Bijlage 1 : lopende ontwikkelingen binnen het jeugdbeleid De nota “Samenhang en Samenwerking in Jeugdbeleid” richt zich nadrukkelijk op de problemen binnen het jeugdbeleid. Om misverstanden te voorkomen; In velerlei opzicht wordt er binnen het Venray’s jeugdbeleid prima progressie geboekt. Vooral voor de jeugd tussen 0 en 12 jaar is er al veel bereikt. In deze bijlage worden in het kort belangrijke ontwikkelingen aangestipt die juist aantonen dat er op basis van de nota “Venray Prikkelt Jongeren uit 2005 binnen het jeugdbeleid hard aan de weg wordt getimmerd en dat er successen worden geboekt. De nota Samenhang en samenwerking in jeugdbeleid presenteert de instrumenten om daadkrachtig in te kunnen zetten op die gebieden van het jeugdbeleid waar het (nog) beter moet( met name voor de jeugd tussen 12 en 23 jaar). De instrumenten uit deze nota zijn in die zin dan ook complementair en zorgen vervolgens voor samenhang met de onderstaande ontwikkelingen. Bestrijden onderwijsachterstanden De gemeente Venray heeft de afgelopen periode veel geïnvesteerd in met name VVE ( voor en vroegschoolse educatie) en samen met de partners gezorgd voor goede (onderwijs)resultaten. Een groot deel van de kinderen kan zonder een (taal)achterstand deelnemen aan het onderwijs in groep 3 Dit komt o.a. door: een tijdige signalering van achterstanden (al bij het consultatiebureau) het vormen van een ‘samenwerkingsverband’ tussen scholen voor basisonderwijs, peuterspeelzalen en consultatiebureaus (doorgaande lijn) de deskundigheidsbevordering van medewerkers van peuterspeelzalen (ook de professionalisering draagt hier in belangrijke mate in bij) en in de onderbouw van het basisonderwijs gericht op een adequate aanpak van onderwijsachterstanden De goede beoordeling die de participanten binnen VVE geven aan dat er consensus is en tevredenheid is over de bereikte resultaten. Goede uitgangspunten voor een vervolg om het in gang gezette beleid te continueren waarbij rekening gehouden dient te worden met o.a. actuele ontwikkelingen alsmede de beschikbare middelen. Conclusies:
1. Door de inzet van de afgelopen jaren, met name op het gebied van VVE, worden resultaten behaald bij jonge kinderen die in lijn zijn met de doelen die bij de start van de VVE-regeling door het rijk zijn geformuleerd: • reduceren achterstand doelgroepleerlingen bij binnenkomst groep 3 • bereik van 50% deelname van doelgroepleerlingen aan VVE programma’s 2. De deskundigheid van medewerkers CB-PSZ en groepen 1 en 2 basisonderwijs is dusdanig vergroot dat zij een wezenlijke bijdrage leveren aan een adequate aanpak van (onderwijs)achterstanden 3. Een gemeentelijke investering in de Voor- en Vroegschoolse Educatie levert voor de gemeenschap een behoorlijke besparing op. 4. De doorgaande lijn 0-6 jaar inzake signaleren, informatieoverdracht, toegeleiding etc. is verder ontwikkeld (past ook binnen de gestelde opdrachten voor gemeenten in het kader van de Wet op de Jeugdzorg). 5. Er is een begin gemaakt met de ontwikkeling van een lokaal taalbeleid (vooral in de leeftijd 0-6 jaar) Er is bij de participanten, betrokken bij de uitvoering van het onderwijsachterstandenbeleid, tevredenheid over de samenwerking (incl. de gemeente) en de bereikte resultaten
