• Jongeren drinken alcohol in ‘Certifikeet’ • Mobiliteit in de Stedendriehoek • Innovatiekracht regio krijgt handen en voeten • Bruisende transformatie De Mars Zutphen
2
DRIEHOEKS verhouding over ontwikkelingen binnen de Stedendriehoek
6 e jaargang juni 2009
Dagelijks Bestuur(d)
‘Nee’betekent een uitdaging De Apeldoornse wethouder Rob Metz heeft als lid van het Dagelijks Bestuur destijds de portefeuille van de uitvoeringsagenda toebedeeld gekregen. “Niet toevallig, denk ik. Ik mag mensen graag prikkelen, vind complexe trajecten een uitdaging, evenals mensen die ‘nee’ zeggen en ik boek graag concrete, zichtbare successen.” Typische eigenschappen die van pas komen bij het trek- en duwwerk, dat altijd komt kijken bij projectuitvoering. Metz: “Het begint eigenlijk pas echt als het projectplan goedgekeurd en de financiering rond is.” Het regiocontract is in 2008 afgesloten met de provincie Gelderland. Voor het Overijsselse deel van de Stedendriehoek is er een aantal zogenaamde boegbeelden toegevoegd. Op die manier ontstaat er een totaaloverzicht over de regio. Via een managementinformatiesysteem, het zogenaamde PMR-systeem (Planning en Monitoring Regiocontract) monitoren Metz en consorten het tempo van de uitvoering van de agenda.“Dat systeem past precies bij de lichte manier waarop we als regio georganiseerd zijn. Je moet het je voorstellen als een soort virtuele organisatie. Daarmee voorkom je dat je elkaar steeds fysiek moet opzoeken, want dat kost teveel reis- en vergadertijd.” Het contract is afgesloten voor een bestuursperiode van vier jaar. Dat is bijzonder, want eerder was de looptijd meestal beperkt tot een jaar. Metz ziet duidelijke voordelen:“We kunnen onze focus nu voor een langere periode vasthouden. Bovendien staan ook de projecten die een langere voorbereidingstijd hebben, omdat er bijvoorbeeld op het gebied van bestemmingsplannen zaken geregeld moeten worden, ook vier jaar lang op de agenda van dezelfde betrokkenen.” Naast de doorlopende monitoring wordt de uitvoering van de agenda tussentijds geëvalueerd. Het regiocontract is afgesloten met een stabiele regio met een eensluidende focus, volgens Metz een comfortabele uitgangspositie.“Dat neemt niet weg dat we in de aansturing alert en actief zijn. Ik merk dat de belangstelling bij de betrokken ambtenaren van de diverse regiogemeenten groot is. In grote lijnen ben ik dus tevreden met de manier waarop de uitvoering verloopt. Waar we kunnen, moeten we nog wel efficiencyslagen zien te maken.” In lijn met de maatregelen rondom de kredietcrisis worden ook in de uitvoeringsagenda projecten waar mogelijk versneld uitgevoerd. De A1 is volgens Metz op dit moment nummer 1 op de agenda:“Het mooie is dat alle regiogemeenten dit zo voelen. Bovendien zijn we het eens over de te volgen denkrichting: de A1, A50 en de hoofdrailverbindingen zijn de dragers voor onze mobiliteit en hebben absolute prioriteit. In het onderliggend wegennet liggen de verkeerskundige bottlenecks aan de randen van de steden en de leefbaarheidsknelpunten in de dorpskernen. En tenslotte zetten we als regio in op zogenaamd flankerend mobiliteitsbeleid.” Wat Metz zelf geleerd heeft
Op 5 juni werd Gelders gedeputeerde Theo Peters in Zutphen geïnformeerd over de voortgang van een aantal Stedendriehoekprojecten. V.l.n.r: Matthijs Spits (projectleider haventje), Marieke Schriks (wethouder Zutphen), Theo Peters, Fokko Spoelstra en Rob Metz (beiden wethouder Apeldoorn).
van de samenwerking in de regio is de gerichte focus en de ‘zuinigheid’ van de kleinere gemeenten:“Daar zit per definitie minder capaciteit, dus moet er doelgericht en zuinig mee omgesprongen worden. Ik vind dat een prima instelling, ook voor grotere gemeenten.”
Inhoudsopgave Dagelijks Bestuur(d)
2
Intensieve samenwerking A1
3
Minder auto’s in spits
3
Informatiebijeenkomsten RSV De Voorlanden
3
Milieuatlas: digitale kaartenbak
4
Innovatiekracht
5
Beleid ‘Keten en hokken’ naar wethouders
6
Revitalisering keert tij De Mars
8
RegioNieuws
10
DB on tour
10
Succesvolle werkplaats mobiliteit
11
BBS-gelden goed besteed
14
Gezellige leerlingen en leraren
15
Lochem bouwt aan toekomst
16
Met dank aan Europa!
18
Column
19
De IJssel in beeld
20
Beleef de Stedendriehoek
20
Intensieve samenwerking capaciteitsuitbreiding A1
A1
Eén van de informatiebijeenkomsten in het gemeentehuis van Apeldoorn.
Op 19 mei heeft het landsdeel Oost met minister Eurlings gesproken over de A1. Vanuit de Stedendriehoek was regiovoorzitter en burgemeester van Deventer, Andries Heidema, aanwezig. Meer hierover in de volgende Driehoeksverhouding. Aan dit overleg ging een intensief traject van onderzoek en overleg vooraf. Zo was er op 31 maart een tweede informatiebijeenkomst in Apeldoorn over de A1, de eerste vond plaats in januari. De avonden waren bedoeld om raads- en statenleden te informeren over de actuele ontwikkelingen rondom de capaciteitsuitbreiding van de A1.
Minder gebruik auto in spits doel convenant
Met Driehoeksarrangement goedkoper reizen op maat Op 28 mei hebben het bedrijfsleven en betrokken overheden in de regio Stedendriehoek een convenant ondertekend over mobiliteitsmanagement. Inzet van het convenant is het terugdringen van het autogebruik in de spits door het streven naar uitbreiding van Regiorail, prioriteit voor de fiets naar bedrijvenlocaties, samenwerking tussen bedrijfsleven en overheid en het aanbieden van financieel aantrekkelijke alternatieven voor de auto. De voorziene mobiliteitsgroei in de regio zal leiden tot een structureel capaciteitsprobleem op de A1. Dit wordt mede veroorzaakt door de grote omvang en groei van het (internationale) vrachtverkeer. Om de regio bereikbaar te houden moeten er langs drie sporen verbeteringen komen: structurele capaciteitsverbetering van de A1, het verbeteren van de aansluitingen op het regionale onderliggen-
In memoriam Dick ter Maat Op 2 juni 2009 is tot onze ontsteltenis wethouder Dick ter Maat van de gemeente Brummen overleden. De heer Ter Maat was plaatsvervangend lid van de Regioraad. Op regionaal niveau heeft hij zich met name beziggehouden met het onderdeel Verkeer en Vervoer, Financiën, Plattelandsontwikkeling en Milieu. Met het overlijden van de heer Ter Maat verliest de regio een bestuurder met een warme persoonlijkheid en een enorme betrokkenheid.
Op donderdag 28 mei ondertekent de heer Van de Pol, voorzitter van de Vereniging Werkgevers Kontakt Zutphen & Omgeving, het convenant.
de wegennet en het beïnvloeden van het mobiliteitsgedrag. In het kader van het laatstgenoemde spoor komt er een ‘Driehoeksarrangement’. Daarmee kunnen individuele reizigers een reisarrangement op maat aanschaffen dat onder meer recht geeft op het gebruik van al het openbaar vervoer in Overijssel en Gelderland op werkdagen. Het Driehoeksarrangement is ook een kortingskaart voor de trein in het weekend en is geldig op alle bewaakte fietsenstallingen bij NSstations in Overijssel en Gelderland. Tevens geeft dit arrangement recht op gebruik van een OV-fiets in het hele land.
Informatiebijeenkomsten
RSV De Voorlanden Tot 6 mei lag de ontwerp Ruimtelijke Structuurvisie (RSV) De Voorlanden ter visie en was er gelegenheid tot het indienen van zienswijzen. Om burgers goed te informeren zijn er in april twee informatiebijeenkomsten in de regio georganiseerd. De aanwezige bestuurders en ambtenaren van de regio gaven informatie over het concept ontwerp. Op 1 september volgt een regionale hoorzitting. Dan kunnen de indieners van zienswijzen hun mening mondeling toelichten. Het proces is er op gericht dat nog dit jaar het definitieve ontwerp in Groene Pracht de afzonderlijke raden wordt behandeld en vastgesteld.
