Kerk en Vrede
Postbus 1528 3500 BM Utrecht Obrechtstraat 43 tel. 030-2316666 fax 030-2714759
[email protected] www.kerkenvrede.nl Postbank 435382, IBAN:NL74INGB0000435382 / BIC: INGBNL2A
Kerk en Vrede is aangesloten bij de International Fellowship of Reconciliation
Drie diensten om vrede: 8, 15 en 22 juli 2012
8 juli 2012
Preekschets aangevuld met suggesties voor: gebeden, gedichten, liederen en homiletisch materiaal.
www.kerkenvrede.nl
PREEKSCHETS Zondag 8 juli, 3e van de zomer Ezechiël 2, 1-7 Psalm 123, (2 Korinthiërs 12, 1-10), Marcus 6, 1-6a, Tussentijds 57 Inleiding Voor veel mensen is de vakantie aangebroken. Wordt dit en periode waarin doorgegaan wordt in de tredmolen van elke dag met computer, twitter, mobieltje etc. maar dan op een andere locatie. Of één van rust en bezinning. De teksten zijn verhalen over de houding van God tot mensen, van mensen tot God en van mensen onderling. Wat zijn de gevolgen?. In de vakantie blijft ook het handelen in woord en daad belangrijk. Dit zowel van onszelf naar anderen als van anderen naar ons. Door reacties van mensen kan stimulering, maar ook blokkering ontstaan. Zo ook bij de personen in de lezingen: Ez.2.1-7, Ezechiël, God is sterk betekend zijn naam, woonde te midden van de ballingen, uit Juda, bij het Kebarkanaal op een Tel Aviv. De ballingen morren, lijken geen uitzicht te hebben. Ze zijn gedeporteerd en verbannen naar een stuk verwoest en dor land in Babylonie. Daar moeten ze maar zien het te rooien. Ze zijn, al voor hun ballingschap, halsstarrig en eigenzinnig geworden en tegen God in opstand gekomen, zoals hun vaderen. Ze geloven niet meer in de sterke God en zijn belofte aan hun aartsvaders en -moeders. God roept één van hen, Ezechiël. Kennelijk is hij een gelovig man geweest die zag dat er onrecht plaats vond en dat de ballingen zich verzette tegen God. De situatie laat hem niet los. Toch heeft de gevangenschap ook hem onmachtig, passief, ‘dood’ gemaakt. Hij krijgt een visioen van een Merkava, een vurige wagen (1.1-28) vanuit dit visioen hoort hij een stem. God roept, de terneergeslagen mens Ezechiël, tot leven. Adam, mensenkind, waar ben je. Sta op, luister naar mij. Hij ervaart de kracht van een geest, die hem doet opstaan. Ezechiël krijgt opdracht naar het volk toe te gaan. Hen te laten weten wat God te zeggen heeft. Of ze nu horen willen of niet hoe opstandig ze ook zijn.(2.7). Hij ziet dat aanvankelijk niet zo zitten. Wat zou hij moeten zeggen tot het volk. God zegt hem niet meer, met het volk, in verzet te gaan tegen Hem. Maar op te staan en te getuigen van het verhaal dat God zijn Volk niet verlaat. Hoe kan hij dat, als zwak mens? De woorden zullen in zijn mond gelegd worden. Dit wordt gesymboliseerd door middel van het eten van een boekrol.(Letters eten is Thora studie! 3.1). Zo kan hij het opstandige volk laten weten wat God, de EEUWIGE, hen nu te zeggen heeft, vanuit het verleden, voor de toekomst. Het volk moet weer gaan beseffen dat “IK ZAL ER ZIJN’ te allen tijde geldt, waar ook ter wereld. Israëls God is niet gelokaliseerd in Jeruzalem, zoals alle plaatselijke goden. Dit besef zal bevrijdend zijn en aanzetten tot andere vormen van verzet. Sommige van het volk zullen opstaan om toe te werken naar herstel van Israël, Juda en de tempel. Mc.6.1-6 Jezus trekt heen en weer over het meer in Galilea en bezoekt de dorpen. Hij komt ook in Nazareth. Waar hij, zoals overal, op de Sabbat onderricht geeft in de synagoge. De mensen verbazen zich over de wijsheid van hun plaatsgenoot. Dan komen de vragen: Hoe komt deze eenvoudige jongen, de timmerman, aan zoveel
