Voorwoord College van Bestuur
Wind mee, wind tegen Herinner je je nog de wintermaanden uit je eigen schooltijd? Toen je in de bittere kou ’s morgens vroeg, in het aardedonker, op pad ging om de kilometers naar je school te overbruggen? Weer of geen weer: altijd werd de fiets gepakt. Tenminste… als je niet het geluk had om lopend te kunnen. Storm of sneeuw: mijn ouders hadden geen mededogen. Er was geen discussie mogelijk: ik moest op de fiets. En altijd die tegenwind. Herkenbaar?
Jezelf wapenen… Volgens mijn ouders had ik bij tegenwind een paar opties: • Je kunt je er aan overgeven en gelaten denken: ‘ik kom er wel, al is het iets later’. • Je kunt afstappen en gaan lopen, maar dat brengt je niet snel verder. • Je kunt het opgeven, omdraaien en terugfietsen. Maar dan kom je zeker niet waar je wilt zijn. • Je kunt je er tegen wapenen door je goed aan te kleden. Windjack aan, sjaal om.
1
Ik koos eigenlijk altijd voor de laatste optie. Ook al beukte de wind op die manier net zo hard tegen je aan, toch voelde het comfortabeler.
…en je niet omver laten blazen De schooltijd van tegenwind op de fiets ligt al weer een poos achter mij. Toen ik mijn rijbewijs kreeg, koos ik voor het vervoer van a naar b toch voor de gemakkelijkste weg. Tegenwind was geen punt meer. Dacht ik. Maar ik heb gemerkt dat ik ook op andere manieren last kan hebben van tegenwind. Dat gebeurt de laatste jaren in mijn werk. Ook in 2012. We hebben namelijk politiek en economisch de wind niet mee. Wij vinden echter dat onze kinderen op de scholen daar niet onder mogen leiden. Ook met minder mensen en minder geld moet er dagelijks goed onderwijs gegeven worden. Ik ben er trots op dat de medewerkers van de KSU niet voor optie 2 (afstappen) of optie 3 (omdraaien) kiezen. Ik zie dat zij zich niet neerleggen bij de tegenwind, maar
zich er tegen wapenen en zelfs bereid zijn om extra hard te fietsen. Zij laten zich niet omverblazen. En dat alles met één einddoel voor ogen: ‘een nog beter resultaat voor onze kinderen’.
De geest wappert Ik herinner me een verhaal over twee monniken die al wandelend een vlag in de wind zien wapperen. Ze gaan met elkaar in discussie. De één zegt: “Het is de vlag die wappert”. Waarop de ander antwoordt: “Nee, het is de wind die wappert”. Dan komt het hoofd van de abdij, de abt, langs en hij zegt: ”Het is noch de vlag noch de wind, het is je geest die wappert.” Dat de geest heeft gewapperd in 2012, wordt in dit verslag duidelijk. De KSU blijft bewegen en doet dat in de goede windrichting. Ik ben bereid om nog harder mijn KSU-fiets vooruit te krijgen. Dat heb ik al gedaan in 2012 en zal ik ook zeker doen in 2013. Fiets je mee? Namens het College van Bestuur, Jan van der Klis, voorzitter
2
Inhoudsopgave 1. Inleiding
3
2.
3
Ontwikkelingen in 2012
3. Organisatiestructuur 3.1 Raad van Toezicht 3.2 College van Bestuura 3.3 Centraal Management 3.4 Vier clusters van scholen 3.5 KSU en Stichting Beheerfonds KSU
4 4 4 4 4 5
4.
Bestuur en medezeggenschap 4.1 College van Bestuur 4.2 Raad van Toezicht 4.3 Gemeenschappelijke Medezeggenschapsraad
6 6 7 7
5.
Bericht van de Raad van Toezicht
8
6.
Onderwijs en kwaliteit 6.1 Strategisch Beleidsplan 6.2 Inspectie van het Onderwijs 6.3 Leren over duurzaamheid in KSU-scholen 6.4 Identiteit 6.5 Leonardo 6.6 Kwaliteit
7. Personeel 7.1 Strategisch Beleidsplan 7.2 Verzuim 7.3 Vervangingsbeleid 7.4 Arbo 7.5 Personeel in cijfers 7.6 Mobiliteit 7.7 Functiemix 7.8 Klachtenregeling
9 9 11 12 13 13 14 15 15 15 17 17 17 18 19 19
8. Communicatie 8.1 Strategisch Beleidsplan 8.2 Communicatiemiddelen 8.3 Bindingsacties 9.
Accommodatie en facilitaire zaken 9.1 Gebouwen 9.2 Verbouwing en vernieuwing 9.3 Duurzaamheid 9.4 Technische Dienst
20 20 20 21 21 21 22 22 22
10. Financiën en formatie 10.1 Bekostigingsgrondslag 10.2 Formatieplaatseenheden 10.3 Financiële positie op de balansdatum 10.4 Resultaat verslagjaar KSU enkelvoudig 10.5 Atjeh financieel 10.6 Kengetallen 10.7 Investeringen, financiering en treasurybeleid 10.8 Het Beheerfonds
23 23 23 24 25 30 30 32 32
11. Vooruitzichten 2013 11.1 Onderwijs en kwaliteit 11.2 Personeel en organisatie 11.3 Communicatie 11.4 Accommodatie en facilitaire zaken 11.5 Financiën en formatie 11.6 Beleidsintensiveringen
33 33 33 34 34 34 35
12. Woord van dank
37
13. Accountantsverklaring
38
14. Financiële bijlagen
40
1.
Inleiding
In dit jaarverslag doet de Katholieke Scholenstichting Utrecht (KSU) verslag van haar activiteiten in 2012. In het afgelopen jaar telde de KSU 24 katholieke scholen, waar ongeveer 650 medewerkers het onderwijs verzorgden aan 5.700 kinderen in de stad Utrecht. We kijken terug naar de ontwikkelingen op onze scholen, binnen ons bestuur en personeelsbestand en in onze nieuw- en verbouwprojecten. Daarbij laten wij ook onze medewerkers zelf aan het woord. Hoe hebben zij het afgelopen jaar ervaren? We blikken niet alleen terug, maar kijken ook vooruit. Wat verwacht de KSU voor 2013 en de jaren daarna? In ons jaarverslag leggen we een koppeling tussen inhoud en cijfers. Zo wordt de jaarrekening 2012 gepresenteerd. Deze is opgesteld door het bureau OSG en gecontroleerd door accountantskantoor PriceWaterhouseCoopers Accountants N.V. In dit jaarverslag voegen we de jaarrekeningen samen (consolidatie) van de Katholieke Scholenstichting Utrecht en van de Stichting Beheerfonds KSU. Het jaarverslag heeft vooral betrekking op de Katholieke Scholenstichting Utrecht.
2.
Ontwikkelingen in 2012
3
In dit jaarverslag gaan we uitgebreid in op de ontwikkelingen in 2012. Enkele daarvan lichten we er hier vast uit. Voortgang uitvoering Strategisch Beleid Het strategische beleidsplan van de KSU 2009-2013 kent 34 resultaatgebieden binnen vier domeinen. De eerste drie domeinen zijn: Personeel & Organisatie, Onderwijs en Kwaliteit. Het vierde domein betreft een cluster van resultaatgebieden die betrekking hebben op externe relaties en strategische partnerschappen en een groeidoelstelling. Ieder resultaatgebied kent een einddoel. Met de in 2012 gerealiseerde acties hebben we in totaal 19 einddoelen behaald. De verwachting is dat we per eind 2013 nog zeven tot negen doelen gerealiseerd zullen hebben. Vier doelen zullen waarschijnlijk niet behaald worden en twee zijn inmiddels achterhaald en worden niet langer nagestreefd. Onderwijs In augustus 2012 is basisschool De JazzSingel van start gegaan. Deze school in Terwijde, Leidsche Rijn, is de vierentwintigste KSU-school. Alle KSU-scholen beschikten eind 2012 over het basisarrangement van de Inspectie van het Onderwijs. Personeel Het functiemixbeleid is bijgesteld; de criteria om iemand te kunnen benoemen in een andere schaal (LB of LC) zijn verruimd, zonder dat het ten koste gaat van de kwaliteit. In het vervangingsbeleid is afgesproken dat de KSU eigen risicodrager is geworden voor het Vervangingsfonds. Dit betekent dat de kosten voor een zieke werknemer eerst voor rekening van de KSU zijn.
school: Ludgerschool wijk: Zuilen aantal leerlingen: 359 aantal medewerkers: 34 Aan het woord: Marian Boumans, schoolleider “Wij organiseren elk jaar een enorme hoeveelheid activiteiten voor de kinderen, die gericht zijn op het leren en welbevinden. De vele leuke foto’s op onze schoolwebsite zijn daarvan het bewijs. Wij maken onze schoolplannen altijd voor de kinderen en de uitvoering ervan is zo concreet zichtbaar aanwezig. Als buurtschool hebben we een hoge ouderbetrokkenheid. Ouders zetten zich graag in voor schoolactiviteiten en dat komt de relatie ouderkind-school ten goede. Verder vinden wij een goede relatie tussen de kinderen onderling belangrijk. Daarom zijn we in de eerste week van het schooljaar 2012-2013 gestart met interactief toneel voor de hele school met als onderwerp duurzaamheid. Drie vliegen in één klap hebben we dit genoemd.”
4
Communicatie Intranet is gebruiksvriendelijker gemaakt. Alle medewerkers kunnen nu eenvoudiger documenten vinden in deze online beveiligde omgeving. Accommodatie Er staan veel (ver)bouwtrajecten van scholen uit. Het nieuwe gebouw van De Binnentuin (voormalig Sint Maarten Leidsche Rijn) in Vleuterweide is in september 2012 opgeleverd en in gebruik genomen. Alle nieuw- en verbouw zijn gerealiseerd conform de huidige normen met betrekking tot energiegebruik en milieu en duurzaamheid. Financieel beleid Er ligt een grote taakstelling op de loonkosten in de begroting. We hebben immers te maken met bezuinigingen in de formatie. Alle scholen hebben naar rato iets minder formatie per leerling; met name scholen die volgens de oude definitie veel gewichtenleerlingen hadden – en in de nieuwe definitie veel minder – worden getroffen. De bovenschoolse pool van extra personeel verdwijnt (bestond in 2011 nog uit 4 formatieplaatsen). Maar er zijn ook meevallers. Het Rijk stelde extra subsidie beschikbaar (prestatiemiddelenbox) voor het realiseren van doelstellingen uit het landelijke bestuursakkoord. Aangezien de KSU eerder al was overgegaan deze doelstellingen met reguliere middelen te verwezenlijken, konden wij deze subsidie grotendeels inzetten voor extra formatieplaatsen. Al met al heeft de KSU over 2012 een beter exploitatiesaldo behaald dan verwacht.
3.
Organisatiestructuur
3.1
Raad van Toezicht
De Raad van Toezicht heeft als belangrijkste taak toe te zien op de wijze van werken van het College van Bestuur. Daarnaast is de Raad werkgever en strategisch adviseur van het College van Bestuur. De Raad van Toezicht bestaat uit de volgende leden: Voorzitter: Vice-voorzitter: Lid: Lid: Lid: Lid:
3.2
mevrouw P.M.L. Ykema de heer J.A.E. Vogel mevrouw W.R.C. Sterk mevrouw P. Corsten de heer G.M. Dijkstra de heer J.H.A.H.M. Sterk
College van Bestuur
Het College van Bestuur is het bevoegd gezag van de KSU en van de Stichting Beheerfonds KSU en geeft leiding aan de organisatie. De samenstelling van het College van Bestuur is in 2012 onveranderd en zag er als volgt uit: Voorzitter: Lid:
3.3
de heer J. van der Klis de heer C.M.M. Laenen
Centraal Management
Het Centraal Management wordt gevormd door de clusterdirecteuren en de manager bedrijfsvoering. Iedere clusterdirecteur heeft naast zijn of haar managementtaak ook een KSU-brede portefeuille, zoals Personeel, Onderwijs en Accommodatie en facilitaire
zaken. Als portefeuillehouder bereidt hij/zij beleid voor en is verantwoordelijk voor de uitvoering ervan. De manager bedrijfsvoering is verantwoordelijk voor de portefeuille Financiën en formatie. Hij/zij houdt zich bezig met planning en control en de bedrijfsvoering van het bestuursbureau.
3.4
Vier clusters van scholen
De Katholieke Scholenstichting Utrecht is de koepel boven 24 basisscholen. In 2012 waren de scholen wederom verdeeld over vier clusters. Cluster A: Brinnummer: 15WG St. Jan de Doperschool Gertrudisschool 15WG De Ariënsschool 15DK De Zevengaven 15PD de Spits 15MP Joannes XXIII-school 15RL Cluster B: Sint Dominicusschool 06OY De Pijlstaart 16DH 16UO De Kameleon Villa Nova 16UO De Carrousel 09VY Ludgerschool 16AF
Cluster C: De Notenboom 17ZL Montessorischool 13RS Johannesschool 08KK Sint. Paulusschool 14ZJ Marcusschool 06GN Mattheusschool 06GN
5
In 2012 voerde OSG (Onderwijs Service Groep) de administratieve werkzaamheden van de organisatie uit. Daarnaast is OSG verantwoordelijk voor de financiële, de personeels-, en salarisadministratie.
3.5
KSU en Stichting Beheerfonds KSU
De rechtspersoonlijkheid van het bevoegd gezag van de KSU is een stichtingsvorm met bestuursnummer 77195. De KSU is op 10 maart 1971 opgericht en is ingeschreven bij de Kamer van Koophandel te Utrecht onder dossiernummer 41177625.
Cluster D: De Achtbaan 27CL Sint Maarten, Leidsche Rijn (De Binnentuin) 06UJ Sint Maarten, Neckardreef 06UJ Hof ter Weide 28AW Op 28 december 1989 is de Stichting Beheerfonds Op De Groene Alm 30JR De JazzSingel 28AW KSU opgericht en ingeschreven bij de Kamer van Koophandel te Utrecht onder dossiernummer 41183964. De bedoeling van de Stichting Beheerfonds Elk cluster heeft een clusterdirecteur. In verband met KSU is het bevorderen van de doelstelling van de KSU. langdurig ziekteverlof van één van de clusterdirecteuren Het Beheerfonds bereikt dit doel onder meer door het is in 2012 cluster D verdeeld onder de overige drie zelfstandig beheren en beleggen van vermogen en clusterdirecteuren. het verwerven van roerende en onroerende goederen conform het treasurybeleid van de KSU. Elke school heeft één of twee schoolleiders. Zij houden zich bezig met de dagelijkse gang van Het College van Bestuur en de Raad van Toezicht zaken op de school. Hun primaire taak is de zorg van de Stichting Beheerfonds KSU hebben dezelfde voor de inhoud en kwaliteit van het onderwijs en samenstelling als die van de KSU. de personeelsontwikkeling. De verdeling van taken en verantwoordelijkheden tussen schoolleider en clusterdirecteur staat beschreven in het schema Taken, Verantwoordelijkheden en Bevoegdheden (TVB). Dit is het managementstatuut van de KSU.
school: Paulusschool wijk: Tuindorp (Noord-Oost) aantal leerlingen: 395 aantal medewerkers: 32 Aan het woord: Ralph Borghart, schoolleider “In 2012 is bij ons op school weer heel wat ontwikkeld en doorgevoerd. Met hulp van de Marnix Academie hebben wij onze visie op goed onderwijs opnieuw vastgesteld: wat voor onderwijs moeten we nu geven om onze kinderen zo goed mogelijk voor te bereiden op de samenleving van de toekomst? Concreet heeft dit al verschillende dingen opgeleverd. Zo geven we nu Engels in groep 1 t/m 8. Het team volgt gezamenlijk de cursus Classroom English van de Hogeschool Utrecht en leerkrachten kunnen een week naar Canterbury voor nascholing. Een andere belangrijke ontwikkeling is dat cognitief getalenteerde leerlingen in groep 1 t/m 4 nog beter gesignaleerd en begeleid worden. Eduniek helpt ons daarbij. Tot slot hebben we de methode Leeslink voor begrijpend lezen in de groepen 6 t/m 8 ingevoerd.”
4.
6
Bestuur en medezeggenschap
Schematische weergave organisatiestructuur per 1 augustus 2012:
De KSU werkt volgens de code Goed Bestuur van de PO-raad.
4.1
College van Bestuur
Het College van Bestuur heeft in 2012 diverse besluiten genomen met betrekking tot ontwikkelingen binnen de KSU. Een selectie: Besluiten betreffende de portefeuille Onderwijs –– Leertijdverlenging op een aantal brede scholen –– Medeoprichter van een werkmaatschappij VVE –– Vertaling doelstellingen Bestuursakkoord naar KSUbeleid –– Beleidsdocument opbrengstgericht werken –– Evaluatie Leonardo-onderwijs –– Ondertekening convenant Kenniscentrum, Talent, wetenschap en techniek SBO De Binnentuin schoolleider
Besluiten betreffende de portefeuille Kwaliteit –– Aanschaf van een digitaal documentmanagementsysteem –– Aanpassen klachtenregeling –– Aanschaf kwaliteitszorgsysteem
De JazzSingel schoolleider
Besluiten betreffende de portefeuille Personeel en Organisatie –– Vernieuwde opzet studiedagen en stafinfomomenten –– Samenwerking met de Kathedrale Koorschool –– Samenwerking met de Marnix Academie op De Binnentuin –– Taakbeleid
–– Aanpassing beleid functiemix –– Begroting Personeels- en Arbeidsmarkt Budget en prestatiebox 2013 –– Aanpassing werkkostenregeling Besluiten betreffende de portefeuille Accommodatie en facilitaire zaken –– Besluit om nieuwe school te starten als dependance van Hof ter Weide, in Leidsche Rijn op de Jazzsingel. –– Programma van Eisen voor nieuwe school Leidsche Rijn Centrum –– Renovatie Carrousel (in plaats van nieuwbouw) –– Aanschaf van softwarepakket ‘Office365’ –– Contract systeembeheerder Station tot Station –– Aanbesteding architect De JazzSingel –– Aanbesteding aannemer Marcusschool en Op De Groene Alm Besluiten betreffende de portefeuille Financiën en Formatie –– Het treasurybeleid is aangepast en opnieuw vastgesteld. –– De meerjarenbegroting 2012-2016 is vastgesteld. –– Bestuursformatieplan 2012-2013 –– Jaarrekening 2011 –– Begroting 2013 Besluiten betreffende het Strategisch Beleidsplan –– Voorbereiding totstandkoming nieuw Strategisch Beleidsplan 2015-2019
4.2
Raad van Toezicht
De Raad van Toezicht kwam in 2012 zes keer in vergadering bijeen met het College van Bestuur.
7
Het betrof vier reguliere vergaderingen en twee themabijeenkomsten. In de reguliere vergaderingen bespreekt de Raad van Toezicht op hoofdlijnen de beleidslijnen zoals die door het College van Bestuur zijn vastgesteld. Een aantal besluiten van het CvB is onderworpen aan goedkeuring door de Raad, zoals de vaststelling van de begroting 2013 en van de jaarrekening 2011. Tijdens de laatste themabijeenkomst in november 2012 is gesproken over de rolverdeling tussen het College van Bestuur en de Raad van Toezicht en over de groei die de Raad van Toezicht wil doormaken van geformaliseerd en resultaatgericht naar waardengericht toezicht.
4.3
Gemeenschappelijke Medezeggenschapsraad
De Gemeenschappelijke Medezeggenschapsraad (GMR) heeft sinds augustus 2007 leden met specifieke deskundigheden. De leden vertegenwoordigen ouders of personeelsleden van meerdere scholen tegelijk, echter zonder last of ruggespraak. In 2012 vergaderde de GMR vijf keer met het College van Bestuur. Ze besprak onder meer: –– het mobiliteitsbeleid –– het taakbeleid –– de functiemix –– de klachtenregeling –– het beleid opbrengstgericht werken –– het bestuursakkoord –– de prestatiebox met bijbehorende begroting
school: Carrousel wijk: Zuilen aantal leerlingen: 96 aantal medewerkers: 19 Aan het woord: Ilona Borgstein, leerkracht groep 1, 2 en 4 “Als ‘eerstejaars’ Carrousel collega voel ik me al helemaal thuis op deze school. Ik ben enthousiast ontvangen door de collega’s en prima op weg geholpen. De collega’ letten goed op mij: of ik me lekker voel, genoeg klets, de kinderen goed in beeld heb en het ‘computerbeleid’ draaiende kan houden, en vooral: of ik me blijf ontwikkelen. Wat wil je als starter nog meer? Die collegiale steun kan ik goed gebruiken. Onze school is in 2012 gestart met aparte klassen voor rekenen en taal. Zo is de doorlopende lijn van de leerstof beter in zicht. En dat komt de ontwikkeling van onze kinderen ten goede. Dat betekent wel dat je elke dag zestig kinderen mag begroeten en les geven in je lokaal.”
8
5.