Milieuatlas: digitale kaartenbak
Gemeenten maken
Groene Pracht
inspanningen zichtbaar
Een gemeente die goed informeert op het gebied van milieu en gezondheid draagt bij aan transparantie en publieksgerichte dienstverlening van de overheid. Dat de regiogemeenten in de Stedendriehoek dit als gezamenlijke taak oppakken, zal geen verrassing zijn. En natuurlijk moet het eindproduct, de Milieuatlas, een digitaal product van deze tijd worden, aldus projectleider Harry Nijssen. Toegankelijke regionale Milieuatlas Nijssen is beleidsmedewerker Milieu bij de gemeente Deventer en zag een aantal jaren geleden potentie in de Geografische Informatie Systemen (GIS) die in opkomst waren. Een burger heeft op bepaalde momenten behoefte aan milieu-informatie over de gesteldheid van de bodem, geluidszonering of bijvoorbeeld het beleid ten aanzien van de natuur in de omgeving. De aan- of verkoop van een woning is zo’n moment. En doorvertaald naar gezondheidsaspecten: burgers kunnen op zoek zijn naar de bron van bijvoorbeeld stank of geluid als ze daar in hun leefomgeving last van krijgen. Omdat de Milieuatlas bedoeld is voor de burger, moet de informatie laagdrempelig en helder aangeboden worden. Dat gebeurt onder meer door aan te sluiten op bekende toepassingen zoals Google Earth en Google Maps. Ook professionals, zoals planologen, stedenbouwkundigen en landschapsarchitecten, raadplegen de Milieuatlas. In eerste instantie krijgen zij hetzelfde aangeboden als burgers. Het is mogelijk om later eventuele verdiepingslagen aan te brengen in de digitale atlas. Wat wil de burger? Ook het Ministerie van VROM is bezig, met een landelijke Atlas Leefomgeving. Harry Nijssen ziet veel voordelen: “Als regio kunnen we onder meer profiteren van de onderzoeken die het Ministerie heeft laten uitvoeren naar ‘wat wil de burger’. De regio sluit aan bij het gebruik van de zogenaamde open standaarden-software, die VROM als insteek kiest. Zo is alle informatie gemakkelijk te koppelen en uit te wisselen.” Vanzelfsprekend is het de bedoeling dat de regionale Milieuatlas straks aan de landelijke Atlas Leefomgeving gekoppeld wordt. Aan de Milieuatlas zal ook een kaart toegevoegd worden, waarmee gemeenten hun concrete milieu-, energie- en duurzaamheidsprojecten zichtbaar kunnen maken. Voor dit regioproject is ruim een halve ton euro beschikbaar op basis van cofinanciering. Dat betekent dat de bijdrage van de provincie verdubbeld wordt met de bijdragen, vooral in mensuren, van de regiogemeenten. In 2008 is de regionale projectgroep samengesteld en zijn de
Stikstofbelasting 2010 Lettele
Beleving geluid wegverkeer
Flora en fauna Het maken van de kaarten is een vak apart, omdat diverse disciplines een bijdrage leveren: milieuspecialisten, beleidsmedewerkers milieu en communicatie en GIS- en ICT-specialisten.
eerste verkenningen uitgevoerd. Het jaar 2009 is bedoeld voor bestuurlijke afstemming en het opzetten van het digitale systeem. Vanaf 2010 is de informatie via internet toegankelijk voor burgers en professionals, is het gezamenlijk beheer georganiseerd en kan de atlas eventueel verder doorontwikkeld worden.
De betrokkenheid bij de milieuspecialisten, milieu beleidsmedewerkers en GIS- en IC-specialisten van de verschillende gemeenten is groot. Harry Nijssen:“Dat is, naast het bestuurlijke draagvlak, een eerste voorwaarde om dit project te laten slagen.”
Innovatiekracht regio krijgt handen en voeten
Groene Pracht
Jan-Willem Strebus is hoofd van de afdeling Milieu van de gemeente Apeldoorn en programmamanager van ‘Innovatiekracht’. Dit programma is een onderdeel van het Regiocontract en is in 2008 door de provincie Gelderland voor vier jaar geaccordeerd. Jan-Willem Strebus:“Het vakgebied milieu heeft een hoog kennis niveau. We lopen vaak voorop als het gaat om vernieuwingen, zowel technisch als op het gebied van organisatie en samenwerking. Daarom kan dit vakgebied heel goed dienen als motor, als aanjager voor ontwikkeling en innovatie binnen onze regio. We hebben gelukkig een aantal vooraanstaande kenniscentra binnen onze grenzen en in onze omgeving: Saxion Hogescholen, de Hogeschool Arnhem-Nijmegen en de Universiteiten van Wageningen en Twente. Binnen het programma voeren we 14 stevige projecten uit. Daarmee krijgt het concreet handen en voeten. Eén van de projecten - naast de regionale Milieuatlas - is de vestiging van drie Kwelwater wordt direct aan bedrijven geleverd. aardgastankstations (in Zutphen, Apeldoorn en Lochem, red.). Een ander mooi voorbeeld is de opzet van de kwelwaterketen. Bij gemeentelijke bodemsanering moesten we kwelwater altijd draineren. Een bedrijf betaalt ervoor om datzelfde water te laten oppompen om het te gebruiken voor koeling in het productieproces. In de kwelwaterketen leveren wij dat water nu direct aan bedrijven. Daarmee wordt een deel van onze bodemsanering gefinancierd. Bovendien is deze methode in zijn totaliteit goedkoper én duurzaam.”
Beleid ‘Keten en hokken’ naar wethouders
Jongeren drinken alcohol in Eind april is de handreiking Beleid Keten en hokken aangeboden aan de wethouders van de 21 gemeenten van de GGD-regio Gelre IJssel. Voor veel jongeren is een hok of keet dé plek waar ze hun vrienden ontmoeten, de avond doorbrengen of van daaruit het uitgaansleven in gaan. Het is ook de plek – zonder al te veel ouderlijk toezicht – waar meestal stevig alcohol wordt gedronken. Wethouder Edo Horstman van de gemeente Voorst en Mariko van Vemde, beleidsmedewerker Welzijn: “De kinderen zijn er in een gevarenzone.”
Alcohol. Algemeen geaccepteerd in alle lagen van de bevolking. Tot enkele jaren geleden geloofden ouders dat je je kinderen thuis moest laten wennen aan alcohol. Het was immers normaal dat pubers met drank experimenteerden. Nu gelden andere richtlijnen: tot 16 jaar geen alcohol, daarna heel matig. Wethouder Horstman: “We weten steeds meer over de ontwikkeling van hersenen bij kinderen en jongeren. Het duurt langer dan we dachten voor de hersenen volledig zijn ontwikkeld, namelijk gemiddeld tot 23 jaar. Als jongeren te vroeg, te veel, te vaak alcohol drinken is de onherstelbare schade
‘Certifikeet’
Wethouder Edo Horstman
Mariko van Vemde
groot.” Reden voor de regio Stedendriehoek, aangevuld met de gemeente Heerde, de GGD, Tactus, politie, Halt en OM, om de handen ineen te slaan. Dit leidde tot het project ‘Alcoholmatiging onder jongeren in de Stedendriehoek’. Gemeente Voorst heeft zich opgeworpen als bestuurlijk trekker van dit project en als plattelands gemeente wordt zij in de regio gezien als voorbeeld in de aanpak van buurtketen.“Dat de rest mag volgen.”
