14
IN D I E S K R I F l . K i
Zuiver historisch onderzoek en het evangelic N a a r aanleicling van drs. i'j. Baarda, I)e B elnniw hucirheid van d c E vangeliën, K ok, K am p e n , 1*^67, deel 2 van d e serie; C ahiers vo o r d e f’ein eente. Ingenaaid f.4.90. W ie als drs. B a ard a en dr. Auiiustijn d e g em eente bij het geloof wil b ehoud en, zal zich n a a r mijn niening over deze betuiging van aposto lische geloofw aardigheid toch nog a n d e rs m o e ten uitspreken d a n tot hiertoe is geschied. W a n t zo n d e r de principiële historische b e tro u w b a a rh e id van d e evangelien is iiet. n a a r mijn overtuiging. bij alle overblijvend e spiritualiteit. met het ch rislelijk geloof gedáán. Prof. dr. H e r m a n i^itlderbos in G eref. W ee kh la d X X , 5! (16 .luni l% 7 ). G e m e e n te - fheologie. H et was in d e oorlogsdagcn, ergens in een ‘mcxlern, vrijzinnig d o r p in Friesland. E en gealieerde vheger was aangespoeld. Hij zoii op het k e rk h o f bij het d o r p s k e r k je begraven w orden. Dc herv orm de, vrijzinnige d o m in e e zou een to esp raak ho uden . W at du itsers in dc bon ding bij het graf. W at toeluisterendc dorpelingcn v o o r het hek om het kerkhof. Ik h erinne r m e het triestc geb euren nog als de dag van gisteren. De d o m in e e sp rak o ver .ieziis. d ie d e sto rm o p zee stilde. Hij zei, d a t dit m a a r een verhaal was, d a t a a n d u id e , d at Je zu s innerlijke rust bracht. Dcze .lezus was zo 'n gro o t mens, d at Z ijn discipelen hem later Z o o n van Gcxi iiebbcn genoem d. Ik was d e eerste keer van mijn leven g cc onfrontc crd met wat m en wel ‘g em eente-thcolog ie’ noem t. Jczus had zichzelf niet geopenb a a rd als d e Z o o n van ( k x l, d och \vc zo u d e n hier te m a ken hebben m et een in terp retatie d(X)r d e i’cnw eiile. W at d e evangelien ons berichten. zou niet werkelijk gcbcurd zijn. doch d e volgelingen van Je z u s z o u d e n een en a n d e r opgepoetst hebben om zo d e verhalen en titels in d ienste van d e verkondiging te stellen. De w erkelijke geschiedenis zou in dienst van d e prediking van de levende H eer verv orm d zijn. W e hebben nu in het bockjc van drs. B aarda cen poging om deze gem eente-theologie te introduceren o n d e r ‘het gew onc v o lk ’. B aarda m eent. d a t het niet h o u d b a a r is. d a t d e 'evangelien' ons overal w erk e lijke historische feiten berichten. W at we d a a r lezen is encrzijds wel w aar. B a ard a wil nog wel in .lezus als H eer geloven. M a a r anderzijds zijn de berichten tcx'h niet allcm aal waar. Als we d ez e h istorisch g aa n m eten, blijkt volgens hem. d a t er d isson ante n zijn, dingen die niet kloppen. opsieringen. Dc gem ee nte is na pasen aa n een recreutie. d.w.z. a a n een h ersc h eppin g begonnen. Zij heeft vanuit d e o p sta n ding alle m ededelingen van het gebeuren rond d e rabbi en w o n d e rd o e n e r Je zu s nog eens herzien, en toen zelfs d e leuende in dienst gesteld van h a a r prediking. H et is — en deze vergelijking m aak ikzelf thans
I N D I E S KKl F ' l . I C i
15
m et het evangelic g egaan als mel cle verlialen r o n d o m CJreale Pier in Friesland. E r zijn allerlei mythisclie. legendarische trek k e n bijgekom en. M en heeft d e volksvertelling g ed ra m alisee rd . Het is — ook hier is d e vergelijking weer van mij — als m et een historische ro m a n gegaan. D e (ontm ythologiseerde) kern is e d it. M a a r er is heel wat o m h e en gesponnen. Allerlei W o o rd e n van .lezus hebben aanleiding gegeven tot het o n tsta a n van b e p a ald e verhalen. N a a r aan leiding van profetieiin die m en als messiaans interpreteerde. heeft m en in verhalen correcties. verfraaiingen a a ng ebrac h t. In het feit. d a t er reeds 4 ‘evangeliën' bestaan. oefent de Schrift volgens B a a rd a critiek o p onze “ g an g b a re ' beschouw ing. d a l alles wat in d e evangelien staat, o ok werkelijk zo gebeurd is. In onze kunstbeleving m ijden we v a n d a a g ook niet m eer d e dissonant, evenm in in onze com positie-leer. Wij kun n en ons v a n d a ag G o d voorstellen als een Artist, die d e d iss o n an t niet schuw t (biz. 41). Z u iv e r historisch o n derz oek laat u itkom en. dat er oneffenheden . disso n an te n in d e e v a n gelien zijn. De verschillen in d e overlevering laten ons zien, d a t van een h isto rische hetroitw haarheid in d e o n d e r o ns f>anhare zin f’een s p n ik e is (biz. 83). ‘De opiossing van die verschillen ligt ergens (! v.d.W.) in d e veelkleurige prediking van d e o u d e G e m e e n te ' (biz. 79). ‘E R .S T A A l ( j E .S C 'H R E V E N ' is niet zo n d e r m eer voluens B aarda: ‘E R l.S G E .S C H I E D ’ of ‘E R IS G E Z E G D ’ (biz. 80). J o h a n n e s geeft in zijn ‘evangelic’ d a a r o m cigenlijk geen echte W o o r d e n van Jezus weer. d och wcwrden van d e l.ev e ndc en O pg estanc. zoals deze creatief of recreatief dtxir christelijke pro feten w aren verkondigd (biz. 75). De mógelijkheid d a a r to e wil B a ard a in elk geval o p e n h o u d e n . De red a cto r van ‘.lo hann cs’ heeft d a a r o m ook weinig zorgvuldig zijn bock gecomponeerd. Het ging hem niet o m het v óó r-e n -n á uit elk a a r te h o u d en . d a a r het vóór en ná d e op sta n d in g d o o r hem bew ust werd doorb ro k en (biz. 75). H istorisch o n d e rz o e k laat Je zu s zien als een mens, een w ondertlocnde rabbi, die zich keerde tegen het joodse fo im a lism e en in w oorden en w erken d e radicaliteit van d e liefde o p e n b a a r d e . T h a t is all. Hij zette d e liefde o m in d e d a a d . M a a r w eer een citaat uit B a a rd a 's cahier: ‘Hij moet eens gezegd hebb en (!!! v.d.W.); ‘N iem an d heeft groter liefde dan d a t hij zijn leven inzet v oor zijn v rie n d e n ' (Jh. 15. 13). H et was d e inzet van zijn leven die hem aa n het kruis b ra c h t' (biz. 49). De ‘( íe m e e n t e ' ht*ef nu begrepen. d a t d ez e histori.sche Je z u s tcKh niet helem aal d e w crkelijke Je z u s kon zijn en ging a c h te ra f deze Jezus kleuren n aa r eigen ideeën. M a ar. zegt B aarda, d e w erkelijke Jezus laat zich ook niet m eer reco nstrueren. De historische gegevens geven H em , zoals Hij was. niet m eer terug. Het gaat in d e verkondiging niet om d e Jezus. d ie was. m a a r o m d e Jezus. die is. De v e r k o n d i ging van d e kerk wil o n s niet d oen geloven in d a l. wal het historische onderzciek uit d e evangelien haall: Je zu s als rabbi, w o n d e rd o e n e r, uniek en radicaal mens; necn. d e verkondigin g wil ons late geloven in de levende H éér (biz. 50). B a ard a b eroe pt zich zelfs o p hel wix)rd van
16
IN D I E S K R I F I K.
d e engel bij d e o pstanding; W at zoekl gij de l.eve n de bij d e d o d e n ? H e r m a n R id d e rb o s heefl niel zo n d e r geestigheid geschreven. d a t Baarda h ierm ee d e engel zelfs inschakell bij d e genieente-lheologen. W e zouden ook kiinnen zeggen, d al B a a rd a ecn exislentialistische interpretatie van het evangelic voorstaal. N I E T DK L E H R . M A A R
DE H EER !