Bericht van de Raad van Toezicht
Terugkijkend op 2012 constateert de Raad van Toezicht (RvT) dat de KSU zowel invulling heeft gegeven aan de realisatie van de strategie, alsook adequaat nieuwe ontwikkelingen heeft geïntegreerd in de organisatie. Dat is een compliment waard. Als Raad van Toezicht hebben wij in de vergaderingen met het College van Bestuur (CvB) gesproken over de samenwerking met de Marnixacademie en de Kathedrale Koorschool, het nieuw in te richten samenwerkingsverband voor passend onderwijs en voor de voorschoolse educatie. Ook de tussentijdse evaluatie van de pilot met betrekking tot Leonardo-onderwijs voor hoogbegaafde kinderen is onderwerp van bespiegeling, advies en besluitvorming geweest. 2012 stond verder in het teken van de professionalisering van de rollen van de Raad van Toezicht en het College van Bestuur. We hebben gezamenlijk een toetsingskader ontwikkeld voor het CvB. Dit kader geeft de RvT handvatten voor het voeren van functionerings- en beoordelingsgesprekken met de leden van het CvB. De recente voorbeelden van niet goed functionerende toezichthouders en besturen in het land waren een extra stimulans hierbij. In een aparte vergadering hebben we stil gestaan bij de ontwikkeling die wij op bestuurlijk niveau willen realiseren. We hebben daarin vastgesteld dat we steeds beter resultaatgericht toezicht kunnen houden. Dit is mede te danken aan de groeiende kwaliteit van de
rapportages die ons, als Raad van Toezicht, informeren over ontwikkelingen en (financiële) resultaten; we zien dat de begroting groeit naar een beleidsrijke begroting. De Raad van Toezicht wil echter niet alleen kijken naar resultaten. Wij willen toegroeien naar waardengericht toezicht. Een belangrijke stap in deze richting is de oprichting van een nieuwe commissie: de commissie kwaliteit van onderwijs. Het is de derde commissie van de Raad van Toezicht, naast de remuneratiecommissie en de auditcommissie. Verslag auditcommissie 2012 In 2012 heeft de auditcommissie de volgende onderwerpen op de agenda gehad: –– jaarverslag en jaarrekening –– meerjarenbegroting 2013-2017 –– begroting 2013 –– tussentijdse financiële rapportages –– treasurybeleid voor de KSU en de Stichting Beheerfonds –– keuze voor een (nieuwe) accountant De auditcommissie heeft de Raad van Toezicht positief geadviseerd over het jaarverslag en de jaarrekening, de meerjarenbegroting en de begroting. Op basis hiervan heeft de RvT haar goedkeuring gegeven. De Raad van Toezicht is verheugd over de gerealiseerde verbeteringen inzake het jaarverslag en de jaarrekening en de eerste stappen richting een meer beleidsrijke begroting. Een aandachtspunt is de kwaliteit van de tussentijdse financiële rapportages.
In 2012 heeft het College van Bestuur een voorstel voor het treasurybeleid opgesteld. Op advies van de auditcommissie heeft de Raad van Toezicht hieraan haar goedkeuring gegeven. De Raad van Toezicht is verantwoordelijk voor de aanstelling van de accountant. In 2012 is onderzocht of de KSU de samenwerking met PWC, al lange tijd accountant van de KSU, wil voortzetten. Op basis van ontvangen offertes heeft de auditcommissie geadviseerd met de huidige accountant een contract voor één jaar af te sluiten en in 2013 opnieuw offertes aan te vragen voor de accountantswerkzaamheden. Besloten is offertes voor een periode van drie jaar op te vragen. Voor de KSU was 2012 een jaar waarin de organisatie werd geconfronteerd met de gevolgen van de noodzakelijke bezuinigingen. Gelukkig heeft de Raad van Toezicht kunnen vaststellen dat de organisatie goed in staat is geweest deze bezuinigingen te verwerken en tegelijk aandacht te blijven geven aan verdere ontwikkeling van de organisatie en haar medewerkers en verbetering van de onderwijskwaliteit. De KSU is een gezonde organisatie. Raad van Toezicht, Petri Ykema-Weinen (voorzitter, remuneratiecommissie) Sjef Vogel (vice voorzitter, commissie kwaliteit onderwijs) George Dijkstra (auditcommissie) Hans Sterk (auditcommissie) Paula Corsten (commissie kwaliteit onderwijs) Mirjam Sterk (remuneratiecommissie)
6.
Onderwijs en kwaliteit
6.1
Strategisch Beleidsplan
De KSU richt zich op het verbeteren van de kwaliteit van het onderwijs en wil hierin onderscheidend zijn. De hoofddoelstelling van ons Strategisch Beleidsplan (SBP) 2009 – 2013 is niet voor niets een nóg beter resultaat voor alle kinderen die bij de KSU-scholen onderwijs volgen. In het voorjaar van 2011 hebben we een plan van aanpak opgesteld om zeker te stellen dat alle onderdelen van het SPB gerealiseerd worden voor de einddatum van 2013. Hieronder gaan we in op wat we in 2012 bereikt hebben op de vier hoofdthema’s van onderwijsontwikkeling. Thema 1: Passend onderwijs voor ieder kind In januari 2011 gaf het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap helderheid over de contouren van het wetsvoorstel passend onderwijs. Dit bood ons handvatten voor het vaststellen van onze eigen doelen. Waar het om gaat is dat wij ons onderwijsaanbod afstemmen op de onderwijsbehoeftes van alle leerlingen. Om die zorgplicht waar te maken moet iedere school een ondersteuningsprofiel opstellen, waarin beschreven wordt wat de school aan zorg wil en kan bieden. Daarnaast moeten wij een structuur realiseren – op het niveau van de school en van het schoolbestuur– die onderwijs en onderwijszorg voor alle kinderen waarborgt en verbindt. Op verzoek van het nieuw op te richten Utrechts Samenwerkingsverband Primair Onderwijs (SWV PO) hebben de coördinatoren van de huidige samenwerkingsverbanden Weer Samen Naar School (WSNS) een basisondersteuningsprofiel geschreven
voor de stad Utrecht. Het afgelopen jaar hebben alle betrokkenen verschillende, steeds bijgestelde versies hiervan besproken, met als resultaat een stadsbreed basisondersteuningsprofiel. Dit heeft het bestuur van SWV PO i.o. in april 2012 vastgesteld. Op basis van dit stadsbrede basisondersteuningsprofiel hebben alle scholen van het Samenwerkingsverband RK/AB, waar de KSU nu nog onderdeel van uitmaakt, met behulp van het instrument Q3 en externe ondersteuning een ondersteuningsprofiel opgesteld voor hun eigen school. In het komende schooljaar zal iedere school dit vertalen in beleid, dat wordt besproken met de medezeggenschapsraad. De projectgroep van het SBP zal de borging van het beleid volgen, en waar nodig helpen dit soepel te laten verlopen. Thema 2: Burgerschap en sociale integratie Hoe geef je goed burgerschap vorm? Iedere school kiest hierin zijn eigen weg. Maar centraal staan steeds de verbinding van de school met de wijk en de verbinding van de kinderen met de wereld om hen heen. Democratische waarden zijn hierbij de norm. Dit is de uitkomst van de herdefiniëring van dit thema in 2011. De KSU heeft hierbij het volgende doel geformuleerd: vanaf augustus 2013 gaan al onze scholen planmatig werken aan democratisch burgerschap en sociale integratie, waardoor de leerlingen goed zijn toegerust voor hun deelname aan de Nederlandse samenleving. Daarbij zijn de volgende speerpunten geformuleerd en vastgesteld door het CvB: –– Elke school heeft beleid waarin visie op onderwijs en samenleving is opgenomen. –– Elke school heeft een methode voor het ontwikkelen van sociale vaardigheden.
9
school: Villa Nova wijk: Utrecht-West (Nieuw-Engeland) aantal leerlingen: 199 aantal medewerkers: 19 Aan het woord: Gerard Peelen, schoolleider “De gestage leerlingengroei en het positieve inspectiebezoek geven mij een goed gevoel over het jaar 2012. Ik vond onze teambijeenkomsten met als onderwerp ‘Leerkracht Centraal’ onder leiding van SISo-grondlegger Leo Pagels zeer inspirerend. SISo staat voor Structureel Individueel Samenwerkingsonderwijs. Het is zelfs mogelijk dat wij in de toekomst een SISo-school willen worden. Naast schoolleider ben ik ook coach van ict-collega’s. Dit doe ik in het kader van het I-coachtraject van het Strategisch Beleidsplan. In die functie leg ik veel schoolbezoeken af en zo heb ik het afgelopen jaar veel inzicht gekregen in de ICT-ontwikkeling bij de KSU-scholen. Het is mooi om te zien met hoeveel enthousiasme de nieuwe media een plek krijgen in het curriculum. Mijn nieuwe takenpakket geeft mij veel energie!”
10
–– Elke school leert haar kinderen de essentiële kenmerken van de Nederlandse samenleving, volgens de visie van de KSU. –– De school is een oefenplaats voor actief burgerschap. –– Binnen de school geven ouders en leerkrachten dagelijks uiting aan de basiswaarden gelijkwaardigheid en diversiteit. Op weg hierheen heeft de projectgroep ‘Burgerschap en sociale integratie’ de schoolleiders in november 2012 het instrument ‘Quick Scan Democratisch Burgerschap’ aangereikt. Hiermee kan elke school in kaart brengen wat de huidige stand van zaken is als het gaat om burgerschap en sociale integratie en wat er verbeterd kan worden. Zo verzamelen de schoolleiders de bouwstenen voor hun beleid op dit gebied. Thema 3: ICT-onderwijs Kunnen omgaan met ICT is een belangrijke vaardigheid voor kinderen in de hedendaagse maatschappij. Als KSU maken nu we de stap naar inhoud en didactiek. In 2010 hebben we het ICT-beleid voor de KSU vastgesteld. Vorig jaar heeft elke school dit uitgewerkt in een eigen schoolplan 2011-2014. Voor het einde van de looptijd van het Strategisch Beleidsplan moeten de volgende doelen gerealiseerd zijn: –– Het in 2011 vastgestelde ICT-beleid op schoolniveau moet in 2013 zijn geïmplementeerd. –– Eind 2013 beschikt elke school over een speciaal hiervoor opgeleide Icoach, die teamleden kan begeleiden en inspireren, waardoor de inzet van ICT in de dagelijkse lespraktijk verhoogd wordt.
De tweejarige opleiding Icoach is in augustus 2011 gestart. De projectgroep geeft samen met de organisatie Kennisnet, die de opleiding subsidieert, vorm aan het opleidingsprogramma. Uit een tussentijdse evaluatie in juni 2012 bleek dat de Icoaches geleerd hebben om verschillende ICT-middelen toe te passen in de dagelijkse praktijk (QRcodes, Google Maps, iPad, Prezi, et cetera) en dat het delen van ervaringen via dropbox heeft geleid tot nog betere resultaten. Lesideeën worden uitgewisseld en op diverse scholen toegepast. Inmiddels heeft iedere Icoach in samenspraak met de schoolleider de visie op ICT in het onderwijs vertaald naar de eigen schoolsituatie. Met als uitgangspunt het jaarplan van de school wordt een verbinding gelegd tussen ICT en onderwijsmethodes. De kennis en vaardigheden die de Icoaches aangereikt krijgen in de opleiding is afgestemd op de plannen. Coaching door de projectleiders blijft belangrijk: met hem of haar bespreekt de Icoach 2 á 3 keer per jaar, samen met de schoolleider, de voortgang van het plan van aanpak. Thema 4: Kwaliteitszorg Kwaliteitszorg is iets van iedereen voor elke dag: doen we de goede dingen en doen we ze goed? Het is dan ook logisch dat kwaliteitszorg wordt ondersteund door scholing en training. In 2012 hebben we in projectvorm gewerkt aan drie doelstellingen: 1. Er is een structuur voor de kwaliteitscyclus van resultaten, onderwijsontwikkeling en persoonlijke ontwikkeling. Een werkgroep voor dit SBP-project heeft de mogelijkheden onderzocht voor het digitaliseren van de planning zoals wij die kennen in het KIKKERboek. De meest voor de hand liggende oplossing was het
opnemen van de planning in Outlook als taak of agenda. Binnen de KSU wordt echter gebruik gemaakt van verschillende werkvormen en versies van Outlook, waardoor het niet mogelijk was om dit één op één te implementeren. Gedurende het in kaart brengen van de benodigdheden en kosten om dit stichtingsbreed te kunnen realiseren werd de werkgroep ingehaald door het project Kwaliteitszorgsysteem. In paragraaf 6.6 wordt dit project nader toegelicht. 2. Er zijn voor drie vakken streefnormen ontwikkeld voor verschillende KSU-scholen. Zowel voor taal en rekenen als voor het thema identiteit zijn inmiddels streefnormen vastgesteld en ondergebracht in Mediaan (iKnow), waarin alle schoolresultaten samenkomen. De Inspectie hanteert schoolgroepen per leerlinggewicht. Voorlopig baseert de KSU zich op deze indeling bij het interpreteren van de schoolresultaten. Hiermee is het einddoel van dit project behaald. 3. Er is een verbeterde kwaliteitsgerichte houding ontstaan in het primaire proces, door het inzetten van geïntegreerde instrumenten waaraan kwaliteitsindicatoren en normen gekoppeld zijn. De KSU hanteert de volgende definitie van een kwaliteitsgerichte houding: ‘Een kwaliteitsgerichte houding is het (leren) kijken naar het eigen handelen en zo nodig het eigen handelen kunnen bijsturen. Om zo te komen tot een hoge kwaliteit van het eigen werk en een kwalitatief sterke KSU-school, sterke punten te behouden en zwakke punten systematisch te verbeteren, zodat het beste resultaat wordt bereikt.’ Om dit te ondersteunen wordt het behaalde resultaat van de medewerker (dat wordt gedefinieerd door
de geformuleerde normen) een vast terugkerend onderwerp in de gesprekscyclus van functioneren en beoordelen (schoolleider-leerkracht). Als hieruit verbeteracties volgen dan worden deze, middels dezelfde cyclus, gemonitord. Een projectgroep heeft zich gebogen over het benoemen van kwaliteitscriteria, indicatoren en normen. Het project is echter is om twee redenen voortijdig opgeheven. Allereerst waren er veel raakvlakken met het project dat de portefeuillehouder P&O heeft opgestart rondom de cyclus van functioneren en beoordelen. Verder zorgt ook de komst van het kwaliteitszorgsysteem ervoor dat er gebruik gemaakt wordt van geïntegreerde instrumenten waaraan indicatoren en normen gekoppeld zijn. De projectgroep heeft haar resultaten als advies voorgelegd aan de portefeuillehouder P&O.
6.2
Inspectie van het Onderwijs
De Inspectie van het Onderwijs ziet er op toe dat alle leerlingen onderwijs krijgen van voldoende kwaliteit. Bij het beoordelen van de onderwijskwaliteit maakt de inspectie gebruik van een toezichtkader. Dit kader is in nauwe samenspraak met vertegenwoordigers uit het onderwijsveld ontwikkeld. Er staat in hoe de Inspectie werkt, wat precies beoordeeld wordt en wanneer het onderwijs van voldoende kwaliteit is. Zo weten scholen en besturen wat ze van (het toezicht van) de Inspectie kunnen verwachten. Het toezicht van de Inspectie is risicogericht: ieder jaar bekijkt de inspectie met behulp van een risicoanalyse of er aanwijzingen zijn dat een school onvoldoende kwaliteit levert. Op basis van deze analyse en eventueel nader onderzoek wordt bepaald hoeveel toezicht een
school nodig heeft. Het toezicht dat een school krijgt, is dus maatwerk. Als de analyse geen risico’s laat zien, heeft de Inspectie vertrouwen in de kwaliteit van het onderwijs op de school. Dan is geen nader onderzoek of intensivering van het toezicht nodig en krijgt de school basistoezicht. Als de analyse risico’s laat zien, voert de Inspectie een kwaliteitsonderzoek uit. Mocht hieruit blijken dat er toch geen tekortkomingen zijn, dan krijgt de school alsnog basistoezicht. Als wel sprake is van tekortkomingen beoordeelt de Inspectie de school als zwak of zeer zwak; er volgt dan geïntensiveerd toezicht. Elk jaar in oktober bespreekt de inspecteur de risicoanalyse met het College van Bestuur en de clusterdirecteuren. In 2011 kende de KSU nog één zwakke school: De Notenboom. Deze school heeft hard gewerkt aan de verbeterpunten. Dit heeft ertoe geleid dat de Inspectie in oktober 2012 na een uitgebreid kwaliteitsonderzoek ook aan deze school het basisarrangement heeft toegekend. Nu beschikken dus alle scholen van de KSU over het zogeheten basisarrangement. Een prachtig resultaat. Onze ambitie is om dit duurzaam zo te houden. Duurzame kwaliteit van onderwijs In de Wet op het Onderwijstoezicht staan de aspecten beschreven waarop een school wordt beoordeeld. De Inspectie heeft al deze aspecten uitgewerkt in indicatoren. De belangrijkste indicatoren noemt de Inspectie ‘normindicatoren’. In aanloop naar de inspectiebezoeken voert de clusterdirecteur met portefeuille onderwijs aan de hand van een uitgewerkte indicatorenlijst voorgesprekken met alle schoolleiders en intern begeleiders. Dit wordt
11
school: Hof ter Weide wijk: Leidsche Rijn aantal leerlingen: 397 aantal medewerkers: 34 Aan het woord: Megan van Leeuwen, leerkracht en bouwcoördinator “Tijdens het voorleesontbijt 2012 kregen wij bijzonder bezoek. Marja van Bijsterveldt, toenmalig minister van Onderwijs, las in een onderbouwgroep het verhaal van Henny de Heks voor. Zulk hoog bezoek is een mooi signaal naar kinderen en ouders hoe belangrijk wij lezen vinden. In het schooljaar 2011-2012 zijn we naast de rekenweide dan ook gestart met een taal- en leesweide. Zodat kinderen van groep 1 t/m 8 op hun eigen niveau aanbod krijgen en begeleid worden. Om de leesweide meer invulling te geven, zijn we in augustus 2012 gestart met Veilig Leren Lezen en Estafette. Er waren nog meer hoogtepunten: in oktober 2012 stapte onze collega in het huwelijksbootje. En niet in Leidsche Rijn, maar op Terschelling. Voor ons geen probleem, want wij pakten onze tassen en namen de boot. Een heerlijk weekend met collega’s en goed voor de teamspirit!”
12
gewaardeerd en helpt hen om goed voorbereid te zijn op het inspectiebezoek. Na afloop van het inspectiebezoek komen zij opnieuw bij elkaar om de rapportage te bespreken en eventuele acties te benoemen. De portefeuillehouder onderwijs bespreekt de inspectierapporten en eventuele acties vervolgens op hoofdlijnen in het reguliere overleg met het College van Bestuur. Zo hebben we een standaard ontwikkeld om de kwaliteit van het onderwijs op de KSU-scholen duurzaam op voldoende niveau te houden. In 2012 hebben wij de gezamenlijke verbeterpunten van de KSU-scholen in kaart gebracht en verwerkt in activiteiten in het jaarplan onderwijs. Dit zijn: –– het beter uitvoeren en naleven van wet- en regelgeving; –– het verbeteren van (aantoonbaar) opbrengstgericht werken en kwaliteitszorg. In het schooljaar 2012-2013 wordt voor bovenstaande punten beleid geformuleerd en getoetst op de scholen. Zo bieden wij de schoolteams handvatten voor de verbetering en borging van kwalitatief goed onderwijs.
6.3
Leren over duurzaamheid in KSU-scholen
De term duurzame ontwikkeling staat voor ‘een ontwikkeling waarin tegemoet wordt gekomen aan de behoeften van de huidige generaties zonder de mogelijkheden weg te nemen dat toekomstige generaties in hun behoeften kunnen voorzien’. Hierbij worden drie belangrijke begrippen vermeld: mensen (people), milieu en aarde (planet) en economie en welvaart (profit), afgekort de drie P’s.
