plagiaat: voorkomen bestrijden bestraffen 1
een notitie van mei 1
januari 2006
http://www.studenten.net/content/artikel.asp?mte_id=1&cge_id=18&akl_id=3194
Plagiaat Inleiding “Meer dan de helft van de geënquêteerde heeft onderwijs gehad in het voorkomen van plagiaat, hiervan gebruikt meer dan de helft nog steeds teksten van het internet of uit andere bronnen. Het al dan niet gehad hebben van instructie heeft grote invloed op de mate waarin studenten het wel of niet overnemen van werk van anderen accepteren. Alleen het overnemen van een tekst in eigen woorden (parafraseren, wat niet is toegestaan zonder bronvermelding) wordt door de meeste studenten als acceptabel gezien.” (Citaat of plagiaat?, Stichting Onderwijs Evaluatie Rapport (OER), Utrecht, juni 2005) “Het vraagstuk van de studiefraude wordt in Nederland nog maar kort serieus genomen en we beschikken niet over onderzoeksresultaten die iets kunnen zeggen over de omvang ervan in een reeks jaren. Op grond van de gelegenheidstheorie – en dat is de criminologische theorie die naar mijn inzicht het beste past bij dit ‘delict’ – mogen we nochtans veronderstellen dat het probleem als maar groter wordt. De groei van de instellingen van het hoger onderwijs en zeker ook de invoering van de bachelor-masterstructuur, scheppen voor studenten in toenemende mate de gelegenheid om op een even gemakkelijke als oneerlijke manier een diploma te behalen. Dit proces lijkt onomkeerbaar.” (F. Bovenkerk, tijdschrift voor hoger onderwijs (TVHO), jaargang 23 – nummer 2 – juli 2005) Voorlichting en instructie “In principe kan gesteld worden dat studenten zich vaak niet bewust zijn van het feit dat ze plagiaat plegen. Dit is in samenhang met meerdere factoren. Eerstejaars hebben vaak nog te kampen met slechte voorlichting vanuit het voortgezet onderwijs. Bovendien blijkt uit de gegevens dat niet alle opleidingen consequent voorlichting of instructies geven in het vermijden van plagiaat.” (OER) “Van de docenten zegt 46% wel eens onderwijs te hebben gegeven over het vermijden van plagiaat, onder studenten blijkt ruim de helft hier onderwijs in te hebben gehad.” (OER) “Er is gebleken dat er vaak onbedoeld plagiaat gepleegd wordt onder studenten door het per ongeluk achterwege laten van een (juiste) bronvermelding.” (OER)
“Plagiaat zelf is geen wettelijke term. Er kunnen meerdere definities aan worden verbonden.” (OER) “Op de vraag of ze bekend zijn met de houding van hun opleiding tegenover plagiaat, werd door 38% ‘nee’ geantwoord. Daarnaast is ook ruim de helft van de ondervraagden niet op de hoogte van de gevolgen van het plegen van plagiaat.” (OER) “De gedragsbeïnvloeding die men bij de studentenpopulatie als geheel teweeg zou kunnen brengen volgens de leertheorie, bestaat uit twee componenten. Ten eerste kan men feitelijke informatie verstrekken over wat studiefraude nu eigenlijk is.(cursivering: mei) Ik heb mijn collega’s vaak horen verzuchten dat studenten niet weten wat plagiaat is en dat ze niet weten hoe je fatsoenlijk bronnen moet aanhalen. … Ten tweede kan het wel degelijk zin hebben om in een les ethiek of iets dergelijks enkele conventionele waarden en normen uit te leggen.” (cursivering: mei) (TVHO) “Toen wij met onderzoeksgezelschap zes jaar geleden aan alle examencommissies vroegen wat zij in voorkomende gevallen doen, leverde dat een nogal onverwachte uitslag op. Heel veel commissies hadden eigenlijk helemaal niets geregeld en de frauderende studenten verkeerden in