Drents Ketenmodel Jeugd en Gezin
Colofon Namens de Projectleiders CJG Drenthe mede in opdracht van de provinciale werkgroep Ketensamenwerking Signaal naar Actie Ermanda Feddema,
[email protected] Herma Hemmen,
[email protected] Yvon van der Laan,
[email protected]
Inleiding Een van de actiepunten vanuit het traject “Van Signaal tot Actie” is te komen tot een Drents ketenmodel. In de periode van maart tot oktober 2009 is de werkgroep “Drents ketenmodel CJG” aan de slag gegaan met deze opdracht. De werkgroep bestond uit de projectleiders Centrum voor Jeugd en Gezin (CJG) van de Drentse gemeenten, een vertegenwoordiger van de Drentse Federatie Maatschappelijk Werk en van Bureau Jeugdzorg. In deze brochure worden de volgende resultaten van de werkgroep gepresenteerd.
Het Drents Ketenmodel Jeugd en Gezin Dit ketenmodel geeft de positionering van het Centrum voor Jeugd en Gezin weer binnen de Drentse Jeugdketen. Het CJG bevindt zich als het ware tussen de vindplaatsen en de geïndiceerde zorg. Hiernaast is de ingang van het CJG ook een vindplaats, een voorbeeld hiervan zijn de consultatiebureaus. Het ketenmodel laat ook het proces zien dat de klant doorloopt van signalering tot en met het zorgaanbod en de nazorg.
Drents Ketenmodel Piramide van zorg CJG De piramide kan gezien worden als “het huis van het CJG”, het geeft de relatie weer tussen de vindplaatsen en het CJG. Het laat zien dat vragen van de klant en professionals op verschillende wijze binnen komen via de Front-Office van het CJG. Fysiek via de verschillende inlooppunten zoals de balie van het CJG en de reguliere werkzaamheden van de medewerkers van het CJG. Digitaal via de CJG website voor opvoed- en opgroeiondersteuning en telefonisch via de telefonische informatielijn voor opvoed- en opgroeivraagstukken. Ook via outreachende werkzaamheden worden CJG-klanten opgezocht en bereikt. De Front-Office behandelt de lichtere vragen. Van hieruit wordt ook informatie en advies verstrekt. Het grootste deel van de CJG-activiteiten wordt door de Front-Office uitgevoerd. In de Back-Office van het CJG vinden de casuïstiek en afstemmingsnetwerken plaats. In het Multi Disciplinair Team (MDT) worden jeugdigen met ernstige of meervoudige problemen besproken. Het MDT zet het juiste traject uit voor de jeugdigen en of de ouders. Ook vindt de voorbereiding voor de indicatiestelling door BJZ plaats in het MDT. Indien bij een kind of gezin meerdere hulpverleners zijn betrokken wordt coördinatie van zorg geregeld. De coördinator van zorg stelt samen met de betrokken professionals op de casus het gezamenlijke hulpverleningsplan op. De coördinator van zorg voert de procesregie, houdt controle op de voortgang en zorgt voor evaluatie en beëindiging van de hulp en zorg.
Zorgprocessen Centrum voor Jeugd en Gezin Het stroomschema en de bijbehorende beschrijving geeft de route weer die de klant met een vraag aflegt vanaf de vindplaats tot aan het MDT (doorzettingsmacht). Bij de zorgprocessen zijn ook de uitgangspunten voor de samenwerking in de zorgroutes tussen professionals beschreven. Net zoals de voorwaarden en benodigde instrumenten die de medewerkers van het CJG in staat moeten stellen om hun taak goed uit te kunnen oefenen.
