WAARDIG LEVEN IN BELGIË HISTORISCH ONDERZOEK 1. TOELICHTING
Tijdens het bezoek aan de Democratiefabriek hebben jullie kunnen vaststellen dat bepaalde elementen essentieel zijn om tot democratie te komen. De educatieve dienst heeft enkele thema’s uitgekozen en stelt jullie voor om één van die onderwerpen wat verder uit te diepen: het thema van waardig leven. Concreet gaan jullie onderzoek doen over dit onderwerp op twee manieren:
Een deel van de groep gaat onderzoek voeren in het verleden met behulp van documenten in het museum
Het andere deel van de groep gaat onderzoek voeren naar de actualiteit van het thema en vragen formuleren
Samen gaan jullie een stand van zaken opmaken over jullie thema: verleden, heden en toekomst. Jullie stellen een communicatiestrategie op door een affiche te maken Handige tip: wees nieuwsgierig en stel veel vragen. Jullie onderzoek zal er des te interessanter op worden.
2. NU IS HET JULLIE BEURT!
Terwijl jullie op historisch onderzoek gaan in het museum, zullen jullie ontdekken hoe het idee van waardig leven in ons land is geëvolueerd. Vandaag lijkt het een verworvenheid dat alle mensen in de samenleving verzekerd zijn van eten en kleding. Maar dat is niet altijd het geval geweest. Tijdens jullie onderzoek zullen jullie merken dat de menselijke waardigheid in België op bepaalde momenten met de voeten is getreden. En wat verstaan jullie onder ‘waardig leven’? ……………………………………………………………………………………………………………….…… ………………………………………………………………………………………………………….… ………………………………………………………………………………… Beantwoord de vragen op de volgende pagina’s (één blad per ‘punt’) om jullie onderzoek in het museum uit te voeren.
De informatie die jullie verzamelen zal dienen als basis voor jullie denkoefening en discussie: hoe meer informatie jullie vinden, hoe interessanter jullie presentatie zal zijn!
1
1. Ga naar zaal 1: over welke periode uit de Belgische geschiedenis gaat deze zaal? …………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………… Document 007 toont jullie de gevechten die hier hebben plaatsgehad, in het Koninklijk Park, in 1830. In die gevechten stond het Nederlandse leger tegenover (toekomstige) Belgische revolutionairen. Beschrijf het beeld en ga na hoe de waardigheid met voeten wordt getreden. Er zijn verschillende antwoorden mogelijk. …………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………… 2. Ga in zaal 5 naar de fotoreeksen 404 en 408. Op welk moment van de Belgische geschiedenis bevinden we ons hier? Wat stel je vast over de levensomstandigheden van de Belgen op dat moment? Leiden zij een waardig leven? …………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………… Hoe komt het volgens jullie dat ze zo veel maanden in die omstandigheden hebben kunnen leven? …………………………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………………………
3. Afspraak in zaal 7, op zoek naar document 820. Het gaat om een verordening (wet) van 3 september 1940. Wie is hier aan het woord? ……………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………. Aan wie is dit gericht? …………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………. Waar gaat het over? ……………………………………………………………………………......... ……………………………………………………………………………………………………………. Waarom wordt deze beschikking genomen door de Duitse bezetter? …………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………….
2
Wat zouden de gevolgen kunnen zijn van een avondklok op jullie leven vandaag? Bedenk twee concrete gevallen waarin iemand in dat geval verhinderd zou zijn om waardig te leven. 1.
