Aan: Dhr. Tim Caers Herontwikkeling en Sanering van Terreinen OVAM | Stationsstraat 110 - 2800 MECHELEN T 015 284 465 | F 015 201 554 E
[email protected] | www.ovam.be
Uw Referentie:
Gent, donderdag 28 mei 2015
Onze Referentie:
- Historisch onderzoek en risicoanalyse, bodemsaneringsproject Kuhlmannkaai, Rieme -
aDeDe bvba – Antwerpsesteenweg 56 – B-9000 Gent T +32 9 228 61 50 – F +32 9 261 26 61 – www.adede.com –
[email protected] RPR 0472.897.566 – BTW BE 0472897566 – Reg aannemer 06.28.1.1 Fortis 001-3478652-17 – IBAN BE61001347865217 – BIC GEBABEBB KBC 737-0243169-33 – IBAN BE 79737024316933 – BIC KREDBEBB
Inhoudstafel
1.
Algemeen kader
2.
Historische situatieschets 2.1. Eerste Wereldoorlog 2.1.1. Grondoorlog 2.1.2. Luchtoorlog 2.2. Tweede Wereldoorlog 2.2.1. Grondoorlog 2.2.2. Luchtoorlog 2.2.2.1. Bespreking van de bommencampagne 1940-1943 2.2.2.2. Bespreking van de bommencampagne van 1944
3.
Risicoanalyse 3.1. Voorwoord 3.2. Penetratiediepte 3.3. Vliegtuigbommen 3.4. Effecten van een detonatie
4.
Voorstel vervolgwerkzaamheden 4.1. Inleiding 4.2. Vervolgwerkzaamheden 4.2.1. Een oppervlaktedetectie 4.2.2. Een “intrusief” detectieonderzoek 4.2.3. OCE-begeleidingswerken
ADEDE – Historisch onderzoek en risk assessment - Kuhlmannkaai – 28/05/2015 Page 2 of 15
1.
Algemeen kader
In het industrieterrein langs de Kuhlmannkaai te Rieme plannen OVAM-IVS en Esher bvba de sanering van een perceel waar grondverontreiniging werd vastgesteld. Er dient hierbij ontgraving te gebeuren zonder bemaling tot op een diepte van 2m –mv (+PLI/BLE). De oppervlakte van het te saneren terrein bedraagt 1666m². Daarnaast is er sprake van 24 injectieputten.
Naar aanleiding van bombardementen en schermutselingen aan het begin van de Tweede Wereldoorlog en verschillende geallieerde bombardementen (door de Amerikaanse luchtmacht en de Royal Air Force) in WOII is het voorgestelde projectgebied verdacht op de aanwezigheid van niet-gesprongen vliegtuigbommen (afwerpmunitie 100lbs, 250lbs, 500lbs en 1000lbs) en andere NGE (niet-gesprongen explosieven).
Figuur 1: Aanduiding van het te saneren gebied op een satellietfoto van de omgeving van Rieme – Kuhlmannkaai.
ADEDE – Historisch onderzoek en risk assessment - Kuhlmannkaai – 28/05/2015 Page 3 of 15
2.
Historische situatieschets
2.1. Eerste Wereldoorlog
2.1.1.
Grondoorlog
Op 4 augustus 1914 vielen de Duitse legers het neutrale België binnen. Nadat op 10 oktober 1914 de vesting Antwerpen was gevallen, werd twee weken later, op 23 oktober 1914, Ertvelde-Rieme zonder veel moeite bezet. Ook tijdens de bezetting bleef het relatief rustig in Rieme.
Na het Anglo-Belgische eindoffensief aan de Ijzer in 1918 kwam de frontlijn in de laatste dagen van de oorlog opnieuw in Rieme te liggen. Op 2 november 1918 dynamiteerden de Duitsers verschillende strategische punten in het industriegebied, zoals de spoorweg en laadbruggen op de terreinen van de toenmalige Kuhlmannfabriek. Een dag later werden Ertvelde en Rieme bevrijd en trokken de Duitsers zich terug op de oostelijke oever van het kanaal Gent-Terneuzen. Acht dagen lang zouden de Belgen en Duitsers hier nog hun laatste munitie op elkaar verschieten, tot op 11 november 1918 de wapenstilstand werd ondertekend. De timing van de gevechten betekende bovendien dat dit intensief gebeurde: de batterijen schoten langs beide zijden hun laatste voorraden munitie op, zelfs toen bekend raakte dat de wapenstilstand enkele dagen later zou ingaan. Enkele van de laatste gesneuvelden van de oorlog vielen zo in de buurt van Ertvelde.
