieuwe probleemwijken ontstaan. En, we moeten vooral die dingen doen die er toe doen!’
Drs. S.Y. Voets is hoofd van de adviesgroep Stedelijke Vernieuwing van arcadis. Haar werk ervaring ligt voornamelijk op het terrein van sociale, maatschappelijke en economische vraagstukken in de stedelijke vernieuwing gekoppeld aan de fysieke herstructurering.
‘Stedelijke vernieuwing is meer dan fysieke herstructurering. We kunnen prachtige wijken neerzetten en sociale activiteiten organiseren, maar we moeten óók de kern van de problematiek aanpakken. Het is vooral belangrijk dat we de sociaal-economische en sociaal-maatschappelijke positie van mensen verbeteren, anders blijf je achter de feiten aanhollen en houd je potentiële probleemwijken’, stelt Voets. ‘Het gaat om rondkomen en vooruitkomen.’ Het kabinetsbeleid steunt op vijf pijlers: Wonen, werken, leren, veiligheid en integratie. ‘Waarmee niet gezegd is dat de stedelijke vernieuwing nu ook echt integraal wordt opgepakt’, tekent Voets aan. ‘Daar is nog een wereld te winnen. Het is wennen als ook sociale en welzijnsorganisaties aanschuiven en ook economische aspecten gaan meewegen. Toch weten gemeenten, woningcorporaties en bewoners elkaar steeds beter te vinden op hun gemeenschappelijke belang, namelijk prettige wijken waar het niet alleen goed wonen is, maar bewoners ook een goed perspectief hebben.’ Gericht durven investeren Stedelijke vernieuwing kost geld. Het levert echter ook veel op. Niet alleen in harde euro’s, maar ook in termen van kwaliteit en maatschappelijk rendement. Denk bijvoorbeeld aan veiligheid, werkgelegenheid en zelfredzaamheid van bewoners. ‘Het is de kunst om dat inzichtelijk te maken voor de stakeholders’, vindt Saskia Voets. ‘In de stedelijke vernieuwing moeten we zoveel mogelijk meerwaarde creëren voor alle betrokkenen: bewoners, bestuurders en woning corporaties. Nù investeren in betere schoolbegeleiding en minder schooluitval betekent stràks minder probleemjongeren in de wijk, wat uiteindelijk de werkgelegenheid en de waarde van het vastgoed in de wijk ten goede komt. Hiermee kun je nadrukkelijker inzoomen op de relatie tussen investeringen nu en effecten op korte en langere termijn.’ Met de noodzaak om ook in het ‘zachtere domein’ – op het sociaal-maatschappelijke vlak – te investeren groeit de behoefte om de effecten van maatschappelijke investeringen beter inzichtelijk te maken. Voets: ‘Die mogelijkheden zijn er inmiddels. Nieuwe sturings instrumenten stellen beleidmakers in staat te komen tot gerichte, samenhangende en flexibele maatregelen met meetbare rendementseffecten. Ook op het sociaal-maatschappelijk vlak.’ >>
5
6
arcadis visie
arcadis visie
Die dingen doen die er toe doen Stedelijke vernieuwing beperkt zich niet tot wijkniveau. ‘Je wilt niet dat problemen zich naar aangrenzende wijken verplaatsen’, zegt Voets. ‘Dit risico wordt groter als de problemen achter de voordeur, zoals werkloosheid, huiselijk geweld en dergelijke, niet worden opgelost. Daarom is het van belang dat er scherper gekeken wordt naar wat nu exact de problematiek per wijk is, welke maatregelen nodig zijn, hoe je gericht kunt interveniëren én hoe een wijk kan bijdragen aan het functioneren van de stad als geheel. Maar ook
andersom, hoe de stad kan bijdragen aan het functioneren van de wijk. Gemeenten en woningcorporaties moeten gestimuleerd worden om ook op gemeentelijk en regionaal niveau te onderzoeken hoe je waarde in een wijk kunt creëren en waar je kunt gaan verevenen. Woningcorporaties willen best maatschappelijk investeren en niet alleen omdat ze weten dat de bedrijfswaarde van hun vastgoed daarmee stijgt.’ Flexibiliteit en gelijkwaardigheid Voets: ‘Waarde creëren kan op tal van manieren. Bijvoorbeeld door relatief simpele ingrepen, zoals het plaatsen van mooie nieuwe keukens of het opknappen van plantsoenen. Maar het kan vooral ook – en dat wordt vaak vergeten – door te investeren in sociale maatregelen. Het hebben van een baan maakt de deelname van mensen aan het sociale leven vaak groter en daarmee ook hun betrokkenheid bij de wijk en het beheer daarvan. ‘Flexibiliteit en creëren van gelijkwaardigheid zijn wat ons betreft de sleutelwoorden’, zegt Voets. ‘Je moet denken in scenario’s en interventiestrategieën waarmee je de (veranderings)opgave kunt vertalen naar het operationele niveau. Naar programmapunten op fysiek, sociaal-maatschappelijk en economisch gebied. Op die manier wordt duidelijk waar, op welke wijze en wat in de wijk gedaan moet worden. Zo kun je een duidelijk beeld vormen van wat in de wijk het eerste aangepakt moet worden, kunnen prioriteiten aangegeven worden en kun je de beschikbare middelen en capaciteit het meest efficiënt en effectief inzetten. ‘Aan het voor komen van schooluitval kun je bijvoorbeeld al snel aandacht besteden. Voordat een wijk echt op de schop gaat ben je al jaren verder.’ Nooit klaar arcadis voegt zelf al de daad bij het woord. Voets: ‘Voor onze opdrachtgevers schetsen wij brede maatschappelijke trends en economische perspectieven voor de komende tien tot vijftien jaar. Die vertalen we in scenario’s voor steden, wijken of kernen. Vervolgens analyseren we hoe men daar het beste op kan inspelen, welke dilemma’s ontstaan, welke veranderingen nodig zijn. Vergeet niet dat er altijd groepen kwetsbare bewoners zullen blijven. Die moet je óók faciliteren. De economie verandert, de maatschappij verandert mee. Stedelijke vernieuwing is nooit klaar.’ <<
Reactie van Dr. Zef Hemel: ‘Wijkaanpak moet aansluiten bij de stadsontwikkeling’ > lees pagina 8
7
8
arcadis visie
Reactie van Dr. Zef Hemel
arcadis visie
‘Wijkaanpak moet aansluiten bij de stadsontwikkeling’ Dr. J.J.M. Hemel (1957)
‘Een prachtwijk maak je niet zomaar. Wijkvernieuwing moet aansluiten bij het veel bredere terrein van de stadsontwikkeling. Een vitale wijk is vervlochten met de stad. Die wisselwerking is cruciaal. En dan is het de kunst om een goed stadsmilieu geleidelijk verder uit te rollen.’
is geograaf, promoveerde in de letteren en werkte ondermeer bij de Raad voor de Ruimtelijke Ordening, de Rijksplanologische Dienst en als directeur van de Academie van Bouwkunst te Rotterdam. Sinds 2004 is hij adjunct-directeur van de Dienst Ruimtelijke Ordening te Amsterdam.