De bedoeling van Baarda: d e m o d e rn e m ens le bew aren bij liel gelcKif. Die arnie m o d e rn e m ens heefl zo zijn b ezw aren legen de evangeiien. De genieenle van van d a ag heefl verder ook h a a r bezw aren legen al die nieuwlichlers. W einu, hier w o rd l een genieenle-cahier geboden. d a l rechl wil d oen aa n bezw aren legen d e g a n g b a re orlhod o x e opvalling, d och d a t tevens d e enigzins Irage genieenle ‘sag wil m a a k ’, begrip wil bijbrengen voor wal d e onln iylhologiserende iheologen zoal van de kansel den volke prcdiken. Hel mes snijdl diis aan twee kanlen: een eigenlijdse genieenle w ordl zo gevorm d, die nog w erfk ra ch l heefl ook. M ensen, die heel hun leven legen d e slarre ge re fo rm e e rd e S chrifl-opvalling zalen aan le Irappen. krijgen nu le horen, d a l hel alieniaal wel niee vail. Heus. A ssen 1926. klenil niel meer. B aarda geefl Irouw ens o p d e d e r d e baldzijde al loe, d al hij dil bo ekske geschreven heefl oni aan d e hand van d e bespreking van d e hisloricileil van d e evangeiien le pleilen v oor een ruinier mogelijkheid v oor d e uilleg van bijbelse verhalen (biz. 7). W al B a ard e d u s doel en d oen wil is niels nieuws. Hij borduiirl verd e r o p hel o u d e elhi.sche ihem a. De elhischln hebben niel alleen len aanzien van hel d o g m a de leer d e r kerk legen d e levende H eer uilgespeeld, n ia ar zij hebben ook len aanzien van de bijbel gezegd d a l hel eigenlijk m a ar ging oni een seleclie van wal in d e bijbel slaal. In zijn rede van 1912 heefl prof. l.ucas l.in d e b o o m Iwee richlingen o n d e r d e nieiiwere iheologen onderscheiden; ‘De eene, d e nnxlernen, die er rond w eu voor uilkonien, dal zi| in den Bijbel een boek zien als alle a n d e r e en in d en godsdieiisl van Israel niel m eer d a n een van d e v o o rn a a m sle godsdienslen; d e ande re. d e elhischen. die nog veel of weinig van de in den Bijbel v e rh a ald e feilen als geschiedenis willen va.slhouden, on idat zij 'I niel mi.ssen kim nen als sleunsel van him geloof. Die alien konien hierin overecn. d a l zij niel a priori d e onfeilbaarh eid van d e H .Schrifl aa n nenien . en zich d u s ook niel geb o n d e n aclilen aa n het verhaal d e r feilen en den sa nienh a ng der feilen en aan d e dog m a lisc h e en para enelisc he p ragm atiek d e r geschiedenis en geschiedenissen, zo o als die in den Bijbel geschreven sta a n .' {Coiilra (le R elif’ionsf’esch ich le d e flislo riii Sacra. D e a h so lu te voorw aarde voor het rech le versla n d en o n d erw ijs van d e H ijhelsche (lesch ied en is en d e f^eschiedenis d e r i’
IN DI E S K R I F L K i
17
weg wanclelen en d a a r o n i in h a a r beschouw ingen lijnrecht ingaan tegen lie oude. w elb e p ro efd e m eningen lier christenen. Beide o pvaltingen noem en het im m ers o nw elen schapp elijk uit te g aan van d e inspiratie cn G o d d elijk e aiitoriteit van d e bijbcl. Wij hebben in hel werk van B a ard a niets a n d e rs te zien d a n een zoveelste poging o m d e elhischc uilleg d e r Schrift o n d e r ‘d e gereform e e rd e gezindte' le im porteren. Niet d e leer, m a a r d e Heer! Niet de historie, m a a r de verkondiging! Niet d e tekst van het evangelie. doch het kerugm a, d e bood schap! HOE DEZE AANVAl
O P DE B E T R O D W B A A R H E ID V A N
S C H R IFT T F G E N T E
IR E D E N ?
DE
D at B a a rd a in flagrante strijd met d e belijdenis kom t. is zonneklaar. Wij geloven zo n d e r enige twijfeling al wat in d e Schriften begrepen is. zegt art. V van d e N e d e rian d se Geloofsbelijdenis. B a ard a wil niet van dit a priori uitgaan. Hij heeft zich een keer bero epen o p art. V II . w aarin staat, d a t d e wil G o d s volk o m e n in de Shrift vervat is. E n hij zei toen. dat dit nog niet b etekend e, d a t de wijze. w a a ro p die wil in verhalen v erp a k t was. d a a r o m die verhalen van a tot z historisch deed zijn (ik geef zijn m ening hier w eer met eigen wix)rden). D och dit is m a a r geknoei. M ensen. die tot zulke concessies in sta at zijn. hceft d e frisse I .in d e b o o m in zijn bo venaangeh a a ld e rede getypeerd als ‘brav e m o d d e ra a r s '. H ier is een 6f-6f. een E n tw ed e r-O d er. o f d e o p e n b a rin g is CJoddeiijk en bezit d e grootst m ogelijke autoriteit. of we hebben hier te m a k e n m et creatieve of recreatieve prcxliicten van d e m enselijke geest. E chter. met d e afwijzing van de inzet van B a a r d a zijn we er niet. Wij m ogen ons hier niet te gauw van a f m a k e n d o o r te constateren: cthische b en a d erin g van d e .Schrift. o n tm y th o lo g ise re n d e tendenzen, enz. H et k o m t mij voor. d at wij kerk noch theologie d ie nen . d o o r met een rad icale afwijzing te volstaan. E r zit im m ers ook nog zoiets als een p astora le k a n t a a n deze zaak. D o o r allerlei aa n vallen o p de bijbel. van Celsiis. De D ag e ra ad van vroeger of van m e n sen als B a a rd a . w o rd t veel stof o m h o o g gew orpen. E r k o m e n m ensen met w erkelijke problem en! N u k u n n e n we m et een viot h a n d g e b a a r al die bezw aren wel weg willen w erken, al roep e n d : leve d e inspiratie! M a a r dit zal niet bij ieder gelukken. Het zou de eerste keer niet zijn. d a t ie m and van ons of van biiiten ons met een goeilk(X)p kluitje in het riet gestuurd werd. Ik d enk met n a m e a a n d e al of niet s tu d e re n d e jeugd. Die heeft zo h a a r vragen. O o k al wil m en geloven. d a a r o m (of misschien wel: d a a r o m juist) zoekt m en an tw o o rd o p vragen. E r zijn verschillen in d e ‘v erw o o rd in g ' van hel evangelie aa n te wijzen. De zg. synoptische ‘evangclicn' sp rek e n a n d e rs d a n d a t van .lohannes. H o e m oeten we d a a r m e e a a n ? Welk A n t w o o r d - 1 % 7 geven we. nu al die critiek o p d e bijbel losk o m t? W e k u n n e n hier niet sussende gebaren m a k en en weigeren o p d e aa n g e v o e rd e al-of-niet-steekhouilende a r g u m e n te n in te gaan.