Centrum Jeugd en Gezin
pagina 3
Centrum Jeugd en Gezin
pagina 4
Overige vindplaatsen: Huisarts, Welzijn, JJW, Politie, CWI, Sport, Leerplicht, e.a.
signaleren
prenatale zorg
baby
aan het werk op weg naar werk beroeps onderwijs voortgezet onderwijs basisschool peuterspeelzaal kinderopvang consultatiebureau 0-4
volwassene
beoordeling & toeleiding
-9 maanden - 23 jaar
Jeugdketen
licht pedagogische hulp
BJZ indicatie stelling
nazorg
coördinatie van zorg
Drents Ketenmodel Jeugd en Gezin
gezin
zorgaanbod Jeugdhulpverlening Jeugd GGZ Jeugd LVG Justitiële Jeugdinrichtingen
Jeugzorg
pagina 5
c
n
MDT
outreachend
Overige vindplaatsen: Huisartsen, Welzijn, Peuterspeelzaal, Kinderopvang, Scholen, J ongerenwerk, Politie, Sport, CWI, Leerplicht, e.a.
e-mail hulpverlening telefonisch contact
website CJG
CJG Balie CJG JGZ 0-19 JMW SMW
digitaal & telefoon
Casuïstiek en afstemmingsnetwerken
Bureau Jeugdzorg
Coördinatie van zorg
fysiek
ba
k o ffic e
Drents Ketenmodel Piramide van Zorg CJG
t o ffic e
fro
Centrum Jeugd en Gezin
Centrum Jeugd en Gezin
pagina 6
Klant kan direct worden voorzien van de benodigde informatie
Ja
Nee
Benodigde informatie wordt “opgehaald” voor de klant
Gaat het om een hulpvraag?
Gaat het om een vraag aangaande het CJG?
CJG medewerker screent de vraag
Klant komt met vraag bij CJG (fysiek/niet fysiek)
Ja
Klant wordt doorverwezen
Nee
Warme overdracht: gesprek met vindplaats, ouder/jongere en contactpersoon CJG
Casuïstiek bespreking met contactpersoon CJG
Nee
Afspraak wordt gepland met de juiste hulpverlener
Interventie binnen eigen organisatie
Ja
Probleem kan binnen de eigen organisatie worden opgepakt
Signalen worden besproken met ouder(s)/jongere
Intercollegiale check
Signalering risicofactor (voorliggende voorzieningen)
A.s. ouders, jongeren, professionals
Toeleiding naar CJG JOT
Dreigend crimineel gedrag
Schriftelijke verwijzing naar CJG
Jongere wordt gestimuleerd in gesprek te gaan met het CJG
Nee
Sprake van dreigend of feitelijk crimineel gedrag?
Intercollegiale check
Signalering risicofactor (buurt/omgeving)
Casusoverleg Jeugd
Feitelijk crimineel gedrag
Informatieoverdracht naar CJG
Ja
Stroomschema zorgprocessen Centrum voor Jeugd en Gezin
Centrum Jeugd en Gezin
pagina 7
Nee
Interventie
Ja
Ja
Casuïstiekoverleg
Terugkoppeling
Is casuïstiek overleg tussen AMW en JGZ wenselijk?
Licht
Nee
Registratie kinddossier
Verloopt het hulp verleningsplan volgens afspraak?
Ja
Nee
Betreft het enkelvoudige of meervoudige problematiek
CvZ wordt ingezet. Opstellen en uitvoeren van 1 gezin - 1 plan
Enkelvoudig
Hulpverlener screent op zwaarte
Afspraak wordt gepland met de juiste hulpverlener
Doorzettingsmacht organiseren
Is CvZ nodig?
Casus wordt in het MDT besproken
Meervoudig
Is indicatiestelling direct nodig?
Zwaar
MDT zet interventie in
Nee
Doorgeleiding naar indicatiesteller
Ja
Beschrijving zorgprocessen Centrum Jeugd en Gezin Drenthe Uitgangspunten Hieronder worden de uitgangspunten met betrekking tot het zorgproces beschreven. -- De klant is binnen 2 stappen op de juiste plek (melding bij CJG is stap 1). -- CJG zonder schotten: het maakt niet uit waar de klant binnenkomt, bij iedere CJGpartner is de klant op de juiste plek. -- Doordat de klant bij iedere CJG-partner op de juiste plek is, dragen alle medewerkers de verantwoordelijkheid voor het organiseren van het juiste antwoord of juiste hulpaanbod voor de klant, ook daar waar de benodigde zorg niet tot de eigen discipline behoort. In dat geval wordt een warme overdracht naar de juiste organisatie gedaan. Indien de medewerker niet weet waar naar toe de klant te verwijzen, dan vindt er intercollegiaal overleg plaats met een CJG-partner. De vragen die betrekking hebben op meervoudige problematiek en dreigen vast te lopen worden voorgelegd aan het MDT van het CJG.