‘Een wisselwerking tussen wijk en stad is cruciaal.’ Dat stelt dr. Zef Hemel. ‘Volkshuis vesters en stedenbouwkundigen leven blijkbaar nog steeds in gescheiden werelden. Door de manier waarop het kabinet nu op die 40 ‘krachtwijken’ focust, wordt die tegenstelling verscherpt. Men dreigt de aansluiting met de stadsontwikkeling te missen en duikt weer in de sociale vernieuwing – het oude verhaal.’ ‘Met de stadsontwikkeling gaat het goed in Amsterdam’, vindt Hemel. ‘Maar de wijk vernieuwing is vrij problematisch, omdat men blijft hangen in de oude groef van woningbouw. Onze eerste prioriteit is niet zozeer meer woningbouw, maar vooral zorgen dat die wijken gaan functioneren als onderdeel van de gehele stad, en omgekeerd. Hoe je dat kunt bereiken, dat is de cruciale vraag. Daarin ondersteun ik de visie van arcadis van harte.’ Gewilde stadswijk In Amsterdam is dit proces al tientallen jaren gaande. Hemel: ‘Neem nu bijvoorbeeld de Jordaan. Veertig of vijftig jaar geleden leek de Jordaan rijp voor de sloop, maar dat is godzijdank niet gebeurd. Geleidelijk is de Jordaan een heel gewilde stadswijk gewor-
den.’ Hetzelfde proces signaleert de adjunctdirecteur nu in de Pijp, in Oud-West. ‘Zelfs in de Staatsliedenbuurt gaat het nu vele malen beter dan vroeger. Dat gaat heel geleidelijk, zònder grootschalige sloop of opzettelijke wijkverbetering. Maar wèl met kleine, doelgerichte ingrepen vanuit de stadsontwikkeling. Zoals de juiste fietsroutes door de buurten. Of door het initiatief om het oude Westergast huisterrein voor culturele doeleinden te bestemmen.’ Doordat auto’s uit buurten worden geweerd en andere wegprofielen worden aangelegd, krijgen fietsers en voetgangers meer ruimte. Ook de aanplant van meer bomen maakt de openbare ruimte voor bewoners aantrekkelijker. ‘Dat alles doen we met respect voor de bestaande functies’, verzekert Hemel. Samenhang wijk en stad Het aantrekken van andere economische functies in de oude buurten noemt hij van groot belang. ‘Zo willen wij de plinten revitaliseren. Dat wil zeggen, dat je weer een bestemming zoekt voor de winkelpanden op de begane grond. Ook proberen we bijzondere gebouwen, zoals oude scholen, kerken en ziekenhuizen een nieuwe bestemming te geven.’ Welke lessen heeft de gemeente Amsterdam uit deze ervaringen getrokken? Hemel: ‘De geschiedenis van de Jordaan laat zien dat je niet puur vanuit de wijk of vanuit de volkshuisvesting moet redeneren. Je moet ook nooit zomaar oude arbeidersbuurten grootschalig plat gooien. Je moet kijken naar >>
9
10
arcadis visie
arcadis visie
‘Het is de kunst om goede buurten te laten uitstralen naar hun omgeving’ Signaleren en positie kiezen In lange termijn scenario’s gelooft de Amsterdamse expert niet, integendeel. ‘Dan ben je weer zoveel jaar verder. Ik zie liever dat partijen nu positie kiezen.’ Het gaat niet vanzelf, erkent hij. En het lukt niet op elke plek. ‘Als je deze aanpak zomaar Eenvormigheid doorbreken op een aandachtswijk als Amsterdam-Osdorp Alle betrokken partijen moeten hierbij hun eigen rol spelen. Opvallend aan een wijk zoals loslaat, gaat dat niet werken. De ontwikkelingen moeten plaatsvinden vanuit de bestaande de Jordaan is dat het vastgoedbezit daar erg stad. Wij noemen dat het ‘uitrollen’ van die verspreid is. Bij veel van de krachtwijken die milieus. Het is de kunst om goede buurten te het kabinet nu wil aanpakken is dat niet het laten uitstralen naar hun omgeving. Maar je geval, daar hebben woningcorporaties vaak kunt niet zomaar ergens een prachtwijk van het leeuwendeel van het woningbezit in maken. Zelfs de machtigste woningcorporatie handen. ‘Dat is een hinderpaal als men op de kan dat niet zomaar regelen. In Rotterdam zie oude voet wil doorgaan’, zegt Hemel. ‘Maar je dat de ontwikkelingen op de Kop van Zuid als de betrokkenen nieuwe wegen willen niet aansluiten bij de rest van Rotterdam-Zuid. inslaan kan die sterke positie juist een groot Je moet begrijpen hoe je stad werkt om dit voordeel zijn.’ Hij signaleert dat steeds meer Amsterdamse woningcorporaties aan starten- proces goed te begeleiden. Wij sturen mensen er op uit om de stad te ‘schouwen’, zoals wij de ondernemers gunstige huurcontracten dat noemen. Zij pikken de eerste signalen op bieden. ‘Dat werkt erg goed. En als de trend van op handen zijnde verbetering van een naar brede scholen doorzet, komen er straks buurt. Waar vestigen zich kunstenaars? Waar veel oude schoolgebouwen leeg te staan. gaan studenten wonen? Het is de kunst om Dat zijn gebouwen met een heel markante die signalen op te vangen en daarbij aan te typologie. Die moet je niet zomaar slopen, daar kun je interessante collectieven van jonge sluiten.’ << ondernemers vestigen. Ook oude zieken huizen kunnen nieuwe bestemmingen krijgen. Daarmee doorbreek je de eenvormigheid in zo’n wijk.’ de samenhang van zo’n wijk met de stad als geheel, en andersom, aansluitingen en verbindingen zoeken. En alle partijen zullen moeten nagaan hoe je economische waarde in zo’n wijk kunt creëren. Dat is de crux.’
11
12
arcadis visie
arcadis visie
Directeur Eep Bronkhorst: ‘Werken aan een goed woon- en leefklimaat’
‘Stedelijke ontwikkeling vraagt om een brede blik. Grootschalige sloop lost weinig op. Het is beter om, vanuit een totaalvisie op de toekomst van de stad, knelpunten aan te pakken met gerichte fysieke of sociaal-economische maatregelen.’
Drs. Ing. E.H. Bronkhorst (1950) is sinds vijf jaar directeur van Woningcorporatie Centrada in Lelystad. Daarvoor was hij werkzaam in de gezondheidszorg en bij de overheid. In zijn vrije tijd is hij meer dan vijftien jaar actief geweest in besturen van woningcorporaties.