Afstemming en samenwerking tussen primair onderwijs en jeugd(gezondheids)zorg Sedert het voorjaar van 2005 heeft de gemeente Venray zich gericht op de afstemming en samenwerking in en rond het primair onderwijs en heeft ze gesprekken gevoerd met verschillende sectoren. Uiteindelijk is er onder de regie van de gemeente Venray een projectgroep ingesteld waarin vertegenwoordigers van het basisonderwijs Venray (SPOV en WSNS), onderwijsbegeleidingsdienst (BCO), Jeugdhulpverlening (St.Synthese), jeugdgezondheidszorg (GGD) en Bureau Jeugdzorg (BJZ) participeerden. Deze projectgroep had als opdracht: o Bedenk een structuur waarin onderwijs, (jeugd- / gezondheids-) zorg en welzijn optimaal met elkaar communiceren ten behoeve van een kind dat hulp nodig heeft. o Zorg dat deze structuur aansluit bij de WSNS-zorgstructuur van de scholen voor primair onderwijs in de gemeente Venray o Geef aan hoe deze structuur overgedragen kan worden aan de uitvoerders van de verschillende sectoren en evalueer1 of de bedachte structuur ook leidt tot een optimale communicatie tussen primair onderwijs en (jeugd- / gezondheids-) zorg. o De structuur die de projectgroep heeft bedacht is hieronder beschreven en moet beschouwd worden als een groeimodel. Het doel van het instellen van een structuur voor samenwerking / afstemming tussen primair onderwijs, (jeugd- / gezondheids-) zorg en welzijn is dat hulp in een zo vroeg mogelijk stadium gegeven wordt, zo dicht mogelijk bij huis, in een zo licht mogelijke vorm en zo kort mogelijk. Om dit te kunnen bereiken is er afstemming nodig tussen onderwijs, zorg en welzijn, waarbij de interne begeleiders van de scholen voor primair onderwijs een schakelfunctie hebben. De interne begeleiders vervullen een centrale rol binnen de zorgstructuur van de school. De projectgroep is van mening dat dit gerealiseerd kan worden door: o o o
het aanstellen van een vaste contactpersoon binnen de school (Intern begeleider/ IB-); het instellen van een loket voor vragen over onderwijs-hulpverlening (ZAT-loket); en een multi-disciplinair overleg tussen onderwijs, zorg en welzijn (ZAT team).
Op de volgende pagina is dit in een schema weergegeven en in deze paragraaf worden de taken en werkwijze van het onderwijs/de IB-er, het ZAT-loket en het ZAT team beschreven.
================ PRIMAIR ONDERWIJS ================ ==== JEUGDHULP ====== VERLENING Zorgniveau
School
niveau 1
Algemene zorg in de groep
Bbbbbbbbb
ouders
ZAT (MDO)
Extra zorg in de groep
BJZ
niveau 2
JGZ IB niveau 3
Extra zorg na consultatie
loket
(BCO) en/of onderzoek
RVC
ZAT Welzijn e.a.
PCL
(sociale kaart)
Begeleidingsniveau 4
Traject op de BaO-school
Derden (Politie,
Onderzoekstra-
e.d.)
ject: plaatsing SBO
niveau 5
C.V.I.
Plaatsing
Plaatsing
SBO
Cluster
school
Aansluiting primair onderwijs / voortgezet onderwijs.
2
2
Het is van belang dat er goede afspraken gemaakt worden omtrent de overdracht van gegevens naar het
voortgezet onderwijs, zodat de zorg aan kinderen doorloopt waar dat nodig is. De overdracht van deze gegevens is primair de verantwoordelijkheid van de basisschool en het voortgezet onderwijs. De afspraken worden vastgelegd in een protocol waarbij de privacy wet van toepassing is.