18
IN 01F-; S K R I F L K i
W e m o eten vercler cle mogelijkheid overwegen. clat onze g an g b a re uitleg van b e p a ald e le kslen (straks hiervan een voorbeeltl) som s aan critiek steun biecll of zelfs — zoncler d a t we het weten - aan Schriftcritische uitleg ontleend is. W e m oeten m a a r rondw eg toegeven, dat in heel d e wereld d e o rth o d o x e leiders vaak zo overstelpt zijn met allerlei dingen, d a t ze niet kun n en inguan o p de zaken. M en iieeft van vrijzinnige k an t d a a r wel eens atten ten t o p g e m aa k t: die rechtziningen zijn eigenlijk steriel. zij k un n en geen grote theologen opieveren, die iiet o n derz oek van d e bijbel verde r brengen. N u geloof ik van deze laatste insinuatie, d ie een gro o t m an van v an da ag (Batt) gem aa kt heeft, geen snars. M a a r wij mogen geen aanleiding tot een dergeiijke o p m e rk in g geven. Het is inderdaad zo. d a t je om rechtzinnig geloof in d e wereld te vinden vaak bij pietisten en m ethodisten te gast moet gaan, d ie tevreden zijn bij een ‘een v o u d ig e’ uitleg van de bijbel, speciaal gericht o p d e p raktijk des levens, en zich verde r om al die vrijzinnige aa nvallen niet al te d r u k m aken. Ik weet dat ik generaliseer. m a a r ik do e d a t bewust. W a n t het gaat m e hierom : d e ogen te open e n voor de n o o d z a a k o m van rechtzinnige zijde o p al wat zo n a a r voren geb ra ch t w o rd t eens een duidelijk an tw o o rd te geven. D aa r hoeven we niet bang v o or te zijn. Wij hebben een w oord v oor d e werekl. Bovendien kon het wel eens zijn, d a t bij een overzien v j n alle bezw aren wij aanleiding vo n d en om te constateren, d at een b epaalde uitleg. die wij als de g a n g b a re in stand h ouden, verlaten moet w orden, o m d a t deze geen recht van bestaan heeft en au fond k oren o p tie molen van d e vrijzinnigheid is. W e m oeten niet den k e n , d a t G od ons die lawines o p ons dak zendt, o p d a t we m a a r als d e gerusten in ■Sion leven zoiiden. In deze benauw ing - - hoe is a n d e rs d e opieving van het ethische m o d e rn ism e in ‘g e r e fo r m e e rd e ’ kring te ty peren ? — ligt v oor o n s een op d rac h t. V a n het zien van d ie o p d r a c h t m e rkt men niet veei als d e dom inees wel m ooie plaatjes d raa ien . m a a r tegelijk als het over d e bijbel gaat. bij al h un rechtzinnigheid zeggen: d a a r zit ik eigenlijk niet in. 7.e mogen best een m o oie g ra m o f o o n p la a t d raa ien. als deze hen d an m a ar inspireert o m aa n d e slag te gaan. A n d e r s is die g ra m o f o o n p la a t m a a r een slaap kussen. die hun nog m in d e r d e b enauw ing van v a n d a a g laat zien. Niets tegen b uitenlandse reizen. M a a r laat men die gebruiken o m d e situatie in kerkelijk opzicht in d e wereld eens te zien; lege kerken. d o m in e e s die a m b te n a a r zijn en een theologische w etenschap, die d o o r sta atsubsidie aa n d e gang geh o u d e n w o rd t en tevens dient tot a fb r a a k van het Christendom. M a a r ja. als men het leven in vakjes verdeelt. d a n gaa n d e ogen toe vo o r d e gro te b en a u w d h eid . geniet men zijn plaatje. h o u d t zijn vacantietje, h o u d t ook zijn preekje, en d a a r b u ite n is d e boze wereld. I.ief (kerkelijk) vade rlan d kan rustig zijn. Doch o p deze wijze kwcekt men een w eerloos volk, laat alle p roblem en aa n specialisten over, en vlucht in v ro m e frasen. Dat d a a r d o o r kwesties geschapen w orden. dat d a a r d o o r ook velen afgestoten w orden. d a t zo d e strijd niet ge.strcden w o rd t en d e vrucht van d e benauw dheid niet genóten w ordt. kan zo evident zijn.
IN OIF. S K R I F l K i
19
D a a ro m wil ik hier met g ro te ernst pleiten v oo r een werkelijk ingaan o p dat. w at vijanden van d e au to rileit van d e Schrift n a a r voren brengen. A n d e r s w orden we ind e rd a ad steriel. E n G o d zal een dergelijke zelfvoldaanheid zeker slraffen. Wij hebben niet de roeping n a a r d e a n d e r te kijken. of hij v oo r ons w apens zal sm eden. Wij heb ben o p le staan tol d e strijd. W a a r is o n s ‘C a h ie r v o o r de C k m ee n te'. d a l d e aa nvai inzel? M a a r neen. we teren liever o p o u d e roem en halen onze schoiiders op: die aa n de o v erk a n t zijn fout. m a ar ik zit er eigenlijk ook niet erg in. H ebbe n we d a n geen W o o rd vo o r d e w ereld? H eb b e n we d a n niets te zeggen v o o r hen d ie ‘hjden aa n d e tijd ’. d ie g eb u k t g aan o nder de aanvallen o p d e Schrift? WAAR
B E G IN I' DE H IS T O R IS C H E O N B E T R O U W B A A R H E IIT ’