2. 4. Ga naar document 833. Wat stellen jullie vast? …………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………… Alle handelszaken van Joden vielen onder deze regelgeving, op grond van de Duitse verordening van 28 oktober 1940, die bepaalt dat zogenaamde ‘Joodse’ ondernemingen die open staan voor het publiek, zoals hotels, restaurants, cafés en winkels zich kenbaar moeten maken met een affiche. Die affiches moeten in 3 talen opgesteld zijn, moeten worden afgehaald op het gemeentehuis om in de etalage te worden aangebracht. De tweede verordening van 28 oktober sluit de Joden uit van bepaalde beroepen: “(de) Joden (…) mogen geen openbare functies uitoefenen (…) noch het beroep van advocaat, noch lid zijn van het lerarenkorps (…) noch beheerder, directeur en redacteur zijn in bedrijven die kranten uitgeven of die betrekking hebben op de radio-omroep.“ Waarom stonden de Duitse autoriteiten op die maatregelen? …………………………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………………………
Wat zijn volgens jullie de gevolgen van die verandering: - voor de Joodse mensen: wat verliezen zij? …………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………… - voor de niet-Joden: hoe gaan zij Joodse mensen gaan bekijken? …………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………………………
3
5. In zaal 6 vinden jullie document 721. In welke tijd bevinden we ons hier? Wat willen de betogers? …………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………………………………….. Waarom eisen zij dat? …………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………………………
In die tijd wordt de wereld opgeschrikt door een zware economische crisis. Die is begonnen op de beurs van New York in 1929. De beurscrisis heeft een economische crisis en een sociale crisis ontketend. Er vallen veel ontslagen. Naar schatting één persoon op drie verliest zijn werk. In een tijd waarin er nog geen werkloosheidsuitkeringen bestaan, komen die mensen van de ene dag op de andere zonder geld te zitten. Zij kunnen hun huur niet meer betalen, of hun kredieten, … Bovendien stijgen de prijzen van de goederen. De armoede wint terrein. Na 1945 wordt in België de sociale zekerheid opgericht (RSZ – Rijksdienst voor Sociale Zekerheid). Die biedt iemand die zijn werk verliest de mogelijkheid om een vervangingsinkomen te ontvangen in de tijd dat hij of zij ander werk zoekt. Deze tekening illustreert de context waarin de sociale zekerheid werd voorbereid.
‘Sécurité sociale, la solidarité au fil des jours’, CESEP (centre socialiste d'Education Permanente), 1995, 31 p.
Stel je voor dat je dit document moet beschrijven aan iemand die het niet ziet. Wat is de boodschap van dit document? …………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………………………
Sociale zekerheid betekent iemand de mogelijkheid geven om in zekerheid te leven, in geval van een tegenslag in het leven (ziekte, verlies van werk, …), een verlies van loon (pensioen, werkloosheid) of een ‘sociale last’ (bv. kinderen opvoeden). Zij berust op het principe van solidariteit tussen mensen. Door belastingen te betalen, draagt iedereen bij aan een grotere enveloppe waarvan de inhoud zal worden herverdeeld aan iedereen naargelang zijn of haar behoeften. Hoe maakt de sociale zekerheid het mogelijk om waardig te leven? …………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………………………
4
Conclusie:
Wat gaan jullie over dit alles vertellen aan de andere groep? Welke belangrijke ideeën hebben jullie genoteerd in verband met ‘waardig leven’? In welke periodes? Schrijf hier jullie tekst: …………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………………………
5
3. EEN AFFICHE MAKEN
Ga weer bij de andere groep zitten die rond hetzelfde thema werkt.
De subgroep ‘actualiteit’ stelt vragen aan de subgroep ‘museum’.
De subgroep ‘museum’ geeft uitleg bij de belangrijkste punten die hij heeft genoteerd.
Samen beslissen jullie welke elementen jullie in de affiche gaan uitwerken:
- …………………….. -……………………… - ……………………...
- ………………………. - ………………………. - ……………………….
- ……………………… - ………………………. - ……………………….
De affiche maken
- Ga na wat het uiteindelijke formaat van de affiche zal zijn (vraag het aan de begeleider van de groep). - Maak een kladversie (schema) van jullie affiche. - Denk aan de toeschouwers, zij moeten er iets uit leren! Zij moeten weten hoe het concept van ‘waardigheid’ is geëvolueerd sinds 1830 en wat de huidige uitdagingen zijn. - Maak jullie affiche en beklemtoon de ideeën die volgens jullie het belangrijkst zijn om jullie boodschap over te brengen.
Voorstelling van de affiche
- Beslis wat jullie gaan zeggen om jullie affiche voor te stellen (vul de tabel op de volgende pagina in). - Duid één (of meer) woordvoerder(s) aan. - Leg uit aan de klas hoe jullie het onderzoek hebben uitgevoerd, waarop jullie hebben gelet en ook hoe jullie affiche is opgebouwd (op basis van de tabel die jullie hebben ingevuld). - Vraag de leerlingen van de klas wat zij denken over het onderwerp ‘waardigheid’. Is dat nodig? Nuttig? Niet nuttig? Waarom? - Als jullie dit werk zouden kunnen voortzetten, wat zouden jullie dan willen uitdiepen?
6
Kladversie van de affiche
7
Voorstelling van de affiche Behandeld punt
8
Commentaar