De structuur van zorg binnen het onderwijs is vastgelegd in het zorgplan en dit vormt de basis voor de interne communicatie binnen het onderwijs/de school. De Interne Begeleiders (IB-ers) hebben hierin een prominente rol. Binnen het WSNS verband Venray, Meerlo-Wanssum is het onderwijs bezig met een deskundigheidsbevorderingtraject van de IB-ers. Het onderwijs zal de functie en taken beschrijven. In ieder geval is duidelijk dat de IB-er de schakel is tussen de interne (leerkrachten) en externe partijen (zorg en welzijn). De IB-er is dan ook: a) de contactpersoon tussen school en ZAT-loket; b) de regievoerder vanuit de school en heeft dus ook de taak : volgen van het zorgtraject binnen de school zorgen voor warme overdracht bij overstap naar een andere school (zowel BO als VO) zorgen voor het opvolgen van de adviezen van het ZAT-loket /ZAT team en indien nodig zorgt voor overdracht naar hulpverlenende instanties3 zorgen voor de communicatie naar de leerkracht en naar de directeur indien er sprake is van trends te fungeren als aanspreekpunt voor hulpverleningsinstanties. Een IB-er kan het ZAT-loket anoniem en niet anoniem raadplegen. Bij niet anonieme raadpleging is er toestemming nodig van ouders. Men kan echter ook kiezen voor een mededeling aan de ouders. In beide gevallen is het belangrijk dat de IB-er helder, open en concreet met de ouders communiceert over de zorgen om het kind en waarom men het ZAT loket wil consulteren. Indien ouders niet willen dat de IB-er contact opneemt met het ZATloket, moet de IB-er bepalen hoe dan te handelen, waarbij er de volgende opties zijn: Interne consultatie/advies Anonieme raadpleging bij het ZAT loket. Ouders verwijzen naar voorliggende voorzieningen Ouders verwijzen naar Bureau Jeugdzorg Melding van zorgen bij Bureau Jeugdzorg / Jeugdhulpverlening: indien de IB-er c.q. de school bereid is om deze melding niet anoniem te doen en tevens bereid is om in gesprek met ouders en bureau Jeugdzorg de zorgen met ouders bespreekbaar te maken. Melding bij het Bureau Jeugdzorg / AMK indien de IB-er c.q. de school anoniem wil blijven t.o.v. de ouders. ZAT-LOKET Een school die een leerling heeft waarbij de indruk bestaat dat er sprake is van problemen van sociaal emotionele aard en gezinsproblematiek, die een negatief effect hebben op de ontwikkeling en het functioneren binnen de school van een kind , kan een adviesaanvraag bij het ZAT-loket indienen. In deze adviesaanvraag -waarvoor een standaardformulier zal worden ontwikkeld- geeft de school behalve de aard van de problematiek aan wat zij zelf al heeft gedaan om het probleem op te lossen, wat daarvan de resultaten zijn en welke knelpunten de school in haar aanpak heeft ondervonden. Dit formulier wordt gebaseerd op HGPD (Handelingsgerichte Proces Diagnostiek) Het ZAT-loket dient vast te stellen welke hulp in deze concrete situatie noodzakelijk en
3
Waarbij tevens afspraken omtrent afstemming van het zorgtraject worden gemaakt.
gewenst is en draagt er zorg voor dat de betreffende hulpverleningsinstelling de noodzakelijke hulpverlening start. Gezien het feit dat het ZAT-loket zich bevindt op de scheidslijn welzijn en zorg en de gemeente een taak heeft in signaleren, adviseren en toegang is ervoor gekozen om dit onder te brengen bij de afdeling Jeugdhulpverlening van St.Synthese. Taken ZAT-loket: 1. Aanmelding 2. Consultatie 3. Advies/verwijzing • Gericht terugverwijzen als het een probleem is dat binnen de WSNS structuur of de zorgstructuur van de school opgelost kan worden (specifiek didactisch probleem maar ook gedragsproblemen zijn in een aantal gevallen oplosbaar binnen de WSNS cq zorgstructuur van de school). • De IB-er verwijzen/adviseren om de casus voor te leggen aan het ZAT-team, indien de IB-er hiervoor kiest zorgt de ZAT-loket medewerker voor agenderen bij het ZAT team. • De IB-er verwijzen/adviseren om rechtstreeks met een hulpverlenende instantie of overige voorliggende voorzieningen contact op te nemen. • IB’er na 1 maand bellen of advies opgevolgd is (gegevens nodig om de effectiviteit van de Zat-structuur te bepalen) 4. Secretariaatstaken t.a.v. het ZAT-team: planning, uitnodigingen en verslaglegging4 Dit betekent dat de ZAT-loket medewerker: • lid van het ZAT team is; • een brede kennis heeft van de sociale kaart; • de informatie van de ib-er analyseert en op basis daarvan een beslissing kunnen nemen; • een inschatting maakt m.b.t. advisering, consultatie en doorverwijzing; • beschikt over accuraatheid en goede schriftelijke vaardigheden; • het advies vastlegt.