Twintig keten Het is van alle tijden dat jongeren liefst zonder al te veel ouderlijk toezicht samen komen in de avonduren. Keten en hokken op het platteland zijn dan ook geen nieuw verschijnsel. Edo Horstman:“Wij waren benieuwd hoeveel keten en hokken er in Voorst zouden zijn. Via het netwerk hebben we een inventarisatie gemaakt, waaruit bleek dat het er ongeveer twintig zijn. Ze komen en gaan, net als de samenstelling van de vriendengroepen op deze leeftijd. Een keet kan een plek in een schuur zijn, of een caravan of bouwkeet op een erf of weiland.” Jongeren en hun ouders zijn enthousiast over de eigen keet. Jongeren kunnen hun eigen gang gaan, ouders vinden het fijn dat hun kind in de buurt is en niet rondhangt op straat. Mariko van Vemde:“Ons doel is om de keten een veilige plek te laten zijn voor jongeren. Daarom hebben we onder andere een voorlichtingsavond georganiseerd voor jongeren, hun ouders en de eigenaren van een keet om een bewustwordingsproces op gang te brengen.” Van sluiten naar sluipen Horstman:“De avond was goed bezocht. Wel kwamen de jongeren binnen met een houding ‘waar bemoeien jullie je mee? Onze keet mag niet worden gesloten.’ Laat heel duidelijk zijn dat sluiten niet onze bedoeling is. Sluiten leidt tot sluipen. Daarom willen wij het goed regelen. Met als insteek veiligheid. We streven naar zo min mogelijk regels en voorschriften, maar gaan wel werken met duidelijke normen. Het was mooi om te zien dat aan het einde van de avond de meesten ook wel met datzelfde beeld de deur uit gingen.” De gemeente Voorst heeft alle keten bezocht.“De eigenaren van de keten zijn en blijven verantwoordelijk voor wat er in en om de keet gebeurt. De gemeente neemt die verantwoordelijkheid niet over. Wij kunnen wel met hen samenwerken en hen ondersteunen om de situatie veilig te maken.” Mariko:“Bij een bezoek aan een keet kijken we naar brandveiligheid, het verantwoord omgaan met alcohol en het voorkomen en aanpakken van overlast. Bij de brandveiligheid zijn vluchtwegen en de aanwezigheid van blusapparaten van belang. Ook mag er in een keet geen open vuur zijn of gefrituurd worden. Verantwoord alcoholgebruik betekent geen drank aan jongeren onder de 16 jaar en niet doorschenken als iemand al dronken is. Ook heeft een keet zijn eigen huisregels.” Certifikeet Als alles in orde is, leidt het tot een ‘Certifikeet’. Ieder jaar krijgt de keet bezoek van jongerenwerk en de brandweer om alles opnieuw door te lopen. In Voorst heeft het bezoeken van de keet al wel geleid tot de eerste sluiting. Mariko:“Het was een hele onveilige plek. Op een zolder,
een smalle doorgang met steile trap met daaronder allemaal brandbare vloeistoffen. Een onverantwoorde situatie.” Horstman stuurt sterk aan op bewustwording en de eigen verantwoordelijkheid.“Dit is een vraagstuk dat je niet kunt oppakken met handhaven en streng controleren. Ouders, jongeren en keeteigenaren moeten het zelf willen. Wel moeten jongeren het gevoel hebben dat ze gezien en geholpen worden.” Alcoholmatiging is een kwestie van de lange adem, vergelijkbaar met niet-roken. Ouders en kinderen onderschatten het gevaar. Horstman vertelt dat bij de regionale aftrap van het project dokter Van der Lely – oprichter van de Alcoholpoli in Delft– een indrukkende presentatie heeft gegeven over jeugd en alcohol. Deze arts ziet regelmatig kinderen met een alcoholvergiftiging na een avond comadrinken. Horstman:“Van der Lely schetste het volgende voorbeeld: een jongen die eindelijk bijkwam uit zijn coma, legde hij de vraag voor wat hij graag wilde worden. De jongen had geantwoord dat hij graag een BMWgarage wilde runnen later. Van der Lely had hem geantwoord dat hij blij zou mogen zijn als hij zelf ooit nog een BMW uit de garage zou kunnen rijden.
Lekker keten Huiskamerkeet achter de voordeur, gratis consumpties, niet geopend voor publiek, tijdelijk karakter Commerciële keet winstgericht, open voor publiek, permanent karakter, bijna illegaal café, daarmee strijdig met Drank- en Horecawet Buurtkeet non-profit, mogelijke opbrengsten worden besteed aan aankopen, tijdelijk karakter, beperkt in aantal
Ontwikkeling bedrijventerrein Zutphen in volle gang
Ambitie Wonen en Werken
Bruisende transformatie
De Mars
Bedrijventerrein De Mars vanuit de lucht gefotografeerd. Foto: Hugo Nienhuis
Flinke investeringen in infrastructurele werken, ruimte voor zware industrie, herinrichting van het bedrijventerrein, een nieuwe woonbuurt met zo’n 1.000 nieuwe woningen, volop ruimte voor kantoren en leisurefuncties, een autovrije IJsselboulevard… er staat heel wat te gebeuren in en rondom bedrijventerrein De Mars in Zutphen. Niet voor niets is herstructurering van dit bedrijventerrein benoemd als pilotproject voor het bevorderen van de kwaliteit en de ruimtelijke inpassing van bestaande en nieuw aan te leggen bedrijventerreinen. Volgens minister Cramer is De Mars pilot geworden omdat dit een voorbeeld van integrale gebiedsontwikkeling is waar een flinke kwaliteitsslag wordt beoogd in bestaand stedelijk gebied.
Nieuwe woonbuurt Door de revitalisering is het tij gekeerd voor dit sterk verouderde gebied aan de noordkant van de Hanzestad. De Mars wordt een bruisend onderdeel van Zutphen. Een plek om te wonen, te werken en te recreëren. In het zuidelijk deel van het industrieterrein komt een nieuwe woonbuurt: Noorderhaven. De ligging pal bij de binnenstad, het spoor en de IJssel, is uniek. Door de mix van zo’n 1000 eengezinswoningen en appartementen, in combinatie met kantoren, ruimte voor horeca en (kleine) bedrijvigheid, krijgt het gebied een stedelijk karakter. Ongeveer 160 woningen in de sociale sector worden gereserveerd voor de huidige bewoners van Marswegkwartier; een sterk verouderde woonbuurt, die te zijner tijd gesloopt wordt. Een aantal oude pakhuizen blijft bestaan en wordt ingepast in de nieuwe plannen. Eind 2010 moet de eerste paal de grond in. Vanaf 2012 worden naar verwachting de eerste woningen opgeleverd.
Van beleid naar uitvoering Projectwethouder en voorzitter van de stuurgroep De Mars, Rik de Lange, vindt de enorme gevarieerdheid binnen het project zo bijzonder.“Er bestaat veel steun en draagvlak binnen de raad en ook bij ondernemers en bewoners leven de plannen. Bovendien is het enthousiasme waarmee het programmabureau werkt uniek. Dit programmabureau De Mars is in 2007 opgericht om de plannen van beleid naar uitvoering te brengen.” Programma directeur Mirjam Huffstadt :“Het is een prachtig project. Dit sterk verouderde, introverte bedrijventerrein transformeert in een nieuw stukje stad waar bedrijvigheid ruim baan krijgt maar ook woningen gerealiseerd kunnen worden. Ook de samenwerking met de verschillende bedrijven, investeerders en hogere overheden maakt de Mars bijzonder. Een mooie kans voor Zutphen!” Kijk voor meer informatie en actuele werkzaamheden op www.mars-zutphen.nl.
Bedrijventerrein De Mars Bouwterrein waar de nieuwbouw van Noorderhaven komt. Foto: Hugo Nienhuis
Verbetering bereikbaarheid De Mars telt circa 200 bedrijven die samen werk bieden aan zo’n 6000 werknemers en is daarmee van groot belang voor de stad en de omliggende regio. En dat terwijl de bereikbaarheid van en naar het terrein slecht te noemen is. Daarom wordt een aantal maatregelen getroffen. De Mars kent momenteel drie autoverbindingen die onvoldoende capaciteit bieden om het vrachten personenverkeer goed te kunnen laten doorstromen. Het verleggen van de provinciale weg N348 in het noorden levert twee nieuwe verbindingen op. Daarbij wordt in overleg met ProRail en NS Poort een nieuwe autotunnel onder het spoor gerealiseerd. Een flinke impuls voor het terrein en de economische ontwikkelmogelijkheden. Heerlijk recreëren De IJssel is altijd al van levensbelang geweest voor Hanzestad Zutphen. Momenteel maakt De Mars slechts beperkt gebruik van deze prachtige ligging. Door de nieuwe plannen komt de unieke kwaliteit van de IJssel weer volledig tot zijn recht. Zo wordt de nieuwe autovrije IJsselboulevard een heerlijke plek om te fietsen en te wandelen. Vanaf de binnenstad loopt de boulevard naar de havens; de Houthaven met z’n historische schepen en de Marshaven die in gebruik is als passantenhaven. De boulevard is zo een fantastische verbinding voor fietsers en wandelaars tussen de stad en de nieuwe woonbuurt Noorderhaven. De IJsselboulevard loopt zelfs door tot in de zuidelijke uiterwaarden, die een natuurlijk stadspark vormen. De Noordelijke uiterwaarden blijven beschermd natuurgebied in het kader van Natura 2000.
IJsselzone
Bedrijventerrein De Mars is ontstaan in 1864, na de aanleg van de spoorverbinding tussen Arnhem en Deventer. Door de aanleg van het Twentekanaal in de jaren dertig van de vorige eeuw ontstond er een fysieke begrenzing, met het spoor en de IJssel. In de tachtiger jaren is het terrein volledig benut en beslaat het zo’n vierde deel van het stedelijk gebied van Zutphen. Er vestigen zich vooral de zwaardere en milieugerelateerde industrie, zoals metaalverwerking, productie en recycling. Daarnaast vestigen zich in het hart steeds meer kantoren, publieks- en woongerelateerde bedrijven.
De Mars in vroeger tijden. Op het voormalige terrein van Reesink, achter het station, komt de nieuwbouw van Noorderhaven. Volgens de plannen komt er opnieuw een haven in dit deel van De Mars, nu bedoeld voor pleziervaart.