2
wijsheid? Waarom kan hij wonderen doen met zijn handen? Jezus wordt in dit verhaal beschreven als Timmerman, de zoon van Maria. (in Mat. 13.55 staat wel zoon van de timmerman. Ook daar ontbreekt de naam van Jozef.). De namen van zijn broers worden genoemd: Jacobus en Joses, Judas en Simon. De namen van zijn zusters worden niet genoemd. Jezus ontpopt zich als Rabbi. Zijn leer met gezag, is nieuw, is anders, niet zoals de Schriftgeleerden (1.22). Jezus’, als mens, leefde menselijkheid voor. Dat accepteren zij niet van een plaatsgenoot. Jezus voelt de weerstand van de bewoners van Nazareth. Hij zegt tegen de inwoners dat een profeet nergens zo miskend wordt als in zijn eigen geboorte stad. Dat is een rationeel antwoord. Emotioneel wordt hij geconfronteerd met ongeloof. Dit verzet verbaast en blokkeert hem. Hij is niet instaat om nu te genezen. Zoiets had hij nog niet ervaren bij de menigte die naar hem kwam uit de dorpen en steden, waar de mensen vol ontzag naar hem luisterden. 2 kor 12.1-10. Paulus verdedigt zijn wijze van apostelschap in zijn tweede brief aan de gemeente van Korinte. Het verhaal lijkt op de beschrijving van iemand met een bijna doodervaring Paulus wil van iemand met een dergelijk visioen niet hoog van opgeven. De vraag zou kunnen zijn of hij zijn eigen ervaring beschrijft op de weg naar Damascus waar hij ‘’blind’’ ‘’ziende’’ werd.(Hand. 9), Hij beschrijft die ervaring al betrof het een ander. Zelf laat hij zich op zijn zwakheid voorstaan. Hij wil niet spreken over wat hem overkomen is, maar beoordeeld worden op wat men van hem hoort en ziet. Zij zwakheid, zijn doorn in het vlees, is dat hij wordt gekweld door een engel van de Satan. Hij heeft God gesmeekt daarvan bevrijdt te mogen worden. Doordat hij zich verzet tegen de doorn in zijn vlees en laat voorstaan op zijn zwakheid wordt de kracht door Christus in hem zichtbaar. Dat geeft hem vreugde, elan, om ondanks tegenslag zijn roeping te volgen. Steeds weer op te staan en door te gaan.
Verzet. In alle drie de lezingen wordt gesproken over vormen van verzet. Verzet in positieve en in negatieve zin. Verzet dat stimuleert en blokkeert. Het Volk in Babylon zit gevangen in een maatschappelijke en geestelijke crisis. Het verzet zich tegen de situatie en tegen God. Zij worden veracht meer dan zij dragen kunnen, maar slaan hun ogen niet op naar God (in ps. 123, wel!). Ezechiel verzet zich niet als hij de geest in hem ervaart. Hij krijgt verschillende visioenen en opdrachten, in Gods geest te handelen. Maar wordt aangesproken als ben – adam, zoon van men(sen). Ezechiel is en blijft een adam, een mens onder mensen, een mens naar Gods beeld. De inwoners van Nazareth reageren negatief op Jezus leer. Zij verzetten zich tegen het feit dat hun timmerman een ander licht werpt op de klassieke leer. En het feit dat ze gehoord hebben dat hij zelfs wonderen doet. Hoe durft hij! Jezus’ raakt door hun vijandige reactie geblokkeerd. Hij is daardoor hier onmachtig mensen te genezen. Hij is verbaasd over hun ongeloof, het verzet, dat hem ten deel valt en waarschijnlijk ook de confrontatie met zijn eigen reactie. Dat gezien de context waarin hij de twaalf leerlingen twee aan twee uitzendt. Als mensen samen op weg gaan kunnen zij elkaar steunen en met elkaar overleggen. Paulus heeft zich verzet tegen God. Nu verzet hij zich tegen de ‘engel van de duivel’. Hij is bewust van eigen zwakheid en verzet zich tegen deze kracht die hem gevangen houdt. Maar ondanks of juist dankzij deze zwakheid, wordt de kracht door Christus in hem zichtbaar.
