Preekschets voor 26 mei 2013 Trinitatis Lezingen :
Spreuken 8:22-31 en Johannes 3:1-13
De teksten gelezen
De twee schriftlezingen geven twee manieren van kijken naar God : Spreuken (het lied van de wijsheid) beschrijft het mysterieuze, bijna ondoorgrondelijke van Gods wezen. De wijsheid als een aspect van God en een kracht die van God uitgaat. En het Johannesevangelie waar de mens Nikodemus tegelijk deelgenoot is in het geheim van Gods aanwezigheid in Jezus van Nazareth en wordt ingewijd in dat geheim. Het lied in Spreuken bezingt dat voorafgaande aan het moment dat God van plan is de aarde te scheppen, Hij de wijsheid maakt. Wijsheid is in bijbelse zin iets fundamenteels voor de schepping en het geschapene. De wijsheid is een levensbegrip en dus van levensbelang. Wijsheid, zoals God deze maakt en die als het ware getuige en deelgenoot is in het scheppingsgebeuren, betekent voor de schepselen: verstand van zaken, kennis van het beheren van de schepping, gevormd zijn om je mens-zijn te realiseren. En het betekent ook: verstandig gedrag, zodanig dat het de mens de mogelijkheid van het beheersen / sturen van het eigen leven schenkt; en daarbij gaat het om ‘recht handelen’ naar Gods wil. Wijsheid is verankerd in de binding aan God, zoals de schepping en de schepselen verbonden zijn met God. Als je in die verbinding met God gelooft, is er wezenlijk ruimte voor deze levenswijsheid. Wijsheid is weten wat je moet doen en wat je moet zijn om die gemeenschap met God daadwerkelijk vruchtbaar en vreugdevol vorm te geven. Een wijze is, om de bijbel te parafraseren: een troetelkind van God en iemand die verrukt is van God, zoals een kind verrukt en vrolijk kan zijn. Wijsheid is een gave, die het gevolg is van die mysterieuze liefde en betrokkenheid die God jegens ons mensen vertoont. Het mysterieuze-onbegrijpelijke van Gods toegenegenheid jegens de mens, de genade van Gods aanwezigheid. De wijsheid van het leven is om daarmee te kunnen omgaan. ‘Hoe krijg ik een genadig God?’, vroeg Luther zich af. Misschien is de vraag nog dieper ‘Hoe houd ik mij aan een genadig God vast?’ Het Evangelie-gedeelte is een spannend verhaal. Het speelt in de nacht. Welke nacht eigenlijk? Is het niet de nacht, waarin het grootste mysterie van Gods toeneiging naar de mensen gestalte kreeg? De Paasnacht. Het gaat immers over wedergeboorte, over geboren worden uit water en Geest. Spannend, want in de nacht komt Nikodemus bij Jezus. Zal hij het licht zien en zal zijn duisternis wijken ? Nikodemus komt ‘s nachts. Ja, zeggen de listige uitleggers, dat was nodig, want hij wilde als vooraanstaand Jood geen gevaar lopen. Hij wilde niet gezien worden in het gezelschap van Jezus, van wie zijn mede-Sanhedrin-leden vonden dat Hij het geloof aantastte en niet rechtlijnig genoeg in de leer voor hen was. Dus liep
Nikodemus gevaar als hij bij Jezus kwam. Dat is de duisternis, het nog niet begrepen hebben van Gods mysterieuze omgang met mensen. Nikodemus komt ‘s nachts. Maar durft hij het risico aan bij klaarlichte dag weg te gaan en te getuigen van wat Hij in Jezus heeft ontdekt?. De teksten toegepast
Het is zondag Trinitatis, zondag van de Drie-eenheid. De zondag dat in de gehele kerk wordt nagedacht over het beeld van God dat mensen gemaakt hebben. Al feestend door het kerkelijk jaar heen komt men op deze zondag uit, waarin als het ware gevraagd wordt: er zijn drie grote feesten gevierd, Kerst, Pasen en Pinksteren. Schets nu eens wat die feesten samen nu eigenlijk betekenen. Immers, met Kerst staat God centraal die in de duisternis van de mensheid een nieuw begin maakt door tussen de mensen te komen in een Kind. Met Pasen staat de Opgestane centraal, die ons een moment laat zien wat de ware aard is van de mens, als Hij, de Zoon van God, werkelijk leeft naar Gods wil. En met Pinksteren worden de mensen uitgestuurd om in diepe en intieme verbondenheid met God zelf in de wereld te staan en te bouwen aan Gods koninkrijk op aarde. Zijn gelovigen genoeg verlicht nu? Mensen leven vaak in de duisternis van hun eigen gelijk, hun onkunde, hun gewoontes... durven zij te kiezen voor wijsheid, en zijn ze verrukt over God als kinderen. Zijn ze zo geborgen in Gods mysterie / geheimvolle zijn, en zo met Hem verbonden dat ze zich door Hem laten waaien naar elkaar, naar een wereld van recht en gerechtigheid, naar een verdiept geloof, naar levenswijsheid, die liefde en hoop uitdraagt? Kerk en Vrede Ton van der Lingen
[email protected] mei 2013
Uitleg De Heer heeft mij [de wijsheid] tot aanzijn geroepen. Spreuken 8:22
En Nicodemus kwam des nachts tot Jezus Johannes 3:1
Gemeente van Christus, lieve, beste mensen, Het is vandaag zondag Trinitatis. Zondag van de Drie-eenheid. De zondag dat in de gehele kerk wordt nagedacht over het beeld van God dat wij gemaakt hebben. Al feestend door het kerkelijk jaar heen komen we op deze zondag uit, waarin ons als het ware gevraagd wordt: Jullie hebben nu drie grote feesten gevierd, Kerst, Pasen en Pinksteren.