Voor het onderwijs betekent dit: –– opvoeding in duurzaamheidsbevorderend gedrag –– bewustwording van duurzame ontwikkeling. Opvoeding in duurzaamheidbevorderend gedrag geven we aldus vorm: Het bevorderen van een concrete gedragsverandering bij kinderen en leerkrachten als het gaat om het gebruik van water, elektriciteit, gas, papier, verbruiksmateriaal en verpakkingsmaterialen. Kinderen moeten aantoonbaar duurzamer gaan handelen met behulp van haalbare gedragsregels. Leerkrachten en kinderen moeten elkaar op duurzaam gedrag wijzen. We vragen ieders inspanning bij het aandragen van bruikbare oplossingen en alternatieven voor duurzaamheid in de school. Met deze gedragsverandering willen we kinderen bewust maken van wat duurzame ontwikkeling is: dat je zo leeft dat bronnen niet uitgeput raken, dat de natuur in evenwicht blijft en de welvaart eerlijk verdeeld is onder de mensen, nu en later, hier en elders. We willen dat kinderen ontdekken dat ze zelf keuzes kunnen maken die verschil kunnen uitmaken, maar dat ze tegelijk beseffen dat ze niet overal invloed op kunnen hebben. We laten ze kennismaken met processen die van invloed zijn op duurzame ontwikkeling, zodat ze deze in het nieuws herkennen. De KSU-scholen zorgen ervoor dat de kinderen worden opgeleid om in een veranderende wereld hun plek te vinden, hun talent te ontplooien, hun bestaan op te bouwen en bij te dragen aan een duurzame samenleving. Er bestaan voor deze uitdaging geen standaard oplossingen. Steeds meer van onze scholen besteden gericht aandacht aan natuur, milieu en
duurzaamheid. Dit gebeurt op allerlei niveaus en aan de hand van uiteenlopende onderwerpen: een groen schoolplein, een fris binnenklimaat, Fair Trade-koffie voor team en ouders, hergebruik van afgedankte spullen, lessen over duurzame energie, speciale aandacht voor wereldburgerschap, meer natuuronderwijs. Enkele voorbeelden van vragen die wij met de leerlingen behandelen: –– Wat gooi je allemaal in de prullenbak? En wat gebeurt daarmee? –– CO2, overstromingen, groene energie. Je hoort het in het nieuws. Waar gaat dat over? –– Plastic soep, wat is dat? Een drijvende vuilnisbelt in zee! –– Hoe zijn al die spullen uit de winkel gemaakt? En door wie? –– Er zijn veel diersoorten op de wereld. Sommige soorten sterven uit. –– Waar en hoe wordt ons eten gemaakt? –– Welke dieren leven er allemaal op de boerderij en hoe wordt er voor ze gezorgd? –– Water om te zwemmen, drinken, wassen. Water is van levensbelang. Hoe gaan we daar duurzaam mee om? Verschillende projecten benadrukken ecologische aspecten, bijvoorbeeld hoe we het schoolgebouw kunnen verbeteren met duurzame materialen (energiebesparingen, milieuvriendelijke materialen). In diverse lessen komen zaken als energie en luchtkwaliteit aan bod, bijvoorbeeld de voor- en nadelen van kernenergie, energieverbruik en CO2-uitstoot. Ook sociaal-culturele aspecten komen aan bod, bijvoorbeeld als kinderen zich verdiepen in de
derde wereld. Verder werken we aan de kerndoelen van Natuur en Milieu Educatie (NME), wereldoriëntatie en burgerschapsvorming. Bij een aantal scholen ligt de focus van burgerschapsvorming op het opdoen van sociale competenties in het programma van De Vreedzame school. Het doel hierbij is het leren samenleven in een gemeenschap en je er voor verantwoordelijk voelen. Hoewel de wijze waarop duurzame ontwikkeling op KSU-scholen aan bod komt (nog) tamelijk versnipperd is en per school verschilt, kunnen we wel constateren dat alle scholen zich op hun eigen wijze bezig houden met duurzame ontwikkeling.
6.4
Identiteit
De KSU-Canon is het uitgangspunt voor ons identiteitsonderwijs. Met elkaar hebben we geconstateerd dat het belangrijk is dat startende schoolleiders en leerkrachten op de hoogte zijn van onze Canon en weten hoe de KSU vorm wil geven aan de levensbeschouwelijke identiteit. Vanaf 2012 was deze informatie onderdeel van het inwerkprogramma voor startende medewerkers. Op verzoek van de schoolleiders en na overleg met de resonansgroep is besloten dat er in 2012 geen derde ronde collegiale visitaties plaatsvindt. In plaats daarvan neemt het onderwerp ‘identiteit’ nu een prominente plek in op de agenda van het clusteroverleg en valt onder de integrale verantwoordelijkheid van de clusterdirecteur. Schoolleiders kunnen hier over hun eigen identiteitsbeleving spreken, maar vooral ook ervaringen delen en leren van elkaar. Bijvoorbeeld
13
over hoe je vieringen op school vormgeeft. In de resonansgroep worden deze besprekingen voorbereid. De KSU maakt gebruik van ondersteuning van identiteitsmedewerkers van het kenniscentrum School&Identiteit, onderdeel van de lerarenopleiding Marnix Academie. Zij hebben uitgebreide ervaring in het ondersteunen van teams en schoolleiders bij het vormgeven van de identiteit van hun school. De medewerkers van kenniscentrum School&Identiteit die de identiteitsbegeleiding op KSU-scholen verzorgen zijn: Mirjam Stroetinga, Henriette Hoogenkamp en Piet van Hest. Vanaf schooljaar 2010-2011 komen zij minimaal 15 uur per jaar op onze scholen. In 2012 rapporteerden zij twee keer in een clusterdirecteurenoverleg en twee keer aan het CvB over de voortgang en de inzet. De samenwerking met het onderwijscentrum van de Marnixacademie verloopt naar ieders tevredenheid; er is een breed aanbod van thema’s en van materiaal.
6.5
Leonardo
Passend onderwijs wordt vaak gedefinieerd vanuit het perspectief of de aanname dat het sec gaat om het bieden van een passende setting of het voorzien in een onderwijsbehoefte voor kinderen die moeilijker kunnen meekomen. Dat is niet de visie van de KSU. Wij vinden dat ook aan cognitief getalenteerde of hoogbegaafde kinderen passend onderwijs geboden moet worden. Daarom is de KSU eind 2009 gestart met een driejarige-pilot Leonardoonderwijs. De KSU heeft de licentie verworven voor deze vorm van onderwijs voor de stad Utrecht. In oktober 2012 heeft een tussentijdse evaluatie plaatsgevonden, waaraan ouders, leerlingen en leerkrachten hebben meegewerkt. Hieruit komt naar
school: De JazzSingel wijk: Terwijde (Leidsche Rijn) aantal leerlingen: 7 aantal medewerkers: 3 Aan het woord: Melanie van Wijk, leerkracht “In 2012 ging mijn school, De JazzSingel, van start. Een nieuwe school betekent een nieuw team, dat nu nog maar bestaat uit drie personen. Het mooie van het opstarten van een school met een klein team is dat wij samen de richting kunnen bepalen en alles zelf kunnen ontwikkelen. Hoe gaan we om met de katholieke identiteit? Hoe gaan we ons onderscheiden van de andere scholen? Hoe gaat ons verslag eruit zien? Ik was al gewend om met heterogene groepen (1 t/m 4) te werken, maar toch is het hier anders. Je bent steeds met verschillende groepen bezig. Dit vraagt veel zelfstandigheid van de kinderen, maar ook veel flexibiliteit van de leerkracht.”
14
voren dat de pilot Leonardo-onderwijs aantoont dat er voltijd onderwijs nodig is voor deze cognitief getalenteerde leerlingen. De ervaring hiermee heeft ons de afgelopen twee jaar geleerd scherper in beeld te krijgen welke kinderen deze vorm van onderwijs nodig hebben, wat dit betekent voor de (h)erkenning van deze onderwijsbehoefte en hoe de KSU-scholen hierin een voortrekkersrol kunnen vervullen in het Utrechtse. Inmiddels is er een dialoog op gang gebracht met ons Samenwerkingsverband RK/AB en de andere Samenwerkingsverbanden PO in de stad Utrecht. De status van het Leonardo-onderwijs was aanvankelijk discutabel; het werd vooral gezien als een exclusiviteit voor de KSU. Door echter in de gesprekken de onderwijsbehoefte van de leerling centraal te stellen, konden wij met elkaar bespreken wat dit betekent of zou moeten betekenen voor het reguliere en het speciaal basisonderwijs, en wat toereikend is. De KSU heeft de intentie om het Leonardo-onderwijs ook op de langere termijn aan te bieden. In het voorjaar van 2013 wordt een besluit genomen of en hoe wij deze vorm van onderwijs kunnen voortzetten.
6.6
Kwaliteit
Kwaliteitszorgsysteem primaire proces (Integraal) Tijdens één van de reguliere gesprekken die het College van Bestuur met de Inspectie gevoerd heeft is aangegeven dat er op veel scholen verbeteringen op onderdelen mogelijk zijn ten aanzien van de kwaliteitszorg (kwaliteitsaspect 9 van de Inspectie). Dit geldt met name voor de evaluatie van opbrengsten, de verantwoording over de kwaliteit van het onderwijs aan belanghebbenden en de evaluatie van het
onderwijsleerproces. Dit bleek ook uit het onderzoek dat hiervoor is verricht. Daarop doorvragend gaven schoolleiders aan dat een ondersteunend integraal kwaliteitszorgsysteem kan bijdragen aan verbetering op dit punt. Op basis van die informatie is vervolgens een werkgroep kwaliteitszorg geformeerd. Deze werkgroep is gevraagd om de mogelijkheden voor een kwaliteitszorgsysteem en het draagvlak hiervoor in de organisatie in kaart te brengen en hierover advies uit te brengen aan het College van Bestuur. Met die opdracht is de werkgroep aan de slag gegaan en is begonnen om in samenspraak met de schoolleiders een Programma van Eisen (PvE) op te stellen. Aan de hand van dit PvE zijn er verschillende systemen bekeken en gescoord. Uiteindelijk kwam Integraal (onderdeel van ParnasSys) als beste kwaliteitszorgsysteem uit de bus. Het College van Bestuur zal begin 2013 besluiten tot aanschaf van Integraal en het daarbij behorende implementatieplan. Document Management Systeem (DMS) De KSU is een lerende organisatie die door maatschappelijke, technische en politieke ontwikkelingen aan veranderingen onderhevig is. Het huidige systeem van documentmanagement, versiebeheer en de indeling van webboeken op Intranet voldeed niet meer aan de eisen van de organisatie. De KSU wil in ieder geval: –– één centraal punt waar alle definitieve documenten inzichtelijk zijn voor alle betrokkenen; –– een systeem dat efficiënt ingericht is waardoor dit beheersbaar blijft; –– indien mogelijk, aansluiten bij reeds bestaande systemen;
–– de PDCAcyclus (Plan-Do-Check-Act) ook in het administratieve proces verweven hebben. Na onderzoek is ervoor gekozen om het huidige postsysteem uit te breiden met een DMS-module die speciaal voor de KSU ontwikkeld is. Alle documenten die op het KSU-huis ontwikkeld en goedgekeurd zijn worden via een “flow” in DMS gezet. Voor het opstellen van documenten zijn nu regels opgesteld zodat alle documenten straks aan dezelfde lay-out eisen voldoen. Ieder document wordt voorzien van eigen kenmerken, waaronder een houdbaarheidsdatum. De documentmaker zal periodiek (automatisch) het verzoek krijgen om de documenten te actualiseren. Ieder document wordt rechtstreeks in een archief geplaatst zodat er geen documenten verloren kunnen gaan. Alle KSU-huismedewerkers hebben inzage in de status van een document. Door op Intranet dezelfde indeling te gebruiken als in DMS en het plaatsen van documenten op Intranet mee te nemen in de “flow” is er eenduidigheid gecreëerd in dit onderdeel van de administratieve organisatie. Halverwege 2013 moeten alle huidige documenten geactualiseerd zijn.
7.
Personeel
Het doel van de KSU rondom personeelsbeleid is om kwalitatief de beste personeelsformatie te hebben, zodat de ambitie om kinderen goed onderwijs te bieden gerealiseerd kan worden.
7.1
Strategisch Beleidsplan
De hoofddoelstelling van ons Strategisch Beleidsplan (SBP) 2009 – 2013 is een nóg beter resultaat voor alle kinderen die bij de KSU-scholen onderwijs volgen. In het voorjaar van 2011 is er een plan van aanpak opgesteld om er voor te zorgen dat alle onderdelen van het SPB gerealiseerd worden voor de einddatum van 2013. Hieronder gaan we in op wat we in 2012 bereikt hebben binnen het thema personeel & organisatie:
15
moeilijk zou worden om de komende tijd nog veel meer medewerkers te kunnen benoemen. De KSU heeft daarom de criteria verruimd (zonder de eisen te verlagen), zodat meer medewerkers in aanmerking kunnen komen voor een benoeming in de LB-schaal. Voldoende leerkrachten In het SBP werd nog uitgegaan van een tekort aan leerkrachten. De ontwikkelingen op de arbeidsmarkt hebben dit onderwerp voor een groot deel ingehaald. Opleiden van studenten tot leerkrachten In 2011 is de KSU een samenwerking (partnerschap) aangegaan met de Hogeschool Utrecht (HU) en de Marnix Academie. Door middel van deze samenwerking beoogt de KSU onder andere de beste startbekwame leerkrachten aan zich te binden. Er zijn vier verschillende type scholen waar studenten begeleid en/ of opgeleid worden tot startbekwame leerkrachten. Dit zijn stagescholen, opleidingsscholen, academische opleidingsscholen en partnerschap Marnix-scholen. In het schooljaar 2011-2012 hebben 13 studenten van de Marnix Academie gebruik gemaakt van de mogelijkheid om bij de KSU stage te lopen. De KSU was tevreden over de eerste aanloop van de studenten van de Marnix. In het schooljaar 2012-2013 is een vergelijkbaar aantal studenten begonnen met dit traject.
Eigen talenten inzetten In 2012 hebben we een start gemaakt met het onderzoek naar de mogelijkheden om eigen talenten van KSU-medewerkers in te zetten voor deskundigheidsbevordering. Dit heeft geleid tot het opzetten en ontwikkelen van de talentenliga met als doel expertise van mensen binnen de KSU te benutten en mensen te laten excelleren op hun mogelijkheden. De talentenliga is ontworpen en zal begin 2013 operationeel worden.
7.2
Functiemix In het eerste kwartaal van 2012 concludeerde de KSU dat er veel medewerkers benoemd waren in het kader van de functiemix, maar drong ook het besef door dat het op basis van de bestaande criteria
Onder het motto ‘Ziek is ziek, maar niet per se arbeidsongeschikt’, zijn we in 2012 een samenwerking aangegaan met Arbodienst Cohesie. Voor de KSUmedewerkers betekende dit een aantal veranderingen. Zo spraken wij binnen de KSU niet langer over ‘ziek melden’, maar over het aanvragen van ziekteverlof. Dat
Verzuim
school: De Binnentuin wijk: Vleuterweide aantal leerlingen: 114 aantal medewerkers: 22 Aan het woord: Cindy Hamers, schoolleider “Na een lange voorbereiding en een enerverend bouwtraject was het eindelijk zover: onze school kreeg een nieuwe naam en een nieuw gebouw. Eind september 2012, net na de start van het schooljaar, namen wij afscheid van de naam St. Maarten Leidsche Rijn en gingen wij verder als ‘De Binnentuin’. De school in De Meern ruilden wij in voor een prachtig, ruim gebouw, waar onze kinderen nog beter onderwijs kunnen krijgen. Het aantal leerlingen op onze school groeide tot ruim boven de honderd. Na de verhuizing kwam er ook een tweetal Leonardogroepen in ons gebouw. Samen ontdekken we de verschillen en overeenkomsten tussen deze groepen.”
Redenen van verzuim Medewerkers kunnen om uiteenlopende redenen ziek zijn. Binnen de KSU heeft 40% van het verzuim een fysieke oorzaak en is 11% is zwangerschapsgerelateerd. We zien dat bijna de helft van het verzuim veroorzaakt wordt door klachten van psychische aard. Dat is hoger dan gemiddeld. Kijkend naar leeftijd zien we dat met name vrouwen tussen de 30 en de 40 jaar en medewerkers van 60 jaar en ouder ziekteverlof aanvragen. De KSU gaat in 2013 onderzoeken wat de mogelijkheden zijn om het verzuim ten gevolge van psychische klachten terug te dringen.
3% 3%
Verzuimpercentage naar leeftijd
8%
Verzuimfrequentie
8%
7% 6%
38%
5%
20%
4% 3% 7,87%
5,88%
1%
0 x verzuim
4,52%
2%
7,48%
was wennen, voor iedereen en zorgde aanvankelijk voor een drempel om ziekteverlof aan te vragen bij Cohesie. Medio 2012 was echter al een stevige basis gelegd in het ‘nieuwe denken’ en spraken medewerkers steeds meer over ‘ziekteverlof aanvragen’. De doelstelling om binnen de KSU op 4% ziekteverzuim (of lager) te komen, is niet behaald. Over geheel 2012 is het gemiddelde 6,1%. Ten opzichte van 2011 betekent dit een stijging met 0,3%. Het verzuimcijfer van de KSU is een afspiegeling van de landelijke trend die eveneens een stijging laat zien. Maar er is nog een tweede verklaring. De KSU had in 2012 te maken met relatief veel langdurig zieken en langdurig zieken waarbij een sanctie was opgelegd aan de KSU door het UWV. Dit gebeurde omdat de werkgever te veel klachtcontingent had gehandeld in plaats van tijdscontingent. Dit was en is een belangrijk aandachtspunt voor de KSU in 2013. Als we kijken naar de samenwerking met Arbodienst Cohesie dan zien we dat het langdurend verzuim en het kortdurend verzuim minder is geworden. De KSU vond in de samenwerking met Cohesie voldoende positieve ontwikkelingen om deze samenwerking te continueren.
5,11%
16
2 x verzuim 3 x verzuim 4 x verzuim
0% -1%
1 x verzuim 28%
5 of meer <30 jaar
30-40 jaar
40-50 jaar
50-60 jaar
>60 jaar
Overigens: het is niet altijd duidelijk wat een medewerker precies mankeert. Vanwege de Wet Bescherming Privacy mogen werkgevers niet doorvragen naar de aard van de klachten. De medewerker hoeft geen medische informatie te verstrekken aan de werkgever. Wel moet deze aangeven wat hij of zij nog wel kan. De KSU (met in het verlengde Cohesie) richt zich vooral op de mogelijkheden van een medewerker. Verzuimfrequentie De KSU streeft naar een verzuimfrequentie onder de 1,08. Dit is niet gehaald. De verzuimfrequentie is uitgekomen op 1,19. Dat betekent dat gemiddeld genomen elke medewerker ruim één keer per jaar ziekteverlof heeft aangevraagd. Van alle medewerkers heeft 38% in 2012 niet verzuimd. De maand november laat een piek in het aantal ziekteverlof-aanvragen zien. De maanden mei, juli en augustus hebben een lage verzuimfrequentie. Of een medewerker ziekteverlof aanvraagt is zijn of haar eigen verantwoordelijk. Iedereen is anders en
hanteert zijn eigen grenzen. Wel geldt voor iedereen dat hij een drempel over moet voor hij besluit thuis te blijven. Iedere medewerker stelt zich dezelfde vragen: Kan ik het werk aan? Wil ik het werk wel doen? Welk risico loop ik als ik ga werken? Het antwoord op deze vragen verschilt per medewerker en is niet alleen afhankelijk van hoe iemand zich voelt, maar ook van bijvoorbeeld de werksfeer. Als we kijken naar de verzuimfrequentie op onze scholen dan zien we onderling grote verschillen. Daarbij merken we op dat een verzuimfrequentiecijfer op zich niet alles zegt. Het cijfer moet in zijn totaliteit worden gezien voor er conclusies aan verbonden kunnen worden. Verzuim per school Binnen de KSU hebben we te maken met grote verschillen in de verzuimcijfers tussen de scholen, uiteenlopend van minder dan 1% tot 6%. KSU-scholen met een laag verzuimpercentage zijn de Ariënsschool, de Pijlstaart en de Dominicus. KSU-scholen met een hoog verzuimpercentage zijn Op de Groene Alm en de Mattheusschool. Het verzuimcijfer alleen zegt echter
niet alles. Het is belangrijk om ook te kijken naar de meldingsfrequentie. Immers een school met weinig medewerkers kan een hoog verzuimcijfer hebben, omdat één medewerker langdurig ziek is.
7.3
Vervangingsbeleid
Op de jaarplanning van Personeel & Organisatie stond het opstellen van een nieuw vervangingsbeleid, vanwege het feit dat de KSU eigenrisicodrager is geworden voor het Vervangingsfonds. Dat wil zeggen dat de KSU de eerste 52 weken van ziekte van een medewerker voor eigen rekening neemt. Uitgangspunt hierbij is dat bij afwezigheid van een medewerker wegens ziekte gezocht moet worden naar een vervanger. De kwaliteit van het onderwijs moet immers te allen tijde gewaarborgd zijn. De KSU is niet de eerste organisatie die overstapt naar het eigenrisicodragerschap. We hebben daarom bij andere grote besturen geïnformeerd hoe zij het vervangingsbeleid hebben vormgegeven. Zij meldden ons dat zij op dit punt beleidsarm zijn; de vuistregel is eenvoudigweg dat iedere afwezige vervangen wordt. Dit sluit naadloos aan bij de opvattingen van de KSU. Wij hebben daarom ook besloten geen beleid hiervoor op te stellen met een ander uitgangspunt. Het eigenrisicodragerschap zorgt ervoor dat de kosten voor vervanging meer zichtbaar zijn geworden voor onze organisatie. Voorheen declareerden wij een vervanger immers bij het Vervangingsfonds. In 2012 heeft het bestuur van het Vervangingsfonds een hoofdlijnenakkoord gepubliceerd over de toekomstige inrichting van vervangingskosten in het primair onderwijs en aan de minister gestuurd. Daarbij is
17
afgesproken dat met ingang van 1 augustus 2013 alle schoolbesturen met een jaarlijkse lumpsum van minstens € 20 miljoen de mogelijkheid krijgen om volledig eigenrisicodrager te worden voor vrijwel alle vervangingskosten (tweede ziektejaar en rechtspositioneel verlof). Vakbondsverlof valt buiten de regeling. De KSU zal in 2013 de afweging maken of zij volledig eigenrisicodrager wil worden.