3
Kracht in zwakheid Bovenstaande vormen van verzet komen voor in elk mens, iedereen wordt ermee geconfronteerd. Zijn mensen zich bewust van hun goed en kwaad, hun positieve of negatieve reactie op anderen en de gevolgen daarvan? *) Er doet zich veel negatief verzet voor ten opzichte van anderen. Dit komt o.a voort uit egoïsme, jalousie en afgunst, bevorderd door reclame of aangepraat door anderen die onlust gevoelens bij mensen mobiliseren. Met als gevolg o.a: haat, geweld, terrorisme en zelfs grote schulden. *) Verschillende economisch, politieke ideeën, veroorzaken onrecht, zoals o.a.: hetze tegen buitenlandse werknemers, gevangen zetten van uitgeprocedeerde vluchtelingen, versluierde berichten in de media als voorbereidingen op oorlogen, bezuinigingen die de meest kwetsbare het eerste treffen, bezuinigingen op zorg, milieu etc. Hiertegen is veel positief verzet. *) Mensen die in verzet komen en hun stem of pen verheffen, laten zien wat er aan de hand is, dat er andere mogelijkheden zijn. Door de vele vormen van onrecht, legt niet iedereen dezelfde accenten. Ieder mens heeft andere gave en mogelijkheden om aan verzet. De vraag is vanuit welke criteria? *) Christenen zijn geen andere mensen. Toch hebben Christenen ten aanzien van verzet, vanuit de Bijbel en door hun doop, richtlijnen mee gekregen als ondersteuning op hun levensweg. Vandaar uit zou hun positief verzet geweldloos en nooit onpartijdig mogen zijn. Ezechiël, Jezus en Paulus en vele anderen zijn mensenzonen en - dochters geworden omdat ze gehoor gaven aan hun roeping en zich te verzetten tegen zaken die tegen Gods 10 leefregels ingingen. Zij werden en worden geroepen door een innerlijke stem of door confrontatie met een situatie waar onrecht geschied in eigen context of verder weg. *) In wezen zouden niet enkelen maar een hele gemeente, parochie of geloofsgemeenschap zich bewust moeten zijn of worden dat er zaken zijn in onze samenleving die ontmenselijken en waartegen in verzet gekomen zou moeten worden. Dit is een bewustwordings- en een leerproces. Hoe op te staan en in verzet te komen is dat eveneens. *) Verzet begint niet met grote woorden, maar met kleine daden. Gebed, levensstijl en omzien naar elkaar. Solidariteit met en steun geven aan hen die hun nek uitsteken is belangrijk. Niet iedereen heeft de mogelijkheid samen fysiek te protesteren tegen zaken die onrecht veroorzaken. De laatste jaren zijn er tevens protest mogelijkheden via de moderne massa media, ook in de vakantie. Want onrecht pauzeert niet. Dus verzet ook niet. Het is als de zee die haar golven breekt op de kust en haar daardoor veranderd! *) Christenen hebben een zware taak. Zij weten, door de overgeleverde verhalen, dat zij krachtig kunnen zijn, door Christus, ondanks hun zwakheid als kleine mensen. Als zij trachten: er te zijn als beelden van God, die mensen adem inblies, te handelen in navolging van Jezus uit liefde tot de naaste te leven in het krachtveld van de geest Héleen Broekema (Theologische Werkgroep)
