RELATIEMAGAZINE VAN HET OPENBAAR MINISTERIE | nr 03 | JAARGANG 17 | maart 2012
Officier Knobbout over de Scheveningse dakmoord De ouders en de Amsterdamse zedenzaak Drinken, blazen, bestraffen
AANDACHT VOOR HET SLACHTOFFER
OM richt zich op de dader en staat voor het slachtoffer
Op 22 februari was het de ‘Europese dag van het slachtoffer’. Reden om extra stil te staan bij wat het OM doet aan slachtofferzorg. Voor de verwerking van een misdrijf is het belangrijk goed geïnformeerd te zijn over zowel de emotionele als de juridische en praktische gevolgen. Het OM neemt het slachtoffer serieus en ondersteunt waar dat kan. De afgelopen jaren heeft het OM veel gedaan om slachtoffers beter van dienst te zijn. Het OM zorgt ervoor dat het slachtoffer tijdens het gehele proces goed is geïnformeerd, één aanspreekpunt heeft en een passende schaderegeling krijgt. Voor slachtoffers van ernstige delicten biedt het OM een behandeling op maat. Er loopt nu een proef om slachtoffers van veelvoorkomende criminaliteit effectiever te ondersteunen door de geleden schade sneller te regelen. Foto: ANP
2 | In Naam beeld artikel - Opportuun - Opportuun 3 - maart 3 - maart 2012 2012
Opportuun 3 - maart 2012 - Naam artikel | 3
Inhoud
Het slachtoffer centraal
6
was voor het Amsterdamse OM een duidelijke leidraad tijdens de zedenzaak tegen Robert M. Openheid was belangrijk en de belangen van de ouders bepaalden mede tot hoe ver die openheid mocht gaan. Het zijn traumatische zaken om aan te werken, ‘maar het zijn de ouders die het voor de kiezen hebben gekregen.' I nterview met plaatsvervangend hoofdofficier Jet Hoogendijk
Voorkomen dat het filmpje
waarin Pascal Triep werd doodgestoken op internet kwam, lukte niet. Maar dat gegeven had ook een keerzijde: via de reacties kreeg het onderzoeksteam informatie die anders onder de radar was gebleven.
10
O fficier Knobbout als voorvechter voor slachtofferparticipatie
Reuring genoeg
20
op deze afdeling van het Parket-Generaal. De een vertrekt in een onopvallende auto naar de Bunker, de ander overlegt over een getuige in een liquidatiezaak die best nog wel eens verdachte kan worden, en een volgende legt aan een ex-verdachte uit dat zijn recht op schadevergoeding helaas verlopen is. D agje meelopen op de afdeling Bestuurlijk Juridische Zaken
Het justitiële nieuws
uit Nederland volgt hij vanuit New York op de voet, de rest alleen op hoofdlijnen. Vanuit de stad waar de crisis hard toesloeg, pleit hij voor meer transparantie bij het OM. Rake observaties van Boris Dittrich
26
Risico misbruik binnen kinderopvang onderschat
'BOinK is de belangenvereniging van ouders in de kinderopvang. Zeker tien jaar lang hebben wij gehamerd op het feit dat er te weinig aandacht was voor het risico van misdragingen door personeel in kinderopvang. De laatste jaren hebben wij er voor gewaarschuwd dat zeker twintig procent van de kinderopvang niet deugt. Marktwerking bij opvang van kwetsbare groepen is alleen verantwoord als de overheid strikt vastlegt wat wel en niet mag en bij overtreding daadwerkelijk sancties oplegt. Dagverblijven die niet deugen moeten veel sneller gesloten worden! Zelfregulering, zo is na zeven jaar marktwerking wel duidelijk, werkt niet. De beste preventie vormt een professionele werkomgeving waar personeel elkaar op afwijkend gedrag aanspreekt. Transparantie en zo min mogelijk alleen op een groep staan is een andere belangrijke voorwaarde. Kwaliteit vormt de beste preventie. Bij het Hofnarretje ontbrak dat kwaliteitsbesef en daar zat een financiële drijfveer achter. Ze maakten overmatig gebruik van stagiaires, werk en privé liepen door elkaar en partners kwamen gezellig meehelpen. Ik erger mij aan het feit dat de directeur tot nu toe hiermee weg is gekomen. De wet zegt immers dat de houder zorg moet dragen voor een veilige en vertrouwde omgeving. Sinds het Hofnarretje zijn ouders zich veel meer bewust dat kinderen overal, dus ook in de kinderopvang, risico lopen. Ouders moeten duidelijk weten wat de implicaties zijn van een melding of een aangifte doen bij de politie. Ik vind dat de politie bij een melding van seksueel misbruik of mishandeling in kinderopvang altijd een gesprek met de desbetreffende medewerker moet voeren. Dat kan preventief werken. En iemand die niet vervolgd wordt, maar waarvan toch duidelijk is dat de medewerker een risico vormt, moet een soort aantekening krijgen die terugkomt op de verklaring omtrent gedrag. Want, we moeten niet de kat op het spek binden.' Gjalt Jellesma, voorzitter en woordvoerder van BOinK
En verder...
Actueel: Alcoholzaken bij CVOM en politie > 14 Column Joost >17 Kortom > 18 De zaak > 25 Stelling: Nu meer kans om slachtoffer te worden > 30 Jurisprudentie > 31 Gespot: Hij dirigeert een kinderkoor > 32
OPPORTUUN | RELATIEMAGAZINE VAN HET OPENBAAR MINISTERIE | JAARGANG 17 | NUMMER 03 | maart 2012 Opportuun wordt gratis verstrekt aan de medewerkers van het OM en andere geïnteresseerden. Het magazine verschijnt twaalf keer per jaar. De redactie is verantwoordelijk voor de inhoud. Aan de in Opportuun verstrekte informatie kunnen geen rechten worden ontleend. Overname van artikelen met bronvermelding is toegestaan. Abonnementenadministratie Wijzigingen? Stuur de adresdrager met de aangebrachte wijzigingen naar het retouradres, of e-mail de wijzigingen naar
[email protected]. Redactieadres Openbaar Ministerie, Parket-Generaal, afdeling Communicatie, Prins Clauslaan 16, Postbus 20305, 2500 EH Den Haag. Eindredacteur Pieter Vermaas, 070 - 3399840 of
[email protected]. Plaatsvervangend eindredacteur Thea van der Geest, 070 - 3399825 of
[email protected]. Aan dit nummer werkten mee Miek Smilde, Henriette van Wermeskerken Foto omslag Wim van der Spiegel Bladformule en vormgeving Kris Kras Design Druk Tuijtel Oplage 8800
Opportuun 3 - maart 2012 - Inhoudsopgave | 5
Over de Amsterdamse zedenzaak zélf kan ze niet te veel zeggen. De inhoudelijke behandeling komt binnenkort voor de rechter. Plaatsvervangend hoofdofficier Jet Hoogendijk over ouders, openheid en zelf gezond blijven.
‘een totaal
Jet Hoogendijk over de Amsterdamse Zedenzaak
onvergelijkbare zaak’
Jet Hoogendijk :
‘Ik heb bewondering voor de ouders’
6 | Naam artikel - Opportuun 3 - maart 2012
Ooit een vergelijkbare zaak meegemaakt? ‘Nee, deze zaak is totaal onvergelijkbaar. Ik heb eerder zedenzaken gedaan, die soms diepe impact op dorpen of wijken hebben. Met verslagen ouders, onrust en boosheid in de buurt. Logistiek zware zaken of persgevoelige zaken zien we ook vaker. Maar in deze zaak speelt dat allemaal tegelijk. Met twintig man waren we elke dag bezig. Elke ochtend om half negen een briefing met Maaike Bienfait en Frieke Dekkers, de twee zaaksofficieren, en de slachtofferofficier, persofficier, beleidsmedewerkers, de parketleiding, de teamleider. We hebben veel contact gehad met de gemeente, de politie en de hulpverlening, plus met de ouders en hun advocaten. Uiteindelijk gaat het om 87 kinderen die zijn misbruikt. Van betasten tot en met binnendringen. Deels gefilmd en gefotografeerd, deels niet. De zaaksofficieren en de parketsecretaris hebben die beelden bekeken, dat zal op zitting ook duidelijk worden. Nee, er was geen discussie over dat het bekijken van schokkende beelden een rationeel oordeel zou vertroe-
belen. Doe je zo’n zaak, dan moet je alles weten. De zaaksofficieren en –secretarissen weten alles wat er op beeld en papier (aangiftes en verklaringen) staat. De ouders kunnen, in afstemming met de GGD, ook vragen de beelden te zien. Ik geloof niet dat er gebruik van is gemaakt. Deskundigen raden het ook af. Voor de opsporing en herkenning was het bekijken van de beelden door de ouders niet nodig, want ze hadden zelf al foto’s van hun kinderen aangeleverd ter herkenning. De vraag is vooral: helpt het bij de verwerking. Dat het heel groot zou worden, wisten we snel. Dat gevoel werd nog sterker nadat we met parket Den Bosch spraken. Zij hadden ervaring opgedaan in de zaakBenno L., de zwemleraar die voor ontucht met tientallen kinderen is veroordeeld. Toen ik met plaatsvervangend hoofdofficier van Den Bosch René de Beukelaer sprak, vroeg hij trouwens direct: “Hoe gaat het met je?” Dat vond ik bijzonder, was ik niet gewend. Maar dit is een rotzaak, waarin we geestelijk gezond moeten blijven. Ook voor de ouders van de kinderen moeten wij op de rails blijven.