7.4
Arbo
De KSU heeft in 2012 geen bijzondere activiteiten ondernomen op het gebied van arbeidsomstandigheden. Er hebben geen bedrijfsongevallen plaatsgevonden. Ruim 90 medewerkers hebben de training bedrijfshulpverlener (BHV) gevolgd. 15 van hen hebben hun BHV-diploma voor het eerst behaald. De KSU hanteert als richtlijn 1 BHV’er op 50 mensen (medewerkers en kinderen). De risico-inventarisatie & -evaluatie (RI&E) per school kan uitwijzen of er op die betreffende school meer BHV’ers noodzakelijk zijn. In 2012 heeft geen RI&E plaatsgevonden, deze staat gepland in 2013. De KSU zal de scholen hierbij faciliteren. Veiligheid is immers van groot belang. Daarom zal een externe, gekwalificeerde arbeidsdeskundige de RI&E opmaken. Dit gebeurt in samenwerking met de schoolleider en de preventiemedewerker.
7.5
Personeel in cijfers
In het primair onderwijs werken landelijk 175.000 medewerkers, waarvan 0,54% bij de KSU. De KSU heeft 643 medewerkers in dienst (483 fte). Onze organisatie hoort hiermee bij de groep van 50 werkgevers die meer dan 500 medewerkers in dienst heeft.
school: Notenboom wijk: Sterrenwijk aantal leerlingen: 95 aantal medewerkers: 14 Aan het woord: Emily van Veen, leerkracht groep 6-7 “In 2012 bracht de onderwijsinspecteur een bezoek aan onze school en zijn wij als ‘voldoende’ beoordeeld. Een zeer goede prestatie, als je bedenkt dat wij twee jaar ervoor een ‘zeer zwak’ hadden gekregen. Om hierin verandering te brengen hebben wij veel geïnvesteerd in verbetering van het taalonderwijs en daarvan zijn de resultaten goed zichtbaar. Dat geldt voor de leerlingen, maar ook voor ons als team: dankzij de intensieve samenwerking en scholing zijn wij een enthousiast en hecht team geworden! Het schooljaar 2011-2012 was voor mij persoonlijk heel bijzonder omdat ik voor het eerst een eigen groep kreeg. Een leuke en leerzame ervaring, drie jaar na mijn afstuderen. Nog altijd is elke dag afwisselend en zijn er nieuwe leermomenten, waardoor ik met veel plezier werk.”
18
Het vaste personeelsbestand van de KSU is licht gegroeid met circa 1%. De toename vond met name plaats door de groei van de scholen in Leidsche Rijn. Naast de vaste medewerkers zijn er bij de KSU jaarlijks heel wat vervangers en mensen met een tijdelijk dienstverband werkzaam. Man-Vrouw De samenstelling van het personeelsbestand is ten opzichte van vorig jaar nauwelijks veranderd. Nog steeds is 17% van het KSU-personeel man en 83% vrouw. man vrouw 17%
83%
Op het bestuurskantoor werken procentueel gezien de meeste mannen, gevolgd door De Spits en De Zeven Gaven. De nieuwe scholen Op De Groene Alm en De JazzSingel hebben allebei nog een klein team van uitsluitend vrouwen. Gemiddelde leeftijd per school Landelijk gezien is de gemiddelde leeftijd van medewerkers in het primair onderwijs 48 jaar. De KSU heeft ten opzichte hiervan een relatief jong personeelsbestand, met een gemiddelde leeftijd van 41 jaar.
De Ariëns, de Ludgerschool en Hof ter Weide hebben de meeste medewerkers onder de 25 jaar aan het werk. Op het KSU-kantoor, de Dominicus en de St. Jan de Doper werken relatief de meeste vijftigplus-medewerkers. Parttime/fulltime Van de 643 medewerkers van de KSU werken er 210 fulltime en 433 parttime. Het percentage parttimers ligt daarmee op 67% en dat is hoger dan het landelijk gemiddelde, dat 56% bedraagt. De meeste medewerkers bij de KSU hebben een aanstelling met een werktijdfactor van 1,0 of tussen de 0,4613 - 0,6918. Op De JazzSingel en St. Jan de Doper werken verhoudingsgewijs de meeste parttime medewerkers. Op De Notenboom werken de meeste fulltimers, namelijk ruim 54% van het personeel. Aantal medewerkers per functie Binnen de stichting is ruim 82% van de medewerkers werkzaam als (groeps)leerkracht. 5% van de medewerkers vervult de functie van schoolleider. 3% is aangesteld als onderwijsassistent. De overige tien procent bestaat uit onder andere conciërges en staffunctionarissen. Schoolomvang qua medewerkers De St. Dominicus, De Spits en de Joannes XXIII zijn qua aantal personeelsleden de grootste scholen binnen de stichting. De JazzSingel en Op De Groene Alm zijn (nu nog) de kleinste scholen, maar de verwachting is dat deze nieuwe scholen binnen vijf jaar zullen uitgroeien tot grote scholen. Aantal dienstjaren Medewerkers die bij de KSU in dienst treden, blijven de KSU overwegend redelijk trouw. We hebben twee
medewerkers met het respectabele aantal van 42 dienstjaren. We hebben 53 medewerkers die nog in hun eerst dienstjaar zitten. Als we kijken naar ons totale personeelsbestand dan zien we dat de grootste groep medewerkers (126) nu in haar vierde dienstjaar zit. We zien dat het aantal medewerkers dat langer dan 12 jaar voor de stichting werkt wat afneemt. In en uit dienst De KSU heeft in 2012 ook nieuwe medewerkers kunnen benoemen doordat anderen de stichting hebben verlaten. Daar lagen verschillende redenen aan ten grondslag. Er waren: –– medewerkers die minder wilden gaan werken, waardoor vacatuurruimte ontstond; –– medewerkers die ervoor kozen om de organisatie vrijwillig te verlaten; –– medewerkers die gedwongen de organisatie moesten verlaten in verband met ziekte; –– medewerkers die gedwongen de organisatie moesten verlaten in verband met slecht functioneren. Waar wonen onze medewerkers? Van de 643 medewerkers wonen 320 medewerkers in de stad Utrecht. Daarnaast wonen veel medewerkers in plaatsen als Maarssen, Vleuten en Nieuwegein.
7.6
Mobiliteit
Landelijk zien we dat de dynamiek op de arbeidsmarkt in het primair onderwijs beperkt is. Dit komt onder andere door de krimp van het aantal leerlingen. De meeste medewerkers blijven in het primair onderwijs werken. Zij willen graag dichtbij huis een baan, op een vaste school, met een vast team. Dit komt overeen met wat we binnen
de KSU zien. De sector biedt weliswaar ruimte om werk en zorg goed met elkaar te combineren (parttime werken), maar de scholen houden graag hun eigen medewerkers vast. Dit stimuleert de mobiliteit niet. Hoewel de KSU groeiende is, zagen we in 2012 toch de nodige interne mobiliteit. Op sommige scholen was sprake van een teveel aan formatieruimte terwijl op andere (groei)scholen meer formatie beschikbaar kwam. Mobiliteit was daarom voor sommige medewerkers noodzakelijk. Uiteindelijk is vrijwel iedereen binnen de stichting herplaatst.
7.7
Functiemix
Het loopbaanperspectief voor leraren in het primair onderwijs was voor de invoering van de functiemix in 2011 gering. Pabo-afgestudeerden begonnen in een LA-functie en bleven daarin gedurende hun hele loopbaan werkzaam, tenzij zij doorstroomden naar een leidinggevende functie of overstapten naar een andere sector. Het invoeren van de functiemix moest ertoe leiden dat er verschil in functies kwam en dat groei naar een andere salarisschaal mogelijk werd. Binnen de KSU zijn de afgelopen jaren een groot aantal leerkrachten benoemd in de LB-schaal. We hebben de gewenste doelstelling van 32% weliswaar nog niet behaald, maar zitten er wel dicht tegenaan. In 2012 hebben we het functiemixbeleid bijgesteld en zijn de criteria om te kunnen benoemen verruimd, zonder het aspect kwaliteit te kort te doen. Het herziene beleid lijkt nog niet overal in de stichting ingebed te zijn. In 2013 zal de stichting hieraan meer aandacht besteden, zodat ook medewerkers beter op de hoogte zijn van het functiemixbeleid.
7.8
Klachtenregeling
Overal waar gewerkt wordt, ontstaan wel eens
19
misverstanden of gaat er iets mis. Dat is ook het geval op onze KSU-scholen. De KSU verwacht van ouders dat zij, afhankelijk van de aard van de problematiek, misverstanden eerst met de leerkracht van hun kind bespreken. Hij of zij neemt de ouder en het kind serieus en streeft naar de best mogelijke oplossing. Levert dit niet het gewenste resultaat op dan kan een ouder zich wenden tot de schoolleider en, als er dan nog geen oplossing is gevonden, tot de clusterdirecteur. Op elke school zijn twee vertrouwenspersonen (interne contactpersonen) werkzaam, die er zorg voor dragen dat klachten van ouders en/of kinderen serieus worden genomen en op een passende manier worden behandeld. Zij worden jaarlijks bijgeschoold om hun kennis en kunde uit te breiden en up-to-date te houden. Als het gaat om ernstige klachten in de sfeer van (seksuele) intimidatie, agressie en geweld zorgen zij voor de eerste opvang van de klager of klaagster en begeleiden hem of haar naar de externe instanties die daarvoor zijn aangewezen. De interne contactpersonen kunnen altijd doorverwijzen naar onze externe contactpersonen, werkzaam bij de CED-Groep (voorheen Eduniek). Klachten kunnen ook direct doorverwezen worden naar de Landelijke Klachtencommissie. Volgens de rapportage van de CED-Groep heeft de KSU in 2012 te maken gehad met: –– 3 formele (schriftelijke) klachten (waar een derde instantie bij betrokken werd) –– 11 klachten (formele klacht met langdurige historie) De KSU is niet in alle gevallen op de hoogte van klachten. Dit komt omdat men het recht heeft om direct de externe vertrouwenspersoon in te schakelen.
school: De Achtbaan wijk: Leidsche Rijn, Langerak aantal leerlingen: 459 aantal medewerkers: 32 Aan het woord: Kim de Mos, leerkracht groep 3 en middenbouwcoördinator “In mijn groep zijn we actief bezig om de pluskinderen de juiste aandacht te geven. Een aantal kinderen uit groep 2 is bijvoorbeeld eerder doorgestroomd naar groep 3. Verder werken er kinderen met verrijkingsmappen en gaan ze een aantal keer per week naar de plusklas. Ik vind het geweldig om te zien dat deze kinderen, met de juiste begeleiding, nog meer uit zichzelf kunnen. Goede toetsanalyses zijn hierbij belangrijk. Naast de verschillende Citotoetsen hebben we ook alle andere analyses in een overzicht gezet en daar kwamen verrassende uitslagen uit. Zo ben ik mij steeds meer bewust welke kinderen in een klas meer aandacht moeten krijgen en hoe belangrijk mijn eigen gedrag daarbij is.”
20
8.
Communicatie
8.1
Strategisch Beleidsplan
De KSU wilde volgens het Strategisch Beleidsplan 2009-2013 in 2012 twee resultaten behalen op het gebied van communicatie: 1. De digitale nieuwsbrief (Het Kaapjournaal) is vernieuwd en verspreid. In 2011 is een plan van aanpak opgesteld om te komen tot een vernieuwde digitale nieuwsbrief. In de eerste helft van 2012 hebben er vervolgacties plaatsgevonden, zoals een steekproef onder de gebruikers, het onderzoeken van (technische) mogelijkheden en het maken van een format. Vanaf oktober 2012 zijn alle vernieuwingen doorgevoerd en is de nieuwsbrief in een nieuw jasje verspreid onder de doelgroep. De belangrijkste veranderingen zijn: –– nieuwe, frisse opmaak; –– opmaak in één kolom om de leesbaarheid op tablets te bevorderen; –– toepassen van links zodat de nieuwsbrief niet groter is dan twee A4tjes. 2. Het creëren van contactmogelijkheden tussen en van KSU-medewerkers waardoor kennis en kunde verspreid wordt en de KSU leert, innoveert en zich ontwikkelt. Hiervoor zijn in 2012 nieuwe netwerken opgestart. In het plan van aanpak, opgesteld in 2011, is de tijdsplanning van de nieuwe netwerken doorgeschoven naar 2013. In 2012 hebben al wel voorbereidende werkzaamheden plaatsgevonden, zoals de keuze van nieuwe netwerken, het begroten van budget en het maken van een stappenplan.
8.2
Communicatiemiddelen
De KSU communiceert op uiteenlopende manieren met haar doelgroepen: Websites In 2012 zijn schoolwebsites ontwikkeld voor de nieuwe school De JazzSingel en voor de toekomstige scholen in Leidsche Rijn Centrum en Haarrijn. Verder zijn alle bestaande schoolwebsites onder de loep genomen en is op verzoek van enkele scholen besloten om nieuwe sjablonen te ontwikkelen. Hierdoor kunnen kleur en vorm van de sites verschillen, maar blijft duidelijk dat het een KSU-website betreft. De Gertrudisschool voerde in 2012 een pilot uit met een ander besturingssysteem, te weten Joomla. In 2013 wordt besloten of dit systeem toegepast gaat worden op meerdere websites van de KSU. Digigids Het afgelopen jaar hebben zeven KSU-scholen een digitale schoolgids, ofwel een digigids, ontwikkeld. Dit brengt de teller op 22 scholen die ouders op deze manier informeren over de dagelijkse schoolpraktijk en onderwijskundige aspecten. In 2013 moeten alle scholen over een digigids beschikken. Elke digigids bestaat uit vier filmpjes van de school en twee filmpjes van de KSU. Deze filmpjes worden op de schoolwebsite gezet en (op aanvraag) ook verspreid op dvd. Het plan is om de filmpjes elke drie jaar te verversen.
Intranet Ons intranet maakt het mogelijk dat alle KSU-medewerkers, in een beveiligde omgeving op de website, belangrijke documenten (beleidstukken, formulieren) raadplegen. De samenstelling van intranet was echter niet gebruiksvriendelijk; documenten waren moeilijk te vinden en in sommige gevallen ook verouderd. In 2012 is het nodige veranderd in de opbouw van intranet. Zo zijn de documenten beter toegankelijk gemaakt voor alle medewerkers (en niet alleen voor een bepaalde groep, zoals de schoolleiders), zijn ze gegroepeerd op alfabet per hoofdonderwerp en is intern een systeem geïntroduceerd dat de actualiteit waarborgt. KSU-breed Ook in 2012 ontvingen alle KSU-medewerkers en relaties driemaal een uitgave van het personeelsinformatieblad KSU-breed. Onze eigen medewerkers leveren hieraan bijdragen. De eindredactie is in handen van de staffunctionaris PR & Communicatie. Deze zorgt er ook voor dat álle scholen aan bod komen in de verschillende nummers. In 2012 zijn een paar nieuwe rubrieken aan KSU-breed toegevoegd, zoals ‘School in beeld’, ‘Vertel ‘ns…hoe staat het met de (ver)bouwplannen van onze scholen’ en ‘Het netwerk van de KSU’. In 2012 was de oplage 900 stuks.
8.3
Bindingsacties
Als KSU vinden wij het belangrijk dat alle medewerkers hun werk met plezier doen. Daarom wordt er geld vrij gemaakt voor activiteiten om de onderlinge band te verstevigen. In 2012 organiseerde de KSU achttien verschillende bindingsacties, zoals de jaarlijks terugkerende nieuwjaarsbijeenkomst, de maandelijkse KSU-borrels, het bedrijfsfitness-abonnement, de wintersportdag, het volleybaltoernooi, de taarten op de eerste schooldag, het presentje op de Dag van de Leraar, deelname aan de Singelloop en de kerstattentie. Nieuw waren de voorstelling Matthäus Passion en de (gezins)schaatsdag. Het afgelopen jaar deden bijna 67% van de KSU-ers aan één of meerdere activiteiten mee. Als uitwerking van het Strategisch Beleidsplan stelt een werkgroep elk jaar nieuwe bindingsacties voor. KSU-medewerkers kunnen hiervoor ideeën aanleveren. In september 2012 zijn de bindingsacties voor 2013 vastgesteld. Deze zijn op de Dag van de Leraar met een flyer bekend gemaakt aan alle medewerkers. Nieuw in 2013 zijn de avondcursus EHBO bij kinderen en een avondje uit in het teken van de festiviteiten rondom De Vrede van Utrecht 2013.
9.
Accommodatie en facilitaire zaken
9.1
Gebouwen
Gebouwen zijn uiteraard geen doel op zich, maar vormen een middel om onderwijs mogelijk te maken. Toch blijkt een mooi schoolgebouw een grote aantrekkingskracht te hebben op ouders en leerlingen. Een goed gebouw kan bijdragen aan de ontwikkeling van leerlingen. De KSU hecht dan ook waarde aan kwalitatief goede gebouwen met aandacht voor een lage exploitatielast. Onze gebouwen zijn goed onderhouden en up-to-date. Om dat zo te houden blijven wij onze gebouwen optimaliseren. Zo hebben wij in al onze nieuw- en verbouw aandacht voor energiegebruik, milieu en duurzaamheid, conform de huidige normen. Dat geldt ook voor de functionaliteit: in de plannen voor de schoolgebouwen van het Cereol (dependance Dominicus), Op De Groene Alm, Het Schateiland (Joannes XXIII), Ariënsschool en De JazzSingel is rekening gehouden met samenwerking met aanbieders van kinderopvang en buitenschoolse opvang. Zo worden bijvoorbeeld in de nieuwe schoolgebouwen van Het Schateiland en de Ariënsschool ‘ouderlokalen’ ingericht, om een intensievere samenwerking met en participatie van ouders mogelijk te maken. Nieuwe gebouwen lijken (ook hierdoor) niet meer op de gebouwen van ongeveer een decennium geleden.
21
school: De Pijlstaart wijk: Pijlsweerd aantal leerlingen: 96 aantal medewerkers: 15 Aan het woord: Henri Nurmohamed, bouwcoördinator “Het is mooi om te zien hoe kinderen het leren op school als leuk ervaren en met plezier naar school komen. Dat is wat wij graag aan kinderen willen bieden. De Pijlstaart heeft een klein maar hecht team. Dat is goed te merken bij diverse activiteiten zowel binnen als buiten de school. Er is veel overleg over schoolse zaken, maar er is ook ruimte voor leuke en gezellige momenten. Als team zijn wij er steeds meer van overtuigd dat wij alle aanwezige middelen, zoals computers, iPads en digiborden moeten inzetten bij het onderwijsleerproces. Ik vind het mooi dat dit niet alleen mijn idealen zijn, als I-coach, maar dat het gedragen wordt door het hele team.”
22
9.2
Verbouwing en vernieuwing
Wat is er in het jaar 2012 gestart en wat is er gerealiseerd: –– SBO De Binnentuin (voorheen Sint Maarten Leidsche Rijn), Binnentuinlaan 6 in Vleuten is opgeleverd. –– De bouw van Het Schateiland is gestart (oplevering april 2013). –– De bouw voor de Marcusschool is in opdracht gegeven; de aannemerselectie is geweest. –– De bouw van vijf lokalen voor de dependance Cereol van de St. Dominicusschool is begonnen (oplevering mei 2013). –– De nieuwbouw van de Ariënschool (complex met twee andere scholen en kinderopvang) is gestart (oplevering mei 2013). –– Het programma van eisen voor de nieuwe Mattheusschool aan de Ibisdreef is afgerond en met de architect wordt nu een voorlopig ontwerp opgesteld. –– Het definitief ontwerp voor de nieuwe school Op De Groene Alm is gereed en de aannemer voor de bouw is geselecteerd. –– Het definitief ontwerp voor de nieuwe School De JazzSingel is gereed en de selectie voor de aannemer zal plaatsvinden in 2013. –– Alle scholen zijn voorzien van nieuwe gevelborden met ons prominente logo. –– De (landelijk afgesproken) asbestinventarisatie heeft plaatsgevonden en waar nodig is asbest gesaneerd. –– Aanpassingen aan de schoolgebouwen van de Kameleon en de Villa Nova (in het kader van onderwijskundige vernieuwing) zijn gerealiseerd.
9.3
Duurzaamheid
De KSU streeft naar het maatschappelijk verantwoord bijdragen aan de duurzaamheid van de samenleving, vertaald in materiaal en kwaliteit van haar schoolgebouwen. De organisatie doet er alles aan om, binnen de bestaande mogelijkheden en wettelijke kaders, een zo maximaal mogelijke bijdrage te leveren aan deze ambitie. Het handboek Huisvesting biedt richtlijnen voor materiaalgebruik bij nieuwbouw en onderhoud (onder andere duurzame verlichting, milieuvriendelijke, afbreekbare middelen en materialen) en exploitatie (energiebesparing). We noemen hier twee voorbeelden: Energiezuinige verlichting (lage gebruikskosten, hoog rendement) De KSU experimenteert op twee scholen (SBO ‘De Binnentuin’ en de St. Dominicusschool, locatie Cereol) met het toepassen van dynamische verlichting. Essentieel daarbij is dat de kleurtoepassing van de verlichting direct effect heeft op gedrag en prestaties van leerlingen. In januari 2014 wordt vastgesteld of leerkrachten deze systematiek gebruiken, als dat zo is dan wordt deze verlichting opgenomen in het Programma van Eisen van alle nieuw te bouwen KSU-scholen. Zonnepanelen De KSU wil zoveel mogelijk zonnepanelen plaatsen op haar scholen. De firma Lomboxnet heeft een onderzoek gedaan naar ligging, onderhoudstoestand van het dak en energieverbruik van onze scholen. Op basis hiervan is een ranking ontstaan en is bepaald onder welke
condities de zonnepanelen geplaatst worden. Daarbij zal Lomboxnet de zonnepanelen financieren, aanschaffen, aanleggen en gedurende een periode van 15 jaar onderhouden. Na die periode wordt het schoolbestuur eigenaar van de panelen.