Houd nu even halt en schets voor jezelf en elkaar, wat die feesten samen nu eigenlijk betekenen. Immers, met Kerst staat God centraal die in de duisternis van de mensheid een nieuw begin maakt door tussen de mensen te komen in een Kind. Met Pasen staat de Opgestane centraal, die ons een moment laat zien wat de ware aard is van de mens, als Hij, de Zoon van God, werkelijk leeft naar Gods wil. En met Pinksteren worden de mensen uitgestuurd om in diepe en intieme verbondenheid met God zelf in de wereld te staan en te bouwen aan Gods koninkrijk op aarde. En nu: Even stilstaan en goed nadenken en misschien ook wel goed invoelen. Het zijn drie feesten rond Vader, Zoon en Heilige Geest. Maar je zou met even zo veel recht kunnen zeggen. Drie feesten ter ere van God zelf: God, die instapt in de menselijke wereld; God, die de dood verslaat met leven dat niet kapot te krijgen is; en God, die doorwaait, verwarmt, verder leidt en aanwezig blijft. De Drie-eenheid is een geheimvolle constructie van Gods wezen. De Drie-eenheid overstijgt, in tegenstelling tot datgene wat velen verwachten, ons menselijk denkvermogen. En we komen al doordenkend en formulerend bij het mysterie van God uit. Wie is God? Hoe laat Hij zich zien aan mensen, hoe laat Hij zich ervaren door mensen die in Hem geloven. Anders gezegd: Wie is God voor ons, als we al die verhalen horen, al die preken en beschouwingen verwerken en gewoon dagelijks met Hem proberen om te gaan? In de twee schriftlezingen van deze morgen komen we twee manieren van kijken naar God tegen: aan de ene kant in het lied van de wijsheid (uit het boek Spreuken) het mysterieuze, bijna ondoorgrondelijke van Gods wezen. De wijsheid als een aspect van God en een kracht die van God uitgaat. En aan de andere kant de mens, de man Nikodemus, die tegelijk deelgenoot is in het geheim van Gods aanwezigheid in Jezus van Nazareth en verder wordt ingewijd in dat geheim. Maar Nikodemus is een echt mens: Hij stelt zich tegelijk ontvankelijk open voor de ervaring van dit geheim en toch is hij voorzichtig en gereserveerd en staat de deur van zijn slechts op een kier. Eerst maar dat prachtige lied over de wijsheid, die bij God is. Het lied bezingt dat voorafgaande aan het moment dat God van plan is de aarde te scheppen, Hij de wijsheid maakt. Heel belangrijk. Want wijsheid is in bijbelse zin iets fundamenteels voor de schepping en het geschapene. De wijsheid is een levensbegrip en dus van levensbelang. Wijsheid, zoals God deze maakt en die als het ware getuige en deelgenoot is in het scheppingsgebeuren, betekent voor de schepselen: verstand van zaken, kennis van het
beheren van de schepping, gevormd zijn om je mens-zijn te realiseren. En het betekent ook: verstandig gedrag, zodanig dat het de mens de mogelijkheid van het beheersen / sturen van het eigen leven schenkt; en daarbij gaat het om ‘recht handelen’ naar Gods wil. Wijsheid is verankerd in de binding aan God, zoals de schepping en de schepselen verbonden zijn met God. Pas als je die verbinding met God gelooft en ervaart, is er wezenlijk ruimte voor deze levenswijsheid. Wijsheid is weten wat je moet doen en wat je moet zijn om die gemeenschap met God daadwerkelijk vruchtbaar en vreugdevol vorm te geven. Een wijze is, om de bijbel te parafraseren: een troetelkind van God en iemand die verrukt is van God, zoals een kind verrukt en vrolijk kan zijn. Wijsheid is een gave, die het gevolg is van die mysterieuze liefde en betrokkenheid die God jegens ons mensen vertoont. Het mysterieuze-onbegrijpelijke van Gods toegenegenheid jegens de mens, de genade van Gods aanwezigheid. De wijsheid van het leven is om daarmee te kunnen omgaan. ‘Hoe krijg ik een genadig God?’, vroeg Luther zich af. Misschien is de vraag nog dieper ‘Hoe houd ik mij aan een genadig God vast?’ Dat is wijsheid, vrome wijsheid, dat is het mysterie van God proberen in je eigen leven in te passen. En dat gaat niet van zelf. Dat lazen we in het Evangelie-gedeelte van deze morgen: Eigenlijk een heel spannend verhaal. Het speelt in de nacht. Welke nacht eigenlijk? Is het niet de nacht, waarin het grootste mysterie van Gods toeneiging naar de mensen gestalte kreeg? De nacht van Pasen: Paasnacht. Het gaat immers over wedergeboorte, over geboren worden uit water en Geest (ik doop u in de naam des Vaders....). Thema’s uit de paasnacht. Maar, ik zei al, het is een spannend verhaal. Want in de nacht komt Nikodemus bij Jezus. En je vraagt je af, zeker als we het gesprek tussen hem en Jezus horen, of het ooit wel licht wordt voor hem. Of zijn duisternis zal wijken. Of Gods geheim dat aan Nikodemus geopenbaard wordt, daadwerkelijk zijn leven gaat verlichten. Haalt Nikodemus met de openbaring van het geheim van God de morgen? Of haakt hij toch weer af, en blijft hij in de duisternis, in het donker, in zichzelf gekeerd. Nikodemus komt ‘s nachts. Ja, zeggen de listige uitleggers, dat was nodig, want hij wilde als vooraanstaand Jood geen gevaar lopen. Hij wilde niet gezien worden in het gezelschap van Jezus, van wie zijn mede-Sanhedrin-leden vonden dat Hij het geloof aantastte en niet
rechtlijnig genoeg in de leer voor hen was. Jezus ging in hun ogen te vrij met de traditie, met het orthodoxe geloof in God om. De soortgenoten van Nikodemus zagen de wijsheid van Jezus, de vrijheid, en de vreugde in Gods woord niet in de man van Nazareth. En daarom wilden zij van het begin van zijn werkzame periode van Hem af. En met zo iemand omgaan werd voor een lid van het Sanhedrin niet op prijs gesteld. Dus liep Nikodemus gevaar als hij bij Jezus kwam. Dat is de duisternis, het nog niet begrepen hebben van Gods mysterieuze omgang met mensen. Immers, in die omgang met God speelt de wijsheid, het rechte handelen naar Gods wil, de verbondenheid met God een centrale rol. Daar gaat het om verstandig gedrag, zodanig dat het de mens de mogelijkheid van het beheersen / sturen van het eigen leven schenkt. Zo ver is Nikodemus nog niet. Zijn gedrag wordt beheerst door angst en onzekerheid, door nietkiezen, door de- kat-uit-de-boom kijkerij. Nikodemus komt ‘s nachts. Hij leeft nog in de wereld van de verduistering. Het licht van de ontmoeting met God, het licht van Kerst, het licht van Pasen, het licht van Pinksteren was nog niet in hem ontstoken. En in die nacht wordt intens gesproken over wedergeboorte, opnieuw tot leven komen. Het mysterie van Gods nieuwe kans voor hem. Het mysterie van de nieuwe schepping in de mens zelf meemaken. En dan komt het er op aan. Als hij, Nikodemus, maar ook wij, hier in deze kerk, die woorden horen van opnieuw geboren worden, van meegewaaid worden met de wind van de Geest, van het binnengaan van het koninkrijk Gods; [als hij en wij] die nieuwe schepping, waarin de (levens)wijsheid een eigen plaats heeft voorgeschoteld krijgen, dan is de vraag wat hij en wij doen.... Wordt het licht in ons leven, laten we ons meeslepen op de adem van Gods Geest, worden we zo wijs, dat we ons eigen leven sturen in de richting van Gods wil en Zijn rijk? Gaan we nieuwe wegen, die misschien wel afwijken van wat we altijd gewend zijn geweest? Zijn we niet bang en kiezen we daadwerkelijk voor de nieuwe morgen van licht, wijsheid, liefde, water en geest? Kiezen we voor die mysterieuze God, die zich op leven en dood met ons verbonden heeft en ons in Jezus, de Christus en in de Heilige Geest steeds weer iets van Zichzelf laat zien en ervaren.... Nikodemus komt ‘s nachts. Maar durft hij het risico aan bij klaarlichte dag weg te gaan en te getuigen van wat Hij in Jezus heeft ontdekt?. Wij leven vaak in de duisternis van ons eigen gelijk, onze onkunde, onze gewoontes... durven wij te kiezen voor wijsheid, en zijn
we verrukt over God als kinderen. Zijn we zo verborgen in Gos mysterie / geheimvolle zijn, en zo met Hem verbonden dat we ons door Hem laten waaien naar elkaar, naar een wereld van recht en gerechtigheid, naar een verdiept geloof, naar levenswijsheid, die liefde en hoop uitdraagt? Amen