Hoe ging het met u? ‘Over het algemeen goed. Maar soms bevat een aangifte of verklaring een detail dat je raakt. Wat ook meespeelde: twee weken lang was ik alléén maar met de zaak bezig geweest. Die begon in december, aan het eind van het jaar. Op het parket heerste het gevoel dat we een behoorlijk zwaar jaar achter de rug hadden - en dan deze zaak. Iedereen kijkt naar je. Dat zet een parket onder forse spanning. Ik heb psycholoog George Smits gevraagd of hij ons parket kon ondersteunen. Smits leert OM’ers gezond om te gaan met traumatische zaken. De slachtoffers en hun ouders, díé hebben het voor hun kiezen gekregen. Die leefden in enorme onzekerheid. Maar om een jaar lang deze zaak te kunnen doen, wilden we ondersteund worden. Iedereen moest gezond blijven en ís gelukkig gezond gebleven.’ U sprak dus met parket Den Bosch? ‘Van Den Bosch wilden we weten hoe hun slachtofferzorg heeft gefunctioneerd. Medewerkers van ons parket hoorden en zagen daar hoe het was opgezet. De belangrijkste les die we leerden: ook dit
Opportuun 3 - maart 2012 - Interview | 7
‘Dat het heel groot zou worden, wisten we snel’ onderdeel ging veel werk geven. Het gaat om veel meer dan de zaaksofficieren en hun onderzoek. Het slachtoffer staat centraal, dus moesten we een slachtofferofficier en een beleidsadviseur aanwijzen. Die vonden we in zedenofficier Annet Kramer en beleidsadviseur Jacqueline Hirsch. Het helpt enorm dat je mensen hebt die “alleen” daar aandacht aan hoeven te besteden. Zodat je tijd hebt voor zorgvuldig contact met de ouders van de kinderen, hun advocaten, met familierechercheurs. Zij konden dingen uitzoeken die pas later in het proces zouden gaan spelen. Zo behoeft de logistiek van de zittingen veel aandacht. Per zitting zijn er vier zalen nodig. Twee zalen waarin de ouders de zaak kunnen volgen. Een zaal voor het publiek. Een zaal waarin de zitting zelf plaatsvindt, daar zit ook de pers. De ouders zaten afgeschermd en via een videoverbinding volgden ze de zaak. Familierechercheurs en medewerkers van Slachtofferhulp Nederland waren er als procesbegeleiders bij, de GGD om zorg en hulp te verlenen als dat nodig was. Medewerkers van het OM en de rechtbank om vragen te beantwoorden.’ Parket Amsterdam opereert in deze zaak heel open. Zou zo’n transparant voorlichtingsbeleid twintig jaar geleden denkbaar zijn geweest? ‘Ik zou bijna zeggen: had het OM toen überhaupt al een voorlichtingsbeleid? Maar inderdaad, we zijn vanaf het begin erg open geweest. Bij het noemen van de
8 | Interview - Opportuun 3 - maart 2012
aantallen. In het bevorderen van spreekrecht voor ouders. Bij het tonen van de foto van Robert M., een besluit van de vierhoek (politie, bestuur, GGD en OM) waarbij ook het opsporingsbelang een rol speelde. Ons idee was dat we zo open mogelijk moesten zijn. Die openheid wordt begrensd door de privacy van de ouders en de kinderen. Dat zou twintig jaar geleden waarschijnlijk ondenkbaar zijn geweest.’ Slachtoffers centraal, was het uitgangspunt in de vierhoek. Was dat moeilijk voor het OM? ‘Het was soms wikken en wegen. Bijna alles is ondergeschikt gemaakt aan de wens om de ouders goed te informeren. In zekere zin is “slachtoffer centraal” een duidelijk uitgangspunt. Zo was er de vrees dat één van de verdachten een soa had. Toen we wisten dat er geen gevaar voor de kinderen was, hebben we dat gemeld. Dat raakt de privacy van die verdachte, maar duidelijkheid voor de ouders was belangrijker. De spanning zat in onze toezegging de ouders eerder te informeren dan dat ze erover in de media lazen, bijvoorbeeld dat we toenmalig directeur van het Hofnarretje Albert Drent niet wegens seksueel misbruik zouden vervolgen. Bij nieuwe aanhoudingen en ontwikkelingen in het onderzoek hebben we steeds eerst alle familierechercheurs die contact hadden met de ouders, geïnformeerd. Waarna zij de ouders bijpraatten.’
Juridisch een keurig standpunt ‘Maar iedereen was ervan overtuigd dat de ouders moesten kunnen aangeven wat de zaak voor hen heeft betekend. Het zou heel raar zijn als zij niks kunnen zeggen of geen slachtofferverklaring kunnen invullen. De rechtbank heeft in november besloten dat de ouders spreekrecht krijgen. Een deel van hen gaat daarvan gebruik maken, schatten we in. Daarmee handelen we in de geest van de nieuwe wetgeving. Het was wel fijn dat de staatssecretaris van Veiligheid & Justitie ondertussen had aangegeven met nieuwe wetgeving te komen.’
Is er nooit kritiek geweest? ‘Jawel, tijdens het opstellen van de tenlastelegging. Wij hebben gezegd dat we daarop en tijdens de rechtszitting geen namen van kinderen zouden noemen. Dat hebben we ook besproken met de advocaten van de verdachte en de rechtbank. Maar anonimiteit garandéren kunnen we niet, daarin heeft de rechtbank ook een rol. Dat is voor sommige ouders heel vervelend geweest: “U kunt wel zeggen dat u geen namen noemt…” Een tenlastelegging moet omschrijven wanneer, waar, welke strafbare handelingen hebben plaats gevonden. Per kind kunnen we in plaats van een naam een nummer noemen, om zo de privacy te proberen te bewaren. De keuze van welke zaken je op de tenlastelegging zet, was lastig. Er is een minimum: een bepaalde hoeveelheid zaken is noodzakelijk voor je strafeis. En in deze zaak stel je niet U zei al, uw parket heeft geijverd voor het spreekrecht voor de ouders efficiency centraal door te zeggen: ‘Via het Parket-Generaal hebben we zo, nu hebben we wel genoeg voor daarover ook contact gehad met het de bewijsvoering. Daarom hanteerden we twee criteria. Ten eerste: de ministerie. Wij vroegen ons toen af ernst van het misbruik. Ten tweede of het feit dat de ouders hun kind niet mochten vertegenwoordigen bij houd je waar mogelijk rekening met het spreekrecht een bewuste keuze de wens van ouders. Velen wilden de strafbare feiten tegen hun kind van de wetgever was geweest. We niet terugzien op de tenlastelegwilden iets vinden waardoor we de ging. Het omgekeerde gebeurde ouders straks spreekrecht kunnen ook: dat ouders vooral wél op de geven. De advocaten van de verdachten vonden dat de wet er de tenlastelegging willen terugzien wat hun kind is aangedaan. Dat alles zie mogelijkheid niet voor gaf.’
je terug in de zeven weken die de rechtbank tussen half maart en 21 mei heeft uitgetrokken voor behandeling van de zaak. De tenlastelegging van Robert M. bevat zo’n honderd pagina’s en die van zijn echtgenoot bijna dertig.’ Hoe was de informatievoorziening aan ouders? ‘In december organiseerde de vierhoek in de eerste twee weekenden bijeenkomsten voor de ouders. Niet alle ouders willen dat ten opzichte van de andere ouders de details bekend worden van wat er gebeurd is. Als je naar de zitting gaat, zie je natuurlijk de andere ouders. Dit is ieders persoonlijke keuze. Wij bieden daarom ook veel individuele informatie. Ook maakten we een folder die we steeds updateten: dit is er gebeurd, dit gaan de officieren van justitie zeggen en doen. Dat lieten we weten via familierechercheurs en via een aparte website (waarop alleen ouders kunnen inloggen). Verder hadden we als parket een aparte lijn voor de advocaten van de ouders. Die telefoon had Annet Kramer, en bij haar afwezigheid ik. Telefonisch is er veel contact geweest.’ Acht officieren hebben gesprekken met de ouders gehad. Wat hebben zij daarin kunnen betekenen? ‘Vooral uitleg geven. Mensen kennen het strafrechtsproces vaak niet. De individuele gesprekken gingen over wat er wel en niet gebeurt in het proces en wat er wel en niet kan. Duidelijkheid is voor ouders fijn.’ Hanteren die officieren de scheiding: wij leggen uit, de hulpverlening is er voor de hand op de schouder? ‘Nee. De ouders hebben van de GGD een hulpaanbod gekregen. Van het OM willen zij vooral horen hoe het proces gaat. En wij willen van de ouders weten hoe het met hen en de kinderen gaat. We zijn geen hulpverleners. Als je in die gesprekken veel verdriet ziet, dan
bied je wel een luisterend oor. Wie de ouders spreekt, heeft alleen bewondering. Hoe ze ermee omgaan. Hoe ze, al gaat het bij sommigen minder makkelijk, hun gezin weer op de rails hebben. Hoe waardig het allemaal gaat. Bij de laatste proformazitting complimenteerde een ouder óns hoe we met hen omgaan: “Knap hoe jullie het doen.” Heel bijzonder, want de ouders hadden toch ook wel wat anders aan hun hoofd.’ Welke lessen heeft u geleerd? ‘Het OM is kampioen improviseren. Als het nodig is verleggen we direct prioriteiten, laten we anderen dingen liggen en gaan we hollen. Dat is wel goed, en ik geloof er ook niet zo in dat je vooraf van alles kan “protocolliseren”. Tóch was het beter geweest als we er vanaf dag één meer klaar voor waren geweest, ook al wist je toen nog niet hoe groot de zaak zou worden. Zo was het ongelukkig dat één van de zaaksofficieren in het begin ook nog een kinderzitting moest doen. Een volgende keer moeten we ook vanaf het begin gebruik maken van de expertise van een medewerker Crisisbeheersing. Verlangt u naar het einde van de zaak? De ouders willen dat er snel een einde komt aan deze zaak. Wij handelen deze zaak zo zorgvuldig, maar ook zo voortvarend mogelijk af. Maar ik realiseer me natuurlijk ook dat de kans op hoger beroep aanwezig is. Voor mij persoonlijk is het heel mooi om aan deze zaak mee te werken, het geeft voldoening. We slagen er tot nu toe in om iets goeds neer te zetten. Het is “een baan erbij” voor veel afdelingen. Vergeet niet dat deze zaak een zware wissel heeft getrokken op het parket. Niet alleen bij de collega’s die aan de zaak werken, maar ook op de overige officieren in Amsterdam. Dan ben je blij dat je in een groot parket werkt, dat makkelijker krachten kan bundelen. De gemeente heeft veel gedaan, ook in het regelen van ruimtes, hotels,
vervoer en logistiek. Burgemeester Van der Laan heeft wel eens gevraagd of wij geen bijstand nodig hadden. Wij hebben gezegd: bedankt voor het aanbod, maar we hebben OM-breed al veel hulp. Zo hebben we veel en deskundige hulp gehad van de afdeling Bestuurlijk Juridische Zaken van het PaG en het WBOM . Het Parket-Generaal leverde kwaliteitsofficier Antine van Nederpelt die met ons sparde. De regio’s Utrecht-Lelystad, HaarlemAlkmaar en het parket Den Haag deden de zittingen die onze drie zedenofficieren niet meer konden doen. Natasja Keijzer (HaarlemAlkmaar) en Desiree Wilhelm (PaG) hebben de communicatie versterkt. Gerard de Haas heeft ons als tbs-deskundige bijgestaan. UtrechtLelystad leverde slachtoffermedewerkers. En er zijn al contacten met de tweede lijn. Dan merk je dat je in staat bent om de zaak te draaien. Niet als parket Amsterdam, maar als OM.’ Tekst: Pieter Vermaas Foto’s: Edith Paol
|9
Meer dan een miljoen keer is het filmpje op internet bekeken: de “Scheveningse dakmoord”. Een buurman filmt de laatste minuten van Pascal Triep, kort nadat deze door een zestienjarige buurjongen is neergestoken. ‘Dankzij het internet kregen we er duizend detectives bij’, kijkt officier van justitie Roland Knobbout terug.
Roland Knobbout:
De gefilmde steekpartij Officier Roland Knobbout over de “Scheveningse dakmoord”
10 | Naam artikel - Opportuun 3 - maart 2012
‘De familie heeft van hun rechten gebruik gemaakt en dat heeft hen goed gedaan’
Op 29 januari 2007 overlijdt de 25-jarige Pascal Triep na een messteek door zijn bovenbuurjongen. Het gebeurt bij de woning van zijn moeder in Scheveningen. Pascal is op het dak van een uitbouw in de tuin geklommen en gooit met spullen richting de bovenburen, die op een aangrenzend dak hun balkon hebben. Pascal stoort zich er aan de troep op het dak van zijn moeder, omdat zij daar last van heeft en bang is dat er lekkage zal ontstaan. De bovenbuurman staat op zijn balkon. Een van zijn zoons, de zestienjarige Danny-Boy, pakt een mes uit de keukenla en stormt het balkon op. Over de balkonreling springt hij op het dak waar Pascal staat, en maakt stekende bewegingen. Dan vallen Danny-Boy en Pascal samen van het dak in de tuin beneden. Danny-Boy klimt weer omhoog; Pascal blijft liggen. Dit is het moment waarop een buurman begint te filmen met zijn telefoon. Het staat nog steeds op internet. We zien Pascal opstaan, moeizaam een paar passen doen en in elkaar zakken. Intussen staat een andere bovenbuurvrouw op haar balkon de was op te hangen alsof er niets aan de hand is. De bovenbuurman staat op het dak met een jongen, naar later blijkt zijn andere zoon C. Einde film. De zaak staat bekend als de “Scheveningse dakmoord”, hoewel het in feite om doodslag ging.