Uiterwaarden en de Houthaven. Foto: Hugo Nienhuis
Regionieuws Regionieuws Regionieuws 10
Jaarverslag en jaarrekening 2008 Het jaarverslag laat een overzicht zien van de resultaten van de regionale samenwerking. Ook in 2008 heeft deze weer zijn vruchten afgeworpen. Zo staat de Stedendriehoek bij het Rijk stevig op de kaart, met belangrijke regionale projecten als de Kanaalzone, de Mars en de IJsselsprong en is de regio volop in gesprek over de capaciteitsverruiming van de A1 en nieuwe verstedelijkingsafspraken. In het jaarverslag is een volledige terugblik per beleidsveld opgenomen. En omdat de regio ook graag alvast een kijkje wil geven in de toekomstplannen is aan het jaarverslag een hoofdstuk ‘Vooruitkijken naar 2009’ opgenomen. Met de jaarrekening 2008 legt de regio Stedendriehoek financiële verantwoording af over het afgelopen jaar. Er is gestreefd naar een heldere en transparante wijze van rapporteren. Samen geven het jaarverslag en de jaarrekening 2008 een uitgebreid inhoudelijke en regionale verantwoording van activiteiten en (nieuwe) ontwikkelingen in de regio. Om een goed totaalbeeld te geven, verschijnen beide documenten tegelijkertijd. Zowel het jaarverslag als de jaarrekening 2008 zijn medio juli gereed.
Begroting 2010 De regio Stedendriehoek laat zien dat zij ook in 2010 de ambities binnen de financiële kaders kan realiseren. Het streven blijft om de regiobegroting beperkt te houden. De kracht van de regio Stedendriehoek is de lichte samenwerkingsvorm, gecombineerd met stevige ambities en een klein faciliterend bureau dat flexibel opereert. Het is goed om te benadrukken dat het realiseren van die ambities valt of staat met de (cofinancierings)middelen en de ambtelijke capaciteit die uit de zeven gemeenten komen. De regio Stedendriehoek is nadrukkelijk niet een vierde bestuurslaag. Over nieuw beleid en financiële middelen besluiten de zeven gemeenteraden. Zo blijft de zeggenschap bij de democratisch gekozen gemeenteraden.
Handleiding voor gezamenlijke besluiten afzonderlijke raden De griffiers van de zeven gemeenten van de regio hebben in samenwerking met bureau Stedendriehoek een handleiding gemaakt voor regionale besluitvormingsprocessen waarover een gezamenlijk besluit moet worden genomen. Voorbeelden hiervan zijn de Regionale Structuur Visie, de Inter gemeentelijke structuurvisie IJsselsprong Zutphen, beleid Functieverandering buitengebied en de Economische Visie. In de handleiding worden de uitgangspunten van de regionale samenwerking beschreven en zijn de fasen van het besluitvormingsproces uitgewerkt in een overzichtelijk stroomschema. De gemeenteraden worden vanaf de start – dat wil zeggen vanaf het besluit om gezamenlijk beleid te maken – tot het einde (de eenduidige besluiten van de afzonderlijke raden) actief in staat gesteld hun rol te spelen. Er zijn geen bevoegdheden overgedragen aan de regio, zodat de besluitvorming binnen iedere afzonderlijke gemeenteraad plaatsvindt. Regionale samenwerking vindt plaats als er een meerwaarde te verwachten is. De regie van de procesvoering is in handen van bureau Stedendriehoek, uiteraard in nauwe samenspraak met de zeven griffiers van de regiogemeenten. Deze handleiding verschijnt in de vorm van een folder en wordt in juni aan de zeven gemeenteraden toegestuurd.
DB on tour
DB in Apeldoorn
In maart en april bezochten leden van het Dagelijks Bestuur van de Stedendriehoek de raden van de zeven regiogemeenten. Tijdens het eerste deel wisselden zij van gedachten over de ambities van de regio Stedendriehoek en de meerwaarde van de samenwerking. In het tweede deel werd het Werkprogramma 2009 van de Stedendriehoek met het eigen DB-lid besproken. DB in Epe
Regionieuws Regionieuws Regionieuws
s
s
Gedeputeerde Marijke van Haaren vertelt wat de provincie Gelderland gerealiseerd heeft en wat er nog op stapel staat. 11
Bestuurders en bedrijfsleven moeten elkaar vinden
Bereikbaarheid regio voorwaarde voor ontwikkeling en werkgelegenheid Op 19 maart kwamen ondernemers en bestuurders in het CODA Museum in Apeldoorn bij elkaar om te praten over bereikbaarheid. Onder het motto ‘Stilstaan kost geld’ organiseerde het ondernemersplatform Stedendriehoek een debat. Ook werd die middag de website www.stedendriehoekopdekaart.nl officieel geopend door gedeputeerde Marijke van Haaren en Dries Crama, programmadirecteur van de regio Stedendriehoek.
Hartinfarct Voorzitter van de regio Stedendriehoek en burgemeester van Deventer, Andries Heidema, opende de middag. Hij pleitte ervoor dat eenieder vanuit de eigen rol een bijdrage levert. Als onze regio inboet aan bereikbaarheid, krabben potentiële inwoners en ondernemers zich volgens Heidema wel driemaal achter de oren of ze zich hier wel willen vestigen. Voor de korte termijn moet er, zo zei hij, ‘smeerolie op de A1 gegoten worden’ om ervoor te zorgen dat de doorstroming op peil blijft. Rijkswaterstaat heeft 35 miljoen euro beschikbaar gesteld voor het verruimen van de openingstijden van de plusstroken, toeritdosering bij Deventer en Apeldoorn, een derde weefvak bij Beekbergen en Apeldoorn-Zuid en verlenging van de plusstrook tot aan Bathmen. Maar tegen 2020 wordt verwacht dat het toch weer vastloopt op deze ‘aorta’ van de Randstad tot Berlijn.
Heidema: ”Eén vrachtwagen met hout overdwars en we hebben een hartinfarct.” Hij benadrukt dan ook hoe belangrijk het is dat we als regio een gezamenlijke voorkeursvariant weten te ontwikkelen, die in mei aan de minister voorgelegd kan worden, zodat we -als regio- zaken met hem kunnen doen. Knelpunten Dagvoorzitter Victor Doorn, voormalig directeur van Wegener en (onder meer) voorzitter van voetbalvereniging AGOVV uit Apeldoorn, kondigt Dries Crama aan. Crama is programmadirecteur van de regio Stedendriehoek en moet zorg dragen voor de uitvoering van de Economische Visie, die vorig jaar werd vastgesteld. Crama:“Ik ga de drie O’s van Ondernemen, Onderwijs en
A1
12
Overheid, aan elkaar knopen. Alleen op die manier kunnen we het benodigde geld bijeen krijgen en concrete projecten realiseren. Crama nodigt gedeputeerde van de provincie Gelderland, Marijke van Haaren, uit om de website www.stedendriehoekopdekaart.nl samen met hem te openen. De zaal krijgt een korte uitleg van Martijn Gerritsen van Tauw over de werking van de site. Van Haaren is verheugd dat het bedrijfsleven haar aanreikt waar zij knelpunten ervaren. Eén van de mogelijke maatregelen waarmee bedrijven (en ook Dries Crama, programmadirecteur van overheden) de bereikbaarheid de regio, draagt zorg voor de uitvoering direct kunnen verbeteren is van de Economische Visie. mobiliteitsmanagement. Voorbeelden daarvan staan op de site, aldus André Springveld van het Vervoers Coördinatie Centrum (VCCOost). Mobiliteitsmanagement is volgens hem niets anders dan slim reizen of het organiseren van niet-reizen. Daardoor ontstaat direct minder congestie. Uit onderzoek blijkt dat een belangrijk deel van het verkeer op de A1 in de regio bestaat uit woon-werkverkeer. Springveld: “Oplossingen als tele- en thuiswerken kent iedereen. Maar er is nog veel meer mogelijk. Zo biedt de Rabobank haar medewerkers een bepaald zakelijk reisbedrag per jaar. Autokilometers zijn duurder dan treinkilometers. En wat je aan het eind van het jaar overhoudt, mag je houden. Met de Belastingdienst zijn zelfs gunstige afspraken gemaakt over de belastbaarheid van dat restbedrag.” De Rabobank bespaart met deze slimme regeling maar liefst 350.000 euro aan kosten op jaarbasis.