Aanvullende uitgangspunten zijn -- De samenwerking met het CJG wordt standaard in het informatieboekje/brochure van de samenwerkende organisatie vermeld. -- Om in contact te komen met het CJG wordt voor de vindplaatsen 1 telefoonnummer en 1 mailadres gecommuniceerd. -- Er komt per vindplaats een vast contactpersoon vanuit het CJG. Dit is: -- Voor kraamzorg en verloskundige de JGZ verpleegkundige 0-4 jaar. -- Voor de voorschoolse voorzieningen de JGZ verpleegkundige 0-4 jaar. -- Voor de buitenschoolse opvang de JGZ verpleegkundige 4-19 jaar. Indien de buitenschoolseopvang verzorgd wordt door dezelfde organisatie als de voorschoolse voorziening kan uit efficiëntie overweging gekozen worden voor de contactpersoon JGZ 0-4 jaar. -- Voor het (basis)onderwijs de JGZ verpleegkundige 4 – 19 jaar en/of het SMW. -- Voor buurt/omgeving het SMW/AMW. -- Voor de huisarts de cb-arts of de schoolarts, afhankelijk van de leeftijd van het kind. -- De vindplaatsen zijn op de hoogte van de voorlichtingsactiviteiten die op aanvraag vanuit het CJG kunnen plaatsvinden. -- De aanmelding naar het CJG gebeurt bij voorkeur via een warme overdracht vanuit vindplaatsen. -- Het CJG draagt zorg voor terugkoppeling naar de signaleerder en indien nodig naar de huisarts in afstemming met de ouder(s)/jongere. Per vindplaats heeft de contactpersoon van het CJG op reguliere basis overleg voor: -- informatie uitwisseling, -- eenduidige adviezen, -- elkaar ondersteunen in aanpak, -- overdracht.
Centrum Jeugd en Gezin
pagina 8
Toelichting op het stroomschema zorgprocessen Centrum Jeugd en Gezin Het stroomschema geeft de stappen weer waarlangs een vraag of een zorgsignaal bij het CJG binnenkomt en wordt afgehandeld. Hieronder worden deze stappen nader toegelicht en zullen ook de te gebruiken instrumenten in het proces worden geplaatst en nader worden toegelicht. De volgende onderdelen komen hierbij steeds aan bod: -- beschrijving van het proces, -- aan welke voorwaarden moet de dienst/hulpverlening voldoen, -- welke instrumenten worden gebruikt. Het stroomschema laat een onderscheid zien in een 3-tal stappen: -- stap 1: van de klant naar het CJG (klant komt zelf, zorgsignaal via voorliggende voorziening, zorgsignaal via buurt/omgeving), -- stap 2: toeleiding en hulpverlening vanuit het CJG, -- Stap 3: vervolg en afronding. Stap 1 De klant/het zorgsignaal komt naar het CJG Dit kan op drie manieren, namelijk a de klant komt zelf naar het CJG (fysiek, niet fysiek), b een zorgsignaal komt binnen in de voorliggende voorzieningen, c een zorgsignaal komt vanuit de buurt/omgeving. A De klant komt zelf naar het CJG. Dit kan via de fysieke inlooppunten (centraal en decentraal), via de website/email en via de telefonische informatielijn. Het proces van de centrale inloop (balie) van het CJG. 1. De klant komt met een vraag bij de balie. 2. De baliemedewerker screent de vraag. a. Is het een vraag aangaande het CJG? - Zo nee dan wordt de klant doorverwezen naar de instantie die de vraag in behandeling kan nemen. - Zo ja dan wordt gekeken of het een hulpvraag of een vraag om informatie/ advies betreft. Centrum Jeugd en Gezin
pagina 9