Opportuun 3 - maart 2012 - Alles afwegende | 11
Social media ‘Uit alle macht hebben we geprobeerd te voorkomen dat het filmpje op internet terecht kwam’, zegt Roland Knobbout, officier van justitie in Den Haag. ‘Ik vond het onethisch tegenover Pascal en zijn nabestaanden. Het zijn schokkende beelden. Ook de advocaten van Danny-Boy en zijn vader, die ook verdachte was maar is vrijgesproken, verzetten zich ertegen. Toch heeft het AD het geplaatst, twee dagen na Pascals overlijden. Vervolgens is het op Geen Stijl terechtgekomen en heeft het zich via You Tube verspreid. Er is veel ethische discussie over gevoerd, onder meer bij Pauw en Witteman: kun je zoiets laten zien of niet? De meningen waren verdeeld. Toen ons bleek dat de moeder van Pascal er geen bezwaar tegen had hebben wij ons verzet laten varen. Aan de ene kant hebben het filmpje en de daarop volgende reacties via het internet ons enorm geholpen. De film heeft feiten vastgelegd. Via de reacties hoorden we meer dan we anders gehoord zouden hebben en we hebben met het onderzoeksteam ook zelf op sites gereageerd. We vroegen getuigen om zich te melden en we zochten informatie. De andere kant van de medaille is dat verschillende getuigen na het zien van het filmpje hun verklaring hebben bijgesteld. Het speelde zich af in een buurt waar politie en justitie niet direct populair zijn. Na het filmpje waren sommige feiten zo duidelijk dat mensen toch gingen verklaren, of anders gingen verklaren dan ze eerst hadden gedaan. Bovendien hadden veel mensen hun mening klaar op basis van het filmpje. De buurman en zijn zoon C., te zien op de film, waren via social media al veroordeeld voor moord, terwijl het onderzoek nog in volle gang was.’ Behalve discussies naar aanleiding van het filmpje was er meer te doen op internet. De verdachten lieten van zich horen en de nabestaanden van Pascal richtten een rouwwebsite op. Knobbout: ‘De ouders, wier leven nog steeds wordt beheerst door de dood van hun zoon, zijn door alle media-aandacht tegen wil en dank een soort bekende Nederlanders geworden.’
Ontsnapt Aanvankelijk leek het erop dat Pascal alleen van het dak op een hekje was gevallen, omdat de fatale wond in zijn hartstreek vooral inwendig bloedde. Al snel bleek dat het een gecompliceerde zaak was waarbij niet duidelijk was wat er precies was gebeurd. Dus startte een halve dag na het misdrijf een TGO van vijftien rechercheurs, onder leiding van Knobbout. ‘Het TGO heeft uitstekend werk verricht. Ik wil daarbij graag met ere de onlangs overleden Rik Schaap van de Politie Haaglanden noemen’, zegt Knobbout.
12 | Alles afwegende - Opportuun 3 - maart 2012
Sporenonderzoek, veel getuigenverhoren, een buurtonderzoek en het natrekken van CIEinformatie hoorden daarbij. ‘Het was, ook door de enorme media-aandacht, voor ons lastig opereren. Getuigen verklaarden wisselend, CIE-informatie bleek niet hard te maken, het mes was schoongemaakt en verstopt.’ Op 4 oktober 2007 brak het moment van de zitting aan. Knobbout koos voor toepassing van het jeugdstrafrecht. ‘De verdachte was pas zestien en bovendien zowel door een psycholoog als door een psychiater verminderd toerekeningsvatbaar verklaard. Gezien de omstandigheden eiste ik wel de maximale straf: twee jaar jeugddetentie. Verder eiste ik de maatregel Plaatsing in een Inrichting voor Jeugdigen, PIJ, jeugd-TBS.’ De rechtbank legde de verdachte een jaar jeugddetentie op en de tenuitvoerlegging van een eerdere voorwaardelijke straf van twee maanden, want hij zat op het moment van zijn daad in twee proeftijden van eerdere veroordelingen. Ook kreeg hij jeugd-TBS. Die maatregel duurt maximaal zes jaar. ‘Dus binnen afzienbare tijd komt hij weer vrij’, zegt Knobbout. Bijna was Danny-Boy al op vrije voeten geweest, want in 2010 is hij twee keer tijdens een verlof ontsnapt
Impact Twee dagen na het misdrijf stonden schokkende beelden ervan op internet. Tevergeefs probeerden het OM en de advocaten van de verdachten het filmpje te laten verdwijnen. De beelden zorgden voor een enorme publiciteit. Velen bemoeiden zich met het opsporingsonderzoek, hadden hun oordeel klaar en uitten zich via internet. Het leverde ook veel extra informatie op. Knobbout: ‘Wat er op internet gebeurde had een enorme impact op de zaak, met voor- en nadelen.’
maar weer gevangen genomen. Wat hij ook deed tijdens zijn detentie: medewerkers van Forensisch Centrum Teylingereind bedreigen en een ravage aanrichten. Ook voor deze feiten werd hij in oktober door de rechtbank veroordeeld. Verder moet hij de begrafeniskosten vergoeden en de schade die hij heeft aangericht, totaal bijna tienduizend euro.
Actieve houding De ouders en de zus van Pascal zijn actief betrokken geweest in het strafproces. ‘Ik ben ervan overtuigd dat een actieve proceshouding slachtoffers en nabestaanden helpt bij de verwerking’, zegt Knobbout, die destijds voorzitter was van het Slachtoffer Informatiepunt Den Haag, SIP. Het SIP is een voorloper van de huidige slachtofferloketten. Slachtoffers hebben nu bij ieder gerecht een centraal punt waar zij naar toe kunnen en van waaruit zij informatie en begeleiding krijgen. ‘Meerdere keren heb ik gesproken met de ouders en de zus, Denise. Pascals moeder wilde dat de dader levenslang zou krijgen. Ik heb aangegeven wat de kansen waren voor een veroordeling en welke straf verwacht kon worden. Door persoonlijk contact is over en weer respect en waardering ontstaan. Denise heeft gesproken tijdens de zitting, omdat zij daartoe beter in staat was dan haar ouders. Ze heeft het leven van haar broer geschetst en laten zien hoe zeer zij hem missen. Dat was indrukwekkend.’ De familie van Pascal is nog steeds actief op het internet. Zijn moeder heeft zich aangesloten bij Aandacht Doet Spreken, een contactgroep voor lotgenoten, en is daarin heel ondernemend. De rouwwebsite is blijven bestaan. Knobbout: ‘Het filmpje overkwam de familie en ons als onderzoeksteam, en iedereen moest een manier vinden om ermee om te gaan. De familie is steeds actiever geworden, ze hebben van hun rechten gebruik gemaakt en dat heeft ze goed gedaan. Wij kregen er duizend detectives bij, werden voor de voeten gelopen door allerlei semi-journalisten die ons voor wilden zijn, maar de film leverde ons wel extra informatie op. Bovendien was de ernst van de situatie iedereen duidelijk, ook de rechtbank. Filmbeelden zeggen soms meer dan woorden.’
‘Wat mij betreft spreken slachtoffers in iedere strafzaak’ roland knobbout: Roland Knobbout werd in 2002 officier van justitie in Den Haag, na een carrière bij de Belastingdienst en bij het Ministerie van Financiën. Hij heeft zich altijd om slachtoffers bekommerd. ‘Vroeger bracht het strafproces vooral extra leed toe: secundaire victimisatie. In 2005 is het Slachtoffer Informatiepunt opgericht. Wij hebben alle organisaties bij elkaar gezet: OM, politie, Slachtofferhulp Nederland en het Schadefonds Geweldsmisdrijven (SGM). Een centraal punt voor slachtoffers is essentieel. Met de slachtofferloketten is dit model vorig jaar landelijk ingevoerd.’ Als het aan Knobbout ligt krijgen slachtoffers een grotere rol in het proces. ‘Je hebt meestal maar een kwartiertje spreektijd, alleen in ernstige zaken en alleen over de gevolgen
Tekst: Henriette van Wermeskerken Foto’s: Wim van der Spiegel
voor jezelf. Wat mij betreft spreken slachtoffers in iedere strafzaak en mogen zij ook iets over de straf voor de dader zeggen. In sommige landen werkt het al zo. Er is veel bereikt, maar nog niet genoeg.’
Opportuun 3 - maart 2012 - Naam artikel | 13
Drinken, blazen, bestraffen
CVOM en politie handelen alcoholzaken direct af
Lik-op-stuk voor automobilisten onder invloed. De CVOM en politie geven met de ZSM-aanpak direct gevolg aan versnelde PV’s. Opportuun stapte ’s nachts door de alcoholfuik en hoorde: ‘Ik snap er niets van, zal wel door mijn medicijnen komen.’ Het is zaterdagavond 28 januari, 23.29 uur. Het belooft koud te worden. Voor het eerst van dit jaar daalt de nachttemperatuur flink onder nul. In bureau Rotterdam-West, vlakbij het Marconiplein, maakt een twintigtal agenten uit verschillende wijkteams zich op voor de maandelijkse alcoholcontrole. ‘Aan het einde van de maand, als iedereen zijn salaris weer op de bankrekening heeft staan, is er weer geld voor het café,’ zegt politiechef Davarci. Tijdens de briefing worden collega’s ingedeeld in twee controleteams. De teams worden bijgestaan door motoragenten. Zij zijn gewaarschuwd voor mogelijke gladheid. ‘Houd je veiligheid in de gaten.’ De teams krijgen een eigen actiekanaal en instructies om te bellen naar het bureau als er een auto in beslag wordt genomen. Er worden stapels geprinte mapjes uitgedeeld met “Project ZSM” op de omslag. Daarin zit het versneld proces-verbaal van maar twee pagina’s, andere formulieren die
14 | Actueel - Opportuun 3 - maart 2012
nodig zijn voor het dossier en een contactformulier voor ZSM bij de Centrale Verwerking Openbaar Ministerie (CVOM).
Versneld proces-verbaal Op de Nieuwe Binnenweg, een bekende sluiproute van Rotterdam naar Schiedam, worden de eerste auto’s aangehouden. Met een nieuw instrumentarium om alcohol te detecteren worden automobilisten gesommeerd te blazen. ‘Mijn vrouw kan niet goed inparkeren en ik heb dus alleen even de auto geparkeerd,’ vertelt een zichtbaar dronken bestuurder. Andere automobilisten waarbij alcohol wordt gemeten verklaren: ‘Mijn dochter vroeg mij of ik even bami voor haar wilde halen’ en ‘Ik snap er niets van, ik heb maar heel weinig gedronken, maar het zal wel te maken hebben met de combinatie van medicijnen die ik gebruik voor mijn ADHD.’