De zogenaamde coreferenten, Marleen de Pater (2e Kamerlid voor het CDA en afkomstig uit Zutphen), Anja Prins (Statenlid in Gelderland voor de VVD en afkomstig uit Apeldoorn) en Matthijs Nijboer (PvdAfractievoorzitter in de gemeente Deventer), reageren op het verhaal van de heer Springveld. Marleen hoort verrassend nieuwe zaken en is vooral geïnteresseerd in de mogelijkheden om medewerkers die binnen een straal van 7 tot 10 kilometer van hun werk wonen te bewegen om niet meer met de auto te gaan (zie ook de convenantsondertekening op pagina 3) . “Da’s best een eindje trappen als je dat niet gewend bent. Zo’n E-bike (elektrische fiets, red.) lijkt me dan wel wat.” Matthijs Nijboer signaleert dat het met de werkmobiliteit beter gesteld is dan met de woonmobiliteit:“Als je eenmaal ergens prettig woont, dan verhuis je niet zo gemakkelijk.” Daarom vindt hij dat de regio moet zorgen voor een aantrekkelijke arbeidsmarkt, zodat inwoners niet buiten de regio hoeven te werken en dus te reizen. Cadeautje Rob Metz, wethouder van Apeldoorn, vindt het een goede zaak dat de ondernemers zelf aangeven hoe het in de regio werkt. Hij noemt de website zelfs een cadeautje.“Ik bedien u op maat”, hield hij de onder nemers in de zaal voor, ”want de Oost-Veluweweg (één van de wegen die op de site als duidelijk knelpunt wordt aangemerkt, red.) wordt voor het eind van het jaar verdubbeld.” Metz is van mening dat je, als het gaat om verbeteren van bereikbaarheid, moet inzetten op alle vervoersmodaliteiten. Apeldoorn heeft de laatste jaren behoorlijk geïnvesteerd in de infrastructuur om de stad beter te ontsluiten. Daarnaast noemt Metz de Regiorail, V.l.n.r. de coreferentenMatthijs Nijboer, Marleen de Pater en Anja Prins reageren op vragen en opmerkingen uit de zaal
de aanbesteding van het busvervoer en de extra treinstations. Op zijn persoonlijke verlanglijstje staat nog de directe verbinding van Apeldoorn naar Arnhem. Om optimaal gebruik van het openbaar vervoer te stimuleren pleit Metz ervoor dat de aanbieders hun marketing beter gaan doen, want de kwaliteit en betrouwbaarheid van het openbaar vervoer is drastisch verbeterd. Nijboer stelt dat het gebruik alleen flink zal toenemen als er een kwartierdienst komt in de Randstadverbinding én als de betaling slimmer geregeld wordt, een gratis buskaartje bij een treinkaartje bijvoorbeeld, zodat reizigers niet apart een strippenkaart hoeven aan te schaffen. Of gratis openbaar vervoer voor werknemers.
tussen Deventer en Apeldoorn, want ook zij ziet de E-bike als het vervoermiddel van de toekomst. Het opwaarderen van de A1 heeft volgens Van Haaren ook gunstige effecten op de N348, de N345 en de N768. Ze roept ondernemers op om mee te praten over de mogelijke oplossingen voor de A1, omdat ze voor 1 juni een convenant mét handtekeningen aan wil kunnen bieden aan de minister. Coreferent Nijboer waarschuwt de gedeputeerde dat je er niet bent door sneller auto’s naar de steden te brengen, maar dat die ook de stad in moeten kunnen komen. De Pater pleit voor interne eensgezindheid en refereert aan de strubbelingen tussen de betrokkenen rondom het Hart van Dieren, een jaar of wat geleden.
Eensgezind Gedeputeerde Van Haaren vertelt de ondernemers op haar beurt wat de provincie Gelderland de laatste jaren gerealiseerd heeft en wat er nog op stapel staat. Van Haaren is van mening dat de aansluiting van Zutphen op de A1 via de N348 intussen op groen kan (ondernemers hebben op de website aangegeven dat het geld nog niet is vrijgegeven voor besteding, red.). Ook is er geld gereserveerd voor onder meer de rondweg Lochem. Ze vertelt dat er plannen zijn voor een fietssnelweg
Ondernemers Stedendriehoek: bedrijventerreinen in orde, veel wegen niet De website www.stedendriehoekopdekaart.nl is een initiatief van VNO-NCW Stedendriehoek, MKB Stedendriehoek, de zeven lokale bedrijvenkringen en de Kamer van Koophandel, die verenigd zijn in het Ondernemersplatform Stedendriehoek. Samen met brancheorganisaties EVO en TLN hebben ondernemers uit alle geledingen deze toepassing ontwikkeld om het oplossen van knelpunten in de bedrijfsomgeving en het besluitvormingsproces bij overheden te versnellen. De kwaliteit van de belangrijkste werklocaties in de Stedendriehoek is dik in orde. Dat geldt niet voor de weginfrastructuur in deze regio. Dat is de conclusie van het Ondernemersplatform Stedendriehoek (OPS) dat afgelopen jaar de website heeft ontwikkeld. Deze website geeft op fraaie wijze inzicht in de kwaliteit van bedrijventerreinen en wegen. De resultaten voor 2009 laten zien dat het prettig werken is op de bedrijventerreinen in de Stedendriehoek. Ondernemers vinden de veiligheid op bedrijventerreinen redelijk tot goed, evenals de kwaliteit van de openbare ruimte. Een andere conclusie die de resultaten voor 2009 laat zien, is dat het voorzieningenniveau en de milieugebruiksruimte op een groot aantal bedrijventerrein benedenmaats is. Door flexibilisering van de bestemmingsplannen en de natuurwetgeving zou dit verbeterd moeten worden. Voor de weginfrastructuur geldt dat de kwaliteit te wensen over laat en een groot aantal wegen die in beheer zijn van gemeenten en provincie onvoldoende functioneren. Uitschieters zijn de provinciale weg van Dieren naar Apeldoorn (N786) en de toegang tot Zutphen via de oude IJsselbrug.
13
14
Beter Bereikbaar Stedendriehoek-gelden goed besteed
A1
De provincie Gelderland heeft,samen met de regio Stedendriehoek, in het kader van betere bereikbaarheid voor de Gelderse Vallei, waar de Stedendriehoek deels in ligt, een programma in gang gezet. Daaronder vallen maar liefst 43 concrete projecten die grotendeels eind 2010 uitgevoerd moeten zijn. Voor het convenant dat hiervoor in 2006 afgesloten werd, tekenden diverse projectverantwoordelijke wegbeheerders, zoals een aantal gemeenten, de provincie zelf en Rijkswaterstaat. Opvallend is dat de gemeente Deventer als Stedendriehoekregio meedoet vanuit het Overijsselse. Het betreft projecten die te maken hebben met doorstroming: busbanen, ontsluitingen, fiets routes en -bruggen, carpoolpleinen, rotondes en kruispunten. In Deventer werd begin april de fietstunnel onder de Henri Dunantlaan geopend. De tunnel biedt een veilige verbinding voor fietsers en voetgangers tussen de Vijfhoek en de binnenstad. De gemeente vindt het van groot belang dat de stad goed en veilig bereikbaar is voor fietsverkeer. Het andere BBS-project dat op deze route nog moet worden uitgevoerd is de aanleg van een fietsbrug over de N348. Verder zijn deze BBS-projecten in een afrondende fase of inmiddels afgerond: - kruispunt Deventer weg / zuidelijke toe- en afrit A1 en de verkeersregelinstallaties; - busbaan en Korte Afstandsradio (KAR, de bus geeft een signaal als deze bij het stoplicht komt, zodat het stoplicht op groen gaat) op de N348 ten zuiden van Deventer; - busbaan voor lijn 56 Lochem-Deventer bij kruispunt Deventerweg-Lochemseweg in Epse en de verkeersregelinstallaties; - aanpassen kruispunt en de verkeersregelinstallaties Deventerweg-Visbystraat in Deventer; - carpoolplein/transferium A1; - aanpassen verkeersregelinstallaties en opstelvlakken kruispunt Deventerweg-Capellenlaan in Zutphen; - maatregelen doorstroming Capellenlaan in Zutphen; - verbeteren bereikbaarheid busstation Zutphen (aanpassing station en aanrijroutes); - ontsluiting toekomstig station Twello (busplein, OV-voorzieningen en fietsroute naar station).