onzekerheid.” (TVHO) “De ‘beste’ oplossing: verkleining van de schaal van het hoger onderwijs en het wederinvoeren van het ideaal van academische excellentie, is daarom geen realistische optie. We zullen onze toevlucht moeten nemen tot het kille repertoire van de technopreventie (detectiepoortjes, antiplagiaatzoekprogramma’s op internet) en het dreigen met steviger sancties bij ontdekking. Dit zal enigszins helpen, maar draagt tegelijkertijd bij aan een onaangenaam studieklimaat. Op grond van inzichten van de leertheorie zouden meer opbouwende maatregelen kunnen worden genomen. De studenten kan in een aparte cursus worden geleerd wat precies wel en niet mag in het academische bedrijf en hun kan de norm worden ingescherpt. (cursivering: mei) Het zou de docenten verplichten ook over hun eigen beroepsethiek na te denken. Dat heeft geen nadelige bijeffecten. Of het beter helpt, durf ik echter niet te voorspellen.” (TVHO) Detectie en consequenties De UvA gebruikt op enkele faculteiten het detectiesysteem Urkund, verder is het mensenwerk. “Over het algemeen kennen detectiesystemen meer nadelen dan voordelen. Voordelen zijn onder andere dat het tijdsbesparing is voor docenten en dat de
indruk bestaat bij opleidingen die de detectiesystemen gebruiken dat het plagiaat sterk afneemt. Enkele nadelen zijn dat de systemen geen rekening houden met bronvermeldingen, dat het niet duidelijk is waar de grens moet worden getrokken, dat systemen slechts een indicatie geven en de uiteindelijke vaststelling mensenwerk blijft en tenslotte dat er slechts vergeleken wordt met internet of het eigen database van werkstukken (Roes, 2004) Vooral dit laatste punt is belangrijk. Studenten die bewust plagiëren zoeken vaak hun bronnen bij opleidingen aan andere Universiteiten.” (OER) “Het aantal studenten dat daadwerkelijk wordt aangesproken op vermoedens van het plegen van plagiaat is slechts 3,6 %. Op de vraag wat hiervan de gevolgen waren werd het meest geantwoord dat die er niet waren omdat het een onterecht vermoeden betrof.” (OER) “Slechts 11,1% van docenten zegt nooit vermoedens te hebben van plagiaat. Toch is 94,4% van de studenten nooit aangesproken op vermoedens van het plegen van plagiaat.” (OER) “De examencommissie wordt in 29,7% van de aantoonbare gevallen ingeschakeld, hoewel dit de enige juiste procedure is.” (OER) “Het verschil tussen de ontdekte en gerapporteerde fraude en de mate waarin dit bij wijze van self report door ons is gemeten is enorm. Het is wel duidelijk hoe dat komt (McCabe e.a. 2003). De meeste studiefraude wordt helemaal niet ontdekt. Wanneer de docent het wel opmerkt, kan deze beslissen net te doen of hij het niet heeft gemerkt; hij kan ook besluiten om er alleen met de student over te praten; hij kan een waarschuwing geven; of hij kan zelf een sanctie opleggen, bijvoorbeeld het judicium verlagen. In al deze gevallen blijft de fraude door de verantwoordelijke autoriteiten onopgemerkt.” (TVHO) “De druk is groot om te zorgen dat de studenten in ieder geval hun diploma behalen. Er is veel in hen geïnvesteerd; in een systeem van outputfinanciering zou de faculteit er ECTS-punten mis kunnen lopen als de student wordt verwijderd” (TVHO) “Het kader voor het sanctiebeleid wordt gevormd door art. 7.12 lid 4. van de WHW. Ik heb momenteel geen informatie die er op wijst dat deze bepaling ontoereikend is. Het onderzoek en uw vragen zijn voor mij echter wel aanleiding om de vraag in het kader van de nieuwe wet WHOO aan de instellingen voor te leggen. Het uitsluiten van een student van onderwijs, tentamens en examens zie ik als potentieel onderdeel van sanctiebeleid. (…)