Elke maand herhaalt Rotterdam-West de alcoholcontrole. Gemiddeld achthonderd weggebruikers moeten op een avond blazen. Daarvan worden vijfendertig relatief jonge autorijders (tussen de 20 en 30 jaar) aangehouden. In de tussentijd heeft even verderop, op het Rochussenplein, het andere team de alcohol fuik verplaatst naar een andere locatie. Er was te weinig vangst. Even later wordt de eerste bestuurder aangehouden. Een agent vult de twee blaadjes proces-verbaal in dat voorheen makkelijk uit veertien kantjes kon bestaan. Klaar. Dit bespaart de politie administratieve rompslomp. Blauw staat zo weer op straat.
Tot 01.00 uur bereikbaar Bij ZSM van het OM-onderdeel Centrale Verwerking zitten vannacht twee administratief juridisch medewerkers gereed om de eenvoudige alcoholzaken direct af te doen. Ze zijn ondergebracht op een politiebureau in Utrecht. Met een 0900 nummer zijn de ZSM-ers direct bereikbaar voor zaken uit het hele land. Vooraf had politie Rotterdam-West gemeld dat er controles uitgevoerd zouden worden. ZSM CVOM werkt doordeweeks van 08.00 tot 23.00 uur en in het weekend van 09.00 tot 23.00 uur. Bij een toenemend aantal aangemelde alcoholcontroles werken ze tot 01.00 uur of soms later. Vanavond zitten ze achter hun
bureau tot een uur na middernacht. Maar dat is bij deze alcoholcontrole nog niet lang genoeg voor Rotterdam-West: de eerste verdachte wordt pas om 01.09 uur binnengebracht en in dit district zijn de meeste aanhoudingen rond een uur of vijf op zondagochtend te verwachten. Desondanks gaan de zaken snel. Want ZSM CVOM verwerkt de aangeleverde zaken gewoon zondagochtend – first thing. De CVOM streeft ernaar om eind 2012 zeven dagen per week, 24 uur per dag open te zijn om volledig aan te sluiten bij het aanbod van zaken.
Strafbeschikking In een gloednieuwe arrestatiebus worden de eerste verdachten afgezet bij het politiebureau. Ze worden vluchtig onderzocht, voorgeleid, moeten opnieuw blazen, worden gehoord en in een voorlopig arrestantenverblijf gezet. In de tussentijd wordt het ingevulde versneld proces-verbaal uit het mapje nagekeken. Is alles ingevuld? In computersystemen wordt gecheckt of de opgegeven naam en het adres correct zijn, of er boetes openstaan en of de verzekering in orde is. Het alcoholpercentage van een verdachte jongeman, een beginnend bestuurder, blijkt 180 microgram per liter. Dat is boven de toegestane 88. De politie levert de zaak per e-mail aan bij ZSM CVOM. Als er geen sprake is van recidive, krijgt de jongen een strafbe-
| 15
Pilot ZSM CVOM
schikking opgelegd met een geldboete. Wanneer hij in de afgelopen vijf jaar veroordeeld is voor een soortgelijk delict, hangt hem een ontzegging van de bevoegdheid tot het besturen van motorrijtuigen (OBM) boven het hoofd en moet de officier van justitie hem horen.
Zondagochtend aan de slag Als de Rotterdamse agenten van de verschillende wijkteams hun bed opzoeken, schuiven twee administratief juridisch medewerkers van ZSM CVOM weer achter hun bureau. Normaliter vindt direct consultatie plaats tussen het politiebureau en ZSM, maar de zaken van zaterdagnacht na 01.00 uur staan vanochtend in het ZSM CVOM e-mailadres klaar als PDF, samen met de ademanalyse en een kopie van het rijbewijs. De processenverbaal worden gecheckt en dossiers aan gemaakt in GPS. En als het nodig is, wordt de zaak op zitting gepland. Was de verdachte nog aanwezig op het politiebureau dan had de verbalisant de dagvaarding direct uitgereikt. In dit geval krijgt de verdachte binnen een week de dagvaarding per post en binnen enkele maanden staat hij voor de politierechter. Bij zaken onder de invorderingsgrens voert ZSM CVOM een recidivecheck uit, zodat deze zaken direct bij de CVOM instromen in plaats van via het CJIB. Voor OM-horen wordt geëxperimenteerd met telehoren via videoconferencing, waardoor de OM-hoorzitting veel sneller plaats kan vinden.
16 | Actueel - Opportuun 3 - maart 2012
Het OM onderzoekt samen met de politie naar de mogelijkheden voor een landelijke invoering van versnelde afdoening van 8WVWzaken (dronken rijden). ZSM CVOM werkt vanuit één locatie in Utrecht met politiekorpsen in het land aan het ZSM verwerken van deze zaakstroom. Afgelopen zomer is gestart in vier korpsen en inmiddels doen 12 politiekorpsen mee aan de pilot. De komende tijd komt er maandelijks een korps bij zodat in 2012 alle Nederlandse politieregio’s zijn aangesloten. Het gaat dan om minimaal 15.000 8WVW-zaken op jaarbasis. Binnen deze pilot wordt gewerkt met een versneld proces-verbaal bij de politie: een minder tijdsintensief proces-verbaal op één dubbelzijdig A4. Hierin staan alle elementen van het proces-verbaal dat voorheen werd gebruikt. Dit versnelde proces-verbaal heeft zich inmiddels ruimschoots in de rechtszaal bewezen en heeft geleid tot onherroepelijke veroordelingen. Bij weigering ademanalyse moet de verbalisant wel een regulier procesverbaal opmaken. ZSM is samen, snel, slim, simpel en selectief zaken afdoen. OM, politie en ketenpartners pakken met ZSM veelvoorkomende misdrijven op daadkrachtige wijze aan.
In 2012 wordt dit zogenaamde ‘Telehoren’ landelijk ingevoerd.
Snelle beoordeling Het versnelde proces-verbaal is in hooguit tien minuten opgemaakt. De ZSM consultatie en de (bijna) directe afdoening bespaart veel tijd en geeft een gewenst signaal van lik op stuk. Daarnaast weet de verdachte direct waar hij of zij aan toe is. Het lijkt niet druk geweest te zijn de afgelopen nacht. In de mailbox zitten een tiental zaken. Maar de telefoon staat roodgloeiend, want in Leiden treft een agent een dronken bestuurder die op een velg van Oegstgeest naar Leiden rijdt. Er wordt gespard als partners.
Joost de terger
Echte slachtoffers Slachtoffers in het strafprocesrecht: lange tijd een beetje een zorgenkindje geweest. Want wat moesten wij, de vervolgende macht, nu met deze mensen (en binnenkort vast ook de 1-4-4-dieren) die stellen dat ze schade hebben geleden ten gevolge van een strafbaar feit. Wij OM’ers zijn opgeleid, opgevoed, nee, geboren om de rechter te overtuigen dat de verdachte de dader is. Bewijsstukken tonen, advocaten tergen en reclasseringsrapportages tot in den treure ten tonele voeren: dat is wat wij doen! Het ingewikkelde fenomeen ‘slachtoffers’ was gewoon niet echt aan ons besteed. Natuurlijk weet ik wel raad met de zogenaamde principeslachtoffers. In een simpele zaak vroeg het ‘slachtoffer’ – die aanhalingstekens staan er niet voor niets – ooit of wij de schadevergoeding konden storten op de rekening van een goed doel. Het OM als filantropische instelling? Dat principe hanteren wij niet. Althans ik niet. En natuurlijk weet ik wel raad met die ‘slachtoffers’ – voor de aanhalingstekens, zie hierboven – die gewoon veel geld willen verdienen aan een misdrijf. Zo er al een misdrijf gepleegd zou zijn. In de GGZ-instelling waar het slachtoffer al dertig jaar kwam, hadden twee verpleegkundigen gepoogd een spuit in slachtoffers been te zetten. Hiervoor diende zijn broek naar beneden te gaan en dat is natuurlijk een ongewenste seksuele intimiteit. Hij wilde hiervan aangifte doen, tenzij het Openbaar Ministerie binnen drie dagen 1.000.000 euro op zijn rekening zou storten. Ik heb destijds nog even bij de financiële afdeling nagevraagd hoeveel er nog in het slachtofferpotje zat, maar heb toch maar besloten de aangifte in behandeling te nemen. De afloop laat zich raden. Nee, dan de échte slachtoffers. Diegenen dus die, al dan niet blijvend, fysiek of geestelijk herinnerd worden aan de ellende die anderen hen ongevraagd hebben aangericht. Die échte slachtoffers verdienen een sterke positie in strafproces. Zij hebben recht op een OM dat de belangen van het slachtoffer voorop stelt. Maar pfoeh, dat is nogal wat voor de gemiddelde parketsecretaris die ik was. Ook daarom heb ik me maar op het beleid gestort. En niet op slachtofferbeleid. Joost Vliegenthart Illustratie: Sanne Paul
Tekst: Thea van der Geest Foto's: Robin Utrecht
Opportuun 3 - maart 2012 - Column | 17
kortom
Kijk voor meer actueel nieuws op www.om.nl
Proceskring draait om de slachtoffers ‘Het draait allemaal om de slachtoffers.’ Dat zegt directeur bedrijfsvoering in OMregio Breda-Middelburg Pim van Uchelen over de “proceskring slachtofferzorg”. Door de processen op het gebied van slachtofferzorg slim en efficiënt in te richten, kan het OM het slachtoffer sneller en beter van dienst zijn en begeleiden in het strafproces. Bovendien dragen landelijk ingevoerde processen bij aan uniformiteit, zegt Van Uchelen. ‘Die uniformiteit zorgt ervoor dat we een slachtoffer overal op dezelfde manier goed helpen, of hij
nu in Groningen, Den Haag of Maastricht slachtoffer is geworden van een misdrijf.’ Zo actualiseert de proceskring het slachtofferproces in het systeem COMPAS, en beschrijft het hoe een slachtoffer geïnformeerd moet worden over het detentieverloop van een dader. De proceskring ontmoet elkaar maandelijks, en maakt in de tussentijd ook actief gebruik van de NAOMI-applicatie als discussie- en informatieplatform. Aan de proceskring “slachtofferzorg” nemen experts op het gebied van slachtofferzorg deel: de administratief medewerker slachtoffer-
zorg, de schade-expert, de kwaliteitsmedewerker, de officier van justitie, de parketsecretaris, de beleidsmedewerker, de procesarchitect, de systeemanalist en de informatieanalist van DVOM-I en de coördinator van het “informatiepunt detentieverloop” (IDV). De deelnemers komen uit regioparketten, ressortsparketten, Landelijk Parket en DVOM. Iedere deelnemer brengt “best practices” vanuit zijn organisatiedeel in en neemt de ervaringen van anderen mee terug naar zijn eigen werkplek.