Op 26 maart 2007 werd in de omgeving een Duitse 7,7 cm HE artilleriegranaat uit de Eerste Wereldoorlog aangetroffen. Deze munitie werd zeer frequent verschoten met de Feldkanone (FK) 96 n.A. Ook deze vondst bewijst dat binnen het gehele onderzoeksgebied rekening dient gehouden te worden met verschoten Duitse artilleriegranaten.
2.1.2.
Luchtoorlog
Tussen Kluizen en Sleidinge werden op 4 november 1918 twee personen gedood door een vliegtuigbombardement. Er werden echter geen concrete aanwijzingen gevonden voor luchtbombardementen boven Rieme. 2.2. Tweede Wereldoorlog
2.2.1.
Grondoorlog
Nadat op 10 mei 1940 de Duitse legers opnieuw België binnenvielen, bereikten ze al na tien dagen de oevers van het kanaal Gent-Terneuzen. Daar hadden de 11
e
e
en 13 Belgische infanteriedivisies zich ingegraven.
Aan de overkant lagen vanaf 20 mei troepen van de Duitse 208ste Infanterie-Division. Op 21 mei trachtten de Duitsers het kanaal over te steken in Terdonk en Zelzate, maar werden teruggeslagen door de Belgische mitrailleursnesten. e
e
Op 22 mei werd het uitgedunde 33 linieregiment afgelost door het 37 linieregiment. In de Duitse lijnen e
werden de rangen versterkt met de 256 Infanterie-Division. Rond het middaguur van 23 mei 1940 brak een intens Duits artillerie- en vliegtuigbombardement los boven de Belgische stellingen. De industrie langs het kanaal stond in brand: de olietanks van Sinclair en Belgo-Petroleum, de Kuhlmannfabriek, en de teerfabriek in Zelzate.
ADEDE – Historisch onderzoek en risk assessment - Kuhlmannkaai – 28/05/2015 Page 4 of 15
e
Vlak na het bombardement maakte de Duitse 256 Infanterie-Division zich in de Rostijne klaar om het kanaal over te steken. Hun rubberbootjes werden onder vuur genomen door de Belgische mitrailleurs. Vooral in Terdonk, Zelzate en aan de spoorwegbrug bij de Kuhlmannfabriek werd zwaar gevochten. Eenheden van het e
Duitse 476 Infanterie-Regiment slaagden erin ter hoogte van de Kuhlmann een bruggenhoofd te vestigen op e
de linkeroever, maar werden ’s avonds teruggedreven door een tegenaanval van het 14 linieregiment.
De linkeroever was zo opnieuw in Belgische handen, maar in de nacht van 23 op 24 mei 1940 werd vanuit het Belgisch hoofdkwartier besloten tot een algemene terugtrekking richting de Leie en het Schipdonkkanaal. In de ochtend van 24 mei kon de Duitse hoofdmacht zo ongehinderd het kanaal oversteken en Rieme bezetten. In Zelzate en Terdonk werden noodbruggen aangelegd, omdat de Belgen alle vaste bruggen hadden laten springen.
Op 16 september 1944 werden Ertvelde en Rieme door de Polen en Canadezen bevrijd. Met grote gevechten of artillerieduels ging dit niet gepaard. Wel waren er schermutselingen met een achtergebleven Duitse machinegeweerpost op de hoek Riemesteenweg-Spiedamstraat. Tussen de Purfinasite en Zelzate, ter hoogte van de wijk Klein Rusland, werden twee Duitse spoorwegkanonnen van 21 cm en 28 cm achtergelaten. Verder naar het noorden, ter hoogte van Assenede en Boekhoute, werd wel nog zwaar gevochten.
2.2.2.