Bereikbaarheid ZAT-loket Het ZAT-loket is elektronisch en telefonisch bereikbaar. Elektronisch via het email, de ZAT-loket medewerker zal uiterlijk binnen 1 week reageren. Telefonisch is het loket bereikbaar op de woensdag middag van 13.30 – 17.00. We hebben voor dit tijdstip gekozen omdat de basisscholen op woensdag middag vrij hebben en de IB-ers dan ook in staat zijn om telefonisch contact op te nemen. Daarnaast kan de ZAT-loket medewerker deze middag gebruiken om de e-mail te beantwoorden.
Verslaglegging: In het jaarverslag wordt opgenomen: • Aantal zat teambijeenkomsten • Aantal besproken casussen • Aard besproken problemen (HGPD verklaringsgebieden) • Gegeven adviezen • Opgevolgde adviezen Deze gegevens worden door de ZAT-loket medewerker verzameld.
4
De concrete afspraken omtrent begeleidings-behandelingstrajecten dienen door de IB-er zelf te worden
genoteerd.
ZORGADVIESTEAM Het ZAT-team richt zich op vragen omtrent problemen in het kind, in het gezin of in de omgeving van het kind, die een negatief effect hebben op het functioneren binnen de school. Taken ZAT team: 1. Bespreken /analyseren van de problematiek van een leerling, door middel van overleg, gesprek, kort onderzoek. Als leidraad wordt een model van verschillende 'verklaringsniveaus' gehanteerd (model handelingsgerichte diagnostiek). Hierbij worden belemmerende en compenserende factoren in kaart gebracht op het gebied van de Biologische Ontwikkeling, Persoonlijkheidsontwikkeling (sociaal- emotionele factoren), de Functionele Ontwikkeling, Gezin, School en verdere Omgeving. 2. Adviesfunctie ten aanzien van de IB’er waarbij afspraken gemaakt worden over verwijzing, begeleiding en uitvoering 3. Ondersteunen van de intern begeleider van de basisscholen die actie onderneemt rondom de leerling. 4. Consultatie bij externe instanties op het gebied van onderwijs en jeugdhulpverlening om de Ib’er zo goed mogelijk te kunnen adviseren (Permanente Commissie leerlingenzorg, school voor speciaal basisonderwijs, scholen van het Regionaal Expertise Centrum, Bureau jeugdzorg, CAD, politie etc.). 5. Signaleren van trends in de aangeboden casuïstiek en deze terugkoppelen naar IB’er en coördinator van het samenwerkingsverband. 6. verslaglegging van ZAT team advies
Samenstelling ZAT-team Vanuit de eerder beschreven taakstelling is de samenstelling van het ZAT team afgeleid: • Gedragswetenschapper (psycholoog, orthopedagoog van BCO5) met diagnostische kennis op het gebied van leer- en gedragsproblemen en kennis van het zorgsysteem op school en in de regio. • Jeugdhulpverlener van Synthese met kennis over gezinsproblematiek c.q. systeemproblematiek, ervaring met kortdurende hulpverlening, en zicht op de sociale kaart. • Jeugdhulpverlener van Bureau Jeugdzorg met kennis over gezinsproblematiek c.q. systeemproblematiek, kennis over de ontwikkeling van de jeugdige, kennis over gedwongen hulpverlening, kennis van geïndiceerde jeugdzorg en zicht op de sociale kaart. • Jeugdarts met inbreng vanuit medische factoren (waaronder eetstoornissen en verslavingszorg), anamnestische gegevens en een functie in het begeleidingssysteem van de school. • Leerplichtambtenaar gemeente die indien noodzakelijk via inschakeling justitie / Raad voor de Kinderbescherming gedwongen hulpverlening kan bevorderen. • De IB-er die de casus inbrengt.
Bereikbaarheid ZAT-team De ZAT loket medewerker geeft de leden van het ZAT- team door of er casussen zijn om te bespreken. Het ZAT-team komt in principe 1x per 14 dagen op vaste middag bij elkaar (20 maal per jaar gedurende 40 schoolweken).
5 Een onafhankelijk gedragswetenschapper van BCO wordt voor een gewogen oordeel rondom de problematiek wenselijk geacht. De schoolgebonden BCO medewerker kan zijn visie, indien nodig samen met de IB-er toe lichten.