B aarda geeft in zijn boekje ver.schillende overzichten en sc h e m a ’s w aa ruit d e historische o n b e tro u w b a a r h e id van de evangelien blijken zou. Hij wijst o p d e geheel a n d e r e "s to f van het evangelie naar .lohannes vergeieken met die van de a n d e r e d rie ‘evangeliën'. Hij konit zelfs tot d e boiide iiitspraak. dat .lohannes G a h le a te kort doet (biz. 20)! Hij wijst o p d e verschiliende chronologic, die er volgens hem bestaat. De dagen van het lijdensverhaal ‘k lo p p e n ' volgens hem niet. als m en het relaas van d e synoptische evangelien vergelijkt. E r zijn verschiliende rei.s.schema's. M enig w oord is in een enigzins an d e re versie overgeleverd. De verhalen van het g e b e u rd e na die o p sta ndin g zijn wel van gro te gevarieerdheid. Nil willen we beginnen met d e erkenning. d a t we in d e vier ‘ev ang elien ’ niet vier boeken vinden. d ie als d r u p p e ls w ate r o p elk aa r gelijken. E r is verschil in stof. in com positie. enz. l.u ca s had weer een a n d e r doel d a n .lohannes, D och is hier reden om d e ala rm k lo k te luiden en te con c lu d e re n tot historische o n b e tro u w b a a r h e id ? B a a r d a gaat iiit van dat. wat hij bewijzen moet. W e willen strak s via enkele voo rb eeld en duidelijk m a k en . d at er geen enkele rede n is o m d e variaties in co m p o sitie enz. als arg u m e n t te gebruiken v o o r d e erke n n in g van een spelen van d e ‘evangelisten' met d e historie ten behoev e van d e opzet van hun boek. als schreven ze een stichtelijke ro m an . I'oe te geven is. d a t de tekst van o vergeleverde W tw r d e n van lezus kleine verschillen vertoon t bij d e ‘evangelisten ’. M a a r is hier s p r a k e van historische o n b e t ro u w b a a r h e id ? H eb b e n we niet ee rder te m a k en met d e kwestie van vcrtalen? A llereerste zijn d e W o o rd e n van .lezus in het a ra m e e s gesproken. En mogelijk eerst nog wel in het a ra m e e s opgeschrev en ook. E en ieder heeft. zegt Papias. d e in het h ebreeuw s (aram ees) d o o r M a tth e u s geschreven Wcxirden van lezus vertaald. zo goed hij kon. Lucas, die ziin boek o p d ro e g a a n d e hoogedele I'hcofilus hecft in zijn red actie ze k er rekening g eh ouden met de kennisinhoud en a c h te rg ro n d van Theofilus. M a a r k u n n e n we nu het feit, d a l l.u ca s hier en d a a r een p a ra fra se gaf. g ebru ik e n voor d e stelling: het evangelie is o n b e t r o u w b a a r ’ K u n n en we zeggen. dat
20
IN D I E S K R I F L I C i
l.iicas in v erb a n d met het kacler, w aarin hij tie slof plaatstc, deze o n ige vo rm d heeft om aa n het gestelde doel te b e a n tw o o rd c n ? M et enkele voorbeelden willen we dit nade r verduidclijken. DE (ÏR I'W E I . D ER V E R W O E S T IN G . B aarda plaatst d e te ksten van M a tth e iis /M a r c iis cn die van l.ucas o v er de ‘griiwei d e r verw o esting’ n aast eikaa r en vraagt d an : w at iieeft Je zu s gezegd? (biz. 39). Hij nieent ook, d a t er veei voor te zeggen is. dat l.iicas d e apo;;alyptische w oorden van .leziis een histori.serende exegese gegeven heeft, deze g ea ctuahse erd heeft (de v ree m d e term en zijn van B a a rd a zelf bij zijn boek voor d e gem eente). L ucas zou d u s o n d e r indruk van d e verw oesting van Je ru sa le m d o o r d e rom einen. in verb a n d m et wat er g eb e u r was, d e W o o rd e n van .lezus wat historisch bijgekleurd heb ben; hij zou als gevolg van de vervulling van d e profetie o v er d e gruwel d e r verwoesting, Je zu s w oorden in d e m o n d gelegd hebben. die Hij eigenlijk niet gezegd heeft, m a a r die in die d agen het evangelic een actuele kleur gaven. Z oiets m ag men van B a ard a geen vrooni heclrof; n o em en; !,u cas zou d o o r deze actuele kleur laten uitk om e n, h o e onbedrieglijk Je z u s Wcwrden w aren (biz. 82). V o o r een betere b e o orde ling van dit alles geven we eerste d e teksten o v er d e gruwel d e r verw oesting weer volgens d e veretaling van Baarda:
MARai.S (M atth eus) W a n n eer ^ ij ech ter (M t. dan) ziet d e gruwel d c r \erwoestini>. (M t: w a a rv a n d o o r d e profeet Daniel g esprokc n i*-) sta a n d e w aar hij niet h o o rt (M t: sta a n d e o p een heilige plaats) — wie het leest, lette er o p ~ laten dan w ie in J u d e a zijn naar d e herf;en vluchten. Wie o p het d a k is, ga niet n a a r b eneden (M k: en ga niet n a a r binnen) om iets (M k: de dingen) uit zijn huis m e d e te nem en, en wie o p d e a k k e r is, kere niet terug o m zijn kleed m e d e te nemen.
LUCA.S W a n n er f>e ech ler ziet J e r u s a lem omsingeld d o o r iegerkam pen, weet d a n d a t nabij is zijn verwoesiinf>. I.uten J a n w ie in Ju d e a zijn naar d e herf^en vlu ch ten . en die binnen in de (stad) zijn, laten zij de wijk nem en (vgl. 17, 31a), en die o p de landerijen zijn, laten zij er niet b inne n uaa n (vgl. 17, 3ib).
D(xirgaans w ordt bij rechts en links d e uitleg gegeven, d at de gruwel van d e verw oesting d e veroverinf’ van Je ru sa le m d o o r de rom einen is. M en heeft, zoals ook B aarda doet. aa n d e uitd ru k k in g van l.u ca s allerlei con.sequenties verbonden. W e zo u d e n L u c a s ’ w(x>rdkeuze k u n n e n o p m a k e n , d a t L ucas a c h te ra f na 70 in het licht van d e vervulling van J e z u s ’ W o o r d e n precies om.schreven heeft wat die gruwel d e r verw oesting nu eigenlijk was. H ierbij heeft ook d e tekts van L ucas l ‘):43. 44 een rol gespeeld. D á á r zegt Je zu s in d e rd a ad . d a t de R o m e in e n Je ru sa le m zullen belegeren, schansen zullen op w erp en , enz. M a a r wat zeut Jezus in L ucas 21?