Luchtoorlog
2.2.2.1. Bespreking van de bommencampagne 1940-1943 In de periode 1940 – 1943 werden de vluchtgegevens niet minutieus bijgehouden, waardoor gedetailleerde informatie over hoeveelheid vliegtuigen, hun drophoogte en bommenlading vaak ontbreken in de archieven. Voor deze bombardementen wordt de bomlading afgeleid uit het type vliegtuig (tenzij expliciet vermeld). Hieronder is een kort overzicht gegeven van de voornaamste acties. Deze zijn in elk geval van gering belang in vergelijking met de bombardementen gedurende de zomer van 1944. (i)
10 tot 23 mei 1940: Kleine acties, uitgevoerd door een beperkt aantal vliegtuigen. Opzoekingen in Duitse archieven leverden geen noemenswaardige data op.
(ii)
28 mei 1940: Britse bombardementen met Whitleys en Hampdens, aantal vliegtuigen onbekend. Lading Whitley: maximaal 8000 lbs per vliegtuig. Lading Hampden: 4000 lbs + 2x 500 lbs per vliegtuig.
(iii)
29/30 mei 1940: Melding van 22 bommen (enige bron: Guy Trangez)
(iv)
26 maart 1942: 9 Bostons van het 418 Squadron bombarderen de kanaalzone. Expliciete
e
vermelding van de bommenlading: 36 x 250 lbs GP UK, 420 x 4 lbs Incendary bomb (kleine brandbommen). (v)
2 september 1942: 2 Bostons en 1 Mosquito bombarderen de kanaalzone. Lading Bostons: maximaal 8000 lbs Lading Mosquito: maximaal 4000 lbs brisant bommen. Waarschijnlijk werd de Mosquito ingezet als gevechtsvliegtuig, ter ondersteuning van de Bostons. In dat geval hebben ze een totale lading van 16x 60 lbs raketten.
(vi)
1 oktober 1942: van een groep van 3 Mosquito’s vallen er 2 Sluiskil en Rieme aan. Lading Mosquito: 8000 lbs brisantbommen of 16 x 60 lbs raketten.
ADEDE – Historisch onderzoek en risk assessment - Kuhlmannkaai – 28/05/2015 Page 5 of 15
(vii)
22 januari 1943: 12 Mitchells van het 98ste en 180ste Squadron vallen de kanaalzone aan. 1 Mitchell wordt neergehaald door Flak. 2 Mitchells neergeschoten door Duitse jagers (FW 190’s). Lading van de 12 Mitchells: maximaal 84000 lbs.
(viii)
5 oktober 1943: 16 Typhoons van het 198st Squadron voeren aanval uit op Langerbrugge en Sinclair (ligt ter hoogte van huidige BP raffinaderij).
Figuur 2: voorbeeld van een niet-ontplofte Amerikaanse vliegtuigbom (1000lbs).
2.2.2.2. Bespreking van de bommencampagne van 1944 De zwaarste geallieerde bombardementen op Rieme dateren van 1944. Het archiefmateriaal is zeer omvangrijk, waardoor zeer gedetailleerde informatie kan worden verstrekt. Hieronder wordt een volledig overzicht gegeven van de uitgevoerde bombardementen.
(i)
27 juli 1944: opdracht 498 door 343st group US: aanval door 12 vliegtuigen van het type B24 van 06u50 tot 09u00. 12 vliegtuigen zijn opgestegen en nemen allen deel aan de bombardementen. 11 vallen het oliedepot aan en 1 bombardeert Langerbrugge. In totaal worden 72 x 1000lbs GP US bommen gedropt van een hoogte tussen 21000 en 23500 voet. Daarvan kwam 33 ton op Rieme terecht en 3 ton op Langerbrugge.