Noodkreet De stellingen die dagvoorzitter Doorn de zaal aanbood, gaven niet heel veel stof tot discussie. Totdat er gesproken werd over de zogenaamde nachtdistributie, het in de vroege of juist late uren bevoorraden van winkels, zonder dat omwonenden daarvan last hebben. Eén van de ondernemers in de zaal gaf geëmotioneerd aan dat hij vanwege de beperkte mogelijkheden die de gemeente hem biedt, hij verplicht wordt om juist in de spits steeds de stad in te moeten rijden. Bovendien moet hij conform zijn milieuvergunning jaarlijks 5000 kilometer extra rijden om extern te wegen. Andere ondernemers vielen hem bij toen hij een noodkreet uitzond naar gemeenten om hem en collega-ondernemers te helpen bij dit soort kwesties. De overheid zegt te vaak ‘dat mag niet’. Bovendien is een kleine minderheid vanwege het poldermodel dat we in Nederland aanhangen bij machte om ontwikkelingen die voor anderen van groot belang zijn te traineren of zelfs tegen te houden. Wat de zaal ook bezighield was de agenda rondom het Apeldoorns Kanaal en de N786, de weg van Dieren naar Apeldoorn. Volgens gedeputeerde Van Haaren staat dit onderwerp niet op haar prioriteitenlijst op dit moment. De vertegenwoordiger van de dorpsraad van Lieren wil graag nogmaals hun visie uitleggen en ook de aanwezige wethouder van Brummen, de heer Van Ooijen, gaat
Fietsers kunnen voortaan via de Henri Dunant tunnel veilig onder de weg door.
graag met haar aan tafel, zo zei hij. Tenslotte kwam de discussie over een mogelijke extra brug naast de huidige bij Deventer op de A1 op gang. Alle aanwezigen waren het erover eens dat met name de A1 speerpunt voor wat betreft het thema bereikbaarheid is de komende tijd. Inmiddels signaleert dagvoorzitter Doorn dat we uitlopen, dus sluit hij de bijeenkomst, met dank aan alle aanwezigen. Foto’s: Suuz Fotografie
Het Ondernemersplatform Stedendriehoek bestaat uit: • • • • • • • • • • • •
VNO-NCW Stedendriehoek MKB-Stedendriehoek Bedrijvenkring Apeldoorn Deventer Kring van Werkgevers Industriekern Eerbeek-Loenen Bedrijvenkring Gemeente Epe Industriële Kring Lochem Vereniging Werkgevers Kontakt Zutphen KvK Oost Nederland Voorster Kring van Werkgevers VNO-NCW VNO-NCW Midden
Marja van Bijsterveldt: “Juist nu zijn leerlingen zonder diploma meest kwetsbaar.”
OnderwijsExpertiseCentrum geopend Staatssecretaris Marja van Bijsterveldt opende op maandag 11 mei 2009 het splinternieuwe Onderwijs ExpertiseCentrum (OEC) in Apeldoorn. De opening en de conferentie stonden in het teken van Leerlingenzorg 12+ en Voortijdig Schoolverlaten in de Stedendriehoek.
Goede uitgangspositie bieden In haar betoog benadrukte de bewindsvrouw van OCW het belang van investeren in de ontwikkelingen van nieuwe leerwerktrajecten en het vergroten van het aantal stageplaatsen. Dit omdat volgens haar juist leerlingen zonder startkwalificatie in deze tijden van crisis het meest kwetsbaar zijn:“Ze hebben een grotere kans om werkloos te raken en zelfs om in de criminaliteit te belanden.” Tijdens de drukbezochte conferentie onthulde de staatssecretaris ook de nieuwe naam van het splinternieuwe centrum: OEC De Moerbosch, dé plek in de Stedendriehoek voor leerlingen die het om verschillende redenen in het regulier voortgezet onderwijs niet redden. In dit gebouw zijn drie scholen ondergebracht: OSCAR (tijdelijk voortgezet onderwijs), De Ambelt en De Bolster (beiden voortgezet speciaal onderwijs). Rekenen op steun Op dit moment tellen de drie scholen samen zo’n 280 leerlingen. In het gebouw is plek voor 380 leerlingen. Voor opvang en begeleiding van de leerlingen zijn ook instanties te vinden zoals Bureau Jeugdzorg, Tactus en de leerplichtambtenaar. Allen met één gezamenlijk doel: zorgen dat jongeren een diploma (startkwalificatie) halen en ze een goede uitgangspositie bieden om later hun plek te vinden in de maatschappij. Volgens Aaldert van der Horst, voorzitter van het directieberaad van OEC de Moerbosch, gaat zo’n zestig tot zeventig procent van de OSCAR-leerlingen na een bepaalde periode terug naar zijn of haar ‘eigen’ middelbare school. Gedeputeerde van Overijssel, mevrouw Abbenhues, die ook mede namens de heer Esmeijer, gedeputeerde van Gelderland sprak, gaf in haar speech aan dat beide provincies altijd aandacht hebben gehad voor het Schoolverlaters Offensief Stedendriehoek (SOS). Net als de staatssecretaris vindt ook zij de investering in jongeren, zeker in een tijd van recessie, erg belangrijk. Ze feliciteert de regio
Stedendriehoek, de gemeenten en alle andere partijen met dit prachtige resultaat. SOS kan altijd rekenen op steun van beide provincies. Kracht van de samenwerking Met een muzikaal optreden werd het evaluatierapport ‘De kracht van het schoolverlatersoffensief Stedendriehoek’ aangeboden aan de staatssecretaris. Op de vraag wie het meest gebaat is bij deze samenwerking, antwoordt mevrouw Van Bijsterveldt volmondig ‘de jongeren’. Ze vraagt zich af wat ze er zelf van vinden: ”Er wordt veel over jongeren gepraat, maar niet met hen. Ik wil graag horen hoe zij aankijken tegen het onderwijsexpertisecentrum”. Helaas waren er op dat moment geen jongeren aanwezig die met haar in gesprek gingen. Aan het eind van de bijeenkomst vond er een specta culair rap-optreden plaats. De staatsecretaris kon haar enthousiasme niet bedwingen en sprong na het optreden het podium op om met de rappers, leerlingen van de school, in gesprek te gaan.“Er wordt met heel veel mensen gepraat, maar het gaat om jullie. Ik ben eigenlijk heel benieuwd wat jullie er van vinden. Hoe vinden jullie het hier op deze school”, vroeg zij hen. Het antwoord liet niet lang op zich wachten:“Super, gezellige leerlingen en gezellige leraren.” Een van de leerlingen bedankte speciaal zijn leraar, die ervoor gezorgd had dat hij bij het OSCAR terecht is gekomen. In het regulier onderwijs had hij het anders niet gered, vertelde hij. Samen met de leerlingen gaf de staatssecretaris de finale slag op de gong. Daarmee was de officiële opening afgerond en was er tijd voor een rondleiding en diverse interessante workshops.
15
Foto: Moric van der Meer
Gebied tussen binnenstad en Twentekanaal totaal ‘om’
16
Lochem ontwikkelt aantrekkelijk woon-werklandschap
Aan de noordrand van het centrum van Lochem ligt het bedrijventerrein Hanzeweg tussen het Twentekanaal en de rivier de Berkel er al jarenlang wat verloren bij. Het terrein heeft potentie als uitbreiding van het stadscentrum. Er is veel gediscussieerd over de verbinding van het gebied met de binnenstad en over de duurzame ontwikkeling van het Berkellandschap. Inmiddels ligt er met ‘Etalage naar de toekomst’ een prachtig masterplan. De bouw van een nieuw gemeentehuis is de eerste stap, als aanjager van de gebiedsontwikkeling.
Lijntjes bij elkaar Volgens verantwoordelijk wethouder Ruimtelijke ordening Jan Kottelenberg kwamen nog niet zo lang geleden een heleboel lijntjes op een logische manier bij elkaar:“Het plan voor dit gebied ligt er al sinds 2001. Toen wij in 2006 als college aantraden, hebben we eerst gekeken wat er allemaal lag aan plannen. Vanwege de herindeling moest er ook gekeken worden naar een nieuwe locatie voor het gemeentehuis. De provincie Gelderland introduceerde ‘werklandschappen’ als onderdeel van haar sociaaleconomisch beleid. Dat allemaal samen mondde uit in het masterplan ‘Etalage naar de Toekomst’. De kern ervan is om dit terrein te ontwikkelen tot een aantrekkelijk woonwerkgebied waarin we ook ruimte geven aan culturele, commerciële en sport- en zorgvoorzieningen. De unieke ligging aan het water benutten we om er een aangenaam gebied van te maken.” Hemelsbreed is de afstand van dit deel van de Hanzeweg naar de kerk in het centrum slechts 300 meter. Vandaar dat er een aantrekkelijke verbinding
met de historische binnenstad is voorzien, zodat beide gebieden een geheel gaan vormen. Geen kannibalisme Ook gemeentelijke beleidsuitgangspunten ten aanzien van energieneutraliteit, duurzaam bouwen, waterbeheer en recreatie hebben inmiddels een plek in het masterplan gekregen. Het lijkt de complexiteit te vergroten, maar Kottelenberg ziet vooral de voordelen:“Met al die factoren - en dus ook partners - wordt het eerder haalbaar en betaalbaar.” Van belang is dat het nieuwe gebied het bestaande stadscentrum niet gaat ‘kannibaliseren’, zoals dat zo mooi heet, maar dat beide stadsdelen elkaar aanvullen, of liever nog versterken.“Er komt dus geen detailhandel, die functie blijft in het kleinschalige Lochemse centrum. Het gemeentehuis alleen zal er niet voor zorgen dat er ’s avonds leven in de brouwerij is. Dat zullen andere voorzieningen moeten doen.” Op dit moment wordt dan ook onderzocht of het haalbaar is het gemeentehuis te ontwikkelen volgens een multifunctioneel concept en er ook de schouwburg, de muziekschool en de bibliotheek te vestigen. Kottelenberg:“De ontwikkelingsmogelijkheden van de schouwburg, die we gelukkig in Lochem nog steeds hebben, zijn nogal krap. Zeker als je kijkt naar de parkeermogelijk heden. Het zou een mooie optie zijn om een dergelijke grootschalige functie te verhuizen naar een locatie waar die ruimte er wel is.” Het gemeentehuis ligt straks aan de Berkel (© Rein Geurtsen & partners, bureau voor stadsontwerp)
Selectieproces architect gemeentehuis gestart Het college van B&W heeft eind mei besloten dat vijf architecten een visie gaan ontwikkelen voor het nieuw te bouwen gemeentehuis in Lochem. De architectenselectie gaat volgens Europese aanbesteding en in twee rondes. Ronde één is met de selectie afgerond. In de tweede ronde maken de vijf deelnemers een uitgebreide visie, een schetsontwerp, een maquette en een offerte. Die presenteerden ze op zaterdag 29 augustus 2009 tijdens een openbare presentatie. De selectiecommissie draagt hieruit de architect voor die het gemeentehuis mag ontwerpen. B&W beslist dit op 8 september 2009. Inwoners van de gemeente van boven de 18 jaar die alle presentaties op 29 augustus meemaken kunnen meestemmen op twee van de zes criteria, nl. op architectuur en stedenbouwkundige inpassing.