9.4
Technische Dienst
Onze Technische Dienst (TD) verricht een deel van het nodige onderhoud aan onze schoolgebouwen. Wij zijn hier trots op en ook onze schoolleiders hebben in een enquête aangegeven hier een meerwaarde in te zien. Momenteel bestaat het werk van de TD uit schilderwerk, inspectie van alarmapparatuur, verhelpen van schades en klein technisch onderhoud. Wij gaan echter de specialismen van de TD uitbreiden, zodat wij nog meer onderdelen van het onderhoud van onze scholen in eigen beheer kunnen uitvoeren. Over twee jaar zal hierover opnieuw een tevredenheidsonderzoek afgenomen worden onder schoolleiders. De TD had in 2012 wel te maken met een terugloop van de orderportefeuille. Reden hiervoor is dat er veel nieuwbouw plaatsvindt. Nieuwe gebouwen vragen minder onderhoud. En scholen die in de nabije toekomst naar een nieuw gebouw gaan, investeren minder in het onderhoud van de huidige gebouwen.
10. Financiën en formatie
10.1 Bekostigingsgrondslag De bekostigingsgrondslag in het primair onderwijs rust op twee pijlers: het aantal leerlingen en het ‘leerlinggewicht’ (de mate van achterstand). Hieronder lichten we beide toe.
5062
5182
5256
5359
5504
5648
5790
Het ‘gewicht’ van de leerlingen Op het gebied van absolute leerlingaantallen zien de verwachtingen er dus goed uit als het gaat om bekostiging. Maar we hebben ook te maken met andere ontwikkelingen. Voor de KSU, met scholen in een grote stad met veel achterstandsleerlingen, heeft de gewichtenregeling door de jaren heen een aanzienlijk extra budget opgeleverd. In deze regeling is het opleidingsniveau van de ouders steeds meer bepalend geworden (voorheen telde met name de etnische afkomst). En we zien dat dit opleidingsniveau de afgelopen jaren aanzienlijk omhoog is gegaan. Hierdoor heeft de KSU sinds 2011 te maken met een daling van inkomsten in het kader van de gewichtenregeling.
01-10-2006
01-10-2007
01-10-2008
01-10-2009
01-10-2010
01-10-2011
01-10-2012
Het aantal leerlingen Ieder jaar op 1 oktober worden alle leerlingen geteld. Echter: omdat de materiële bekostiging per kalenderjaar loopt en de personele bekostiging per schooljaar, zijn voor dit jaarverslag twee teldata van belang. Teldatum 1 oktober 2011 bepaalde de materiële bekostiging voor het kalenderjaar 2012 en een deel van de personele bekostiging van schooljaar 2012/2013. Teldatum 1 oktober 2010 bepaalde de personele bekostiging van de eerste zeven maanden van 2012 (schooljaar 2011/2012).
In het Strategisch Beleidsplan 2009-2013 heeft de KSU jaarlijks een gemiddelde groei van 3% voorzien. Deze doelstelling hebben wij de afgelopen jaren niet helemaal gehaald, aangezien de (gemiddelde) groei bleef steken op 2,2%. De gerealiseerde gemiddelde groei komt op het conto van de nieuwe wijk Leidsche Rijn, waar het aantal leerlingen groeit. Overigens zien we hier nu een stagnatie in de woningbouw optreden. Verder hebben we te maken met een lichte daling van het aantal leerlingen in de ‘oude stad’. Dit verklaart waarom de groei van het aantal leerlingen wat achterblijft bij de verwachtingen. Aangezien in Leidsche Rijn nog steeds wordt gebouwd en daar ook nog enkele nieuwe KSU-scholen zijn gepland, verwachten wij dat de lichte groei in het leerlingaantal nog enkele jaren aanhoudt.
De KSU kent haar scholen formatie toe in formatieplaatseenheden (fpe’s) en niet in geld. Op
Overzicht van leerlingaantallen van de KSU-scholen van de afgelopen jaren. 6000
5000
4000
10.2 Formatieplaatseenheden
23
school: Op De Groene Alm wijk: Parkwijk, Leidsche Rijn aantal leerlingen: 28 aantal medewerkers: 4 Aan het woord: Annelies van Loenen, leerkracht “We hebben als beginnende school een enerverend startjaar achter de rug. Zo werd de startgroep 1 tot en met 4 gesplitst. Hierdoor konden wij meer aandacht besteden aan de verschillende groepen en aan de individuele leerling. Het werken op een kleine school vind ik heel bijzonder. Doordat het team klein is, kan en mag je als leerkracht meedenken over de bouw van de nieuwe school, beleidszaken, uitzoeken en implementatie van nieuwe methoden, het opstellen van regels, enzovoorts. Als leerkracht blijf ik me ontwikkelen. Ik heb het afgelopen jaar de Kanjertraining gevolgd en kan nu op onze eigen school Kanjertrainingen geven. Daarnaast hebben we met het team Engelse bijeenkomsten gevolgd, voor het geven van Engelse lessen in alle groepen. Deze ontwikkelingen zijn voor mij nieuwe ervaringen en uitdagingen.”
24
deze manier worden scholen niet geconfronteerd met kostenverschillen tussen leerkrachten. We hebben in 2005 deze keuze gemaakt vanuit ons streven naar kwaliteit (kiezen voor ervaren en dus wellicht wat duurdere leerkrachten) en wilden hiermee de mobiliteit van leerkrachten bevorderen. Het aantal fpe’s per school is afhankelijk van het gewogen aantal leerlingen per bouw (onderbouw voor leerlingen van 4 t/m 7 jaar; bovenbouw voor leerlingen van 8 t/m 12 jaar). Deze manier van werken levert wel een financieel risico op: vooraf is namelijk niet duidelijk hoe “duur” de toegekende formatieplaatsen zullen zijn. En dus ook niet wat het financiële resultaat zal zijn. In tijden van economische teruggang en financiële krapte kan de KSU zich dit risico eigenlijk niet meer veroorloven. Daarom bereiden we een overgang voor naar een systeem waarbij de scholen hun formatiebudgetten in geld zullen ontvangen. In het schooljaar 2013-2014 gaan we schaduwdraaien met een nieuw systeem om de financiële effecten per school te kunnen vaststellen. Naast de reguliere budgetten vanuit het Rijk ontvangen scholen in wisselende mate extra subsidies van andere partijen (grotendeels de gemeente) voor specifieke doelen. Ook deze extra subsidies staan onder druk vanwege de bezuinigingen bij de overheid. De extra subsidies worden (mits ingezet voor personeel) momenteel ook omgezet in fpe’s voor de school waar de subsidie aan is toegekend. Activa
31/12/2012
31/12/2011
10.3 Financiële positie op de balansdatum De balans is een momentopname van de vermogenspositie van een organisatie. De vergelijking van de financiële situatie van het ene jaar met het andere jaar, geeft een idee van de financiële ontwikkeling die de organisatie in een jaar doormaakt. Voor het jaar 2012 gelden als vergelijkingsdata 31-12-2011 en 31-12-2012. Hieronder is de geconsolideerde balans van de KSU (KSU en Beheerfonds samen) in verkorte vorm in een tabel weergegeven, met een korte toelichting op de belangrijkste wijzigingen ten opzichte van een jaar geleden. In eerdere jaarverslagen werd steeds de enkelvoudige balans van de KSU weergegeven. Dit jaar hebben we er voor het eerst voor gekozen de geconsolideerde balans weer te geven. Dit omdat alle externe instanties alleen naar de geconsolideerde cijfers kijken. De KSU wordt extern dus op geconsolideerde cijfers beoordeeld en kan met deze cijfers ook beter benchmarken met andere besturen. Het balanstotaal steeg in het verslagjaar met € 212.349. Deze stijging kan voor een groot deel verklaard worden door het gerealiseerde resultaat in 2012 en is dus ook grotendeels terug te vinden in een toename van het eigen vermogen. Het eigen vermogen van de KSU bestaat uit een algemene reserve en verschillende bestemmingsreserves. Passiva
31/12/2012
31/12/2011
Vaste activa
5.639.117
5.330.149
Eigen vermogen
9.157.095
8.980.006
Vorderingen
3.381.762
3.135.920
Voorzieningen
1.218.683
1.408.793
Liquide middelen
7.215.053
7.557.514
Langlopende schulden
58.290
91.328
Kortlopende schulden
5.801.864
5.543.456
16.235.932
16.023.583
Totaal activa
16.235.932
16.023.583
Totaal passiva
De wijzigingen in het balanstotaal door de stijgingen in de posten vorderingen en schulden zijn van puur technische aard. De daling van de liquide middelen is inhoudelijk van aard en heeft grotendeels te maken met een stijging van de post materiële activa (met € 317.749). Hieronder vallen zaken zoals meubilair en hardware. De KSU heeft in 2012 meer geïnvesteerd in nieuwe activa, dan er is afgeschreven op bestaande activa. Deze ontwikkeling zien we al enkele jaren. De daling van de post voorzieningen heeft grotendeels te maken met een daling van de voorziening groot onderhoud. In 2012 is er meer aan groot onderhoud uitgegeven (onttrokken aan de voorziening) dan er aan dotaties is toegevoegd, omdat er in 2011 en 2012 extra is geïnvesteerd in het binnenklimaat van de scholen. Gezien de omvang van de voorziening (zie bijlagen) is deze ontwikkeling geen reden tot ongerustheid. Algemene reserve De algemene reserve is de optelsom van alle algemene reserves van de scholen. De KSU als totaal heeft geen eigen algemene reserve. De scholen hebben in totaal € 2.003.363 in deze reserve. De Technische Dienst heeft € - 18.548 aan algemene reserve. Het Beheerfonds kent een algemene reserve van € 1.417.849. Personele reserve De personele reserve bestaat uit twee bestemmingsreserves: een PAB-reserve en een reguliere personele reserve. PAB staat voor: Budget voor Personeels- en Arbeidsmarktbeleid. De scholen hebben een eigen PABreserve (totaal € 764.700), het KSU huis heeft een PABreserve van € 119.310 en er is een gezamenlijke KSU
PAB-reserve (€ 1.100.177). Deze is met name bestemd voor investeringen voor de opstart van nieuw geplande scholen of van nieuwe dependances bij groei en voor extra investeringen in scholen met een (dreigend) inspectiearrangement. De reguliere personele reserve op gezamenlijk beleid (€ 2.565.045) is ten dele nodig als dekking voor de reserves in fpe’s bij de scholen (in totaal beschikken de scholen op 31 dec 2012 over 41,2 fpe aan reserve). Daarnaast is de reguliere personele reserve nodig als dekking van specifieke personele risico’s, zoals extra hoog uitvallende Bapo lasten, kosten voor ouderschapsverlof, kosten van arbeidsconflicten, et cetera. Tot slot kunnen hiermee, bij plotseling wegvallende inkomsten, tijdelijk de verplichtingen aan personeel worden voldaan. Tot slot is er nog een reguliere personele reserve op het bestuurskantoor en een negatieve personele reserve met betrekking tot de Leonardoklassen (zie de bijlagen). Bestemmingsreserve eigen risicodragerschap bij ziekte De KSU is met ingang van 2012 eigenrisicodrager voor de vervanging van zieke medewerkers gedurende het eerste jaar ziekte. Daarmee spaart de organisatie een groot bedrag aan verzekeringspremie uit, maar er staan wel vervangingskosten tegenover. Dit betekent dat er een risico is. In de voorbereidende fase was berekend dat de KSU een ziekteverzuim van ongeveer 4,5% moet behalen ten aanzien van het eerste jaar ziekte om de daarbij behorende vervanging te kunnen betalen uit de uitgespaarde premie. Om het risico beheersbaar te houden is besloten een bestemmingsreserve te vormen van maximaal € 500.000. Deze bestemmingsreserve is bij de start gevuld met het van het Vervangingsfonds ontvangen bedrag aan bonus over de schooljaren 2009/2010 en
25
2010/2011 (samen € 75.446). Met ingang van 2012 is 1% van het PAB begroot als toevoeging voor deze reserve (totdat dit eventueel niet meer nodig blijkt). Daarnaast wordt elk jaar het saldo aan uitgespaarde premie en betaalde vervangingskosten (positief dan wel negatief) met deze reserve verrekend. Over 2012 is er een klein positief saldo van € 2.024 gerealiseerd.
10.4 Resultaat verslagjaar KSU enkelvoudig Over 2012 behaalde de KSU een resultaat dat veel beter was dan begroot. Dat kwam tot stand door een sterk meevallend personeel resultaat, een meevallend materieel resultaat en een tegenvallend financieel resultaat. Door de invoering van passend onderwijs komen er nieuwe, grotere samenwerkingsverbanden. Het oude samenwerkingsverband waar de KSU deel van uitmaakt tot 1 aug 2014, wordt opgeheven. De bestaande reserve wordt (conform de statuten) verdeeld over de deelnemende besturen. Dat gebeurt in meerdere etappes, waarvan in 2012 de eerste heeft plaatsgevonden. Het bestuur heeft besloten dit bedrag apart te zetten in een bestemmingsreserve. De reserve is bedoeld voor de invoering van passend onderwijs binnen de KSU. Na afloop van elk schooljaar maakt het Vervangingsfonds een balans op van de mate waarin een bestuur een beroep heeft gedaan op de vervangingsmiddelen van het fonds voor zieke medewerkers. Op grond daarvan kan een bonus of een malus worden toegekend. De KSU heeft in 2012 bericht ontvangen dat over 2010-2011 een bonus uitbetaald zou worden.
school: Dominicus wijk: Oog in Al aantal leerlingen: 550 aantal medewerkers: 38 Aan het woord: Jantine Gieteling, leerkracht “Met een lerarenbeurs ben ik in 2011 begonnen met de Master Special Educational Needs (SEN). Hierbij leer je om met diversiteit en specifieke onderwijsbehoeften om te gaan. Onderdeel van de opleiding is een onderzoek dat je uitvoert op je eigen school. Aangezien ik sociaal-emotionele vorming erg interessant vind, gaat mijn onderzoek over het invoeringstraject van het systeem ZIEN! Dankzij mijn studie heb ik veel geleerd (ook binnen onze school) en veel nieuwe inzichten verworven. Die inzichten kan ik direct in praktijk brengen: ik krijg de kans om met het team uit te proberen hoe wij onze school kunnen versterken. Ik kan vanuit de studie dingen uitproberen en onderzoeken. Dit heeft mij verschillende onderwijsinhoudelijke taken en een andere functie opgeleverd.”
26
Resultaat KSU totaal Personele exploitatie regulier
Realisatie 2011 -€ 61.634
Begroot resultaat 2012
Werkelijk resultaat 2012
-€ 319.996
-€ 319.805
Niet begrote inkomsten van het Rijk met betrekking tot prestatiebox
0
€ 295.000
Ontvangen bonus Vervangingsfonds 20102011 (toegevoegd aan bestemmingsreserve ER)
0
€ 42.861
Personeel resultaat door afwikkeling reserve oude samenwerkingsverband (niet begroot)
0
€ 90.186
Materiële exploitatie
-€ 146.541
-€ 177.379
-€ 54.624
Financiële exploitatie
€ 146.349
€ 169.400
€ 142.069
Resultaat afschrijving nulmeting (niet begroot)
-€ 97.564
€0
-€ 62.892
Totaal generaal voor doorbelasting Beheerfonds
-€ 159.390
-€ 327.975
€ 132.795
Doorbelasting Beheerfonds
€ 159.467
€0
€ 41.385
Totaal generaal na doorbelasting Beheerfonds
€ 77
-€ 327.975
€ 174.180
Deze is dan ook in het resultaat van 2012 terecht gekomen. Vervolgens heeft de KSU deze bonus toegevoegd aan de bestemmingsreserve eigen risicodragerschap bij ziekte. De toegevoegde regel ‘resultaat afschrijving nulmeting’ heeft de volgende achtergrond: tot 2005 werd er in het primair onderwijs niet met een balans gewerkt. Vanaf 2005 was het verplicht dit wel te doen en werden alle bezittingen geactiveerd. Vanaf dat moment moest ook worden afgeschreven op deze bezittingen.
Dit drukt op de exploitatie. Voor de aanwezige bezittingen was hier geen rekening mee gehouden. Daarom is op dat moment een reserve gevormd om de afschrijvingen op de bezittingen die er op 1 januari 2005 al waren, uit te betalen. Dit wordt elk jaar minder (steeds meer hiervan is volledig afgeschreven), maar speelt ook in 2012 nog steeds. Deze afschrijvingslasten worden eerst meegenomen in het resultaat en daarna in de jaarrekening afgeboekt van die aparte reserve.
Om een goede vergelijking met de begroting te kunnen maken, moet het totaalresultaat dus eerst gecorrigeerd worden voor deze afschrijvingslasten. Dat is wat hierboven gebeurt door de genoemde regel af te zonderen van het materiële resultaat. Personele exploitatie De personele exploitatie bestaat uit de loonkostenexploitatie en de overige personele kosten (PAB: nascholing, teambuilding, inhuur et cetera). De loonkostenexploitatie is helemaal bovenschools en bestaat uit de loonkosten van de gezamenlijke scholen (van het fpe-systeem), het KSU-kantoor, de Technische Dienst en de Leonardoklassen. Het totale personele resultaat op “gezamenlijk beleid” was € 285.970 positief. Op deze kostenplaats worden de loonkosten behorend bij het fpe-systeem geboekt en de kosten van het gezamenlijk PAB-beleid. Het behaalde resultaat is in verschillende deelresultaten op te splitsen. Zie daarvoor de tabel ‘personeel resultaat gezamenlijk beleid’. Het resultaat in de personele exploitatie valt enorm mee. We zien hiervoor drie oorzaken. In de eerste plaats ontvingen wij vanuit de prestatiebox extra inkomsten van € 295.000. Deze zijn pas in de loop van 2012 bekend geworden en waren dus niet begroot. Bijbehorende taken (de inhoudelijke afspraken uit het Bestuursakkoord ten aanzien van taken voor schoolbesturen) werden en worden door de KSU al grotendeels uitgevoerd, vanouds uit PAB middelen. De extra middelen zijn daarom toegevoegd aan het budget voor de loonkosten, waardoor de extra investeringen voor de nieuwe scholen niet uit de reserve hoefden te komen.
Personeel resultaat gezamenlijk beleid
Begroot 2012
Resultaat eigen risico ziektevervanging 1e jaar ziekte
€0
€ 2.024
Resultaat PAB/overige personele kosten
€0
€ 57.089
Gespaarde bijdrage aan de reserve Eigen Risicodragerschap
€ 25.000
€ 25.000
€0
€ 295.000
Resultaat loonkosten fpe-systeem
-€ 383.000
€ - 226.219
Totale resultaat gewone personele exploitatie
-€ 358.000
€ 152.894
Extra resultaat door afwikkeling reserve oude samenwerkingsverband
€0
€ 90.186
Niet begrote inkomsten van het Rijk met betrekking tot prestatiebox
Ontvangen bonus Vervangingsfonds 2010-2011 (toegevoegd aan bestemmingsreserve ER) Totaal resultaat zoals in jaarrekening verwerkt
In de tweede plaats hebben de scholen geen reserve fpe’s ingezet tussen januari en augustus 2012. De scholen hadden wel toestemming voor beperkte inzet vanuit de reserves (dat was dan ook meegenomen in de begroting), maar hebben hier tussen januari en augustus geen gebruik van gemaakt. Dit omdat er in die periode binnen de KSU geen nieuwe personele verplichtingen aangegaan mochten worden. Vacatures moesten vanuit het interne bestand van de KSU opgevuld worden. De inzet van extra formatie vanuit de reserve ten bate van de startende nieuwe scholen is in 2012 wel geheel volgens planning uitgevoerd. Een derde, minder zwaarwegende, oorzaak ligt in het feit dat op de overige loonkosten (nascholing, teambuilding et cetera) een positief resultaat is behaald.