(ii)
7 augustus 1944: opdracht 527 van de US Air Force: group 485 valt een fabriek aan op 12 mijl ten Noorden van Gent (aan de hand van de coördinaten geïdentificeerd als de toenmalige Kuhlmannfabriek). Aanval door 12 vliegtuigen van het type B24 van 11u44 tot 13u08. 24 vliegtuigen zijn opgestegen, waarvan er 12 deelnemen aan de bombardementen. 566 x 100lbs bommen worden gedropt (25,6 ton). Group 466 valt gelijktijdig het oliedepot in Rieme aan. 24 vliegtuigen zijn opgestegen, waarvan er 14 deelnemen aan de bombardementen. Daarvan droppen tien B24’s bommen op een hoogte tussen 11000 en 23000 voet. In totaal worden 468 x 100lbs bommen gedropt. (22 ton). Gelijktijdig voerde Group 467 een aanval uit op Langerbrugge (24x 500 lbs + 156 x 250 lbs).
ADEDE – Historisch onderzoek en risk assessment - Kuhlmannkaai – 28/05/2015 Page 6 of 15
(iii)
18 augustus 1944: UK bombardement uitgevoerd door 1st en 8th Group van 12u23 tot 15u10. De 8th Group zette 4 Mosquito’s en 8 Lancasters in. Iedere Mosquito dropte 2x1000lbs. De Lancasters gooiden elk 6x1000 lbs bommen af. In totaal werden 56000 lbs (25,4 ton) brisantbommen gedropt. De 1st Group zette 30 Lancaster bommenwerpers in. De aanval werd uitgevoerd door 5 vliegtuigen van het 101 Sqdr, 16 vliegtuigen van het 626 sqdr en 9 vliegtuigen van het 300P Sqdr (Pools squadron). De bombardementen duurden van 13u49 tot 14u00. 23 vliegtuigen wierpen hun lading af op een hoogte van 2500 tot 5000 voet, de overige 7 tussen 6000 en 10500 voet. Ieder Lancaster had 4x 500 lbs bommen aan boord, de rest waren 1000lbs. 1st Group gooide volgende hoeveelheid af: 143 x 1000 lbs MC; 113 x 1000 lbs GP US (Britten gebruiken ook Amerikaanse bommen); 74 x 1000 lbs SAP US; 22 x 500 lbs MC; 82 x 500 lbs GP US; 16 x 500 lbs GP. In totaal dropte de 1st Group 390000 lbs (177 ton) brisantbommen. 5% van de 120 x 500 lbs bommen waren uitgerust met een lange vertrager (tussen 6 en 144 u). 1st en 8th Group gooiden in totaal 202,4 T bommen.
(iv)
18/19 augustus 1944: UK bombardement uitgevoerd door 1st en 8th Group van 22u38 tot 01u49. De 8th Group zette 5 Mosquito’s en 8 Lancasters in. Iedere Mosquito dropte 2x1000 lbs. De lancasters gooiden elk 6x1000 lbs bommen af. In totaal werden 58000 lbs (26,3 ton) brisantbommen gedropt. De 1st Group zette 101 Lancaster bommenwerpers in, waarvan er 97 succesvol deelnamen aan de bombardementen. De aanval werd uitgevoerd door 20 vliegtuigen van het 460 Sqdr, 13 vliegtuigen van het 625 sqdr, 12 vliegtuigen van het 100 Sqdr, 12 van het 103 Sqdr, 12 van het 576 Sqdr, 16 van het 166 Sqdr, 13 van het 550 Sqdr en 3 lancasters van het 101 Sqdrn. Het droppen duurde van 00u04 tot 00u14. 96 vliegtuigen wierpen hun lading af op een hoogte van 9000 tot 12000 voet, 1 vliegtuig daalde af tot 4000 voet. Tijdens de aanval was er beperkte hinder van licht, doch zwaar luchtafweergeschut (Flak). Ieder Lancaster had 4x 500 lbs bommen aan boord, de rest waren 1000lbs. 1st Group gooide volgende hoeveelheid af:104 x 1000 lbs MC; 892 x 1000 lbs GP US; 197 x 1000 lbs SAP US; 8 x 500 lbs GP US; 337 x 500 lbs GP; 37 x 500 lbs LD (lange vertrager). In tegenstelling tot de order van het hoofdkwartier werd +10% (in plaats van 5%) van de 500 lbs uitgerust met een lange vertrager. 8th Group dropte in totaal 1384000 lbs (628 ton). 1st en 8th Group gooiden in totaal 654,3 ton bommen.