Lelystad werkt aan een nieuw uitbreidingsplan. De Warande, in Lelystad-Zuid, krijgt bijna 8.500 woningen. Daarmee kan de stad doorgroeien naar zo’n 80 à 100.000 inwoners. ‘Die nieuwbouwwijken moeten voldoende gedifferentieerd zijn’, onderstreept directeur Woningcorporatie Centrada, Eep Bronkhorst. ‘Er komt een mix van woningtypen in uiteenlopende prijsklassen. Voor vitale, leefbare wijken is een gevarieerde bevolkingssamenstelling een eerste vereiste.’ Proeftuin Lelystad is eind jaren zestig ontworpen als stad van de toekomst, een proeftuin van planologen, ruim en groen van opzet, met brede vierbaans dreven voor het autoverkeer, gescheiden fietsroutes door de stad en verkeersluwe woonwijken. ‘Achteraf bezien is het experiment niet helemaal geslaagd’, zegt Bronkhorst. ‘Een stad heeft naast een fysieke ook een sociaal-economische infrastructuur nodig. Sociale netwerken moeten zich zetten in de tijd. Daar gaan generaties overheen. Een stad moet organisch groeien.’ Lelystad is door zijn ontstaansgeschiedenis met tamelijk complexe vraagstukken opgezadeld. Bronkhorst: ‘De overheid wilde in de Flevopolder een nieuwe stad met 100.000 inwoners, mede om de overloop uit de Randstad op te vangen. Maar onze bevolkingsgroei bleef steken op zo’n 50.000 inwoners. Vooral Amsterdammers uit stadsvernieuwingswijken vonden het hier fantastisch wonen, maar al snel ontstonden problemen. Het forenzen kostte elke dag veel tijd, want de A6 en de spoorlijn zouden pas jaren later komen. Naast infrastructuur ontbrak voldoende werkgelegenheid – de aanleg van een groot industrieterrein op de plek waar nu natuurgebied de Oostvaardersplassen ligt, ging niet door vanwege de economische recessie in de jaren zeventig. Bovendien werd, toen Lelystad pas op 50.000 inwoners zat, ook Almere – veel dichter bij Amsterdam en Utrecht – al in ontwikkeling genomen. Mensen trokken uit Lelystad weg, op den duur stonden duizenden woningen leeg.’ Merkwaardige stad Oorspronkelijk bestond de woningvoorraad in Lelystad voor 70 procent uit sociale huurwoningen, in grote, monotone complexen. Na 1985 >>
13
14
arcadis visie
arcadis visie
‘Je moet investeren in de kansen van jonge mensen’ werd een deel verkocht of gesloopt. Nieuwe wijken kregen alleen maar duurdere koopwoningen. Bonkhorst: ‘Inmiddels hebben we 75.000 inwoners en zijn de inkomensverhoudingen, die tamelijk onevenwichtig waren, weer redelijk in balans. Maar het resultaat blijft een merkwaardige stad. Er zijn wijken met bijna alleen maar sociale of voormalige sociale huurwoningen en wijken vol duurdere koopwoningen.’ Zo is er een mooi golfpark, omringd door louter exclusieve villa’s, waarvan er nu heel wat te koop staan. Bronkhorst: ‘Dat is een aardig voorbeeld. Mensen willen zich onderscheiden. Ze willen niet precies dezelfde villa als hun buren. Overal waar ‘te’ voor staat, ontstaan problemen, ook in die te monotone complexen met vaak 600 tot 800 identieke sociale huurwoningen. Wie een treetje hoger komt op de maatschappelijke ladder, verhuist naar een koopwijk. De ‘nieuwe’ instromers hebben vaak weinig inkomen, geen werk en geen goede opleiding. Door accumulatie van achterstanden kan zo’n wijk in een neerwaartse spiraal terecht komen en een slecht imago krijgen. Zelfs jongeren, die in Lelystad vrij snel een huis kunnen krijgen, komen soms al met lijstjes van wijken waar zij niet willen wonen. Acupunctuur Bronkhorst is geen voorstander van een te grootschalige aanpak waarbij men de stad op de kaart bijvoorbeeld in vieren deelt en dan elke vijf jaar een ander groot gebied fysiek op de schop neemt. ‘Na 20 jaar ben je dan weliswaar overal een keer geweest, maar misschien heb je te veel geld gestoken in wijken die zichzelf wel redden, terwijl andere wijken misschien te lang hebben moeten wachten.’ Hij ziet liever een gerichte aanpak met kleine, acupunctuurachtige financiële injecties. ’Je moet een visie hebben op de stadsontwikkeling als geheel, vervolgens aangeven waar de knelpunten zitten en daarop bewust actie plannen. In sommige wijken willen we een deel van de woningvoorraad vervangen door andere, vaak net wat duurdere woningtypes. Daarmee houd je de sociale stijgers vast, die in zo’n wijk zijn opgegroeid. Dat is goed voor de sociale structuur. Intussen moet je steeds de samenhang met de grote lijnen van de stadsontwikkeling voor ogen houden.’
Het simpelweg verkopen van sociale huurwoningen is geen remedie, zo leert de ervaring. Jarenlang heeft de woningcorporatie huurwoningen aan zittende huurders verkocht. Bewoners hebben die huizen van binnen vaak wel opgeknapt, maar de buurten werden er niet beter van. Veel bewoners hebben nu flinke hypotheken. Ze hebben de overwaarde op hun huis misschien niet aan een nieuw dak, maar aan een mooie auto besteed. Taakverschuiving en taakverbreding Om de leefbaarheid te vergroten trekt de woningcorporatie intensief samen met de gemeente op. Bronkhorst ziet daarbij wel een zekere taakverschuiving en taakverbreding. ‘Maar je moet je niet gaan bemoeien met zaken waar je geen verstand van hebt. Wij hebben verstand van wonen. Onze eerste verantwoordelijkheid is het zorgen voor goede, energiezuinige woningen, met reële woonlasten. Bovendien hebben wij zorg voor een goede directe woonomgeving, schoon, heel en veilig. Daarop zijn wij aanspreekbaar en daarop spreken we onze bewoners aan. Als het om de leefomgeving in bredere zin gaat, zijn we steeds vaker partner van andere partijen. Wij hebben verstand van kostenbewust bouwen, en kunnen dus best een multifunctioneel gebouw neerzetten. Maar de exploitatie is ons vak niet.’ Naast fysieke maatregelen zijn soms sociaal-economische maatregelen nodig. Centrada werkt bijvoorbeeld mee aan een jongerenhotel, dat jongeren een kamer biedt, gekoppeld aan een opleiding en werkervaring. ‘Door voor een woning, werk en een opleiding te zorgen, voorkom je dat vroegtijdige schoolverlaters buiten de boot vallen. Scholen horen tot de belangrijkste voorzieningen in de stad. Je moet investeren in de kansen van jonge mensen, zorgen dat je die niet kwijt raakt. Daar moet je met zijn allen voor knokken!’ <<
15
16
arcadis trends
Saskia Voets
arcadis trends
E
[email protected] M 06 2706 2017
Alle hens aan dek voor de wijk In het kabinetsbeleid ligt de focus sterk op de wijkaanpak. Met een grote variëteit aan initiatieven wordt gewerkt aan leefbare en veilige buurten. Maar met maatregelen op wijkniveau alleen komen we er niet. Het wijkbeleid moet passen in een groter geheel. Koppeling van wijk-, stedelijk en nationaal beleid als succesfactor.