27
Werkelijk 2012
€0
€ 42.861
-€ 358.000
€ 285.941
Taakstelling In de begroting 2012 was, net als in 2011, een bezuinigende taakstelling ten aanzien van de loonkosten opgenomen, aangezien duidelijk was geworden dat de stijging van de loonkosten wederom niet voldoende gevolgd werd door een stijging van de Rijksbekostiging. Deze taakstelling is onder andere tot uitvoer gekomen door een aanpassing in de formatie binnen de KSU per schooljaar 2012-2013, te weten het afschaffen van de formatie in de pluspool (extra bovenschools beschikbare formatieplaatsen voor ontwikkeling en/of knelpunten) en het korten van de formatie van alle scholen met 2% bovenop de 3% die al in voorgaande jaren was gekort. Loonkosten kantoor Het personele resultaat van het KSU-kantoor is met € 72.105 lager dan was begroot (€ 83.900). Het blijkt dat op kantoor door vacatures en door ziekte minder loonkosten zijn gemaakt dan begroot, maar dat er
school: Kameleon wijk: Majella/Lombok aantal leerlingen: 105 aantal medewerkers: 14 Aan het woord: Anita Verweij, schoolleider “De afgelopen jaren waren moeilijk voor het team van de Kameleon. Door veranderingen in de wijk, waar wij als school geen invloed op hadden, verhuisde in korte tijd een derde van onze leerlingen. Dit vroeg natuurlijk om actie. We moesten nieuwe ouders vinden en binden. Tevreden ouders zijn immers onze belangrijkste ambassadeurs. Daarom hebben alle leerkrachten veel aandacht voor de oudercontacten (onder andere door huisbezoeken) en de onderwijskwaliteit (gebruik maken van de beste leermomenten en talentontwikkeling). Ik ben erg trots op mijn team. De leerkrachten zijn loyaal en laten iedereen zien hoe leuk en goed onze school is. Ik realiseer me dat dit niet vanzelfsprekend is. Ik prijs mezelf dan ook gelukkig met deze enthousiaste club. Inmiddels levert alle inzet ook iets op; we zijn al 10% gegroeid!”
28
hierdoor wel meer inhuur van externe krachten heeft plaatsgevonden. De meerkosten hiervan zijn hoger dan de besparingen op de loonkosten. Aan “overige personele kosten” als nascholing en teambuilding is wat minder uitgegeven dan begroot. Technische dienst De Technische Dienst (TD) realiseerde een tekort in de personele exploitatie (€- 22.317), terwijl een overschot was begroot (€ 25.850). De oorzaak hiervan is een veel kleinere orderportefeuille dan verwacht en nodig was voor een sluitende exploitatie. Eind 2012 is er een plan vastgesteld waarmee binnen enkele jaren weer een sluitende exploitatie voor de TD moet zijn gerealiseerd. PAB scholen De scholen hebben gezamenlijk een slechter personeel resultaat behaald ( € -133.378) dan was begroot (€ 43.163). Het personele resultaat van de scholen betreft alleen de PAB-exploitatie, ofwel het budget dat beschikbaar is voor nascholing, teambuilding, inhuur ondersteuning en dergelijke. Dit budget is voor stimulering van vernieuwing en ontwikkeling. De belangrijkste oorzaak van het slechtere resultaat ligt bij de extra benodigde inhuur van schoolleiders op twee scholen (Mattheus en Montessori) en de extra bijdrage aan de formatie (loonkosten) van twee andere scholen (Gertrudis en Paulus). Deze laatste twee scholen hebben toestemming gekregen vanuit hun PAB-reserve een bijdrage aan de formatie te doen en dat kan alleen via een extra uitgave binnen de PAB exploitatie. Dat leidt dus tot een negatief resultaat in 2012 voor die scholen.
Herschikking reserves Er vond in 2012 een geringe herschikking van de reserves plaats. Zoals vastgelegd in het BPB-plan 2007, is de PAB-reserve per school(locatie) per 31 december 2012 net als in voorgaande jaren gemaximeerd op € 60.000. Als bij een school meer PAB-reserve aanwezig is, wordt dit voor die school omgezet in extra fpereserve, tot een maximum van 4 fpe. Wanneer de fpe-reserve van een school hoger is dan genoemd maximum, gaat het overtollige bedrag naar de algemene reserve van die school voor zover het saldo daarvan negatief is. Wat dan nog resteert, gaat naar de gezamenlijke PAB-reserve. Bij afsluiting van het verslagjaar kwamen in totaal zes scholen boven de maximale PAB-reserve van € 60.000. Twee daarvan hadden ook al de maximale reserve van 4 fpe, waardoor het afgeroomde bedrag (€ 25.133) aan de gezamenlijke PAB-reserve is toegevoegd. Bij de andere drie scholen is het bedrag (totaal € 36.326) omgezet in fpe’s en toegevoegd aan hun fpe-reserve.
Materiële exploitatie Materiële exploitatie scholen bij begroting Materieel resultaat scholen door vrijval middelen ouderbijdragen en TSO (niet begroot) Materiële exploitatie Leonardo Materiële exploitatie gezamenlijk, kantoor, TD en Banda Atjeh (exclusief bijdrage beheerfonds) Resultaat vanwege afschrijving nulmeting (niet begroot) Totaal materiële exploitatie
Leonardo Het Leonardo-onderwijs binnen de KSU startte op 1 augustus 2010 als pilot voor 3 jaar. De eerste helft van 2012 viel in het tweede schooljaar van het Leonardo-onderwijs binnen de KSU, de tweede helft van 2012 viel in het derde schooljaar van het Leonardoonderwijs bij de KSU. De KSU hield rekening met een fors tekort over de gehele pilotperiode. Het betreft hier immers een zeer personeelsintensieve onderwijsvorm, waar geen extra middelen van de overheid tegenover staan. De bedoeling was om zoveel mogelijk extra middelen te realiseren via andere wegen, zoals het samenwerkingsverband en sponsorwerving. In 2012 heeft Leonardo een resultaat behaald van € - 105.031 (begroot was een resultaat van € -16.514). Het tegenvallende resultaat heeft geheel te maken met tegenvallende inkomsten: de inkomsten uit reguliere Rijksmiddelen bleken te hoog te zijn begroot en de bijdrage van het Samenwerkingsverband voor 2011 en 2012 die was begroot, bleek al geheel te zijn verwerkt in het resultaat van 2011. De kosten, zowel personeel als materieel, zijn in 2012 lager geweest dan begroot en ook lager dan in 2011. Begroot resultaat 2012
Werkelijk resultaat 2012
-€ 11.124
€ 13.319
€0
€ 203.289
-€ 37.805
€ 3.003
-€ 239.650
-€ 211.343
€0
-€ 62.892
-€ 288.579
-€ 54.624
Scholen Per school waren de resultaten zeer wisselend. Een aantal scholen presteerde substantieel minder goed dan begroot, een aantal substantieel beter. Per saldo hebben de scholen een resultaat geboekt dat vergelijkbaar is met het begrote resultaat. Op de kleinere scholen zijn huisvestingslasten (met name energie en schoonmaak) vaak de oorzaak van een minder goed resultaat. De uitgaven aan gebouwen nemen niet evenredig af of toe met het aantal leerlingen en ook een school met relatief weinig leerlingen heeft behoefte aan gezamenlijke ruimten als keuken, teamkamer, et cetera. Deze kosten worden daarmee over een kleiner aantal leerlingen uitgesmeerd. Het blijkt voor de scholen die samen onder één brinnummer werken lastig om een sluitende exploitatie te realiseren (dit is ook zichtbaar in de begroting). Dit komt omdat de Rijkssubsidie deels bestaat uit een vaste voet per school, die in deze gevallen door twee scholen ‘gedeeld’ moet worden. Enkele scholen presteerden aanzienlijk beter dan begroot. In deze gevallen is er vaak sprake van extra, niet begrote en wel gerealiseerde inkomsten. In sommige gevallen betreft dit een materiële groeitelling (grote leerlinggroei gedurende het jaar), in andere gevallen gaat het om extra gerealiseerde specifieke subsidies of om extra inkomsten van derden (bijvoorbeeld verhuur van ruimte). De Leonardoklassen hebben materieel een beter resultaat dan begroot. Dit is voornamelijk toe te schrijven aan lagere uitgaven dan begroot. De afschrijvingslasten over 2012 (afgezien van de afschrijvingen nulmeting) waren voor de KSU als totaal iets lager dan begroot. Er is totaal € 523.713
29
aan afschrijvingen besteed (exclusief de afschrijvingen nulmeting) tegen een begroot bedrag van € 551.836. In de meeste gevallen ligt de oorzaak in een kleine vertraging in de investeringen, waardoor de afschrijvingslasten pas later in het jaar gingen meetellen. Uiteindelijk hebben de scholen een veel hoger resultaat dan begroot doordat er middelen vrijvielen, met name ouderbijdragen en TSO-gelden. Bij de accountantscontrole over 2011 heeft de KSU van de accountant de opdracht gekregen per einde 2012 alle middelen die nog apart onder de kopjes “ouderbijdragen” en “inkomsten TSO” op de balans zouden staan, vrij te laten vallen ten gunste van de resultaten van de scholen. Uitzondering vormt de ouderbijdrage voor het schooljaar 2012-2013; deze middelen mogen wel apart op de balans blijven staan. Aangezien in voorgaande jaren alle overschotten apart zijn vermeld op de balans, is er eind 2012 door deze wijziging sprake van een grote vrijval (op totaal niveau € 242.446). Komende jaren zal het effect kleiner zijn, omdat het dan alleen de overgebleven middelen van 2013 betreft. Bovenschoolse materiële exploitatie Bovenschools is het resultaat op de materiële exploitatie hoger dan begroot. Met name binnen KSU gezamenlijk is minder uitgegeven dan begroot. Gezien de tegenvallende financiële resultaten, waarvan de KSU zich al vroeg in 2012 bewust was, is er gestuurd op lagere uitgaven dan begroot. Met name op het terrein van de PR is er minder uitgegeven. Deels konden deze uitgaven vanuit andere budgetten worden betrokken.
school: De Spits wijk: Lunetten aantal leerlingen: 521 aantal medewerkers: 39 Aan het woord: Jana Chvan, administratief medewerker “Dankzij de collega’s en kinderen op De Spits geniet ik van mijn werkzaamheden hier. Ik zie dat de kinderen de mogelijkheid hebben zich te ontwikkelen dankzij de warmte en gedrevenheid van mijn collega’s. Iedereen werkt hier hard. Maar al dat harde werken wordt regelmatig beloond. Bijvoorbeeld door kinderen die met plezier en een enorme glimlach op school komen. In 2012 hebben we met de hele school een enorme lipdub gemaakt. Dankzij een betrokken ouder hebben we met alle kinderen en collega’s een superleuke dag gehad met een geweldig resultaat. Benieuwd? Kijk op onze schoolsite. Het is beslist een aanrader!”
30
Financiële exploitatie Het financiële resultaat is lager dan begroot. Het resultaat van de financiële exploitatie over 2010 bleek achteraf door een verkeerde dubbele boeking van renteresultaten te hoog weergegeven. Dat is dusdanig laat ontdekt dat niet alleen de begroting van de rentebaten voor 2011, maar ook de begroting van de rentebaten voor 2012 daardoor te hoog is ingeschat. Daarnaast is er sprake van dalende rentestanden en een dalende omvang van de liquide middelen. Deze effecten waren echter wel al bij de begroting 2012 meegenomen.
2012 afgerond kon worden, komt het project ook in dit verslagjaar nog aan de orde. Dat de financiële afwikkeling pas in 2012 plaats kon vinden, kwam met name door de vertraging in de bijdrage die nog van de Wilde Ganzen ontvangen zou worden. Deze schenking is begin 2012 ontvangen op de rekening in Indonesië. Vervolgens is deze rekening opgeheven en is het saldo overgeboekt naar de KSU in Nederland. Daarmee zijn de laatste losse financiële eindjes weggewerkt en kan gesteld worden dat het project echt helemaal beëindigd is.
Doorbelasting Beheerfonds Vanuit het Beheerfonds wordt jaarlijks het saldo van de materiële en financiële exploitatie van de KSU gecompenseerd. In 2012 heeft het Beheerfonds € 41.385 bijgedragen. Dat is iets minder dan begroot (€ 48.300).
Hieronder worden de kengetallen van de KSU weergegeven, afgezet tegen de landelijke kengetallen, voor zover bekend. De kengetallen zijn voor het eerst gebaseerd op de geconsolideerde jaarcijfers van de KSU. Hierdoor sluiten de kengetallen niet aan op de tabel met kengetallen uit het Jaarverslag 2011.
10.5 Atjeh financieel
De streefwaarden zijn gebaseerd op het Toetsingskader dat door het CvB is vastgesteld en door de RvT goedgekeurd.
Definities en doel Eigen Vermogen = de ontwikkeling van het eigen vermogen, waarbij de omvang van het EV in 2009 op 100 is gesteld. Kapitalisatiefactor = de activazijde van de balans minus de materiële vaste activa (gebouwen en terreinen), gedeeld door de totale baten (inclusief financiële baten). Doel van dit relatief nieuwe kengetal is het signaleren van de mate waarin de organisatie haar kapitaal efficiënt benut. Bij een hoge factor wordt er misschien kapitaal niet efficiënt benut.
10.6 Kengetallen
Het Atjehproject is in 2011 in praktische zin geheel afgesloten. Aangezien de financiële afwikkeling pas in
Solvabiliteit = eigen vermogen gedeeld door het totale vermogen. Het doel van dit kengetal is een beeld geven van de mate waarin de organisatie op langere termijn aan haar verplichtingen kan blijven voldoen. Liquiditeit = de vlottende activa gedeeld door de kortlopende schulden. Dit kengetal geeft aan in welke mate de organisatie in staat is om aan haar verplichtingen op korte termijn te voldoen.
Kengetallen
2009 KSU
2009 landelijk
2010 KSU
2010 landelijk
2011 KSU
2012 KSU
streefwaarde KSU voor 2018
Eigen vermogen
100
100
101
104
101
103
85
Kapitalisatiefactor
0,51
0,48
0,43
0,47
0,45
0,45
0,35
Solvabiliteit
0,54
0,7
0,62
0,68
0,56
0,56
0,5
Liquiditeit
2,18
2,25
2,75
2,07
1,93
1,83
1
Rentabiliteit
-0,35%
0,6
-0,65%
-0,2
-1,10%
-0,13%
0%
Weerstandsvermogen
24%
16,40%
21%
16,60%
19%
18%
15%
Aandeel personele lasten
83,20%
81,70%
84%
81,70%
83,90
84,40%
84,50%
Rentabiliteit = resultaat van de gewone bedrijfsvoering (exclusief financieel resultaat) gedeeld door de totale baten. Het doel van dit kengetal is om in beeld te brengen welk deel van de baten overblijft na aftrek van alle lasten. Weerstandsvermogen = het eigen vermogen minus de materiële vaste activa, uitgedrukt in een percentage van de rijksbijdrage van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap. Doel van dit kengetal is om een indicatie te geven van de mate waarin de organisatie risico’s kan opvangen. Analyse bij de kengetallen Wat opvalt is dat de meeste kengetallen stabiel zijn gebleven ten opzichte van 2011 of maar licht zijn gedaald. Dit ondanks de krapte in de bekostiging en de moeite om de reguliere exploitatie sluitend te krijgen. Dat het steeds lastiger wordt de reguliere exploitatie sluitend te krijgen is wel duidelijk zichtbaar in het hogere aandeel van de personele lasten in de gehele lasten. Ondanks de bezuinigingen in de toekenning van de formatie moet een steeds groter deel van de totale inkomsten besteed worden aan loonkosten. De verklaring voor het relatief gunstige verloop van de kengetallen in het laatste jaar moet dan ook geheel gezocht worden in meevallers in het verslagjaar, die over het algemeen incidenteel van karakter zijn. Zowel de verdeling van de reservepositie van het oude samenwerkingsverband als de onverwachte inkomsten vanuit de prestatiebox hebben een gunstig effect gehad. De liquiditeit heeft de dalende tendens van de afgelopen jaren wel voortgezet. Ook het
weerstandsvermogen daalt heel geleidelijk naar de beoogde waarde van 15%. In die ontwikkelingen is het effect zichtbaar van het langzaam interen op de reservepositie (en dus op de liquide middelen) in de voorgaande jaren. De liquiditeitsratio is echter nog steeds ruim boven de streefwaarde van 1. Het begrote tekort over het lopende kalenderjaar (2013) zal dan ook geen risico inhouden, ook al zal dat betekenen dat de liquiditeitspositie nog verder zal dalen. Het is wel duidelijk dat dit een eindig verhaal moet zijn. Er komt een moment dat de streefwaarden van de kengetallen bereikt zijn en er niet verder ingeteerd kan worden op liquiditeit en reserves. Het eigen vermogen is gestegen ten opzichte van 2011 (veroorzaakt door het positieve resultaat in de totale exploitatie). De kapitalisatiefactor is stabiel gebleven. Nog steeds is zichtbaar dat de KSU een beleid voert om investeringen te stimuleren. Al enkele jaren is er sprake van een toenemend aandeel van de materiële vaste activa; deze trend heeft zich ook in 2012 voortgezet. Dit duidt op hoge investeringen ten opzichte van de afschrijvingen. Het gevolg daarvan is niet alleen een stijging van de afschrijvingslasten in de exploitatie, maar ook een daling van de liquide middelen (de investeringen worden door de KSU gefinancierd) en dus een daling van de renteopbrengsten. Al met al bieden de kengetallen nog steeds het beeld van een financieel gezonde organisatie. Wanneer we kijken naar de streefwaarden van de verschillende kengetallen, dan zijn de meeste kengetallen hoger. Dat geldt met name ook voor de kapitalisatiefactor. Het doel is deze waarden omlaag te brengen naar de streefwaarden in de periode tot en met 2018. Dat wil zeggen dat de omvang
31
school: Ariënsschool wijk: Hoograven aantal leerlingen: 173 aantal medewerkers: 23 Aan het woord: Alice van Driel, schoolleider “Op alle gebieden is het een dynamisch jaar geweest. Allereerst onderwijsinhoudelijk; we hebben ons keurmerk Academische Opleidingsschool behaald en een goed inspectiebezoek gehad. Een mooie prestatie! Er is diepgang in het team: een geschoolde schoolopleider, praktijkopleiders en professionalisering van alle leerkrachten. Zeker op het gebied van de zorg en afstemming hebben onze leerkrachten laten zien hoe betrokken ze zijn en hebben ze enorme sprongen gemaakt. Trots zijn we op een nieuwe leerling vanuit het speciaal onderwijs, die mooie stappen heeft gemaakt. Ze zit lekker in haar vel en haar resultaten zijn boven verwachting. Inmiddels is ze geselecteerd als talentvol en is ze geplaatst op de Brede School Academie. Alles bij elkaar maakt dit dat 2012 een superspeciaal jaar geworden is. Een jaar van hard werken, met elkaar!”
32
van het eigen vermogen in diezelfde periode een forse daling door zal (moeten) maken. De KSU zet dan ook, ondanks perioden van bezuinigingen en financiële krapte, nog steeds in op investeren: investeringen in personeel (bijvoorbeeld bij nieuw op te starten scholen), maar ook investeringen in materiële zin. De KSU koerst op begrotingen met een beperkt en beheersbaar tekort voor de komende jaren, om op die manier een impuls te geven aan kwaliteit en de kengetallen richting de streefwaarden te laten bewegen.
10.7 Investeringen, financiering en treasurybeleid Bij de start van een nieuwe school of uitbreiding van een school met nieuwe lokalen (groepen), stelt de gemeente een bedrag ineens beschikbaar voor de kosten van het gebouw en de eerste inrichting. Al het overige dat een school aanschaft, moeten we uit de reguliere bekostiging van het Rijk doen. Hierbij worden investeringen groter dan € 1000 geactiveerd (die komen op de balans) en daar wordt vervolgens gedurende enkele jaren op afgeschreven. Het bestuur heeft voor een aantal categorieën van investeringen een afschrijvingstermijn vastgesteld. Deze afschrijvingen komen ten laste van de exploitatie van de KSU. Investeringen Elk jaar maken alle scholen in het najaar een meerjarige investeringsbegroting, waarin ze aangeven wat de geplande investeringen per categorie zijn voor de komende jaren. Daarbij maken ze inzichtelijk wat de consequenties van deze plannen zijn voor de afschrijvingslasten van de school voor de komende jaren.
Financieringen Investeringen worden wel meerjarig afgeschreven, maar moeten meteen bij aanschaf gefinancierd worden. In principe zijn de liquide middelen van de KSU toereikend om te financieren en is het niet nodig hiervoor te lenen. Alleen in zeer uitzonderlijke situaties gaat de KSU een lening aan. Wanneer dit een bedrag van meer dan € 300.000 betreft, is op basis van de statuten en reglementen goedkeuring van de Raad van Toezicht nodig. Treasurybeleid Het treasurybeleid van de KSU sluit aan bij de regeling ‘Beleggen en belenen’ van het Rijk uit 2010. Hierin staan de richtlijnen en procedures voor het beleggen en belenen van middelen van de KSU. Doel hiervan is het realiseren van een zo hoog mogelijk rendement op de liquide middelen en tegelijkertijd het minimaliseren van het risico. Vanuit deze doelstellingen beslissen we over de productkeuze naar aard, looptijd en beschikbaarheid van middelen. De Stichting Beheerfonds KSU beheert een deel van het vermogen van de KSU. Ook hiervoor geldt een treasurybeleid. Dat is nagenoeg gelijk aan dat van de KSU. De beleggingen van het Beheerfonds zijn grotendeels belegd in een erkend AAA beleggingsfonds met een gegarandeerde eindopbrengst en jaarlijks vrijvallende bedragen. Er is overeengekomen dat het Beheerfonds een vast rentepercentage van 2,5 procent over het (gemiddelde) rekeningcourantsaldo vergoedt aan de KSU.