Er zijn uitstekende Amerikaanse luchtfoto’s beschikbaar van tijdens de bombardementen in 1944. Hieronder wordt een luchtfoto weergegeven (figuur 3) die dateert van 23 augustus 1944, dus na de meest intensieve bombardementen van 18-19 augustus 1944. De industriezone langs het kanaal en de dorpskern van Rieme zijn zo goed als volledig met de grond gelijk gemaakt. Eén bomkrater is gelegen binnen de te saneren zone. Daarnaast zijn tientallen inslagkraters zichtbaar langs in de onmiddellijke nabijheid van het projectgebied. Uit bovenstaande documentatie blijkt dat al deze nieuwe inslagkraters veroorzaakt zijn door 1000lbs en 500lbs bommen.
ADEDE – Historisch onderzoek en risk assessment - Kuhlmannkaai – 28/05/2015 Page 7 of 15
In het verleden zijn bij graafwerkzaamheden in de omgeving van Rieme – Ertvelde reeds meermaals zware vliegtuigbommen gevonden en veilig verwijderd. Het voorbije decennium alleen al werden door ADEDE 10 vliegtuigbommen van 500 lbs en 1000 lbs aangetroffen op de terreinen van Total SA (Bombardementsstraat, Rieme). De diepte varieerde van 10cm tot 5m –mv.
Figuur 3: Overlay van een Amerikaanse luchtfoto van de ruime omgeving van Rieme, daterend van 23/08/1944, over een recent satellietbeeld. Het projectgebied is aangeduid met een rood kader. Een zeer groot aantal bomkraters is zichtbaar, waarvan een deel in de onmiddellijke nabijheid van de te ontgraven zone. Deze kraters zijn hoofdzakelijk het gevolg van de bombardementen van 18-19/08/1944, waarbij uitsluitend 500lbs en 1000lbs bommen gedropt werden.
ADEDE – Historisch onderzoek en risk assessment - Kuhlmannkaai – 28/05/2015 Page 8 of 15
Figuur 4: Aanduiding van bomkraters in de nabijheid van de projectzone op de Amerikaanse luchtfoto daterend van 23/08/1944.
Figuur 5: Projectie van de hierboven gekarteerde luchtfoto’s op een recent satellietbeeld. ADEDE – Historisch onderzoek en risk assessment - Kuhlmannkaai – 28/05/2015 Page 9 of 15
3.
Risicoanalyse
3.1. Voorwoord De risicoanalyse heeft als doel om op basis van de te verwachten NGE (Niet Gesprongen Explosieven), de gerelateerde gevarensituaties op te sommen en te evalueren. Om de effecten van een detonatie te bepalen, dient worden uitgegaan van een bepaald type NGE. De in paragraaf 2.2 opgesomde munitie dient als basis voor het bepalen van de risico’s. 3.2. Penetratiediepte Los van het bepalen van de effecten van een detonatie is het belangrijk om de detectietechniek in functie te stellen van de aanwezige NGE. Daarbij zijn de grootte van het NGE en de dieptepenetratie de belangrijkste parameters.
De grootte van het NGE is eenvoudig te bepalen aan de hand van de munitielijsten. De
dieptepenetratie van gedropte munitie wordt bepaald aan de hand van de historische vlucht- en ladingsgegevens en het bodemtype. Deze munitie gegevens werden verzameld in het Public Record Office in Londen en beschrijven naast het type, ook de drophoogte en in sommige gevallen de dropsnelheid. Als bodemtype wordt uitgegaan van zand. Op basis van de fysische eigenschappen van de gebruikte bommen en van de drophoogte (zie historisch onderzoek) kan worden uitgegaan van volgend dieptebereik: -
De 100 lbs vliegtuigbommen werden gedropt op een hoogte tussen 11000 en 23500 voet. In een zandbodem wordt daardoor een dieptepenetratie tussen 1 en 2.4m bereikt. Dit type van vliegtuigbom werd tijdens de bombardementen van 7 augustus 1944 gebruikt.
-
De laagste drophoogte voor een 500 lbs vliegtuigbom was 2500 voet. Dit komt overeen met een dieptebereik tussen 1.5 en 3m. Hogere drophoogtes resulteren in een grotere diepte.