IN D I E S K R I F I . I G
21
H ier w ordt hel klokkesein gegeven aaii dc inw oners van Jerusalem , die Jeziis belijden, o m uit d e stad te vluchten. of als zij o p d e la nderijen zijn, direct d e wijk te nemen. H et k o m l m e voor. d a t studeerkam crgeieerdlieid — net als bij d e ezels van d e intocht, w aa ro v e r later — een belangrijke rol gespeeld heeft. M en d e n k e zich d e situatie eens in: Het rom einse leger heeft Je ru sa le m omsingeld. I 'i t Flavius Josefus weten we. d a t V e sp a sia n u s een tactiek van d e v erschroeide a a r d e heeft tocgepast. en d a t T itu s d e tuinen om Je ru sa le m liet egaliseren om schootsveld te krijgen. net zoals het n ede rlandse leger d a t deed bv. ro n d o m A m e r s f o o rt in de m eidagen van 1940. Het is in het oosten zo. d a t men vaak met hele families tijdens d e oogst in d e zo m e r buiten. o p d e a k k e r w oont. Ik h eb d a t dit ja ar nog in .Syrie gezien. D e b ew oners van Je ru sa le m zulien d a t ook wel g e d a a n hebben: volkstuintjes! I N D I E N L ucas nu a c h te ra f de W o o rd e n van Je zu s eens o p zijn m a n ier een b e p a ald e actualisering gegeven had. zou hij d a n aa n T heofilus. die w aarschijnlijk als hoge a m b te n a a r heus wel van d e militaire acties iets af wist, d e voorstelling gegeven hebben, d a t Je zu s geadviseerd had N A D A T J E R l ' S A L E M O M S I N G E l . D WA.S uit de stad te vluchten en d e volkstuintjes en landerijen te v e rla te n ? ? ? ? Gelove. wie het geloven kan. M en leze Flavius Josefus. die heus niet zoveel nonsens ten beste geeft als men wel eens g ed ach t heeft. er m a a r eens o p na. Alleen s tu d e erk am erex e g ese kan Je zu s' W o o rd e n als d en advies o m N A de omsingeling (die een kaalstro p e n van d e omgeving. o m h a k k e n van olijfbom en enz. inhield!) de stad te verlaten. interp reteren . H o e m oeten we J e z u s' W o o rd e n d a n lezen? Wel. we m oeten erva n uitgaan. d a t M a tth e u s m et zijn gruwel d er verw oesting en L ucas m et zijn o m rin gd -zijn-va n-Je ru sale m -door-le gerk am p en (legers) H E I Z E L F D E betloelen. Het gaat hier o m een gruwel in d e heilige plaats. E en blik o p d e k a a rt van Je ru sa le m leert ons. d a t d e heilige plaats. d e tempel. tevens a a n twee zijden afgegrensd werd d o o r J e ru sa le m s m uren. D e jcxlen hebb en zich vcxSr d e kom st d e r rom einen in die tem pel verschanst. M en leze alw eer Flavius Josefus. die on ze o u d e v aderen beter k en d e n d a n wij. De jcxlen hebben d o o r hun zingen van: Je ru sa le m -g a a t-n o o i'verloren! d e heilige plaats ontheiligd'. D e k a n o n n e n (k atapulten) sto nden er opgesteld. w a a rm e e zij ook elk a a r bestreden, V o o r de christenen uit lie jcxlen zcni dit het signaal zijn, d a t J e ru sa le m verlaten moest w orden. Theofilus. die w aarschijnlijk een CicxJvrezende was, moest het gocd weten. d a t Jezus zelf het u u r van d e radicale breuk van (icxl met het c e n tr u m van Israel aanw ijst. Dit zal ook J u d e a raken. E n d a a r o m : n a a r d e bergen. TcKn ik dit ja a r o p 5 junie. o n b ew u st van het feit. d a t d e cx>rlog u itge broken was, S>rie binnenkw am , zei een v rouw in D a m a sc u s tegen me: “ W eet u hel niet? E r is cx)rlog en alle m ensen vluchten n a a r d e b ergen.” Z o handelt m en in
22
IN D I E S K RI F I. I Ci
(Jagen van ac u u t gevaar: de Israeli's w aren trouw ens tie hele dag in d e liicht. W e hebben hier een geval. w aar ni.i. de exegese zicli moet herzien. o m d a t ind erdaad bij een volgen van d e voorstelling, die dcxirgaans gegeven werd. aa n Schriftcritische te ndenzen voet gegeven w ordl. B(v vendien heeft men d a n geen oog v oo r d e pointe van .lezus’ W oord. Hij wijst hier de f>ruwel aa n (verg. Ez. 8. O pen b . 17) van d e afval van het bondsvolk, d ie d e climax bereikl heeft. ( i a a t uit van liaar. Mijn volk! M a lth e u s /M a r c u s en l_ucas zijn v olkom en in overeenstem ming. M en kan hoogstens zeggen, d a t l.iicas ten behoeve van T heofilu s een p a ra fra se gegeven heefl. Dat hij dil deed, terug blikken d o p de afloop. is helem aal niet nodig aa n te nem en. Het is v oor mij de vraag, of we één nieuw testam entisch boek later d a n 70 m oeten dateren. L ucas heeft zijn evangelie welbewust in dienst gesteld van d e o p ro e p tot vrijm aking van d e synagoge des satans. V o o r T h eo filu s was kennelijk het gro te probleem : m oet ik nu weer van kerk v e ra n d eren ? Heeft G o d Z ijn volk versto ten? .lezus’ eigen W o o rd e n geven o p deze vraag een duidelijk a n tw o o rd . G ruw el d e r verw oesting in d e Heilige Plaats. Dat kon iedere jcxienchristen. die Daniel kende. verstaan. .lerusalem m et een ring van versterkingen om zich heen, — d a t kon T heofilu s begrijpen. Als hij 66-70 nog m eeg e m aa k t heeft. is het bericht: .Jeru salem versterkt zich! zeer duidelijk geweest. O u d e profetieen en .lezus' d reig e n d e W o o rd e n zouden in vervulling gaan en het gericht o ver het zich v e rh a rd e n d b ondsvolk naakte. H istorische o n b e tro u w b a a r h e id van .lezus" W o o rd e n ? D at zij verre! D h E Z E L S BIJ D E
IN T O C H T
B a ard a laat in zijn boekje. evenals hij d at g ed a an heeft in zijn artikel tegen A rn tze n , weer d e ezels bij de inlocht o p d ra v e n . Wij zijn d a a r destijds o p ingegaan en hebben pogen aa n te tonen, d a t hier ook van s tu d e erk am er-th eo lo g ie s p r a k e was. Nu B aarde hier weer d e historische b e tro u w b a a rh e id van het evangelie aa n ta st d o o r erop te wijzen. d a t M a tth e u s van twee en dc a n d e r e evangelien van één ezel sp reken. d e volgendc opm erking en: a.
B a ard e stelt (biz. 57), d a t het D U ID E I.I.IK is, D A I H I E R DE G E S C H I E D E N I .S D O O R D E P R O E E T I E V E R V O R M D I.S. He; staat er letterlijk: V E R - v o r m d . Niet eens H E R - v o r m d . m a ar verv orm d. V e rv o rm e n is iets een a n d e r e vorm geven. Als ik uit leem een beker vorm , kan ik het leem d a a r n a weer ineenslaan en er een a n d e r v o o rw e rp van kneden. M a tth e u s heeft volgens B a ard a o n d e r invloed van d e profetie van Z a c h a r ia van twee ezels gesproken. Hij heeft dus, laten we d a t m a a r ro n d u it zeggen, er een ezel bijgefantaseerd. B a ard a meent blijkbaar, d a t de mensen in die d agen geen herinnering m eer hadden. In het h(wfd van niet één getuige is het b lijk baa r o p g ek o m en , en M a tth e u s heeft d a t ook niet gevreesd. d a t er m a a r van één g esproke n kon w orden. Dat was men in
IN D I E S K K I Í ' L K i
23
cle o u d chrislelijke gem eenle zo gew oon. M en v o r m d e d e historic om om d ez e o p d e profetie te iaten i
anf> van d e ezelin? M en krijgt het idee, d a t koste wat het kost d e gem ee n te m oet aanvaarden . d at onw ee rlegb aa r M a tth e u s verhalen uit zijn evangelistenduim gezogen heefl. E n d a l o n w ee rleg b aa r blijken moet, d a t de stu d e erk am e r-lo s-v a n -d e -b o e re n p ra k lijk B a a r d a 's exegese beheerst. c. B a ard a m a a k l zich slerk d o o r te zeggen. d a t er staal: E n H ij zal op hen (ik h eb hier d e hcx)fdleller g e bruikt; B a a r d a schrijft: hij). Nu verlaall d e N ieu w e V erlaling; Hij ging d a a r o p zillen. In de vorige zin is s p r a k e van klederen. die o p de ezelin en h a a r veulen gelegd w erden. M en kan hel zo o pvatten . d a l Je zu s o p die kled eren ging zillen. De klederen o p hel m o e d e rd ie r z o u d e n d an het Irium fale accentueren. O v e rw in n a a rs legden wel o p d e rijdieren d e klederen van hun vijanden. Doch ook als men het ‘o p hen" o p die beide ezels wil lalen slaan. en d a a r is misschien wel wat v oor te zeggen. k an hierm ee gezegtl zijn. d a l .lezus eersi o p hel m o e d e rd ie r en later o p het veulen gereden heefl. M en kan verde r o p m e rk e n . d a l er tekstoverleveringen zijn. w aarin g esprok e n w ordt van: zal o p h em (nl. hel veulen). M a a r in elk geval is er geen reden o m hier van v ervorm ing van hel cvangelie te spreken. d. B aarda wijsl er op. d a l .lohannes zegt. d a l Je z u s een ezellje voiul. lerwijl bij de a n d e r e n staal. d a l d e discipelen hel vinden. E.en op m e rk e lijk ver.schil. zegt Baarda. M a a r zelf v erm eldt hij in zijn overzicht, d a l Je zu s zeif hel ezellje laal halen. A c h le r hel vinden van d e discipelen lag hel
24
IN D I E S K K I H . K i
vinden van .lezus. Hr is geen enkcle rcden v oor Baarcla oni haast triom fantelijk uit le roepen: welke versie heeft tui a a n s p m a k op het etiket b e lro u w b a a r ? (verg. biz. 30). V E R S C H ll.L E N D E C H R O N O l.O G IH VAN
D E I.1 .ID E N S W E E K ?