Penn – te Strake benoemd tot PG Annemarie Penn - te Strake is benoemd tot lid van het College van procureursgeneraal per 1 maart 2012 Annemarie Penn – te Strake (58) was hoofdofficier van justitie bij het arrondissementsparket Maastricht. Deze functie bekleedde zij sinds november 2006. Daarvoor is zij acht jaar lid geweest van het bestuur van de rechtbank in Maastricht. Sinds 2000 was ze coördinerend vice-president, daarvoor was zij onder meer rechter en vice-president. Het College van procureurs-generaal bestaat vanaf 1 maart 2012 uit vijf personen, Annemarie Penn - te Strake, Herman Bolhaar (voorzitter), Han Moraal, Marc van Nimwegen en Albert van Wijk. Annemarie Penn – te Strake zal, behalve met de generieke taken van een procureur-generaal, belast worden met het beheer van
18 | KortOM - Opportuun 3 - maart 2012
Cyber Security Centrum geopend Nieuw centrum ontwikkelt expertise op het gebied van cybersecurity. De oprichting van het Nationaal Cyber Security Centrum (NCSC) in Den Haag is een belangrijke stap om de weerbaarheid van Nederland tegen ICT-verstoringen door hac-
kers, cybercriminelen en andere kwaadwillenden te versterken. In het centrum, dat begin dit jaar van start ging, worden kennis en expertise ontwikkeld op het gebied van cybersecurity. Op basis van die expertise kunnen organisaties en instanties maatregelen nemen om te voorkomen dat hackers, compu-
tercriminelen en andere kwaadwillenden geheime bedrijfsinformatie verkrijgen of de vitale infrastructuur van Nederland beschadigen of platleggen. Het centrum zal ook ondersteuning bieden bij incidenten en crisisbesluitvorming op het gebied van digitale veiligheid.
Zwaardere straf bij herhaling misdrijf Wetsvoorstel minimumstraffen bij de Tweede Kamer ingediend. Met dit voorstel krijgen criminelen een zwaardere straf als zij binnen tien jaar opnieuw een misdrijf plegen met ernstige gevolgen voor het slachtoffer en waarop een maximum gevangenisstraf staat van acht jaar of meer. Naast misdrijven met een gevangenisstraf van twaalf jaar of meer vallen nu ook delicten met een gevangenisstraf vanaf acht jaar onder de
reikwijdte van de regeling. Als minimumstraf wordt minstens de helft van het strafmaximum opgelegd. Dit betekent bijvoorbeeld 6 jaar gevangenisstraf voor recidiverende winkelovervallers die het slachtoffer zwaar lichamelijk letsel toebrengen of afpersers die gebruik maken van een wapen of fysiek geweld. Bij doodslag en ernstige vormen van mensenhandel wordt de minimumstraf 7,5 jaar en bij moord krijgt in geval van herhaling de dader straks ten minste vijftien jaar opgelegd. Het kabinet vindt een
zwaardere straf gerechtvaardigd als een eerdere veroordeling voor een zeer ernstig misdrijf de dader er niet van weerhouden heeft opnieuw in de fout te gaan. De rechter kan alleen in zeer specifieke gevallen van een minimumstraf afwijken. Hij is dan verplicht uit te leggen waarom de straf lager uitvalt. Dat kan door in uitzonderlijke gevallen rekening te houden met de persoon van de dader of de buitengewone omstandigheden waaronder het misdrijf is gepleegd.
Omgeslagen Vrije markt de portefeuille lokaal veiligheidsbeleid. ‘In Perspectief 2015 van onze organisatie zijn de toenemende behoefte aan gezamenlijke interventies en de externe oriëntatie belangrijke elementen. Een goed doordacht en effectief lokaal veiligheidsbeleid is in dat licht van
groot belang voor het realiseren van onze doelstellingen: een veilige en rechtvaardige samen leving door een merkbaar, zichtbaar en herkenbaar OM. Of een vrouw als zodanig een meer waarde heeft in het college? Ach,’ zegt Annemarie, ‘dat hangt toch echt van die vrouw af.’
‘Het NFI zal altijd de hoofdrol blijven spelen. Dat is toch het pareltje van het ministerie van Veiligheid en Justitie. Ik hoop wel dat binnen een paar jaar het budget dat naar commerciële onderzoekbureaus gaat stapsgewijs is gegroeid en wij dan een van de grote parijen zijn.’
Uniform ‘Ik moet de straat op in een nette pantalon, met een stropdas om en dansschoentjes aan. Dat is prima voor een receptionist van de Sociale Dienst, maar niet voor ons soms harde werk op straat.’ Elsevier, 4 februari 2012 Anonieme agent
Blauw, 4 februari 2012 Algemeen directeur Pim Volkers, forensisch onderzoeksbureau Verilabs
| 19
‘Straks krijgen we reuring’ Just another day at de PaG-afdeling BJZ
Staatsgeheimen, afluisteren in een liquidatie-onderzoek, en
kunnen pingelen.’
aangifte-Baybassin staat er nu in.’ Het persbericht, dat deze dag zal uitgaan, zal melden dat het OM op basis van rijksrechercheonderzoek geen reden ziet strafrechtelijk onderzoek in te stellen naar een departementale topambtenaar. ‘We hebben veel overleg met het LP gehad over hoe we dat naar buiten brengen. Dat gaat goed en daarmee houd je verbinding tussen de inhoud en de voorlichting.’
Sander de Haas loopt het secretariaat van zijn afdeling Bestuurlijk Juridische Zaken binnen. ‘Ginette, kan ik een dienstauto reserveren? Ik moet maandag weer naar de Bunker als getuige in het Passageproces, en dan wil ik daar een beetje onopvallend weg kunnen. Dank je!’
Even later overhandigt Ginette aan Sander een enveloppe. “Stg” (staatsgeheim) staat er in blauw op geschreven en “getuigenbeschermingsprogramma”. De Haas: ‘Ja, er komen dagelijks gevoelige zaken langs. Zo zal morgen wel reuring ontstaan; dan maakt parket Utrecht bekend dat we twee oud-rechters wegens meineed zullen gaan vervolgen.’
schadevergoedingen na sepots. Op de afdeling Bestuurlijk Juridische Zaken van het Parket-Generaal komt het op één dag allemaal voorbij. ‘Onze Cruijffs in het veld moeten in alle rust
Type-Van Gaal De afdeling BJZ van het Parket-Generaal buigt zich over gevoelige zaken en incidenten (zie kader). In De Haas’ kamer hangt een Ajax-shirt (‘Niet mijn club hoor!’). Met rugnummer “00”, een verwijzing naar zijn vorige functie als CIE-officier in Amsterdam. ‘Mijn overstap heeft waarschijnlijk verbazing gewekt’, zegt Sander. ‘In die functie zat ik in de meest fantastische tunnel. Vol in de operatie van de zware misdaad.
En nu? Processen en belangen bewaken. Toch blijf ik volop bezig met zaken. Het gaat erom dat onze mensen in het veld als briljante Cruijffs kunnen pingelen. En ik ben nu even het type-Van Gaal dat rekening heeft te houden met beleid en strategie en met andere belangen zoals het informeren van College en minister – die is verantwoordelijk, hè? Juist door op tijd rekening te houden met die belangen kunnen in het veld zaken zonder verder gedoe gedraaid worden. En Cruijff besliste wedstrijden als speler, niet Van Gaal!’ Collegewoordvoerder (en FC Groningensupporter) Erwin Schievink loopt de kamer binnen. ‘Ha Sander, persbericht gezien?’ ‘Is het veranderd ten opzichte van gisteravond?’ ‘Ja, de
Weer twee minuten later, ressortsparket Den Haag belt. Het hof doet op dat moment uitspraak in de zaak van de Zeeuwse coffeeshop Checkpoint. Het OM gaat knock-out, hoort De Haas. Het wordt niet-ontvankelijk verklaard omdat het met de vervolging het gerechtvaardigde vertrouwen van Checkpoint en zijn medewerkers heeft geschonden. Sander de Haas legt de telefoon neer. Verrassend monter: ‘Kijk, dan is dit een voor-
Gevoelige zaken en incidenten De afdeling BJZ ondersteunt het College van PG’s bij gevoelige zaken en incidenten. Daarnaast behandelen de zestien medewerkers uiteenlopende bestuurlijke en/of juridische aangelegenheden. Zoals Kamervragen, Centrale Toetsingscommissie-zaken, medisch-ethische zaken, schadevergoedingszaken, privacykwesties, klachten, en verzoeken om openbaarmaking van stukken op grond van de Wet Openbaarheid van Bestuur.
beeld van een OM-onderdeel dat ons direct informeert. Zodat wij, samen met Communicatie, gelijk kunnen ondersteunen en het departement goed kunnen informeren.’ Dat maakt BJZ ook wel eens anders mee. Geen onwil hoor, zegt De Haas, ‘maar als je zelf midden in de operatie zit, is je antenne niet altijd gericht op het informeren van het hoofdkantoor. En wat voor ons OM’ers klein lijkt, kan voor de media of de politiek opeens heel groot zijn.’
RUGNUMMER 00:
‘Er komen hier dagelijks
‘Niet mijn club hoor’,
gevoelige zaken voorbij.
zegt hoofd afdeling BJZ
Morgen maakt parket
Sander de Haas over
Utrecht bekend dat
het shirt.
we twee oud-rechters gaan vervolgen wegens meineed’
20 | De Afdeling - Opportuun 3 - maart 2012
| 21
‘Bij echte spoed bellen we de PG 's nachts uit bed en wordt een beslissing binnen een uur genomen’ Ooit, erkent De Haas, voelde hij als CIE-officier zelf aversie om BJZ in te lichten. ‘Ik heb nog steeds de mailtjes die ik naar BJZ-medewerker Peter Timmerman stuurde nadat ik hem moest informeren. Ik mailde zoiets als: “Kom óp, man. Zít het werk me al tot hier, en dan moet ik van jou nog een ambtsbericht maken.”’ Mensen die BJZ eenmaal kennen zijn positief, weet Sander. ‘Die weten dat we hier willen helpen. Dat de afdeling een mix is van juridische kennis, bestuurlijk gevoel en operationele expertise. Als wij tijdig worden geïnformeerd, dan helpt dat enorm als er een keer een écht gevoelige zaak speelt.’
‘Chips!’ ‘Pff, even mijn vest uit,’ zegt Ginette van het secretariaat, ‘anders ga ik straks completely tegen de vlakte.’ Even later laat haar collega Pepita de zonwering zakken. Buiten heerst Elfstedenweer, binnen leidt de combinatie van een actieve airco en een laaghangende zon tot tropische temperaturen. En Ginette is ook niet van het stilzitten. ‘Als je mij wilt volgen, raak je
heel wat kilo’s kwijt hoor’, zegt ze terwijl ze de trap afrent richting de afdeling personeelszaken. Op haar kamer staat haar bureaustoel vooral in de wég. Steeds als het lijkt of ze gaat zitten, blijft ze in een houding tussen staan en zitten in. De blik op het scherm. Tegelijkertijd muisklikkend met de rechter-, en notities makend met de linkerhand. Zojuist heeft een BJZ’er haar gemeld dat zij naar huis moet, om een loodgieter te ontvangen vanwege een lekkage. Opportuun probeert Ginettes handelingen te volgen, maar ’t is al weer gepiept. ‘Even kijken, pom-pom-pom, verlofregistratie, verplaatsen, hup, klik.’ Daarna draait ze zich om, om de vakantielijst aan de muur in te vullen. Terwijl Ginette krabbelt en gumt, klinkt het in typisch Ginettiaans: ‘Chips, nou zit ik helemaal stom te doen. O nee, wat zeg ik nu toch weer, ik doe het juist goed. Wat, ik in mezelf mompelen? Doe ik al mijn hele leven, hoor.’ De telefoon gaat weer eens. ‘Goedemorgen, Parket-Generaal, secretariaat BJZ.’ Ginette wil naar een collega doorverbinden, maar krijgt geen gehoor. Ze stormt de kamer uit, langs twee BJZ’ers op de gang. Tien seconden later staat ze weer voor haar bureau. ‘Ik ga doorverbinden, kómt ze.’ Het is een fantastische collega, zegt kamergenote Pepita: ‘Streng maar rechtvaardig. Spontaan, hartelijk en behulpzaam.’ Maar druk-druk-druk, die Ginette. ‘Er zijn dagen dat ik denk’ – en dan gooit Ginette demonstratief haar schouders naar beneden – ‘Whùùùh! Maar de gedachte dat ik over een jaar en elf maanden mag stoppen is wel lekker.’ Het mijmeren wordt wreed verstoord. Trrring, tingelt de telefoon. ‘Goedemorgen Parket-Generaal, secretariaat BJZ.’