-
De hoogste drophoogte voor de 1000 lbs bommen was 23500 voet. Dit resulteert in een dieptebereik van 2.8 tot 6.9m.
3.3. Vliegtuigbommen Voor het berekenen van de effecten van een detonatie wordt uitgegaan van de fysische parameters van de 7 meest voorkomende types van vliegtuigbom (bomladingen van de zware bombardementen op Rieme). Deze zijn gegeven in onderstaande tabel:
Fysische eigenschappen vliegtuigbommen Type diameter lengte massa 100 lbs US bomb GP 20,8cm 74cm 51kg 500 lbs UK bomb GP 32,8cm 94,5cm 213kg 500 lbs US bomb GP 36cm 114cm 227kg 500 lbs UK bomb MC 32,8cm 104,1cm 226kg 1000 lbs US bomb SAP 38,4cm 145,5cm 451kg 1000 lbs US bomb GP 47,8cm 135cm 443kg 1000 lbs UK bomb MC 45cm 133,4cm 549kg
NEQ* 25kg 65kg 120kg 110kg 145kg 240kg 230kg
*NEQ = net explosive quantity (kg equivalent TNT)
ADEDE – Historisch onderzoek en risk assessment - Kuhlmannkaai – 28/05/2015 Page 10 of 15
3.4. Effecten van een detonatie
Volgens type: Om de effecten van een detonatie te berekenen worden de 7 meest voorkomende vliegtuigbommen bekeken.
Te berekenen effecten: Voor deze tuigen worden volgende effecten berekend:
Schokgolf (oppervlakte detonatie)
Geluidsdruk (oppervlakte detonatie en ingegraven)
Schervengevarenzone
Grondschok
Gehanteerde formules Volgende formules worden gehanteerd voor het berekenen van deze effecten: Gebruikte afkortingen: D = afstand in m NEQ en Q = netto equivalent aan TNT. Voor WOII vliegtuigbommen is deze waarde gelijk aan NEC (net explosive content) P = druk AUW = all up weight (totale massa) Vr = amplitude van de samengestelde trilling K = grondcoëfficiënt
Voor het berekenen van de schokgolf: Effecten bij een oppervlakte detonatie.
Formule
Verwachte verwondingen
Verwachte
schade
aan
goederen Dodelijke D = 5*
3
D = 8*
3
NEQ
verwondingen
in
meer dan 50% van de gevallen Zware verwondingen, mogelijk
D = 15 * D=
NEQ 3
NEQ
22 * 3 NEQ
dodelijk
D = 44 * 3
NEQ
verwondingen
tot
middelmatige
schade
Mogelijkheid tot verwondingen kans
Zware schade Lichte
Verwondingen
Kleine
Zeer zware schade
op
lichte
Lichte schade
Zeer lichte schade
ADEDE – Historisch onderzoek en risk assessment - Kuhlmannkaai – 28/05/2015 Page 11 of 15
Voor het berekenen van de geluidsdruk:
D P c 3 NEQ
1, 2
c = vaste waarde (30 = munitie ingegraven ; 185 = munitie aan de oppervlakte) Hierbij wordt uitgegaan van een maximale druk gelijk aan 1kPa. Een druk van 1kPa is de grenswaarde waarbij dubbele beglazing kan sneuvelen. De druk op deze afstand valt samen met de maximaal aanvaarde Europese piektolerantie grens voor de mens. Buiten deze zone is er geen blijvende gehoorschade te verwachten. Voor de berekening zal worden uitgegaan van zowel munitie aan de oppervlakte, als ingegraven.
Voor het berekenen van de schervengevarenzone:
D=
444* 6 AUW
Deze afstand wordt berekend op basis van de totale massa van het explosieve tuig en geeft, uitgaande van een oppervlakte detonatie, de grenswaarden van de schervengevarenzone. Gezien de benaderingsmethode en het plaatsen van bijkomende beschermingsmiddelen, zal bij het onvrijwillig detoneren tijdens het blootleggen enkel een opwaartse projectie mogelijk zijn.