In tal van wijken wordt de komende jaren hard gewerkt aan oplossingen voor ver schillende problemen die tegelijkertijd voorkomen: slechte fysieke gesteldheid van woningen en buurt, sociaal-economische achterstand en slechte sociaal-maatschappelijke integratie van de bewoners ten opzichte van de rest van de stad. Dit beïnvloedt de sociale processen die zich in de wijk afspelen en daarmee ook het denken en handelen van bewoners. Veranderingen in de inrichting van de publieke ruimte en de sociale samenstelling van de bewonerspopulatie kunnen veranderingen in deze processen teweegbrengen. Ruimtelijke, fysieke en sociaalmaatschappelijke initiatieven op wijkniveau zijn hard nodig, maar zijn tegelijkertijd slechts een deel van de oplossing. Onrust en onzekerheid Kern van de problematiek ligt in onrust en
onzekerheid over de bestaanszekerheid van – kwetsbare groepen – bewoners in de stad, met name in achterstandswijken. Voor de oplossing daarvan is het zaak de wijkproblematiek in een grotere context aan te pakken. Bestuurders en beleidmakers die ’de wijk‘ vooruit willen helpen, hebben te maken met beïnvloedende processen op ’hogere schaal‘; in het omringende stedelijk netwerk, in de regio en op landelijk niveau. Ontwikkelingen in de etnische samenstelling van de bevolking, op het vlak van mobiliteit en het functioneren van de arbeids- en woningmarkt zijn sterk van invloed op de (on)mogelijkheden in wijken. Schakelen en verbinden Wijkaanpak kan alleen succesvol zijn, wanneer het past in en kan rekenen op ondersteunend beleid op regionaal en nationaal niveau. Keuzes en beleid op het vlak van werkloosheid, armoede, schooluitval, maar
ook op het gebied van economie, technologische innovatie, handel, cultuur en vermaak, beïnvloeden het wijkperspectief. En daarmee het sociaal perspectief van de daar levende groepen mensen. Wijkproblemen worden alleen opgelost door het koppelen van elkaar versterkende maatregelen op verschillende niveaus. Een duidelijke, maar zeker geen eenvoudige uitdaging voor bestuurders en beleidmakers. Wetend dat de kern van problemen in de wijk vaak veel dieper liggen – en daarmee buiten het bereik van het wijkbeleid – is het de komende jaren zaak te ‘schakelen en verbinden’. Met als doel een samenhangend en doeltreffend beleid op alle relevante niveaus en beleidsterreinen. Het begint met het helder maken van elkaar beïnvloedende factoren en processen. Pas dan kan – gezamenlijk – worden gezocht en geïnvesteerd in effec-
tieve maatschappelijke, economische en fysieke ingrepen. Door de politiek is de ontwikkeling naar maatschappelijke focus ingezet. Het is nu aan de stakeholders om dit waar te maken. En dat alles met als inzet: een beter perspectief voor bewoners in de wijk. <<
17
18
arcadis trends
Raymon Blondel
arcadis trends
E
[email protected] T 073 680 9185
Lef gevraagd voor procesgericht ontwerpen! In stedelijke vernieuwingsgebieden heeft de blauwdrukplanning plaatsgemaakt voor het procesgericht ontwerpen. Dit geeft ruimte voor onvoorziene kansen en jaagt nieuwe ontwikkelingen aan. Maar het vraagt ook om een heel andere houding van de stedenbouwkundige. Niet alleen de fysiek-ruimtelijke opgave ligt bij de ontwerper, ook de sociaal-economische en de cultureel-maatschappelijke elementen in de opgave vragen om een adequate oplossing. Procesgericht ontwerpen is uitgegroeid tot een trend. Grotere projecten worden opgeknipt in deelplannen of vlekken en ontwikkelingen worden niet langer gedwongen in een keurslijf van abstracte visies en dichtgetimmerde plannen. Het is een duidelijke reactie op een tijdperk waarin zoveel was vastgelegd, – VINEX bijvoorbeeld – dat het schier onmogelijk bleek om met ontwikkelingen mee te bewegen. Ander spel, andere spelers Procesgericht ontwerpen is een krachtig instrument waarmee beter geanticipeerd kan worden op een veranderende vraagstelling. Voorwaarde is wel dat ontwerpers, en in het bijzonder stedenbouwkundigen, in staat zijn de veranderende vraagstelling te doorgronden. Dit vraagt om een open, soms zelfs kwetsbare attitude, maar ook een verruiming van begrippen en methoden waarvan stedenbouwkundigen zich bedienen. Ze moeten gaan luisteren naar andere signalen. Ontwerpen aan sociaal-economische en cultureel-maatschappelijke dragers is immers iets anders
dan ontwerpen aan fysiek-ruimtelijke dragers. Het opknippen van grotere stedelijke vernieuwingsvragen in delen maakt het mogelijk om naar behoefte sneller of langzamer te ontwikkelen, maar ook om steeds sturend te handelen. Daarbij heeft het interactieve proces een belangrijke rol. De ontwerper kan en mag zich niet de arrogantie permitteren om slechts met de output van het proces aan de slag te gaan om zo te komen tot een ruimtelijk ontwerp. Het ruimtelijk ontwerp, dat onlosmakelijk verbonden is met sociaal-economische en cultureel-maatschappelijke dragers, ís de output van het proces. De ontwerper is daarmee dus én regisseur én speler. Kwestie van durf Procesgericht ontwerpen binnen de stedelijke vernieuwingsopgave impliceert een continue ontwikkeling waarbij het eindpunt deels open blijft. Hierdoor is er meer tijd en gelegenheid om in te spelen op behoeften van (toekomstige) bewoners en gebruikers en kan sneller worden bijgestuurd. Uiteraard – voor de voortgang van proces en organisatie – wel binnen kaders en duidelijke termijnen. Gemeenten, corporaties en andere partijen moeten de ruimte voor ontwikkeling wel
urven nemen. Bij procesgericht ontwerpen in d een stedelijke vernieuwingsopgave moet je accepteren dat je niet alles weet en nog niet voor alles het juiste idioom hebt. De andere risicoverdeling en het ontbreken van één bepalend tijdsmoment maken meer mogelijk,
maar vereisen tegelijkertijd durf en regie, zeker ook bij de gemeente. Programma en proces lopen door elkaar heen: terwijl ont wikkelingen plaatsvinden, moet het gebied leefbaar en bereikbaar blijven. <<
19
20
arcadis trends
Ellen van Vossen
arcadis trends
E
[email protected] M 06 2706 0449
Openbare ruimte: aanjager van stedelijke vernieuwing Multifunctioneel gebruik van de openbare ruimte is noodzakelijk. Om nu en in de toekomst tegemoet te komen aan de wensen van de moderne stadsbewoner én om schaarse, dure grond exploitabel te maken. Aantrekkelijk voor bewoners. Interessant voor investeerders. Veranderbaar in de tijd.
Praktijkvoorbeelden De Bijlmer richtte de grond onder een metroviaduct in als openbare atletiekbaan. Het Utrechtse Griftpark biedt een skatelandschap voor jongeren, een speeltuin, een stadsboerderij en een aantal educatieve tuinen. Op Heijplaat, midden in het Rotterdamse havengebied, vond tussen de containeroverslag de buitententoonstelling FollyDOCK plaats. Een internationaal gezelschap van kunstenaars, vormgevers en architecten toonden er twintig ‘follies’ – fantasiebouwwerken – die aan de openbare ruimte een nieuwe dimensie toevoegden.