Facebook Karin van den Berg en Kim van den Bogaard schuiven aan in de kamer van hun afdelingshoofd. Overleg over Kamervragen. Hoe en hoe vaak, willen parlementariërs weten, vordert het OM gegevens bij social media als Hyves en Facebook? ‘De grondslag voor de bevoegdheid is in elk geval niet anders dan bij gegevens van telecomproviders’, weet Karin. ‘Tegen de vordering staan dezelfde mogelijkheden tot rechtsbescherming open.’ Sander de Haas: ‘Loopt er ook een Wobverzoek?’ Kim van den Bogaard: ‘Ja.’ Sander: ‘En onze beantwoording ligt nu bij het departement?’ Kim: ‘Ja, ik verwacht dat morgen de definitieve antwoorden op de Kamervragen er zijn en dat we die nog even terugzien.’ Karin: ‘Het was alleen onduidelijk welk soort aanbieder niet onder artikel 126la valt, schud jij dat uit je mouw?’ ‘Nou… nee’, zegt Sander, bladerend door het Wetboek van Strafvordering. ‘We kunnen die vraag nog wel even uitzetten bij landelijk cybercrime-officier Lodewijk van Zwieten’, zegt Kim. Sander: ‘Inderdaad, goed om het Lodewijk te vragen, dat is onze expert.’
PG uit bed Na “Van Traa” werd de wet helder. Géén ingrijpende bijzondere opsporingsbevoegdheden meer zonder dat de OM-top het weet. Dat geldt vandaag ook voor de inzet van OVC. De afkorting staat voor opnemen vertrouwelijke communicatie, waarbij specialisten van het KLPD microfoons plaatsen om direct te kunnen afluisteren. Er speelt een liquidatieonderzoek, meldt BJZ-medewerker Douwe Wielenga aan Sander de Haas. ‘Één van de betrokkenen lijkt meer van
de toedracht te weten. Die is vooralsnog getuige, maar zou later verdachte kunnen worden.’ De Centrale Toetsingscommissie (CTC), een overlegorgaan van politie en OM, heeft al ingestemd met OVC. In dit geval moet ook het College akkoord zijn. BJZ adviseert positief. BJZ zorgt ook voor snélheid, zegt Sander de Haas. ‘Douwe is onze “opsporingsbril”; hij kijkt ook samen met de CTC of de inzet van middelen eenvoudiger en sneller kan. Zodat besluitvorming wel zorgvuldig maar niet stroperig wordt. Om snel te kunnen schakelen houden we, via de CTC of parketten, contact met het onderzoek.’ Douwe: ‘Het gebeurt niet vaak, maar plotselinge ontwikkelingen in een zaak kunnen ertoe nopen dat je direct naar het College moet om in vijf minuten een casus te schetsen en te adviseren over inzet van een opsporingsmiddel. Ook als een PG in zijn dienstauto zit, of uit zijn bed moet worden gebeld. Bij echte spoed wordt een beslissing binnen een uur genomen.’
Zedenschade Een half uur later. BJZ-medewerker Saskia Bolte belt een meneer die ervan verdacht werd een meisje te hebben aangerand. Op grond van zijn signalement en omdat het meisje hem aanwees uit vijf voorgehouden foto’s was de man tot twee keer toe aangehouden. Even vaak wees de rechter-commissaris de vordering tot inbewaringstelling af en stelde de man in vrijheid: zaak geseponeerd. Nu wil de man een vergoeding voor onterechte detentie en rechtsbijstandkosten. Saskia had de man eerder geprobeerd te bellen, maar toen slechts een voicemailbericht kunnen inspreken. Vandaag, nu naar de man inmiddels ook een antwoord op zijn verzoek is verstuurd, probeert ze het weer. ‘U heeft de brief niet ontvangen?’ Geschrokken
KLEIN EN GROOT: ‘Wat voor ons OM'ers klein is, kan voor de media of politiek heel groot zijn.’
22 | De Afdeling - Opportuun 3 - maart 2012
| 23
‘De RC heeft u “in vrijheid gesteld”, maar dat is niet hetzelfde als de “vrijspraak” die u in uw brief noemt’ BJZ-medewerker, in een telefoongesprek met een ex-zedenverdachte
geseponeerd is? Maar men redeneert: waar rook is, is vuur? Tja, mogelijk speelt mee dat u al een keer eerder voor een zedenfeit was veroordeeld. Ja, nee, ik begrijp u, dat kan ik me voorstellen, het verleden kun je niet uitwissen. En dit soort zaken bespreken met de werkgever wordt niet altijd beloond. Misschien kunt u nog bellen met uw advocaat? Hem zeggen dat u in de voorlichting heeft gemist dat hij via de réchtbank een vergoeding had kunnen vragen, dat is toch een vrij bekende procedure. Het gaat niet om torenhoge bedragen, hoor, uit mijn hoofd gezegd zo’n 75-85 euro per dag detentie, plus de kosten voor rechtsbijstand. Goed, ik stuur u dus met alle liefde nog een kopie van de brief op. En belt u mij gerust als u nog vragen heeft, ja? Nog een fijne dag, meneer.’ Saskia, na het telefoongesprek. ‘Al kun je niet uitsluiten dat hij het meisje heeft aangerand, het is wel sneu voor de man dat de termijn voor vergoeding via de rechtbank verstreken is.’ Tekst: Pieter Vermaas Foto’s: Robin Utrecht
checkt Saskia naam en adres. Blijkt te kloppen. ‘Dan stuur ik u een kopie van de brief op. Vindt u het goed als ik nu vertel wat erin staat, ja? Het belangrijkste is: wij wijzen uw verzoek om schadevergoeding af, hoe vervelend het ook voor u is wat er is gebeurd. Uw advocaat had binnen drie maanden bij de réchtbank een verzoek moeten indienen. U stuurde zelf later een brief naar de polítie, die naar het OM is doorgestuurd. Toen moest worden beoordeeld of sprake is van een onrechtmatige daad. Dan moet politie of OM echte fouten hebben gemaakt. De RC heeft u “in vrijheid gesteld”, maar dat is niet hetzelfde als de “vrijspraak” die u in uw brief noemt. De RC vond de verdenking op zich wel terecht. (…) Heeft u tegen uw werkgever gezegd dat uw zaak
24 | De Afdeling - Opportuun 3 - maart 2012
Monument
Jack Kooistra, gepensioneerd rechtbankverslaggever
Rechtbank Leeuwarden, begin jaren zeventig. Achter het hekje een verdachte van diefstal. Aan de orde is het reclasseringsrapport. Daarin staat: verdachte kan geen boete betalen, want heeft schulden; verdachte kan geen gevangenisstraf aan, want komt psychisch in problemen, enzovoort. Dan kan rechtbankverslaggever Jelte Mulder van de Leeuwarder Courant zich niet meer inhouden. Boos staat hij op van zijn bankje, smijt zijn notitieblok neer en brult door de zaal: ‘Maar pak hem dan godverdomme zijn visakte af!’ ‘Ja ja, mijnheer Mulder’, sust de rechter, wijlen mr. Bruckmann, ‘u heeft gelijk’. Naast Mulder zat die dag Jack Kooistra, de vaste rechtbankverslaggever van het Friesch Dagblad. Nu, begin 2012, veertig jaar later dus, zit hij weer in de zaal; één keertje, bij wijze van uitzondering, want eind vorig jaar is Kooistra (81) met pensioen gegaan. Achter in de zaal zit een schoolklas. Dat maakt verschil. Officier van justitie Sytze Kooistra legt bij elke juridische term uit wat hij bedoelt: wat inklimming is, en wat een vermogensdelict. Hij kijkt de rijen langs, maakt contact met de zaal. Het is er het moment voor, want het is een verstekzaak.
‘Je zult het niet geloven’, zegt politierechter Marcel Wolters tegen de leerlingen, ‘maar samen met het Verenigd Koninkrijk hoort Nederland tot de landen in Europa waar het strengst wordt gestraft. Ik kan me nog herinneren dat op een woninginbraak 50 of 60 uur werkstraf stond. Tegenwoordig is het de eerste keer meteen drie maanden onvoorwaardelijke gevangenisstraf.’ Het is Jack Kooistra nog lang niet streng genoeg. ‘Steunkousen aantrekken in het bejaardencentrum, dat is toch geen straf? Zo’n vent die een agent mishandelt, die moeten ze hier op het Zaailand neerzetten met een bord om zijn nek: “Ik heb een agent mishandeld”. En dan vijftig stokslagen. Ik wil ze zelf wel uitdelen.’ Hij is ooit afgestudeerd als maatschappelijk werker, maar daar moesten ze hem niet. Te rechts. Vertrouwd vindt hij het, maar ook raar, drie maanden na zijn pensioen weer in de rechtbank te zitten. Hij had verwacht dat het anders zou voelen, maar eigenlijk is alles hetzelfde, nou ja, zonder schrijfblokje dan, meer ontspannen. Iedereen begroet hem, links en rechts moeten handen worden geschud, een welkome gast. ‘We missen je’, zegt advocaat Bart Canoy.
De rechtbankverslaggever is een objectieve waarnemer. Niet alleen voor de maatschappij buiten, maar ook binnen de rechtbank heeft dat zijn functie. In de wandelgangen vroegen advocaten Jack Kooistra wat hij van hun presentatie ter zitting vond. Officieren van Justitie schoten hem wel eens aan voor een belangrijke zitting: wat hij dacht dat ze zouden gaan eisen. Zelf zeiden ze dat natuurlijk niet, hij vermoedt dat ze hem het vroegen om te zien wat de vox populi ervan dacht. Dat krijg je, met meer dan veertig jaar ervaring. Sommigen zeggen dat hij uitsterft, de klassieke rechtbankverslaggever. Maar overal in Nederland, in Alkmaar, in Haarlem, in Den Bosch, in Groningen, in Roermond, in Zutphen, en ook hier in Leeuwarden lopen nog steeds vaste verslaggevers rond. Soms zitten ze er niet meer volledige dagen zoals vroeger. Soms zijn vaste krachten vervangen door freelancers. En het lijkt of er minder zaken de krant halen: vooral de grote, en, aan de andere kant van het spectrum, de menselijke verhalen. Al met al valt het best mee met dat uitsterven. Maar Jack Kooistra komt niet meer. En hoe vervang je een monument? Tekst: Lars Kuipers Illustratie: Guusje Kaayk
Opportuun 3 - maart 2012 - De Zaak | 25
Boris Dittrich (1955) is sinds 2007 directeur seksuele minderheden van mensenrechtenorganisatie Human Rights Watch (HRW). Daarvoor was hij ruim tien jaar lid van de Tweede Kamer namens D66 waarvan ook enige jaren als fractieleider. Als justitiewoord voerder stond Dittrich aan de basis van het spreekrecht voor slachtoffers dat in 2005 kracht van wet kreeg. Nu maakt hij zich wereldwijd druk om de rechten van homoseksuelen en transgenders.