Bouwritsen Het masterplan is opgedeeld in vijf fasen en de realisatie zal zo’n 15 tot 20 jaar beslaan. De eerste fase, die inmiddels is goedgekeurd door het gemeentebestuur, is de bouw van het gemeentehuis. Centraliseren van de gemeentelijke huisvesting blijkt voordeliger dan het in stand houden van de huidige locaties in Gorssel en Lochem. Er moet namelijk veel worden geïnvesteerd in modernisering en achterstallig onderhoud. Vooral de monumentale panden vragen extra aandacht, lees geld. Eén gemeentehuis met in totaal minder vierkante meters, één trouwzaal en één kantine bijvoorbeeld, vormt een kostenbesparing. Ook op reistijd tussen locaties zal enorm worden bespaard. Winst is ook te behalen uit het delen van voorzieningen met de schouwburg, muziekschool en bibliotheek. Kottelenberg: “We werken volgens het principe van het bouwritsen. Dat wil zeggen dat het gemeentehuis zo wordt gebouwd, dat andere functies later kunnen aanhaken.” Inmiddels is met een aantal bedrijven, die zich op termijn elders willen vestigen, afgesproken dat ze de eerste keus hebben bij de uitgifte van grond op een nabijgelegen industrieterrein. Kottelenberg:“Als een bedrijf vanwege groei wil uitbreiden, is dat een mooi natuurlijk moment om zo’n verhuizing als optie te onderzoeken.” De goede dingen doen Zowel industriële- als binnenstadondernemers staan positief tegenover de plannen. Kottelenberg legt uit dat hij wethouder geworden is omdat hij graag de goede dingen doet voor de Lochemse gemeenschap:“Ik voel een grote drive om dit traject op een toekomstbestendige manier deze eerste fase in te leiden. Ik wil nu piketpalen slaan om sturing te geven aan de verdere
uitvoering van het masterplan. We houden rekening met mensen die moeten wennen aan het idee, zoals de bewoners van het gebied tussen ‘de Etalage’ en de binnenstad. Hun buurtje zal voorgoed veranderen. Van een rustige wijk aan de rand van de stad komen ze midden in een levendige verbinding tussen de beide stadsdelen te wonen. Ik snap dat die gedachte moet wennen. Deze fase staat dan ook achteraan in de planvorming, zodat we tijd genoeg hebben om het er met elkaar over te hebben. De woningcorporatie is wat dat betreft onze directe gesprekspartner en we overleggen tegelijkertijd met de bewoners.” Lochemse schaal Ook de provincie is volgens de wethouder blij met een dergelijk ambitieuze herstructurering in een plattelandsgemeente:“Vaak zie je dit soort grootschalige ontwikkelingen in de grotere steden. In de Stedendriehoek zijn vooral Apeldoorn, Deventer en ook Zutphen aan het investeren. Voor een goed evenwicht tussen de groene ‘Voorlanden’ en de stedelijke gebieden is het belangrijk dat er ook de (stads)kernen en dorpen in de groene gebieden een goed voorzieningenniveau hebben en houden. Bovendien hebben we gezamenlijke opgaven afgesproken, onder meer op het gebied van woningbouw en bedrijfsontwikkeling. Met deze Etalage dragen we daaraan bij. Zo blijven stad en land met elkaar in evenwicht en kunnen we over en weer genieten van hetgeen we elkaar te bieden hebben. Wij investeren dus op Lochemse schaal.” In de stad Lochem wonen 14.000 inwoners. De overige 19.000 inwoners van de gemeente wonen in Almen, Barchem, Epse, Gorssel, Harfsen, Joppe, Laren, Kring van Dorth en Zwiep. Masterplan Lochem - Etalage naar de toekomst (© Rein Geurtsen & partners, bureau voor stadsontwerp)
17
EFRO? 18
EFRO staat voor Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling. Het is een Europese subsidie met als doel het verder ontwikkelen van de regio’s. Het EFRO programma voor Oost- Nederland (gebundelde innovatiekracht) is opgesteld door beide provincies en de vijf regio’s, waaronder de Stedendriehoek. Deze regio’s kunnen aanspraak maken op een deel van de subsidiegelden.
Met dank aan Europa! Binnen de Stedendriehoek is op een aantal plaatsen succesvol aanspraak gemaakt op Europese subsidiegelden, namelijk de EFRO. Zo werkt de gemeente Deventer aan de IJsselfront en knapt de gemeente Apeldoorn Park Berg en Bos grondig op. Tom Munsterman (Apeldoorn) en Theo van Raaij (Deventer) vertellen er meer over.
Park Berg en Bos, Apeldoorn
IJsselfront, Deventer
De aanleiding Tom Munsterman: “Apeldoorn heeft een verzoek ingediend om Park Berg en Bos op te knappen tot een stadspark met allure. Alle partijen binnen het Park werken nauw samen en pakken ieder eigen projecten op: de Apenheul, de gemeente Apeldoorn en de uitbaters van de horeca. Als onderligger voor de subsidie aanvragen dienen innovatie, werkgelegenheid en duurzaamheid.”
Theo van Raaij: “Zowel vanaf het water als de weg is Deventer de poort van Overijssel. Als de stad meer toeristen weet te trekken, profiteert de hele regio daar van. Denk aan de campings maar ook aan de profilering van de Hanzesteden in de meer brede zin. De IJssel en de bijbehorende kades hebben dan ook veel betekenis. Door kwalitatieve verbeteringen aan te brengen, willen wij de toeristische en daarmee ook economische positie van Deventer verder versterken. Ook worden op deze manier stad en IJssel weer meer met elkaar verbonden.”
De hoogte van de subsidie “1,7 Miljoen voor de eerste fase, die in totaal 3,5 miljoen kost.”
“1,3 Miljoen in totaal, dit geld is toebedeeld aan drie verschillende projecten.”
De besteding “Er staat veel te gebeuren. De vijver is en blijft het hart van het park. Deze krijgt een opknapbeurt met de nodige technische verbeteringen. Alle paden worden opnieuw aangelegd, volgens een meer logische structuur. In de toekomst wordt Berg en Bos openbaar, vrij toegankelijk. Er komen dan ook meerdere ingangen. De huidige entree verandert in een sfeervol voorplein, met een nieuwe plek voor de uitbaters. De Apenheul krijgt een eigen entree en is er een ‘wereldnatuurhuis’ in aanbouw met als doel educatie over natuurontwikkeling, cultuurhistorie en duurzaamheid. Het Theehuis wordt vernieuwd, de speelweide uitgebreid en er komt een Veluwse wei voor sport, spel én kennismaking met de natuur en het verleden. Al met al innovatieve projecten die ook zorgen voor werkgelegenheid.”