b. Indien het gaat om een hulpvraag plant de baliemedewerker een afspraak met de juiste hulpverlener. c. Is het een vraag om informatie/advies: - dan geeft de baliemedewerker direct informatie/advies of - de baliemedewerker gaat achter informatie/advies aan (haalt het op voor de klant) als dit niet direct voor handen is. Het proces van de website/e-mail van het CJG. 1. De vraag van de klant komt digitaal binnen. 2. De medewerker van het CJG screent de binnenkomende vragen. a. Is het een vraag aangaande het CJG? - Zo nee dan wordt de klant doorverwezen naar de instantie die de vraag in behandeling kan nemen. - Zo ja dan wordt gekeken of het een hulpvraag of een vraag om informatie/ advies betreft. b. Indien het gaat om een hulpvraag dan mailt de CJG-medewerker aan de klant dat voor het goed beantwoorden van de vraag het advies is om een afspraak te maken met een CJG-medewerker. En vraagt goedkeuring om een afspraak in te gaan plannen met de juiste hulpverlener. c. Is het een vraag om informatie/advies: - dan geeft de CJG-medewerker direct digitaal informatie/advies of - de CJG-medewerker gaat achter informatie/advies aan (haalt het op voor de klant) als dit niet direct voor handen is en verzendt dat. Het proces van de telefonische informatielijn van het CJG 1. De klant stelt de vraag telefonisch. 2. Telefoniste screent de vraag a. Is het een vraag aangaande het CJG: - Zo nee dan wordt de klant doorverwezen naar de instantie die de vraag in behandeling kan nemen. - Zo ja dan wordt gekeken of het een hulpvraag of een vraag om informatie/ advies betreft. b. Bij hulpvraag regelt de telefoniste dat de klant teruggebeld wordt door de juiste hulpverlener binnen 2 werkdagen (wordt per mail geregeld). c. Is het een vraag om informatie/advies: - geeft telefoniste direct de informatie, - als de informatie niet direct voor handen is mailt de telefoniste de vraag naar de juiste hulpverlener. Deze zorgt dat de gevraagde informatie aan de klant wordt vertrekt. d. Bij crisis wordt de crisisdienst van Bureau Jeugdzorg Drenthe ingeschakeld.
Centrum Jeugd en Gezin
pagina 10
Voorwaarden voor de fysieke en niet fysieke inlooppunten: -- De medewerkers die de vragen op de fysieke en niet-fysieke inlooppunten in behandeling nemen zijn HBO functionarissen en zij hebben de deskundigheid in huis om de binnenkomende vraag te screenen. -- Bij de screening wordt altijd geïnformeerd of er al (meerdere) hulpverleners betrokken zijn. -- Er wordt door de CJG-medewerker binnen 2 werkdagen gereageerd. Urgente vragen worden met spoed in behandeling genomen. Instrumenten: -- Formulier voor registratie hulpvraag klant en gedane acties. -- Middels meldcriteria DVI bepalen of melding in DVI noodzakelijk is. -- Sociale kaart. -- Afsprakensysteem hulpverleners CJG. -- Criteria voor urgentie. -- Criteria voor crisis. B Een zorgsignaal komt binnen in de voorliggende voorzieningen Er komt een zorgsignaal binnen in de vindplaats/voorliggende voorziening, (verloskundige, kraamzorg, huisarts, voorschoolse voorziening, onderwijs, leerplichtambtenaar). 1. De beroepskracht signaleert een probleem of heeft twijfels/vragen. a. De beroepskracht bespreekt de signalen met directe collega(‘s): intercollegiale check. b. De signalen worden met de (a.s.) ouders/verzorgers besproken. Samen wordt gekeken of het probleem binnen de eigen organisatie/ interne zorgstructuur kan worden opgepakt. c. Indien het probleem niet binnen de eigen organisatie kan worden opgelost wordt in het gesprek met ouders/verzorgers overeengekomen dat contact met het CJG wenselijk is. d. Met de ouders worden de