10.8 Het Beheerfonds De Stichting Beheerfonds KSU voert een bescheiden exploitatie. Het fonds is eigenaar van het pand van de
Technische Dienst en schrijft af op de waarde van dat pand. Diezelfde afschrijvingslasten betaalt de Technische Dienst jaarlijks als huur aan het Beheerfonds. Ook betaalt het fonds alle kosten voor de Raad van Toezicht van de KSU. Daaronder vallen onder andere de vacatiegelden die aan de leden van de Raad van Toezicht worden uitbetaald. Jaarlijks vindt er een doorbelasting plaats van of naar het Beheerfonds naar of van de KSU. Dit is afhankelijk van de bovenschoolse materiële en financiële exploitatie van de KSU. De afspraak is dat die exploitatie jaarlijks sluitend moet zijn en dat dit via genoemde doorbelasting gerealiseerd wordt bij de jaarrekening. Voor 2012 betekent dat een doorbelasting van het Beheerfonds aan de KSU van € 41.385. In de financiële exploitatie heeft het Beheerfonds in 2012 te maken gehad met een koersverlies van € 16.981 op de beleggingen, die in de exploitatie verwerkt moet worden. Dit moet ondanks dat er geen sprake is van een feitelijke verlies, aangezien er geen verkoop van belegging heeft plaatsgevonden. Al met al leidt dat tot een exploitatieresultaat van het Beheerfonds over 2012 van € 2.909.
11. Vooruitzichten 2013
11.1
Onderwijs en kwaliteit
2013 is het laatste jaar van het huidige Strategisch Beleidsplan en daarmee het jaar waarin de laatste resultaten en einddoelen gerealiseerd gaan worden. Binnen onderwijs en kwaliteit gaat het om: Passend Onderwijs De projectgroep passend onderwijs zal in 2013 de borging van het basisondersteuningsprofiel op alle KSU-scholen volgen en waar nodig helpen dit soepel te laten verlopen. De projectgroep draagt samen met de portefeuillehouder Onderwijs, de clusterdirecteur en het College van Bestuur zorg voor een goede afstemming tussen het stedelijke ondersteuningsprofiel en het eigen ondersteuningsprofiel van de KSU. Ten slotte zal de projectgroep in kaart brengen wat iedere school op het gebied van passend onderwijs heeft vastgelegd: wat zijn de onderwijsdoelen en welke activiteiten zijn de komende jaren nodig om die doelen, passend bij verschillende behoeftes van kinderen, te bereiken. In 2013 zal ook duidelijk worden of en hoe de KSU de pilot met Leonardo-onderwijs vaste vorm kan geven in het kader van passend onderwijs. Hieraan ligt een KSUbrede visie op onderwijs aan cognitief getalenteerde kinderen ten grondslag (zie ook 11.6). Burgerschap & integratie De projectgroep burgerschap en integratie zal begin 2013 de uitkomsten van de ‘Quick Scan Democratisch Burgerschap’ analyseren, de verdere uitwerking op schoolniveau volgen en de scholen waar nodig
33
ondersteuning bieden bij hun planvorming. In augustus 2013 zullen alle KSU-scholen beschikken over een beleidsplan op het gebied van democratisch burgerschap en sociale integratie en start de invoering hiervan. ICT De projectgroep ICT richt zich in 2013 op de verdere vormgeving van het opleidingsprogramma van de I-coach en op het ondersteunen en monitoren van de voortgang van het ICT-beleid op schoolniveau. Naast bovenstaande punten wil de KSU in 2013 ook de doelstellingen uit het bestuursakkoord realiseren. Zo wordt nieuw beleid rondom opbrengstgericht werken geïmplementeerd en wordt KSU-breed het kwaliteitszorgsysteem Integraal ingevoerd. Hiermee ondersteunen wij de ambitie dat alle scholen duurzaam het basisarrangement van de Inspectie toegekend krijgen.
11.2 Personeel en organisatie Goed personeelsbeleid is essentieel voor een organisatie met ambitie, zoals de KSU. Goed personeelsbeleid vraagt een professionele houding van de werknemer, een professionele organisatie en de bereidheid om met elkaar te streven naar een evenwicht waarbij zowel de individuele medewerker als de organisatie als geheel zich optimaal kunnen ontwikkelen. Op het gebied van personeel en organisatie is veel al goed geregeld, maar er zijn nog een aantal ontwikkelpunten. In 2013 staan op de agenda: –– uniforme personeelsdossiers –– consequent uitvoeren van de gesprekkencyclus (dit verder implementeren en borgen) –– mobiliteit
school: Joannes XXIII wijk: Kanaleneiland aantal leerlingen: 253 aantal medewerkers: 23 Aan het woord: Lucienne Berndsen, klassenassistent “Vorig jaar is bij ons de leertijduitbreiding gestart. De groepen 4 tot en met 8 krijgen nu vier uur per week extra taal en rekenen De leerlingen zijn erg enthousiast, ze letten goed op en praten thuis door over wat ze geleerd hebben. Extra leuk was dat de wethouder op school kwam kijken naar hoe de leertijduitbreiding wordt vormgegeven. Hij was hier heel positief over, ook in de media. Wat ik super vind aan dit team is dat iedereen, ondanks grote drukte en veel werk, zo behulpzaam is. We zitten in een mooi netwerk en vangen alles samen op. Credits ook voor onze schoolleider, die ondanks dat hij veel op z’n bordje heeft, nooit de persoonlijke aandacht uit het oog verliest.”
34
–– scholing en deskundigheidsbevordering –– werving en selectiebeleid (en rechtspositie) –– vormgeven aan de doelstellingen die voortvloeien uit het bestuursakkoord
11.3
Notenboom, De Pijlstaart, Montessori en de Zeven Gavenschool. De uitwerking van de plannen zal in 2013 plaatsvinden. Voorts zal het eigen KSU-huis een opknapbeurt krijgen, waarbij een kleine herschikking van ruimtes zal plaatsvinden.
Communicatie
De KSU zal in 2013 een marketingplan ontwikkelen en een begin maken met de implementatie hiervan. In verband met de diverse bouwtrajecten van scholen zal 2013 veel PR-momenten kennen. Vier KSU-scholen gaan een (herziene) digigids ontwikkelen. Deze digitale schoolgids moet de communicatie met de ouders vergemakkelijken en aantrekkelijk en informatief zijn voor nieuwe gezinnen. Verder organiseert de KSU in 2013 natuurlijk weer de nodige bindingsacties.
11.5
Verantwoordelijkheid schoolgebouwen Met betrekking tot het onderhoud van de schoolgebouwen gaat er met ingang van 1 januari 2015 iets wezenlijks veranderen. Dan krijgen schoolbesturen, naast de bestaande verantwoordelijkheid voor het onderhoud van de binnenzijde van de schoolgebouwen, ook de verantwoordelijkheid voor het onderhoud van de buitenzijde. Nu ligt dit nog bij de gemeenten. In 2013 zal de KSU met de gemeente overleg voeren over de manier waarop de overdracht van deze verantwoordelijkheid kan plaatsvinden.
Financiën en formatie Begroting 2013
Werkelijk 2012
€ 30.586.951
€ 30.673.130
€ 2.000.490
€ 1.007.898
€ 499.839
€ 3.335.715
€ 33.087.280
€ 35.016.743
€ 29.267.963
€ 29.525.340
Baten 3.1 Rijksbijdragen 3.2 Overige overheidsbijdragen 3.5 Overige baten
11.4 Accommodatie en facilitaire zaken In 2013 zullen de schoolgebouwen van de Ariënsschool, Het Schateiland (de nieuwe naam voor Joannes XXIII), de locatie Cereol van de Dominicus en Op De Groene Alm worden opgeleverd. Er zal een start gemaakt worden met de bouw van de Marcusschool, De JazzSingel en met de renovatie van de Carrousel. Zo mogelijk zal ook de bouw van de Mattheusschool in een kindercluster aan de Ibisdreef starten. Het plan van aanpak voor de bouw van een nieuwe school in de wijk Leidsche Rijn Centrum zal afgerond en uitgewerkt worden met de gekozen architect. Door een stagnerende woningbouw is de planning echter wel wat vertraagd. De gemeente heeft aanvragen voor onderwijskundige vernieuwing goedgekeurd voor de Ludgerschool, de
Lasten 4.1 Personeelslasten 4.2 Afschrijvingen 4.3 Huisvestingslasten 4.4 Overige lasten
€ 596.796
€ 586.605
€ 2.238.475
€ 2.246.582
€ 1.813.090
€ 2.626.105
€ 33.916.324
€ 34.984.632
€ 148.500
€ 150.302
Financiële baten en lasten 5.1 Rentebaten 5.4 Overige financiële opbrengsten 5.5 Rentelasten
Exploitatieresultaat
€ 6.000
€ 8.233
€ 142.500
€ 142.069
€ -686.544
€ 174.180
De begroting 2013 geeft een verwacht negatief eindresultaat voor de KSU als geheel van -/-€ 686.544. Binnen de KSU is de keuze gemaakt om, ondanks de financiële krapte, te investeren in kwaliteit van onderwijs en in nieuwe scholen. Gezien de omvang van het eigen vermogen, kan de KSU deze keuze maken en daarbij deels interen op dat eigen vermogen. De extra investeringen liggen met name op het personele vlak. Van het totale negatieve resultaat bestaat -/- € 560.186 uit het begrote personele resultaat. Binnen de begroting van de KSU blijft een substantieel bedrag beschikbaar voor deskundigheidsbevordering en beleidsintensivering en wordt in specifieke gevallen nog steeds extra personeel aan scholen toegekend.
11.6 Beleidsintensiveringen Naast de vooruitzichten aangegeven in 11.1 t/m 11.5 zijn er voor 2013 nog de volgende beleidsintensiveringen in de begroting opgenomen met een daarvoor beschikbaar budget: Strategisch Beleidsplan 2015-2019 In 2013 zal in de volle breedte van de organisatie gewerkt worden aan het ontwikkelen van het Strategisch Beleidsplan 2015-2019, zodat dit plan vastgesteld en goedgekeurd kan worden in de zomer van 2014. Onderwijs aan cognitief getalenteerde kinderen De KSU besteedt al sinds 2009 extra aandacht aan cognitief getalenteerde kinderen. Op meerdere scholen zijn er plusklassen en er is een driejarige pilot gestart voor Leonardo-onderwijs. In het bestuursakkoord
2012-2015 is onder andere een ambitie geformuleerd met betrekking tot het onderwijs aan cognitief getalenteerde kinderen. Deze ambitie sluit goed aan bij de ontwikkelingen die de KSU de afgelopen jaren heeft ingezet. De prestatieboxmiddelen bieden de mogelijkheid om deze ambities te realiseren. Ouderbetrokkenheid Enkele KSU-scholen werken met ondersteuning van CPS Onderwijsontwikkeling en advies aan het verder vorm geven van ouderbetrokkenheid in de school. De visie van CPS en de criteria die ontwikkeld zijn voor certificering op dit gebied lijken goede bouwstenen te bieden voor beleid. Opbrengstgericht werken Alle KSU-scholen zullen in het schooljaar 2014-2015 opbrengstgericht werken. Hieraan voorafgaand inventariseren we in het voorjaar van 2013 de stand van zaken: Waar staat elke school? Wat moet er verbeterd worden? Welke scholing/ondersteuning is hiervoor nodig?. Vanuit de prestatiebox zijn er middelen beschikbaar om dit te realiseren. Aanpassing beleid gesprekkencyclus De gesprekkencyclus is onderdeel van het personeelsbeleid op de KSU-scholen. Deze is opnieuw beschreven in een herzien beleidsplan ten aanzien van functioneren en beoordelen, dat eind 2012 is vastgesteld. In de eerste helft van 2013 zal de implementatie van dit beleid worden voorbereid, waarna het met ingang van het schooljaar 2013/2014 daadwerkelijk wordt ingevoerd.
35
school: Gertrudis wijk: Rivierenwijk aantal leerlingen: 441 aantal medewerkers: 29 Aan het woord: Ralf Tienhooven, schoolleider “2012 was een prima jaar voor de Gertrudis. De school blijft aanhoudend populair in de wijk. Dat heeft geresulteerd in verdere leerlingengroei op beide locaties. De Gertrudis is voor mij een fijne school om te werken. Het team is stabiel en het verloop is gering. Als enige daltonschool binnen de KSU hebben wij ons vorig jaar verder kunnen verdiepen in het daltononderwijs. Het geven van vertrouwen en ruimte aan kinderen, binnen heldere kaders en ondersteund door een transparante organisatie, blijft een belangrijk uitgangspunt. Met de Marnix Academie zijn we een traject gestart waarin we onze katholieke identiteit willen verhelderen en concretiseren. En de voorbereidingen om straks ook de allerjongste leerlingen Engels aan te bieden zijn begonnen.”
36
Haalbaarheidsonderzoek vervanging via payroll Begin 2013 zal duidelijk worden wat de uitkomst is van het haalbaarheidsonderzoek naar de inzet van een payrollconstructie bij het aanstellen van vervangers. De achtergrond hiervan is het feit dat de KSU eigenrisicodrager is geworden voor de vervanging van ziekte gedurende het eerste jaar van het ziekteverlof. Hierdoor spaart de KSU premie uit. Dit vormt het budget voor de vervanging van ziekte, ongeacht of dit via payroll of via dienstverbanden bij de KSU loopt. Opleiden eigen schoolleiders (kweekvijver) en bijdragen in kosten van ontwikkeling leerkrachten De KSU stelt in het gezamenlijk budget bovenschools en binnen de budgetten van de individuele scholen geld beschikbaar voor de ontwikkeling van leerkrachten, zowel als team als op individueel niveau. Daarnaast investeert de KSU blijvend in het opleiden van eigen mensen tot de functie van schoolleider. Aanbesteding contract onderhoudsbeheer Eind 2012 liep het contract met Dyade af met betrekking tot het onderhoudsbeheer. Er vindt een aanbesteding plaats voor een nieuw contract onderhoudsbeheer per 2013. Na inventarisatie van de stand van zaken per gebouw zal een meerjarig onderhoudsplan voor alle scholen opgesteld worden. Onderzoek toegevoegde waarde eigen Technische Dienst Er zal een onderzoek gedaan worden naar de toegevoegde waarde van de eigen Technische Dienst van de KSU. Bekeken zal worden op welke manier deze toegevoegde waarde geoptimaliseerd kan worden en hoe de TD de eigen continuïteit kan waarborgen
(weer uitzicht kan hebben op een meerjarige positieve exploitatie). Uitbreiden van de centrale inkoop aan de hand van een vastgesteld inkoopplan Eind 2012 is een centraal inkoopbeleid voor de KSU vastgesteld; op meer onderdelen dan tot nu toe zal centrale inkoop plaats hebben. De KSU denkt hiermee aanzienlijk te kunnen besparen. In steeds meer gevallen zal de KSU een Europese aanbesteding moeten doen.
12. Woord van dank Het College van Bestuur bedankt al haar medewerkers voor hun inzet in 2012. Het was een moeilijk jaar vanwege de recessie en de daarbij horende bezuinigingen op school- en KSU-niveau. Maar dankzij onze medewerkers is de KSU groeiend en solide. Ook willen we graag alle ouders en externe partijen bedanken voor het in ons gestelde vertrouwen. Met goed onderwijs geïnspireerd op onze KSUkernwaarden (eenvoud, aandacht, ruimte, vernieuwing, verantwoordelijkheid en plezier) bieden wij samen onze leerlingen de kans zich te ontwikkelen en op te groeien tot goed functionerende en gelukkige jonge mensen. We zien uit naar een voortzetting van dit prachtwerk!
37
school: Zeven Gaven wijk: Kanaleneiland-Noord aantal leerlingen: 243 aantal medewerkers: 35 Aan het woord: Waldo Schoonderwoerd, onderbouwcoördinator en VVE-coördinator “Het jaar 2012 stond voor het team in het teken van de keuze voor en implementatie van een nieuwe rekenmethode. Onze rekencoördinator heeft het voorwerk in goede banen geleid. Uiteindelijk hebben we gezamenlijk voor de methode Rekenrijk gekozen. Deze methode hebben we vervolgens met behulp van rekenbijeenkomsten ingevoerd. Maar er waren nog meer veranderingen. We zijn bijvoorbeeld gaan werken met heterogene kleutergroepen. Op deze manier kunnen wij de kleuters een ononderbroken ontwikkeling bieden. In 2012 ben ik gestart met de middenmanagement opleiding. Door deze studie ga ik weer met heel andere ogen naar mijn eigen school kijken. Tijdens de studiedagen ontmoet ik veel enthousiaste, ambitieuze en vaak jonge onderwijsmensen met heel diverse achtergronden. Bijzonder inspirerend is dat!”
38
13. Accountantsverklaring
Controleverklaring van de onafhankelijke accountant Aan: het College van Bestuur van Katholieke Scholenstichting Utrecht De in dit jaarverslag opgenomen geconsolideerde balans en staat van baten en lasten met betrekking tot het jaar 2012 van Katholieke Scholenstichting Utrecht te Utrecht zijn ontleend aan de gecontroleerde jaarrekening 2012 van Katholieke Scholenstichting Utrecht. Wij hebben een goedkeurend oordeel verstrekt bij die jaarrekening in onze controlever klaring van 13 juni 2013.
Verantwoordelijkheid van het College van Bestuur
Het College van Bestuur van de stichting is verantwoordelijk voor het opstellen van de geconsolideerde balans en staat van baten en lasten. Het College van Bestuur is tevens verantwoordelijk voor een zodanige interne beheersing als College van Bestuur noodzakelijk acht om het opstellen van het overzicht mogelijk te maken zonder afwijkingen van materieel belang als gevolg van fraude of fouten.
Verantwoordelijkheid van de accountant
Onze verantwoordelijkheid is het geven van een oordeel over de balans en de staat van baten en lasten op basis van onze controle, als bedoeld in artikel 2.9, derde lid van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek. Wij hebben onze controle verricht in overeenstemming met Nederlands recht, waaronder de Nederlandse controlestandaarden en het onderwijsco ntroleprotocol OCW/EL&I 2012. Dit vereist dat wij voldoen aan de voor ons geldende ethische voorschriften en dat wij onze controle zodanig plannen en uitvoeren dat een redelijke mate van zekerheid wordt verkregen dat het overzicht geen afwijkingen van materieel belang bevat. Een controle omvat het uitvoeren van werkzaamheden ter verkrijging van controle-informatie over de bedragen en de toelichtingen in het overzicht. De geselecteerde werkzaamh eden zijn afhankelijk van de door de accountant toegepaste oordeelsvorming, met inbegrip van het inschatten van de risico’s dat het overzicht een afwijking van materieel belang bevat als gevolg van fraude of fouten. Wij zijn van mening dat de door ons verkregen controle-informatie voldoende en geschikt is om een onderbouwing voor ons oordeel te bieden.
Oordeel Naar ons oordeel zijn de in dit jaarverslag opgenomen geconsolide erde balans en staat van baten en lasten over het jaar 2012, in alle van materieel zijnde aspecten, op de juiste wijze ontleend aan de gecontroleerde geconsolideerde jaarrekening 2012 van Katholieke Scholenstichting Utrecht.
PricewaterhouseCoopers Accountants N.V., Newtonlaan 205, 3584 BH Utrecht, Postbus 85096, 3508 AB Utrecht T: 088 792 00 30, F: 088 792 95 08, www.pwc.nl ‘PwC’ is het merk waaronder PricewaterhouseCoopers Accountants N.V. (KvK 34180285), PricewaterhouseCoopers Belastingadviseurs N.V. (KvK 34180284), PricewaterhouseCoopers Advisory N.V. (KvK 34180287), PricewaterhouseCo opers Compliance Services B.V. (KvK 51414406), PricewaterhouseCo opers B.V. (KvK 34180289) en andere vennootschappen handelen en diensten verlenen. Op deze diensten zijn algemene voorwaarden van toepassing, waarin onder meer aansprakelijkheidsvoorwaarden zijn opgenomen. Op leveringen aan deze vennootschappen zijn algemene inkoopvoorwaarden van toepassing. Op www.pwc.nl treft u meer informatie over deze vennootschappen, waaronder deze algemene (inkoop)voorwaarden die ook zijn gedeponeerd bij de Kamer van Koophandel te Amsterdam.
39
Basis voor financiële verslaggeving en beperking in gebruik en versprei
dingskring
Wij vestigen er de aandacht op dat voor het inzicht dat vereist is voor een verantwoorde oordeelsvorming omtrent de financiële positie en de resultaten van Katholieke Scholenstichting Utrecht en voor een toereikend inzicht in de reikwijdte van onze controle de geconsolideerde balans en staat van baten en lasten dienen te worden gelezen in samenhang met de volledige jaarrekening, waaraan deze is ontleend, alsmede met de door ons daarbij op 13 juni 2012 verstrekte goedkeurende controleverklaring. De controleverklaring (of delen daarvan) mag daarom, zonder onze uitdrukkelijke schriftelijke toestemming vooraf, niet in welke vorm dan ook aan derden ter beschikking worden gesteld. Wij aanvaarden derhalve geen aansprakelijkheid jegens derde partijen die inzage krijgen in deze verklaring of deze verklaring in handen krijgen. Deze toelichting doet geen afbreuk aan ons oordeel. Utrecht, 13 juni 2013 PricewaterhouseCoopers Accountants N.V.