Verschillende publicaties wekken de indruk dat leerlingen en studenten onvoldoende worden geïnformeerd over bronnengebruik, en dat plagiaat zo veelvuldig voorkomt doordat ze niet weten dat plagiaat niet is toegestaan. Deze analyse bevreemdt mij, omdat plagiaat niets anders is dan het voorwenden dat werk van een ander eigen werk zou zijn. Het is dus bedrog, en als zodanig ontoelaatbaar. Niettemin is het in mijn ogen verstandig om elke mogelijkheid van preventie aan te grijpen. In zowel voortgezet als hoger onderwijs dient daarom ondubbelzinnig uitgelegd te worden hoe brongebruik verantwoord behoort te worden, en welk gebruik om welke redenen ontoelaatbaar is. Het lijkt daarvoor niet nodig en zelfs ondoelmatig dat elke docent hier aandacht aan schenkt. “ (staatssecretaris Mark Rutte in antwoord op kamervragen van F. Vergeer op 15 augustus 2005, http://www.minocw.nl/documenten/33633a.pdf) Standpunt mei “Er moet meer voorlichting komen, en een eenduidige strafmaat, zegt fractievoorzitter David Rozema van mei. ‘Er zijn geen cijfers bekend, maar elk geval van plagiaat is een groot probleem. In een academische gemeenschap mag je van studenten verwachten dat ze niet aan plagiaat doen: je schrijft je werk zelf of je doet aan bronvermelding. Nu blijkt uit onderzoek van de stichting Onderwijs Evaluatie Rapport dat een heleboel studenten niet weten welke straf je voor plagiaat kunt krijgen, of waar de grenzen liggen. Aan de UvA wordt nauwelijks aandacht besteed aan deze problemen, terwijl uit hetzelfde onderzoek blijkt dat er met meer voorlichting minder plagiaat wordt gepleegd. Ik vind dat er aan de universiteit een discussie moet komen over de grenzen van plagiaat: hoe zit het bijvoorbeeld met het overnemen van ideeën of met teksten van internet? Vanaf volgend jaar willen we dat er één college van twee uur in het eerste semester van het eerste jaar wordt gegeven over plagiaat: wat is het en wat zijn de gevolgen? Pas wanneer studenten goed op de hoogte zijn, kan er een strenge en consequente bestraffing volgen op plagiaat plegen. Gevallen van plagiaat mogen ook niet langer in de doofpot verdwijnen. Wij zullen deze ideeën in een voorstel zetten, die hopelijk wordt overgenomen door de CSR en het College van Bestuur.” (Folia, 14 oktober 2005)
Eerst voor, dan door studenten. Dus: Voor: - Op iedere opleiding moet op het relevante moment, dat wil zeggen, voor het eerste paper, in een college van (tenminste) twee uur aandacht besteed worden aan plagiaat Wat is het, hoe voorkom je het, maar ook wat de gevolgen zijn. - In de verdere opleiding moet er voorzien worden in capabele begeleiding bij het schrijven van belangrijke stukken. - Er dient een UvA-brede richtlijn te worden opgesteld met (indien mogelijk) een definitie van plagiaat en de consequenties daarvan. - Indien de eerste ervaringen met Urkund positief zijn dan moet het UvA-breed worden ingevoerd. Door: - Ernstige2 gevallen van plagiaat moeten streng en consequent gestraft worden, door de betrokken student het vak opnieuw te laten doen3.
Ter beoordeling van de examencommissie, met wel verifieerbare openbare richtlijnen (bijvoorbeeld in de OER) 3 Ook deze straf is bedoeld als richtlijn, om importantie van het onderwerp aan te geven. mei is niet voor het verwijderen van studenten van de opleiding wegens plagiaat, zoals de staatssecretaris voorstelde. 2