‘Als advocaat vond ik vaak dat het Boris Dittrich ziet graag aanklagers die hun tanden tonen
OM gelijk had’ Boris Dittrich:
‘Laat maar zien wat je doet’
26 | Naam artikel - Opportuun 3 - maart 2012
Het was een van zijn grootste successen als Kamerlid, zegt hij zelf, de wettelijke verankering van het spreekrecht voor slachtoffers. ‘Een revolutionair voorstel en het verzet was er naar.’ Even terug uit zijn woonplaats New York haalt Dittrich in een Amsterdams café ontspannen herinneringen op. ‘Het OM en de rechterlijke macht vielen en masse over me heen. De rechtspraak zou te duur worden, er moesten minstens driehonderd rechters bij, mensen zouden de emotie niet aan kunnen. In Duitsland kan het slachtoffer zich naast de officier van justitie voegen in de strafzaak, als volwaardige aanklager. Hij beslist mede over de strafmaat. En hier zou men de emotie niet aankunnen!’ Ruim zeven jaar later is de positie van slachtoffers versterkt en wordt het spreekrecht waarschijnlijk uitgebreid tot wettelijke vertegenwoordigers van slachtoffers die zelf niet tot spreken in staat zijn. ‘Eindelijk’, verzucht de oud-politicus. ‘Achteraf
is het bijzonder te zien hoe snel zo’n ontwikkeling in het systeem wordt geïntegreerd, maar destijds was bijna iedereen mordicus tegen die uitbreiding. Ook de VVD.’
Bang Kijken op gepaste afstand, Dittrich is er goed in geworden de afgelopen vijf jaar. Sinds hij de Nederlandse politiek verruilde voor een baan als advocacy director seksuele minderheden van Human Rights Watch is zijn wereld aanzienlijk veranderd. ‘Vroeger las ik alles, echt alles aan binnenlands nieuws. Nieuws, nieuws, ik was verslaafd. Nu volg ik Nederland alleen nog op hoofdlijnen, veel onderwerpen lekken weg. Alleen justitie houd ik goed bij.’ Het verbaast hem hoe vol de cafés zitten in Nederland, hoe druk het is in de winkelstraat. ‘De economische crisis toont zich hier nog nauwelijks.’ Dat is in zijn woonplaats New York heel anders. Toen
de bank Lehman brothers in 2008 omviel, stond het appartementencomplex waar Dittrich samen met zijn echtgenoot woont binnen de kortste keren voor twintig procent leeg. Zijn buren, IT’ers bij de bank, kregen van de ene dag op de andere te horen dat ze waren ontslagen. ‘En dat betekent in New York dat je meteen moet verhuizen. Zonder vaste baan vervalt je huurcontract.’ Hij zag hoe het bankwezen andere economische activiteiten in haar kielzog meetrok. Lunchtentjes sloten hun deuren, winkels gingen failliet, de wasserette verkaste naar een andere wijk. Drie jaar later zijn alle woningen weer verhuurd, maar rustig is het allerminst. ‘Dat verbaast mij het meest als ik terug ben in Nederland. Alles lijkt hier gewoon door te gaan, alsof het een hoopvolle tijd is. Maar het is een angstige tijd. Mensen zijn bang.’ Twintig jaar geleden was de sfeer heel anders, herinnert Dittrich zich. Er gloorde optimisme, nieuwe
Opportuun 3 - maart 2012 - Interview | 27
‘Als we nu Europa opgeven, slaan we voor een aantal landen de deur van vrijheid voor hun neus dicht’ idealen schoten wortel. Clinton was aan de macht in de VS, Nederland kleurde Paars en het ging economisch steeds beter. Dittrich, oud-advocaat en oud-rechter, zag het als kersvers Kamerlid voor D66 allemaal gebeuren. En hij genoot ervan. ‘De politieke toon was in die dagen eerder laconiek dan grimmig’, vertelt hij. ‘Het debat vond plaats in een open en vrije sfeer. Sinds het begin van dit millennium is de politiek versmald tot kwesties als migratie en het Nederlanderschap. De toon is grimmig. Ik word daarop regelmatig aangesproken. “Wat is er toch met Nederland gebeurd?” In het internationale circuit reageren mensen negatief op ons nieuws. Alsof Nederland iets is kwijtgeraakt.’
Grote idealen Zelf waakt hij voor harde uitspraken over de huidige politiek. De afstand tussen de dagelijkse werkelijkheid in Den Haag is er te groot voor. Alleen over de bezuinigingen op ontwikkelingssamenwerking heeft hij een duidelijke mening. ‘Voor Nederland waren
28 | Interview - Opportuun 3 - maart 2012
mensenrechten altijd een belangrijke factor in de internationale relaties. Dit kabinet zet vooral in op economische belangen.’ Daarnaast gaat Europa hem aan het hart. ‘Ik voel me nog een van de weinige Europeanen in Nederland’, zegt hij met spijt in zijn stem. ‘Al die Europese landen verschillen van elkaar, maar onze overeenkomsten zijn groter. Europa is van oudsher tolerant en seculier, heel anders dan de VS. Europeanen zijn extern georiënteerd, de rest van de wereld is altijd dichtbij. Ik mis de grote idealen die Europa hebben gevormd, terwijl het zo’n prachtig project is. Ik kom veel in de voormalige Oostbloklanden en ik merk hoe leergierig mensen daar zijn. Albanië, Servië, ze snakken naar openheid, democratie, vrijheid. Met een beroep op het Europese Hof voor de Rechten van de Mens weten burgers ook steeds
beter op te komen voor hun fundamentele rechten. Als we nu Europa opgeven, slaan we de deur van de vrijheid voor de neus van die landen dicht.’ Niet dat het zo vanzelfsprekend is, mensenrechten, gelijke behandeling, vrijheid. Dittrich wacht dagelijks een hard gevecht met de werkelijkheid. Want een gunstige uitspraak van het EHRM is één, de uitvoering ervan is iets heel anders. Dat komt vooral door het gebrek aan een internationale handhavingsmacht. Dittrich geeft het voorbeeld van de Gay Pride in Moskou. Jarenlang wist de burgemeester van de Russische hoofdstad de optocht van homoseksuelen te voorkomen, omdat hij geen “kinderen van Satan” in de straten duldde. Nationale rechters gaven hem gelijk met een beroep op de openbare orde. Uiteindelijk spande de homo-activist Nicolai Alekseev een procedure aan bij het EHRM,
Moord en brand – een literaire thriller Als de vooraanstaande politicus Pieter Korff wordt vermoord, raakt Nederland in een rechtsstatelijke crisis. De Marokkaans-Nederlandse Redouan Fouali, werkzaam bij de AIVD, probeert de moordenaar te ontmaskeren, maar krijgt te maken met falende overheidsdiensten, hijgerige media en een bemoeizuchtig staatshoofd. Onder politieke druk en zonder medeweten van de minister van Veiligheid wordt een verdachte gearresteerd, maar het OM verzet zich bij monde van een krachtige officier van justitie tegen de politieke inmenging in het vervolgingsbeleid. Ze eist vrijspraak, op de publieke tribune roept iemand: ‘Schande’. Met de thriller Moord en brand zet Dittrich zijn eerste stappen op het literaire pad. Hij is niet de enige. “Literaire” thrillers zijn populair, bij lezers én bij professionals die graag eens een boek willen schrijven. In Duitsland boekt de strafrechtsadvocaat Ferdinand von Schirach veel succes met zijn romans, in Nederland werkt strafrechtsadvocaat Britta Böhler aan een driedelige thriller. Moord en brand geeft een onthullende blik achter de schermen van politiek Den Haag en legt een aantal gevoelige kwesties bloot die in de huidige Nederlandse samenleving een rol spelen. Van kabinet tot koning, niemand wordt gespaard. Spijtig is dat het boek niet erg goed is geredigeerd waardoor zinsconstructies en tijdsaanduidingen niet overal consequent zijn doorgevoerd. Ook dat is een teken van de tijd. Moord en brand, Nieuw Amsterdam, € 19,95
maar de voor hem gunstige uitspraak leidde niet tot een verandering van het beleid. ‘Rusland gaat gewoon zijn eigen gang’, concludeert Dittrich, ‘ondanks dat het lid is van EVRM en de Raad van Europa. We zouden eigenlijk een Europees Openbaar Ministerie moeten hebben om uitspraken van het Hof te kunnen handhaven. Een lid uit de Raad zetten lijkt me geen goed idee, maar iets van een hoger beroep om rechtstreeks regeringen te kunnen aanspreken zou misschien wel helpen. Anders kunnen we nooit die laatste stap zetten en blijft het een tandeloos gevecht.’
Geolied Tanden tonen en het recht handhaven, dat is uiteindelijk een van de belangrijkste taken van het Openbaar Ministerie, vindt Dittrich. Op nationaal niveau doet het vervolgingsapparaat dat over het algemeen goed, zegt hij. De kwaliteit van het OM was in de jaren tachtig voor hem zelfs een van de redenen om van de advocatuur over te stappen naar de rechterlijke macht. ‘Als advocaat vond ik vaak dat het OM gewoon gelijk had.’ Sinds die tijd zag Dittrich het OM langzaam veranderen. Een verzameling individuen werd een geoliede organisatie. ‘Een apparaat’, zoals Dittrich dat noemt. Slecht hoeft dat niet te zijn, een apparaat. Mits duidelijk is wat het doet, en waarom. Aan die transparantie ontbreekt het nu teveel, zegt de oud-politicus. Hij doelt daarmee vooral op het gebrek aan inzicht in de vervolgingsbeslissingen die het OM neemt. ‘Nederland is zoveel minder transparant dan we denken’, zet hij zijn standpunt uiteen. ‘Ik pleit daarom voor meer openheid. Het OM moet kunnen beargumenteren waarom het wel of niet vervolging instelt. Dat geeft burgers en organisaties de mogelijkheid om principiële zaken alsnog aan de rechter voor te leggen via bijvoorbeeld een artikel 12 procedure. Dat is ook gebeurd in de zaak-Wilders en dat vind ik prima.