Voor het berekenen van de grondschok:
D=
32 * NEQ
Deze formule bepaalt de uiterste, waarneembare, afstand voor grondschok. Dit wil niet zeggen dat op deze afstand beschermingswerken aan funderingen dienen worden uitgevoerd.
Voor het berekenen van de gevolgen van de amplitude van de samengestelde trilling (in mm/s) wordt uitgegaan van de formule van Chapot.
D Vr 10Cs Q
1,8
De gevolgen zijn de volgende: Bij de snelheid van de amplitude tussen 50 en 100 mm/s bestaat een risico voor schade aan ondergrondse structuren. Tussen 100 en 200 mm/s wordt een kleine schade toegebracht en boven de 200 mm/s grote schade wordt aangericht. Er wordt gestreefd naar een amplitude kleiner dan 50 mm/s (geen risico voor funderingen)
Tevens wordt de formule van Chapot getoetst aan de volgende formule: D = 14 * K
*3 Q ADEDE – Historisch onderzoek en risk assessment - Kuhlmannkaai – 28/05/2015 Page 12 of 15
Deze formule geeft de grens aan waarbij beschermingswerken dienen te worden uitgevoerd ter bescherming van funderingen in relatie met de bodemstructuur. Binnen deze straal is schade onvermijdelijk.
100lbs US GP
500lbs UK GP
500lbs US GP
500lbs UK MC
1000lbs 1000lbs 1000lbs US SAP US GP UK MC
Scholkgolf *
129m
177m
217m
211m
232m
274m
270m
Schervengevarenzone *
856m
1085m
1097m
1096m
1230m
1226m
1270m
Geluidsdruk *
227m
312m
383m
372m
408m
482m
475m
Geluidsdruk **
50m
69m
84m
82m
90m
106m
105m
Grondschok: geen risico funderingen Grondschok: zekerheid schade funderingen
62m
100m
135m
129m
149m
191m
187m
33m
45m
56m
54m
59m
70m
69m
* Indien oppervlaktedetonatie ** Indien ingegraven Samenvattende tabel voor een 1000 lbs US GP vliegtuigbom
NEQ (kg)
240
AUW (kg)
443
Schokgolf bij oppervlakte detonatie (m) (Z5)
274
Geluidsdruk ingegraven (m)
106
Geluidsdruk oppervlakte detonatie (m)
482
Schervengevarenzone bij oppervlakte detonatie (m)
1226
Grondschok (m)
496
Grondschok buitenste risicogrens
191
Grondschok schade aan funderingen
70
Geschatte straal krater (m)
8.5
Opmerking: De opgegeven afstanden zijn ongenuanceerde data. Er dient rekening gehouden te worden met de reële risico’s. Hierbij dient worden uitgegaan van het feit dat risico gelijk is aan kans maal effect. De gevolgen van de schokgolf, bij een detonatie, zijn veel groter dan die van de verscherving.
ADEDE – Historisch onderzoek en risk assessment - Kuhlmannkaai – 28/05/2015 Page 13 of 15
4.
Voorstel vervolgwerkzaamheden
4.1. Inleiding Uit het historische onderzoek blijkt duidelijk dat langs het toekomstige leidingtracé een hoog risico bestaat op het aantreffen van alle vermelde types vliegtuigbommen. Tijdens de bombardementen van 18 en 19 augustus 1944 zijn met zekerheid een groot aantal 500 lbs en 1000 lbs bommen op en in de onmiddellijke nabijheid van het tracé gedropt.
Bij toekomstige grondberoerende werkzaamheden moet dan ook de grootst mogelijke voorzichtigheid aan de dag worden gelegd.
4.1.1.
Een oppervlaktedetectie
Aangezien de te saneren zone een heden braakliggend terrein betreft zonder grote metallische structuren in de onmiddellijke nabijheid, gaat ADEDE ervan uit dat door middel van magnetometrie afwerpmunitie kan worden gedetecteerd tot op een diepte van 2m –mv.