“In Deventer herstellen we allereerst de oude Pothoofdkade. Vroeger meerden hier vervoersschepen aan, nu brengen we dat terug voor het toeristische scheepverkeer. Het tweede project is de aanlichting van de stad, gezien vanaf de IJssel en de A1. Een mooi aangelichte stad nodigt uit tot een langer verblijf. Bij de Bergkerk is dit al gerealiseerd, dat willen we ook graag voor de Lebuïniskerk en het IJsselfront met de beide bruggen. Als derde project restaureren we de monumentale kademuur langs de Lage Wellekade. De kademuur wordt hersteld en aan het water kunnen straks grotere jachten aanmeren. Het is de bedoeling dat meer bezoekers het waterfront bezoeken. Deze drie projecten maken onderdeel uit van het provinciale boegbeeldproject Stad aan de IJssel.”
De termijn “In april 2010 zijn het Wereldnatuurhuis én de meeste paden en routes klaar. Het nieuwe Theehuis zal naar verwachting in 2011 worden opgeleverd.”
“De voorbereidingen zijn in volle gang en een deel van de projecten is al in gang gezet. De aanlichting van de Bergkerk is al klaar. Onze planningen zijn er op gericht om in twee jaar onze projecten uit te voeren.”
19
Slim samenwerken aan regionaal sociaal beleid
Column
Gemeenten vormen het knooppunt van sociaal beleid. Terecht! Op gemeentelijk niveau kunnen de verbindingen worden gelegd tussen gespecialiseerde instellingen en maatwerk voor bepaalde groepen inwoners en individuele burgers. Gemeenten weten wat er speelt in hun gemeenschap, kennen hun inwoners, hun buurten en wijken, bedrijven en instellingen. Ze hebben veel tools ter beschikking om in het welzijn van hun inwoners te voorzien. In de afgelopen jaren zijn meer en meer taken van het Rijk overgedragen aan de gemeentelijke overheid. De gemeente had al belangwekkende taken op basis van de Wet collectieve preventie volksgezondheid en een aantal jaren geleden ‘Het sociaal domein is centraal komen kwamen daar de uitvoering staan in de gemeentebegroting.’ van de Wet Werk en Bijstand, de inkomensvoorziening en uitstroom naar werk bij. In de afgelopen jaren volgden onder andere de Wet Maatschappelijke Ondersteuning (WMO) , Wet Inburgering (IN) en de modernisering van de Wet op de Sociale Werkvoorziening (WSW). Deze decentralisatiegolf geeft gemeenten invloed en kansen, maar confronteert de gemeenten ook met beperkingen in doorzettingsmacht en risico’s. Het sociaal domein is centraal komen staan in de gemeentebegroting. Bij de invoering van nieuwe wetgeving is er steeds eenzelfde tendens waarneembaar. In de eerste jaren wordt de aandacht en capaciteit grotendeels opgeslokt door de (organisatie van) uitvoering en beheer. Hoe krijg je grip op de organisatie van de uitvoering? Pas na enige tijd groeit weer de ‘ruimte’ om naar buiten te kijken, slimme verbanden te leggen, vernieuwende acties en nieuwe partners te zoeken. En daar zijn we nu weer aangekomen… Wat liggen er mooie opgaven voor ons allen! De sociale partners op het gebied van gezondheidszorg, sociale werkvoorziening, thuiszorg, verslavingszorg en voortgezet onderwijs werken op regionaal niveau. Kenmerkend voor onze regio is dat deze de provinciegrenzen overschrijdt, terwijl de jeugdzorg en veiligheidsregio de provinciegrens volgen. De woningbouwcorporaties, primair onderwijs en welzijnsorganisaties werken voornamelijk op gemeentelijke schaal. Driehoeksverhouding is een uitgave van de regio Stedendriehoek Het is onze opgave om al deze samenwerkingsverbanden zodanig en verschijnt driemaal per jaar. Het blad wordt gratis toegezonden in te zetten dat de kwetsbare burger de maximale ondersteuning aan bestuurders en ambtenaren in de regio Stedendriehoek, organisaties en instellingen die op het niveau van de Steden ontvangt en een prettige woon- en leefomgeving ontstaat. driehoek werken, en aan iedere andere geïnteresseerde. Dat vraagt van ons ‘Spelen met de schalen! ‘ De professional moet Voor informatie of toezending: ‘zijn’ individuele burger echt in de ogen kunnen kijken en de hele Bureau Stedendriehoek organisatorische rompslomp achter zich kunnen inzetten voor Postbus 5000, 7400 GC Deventer maatwerk. Dat is een mooie opgave in een omgeving die steeds telefoon: 0570 69 39 38 complexer wordt. De regionale samenwerking zal zich volgens mij e-mail:
[email protected] in de komende periode richten op het samen slim gebruik maken Tekst van technische mogelijkheden tot uitwisseling van gegevens. Elkaar Prima Donna Communicatie, Deventer Janneke Panneman, Gulay Yildirim, Bureau Stedendriehoek inspireren en experimenteren met nieuwe samenwerkingsvormen en kennisuitwisseling. Partners zoeken op de passende schaal. Eindredactie Janneke Panneman, Bureau Stedendriehoek Slim samenwerken vraagt ruimte geven aan de buurtwerker voor maatwerk op de straathoek, maar ook creativiteit en lef om Foto’s Bureau Stedendriehoek samenwerkingafspraken te maken op regionaal niveau.
Colofon
Prima Donna Communicatie
Laura van der Poel Ambtelijk coördinator portefeuille sociaal
Vormgeving The Mouse Connection Drukwerk Thieme Almere www.regiostedendriehoek.nl
Dit product is gedrukt op FSCpapier uit goed beheerde bossen.
20
De IJssel in beeld Vanaf 29 mei tot en met 24 januari 2010 staat de IJssel centraal in het Historisch Museum Deventer. De IJssel is één van de aantrekkelijkste grote rivieren van Nederland en laat over haar lengte van 125 kilometer een grote variatie in landschap en natuur zien. De tentoonstelling ‘IJssel meer of minder’ toont, vanuit een stevig groeiscenario, verschillende visies op de IJssel in de nabije toekomst. Deze toekomst wordt in beeld gebracht via foto’s, artist impressions en een maquette. Vragen als ‘wat te doen met de extra toevoer van water?’ en ‘wordt Deventer het Venetië van Nederland?’ staan centraal. De tentoonstelling werpt ook een blik op de lange geschiedenis van de rivier. De historie van de IJssel kenmerkt zich onder meer door veranderingen in het gebruik van de rivier, de strijden die gevoerd zijn langs de rivier, en het ingrijpen door mens en natuur. Foto’s maken duidelijk wat de dramatische gevolgen van extreme waterhoogtes zijn. De tentoonstelling is onderdeel van het project ‘De IJssel in beeld’, waarbij twaalf musea in de Hanzesteden -waaronder ook Zutphen- aan de IJssel de rivier presenteren. Gedeputeerde Jansen van de provincie Overijssel opende op 28 mei samen met burgemeester Heidema de tentoonstelling ‘ IJssel meer of minder’.
Peddelend op de Berkel
Natuurlijk avontuurlijk
Een betere manier om op ontdekkingstocht door de waterrijke Stedendriehoek te gaan is er niet: een kanotocht op een zonnige zomermiddag. Gezoem van insecten, een geluid van opvliegende vogels, de zon die lekker op je huid prikkelt en het lome gespetter van je peddel in het water. Vaar langs de prachtig aangelegde tuinen en parken in Zutphen of door de stuw bij het landgoed in Almen. Onderweg zijn er genoeg plekjes om aan te meren en even bij te komen van de inspanning. Via een overdraagplaats stap je over naar de volgende etappe van de idyllische vaarroute. Er is een groot aanbod van gemakkelijk te varen kanotochten. Bijvoorbeeld van Warnsveld naar Warken of van Zutphen naar Almen. Ook de wat langere tochten staan op www.kanoweb.nl of op de website van de plaatselijke VVV voor een natuurlijk en aantrekkelijk avontuur. Kano’s zijn te huur voor een dag of een dagdeel. De duur van de tocht is afhankelijk van conditie, het type kano, maar natuurlijk ook het aantal rustmomenten aan wal. Ook met kinderen een fantastische ervaring! Wandelen in plaats van varen? Watervrees en toch genieten van de veelzijdige natuur en de rijke historie in de waterrijke Stedendriehoek? Het Hanzestedenpad leidt wandelaars dwars door de natuur - van Doesburg naar Kampen - langs zeven Hanzesteden. Het wandelpad is vorig jaar uitgebreid met volwaardige dagwandelingen en een meerdaagse route door de IJsselvallei.
Over de Berkel De rivier de Berkel is 110 kilometer lang, ontspringt in Duitsland, stroomt in Nederland door de Achterhoek en mondt bij Zutphen uit in de IJssel. Eeuwenlang was de rivier een belangrijke scheepvaartroute tussen het Duitse Vreden en Zutphen. De schepen, zogenaamde Berkelzompen, waren oersterke boten van zo’n 12 meter lang met weinig diepgang, die zo’n acht ton lading vervoerden. De bloeitijd van levendige handel tussen het Munsterland en Zutphen lag in de 19e eeuw.