B a a rd a zet. evenals in het artikel tegen A rntzen, d e w eergave van d e eerste d rie d ag e n van d e lijdensweek bij d e eerste d rie evangelien naa.st elkaar. Hij co n slateerl d a n verschillen. M attheiis zoii d e tempelreiniging o p d e eerste d ag plaatsen en M a rc u s o p de tw eede dag na d e intocht. De za ak is echter deze. d a t M attheiis in verban d met het doel van zijn boek direct d e tenipelreiniging vertelt. E r sta at nergens in M attheus. d a t .lezus d e eerste dag, de dag van de intocht, d e tempel reinigde. E r sta at alleen: E n .lezus ging d e tem pel binnen. M a tth e u s o rd e tu za k e lijk . Hij geeft ook het gesprek na d e v erd o rrin g van de vijgeboom direct na d e verm eiding van d e vloek en de verdorring. W e hebben geen enkele reden aa n M a tth e u s hier een precies-chronologisch .schema o p te dringen. M a rc u s echter o r d e n t niet zakelijk, m a a r volgt d e kalender: eerste (hi!>: intocht en inspectie van de tempel; tw ee d e dag: vloek vijgeboom cn reiniging van d e tem pel (let op de volgorde!); d e rd e duf>: gesprek n a a r aanleiding van d e verd o rrin g van dc vijgeboom. Wij kom e n helem aal niet met B aarda (biz. 25) v o o r d e vraag te sta an wie van d e getuigen een m in d e r b e tro u w b a re w eergave van de feiten geeft. B a ard a heeft geen rekening g eh ouden met d e verschille nde m ogelijk hede bij een vertelling. Hij heeft een westers tijdssc h em a (echt stu d e e rk a m e rw e rk !) weer o p g ed ro nge n aa n d e tekst. Hij heeft geen oog v oor het feit, d a t d e bijbel m eerm alen, bv. m K oningen, niet precies volgens ons tijds.schema spreekt. In d e grond is d e m e th o d e w a a ro p B a ard a met bijbelse teksten o m sp rin g t d o o r en d o o r onweten.schappelijk. hoe w etenschappeiijk zijn pape gaa ie ntaa l (want hij p ra a t d e .Schrift-critici van verleden en heden na) misschien oo k v o o r d e goegem eente moge schijnen. HET
E V A N G E I.IE
NAAR
lO H A N N E .S .
V olgens B a ard a was .lohannes cen redactor, die zijn bock met behulp van verschillende b r o n n en sa m enstelde (biz. 7.3). Hij heeft w aarschijnlijk zijn bock laat geschreven (in d e negentiger jaren) en kende. ald u s B aarda, d c a n d e r c evangelien niet. V o o r het vierde evangelie ligt het c e n tru m van .lezus’ werk in lu d e a (biz. 14). .lohannes w erkt via een drie-ja ar-sc h em a, d e a n d e r e evanselien sugcereren een éé n -jaar-schem a. .lohannes d o et Galilea te kort. M a tth e u s 23:37 suggereert een gro tere activiteit van .lezus (hoe dikwijls . , .) , d a n de eerste d r ie evangelien meldcn. De verslagen van d e evangelisten k u n n e n niet geharmoni.seerd w orden. ald u s B aarda. Hen diffuus beeld blijft ac h te r (biz. 20).
IN D I E S K K I f l K i
25
B a ard a dcell ons verde r m a l e , d a l cr in wat we lezen in Jo h a n n e s lets is, d a t zw eem l n aa r mysliek, ‘misschien m oeten we wel zeggen; n aa r g n o slie k ’ (biz. 74). Hij vraagt: klinkl in d e re p ro d u c lie van de w oo rd e n van Je zu s in J o h a n n e s wellicht iets van hel religieuze leefkiim aat mee, w aarin d e gem ee nte w a a rto e d e re d a c to r b eh o o rd e Jezus belecd en zijn w o o rd e n b e w a a r d c ? ' (biz. 74); o p biz. 75 w o rd t deze vraag nog eens in a n d e r e w o o rd e n gesleld. B aarda vraagt verder. of het niet mogelijk is, d a t J o h a n n e s in het k a d e r van zijn evanuelie ons d e w o o rd e n van de O piiestane meegeeft. Z O A L S D I E D O O R P R O F E T E N IN Z I J N G E M E E N T E W A R E N V E R K O N D I G D (biz. 75). J o h a n n e s zou d u s eigenlijk ■preken' van o u d christelijk e d o m ine es bevatten, m a a r geen originele W o o rd e n van Jezus; d a a r konit het zo ong eveer wel o p neer. Preken met een bijsm aa k je van mystiek en gnostiek. ‘A a n d e ran d e n van de traditie sprak het volksverhaal. het gerucht en som s d e eigen impressie van de overle v eraa rs mee. H o e zullen re d a k to re n d a t ooit ge.schift h eb be n? . . . I'enslotte leefden zij in een gem eente. w aarin d e profetie in n a a m van d e levende H eer gestalte gaf aa n zijn w o o rd e n .’ (biz. 76; men leze d e tw ee laatstc w o o rd e n aldus: Z ijn W oorden).