Voor de CE oppervlaktedetectie (Conventionele Explosieven = CE) gaat ADEDE multi-sensor gradiometers inzetten die in staat zijn om zeer kleine afwijkingen in het aardmagnetische veld te registeren. De lokale anomalieën in het aardmagnetische veld die men registreert worden veroorzaakt door ferro-houdende objecten (hier : oorlogsmunitie, afwerpmunitie) in de ondergrond. Het simultaan gebruik van 4 gradiometers, parallel gemonteerd en vertikaal gepositioneerd op een vaste afstand (0.30-0.50m) ten opzichte van elkaar, laat toe om een groot terrein op een snelle en effectieve manier vlakdekkend te prospecteren. ADEDE beschikt over 1303D Vallon gradiëntmagnetometers (Vallon Gmbh, Duitsland) die minimale afwijkingen (2nT) registreren in het aardmagnetische veld. In realistische omstandigheden op landbouwgrond kunnen vliegtuigbommen van de bovenvermelde types gedetecteerd worden tot op een diepte van ca. 3m.
Positionering gebeurt door een Trimble® GPS Pathfinder® ProXRT die ondersteund wordt door een GPSRTK correctienetwerk waarbij een nauwkeurigheid wordt gegarandeerd in cm-schaal. De detectie wordt uitgevoerd door een geofysicus. Deze persoon beschikt over een certificaat van Assistent OCEdeskundige.
ADEDE beschikt over gespecialiseerde evaluatiesoftware zoals EVA2000 (Vallon Gmbh, Duitsland) en Oasis Montaj (Geosoft). Deze software laat een verregaande processing van de data toe. Finaal doel van de dataanalyse en processing is het creëren van een anomalielijst. Van iedere anomalie wordt een longitude (X), latitude (Y) positie bepaald, alsook een indicatie omtrent begravingsdiepte (Z) en gemodelleerde massa. Hiertoe wordt tijdens de fase van evaluatie de geofysicus bijgestaan door een OCE-expert.
4.1.2.
Een “intrusief” detectieonderzoek
Wanneer ter hoogte van de injectieputten grondberoerende werkzaamheden (bijvoorbeeld boringen) dienen te gebeuren tot op grotere diepte, is vanwege de grote begravingsdiepte van eventuele afwerpmunitie is een sluitende bomdetectie hierdoor niet langer uitvoerbaar vanaf het huidige maaiveld. De uitvoering van een “intrusief onderzoek” is hier een goed alternatief.
ADEDE – Historisch onderzoek en risk assessment - Kuhlmannkaai – 28/05/2015 Page 14 of 15
ADEDE stelt voor om een intrusief munitie- en bomonderzoek uit te voeren middels de inzet van een CPTsondeertruck, waarbij de CPT-conus is uitgerust met een boorgatmagnetometer. Bij het indrukken van de opeenvolgende CPT-stangen worden afwijkingen in het aardmagnetische veld geregistreerd ter hoogte van steeds dieper wordende grondlagen. Middels de inzet van een CPT-sondeertruck, uitgerust met magnetometer, wordt munitie- en bomdetectie gedaan tot een gewenste detectiediepte. Wanneer tijdens de meting een anomalie in het aardmagnetische veld wordt geregistreerd, wordt voor de veiligheid het verder indrukken van de CPT-stangen onmiddellijk gestopt. Wanneer geen anomalieën worden gemeten kan de onderzochte locatie worden vrijgegeven op de aanwezigheid van afwerpmunitie.
De detectie wordt uitgevoerd door een CPT-operator die wordt bijgestaan door een geofysicus, die beschikt over een certificaat van Assistent OCE-deskundige. De detectieresultaten worden na het veldwerk geïnterpreteerd op kantoor.
ADEDE is ISO 9001:2008 en OHSAS 18001:2007 gecertificeerd en voldoet aan alle wettelijke verplichtingen inzake explosievenopsporing. ADEDE is door de FOD Defensie gehabiliteerd voor het uitvoeren
van
explosievenopsporingswerken
op
Belgisch
grondgebied
en
is
WSCS-OCE
gecertificeerd met betrekking tot het uitvoeren van werken in Nederland (Deelgebied A en B).
Voor ADEDE BVBA
Bart Van der Speeten Zaakvoerder
ADEDE – Historisch onderzoek en risk assessment - Kuhlmannkaai – 28/05/2015 Page 15 of 15