Steden doen er alles aan om hun aantrekkingskracht te vergroten. ‘Oude’ steden proberen een koopkrachtiger en gevarieerder bevolking aan te spreken om op die manier antwoord te geven aan verpaupering van bestaande woongebieden. ‘Nieuwe’ steden proberen van hun slaperige imago af te komen. Voor beide typen steden geldt dat de behoefte aan een aantrekkelijke openbare ruimte een belangrijke succesfactor is. Stadsbewoners willen enerzijds meer dan ooit ongestoord hun privé-leven leiden, anderzijds groeit de behoefte aan sociale samenhang. Daarbij is behoefte aan een steeds grotere variëteit aan voorzieningen voor de spelende, de recreërende, de sportende en de werkende mens. Rekening houdend met verschillen in cultuur. Maar ook de meer fysieke stedelijke opgaven als veiligheid, verkeersafwikkeling en waterberging, doen een beroep op de openbare ruimte. En dat terwijl de beschik bare ruimte eerder af- dan toeneemt. Kentering Privatisering van stedelijke grond – door bebouwing, parkeerplaatsen, afsluitbare winkelcentra – was in het licht van de dure grondprijs een logische ontwikkeling, maar staat op gespannen voet met andere
behoeften. Een kentering is daarom waarneembaar. Schaarste dwingt steden tot multifunctioneel gebruik van de openbare ruimte. Dergelijk gebruik maakt openbare ruimte soms zelfs exploitabel. Denk aan een ondergrondse parkeergarage, waarbij een private partij bijdraagt aan rendabele openbare ruimte. De kwaliteit van diezelfde ruimte verbetert doordat auto’s verdwijnen en andere functies mogelijk worden: horeca, sport- en speelruimte. Samen investeren Beleidmakers en ontwikkelaars beschouwen de openbare ruimte niet langer als sluitpost van stedelijk beleid, maar in toenemende mate als aanleiding en daarmee één van de aanjagers van stedelijke vernieuwing. Multifunctioneel gebruik van openbare ruimte heeft meerwaarde. Het accommodeert verschillende functies en faciliteert ontmoetingen tussen verschillende bevolkingsgroepen. Waar publieke en private stakeholders samen investeren vermeerdert de waarde van het vastgoed, verbetert de kwaliteit van de woonen leefomgeving en daarmee ook het imago van het gebied. Aantrekkelijk voor bewoners. Interessant voor investeerders. Veranderbaar in de tijd. <<
21
22
arcadis trends
Arie Voorburg
arcadis trends
E
[email protected] M 06 2706 0749
Sturen op sociaal-maatschappelijk rendement Stedelijke vernieuwing heeft een belangrijke sociaal-maatschappelijke component. Verbeteren van het sociale perspectief van (groepen) bewoners binnen regio, stad of wijk is de inzet. Maar waar begin je als bestuurder of beleidsmaker? Welke effecten kun je ‘sturen’? Welk pakket van investeringen sorteert het meeste effect? De behoefte aan bakens en toetsstenen groeit, nu ook in het sociale domein van de stedelijke vernieuwing. Voor het monitoren van fysieke en econo mische maatregelen staat beleidmakers een scala aan instrumenten ter beschikking. Maar hoe kun je de ‘sociale stijgingsaspiraties’ van (groepen) bewoners op een succesvolle wijze faciliteren? En welke belemmeringen die het realiseren daarvan in de weg staan moeten worden weggenomen? Op tal van niveaus zoeken beleidsmakers naar mogelijkheden om de positie van bewoners te verbeteren: economisch, maar ook sociaal. Daarbij gaat het om zaken als zelfontplooiing en maatschappelijke zekerheid.
waarvan ook economische en fysieke ver beteringsmaatregelen onderdeel uitmaken. Accountability is daarbij – ook op het gebied van de sociale investeringen – een belangrijke trend. Beleidskeuzes onderbouwen. Effect gericht investeren. Aantoonbaar resultaat. Daar draait het om.
Effectief en efficiënt Het vraagt van partijen als gemeenten, woningcorporaties maar ook de maatschap pelijke organisaties en bewoners, een andere manier van denken en van samenwerken. Om de wisselwerking en de synergiemogelijkheden tussen ruimtelijke, economische en Accountability sociale ontwikkelingen te duiden moeten Sociaal-maatschappelijke investeringen beleidmakers twee stappen vooruit denken, vormen een belangrijke pijler onder het alvorens één concrete stap vooruit te zetten. stedelijke vernieuwingsbeleid. Ze moeten er Vroegtijdig gedegen inzicht verwerven in de toe bijdragen dat ontwikkelingen als sociale effecten van maatregelen en investeringen, polarisatie, sociale uitsluiting en ruimtelijke segregatie naar inkomen of etnische afkomst, bij voorkeur uitgedrukt in euro’s. Door worden omgebogen in de gewenste richting. gronden of die maatregelen elkaar onderling versterken of juist tegenwerken. Om zo Het is van belang de sociale investeringen te te komen tot een uitgebalanceerd en op incorporeren in een integraal programma
resultaat gericht investeringsprogramma. Uiteindelijk levert dit voor alle partijen (efficiency)winst op. Een nieuwe, maar noodzakelijke en haalbare aanpak, met name voor het ‘sociale domein’
in de stedelijke vernieuwing. Vooruit denken en inzicht verschaffen in de opbrengsten. Effectief en efficiënt. Precies de bedoeling van het stedelijke vernieuwingsbeleid. Op alle niveaus. <<
23
24
Riet Duykers
arcadis trends
arcadis trends
E
[email protected] T 026 377 8248
De nieuwe procesmanager regisseert ‘onwetendheid’ Werken aan stedelijke vernieuwing vereist parallel schaken op meerdere borden: economie, politiek en arbeidsmarkt, cultuur, investeringsklimaat en veiligheid. Elk van deze aspecten heeft een eigen dynamiek en schaalniveau. Op al die verschillende terreinen moeten de juiste beslissingen genomen worden. En met elkaar in verband gebracht worden. Met als inzet: succesvolle wijkverbetering. Dat vraagt om een nieuw type procesmanager. Iemand met verstand van planprocessen die onwetendheid en onzekerheid in goede banen kan leiden. De dynamiek van maatschappij en economie is groot. Niets is zeker, dat staat vast. Dat maakt het er voor de spelers – corporaties, scholen, bedrijven – in de stedelijke vernieuwing niet eenvoudiger op. Van hen wordt verwacht dat zij met een doeltreffend en samenhangend pakket van maatregelen wijken en hun bewoners helpen rondkomen en vooruitkomen. Probleem daarbij is dat de maatschappelijke en economische dynamiek veel groter is en sneller gaat dan het proces van fysieke planontwikkeling. De economische conjunctuur kent een cyclus van ongeveer 5 tot 10 jaar. Planontwikkeling en -uitvoering hebben over het algemeen een langere doorlooptijd. Hoe voorkom je dat je constant achter de feiten aanloopt? Zie daar de uitdaging voor de ‘nieuwe’ procesmanager. Nieuwe kikkers Van de procesmanager nieuwe stijl wordt een