4
GEBEDEN Gebeden 8 juli, 15 juli, 22 juli Inkeer (stilte)
Bemoediging: Gelukkig hij. die de God van Jacob tot zijn hulpe heeft, wiens verwachting is op de Eeuwige, zijn God, die hemel en aarde gemaakt heeft, de zee en al wat daarin is, die trouwe houdt tot in eeuwigheid; die de verdrukten recht verschaft, die de hongerigen brood geeft. De Eeuwige maakt de gevangenen los, de Eeuwige maakt de blinden ziende, de Eeuwige richt de gebogenen op, de Eeuwige heeft de rechtvaardigen lief; de Eeuwige behoedt de vreemdelingen, wees en weduwe houdt Hij staande, maar de weg der goddelozen maakt Hij krom. de Eeuwige is Koning voor eeuwig. Uw God, o Sion, is van geslacht tot geslacht. Halleluja. Psalm 146: 5-10 uit de vertaling van het Nederlands Bijbelgenootschap, Haarlem 1951. Als vertaling van het tetragrammaton heb ik gekozen voor ‘de Eeuwige”.
Of als bemoediging:
Vrede zij u allen! De wereld zij vrede! Wij roepen God aan. Wie is God? Die hemel en aarde gemaakt heeft. Die trouw is tot in eeuwigheid, Die de verdrukten recht verschaft, die de hongerigen brood geeft. J. de Jongh, Liturgie maken.Werk en tekstboek bij de voorbereiding van diensten en vieringen. Meinema. ’s-Gravenhage 1990, 14-16
5
Gebed: beroep op God God, als wij U mogen noemen onze Vader, onze Moeder, als wij dochters en zonen zijn van U en geen slaven en slavinnen, als wij uw bondgenoten zijn, dan willen wij rechtop staan, U aankijken, U aanspreken, en tegen U zeggen: lieve God, zie toch uw wereld, zie toch uw mensen, hoor het vloeken en zuchten, hoor de gebeden, wij hebben de antwoorden niet, wij weten geen oplossingen, maar wij hopen op U, en uw nabijheid, en wij vragen u niet om wonderen uit de hemel, wij vragen U om zo aanwezig te zijn in de Geest dat mensen metterdaad uw bondgenoten kunnen worden, mensen van gerechtigheid en vrede, een sprekend evenbeeld van uw vaderlijke zorg, van uw moederlijke liefde. en dat er tekenen zullen komen van een nieuwe wereld zoals Gij die bedoelt: een moederland, een vaderland. W.R. van der Zee, In het huis van de Levende. Gebeden om te zeggen of te zingen. Boekencentrum, Zoetermeer 1995, 3e druk, 12. De regel:’mensen van gerechtigheid en vrede’, heeft Lies van der Zee toegevoegd
6
GEDICHTEN Ps. 123 Zoals mijn kind van vijf met grote ogen naar mij kijkend al mijn bewegingen volgend mijn gezicht ziet verharden als ik oog in oog sta met de verachters van de vreemdeling en hoe ik ziende de wereld blind van tranen mij neerwerp voor de troon van recht en vrede zo, denk ik, ziet Gij mij ook. Uit: Huub Oosterhuis psalmen vrij.