Origineel getekend door M.H.A. Bauman RA
school: Johannes wijk: Overvecht aantal leerlingen: 220 aantal medewerkers: 24 Aan het woord: Danique Zelissen, leerkracht en gedragsspecialist “Op de Johannesschool zijn we begonnen met het invoeren van de methode De Vreedzame School. De kern hiervan is dat kinderen zich verantwoordelijk voelen voor elkaar en voor de gemeenschap en dat ze open staan voor de verschillen tussen mensen. Kinderen ervaren dat het uitmaakt dat ze er zijn en dat ze er toe doen. Ook in 2012 waren er veel veranderingen binnen het team door zwangerschappen, verhuizingen en nieuwe collega’s. Desondanks is het een fijn team. Een team waar iedereen een plaatsje heeft en iedereen zichzelf mag zijn. Een team waar geluisterd wordt naar elkaar en waar goed wordt samengewerkt. Een team vol enthousiasme, kennis, kwaliteiten en betrokkenheid!”
40
14. Financiële bijlagen
(1)
(2)
(1)
(2)
(3)
(2)
(3) (4)
(3)
(4)
(4)
(1)
41
(5)
(6)
(7) (5)
(8) (6) (5)
(6) (7)
(8)
(7)
(8)
school: St. Jan de Doper wijk: Hoograven aantal leerlingen: 172 aantal medewerkers: 20 Aan het woord: Bert Brouwer, schoolleider “Het wervingsbeleid dat we in 2010 hadden ingezet begon zijn uitwerking te tonen in 2012. In 2010 is een ouderinitiatiefgroep opgestart. Met hun acties wilde deze groep zoveel mogelijk ouders van de nieuwbouw in de buurt interesseren voor onze school. Onze gezamenlijke doelen waren: 1. de school aantrekkelijk maken voor alle bewoners van de wijk; ook voor autochtone gezinnen; 2. de school een betere afspiegeling van de wijk laten zijn; 3. de school qua aantal leerlingen terugbrengen naar het oude niveau. De verschillende acties hebben zoveel inschrijvingen opgeleverd, dat alle drie de doelen ruimschoots zijn behaald. In november 2012 heeft de ouderinitiatiefgroep daarom zichzelf opgeheven.”
42
43
school: Sint Maarten wijk: Overvecht aantal leerlingen: 102 aantal medewerkers: 34 Aan het woord: Pieter Bottema, leerkracht en ict-coördinator “Op de Sint Maartenschool mogen alle leerlingen vanaf groep 3 eens per jaar een nachtje op school slapen. Hiervoor worden de nodige vergunningen bij de gemeente en brandweer geregeld. Als de kinderen ’s avonds aankomen is het schoolplein verlicht met kaarsjes. We doen allerlei leuke spelletjes, zoals verstoppertje - waarbij ook de schoolleider de zoeker is-. Ook is het nog even feest in je bedje in je eigen lokaal. Daarna gaat iedereen toch echt slapen om wakker te worden bij een verzorgd ontbijt met de hele school. Echt geweldig! Wat voor ons team het meest ingrijpend geweest is in 2012, is de bekendmaking van het vertrek van onze schoolleider Hans van Breukelen. We hebben vele mooie schooljaren met prachtige ervaringen gedeeld. Dat maakt afscheid nemen moeilijk.”
44
(1)
(2)
(2)
(3)
(3)
(1)
45
(4)
(5) (4)
(5)
(6)
(7) (6)
school: Marcusschool wijk: Overvecht aantal leerlingen: 303 aantal medewerkers: 37 Aan het woord: Reina Beekman, remedial teacher en leerkracht “Het afgelopen schooljaar zijn wij als team bezig geweest met SiSO (Structureel Individueel Samenwerkingsonderwijs). Bij de indeling van onze nieuwbouw is ook rekening gehouden met deze vorm van zelfstandig leren en zelfstandig werken. Dat is onze toekomst. Tot de nieuwbouw klaar is zitten we op twee tijdelijke locaties, ook prima plekken met zelfs meer ruimte dan we op de oude locatie hadden.
(7)
We hebben een goed team met gezellige en gemotiveerde mensen. Er zijn mensen weggegaan omdat zij met pensioen gingen of een andere baan kregen, maar er zijn ook leuke, goede collega’s weggegaan omdat er geen formatie meer voor hen was. Veel nieuwe mensen zien wij de laatste tijd niet meer binnen komen. Dit is helaas wel iets van deze tijd.”
46
MODEL H: BEZOLDIGING VAN BESTUURDERS EN TOEZICHTHOUDERS MODEL H: BEZOLDIGING VAN BESTUURDERS EN TOEZICHTHOUDERS
47
Duur arbeidsovereenkomst / werkzaamheden
Vanaf
IngangsDuur Taakomvang arbeidsDienstIngangs- Taakomvang Periodiek BonusDienstPeriodiek Ontvangen BonusUitkeringen Ontvangen Uitkeringe datumovereenkomst / betrekking datum betaalde betalingen betrekking / pensioenbijdragen/ betaalde betalingenwegens / pensioenbijdragen/ wegens dienstwerkzaamheden (D) dienstof op beloningen gratificaties (D) of op beloningen beloningengratificaties beëindiging beloningen beëindigin Duur arbeidsDienstPeriodiek Interimbasis BonusOntvangen verband Ingangs- Taakomvang Interimbasis verband (*) betaalbaar (*) op Uitkeringen van het betaalbaar op van het overeenkomst datum Taakomvang betrekking Periodiek betaalde betalingen / pensioenbijdragen/ wegens Duur arbeids- / IngangsDienstBonusOntvangen Uitkeringen (I) (I) termijn dienstverband termijn dienstverba werkzaamheden dienst(D) of op betaalde beloningenbetalingen gratificaties beloningen beëindiging overeenkomst / datum betrekking / pensioenbijdragen/ wegens Tot FteTot D of I of op beloningen 2012 Fte(*) 2012 D of I 2012 2012 2012 2012 2012 verband Interimbasis betaalbaar op van het 2012 werkzaamheden Vanaf dienst(D) gratificaties beloningen beëindiging EUR EUR EUR EUR EUR EUR EUR (I) termijn dienstverband verband Interimbasis (*) betaalbaar op van het EUR Vanaf
Tot
Fte
Vanaf Tot Fte Bestuurders 01-01-12 Dhr. J van 31-12-12 der Klis 16-08-99 01-01-12 31-12-12 D Bestuurders nBestuurders C.M.M. 31-12-12 Laenen 21-03-11 01-01-12 31-12-12 D Dhr. J 01-01-12 vanDhr. der Klis 01-01-12 31-12-12 16-08-99
Dhr. C.M.M. 01-01-12 Dhr. J van der Laenen Klis 01-01-12 Dhr. C.M.M.Toezichthouders Laenen 01-01-12 Toezichthouders 01-01-12 Mw. Ykema 31-12-12 Mw. Ykema 01-01-12 Toezichthouders 01-01-12 Dhr. Dijkstra 31-12-12 Dhr. Dijkstra 01-01-12 Mw. Ykema 01-01-12 Mw.Dijkstra Sterk 01-01-12 01-01-12 Mw. Sterk 31-12-12 Dhr. 01-01-12 Mw. Corsten 01-01-12 Mw. Sterk 01-01-12 01-01-12 Mw. Corsten 31-12-12 Dhr. Sterk 01-01-12 Mw. Corsten 01-01-12 01-01-12 Dhr. Sterk 31-12-12 Dhr. Vogel 01-01-12 Dhr. Sterk 01-01-12 01-01-12 Dhr. Vogel 31-12-12 Dhr. Vogel 01-01-12
31-12-12 16-08-99 21-03-11 31-12-12 31-12-12 21-03-11
01-01-12 31-12-12 01-01-12 31-12-12 31-12-12 31-12-12 01-01-12 31-12-12 31-12-12 31-12-12 01-01-12 31-12-12 31-12-12 01-01-12 31-12-12 31-12-12 01-01-12 31-12-12
31-12-12 I 31-12-12 I 31-12-12 I 31-12-12 I 31-12-12 I 31-12-12 I
D of I (I) D of I
16-08-99 21-03-11 D DD D
I I I I I I
2012
2012
EUR EUR 2012 2012 204.722 0 EUR EUR 107.520 D 204.722 0 97.202 107.520 D 204.722 0
I I I I I I
97.202 107.520 97.202 23.250 23.250 6.000 I 6.000 23.250 3.450 3.450 I 6.000 3.450 I 3.450 3.450 3.450 I 3.450 3.450 3.450 3.450 3.450 I 3.450 3.450 3.450 3.450 I
0
0
0
(*) onder betaalde beloningen worden ook onkostenvergoedingen begrepen. (*) onder betaalde beloningen worden ook onkostenvergoedingen begrepen.
(*) onder betaalde beloningen worden (*) onder ookbetaalde onkostenvergoedingen beloningen worden begrepen. ook onkostenvergoedingen begrepen.
2012 2012 termijn dienstverband EUR school: Montessori EUR Buiten Wittevrouwen 2012 2012 204.722 0 0 0 EUR EUR wijk: Utrecht-Oost 107.520 0 aantal leerlingen: 320 0 97.2020 0
0
aantal medewerkers: 23
23.250 0 0 0 0 0 woord: Rianne 0 van Oostveen, leerkracht Aan het 6.000 0 en 0 bouwcoördinator 3.450 “Voor de zomervakantie 2012 is er geïnvesteerd in 3.450 het opfrissen van onze Montessori-visie. Tijdens een 3.450 aantal studiedagen onder leiding van Tjeerd Mijnster 3.450 van Eduniek, een specialist op dit gebied, hebben we 3.450
gesproken over het onderwijsaanbod: Wat moeten en wat mogen kinderen doen? Hoe kunnen we kinderen extra uitdagen? Hoe ziet effectieve instructie in de groepen eruit? In 2012 zijn er een aantal collega’s vertrokken en nieuwe collega’s bijgekomen en is het mij duidelijk geworden dat sturing, leiding krijgen en geven en monitoren belangrijke zaken zijn die leiden tot excellentie binnen de organisatie. Om vooruit te gaan moeten alle geledingen binnen de school samenwerken en is het belangrijk dat alle neuzen dezelfde kant op staan.”
48
(1)
(2)
(1)
(2)
(4)
(3)
(3)
(4)
49
(5)
(6)
(1)
(2)
(3)
(4)
school: Mattheus wijk: Overvecht aantal leerlingen: 192 aantal medewerkers: 23 Aan het woord: Frank Klompenhouwer, leerkracht groep 8 “Het afgelopen jaar hebben we een nieuwe schoolleider gekregen, die voortkomt uit de eigen gelederen. Dit heeft veel rust gebracht binnen het team. Verder hebben we de groepsoverzichten en groepsplannen hoog op ons prioriteitenlijstje gezet. Dat was even wennen, maar het heeft veel inzichten in de verschillende kinderen opgeleverd. Dit schooljaar heb ik voor het eerst echt mijn eigen groep. De aanloop erheen vond ik best spannend. Eenmaal begonnen, trof ik een groep keiharde werkers aan, die erg lief voor elkaar zijn. We lachen samen veel en dat vind ik een belangrijke voorwaarde om te leren. Al merk ik dat ik nog veel moet leren, toch is 2012 voor mij persoonlijk een jaar geweest waarin ik bewezen heb dat ik het vak in de vingers heb. En wat een prachtig vak is het!”
50
D4 RESERVES EN VOORZIENINGEN PER SCHOOLNUMMER
4.1
Reserves
4.1.1
Algemene reserve (publiek) rek.nr 500
7719503 7719504 7719510 7719511 7719512 7719513 7719514 7719515 7719516 7719517 7719518 7719519 7719520 7719521 7719522 7719523 7719524 7719525 7719526 7719527 7719528 7719529 7719530 7719531 7719532 7719533 7719534 7719535 7719536 9995601
Technische dienst Banda Atjeh De Achtbaan Ariënsschool De Carrousel St. Dominicusschool Hof ter Weide Op De Groene Alm Jan de Doperschool Jan de Doperschool locatie Gertrudis Joannes XXIII-school Johannesschool De Kameleon De Kameleon locatie Villa Nova Leonardo Ludgerschool Marcusschool Marcussschool locatie Mattheus Montessorischool De Notenboom St. Paulusschool De Pijlstaart Sint Maarten locatie Neckardreef Sint Maarten-de Meern De Spits De Zeven Gavenschool Jazzsingel Haarrijn Leidsche rijn centrum Beheerfonds
Saldo 31/12/2011 €
Totaal algemene reserve
28.743 20.35431.68591.624 23.281 110.857 76.795 3.154189.561 283.726 20.412 186.761 9.052 242.933 38.903 12.879 163.622 55.699 39.965 17.927199.098 222.000 1.414.940 3.337.731
51
mutaties 2012 Resultaat Overige mutaties € € 47.29120.354 991 7733.763 37.108 73.014 25.516 20.62313.46692.91836.778 37.663 37.66356.818 2.6431.84911.21011.21011.210 3.002 12.0541.802 56.96532.821 16.94416.94416.944 49.370 16.8252.60913.0753.81251.11351.11351.113 148.594 34.38159.99118.27418.274 592.909 171.644
106.711-
Saldo 31/12/2012 €
18.54830.771125.387 60.389 183.871 81.688 16.620133.421 0 340.544 17.769 173.702 0 187.770 54.780 62.249 146.797 53.090 26.890 72.8520 313.311 162.009 591.417.849 3.402.664
52
D4 RESERVES EN VOORZIENINGEN PER SCHOOLNUMMER 4.2.1
Bestemmingsreserves (publiek)
4.2.1.1
Reserve personeel rek.nr 571
Saldo 31/12/2011 € 416.178 2.404.439 0 248.1072.572.510
7719501 Bestuurskantoor 7719502 Gezamelijk beleid 7719503 Technische dienst 7719522 Leonardo Totaal Reserve personeel
4.2.1.2
Reserve Personeels- en Arbeidsmarktbeleid rek.nr 572
Saldo 31/12/2011 €
7719501 7719502 7719510 7719511 7719512 7719513 7719514 7719515 7719516 7719517 7719518 7719519 7719520 7719521 7719522 7719523 7719524 7719525 7719526 7719527 7719528 7719529 7719530 7719531 7719532 7719533 7719534 7719535 7719536
Bestuurskantoor Gezamenlijk beleid De Achtbaan Ariënsschool De Carrousel St. Dominicusschool Hof ter Weide Op De Groene Alm Jan de Doperschool Jan de Doperschool locatie Gertrudis Joannes XXIII-school Johannesschool De Kameleon De Kameleon locatie Villa Nova Leonardo Ludgerschool Marcusschool Marcussschool locatie Mattheus Montessorischool De Notenboom St. Paulusschool De Pijlstaart Sint Maarten locatie Neckardreef Sint Maarten-de Meern De Spits De Zeven Gavenschool Jazzsingel Haarrijn Leidsche rijn centrum
Totaal Reserve personeels- en arbeidsmarktbeleid
192.867 1.105.968 60.000 60.000 31.231 56.276 60.000 2.104 130.712 0 60.000 11.177 81.595 44.404 53.819 60.000 13.305 61.921 60.000 57.768 22.726 -30.514 2.195.359
mutaties 2012 Resultaat Overige mutaties € € 145.662 68.781 91.826 108.03312.054 106.410 103.880
mutaties 2012 Resultaat Overige mutaties € € 73.55757.089 62.88019.690 19.6909.457 9.4578.675 6.42113.159 13.15917.484 1.04727.16528.05028.050 15.676 15.6765.958 31.47014.30614.30614.306 3.9031.465 11.50812.64646.23046.230 51.65629.429 2.742 16.072204 2043.079 6.694 7.541 7.54115.94634.381 48.0211.569189.002-
22.169-
Saldo 31/12/2012 € 561.840 2.565.046 344.0862.782.800
Saldo 31/12/2012 €
119.310 1.100.177 60.000 60.000 39.906 49.855 60.000 19.588 102.500 60.000 17.135 35.819 41.966 29.665 37.773 16.047 45.849 60.000 67.541 41.161 78.5351.5691.984.188
D4 RESERVES EN VOORZIENINGEN PER KOSTENPLAATS 4.2.1.3
Reserve projecten Overige (solidariteitsfonds) rek.nr 580
Saldo 31/12/2011 €
Gezamenlijk beleid
408.685
Totaal Reserve Reserve projecten Overige (solidariteitsfonds)
408.685
7719502
4.2.1.4
Reservenulmeting rek.nr 573 Saldo 31/12/2011 €
7719510 De Achtbaan 7719511 Ariënsschool 7719512 De Carrousel 7719513 St. Dominicusschool 7719514 Hof ter Weide 7719516 Jan de Doperschool 7719517 Jan de Doperschool locatie Gertrudis 7719518 Joannes XXIII-school 7719519 Johannesschool 7719520 De Kameleon 7719521 De Kameleon locatie Villa Nova 7719523 Ludgerschool 7719524 Marcusschool 7719525 Marcussschool locatie Mattheus 7719526 Montessorischool 7719527 De Notenboom 7719528 St. Paulusschool 7719529 De Pijlstaart 7719530 Sint Maarten locatie Neckardreef 7719531 Sint Maarten-de Meern 7719532 De Spits 7719533 De Zeven Gavenschool Totaal Reserve personeels- en arbeidsmarktbeleid
4.2.1.4
57.356 16.246 2.399 37.198 49.618 3.313 14.931 13.986 3.376 2.818 19.782 12.688 11.074 8.270 7.463 5.069 13.362 18.118 14.290 22.280 25.686 23.019 382.342
Reserve bovenschoolse voorzieningen Saldo 31/12/2011 €
7719502
Gezamenlijk beleid
Totaal Reserve bovenschoolse voorzieningen
25.794 25.794
mutaties 2012 Resultaat Overige mutaties € € 12.67112.671-
mutaties 2012 Resultaat Overige mutaties € € 7.3522.1123778.1424.6938172.4952.2565638255.3702.4792.2391.1311.7107622.3722.7413.4332.5344.8413.65062.892-
€
-
396.014 396.014
Saldo 31/12/2012 -
mutaties 2012 Resultaat Overige mutaties € € 28.529 28.529
53 Saldo 31/12/2012
-
€
50.004 14.134 2.022 29.056 44.925 2.496 12.436 11.730 2.813 1.993 14.412 10.209 8.835 7.139 5.753 4.307 10.990 15.377 10.857 19.746 20.845 19.369 319.450
Saldo 31/12/2012 € 54.323 54.323
D4 RESERVES EN VOORZIENINGEN PER SCHOOLNUMMER 54
4.2.1.5
Reserve eigen risico vervangingsfonds Saldo 31/12/2011 €
7719502 Gezamenlijk beleid Totaal Reserve bovenschoolse voorzieningen 4.2.1.6
Reservemiddelen voor onderwijskundige vernieuwing rek.nr 590
7719502
Gezamenlijk beleid
Voorzieningen Personeelsvoorzieningen Voorzieningen jubilea rek.nr 750
€
411.582 411.582
-1.239 261.297 22.352 53.612 120.447 17.789 20.783 33.244 809-120.251 -54.342 107.911 14.102 52.410 1.872 -9.837 62.203 22.712 -27.789 58.610 70.087 7.794 85.392 49.576 48.356 100.929 997.211
90.186
€
90.186
€
-
€
-
127.470 127.470
€
16.647 16.647
27.600 15.090 39.015 24.750 10.350 96.375 33.000 22.800 27.525 33.690 15.635 15.000 33.328 26.859 22.095 16.650 5.000 33.090 28.620 526.472
€
19.16319.163-
1.64717.57820822.46823.1729.57191.45852.149257 22.94589.91626.5279.29033.77253.32673.44839.94611.91814.73036.56319.19618.2661.88948715.71728.136-714.066
90.186 90.186
mutaties 2012 Dotatie Onttrekking
Saldo 31/12/2011 €
5.1.2 Overige voorzieningen 5.1.2.1 Voorzieningen gebouwen rek.nr 700 7719501 Bestuurskantoor 7719502 Gezamenlijk beleid 7719503 Technische Dienst 7719510 De Achtbaan 7719511 Ariënsschool 7719512 De Carrousel 7719513 St. Dominicusschool 7719514 Hof ter Weide 7719515 Op de groene Alm 7719516 Jan de Doperschool 7719517 Jan de Doperschool locatie Gertrudis 7719518 Joannes XXIII-school 7719519 Johannesschool 7719520 De Kameleon 7719521 De Kameleon locatie Villa Nova 7719523 Ludgerschool 7719524 Marcusschool 7719525 Marcussschool locatie Mattheus 7719526 Montessorischool 7719527 De Notenboom 7719528 St. Paulusschool 7719529 De Pijlstaart 7719530 Sint Maarten locatie Neckardreef 7719531 Sint Maarten-de Meern 7719532 De Spits 7719533 De Zeven Gavenschool Totaal Voorzieningen gebouwen
-
Totaal Reserve onderwijskundige vernieuwing
7719502 Gezamenlijk beleid Totaal Voorzieningen jubilea
Saldo 31/12/2012
mutaties 2012 €
5.1 5.1.1 5.1.1.1
57.585 57.585
mutaties 2012 Resultaat Overige mutaties € € 44.885 25.000 44.885 25.000
Saldo 31/12/2012 €
409.066 409.066
-2.886 243.719 22.144 58.744 97.275 23.308 -31.660 5.845 9.798 -46.821 -111.258 81.384 27.612 18.638 -23.929 -49.595 37.892 25.794 -9.191 48.906 72.986 6.178 88.503 49.089 65.729 101.413 809.617
55
56