brede en open samenwerking met alle partijen verwacht. Maar vooral ook lef en durf. De inzet is helder, maar het proces daar naartoe is tamelijk ongewis. Niet alleen vanwege de veranderlijke maatschappelijk-economische context. Ook omdat hij/zij zowel traditionele als nieuwe, relatief onbekende kikkers – als welzijnsorganisaties – in de kruiwagen moet houden. Nieuwe belangen en nieuwe posities moeten in het stedelijk vernieuwingsproces worden ingepast en afgestemd op die van traditionele partijen. Op een wijze die recht doet aan de belangen van alle stakeholders en aan het beoogde eindresultaat; de wijk en haar bewoners. Onorthodox Om dit proces in goede banen te leiden, is een nieuw soort, onorthodoxe procesmanager nodig. Een procesmanager die aan het front, met rugdekking van alle bestuurders, de juiste
partijen bij elkaar brengt. Samenhang tussen de traditionele en nieuwe partijen bewerk stelligt. Vanuit onwetendheid en onzekerheid. Hij/zij zoekt en mobiliseert daarnaast ook andere sleutelfiguren: de winkelier, onder wijzer of voetbalvader. Mensen met hart voor hun wijk. Die weten wat er speelt. De proces-
manager maakt het pad van de verandering naar een betere leefomgeving inzichtelijk. Weet alle partijen vast te houden. Weet de opgave te operationaliseren voor alle partijen. Zoekt voortdurend naar de juiste interventies. Heeft u hem/haar al in het vizier? <<
25
26
arcadis resultaten
Bert van Ogtrop
Jan Schouten
E
[email protected] T 055 581 5648
E
[email protected] M 06 2706 0640
werkzaamheden arcadis
Procesmanagement, stedenbouwkundig ontwerp en advies, planeconomische begeleiding, sociale advisering, projectsecretariaat, communicatie en participatie
arcadis resultaten werkzaamheden arcadis
Architectuur, constructies, installaties, railinfrastructuur, bouwbegeleiding, projectmanagement opdrachtgever
ProRail namens Ministerie Verkeer en Waterstaat en de Gemeente Amsterdam
opdrachtgever
Woningstichting Rochdale (regie), gemeente Zaanstad en woningcorporaties Parteon en ZVH
duur van project
1997 tot 2007
kosten project
€ 175 miljoen duur van project
Poelenburg doorbreekt neerwaartse spiraal
Voorbereiding masterplan 2,5 jaar. Planvoorbereiding en realisatie 10 jaar
Station Bijlmer klaar voor de toekomst
De wijk Poelenburg in Zaandam is één van de 40 aandachtwijken van het Kabinet. Het slechte imago van de wijk hangt samen met de een zijdige woningvoorraad (65% goedkope huur woningen), sociaal-economische achterstanden, een beperkt voorzieningenaanbod en een weinig aantrekkelijke openbare ruimte. De wijk zit in een vicieuze cirkel en gaat steeds verder achteruit. Mensen die het ‘beter krijgen’, ver laten de wijk. Vrijgekomen woningen worden bezet door kansarme bewoners. En door het gebrek aan draagvlak, verschralen de wijk voorzieningen en neemt de aantrekkingskracht van de wijk op woningzoekenden verder af. Om deze neerwaartse spiraal te doorbreken hebben de gemeente Zaanstad en de drie woningcorporaties een masterplan opgesteld. Een nieuw winkelcentrum, 335 senioren woningen, een welzijnscluster, een nieuwe wijkontsluiting en een nieuw wijkdeel met circa 400 woningen, vervangen de 500 oude flatwoningen. arcadis begeleidt wijkbewoners, ondernemers en het maatschappelijke middenveld via workshops en wijkbijeenkomsten. Deze groepen dragen actief bij aan het plan, dat daardoor breed wordt gedragen. Naast het ’stenen’ programma laat een sociaal programma zien hoe sociale achterstanden worden aangepakt en de leefbaarheid verbetert. Zo zijn er extra interventies om onder meer allochtone wijkbewoners meer bij de samenleving te betrekken. Daarnaast geeft het sociaal programma een verbeterplan voor de delen van de wijk waar geen groot schalige herstructurering plaatsvindt. En afspraken over de manier waarop de gemeente, de corporaties, de bewoners en ondernemers tijdens de uitvoering van het masterplan met elkaar omgaan. Poelenburg is klaar voor een opwaartse spiraal.
Een station dat inspeelt op toekomstige stedenbouwkundige ontwikkelingen en op een sterk groeiend reizigersaantal. Dat is het nieuwe station Amsterdam Bijlmer ArenA met haar grootstedelijke allure en ambiance. Het oorspronkelijke station Bijlmer is gebouwd in de jaren ’70. Door de snelle ontwikkeling van Amsterdam Zuid-Oost, zoals de komst van de ArenA, kon het station het toe nemende aantal reizigers niet meer aan. Gelijktijdig besloot de Minister van Verkeer en Waterstaat begin jaren ‘90 de sporen tussen Amsterdam en Utrecht te verdub
belen. Een groter station met meer capaciteit is daarom noodzakelijk. Daarnaast is het voor de gemeente Amsterdam van essentieel belang om de relatie tussen de stadsdelen aan beide zijden van het spoor te verbeteren. Als antwoord op deze vraag ontwerpt arcadis een station dat tegemoet komt aan de wensen en belangen van alle betrokken partijen. Het ontwerp omvat de architectuur (in samenwerking met Grimshaw-Architects), de constructies, de technische installaties en de volledige railinfrastructuur. Met als resultaat een open, modern station dat het woon-, werk-, winkel- en uitgaansgebied in
Amsterdam Zuid-Oost nog attrac tiever en beter toegankelijk maakt. Het station is over de ArenA Boulevard heen gebouwd. De brede en lange promenade verbindt de ‘oude’ Bijlmer met het nieuwe Centrumgebied Zuid-Oost. Wat eerder een donkere en smalle onderdoorgang was, is nu een open, lichte, stedelijke ruimte waaraan de stationshal zich bevindt. Station Amsterdam Bijlmer Arena kan 60.000 passagiers per dag verwerken, met pieken van 25.000 reizigers in anderhalf uur bij bijvoorbeeld voetbalwedstrijden en concerten in de ArenA. Station en Bijlmer zijn voorbereid op de toekomst.