Het kan v oor ieder duidelijk zijn, d a t B a ard a hier uitgaat van allerlei stellingen, d ie eerst nog m a a r eens bewezen m oeten w orden. I'och willen we ook hier de o p m e rk in g m ak en. d a t d e ‘rechtzinnige' exegese zich al te lang d(X>r allerlei bew eringen, afkom stig uit d e vrijzinnige hoek. o p een sleeptouw heeft laten nem en. v o o r wat het evangelie n a a r J o h a n n e s aa ng aa t. H ier zal ijverig gestudeerd moeten w orden, om het vernis. d a l in d e loop d e r jaren o v e r J o h a n n e s is gestreken d o o r allerlei ‘g a n g b a re ' canoniek . w eer te verw ijderen. De traditie zegt wel. d a t het Joha n nes-eva ng elie z o laat is. m a a r is dit te a a n v a a rd e n ? W e geloven, d a t deze overlevering o p vrij losse schroeven staat. V erder: het is wel m e rkw a ardig, d a t B aard a d e overlevering, dat het evangelie d o o r J o h a n n e s ge.schreven is (de apostel, dien Jezus liefhad) niel a a n v a a rd t, terwijl het evangelie zelf d a a r to e toch alle, alle aanleidin g geefl. O o k zo n d e r die overlevering m oet d e conclusic g etro k k e n w orden: hier is J o h a n n e s d c a u te u r (wij laten hier het o p lred e n van een mogelijke secretaris of v ertaler buiten bespreking). N u dient vanu it d c a a n v a a rd in g v i n Jo h a n n e s, d e apostel. als a u teu r, d e canoniek en exegese m.i. te kom e n tot een n ad e re toetsins van d e ‘g an g b a re m en ing'. W a n n ee r we het beeld van een late a l i l i e eens laten vallen. d a n gaa n onze ogen o oen voor d e m ogelijkheid, d at J o h a n n e s zeer vroeg alles te boek gesleld hecit en in elk geval in zijn prediking zeer vroeg zijn w eergave van dc feilen in een stereotipe vorm gcgoten heeft. Het is volgcns mijn m ening h clem aal niel uilgeslolen. d a t J o h a n n e s 'p re e k v e rs la g c n ’ van J e z u s' redevoeringen heeft gem aakt, of een d agboe k heeft bijgchouden. Z ijn w eergave van de feilen. d c discussies, lie verh o rcn is w eergaloos levendig cn precies. ( io d werkt
26
IN D I E S K R I F I . K l
ook in d e m iddellijke weg en we v crw erpen d e nicchanische inspiratio. De dialogen in J o h a n n e s ' boek kom e n als 't w are heet van d e naalJ, J o h a n n e s is lange tijd na pinksler in Je rusa le m w erk za am geweest. H ij heeft sleliig in zijn p rediking J e z u s ’ W o o rd e n en d a d e n te Je rusa le m weergegeven. B a ard a w ekl d e ind ruk , d a t hij aa n n ee m t. d a t het evangelie préken van oud-christelijke ‘d o m in e e s ’ over Jezus weergeeft, waarbij zij d a n Je zu s h un eigen m editaties (en d a n nog wel met een mystiek of gnostisch luchtje eraan!) in de m ond ieggen. In plaats van dil vrooni hedrog te a a n v a a rd e n , zou d e n we toch m et d e o p m e rk in g van Baarda onze winst willen d o e n en het zo steilen: J o h a n n e s geeft een soort bun del van p rek e n van Jezus. D aarin streeft hij zijn eigen doel na. hij wil d e kerk afgrenzen van d e synagoge des satans en tegelijk leden van d e laatste nog o p ro e p e n tot bekering! H ierbij is d e spits o p Je ru sa le m gericht. In verb a n d d a a r m e e verw aarloost J o h a n n e s G alilea niet (Joh. 6). M a a r wel laat hij in verb a n d met het doel van zijn boek het tijdssc h em a w aarin Jezus o p trad zeer duidelijk uitkom en. Hij laat zicn. ho e Je z u s o p tr a d (net als d e o u d e profeten) lijden.s Israels f-rote feesten . Jezus is het P aaslam . Hij reinigt d e tem pel tijdens een [laasieest. L ater bezoekt Hij een puasfcesi niet (Joh. 6). M a a r o p het laatste /wavfeest is Hij w eer present en sterfl d a n als CJods offerlam . Dat Hij tijdens een lfhutlenfecsi in het begin niet aanwezig wilde zijn (Joh. 7), vindt (X)k zijn verklaring in d e wil op een paasfceat te sterven; ,de u re' is d an a a n g eb ro k en . Wel laat J o h a n n e s uitkom en, hoe Je zu s zich als d e V ervuller van het loofhuttenfeest heeft bekend g e m a a k t (water des levens, licht d e r wereld. d e r eeuw). J o h a n n e s geeft d u s J e z u s ’ gebeuren weer in het d o o r H em zelf gekozen fe sk ile schem a om Jezus als d e gro te V ervuller a a n te duiden. Bij n a d e r on d erz o ek blijkt J o h a n n e s ’ taal d o o r en d o o r ioods. wil men: aram ees. D at iem and. d ie w aarschijnlijk een neef van Je zu s was. d e W o o rd e n van d e Heiland goed kon weergeven. is vo o r d e h and liggend. Terw ijl d e a n d e r e evangelien veelal spreuken, ex cerpten van W o o rd e n weergeven, vinden we bij J o h a n n e s verslagen van preken en dialogen. E n we haasten ons erbij te voegen: Je zu s' W(X)rden v errad e n geen grieks klim aat, m a a r grijpen keer o p keer — d e exegese heeft dit pu n t al te zeer verw aarloosd terug n aa r het O u d e T estam e n t. D a a ro m vinden we hier geen mystiek of gnostiek klim aat. d a t uit d e gem een te van d e heer red a cto r afkom stig zou zijn. E n evenm in vinden wie hier een bundel historischen .Studiën en f-’antasien. .SLECHT.S É E N T E M P E L R E I N I G I N G B a ard a brenut ook het feit ter sp rake , d at J o h a n n e s d e tcmpelreiniging .bij zijn eerste paasfeest ond erb ren g t. terwijl tie a n d e re evangelien het verhaal vlak v(wr het paasfeest van Je z u s' kniisiging invoegen’ (biz. 23).