volgende opties besproken: - dat voor casuïstiekbespreking contact wordt opgenomen met de contactpersoon van het CJG. De ouders/verzorgers zullen vervolgens worden geïnformeerd over de uitkomsten of, - dat de casuïstiekbespreking plaatsvindt in aanwezigheid van de ouders, - dat de ouders/verzorgers worden toe geleid naar het CJG. Instructie bij casuïstiekbespreking met het CJG. In het gesprek met de ouders/verzorgers wordt overeengekomen dat er contact wordt opgenomen met het CJG voor casuïstiekbespreking. Hiervoor wordt samen met de ouders/verzorgers de zorgvraag geformuleerd die aan het CJG wordt voorgelegd. Dit kan gaan: -- ter consultatie om adviezen te krijgen voor het eigen handelen van de professional, -- ter consultatie om te bespreken of het een toeleiding naar het CJG moet worden én hoe de toeleiding tot stand moet komen. De resultaten van de casuïstiekbespreking worden teruggekoppeld door de medewerker van de vindplaats/voorliggende voorziening aan de ouders/verzorgers, signaleerder en eventueel derden, binnen een vooraf vastgestelde termijn. In het gesprek met de ouders/verzorgers wordt besloten tot toeleiding van de hulpvraag naar het CJG. Bij voorkeur vindt deze toeleiding plaats door middel van warme overdracht. warme overdracht: Er vindt na toestemming van ouders overleg plaats in de vindplaats/voorliggende voorziening met de contactpersoon van het CJG. Signalen zijn niet bespreekbaar met de ouders Indien signalen niet bespreekbaar zijn, wordt binnen de organisatie de afweging gemaakt of het nodig is om het CJG te consulteren over de casus.
Centrum Jeugd en Gezin
pagina 11
Instructie bij consulteren van contactpersoon CJG zonder toestemming van de ouders/verzorgers -- Indien bij ernstige signalen de ouders/verzorgers niet de noodzaak inzien van het inroepen van hulp of deskundig advies en zij niet willen dat hun kind besproken wordt met de contactpersoon van het CJG, kan de professional van de voorliggende voorziening het als een anonieme casus inbrengen bij het CJG. In dit geval kent alleen de inbrenger de persoonsgegevens van het kind. -- In de bespreking van de anonieme casus wordt gekeken hoe er met de situatie rond het kind omgegaan moet worden. -- De inbrenger maakt, indien mogelijk, melding van de bespreking en uitkomst hiervan bij de ouders/verzorgers. -- Indien zorg of hulp noodzakelijk is en ouders/verzorgers hier geen gehoor aan geven dan zal er een open melding van de situatie bij BJZ neergelegd worden. De huisarts en de contactpersoon CJG worden hierover door de professional van de voorliggende voorziening geïnformeerd. Toelichting bij open melding: Een open melding wordt gedaan nadat de zorgen met ouders besproken zijn en zij op de hoogte zijn van het feit dat er een melding gedaan zal worden. Alleen bij uitzondering (zoals bedreiging voor kind of melder) vindt de melding anoniem plaats. Voorwaarden: Zie uitgangspunten. Instrumenten: - Formulier voor registratie hulpvraag klant en gedane acties. - Middels meldcriteria DVI bepalen of melding in DVI noodzakelijk is. - Afsprakensysteem hulpverleners CJG. - Criteria voor urgentie. - Criteria voor crisis. C Een zorgsignaal komt vanuit de buurt/omgeving. Er komt een zorgsignaal naar boven in de buurt/omgeving. 1. De jongerenwerker en/of wijk-/ jeugdagent signaleert een probleem of heeft twijfels/vragen. 