27
28
arcadis resultaten
Arie Voorburg
Peter Klompen
E
[email protected] M 06 2706 0749
E
[email protected] T 023 566 8422
werkzaamheden arcadis
Onderzoek naar de effectiviteit van sociaalmaatschappelijke en economische maatregelen op wijkniveau
Dat leefbaarheidsproblemen in een wijk niet alleen kunnen worden aangepakt door woningverbetering weet iedereen. Een wijk heeft zelfredzame bewoners nodig, met maatschappelijk en economisch perspectief. Het heeft even geduurd voordat sociale, economische en culturele processen werden mee genomen in de (her)ontwikkeling van wijken. Dat maatschappelijk
investeren meerwaarde heeft voelen we allemaal wel aan. Maar in welke mate, met welke effecten, is niet eenvoudig te duiden. De resultaten van sociale investeringen zijn nu eenmaal pas op langere termijn zichtbaar en kennen een sterke – wederzijdse – beïnvloeding. Voor het Ministerie van Binnen landse Zaken onderzocht arcadis de effectiviteit van sociaalmaatschappelijke en economische maatregelen bij de aanpak van aandachtswijken. Met behulp van het Rapid Assesment Program (RAP)
werkzaamheden arcadis
Project- en vergunningenmanagement, ontwerp, engineering en realiseren herinrichting in samenwerking met
opdrachtgever
Ontwikkelmaatschappij Meerschip
Ministerie van Binnenlandse Zaken
opdrachtgever
kosten project
Gemeente Utrecht
€ 42.000
omvang
duur van project
8 wijken (in de stadkern)
Juni – december 2006
ontwikkelvolume
Rendement van sociale investeringen aangetoond Het is nu bewezen. Onderzoek van arcadis laat zien dat maatregelen op het gebied van ‘rondkomen en vooruitkomen’ renderen.
arcadis resultaten
€ 11 miljoen duur van project
2004 – 2008
Kerk en sportzaal in één kan goed onderbouwd worden aangetoond dat ondermeer investeren in de sociaal maatschappelijke en economische positie van mensen werkt. Niet alleen op rijksniveau, maar vooral op buurtniveau. Maatregelen op het gebied van repressie én het stimuleren van zelfredzaamheid, het verbinden van school en buurt, en het inrichten van leer- en werkplekken blijken op basis van het onderzoek erg effectief. Kort gezegd, maatregelen op het gebied van ‘rondkomen en vooruitkomen’ werken!
De gemeente Utrecht zoekt naar slimme combinaties van ruimte gebruik. Voor de wijk Overvecht krijgt dat onder meer z’n beslag in het multifunctionele centrum De Dreef. De Dreef is een sport- en ontmoetingscentrum voor bewegen, zorgen en geloven. Het binnenstedelijk sportpark de Dreef en de gelijk namige sporthal maken onderdeel uit van het nieuwe multifunctionele
centrum. Daarnaast biedt het onder meer ruimte voor naschoolse opvang, een kerkzaal, een medisch kinderdagverblijf, een jongeren centrum, een kantoor en een ontmoetingsruimte voor maatschappelijk organisaties. Door kerk en sportzaal te combineren gaat Utrecht slim met haar schaarse ruimte om. Met deze vele functies komt het centrum tegemoet aan de uiteen
lopende wensen en behoeften van de bewoners van de wijk Overvecht. Door naar hun wensen te luisteren is De Dreef een concept geworden dat met recht betekenis heeft voor de wijk. Het is veel meer dan een modern sportpark. Het is een plek waar mensen sporten en elkaar ontmoeten. Waar de wijkbewoners ook een luisterend oor, hulpverlening en zorg vinden.
29
30
arcadis resultaten
Fred Pals
Paul Nouwen
E
[email protected] M 06 2706 0538
E
[email protected] T 073 680 9130
werkzaamheden arcadis
Opstellen fotoboek, analyse en bepaling identiteit, samen met bewoners ontwerp maken opdrachtgever
Koninklijke Nederlandse Heidemaatschappij, Gemeente Enschede, Woningcorporatie Domijn
arcadis resultaten werkzaamheden arcadis
Stedenbouwkundige visie, communicatieplan, financiële haalbaarheid, alle vooronderzoeken, bestemmingsplan, architectenselectie, project- en procesmanagement opdrachtgever
kosten project
Woonbelang Veghel
€ 60.000
duur van project
duur van project
3 jaar
8 maanden
Iedere brink een eigen sfeer
Snelle acceptatie herontwikkeling ‘Wij gaan uw huis slopen’. Deze uitkomst van stedelijke vernieuwingsinitiatieven valt de betrokken bewoners vaak erg zwaar. Zeker wanneer ze al lang in de woning wonen. En ook al wordt het huis gehuurd. Het voelt alsof de woning van hen zelf is. Vaak lopen de emoties hoog op. En acceptatie van de veranderingen door de bewoners duurt meestal een lange tijd. In Veghel is men zich hiervan bewust. Daarom is gekozen voor een andere aanpak van dit proces.
Tennissende kinderen, een drukke rommelmarkt, een gezellige barbecue, stromende fonteintjes of geurende velden lavendel. Bewoners van de Brinkenbuurt in Enschede kiezen een eigen invulling voor ‘hun’ brink. De Unieke Brink is één van de vele uitvoeringsprojecten van Kultuur straat Wesselerbrink. Verhogen van de trots op de eigen woon omgeving, gezamenlijk aan de slag gaan en een uniek stuk openbare
ruimte maken, zijn de belangrijkste doelen van deze projecten. De binnenterreinen van de brinken zijn van oudsher allemaal hetzelfde. Het is de bedoeling dat deze terreinen uniek worden en meer aansluiten op de wensen en behoeften van bewoners, de woningcorporatie en de gemeente. Bewoners spelen een centrale rol bij de herinrichting: zij bepalen het resultaat. Dat betekent dat zij het laatste woord hebben over het ontwerp, de realisering,
het beheer en onderhoud van de brinken. Zes Brinken bijten het spits af. In een groot enquêteboek met foto’s geven de bewoners aan hoe hun plein eruit komt te zien. Aan de hand van die foto’s wordt een nieuw ontwerp gemaakt voor het binnenterrein van de straten. Zo kunnen er grote verschillen ontstaan tussen de brinken wat betreft aanzien en identiteit. En krijgt iedere brink zijn eigen sfeer.
De Peellandstraat gaat op de schop. De bestaande woningen zijn te klein en bouwtechnisch in slechte staat. Sloop en nieuwbouw is de beste oplossing. Woonbelang Veghel neemt de wensen van bewoners en de wijkvereniging nadrukkelijk mee in het maken van de plannen. De bewoners zijn betrokken bij de keuze van bijvoorbeeld stedenbouwkundig ontwerpen en worden actief uitgenodigd om hun mening te geven. Daarnaast staat in het sociale plan tot in detail uitgewerkt hoe de zittende bewoners worden geholpen bij het vinden van een nieuwe woning.
De zorgvuldigheid van de procesgang, de ruime aandacht voor de sociale aspecten, de juiste communicatiestrategie en de betrokkenheid bij de stedelijke herinrichting heeft eraan bijgedragen dat de bewoners en wijkvereniging de herontwikkeling van de wijk zeer snel hebben geaccepteerd. Slechts één bezwaar is ingediend bij de gemeente. Dit alles heeft er voor gezorgd dat er binnen drie jaar een totaal vernieuwde straat is gerealiseerd, met meer en grotere woningen, veel groen en nieuwe openbare voorzieningen.