Ik ben voor zoveel mogelijk transparantie, tot en met het toelaten van camera’s in de rechtszaal. De samenleving moet kunnen zien wat er in de rechtszaal gebeurt, maar ook wat er voorafgaand aan de rechtszaak gebeurt.’ Om diezelfde reden hoopt Dittrich dat het OM openheid van zaken geeft over de eventuele vervolging van Jorge Zorreguita tegen wie nabestaanden van de in Argentinië verdwenen Samuel Slutzky aangifte hebben gedaan. ‘Een grondig strafrechtelijk onderzoek zonder politieke afweging op grond van de door Nederland ondertekende mensenrechtverdragen is van groot belang’, formuleert Dittrich. ‘Openheid daarover is essentieel.’ Argumenten dat een eventuele vervolging een zaak is van de Argentijnen wijst hij van de hand. ‘Ik ben net in Argentinië geweest en anders dan men in Nederland wil doen voorkomen leeft de zaak daar wel degelijk. Zorreguita is een bekende naam en ook daarop spreken mensen mij aan. Alleen al het gegeven dat hij onder Videla heeft gediend, levert nog steeds heftige debatten op. Het Argentijnse Openbaar Ministerie zou in de kwestie ook een rol moeten spelen, maar dat is nog steeds nogal corrupt. Een duidelijk, juridisch scherp onderbouwd rapport over de rol die de vader van onze toekomstige koningin heeft gespeeld ten tijde van de Argentijnse junta kan louterend werken. Stel dat het OM concludeert tot vervolging, dan moet de minister geen aanwijzing van niet-vervolging geven. Anders blijft de kwestie een etterende wond in de Nederlandse samenleving.’ Het gaat hem vooral om de juridische argumentatie van het OM, benadrukt Dittrich. Aan een politiek aangestuurde organisatie naar Amerikaans model heeft hij geen behoefte. ‘Het OM als representant van the people is niet mijn ideaalbeeld. In de VS is het vervolgingsapparaat alleen maar politiek, met alle gevolgen van dien. Klassejustitie is in de VS normaal, als je geld hebt, ontspring je
meestal de dans. Dat moeten we in Nederland echt niet hebben.’ Wel ziet hij mogelijkheden om een milde vorm van plea bargaining in Nederland te introduceren, bijvoorbeeld in het geval van een heterdaad met een bekennende verdachte. Op die manier zou het apparaat ontlast kunnen worden zonder het recht geweld aan te doen. Verder ziet hij mogelijkheden om “vertegenwoordigers uit de samenleving” een plaats te geven in de rechtspraak. ‘Ik ben geen voorstander van juryrechtspraak, maar ik zou wel de mogelijkheden willen onderzoeken om vertegenwoordigers uit de samenleving op één of andere manier een plek te geven in bijvoorbeeld de meervoudige strafkamer. Het vervolgen en berechten van criminelen moet een zaak blijven van professionals, maar die moeten de stem van het volk daarbij wel meenemen. Niet door steeds strenger te straffen, wel door uit te leggen hoe het recht werkt en waarom het zo werkt. Laat maar zien wat je doet. Durf dat.’ Tekst: Miek Smilde Foto's: Robin Utrecht
| 29
De Stelling
‘Ik denk dat ik meer kans heb om slachtoffer te worden van een misdrijf dan tien jaar geleden’
Nee
Ja
Ik heb acht jaar geleden een overval meegemaakt op mijn werk. Het klassieke beeld: drie mannen met bivakmutsen op en wapens bij zich, dwongen de manager van de horecagelegenheid de kluis leeg te halen. Er is niet geschoten. Ze zijn weggegaan met een klein beetje geld. De kluis was beveiligd en kon niet zomaar open. Ik heb er weinig last van ondervonden. De dag erop ben ik weer aan het werk gegaan. Een jaar later ben ik naar het noorden vertrokken. Ik woon nu in een klein dorp in Friesland en kan als ik wil zelf de drukte opzoeken. Dan ga ik naar Leeuwarden. Ik vind het fijn om daarna weer terug te komen in de rust. Dat heeft wel met veiligheid te maken. Eigenlijk maak ik vrij weinig mee, ik ben geen feestbeest. Ik voel me niet onveilig, ook niet in de grote stad. Wel heb ik veel over criminaliteit geleerd tijdens mijn opleiding en sinds ik werk voor een particulier Forensisch Instituut. Ik weet dus wel wat er om me heen gebeurd. Er is nu zoveel bekend en er wordt zoveel meer opgespoord dat het lijkt dat er veel meer criminaliteit is. Ik denk dat de criminaliteit gelijk is gebleven. Ik loop, volgens mij, niet meer kans om slachtoffer te worden dan tien jaar geleden. Wel zal er op digitaal gebied nog het een en ander gebeuren.
Veertien jaar geleden is er bij ons ingebroken. Ik had één keer de voordeur niet op slot gedraaid. Dat moeten ze hebben geweten. De inbrekers wachtten tot we weg waren. ‘s Middags zijn ze ons huis ingegaan en haalde best veel weg. Dat was behoorlijk schrikken. Maar toen mijn dochter een week later hun koevoet en schroevendraaier in een kledingkast vond, had dat een grotere impact. Bij mijn dochter is er twee keer ingebroken. De laatste keer drie jaar geleden. Er was veel schade aan het huis omdat ze deuren en ramensponningen hadden geforceerd. Bij de laatste inbraak werd er niet eens meer een sporenonderzoek verricht. Mijn dochter zei nog: dat lijkt nergens op. Toch ben ik eigenlijk nooit bang, maar nu ik ouder wordt realiseer ik me wel hoe kwetsbaar je kunt zijn. Mensen hebben korte lontjes en kinderen luisteren niet meer. Ze gaan brutaal in discussie. Je wordt voorzichtiger om mensen aan te spreken op hun gedrag. Ik denk wel dat ik tegenwoordig meer kans loop om slachtoffer te worden dan vroeger. Denk bijvoorbeeld maar aan internet. Ik krijg geregeld e-mailtjes van zogenaamde ‘banken’ die je op subtiele wijze geld proberen af te troggelen. En door de crisis zullen veel mensen ontslagen worden. Alles wordt duurder, maar mensen krijgen minder. Als ze niks meer hebben, zoeken ze het bij mensen die het beter hebben.
Cynthia Zwart (28), deelneemster OM-burgerforum Leeuwarden
TIJD IS GELD Recente jurisprudentie over virtuele goederen
Onlangs heeft de Hoge Raad twee arresten gewezen over de vraag of ook niet-stoffelijke objecten gestolen kunnen worden. In de eerste zaak (LJN BQ9251) was een jongen van 13 mishandeld en onder bedreiging gedwongen om zijn account te openen van RuneScape. Dat is een online spel waarin men in een middeleeuwse fantasieomgeving punten en voorwerpen moet verzamelen. De verdachten hebben vervolgens vanuit het account van het slachtoffer een virtueel amulet en een virtueel masker naar hun eigen account overgeheveld. De Hoge Raad oordeelde dat deze ‘bits en bytes’ kunnen worden aangemerkt als goed in de zin van art. 310 Sr (diefstal). De in het spel opgebouwde bezittingen hadden reële waarde die in de loop van het spel door inspanning en tijdsinvestering is verworven. Het slachtoffer had binnen het spel "de feitelijke en exclusieve heerschappij" over die objecten, en is door het handelen van verdachten de beschikkingsmacht over deze objecten verloren. Op dezelfde dag deed de raad ook uitspraak in een zaak die betrekking had op een vergelijkbare rechtsvraag: zijn belminuten goederen die gestolen kunnen worden (LJN BQ6575)? Een oud-medewerker van een bedrijf had bij zijn vertrek een SIM-kaart meegenomen en had die vervolgens in zijn eigen telefoon gestopt om te bellen en sms-berichten te versturen. Het bedrijf ontdekte dat toen op de telefoonrekening onverklaarbare gesprekskosten van ruim € 2.500 verschenen. Men belde het gebruikte nummer, de ex-werknemer was zo onverstandig op te nemen en het bedrijf stapte naar de politie om aangifte te doen van diefstal. In hoger beroep bij het hof Den Haag voerde de verdachte aan dat van diefstal geen sprake kan zijn (LJN BK5255). Belminuten en sms-berichten zouden immers geen goederen zijn. Dat verweer sluit aan bij een eerder oordeel van het hof Amsterdam dat belminuten slechts hulpmiddelen zijn ‘ter vaststelling van de gespreksduur die wordt gebruikt als basis voor de tariefstelling’ (LJN BC3449). Het Haagse hof dacht daar anders over. Belminuten vertegenwoordigen wel degelijk een economische waarde. Bovendien verliest de bestolene – anders dan bij het kopiëren van computergegevens – de feitelijke macht over de minuten wanneer iemand anders ze gebruikt om te bellen. Hetzelfde geldt voor op andermans kosten verzonden sms-berichten. Verdachte werd veroordeeld voor diefstal. In cassatie wordt opnieuw de vraag opgeworpen of belminuten een goed zijn in strafrechtelijke zin. De Hoge Raad laat zich vooral leiden door de economische functie van belminuten - en ook van sms-berichten - in het maatschappelijk verkeer. Vanuit dat perspectief bezien vindt de raad dat het hof heeft kunnen oordelen dat verdachte zich de belminuten heeft toegeëigend en dat deze als een goed kunnen worden beschouwd. Datzelfde oordeel werd overigens door AG Machielse in diens conclusie bij het arrest ‘onbegrijpelijk’ geacht. Opvallend is nog dat de Hoge Raad ten overvloede wijst op de overeenkomsten met art. 326c Sr (listiglijk gebruik maken van een telecommunicatiedienst). Volgens de raad is de strekking van die bepaling dat zoveel mogelijk wordt tegengegaan dat wederrechtelijk van uiteenlopende vormen van telecomdiensten gebruik wordt gemaakt. Blijkbaar is dat doel ook van belang bij de interpretatie van het begrip ‘goed’ in art. 310 Sr. In ieder geval staat nu vast dat belminuten en sms-jes ‘goederen’ kunnen zijn, net als elektriciteit, giraal geld en natuurlijk virtuele maskers.
Tekst: Juriaan Simonis (WBOM) en Miranda van Turennout (Regioparket AlkmaarHaarlem)
Froukje Kemker (56), deelneemster OM-burgerforum Leeuwarden
30 | De Stelling - Opportuun 3 - maart 2012
Opportuun 3 - maart 2012 - Jurisprudentie | 31
Werken aan een betere samenleving
GESPOT: Op de repetitie van het kinderkoor Jong Holland in Huizen NAAM: David Niemeijer LEEFTIJD: 32 jaar FUNCTIE: Coördinator Slachtofferloket Amsterdam Foto: Ivar Pel
Met de dirigentstok in de hand
‘Mijn droom ging in vervulling toen ik op zestienjarige leeftijd vierhonderd medeleerlingen op mijn teken Mozarts Ave verum corpus liet inzetten. De muziekleraar was ziek en ik mocht het van hem overnemen.’ Van kinds af aan ging David Niemeijer mee met zijn vader, die naast zijn baan als hoofd van een dagverblijf dirigent was. Als jong ventje beoordeelde hij zijn vaders koren op uitstraling, kwaliteit en zuiverheid, zoals ze bij Idols deden. Op de lagere (Vrije) school zong David graag, totdat dat niet meer mocht door knobbeltjes op zijn stembanden. Wel mocht hij tijdens de lessen koorzang de toonhoogte blijven aangeven, alleen sloeg hij liever de maat aan. ‘Dat deed ik veel beter dan de muziekleraar.’ Dirigeren zit in zijn bloed. Op zijn negentiende stond hij voor zijn eerste gospelkoor. ‘Ik geloof in God en wil een verschil maken in de maatschappij door met muziek een stukje liefde mee te geven.’ David wil een bijdrage leveren aan een betere samenleving. Ook in zijn werk als coördinator van het slachtofferloket. ‘Het gevoel dat ik een verschil kan maken, daar licht mijn hart van op.’ Zelf ooit slachtoffer van een inbraak, waarbij naast waardevolle spullen ook een laptop met alle foto’s van het huwelijksaanzoek is gestolen, ondervond hij aan den lijve wat het is om slachtoffer te zijn. Binnenkort is David twaalf en een half jaar dirigent. Zijn plan? ‘Met passie dirigeren en daardoor mensen raken.’ Gezamenlijk met zijn drie koren, het kinder- en jeugdkoor Jong Holland, het Christelijk koor Edoza en Gospelkoor Switch geeft hij een optreden in de Grote Kerk van Hilversum.