2. De jongerenwerker en/of wijk-/ jeugdagent bespreekt de signalen met directe collega(‘s). Hierbij wordt besproken of er sprake is van dreigend of feitelijk crimineel gedrag. 3. Indien er geen sprake is van dreigend of feitelijk crimineel gedrag wordt de jongere gestimuleerd om in gesprek te gaan met het CJG. 4. Indien er wel sprake is van dreigende crimineel gedrag of zorg is geconstateerd maakt politier zorgformulier op, verzendt het aan BJZ en/of brengt het in bij het JOT. Daar wordt besproken of het geïndiceerde traject wordt ingezet en/of dat het signaal door een voorliggende voorziening kan worden opgepakt (in het JOT zijn medewerkers van het CJG vertegenwoordigd). 5. Indien er sprake is van feitelijk crimineel gedrag door 12+-ers, dan wordt de jongere ingebracht in het casusoverleg Jeugd hierin zitten het OM, de Raad van de Kinderbescherming, de politie, leerplichtambtenaar, Halt en de jeugdreclassering/BJZ. Centrum Jeugd en Gezin
pagina 12
Voorwaarden: Zie uitgangspunten Instrumenten: -- Formulier voor registratie hulpvraag klant en gedane acties. -- Middels meldcriteria DVI bepalen of melding in DVI noodzakelijk is. -- Afsprakensysteem hulpverleners CJG.
Stap 2 Toeleiding en hulpverlening vanuit het CJG. Ouders/verzorgers hebben besloten om hun kind met (de contactpersoon van) het CJG te bespreken. In het gesprek met de ouders/verzorgers en de CJG medewerker wordt de zorgvraag besproken. De CJG-hulpverlener screent de problematiek op zwaarte. Bij lichte problematiek 1. Bij lichte problematiek inschatten of casuïstiekoverleg (AMW/JGZ) wenselijk is, zo nee interventie inzetten. 2. Casuïstiekoverleg indien wenselijk. 3. Inzetten interventie. De interventie wordt ingezet door het CJG of door anderen. Vanuit het CJG vindt de coördinatie plaats. Bij zware problematiek 1. Bij zware problematiek inschatten of indicatiestelling nodig is: - Zo ja, direct doorgeleiden naar indicatiesteller. - Zo nee, bepalen of er sprake is van enkelvoudige of meervoudige problematiek. - Bij enkelvoudige problematiek, inschatten of casuïstiekoverleg (jgz/amw) nodig is: - Zo nee, interventie inzetten. - Zo ja, casuïstiekbespreking. - Bij meervoudige problematiek: - De casus wordt voorgelegd aan het MDT. 2. De casus wordt voorgelegd aan het MDT. MDT bespreekt de casus en bepaalt of coördinatie van zorg nodig is. - Zo ja, coördinatie van zorg wordt ingezet en coördinator stelt met betrokkenen een plan op (1Gezin1Plan). - Zo nee, MDT zet interventie in en monitort de voortgang. 3. Stagnatie plan: - Doorzettingsmacht wordt ingezet. Voorwaarden: Ieder CJG heeft afspraken over doorzettingsmacht. Instrumenten: -- Werken met vragenlijsten (samenhangend instrumentengebruik CJG). -- Middels meldcriteria DVI bepalen of melding in DVI noodzakelijk is.
Stap 3 Vervolg en afronding -- Bij inzetten hulp vanuit het CJG wordt in overleg met de ouders/verzorgers afgestemd welke informatie teruggekoppeld wordt naar de signaleerder en welke informatie (indien gewenst) teruggekoppeld wordt aan de huisarts. -- Terugkoppeling naar de signaleerder en de huisarts verloopt via de c ontactpersoon CJG. De terugkoppeling vindt schriftelijk of mondeling binnen 4 weken na de ingezette hulp plaats. -- In het kinddossier worden de ingezette acties rondom het kind in relatie tot zijn leefomgeving geregistreerd.
Centrum Jeugd en Gezin
pagina 13
Centrum Jeugd en Gezin
pagina 14