31
32
arcadis resultaten
Niels Götz
Jordy Daneel
E
[email protected] M 06 2706 1848
E
[email protected] M 06 2706 2414
werkzaamheden arcadis
Uitwerken conceptuele fase, ondersteunen gemeente en corporatie in procesmanagement en inhoudelijke vraagstukken in de uitvoeringsfase
opdrachtgever
Stichting Wonen Wierden Enter en de gemeente Wierden kosten project
€ 150.000
duur van het project
2006 – 2008
Een wijkcentrum, maar dan anders
In opdracht van het Ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer (VROM) heeft arcadis drie Sociale Huizen ingericht. Deze ontmoetings plekken zijn te vinden in Dordrecht
Analyse, visieontwikkeling en inrichtingplan, architectuur, procesmanagement en financiële haalbaarheid
Ministerie van VROM € 247.000 (incl. ontwikkelingsfase)
duur van project
Analyse en visieontwikkeling augustus 2006 – februari 2007 Inrichtingsplan, architectonisch plan februari 2007 – najaar 2007
Wijkontwikkeling op Molukse maat (Oudkrispijn), Schiedam (Nieuwe land) en Arnhem (Immerlo). Het Sociaal Huis heeft een maatschappelijke activeringsfunctie, een culturele functie, een gemeenschapsvormende functie en een steunpunt-signaleringsfunctie. De maatschappelijke activeringsfunctie stimuleert het maatschappelijk engagement en de sociale activiteiten bij burgers. De culturele functie krijgt vorm door het aanbieden van activiteiten en cursussen. Deze functie is gericht op het verhogen van de participatiekansen en op het zelf organiserend vermogen. De ruimte voor tentoonstellingen en optredens zorgt voor een
werkzaamheden arcadis
opdrachtgever kosten project
Sterkere banden tussen buurt genoten en meer contact tussen burger en overheid. Een tweetal gewenste ontwikkelingen die in de rapportage van de Weten schappelijke Raad voor het Regeringsbeleid ‘vertrouwen in de buurt’ worden genoemd. Het ‘Sociaal Huis’ is één van de instrumenten om deze gewenste ontwikkelingen waar te maken.
arcadis resultaten
ositieve groepsvorming, het doel p van de gemeenschapsvormende functie. De steunpuntfunctie uit zich in de wijk door hulpverlening, voorlichting en procedurele begeleiding van formele structuren, zoals huursubsidie of zorgtoeslag aanvragen. De drie projecten in Dordrecht, Schiedam en Arnhem moeten uitwijzen of en hoe een Sociaal Huis kan bijdragen aan versterking en behoud van de sociale cohesie in de wijk en het verkleinen van de afstand tussen burger en overheid.
In Wierden werd 40 jaar geleden een wijk gesticht voor zeventig Molukse gezinnen. Inmiddels zijn de huurwoningen verouderd en wordt de wijk breed aangepakt door de gemeente en woningcorporatie. Maar het gaat hier om meer dan wonen alleen. Hoe leven bewoners samen? Wat zijn hun waarden, ambities en toekomstwensen? Deze informatie is alleen te achterhalen door in gesprek te gaan met de bewoners zelf en een aantal sleutelfiguren in de wijk.
In nauwe samenspraak met bewoners, corporatie en gemeente stelde arcadis een toekomstvisie voor de Molukse wijk op. Op basis van die toekomstvisie zijn strategische en operationele programma’s uitgewerkt. Bijvoorbeeld voor de architectuur, het ruimtelijk ontwerp, inrichting van welzijn en zorg en van onderwijs en cultuur. In de programma’s staat duidelijk vermeld wat de verschillende verantwoordelijkheden zijn van de gemeente, de corporaties,
de zorg- en welzijnsinstellingen, de scholen en de Molukse gemeenschap zelf. Zo kent iedereen zijn eigen rol en verantwoordelijkheid in de nieuwe wijk. Het resultaat is een wijk die aansluit bij de leefwijze, wensen en verwachtingen van de bewoners.
33
34
arcadis resultaten
Fred Pals
Martin Groenendijk
E
[email protected] T 055 581 5837
E
[email protected] M 06 2706 1648
werkzaamheden arcadis
Procesbegeleiding, opstellen sociale structuur
Versterking van de Noordoost polder op sociaal terrein is één van de pijlers onder het gemeentelijk beleid. Alle dorpen en wijken zijn
Opstellen Masterplan opdrachtgever
Gemeente Noordoostpolder
Gemeente Valkenswaard
kosten project
totale investering
€ 30.000
± € 25 miljoen
duur van project
duur van project
6 maanden
10 tot 15 jaar
Regionale rol veilig gesteld Het centrum van Valkenswaard vervult een belangrijke regionale rol. Het uitgebreide winkelaanbod wordt gebruikt door veel mensen uit omliggende plaatsen. Maar winkelcentra van omliggende plaatsen zijn verbeterd, het parkeerprobleem in Valkenswaard neemt toe en het centrum wordt overbelast door doorgaand verkeer. Het is tijd voor actie!
weliswaar in dezelfde tijd ontstaan, maar kennen allemaal een eigen ontwikkeling. Iedere wijk en ieder dorp heeft zijn eigen karakter en identiteit. Om dat te behouden en te versterken zijn sociaal-maatschappelijke maatregelen nodig. Dat vraagt om keuzes voor onder meer onderwijs, ouderenzorg, integratie en participatie. De sociale structuurschets levert een verfijnd beeld op van wat in de toekomst nodig is aan sociaal-maatschappelijke voorzieningen. Om te bepalen wat er straks nodig is in een wijk of
werkzaamheden arcadis
opdrachtgever
Sociale structuurschets als basis voor ruimtelijke visie
Niet alleen de toekomstverwach tingen voor wonen, werken en verkeer en vervoer, maar vooral ook sociaal-maatschappelijke ontwikkelingen en eisen zijn van belang bij stedelijke vernieuwing. De gemeente Noordoostpolder vraagt daarom arcadis haar ruimtelijke visie 2030 aan te vullen met een sociale structuurschets.
arcadis resultaten
dorp zijn meningen en wensen van bewoners van de Noordoostpolder belangrijk. De bewoners bepalen de identiteit van de wijk of het dorp. Aan de hand van deze meningen en wensen is de sociale structuurschets opgesteld. De resultaten van de sociale structuurschets worden vertaald naar integrale uitvoeringsprogramma’s voor woonbuurten, multifunctio nele voorzieningen en fysieke en sociale uitvoeringsprogramma’s.
Het centrumgebied van Valkenswaard krijgt een kwaliteitsimpuls. De vele bestaande initiatieven in Valkenswaard kregen een overkoepelende visie. In overleg met werkgroepen en klankbordgroepen van bewoners heeft arcadis in opdracht van de gemeente de uitwerking verder vastgelegd in een Masterplan. Dit plan geeft in kaders aan wat er in het centrum gaat veranderen. De gemeente hoeft niet alles in één keer aan te pakken, maar kan aan de hand van ontwikkelingen in de omgeving, de maatschappij en de beschikbare financiële middelen beslissen wat, wanneer gedaan kan worden. Zo zijn het kernwinkelgebied en een aantal omliggende straten al aangepakt, maar de parkeergarage en de weg door het centrum nog niet. Het plan is zo uitvoeringsgericht dat het concreet genoeg is om te gebruiken in een bestemmingsplan. Binnen een periode van 10 tot 15 jaar wil de gemeente alles realiseren. Het resultaat is veelbelovend: een aantrekkelijk, goed bereikbaar centrum met een belangrijke regionale rol.
35
Dr. Zef Hemel, Dienst Ruimtelijke Ordening Amsterdam
De dossierreeks Ver-der behandelt visies, trends en resultaten over actuele onderwerpen uit de wereld van advies- en ingenieursbureau arcadis
‘Wijkaanpak moet aansluiten bij de stadsontwikkeling’
Dossier Stedelijke Vernieuwing