Een man wilde… Een man wilde over liefde spreken 'Nee ... ! Niet over liefde ... !' riep iedereen en iedereen ging weg of sloeg hem neer, en de dood keek door een raam: 'Over liefde ... ? Belachelijk… ! Die man trok vleugels aan, gelijk die van een lijster, maar groter en radelozer, en weg vloog hij en zong over de liefde en de liefde zong over hem, ruiste over hem – nooit zo verdrietig ging slapen een man op de achteloze aarde. Toon Tellegen, Als we vlammen waren. Amsterdam: Querido, 1996
Een Misverstand Ik was te Cadzand aan het strand getuige van een misverstand, toen ik twee golven hoorde spreken precies voordat ze zouden breken. De ene riep:”Het is gedaan, wij zullen hier te pletter slaan!’’ De ander zei beslist: ’’Welnee, je bent geen golf, je bent de zee.’’ Uit: Het mooiste lied – Hein Stufkens op muziek gezet door: Josephine Boevé -van Doorn
7
Advies Geef niet mee maar heers verweerde tegen de stilte de kou de stilstand de leegte geef niet mee verbreek het woord dat de dood bezegelt ontken de zwarte kern gons van ongeloof ontvonk van tastbaar leven vloek ja tegen het vroomste nee verdoof niet geef je niet over geefniet mee. Ellen Warmond, Persoonsbewijs voor inwoner. Amsterdam: Querido, 1991
Is dat mijn koning? Goud zaagsel zweeft om Zijn gebogen lijf en krullen kronklen om Zijn blote voeten. Hij kijkt soms op, om Zich te rekken, stijf, Of ’n kennis die voorbij gaat te begroeten. De klemtoon valt met elke hamerslag, - “De aarde en haar volheid is des Heren.” Een klant komt storen: Als ’t van Vader mag, Ga even mee, mijn tafel repareren. Met ’n bruine arm veegt Hij het zweet van ’t hoofd, Gauw gaat Zijn hand door Zijn verwarde haren: De klant heeft Hem een aardig loon beloofd, En God de Zoon is voor een kleed aan ’t sparen. Okke Jager, Worden als een kind. Kampen Kok: (1954) 1956 (15e druk)
8
Laat nu Uw dienaar gaan Laat nu uw dienaar gaan in onrust, Heer: hij vraagt geen vrede in een tijd van waan. Wie waarheid spreekt vermorzelt zich de tong. Beangstigd is mijn hart om de miljoenen die lispelen hun zachte leugentaal, de ritseltaal, het nachtkleed van de hoer, die na de menigvuldigheid der daden zich hult in het geruis der lieve leugens. Mijn hart weent als een hond die wordt gestraft, wanneer ik zie wat ik niet vroeg te zien: mensheid die met de punten van het zwaard elkander kust, elkaar te sterven kust. Bertus Aafjes, Verzamelde gedichten. Amsterdam: Meulenhoff, 1990
Dag aan dag… Dag aan dag in de onbekende taal getuigen. Er al lang aan gewend lopen de mensen niet opziend, het marktplein over. Alleen kinderen blijven soms even staan om lachend de vreemde klanken na te bauwen. Blijven spreken. Blijven geloven, dat iemand zal luisteren Frida Vogels, De arde kern 3. Amsterdam: Van Oorschot, 1994
Iemand is onder ons… Iemand is onder ons gekomen die ons spreken wil. Telkens opgeschrikt, aan de jas getrokken, zacht geroepen, even aangetikt – zien wij hem voor ons staan: hij spreekt, gebaard, heeft, zo te zien, iets mee te delen van gewicht. Daar wij echter zijn taal niet verstaan en zijn optreden niet vertrouwen, schudden wij hem af, de onruststoker, de stiekeme gluiper. Frida Vogels, De arde kern 3. Amsterdam: Van Oorschot, 1994
9
LIEDEREN van vrede en gerechtigheid - “Breng ons weer thuis uit onze ballingschap” tekst, Sytze de Vries / melodie, Willem Vogel Sytze de Vries Jii, mijn adem, 78 ook Zingend Geloven 6, 35 - Liedboek psalm 123 Het evangelie van Marcus is gecomponeerd als reisverhaal van de opgang van Jezus naar Jeruzalem. Zijn tekenen onderweg worden uitgeschilderd in de verschillende strofen van dit lied. Het refrein verwijst naar de pelgrimspsalm 126. - Het lied “Breng ons weer thuis uit ballingschap” is de komende Drie diensten om vrede prima te gebruiken als groei- of stapellied. Zo worden de drie diensten onderling verbonden. Deze zondag begint met couplet 1, 2 en 3, waarna er elke week een couplet bij komt. De rolverdeling: strofe, cantorij/solist en refrein, allen is aan te bevelen. Door de wekelijkse herhaling zal dit onbekende lied in meer dan één opzicht groeien. - Bij alle weerstanden in het Marcusverhaal past ook de aangegeven Psalm 123 behorend tot de bedevaartspsalmen - een lied ter bemoediging op de pelgrimstocht van het leven.