IN D I E S K R I F l . K i
27
Dit nu)et weer als a rg u m e n t voor d e historische of chronologischc o n b e lro u w b a a r h e id van het Nieiiwe T estament dienen. E r is iets met d e c h ro nologie van J o h a n n e s aa n d e h and , aldu s B a ard a; tenminste: we hebb en te gereder aanleiding het v erm o e d en uit te spreken d a t dit zo is. I n d erd aa d heeft d e plaatsing van d e tem pelreiniging steeds vmir vragen gesteld. .Sommigen hebb.;n uiigesproken. d a t .lohannes deze thcmatiscli v o o ro p gezet heeft. D e /e oplossing is niet te aa n v a a rd e n . .lohannes geeft ons een zeer doorzichtig tijdsschem a; zijn evangelic is g ebordiiurd o p het stram ien van Israels hoge feesten. Lucas, ja. hij zet de p rediking in d e synagoge them atisch voo rop . Doch .lohannes. d e getuige. o rd en t naur d e lijd, hij d ie d e klokkestand zo goed wist te verm elden. D a a ro m zijn er I W H E tempelreinigingen aa n te nem en. E n als we er o p letten. d a t d e a n d e r e cvangelicn wel het w oord verm elden. d al .lezus bij dc eerste te m pelreiniging uitsprak (Breekt deze tempci a f . . .). m a a r hiervan gewagen bij het proces van Jezus en niet bij H U N verhaal over d e tempelreiniging. d a n w ordt het duidelijk. dat zij een tw ee d e tem pelreiniging weergcvcn. A ls .lezus dit w oord bij d e laatste tem pelreiniging zou hebben gesprok en, zou d e n de vaise getuigen wel ec nstcm m ig geweest zijn. M a a r het was al twee jaar geleden, dat .lezus dit wcxird liet horen. / . e k o n d e n het zich niet precies nicer h erinneren en sp rak e n elk a a r tegen. D a a ro m : tw ee tempelreinigingen. De m assalc v e rk o o p van paasla m m cren vond n atuurlijk tijdens het paasfeest plaats. Z o u d e H ere lezus n a a r het paasfeest zijn gegaan. d a t Jo h . 6 verm eldt. d a n zo uden cr d rie tem pelreinigingen zijn geweest. w ant dez e gruwel in d e Heilige f’laats kon Je zu s niet verdragen. M a a r Hij is toen niet opgegaan. en heeft volstaan met het h o u d en van een paa spree k in Galilea. om d a l toen Z ijn ure nog niet g ek o m cn was. W e zien weer. cr is geen enkelc redcn o m ons zenuw achtig te iaten m a k en d o o r allcrlei bcw eringen van Schriftcritici. Tcgelijk is cr alle redcn om ons af te vragen. of we. bv. bij ons vertellen. het fcit van d c twee tem pelreinigingen vo ld o c n d e g eh o n o re erd hebben. H ebben we dit punt v aak niet verlcgcn o p dc ac h te rg ro n d geschoven. o m d a t we er toch cigcnlijk geen raad m ee w isten? Z ijn we wel vo ldo e nde ingegaan o p d c eigen str u c tu u r van J o h a n n e s ' bc>ek? Juist als een d o o r de a a n v a a rd in g van d e historische b e tro u w b a a rh e id der •Schrift bep a ald e stiji ons o n tb rc e k t uriipt d e .Schriftcritiek de kansen. DUS lia a r d a g e bruikt o p biz. 36 het w o o rd jc .dus' d rie m a a l ac hte r elkaar. Dit ww»rdjie schijnt net als ,ergcns‘ nogal fre q u en t tc w orden in het huidigc n cd c rlan d s; wc zijn een volk van V a n d e r Dusscns gew o rdcn. zegt men. Hit het b o v e n s ta a n d e kan echter blijkcn. dat we met menig .d u s’ van B a a rd a niet accoo rd gaan. N atu u rlijk zou er o p nog m eer vtxirbeeldcn. die hij bczigt. in tc gaan zijn. W c d e n k e n bv. aan wat hij zegt o ver de opstan d in g sv c rh a lcn en in dit verb a n d aan wat (dcstijds) Ds. J. van Bruggen hierovcr in De R c fo rm a tie schreef.
28
IN D I E S K R I F I Ki
D och we meneii, d a t uit w at n a a r voren gekonien is. cluidelijk blijkt. d a t B a ard a m e t spek n a a r d e cvangeliën schiet. Wij hopen ook, d a t d o o r w at we schreven ingezien w ordl. d a t het helem aal niet nodig is zich bij deze aa nval in zijn geioof aa n iict vaste W oord bedreigd te voeien. D e Schrift vendedigt zichzelf, zoals zij zichzelf o ok uitlegt. Wij w orde n echter wel geroepen o m d e Schrift te laten sp rek e n en alle hens aa n het dek te roepen o m het kerkschip te b evrijden van alle vuil en roest, die zich vanuit het Schriftcritische k a m p o n g e m e rk t d a a r genesteld hebben. In het on d erz o ek d e r Schriften, het slechts d o o r d e Schriften b ev o o ro o rd ee ld e o n derz oek, ligt groot loon. O V E R H EE R SIN G ,.E V A N G E L IE ’
VAN
HET
E X I S T E N ' H A I IS T I S C H E
In N o v u m T e s ta m e n tw n VI I , schreef H. M. Bolkcstein een artikel ov er d e synoptische evangeliën als leerstof. D aarin wees hij o p het feit. d a t in N ed e rlan d d o o rg a a n s in catechisatieboekjes d e geschiedenissen uit d e bijbel o p een oncritische m an ier w orde n doorgegeven. N aie f w ordt, ald u s d e schrijver, ervan uitgegaan, d a t alles w at in d e evangeiicn sta a t even zeker is als bv. d e o p g a n g en o n d erg a n g van N apoleo n. Hij pleit er d a n voor, d a t d e nieuw ere inzichten eindelijk ecus m oeten d o o rd rin g e n in d e catechisatie. D e evangeiicn bieden im m ers geen w eergave van n u ch tere feiten. zij zijn slechts cen verkondiging van wat Je zu s v oor ons IS. niet van wat Hij W A S . ( I'ussen haakjes: B a a rd a g e b ru ik t dezelfde term en!). H et evangelic is een keriigma. w aa rv o o r d e vorm van een histo risch -o n b etro u w b are geschiedenis gekozen is. De sto ry van d e verm enigvuldiging d e r bro d en wil alleen m a a r zeggen, d a t de levende H eiland v a n d a a g nog vo o r ons zorgt. V ro e g ere verdeling: 1. d e 2. het 3 de
p reken over een w o n d er van Je zu s h a d d e n vaak dezc o m s tan d ig h e d en van dit w onderw ork; feit van d it w o nderw erk; troost van dit w onderw erk.
Blijkbaar k u n n e n we volgens d e nieuwe beschouw ing de eerste twee p u n te n wel w eglaten, o m d a t het niet o v er een w erkelijke geschie denis gaat. T ro u w e n s p u n t 3 is ook aa n v e c h tb a a r. w ant we "zouden hier slechts te m a k en h ebben met een verhaaltje. d e troost van cen verhaaltje. en niet met d e troost van een werktlijk geschied w onder. E r valt m ee te rekenen. d a t we strak s kinderbiibels kriigen, die d e invloed van d e o ntm ytholo giserin g o n d e rg a a n hebben. Dc jeugd o p d e lagere en m id d e lb a re scholen krijgt m et deze dingen te maken. T o e n B a a rd a in het G eref. W eekblad critiek kreeg van prof. H e rm a n R id d erb o s. werd d e laatste onm iddellijk aangevallen d o o r dr. C. A ugustiin. d ie als ik juist ben evenals d rs B aarda aa n d e V rijc IJniversiteit v e rb o n d e n is en wel aangesteld .speciuul vo o r o p ld d in f; to t het leraurschiip in het ^o d sJien sto n d erw ij.s' (aldus Ju Ja rh n ek 196.‘5).
I N DIF, S K R I F L I G
29
E r zullen leraren kom e n (of ze zijn er al), die B u ltm a n n , Ebeling, F uchs en a n d e re n nasp re k en . en zo d e jeugd beinvloeden. E n niem and m a k e zich d e illusie, d a t dil enkel en alleen in D uitsland en N ed e rlan d zal geschieden! H ier klem t d e roeping om w a a r het mogelijk is d e w aa rsc h u w en d e stem tegen d il ailes te laten horen. Dit h o u d t o ok in. d a t leerboeken vo o r de jeugd eveneens tegen deze gevaren m oeten w aarschuw en! W e zijn v a n d a ag niet klaar met het d o orgeven van wat d o o r de o u d e n gezegd is. m a a r we m oeten ons ten ov ersta an van d e jeugd w elbew ust keren tegen wat d o o r d e nieuw eren gezegd w ordt. H ier geldt het o p te w orstelen tegen d e valse gerustheid, d ie geen strijd aa n d u rft. W a n n e e r d e huidige g eneratie niet g e w a arschuw d w ordt. zal zij als een g em ak k e lijk e prooi in h a n d e n vallen van hen. die het exi.stentialistisch evangelic verkondigen. Velen zijn m eegesleurd. o m d a t zij slechts o u d e loopjes geleerd h a d d e n en geen v erdaiigingsoorlog. laat staan een aa nvaisoorlog. kon d en voeren.
C. V A N D F R W A A L . Pretoria, 1467.