10
Homiletisch materiaal Mooi commentaar op deze teksten is te vinden in Hein Jan van Ogterop, In het leerhuis van Marcus. KBS ‘s-Hertogenbosch1996. Hij benadrukt dat mensen die geen ‘last’ hebben van profetieën en vredesvisioenen geen raad weten met de timmerman(vs.3)-redder. De meesten blijven onverschillig. Maar er zijn wel een paar schlemielen (vs.5) die door hun Sitz im Leben met andere ogen kunnen kijken en hún leven wordt juist verhelderd! Marcus benadrukt steeds het verborgen zijn van de Messias (p.112-113) Berkelbach vd Sprenkel, het Evangelie van Markus benadrukt dat onmacht en machteloosheid (tragisch) levensdeel zijn van profeten. Ook de profeet kan zich stukbijten in het zand der zelfgenoegzaamheid en moet zich gaan verhouden met eigen onmacht, onopgeloste vragen en verbazing over zoveel vooringenomenheid. (p.124) Interessant is m.i. overigens de relatie tussen geloof en wonderteken. Kan er pas iets wonderlijks gebeuren op grond van gelovige dispositie? Psychologisch grasduinen lijkt mij niet dichter bij het geheim te komen. Eerder maakt de situatie van de schlemielen hen ontvankelijk voor hoop op verandering. Verelendung. Tja, wil ik eigenlijk wel verandering in mijn westersewereldmiddenklassecomfort? Met de woorden van Berkelbach: ‘Alles is het onze en wij zijn van onszelf’.(p123) Ook merkt hij op dat ‘vaderstad’(vs.1) breder bedoeld zou kunnen zijn dan dorpje Nazareth. Vaderstad wordt dan (vul maar in) De door mij geraadpleegde commentaren (Bolkestein,Het verborgen rijk; Dingemans, Bij Markus in de leer, Berkelbach vd Sprenkel, B.Hemelsoet, verklaring van een Bijbelgedeelte) wijzen op het verschil tussen Marcus en de Lukasversie waar de woorden van de timmermanszoon ‘in genade’ (Lk 4:22)worden aangehoord maar een drastische uitwijzing volgt. Marcus wil wezenlijk iets anders zeggen dan Lukas. Over de Ezechiëllezing: valse profeten zijn niet profeten die onwaarheden verkondigen, maar profeten die mensen naar de mond praten. Tegendraadse profeten als Ezechiël, Jesaja en vooral Jeremia sparen eigen volk niet. Maar zij zijn wel zelf deel van dat eigen volk. Hun kritiek is ook zelfkritiek. ( vOgterop.114) Ezechiël spreekt tegen geassimileerde joden in Babel. Rabbijnen zeggen dat ballingschap erger is dan slavernij, want als je lekker kunt leven wordt de opdracht verhuld, want je gaat de Eeuwige vergeten. De slavernij is vreselijk, maar tegelijk is het zoeken naar en hopen op en verlangen naar vrijheid en vrede iets wat wakker kan houden en ontvankelijk maakt. De boodschap van de timmerman is actueel. Hij hamert op recht en vrede. Ferdinand van Melle
Graag uw reactie op deze Drie diensten om vrede naar:
[email protected] 11