Duurzaam
Zorg & Welzijn ROC Friese Poort:
1e BREEAM Excellent schoolgebouw
Voor het schoolseizoen 2015-2016 is het schoolgebouw Zorg & Welzijn van ROC Friese Poort, onderdeel van de schoolcampus in Drachten waaraan nog tot 2017 wordt gebouwd, opgeleverd door Bouwgroep Dijkstra Draisma, vestiging Dokkum. Het is het eerste schoolgebouw dat een “Excellent”-klassering op gebouw en gebied binnen BREEAM-NL heeft gekregen. Jaap van Bruggen, opdrachtgever en projectleider, is sinds 2011 actief met de nieuwbouw en verbouw volgens het masterplan Huisvesting ROC Friese Poort. Voor Drachten lag er ook een Masterplan Onderwijscampus van Inbo, adviesbureau voor urban strategy, architectuur, bouwkunde en interieur. ‘Daarmee heb je de kaders’, vertelt Van Bruggen. Aanleiding voor de nieuwbouw was de verouderde onderwijshuisvesting, die niet meer past in deze tijd.
bij Techniek bijvoorbeeld. In onze scholen in Emmeloord en Sneek hebben we een vrij hoge duurzaamheidsgraad gerealiseerd. Dat was én is onze ambitie en dat is destijds uitgevoerd met de GPRmethode.’
Keuze voor BREEAM Excellent
In de loop der tijd is het technisch beleidsprogramma aangepast en zijn in alle onderwijsprogramma’s duurzaamheidspakketten structureel ingebed. Het onderwijsprogramma sluit zo aan bij de Plan van Eisen visie van ROC Friese Poort op gebied van duurzaamheid. Van Uitgangspunt voor de opstelling van een Plan van Eisen is Bruggen: ‘Dan is het ook naar docenten en organisatie toe om dit een doorlopende visie op huisvesting. Van Bruggen: ‘Dat is extra te laten zien in de nieuwbouw.’ Het College van Bestuur heeft de kapstok van het beleid en die gebruiken we het ambitieuze plan opgevat - passend bij de bij elk project weer. In hoofdlijnen komen de k kan nu wel de strategische doelstelling - om het meest projecten namelijk overeen, zodat je niet steeds conclusie trekken duurzame onderwijsgebouw neer te zetten, met opnieuw hoeft beginnen.’ Dat geldt zowel voor dat het de meest een BREEAM Excellent certificaat. ‘Er werd de technologische als ruimtelijke en financiële complete methode is’ echter niet meteen voor de BREEAMkaders, die steeds worden aangepast aan de methodiek gekozen, dat gebeurde pas tijdens ervaringen met elk voorgaand project. ROC Friese Poort de voorbereidingsfase (SO-fase)’, vertelt Van Bruggen. ‘Ik kan nu heeft vanaf 2008 namelijk elk jaar wel één of twee wel de conclusie trekken dat het de meest complete methode is. bouwprojecten uitgevoerd. Van Bruggen: ‘We nemen zulke De methodiek is goed, ook voor de voorbereiding. Er moest leermomenten mee. De ruimtes voor de opleiding Zorg & bijvoorbeeld een levenskostenanalyse opgesteld worden voor gebouw Welzijn zijn niet bijzonder specifiek te noemen, anders dan en installaties. Dat geeft een andere kijk op exploitatie.’ ROC Friese
‘I
63
Duurzaam
Poort besloot tijdens de SO-fase om voor BREEAM Excellent te gaan en zo het eerste onderwijsgebouw met dit certificaat te zijn. Een quickscan op kosten en baten van DGRM Adviseurs en een subsidie van gemeente Smallingerland voor certificering op zowel gebouw als gebied ondersteunden die keuze. ‘Door het late moment van beslissen zijn er achteraf toch een aantal problemen aan het licht gekomen die niet makkelijk op te lossen waren. Een vroeg besluit voor deelname aan het BREEAM-traject is dan ook wenselijker’, weet Van Bruggen nu.
Strategisch voorraadbeleid De bouwkosten stijgen wel door de keuze voor BREEAM. Van Bruggen: ‘Maar dat is een bewuste keuze. De meerkosten liggen circa 10% hoger, maar door de tijd heen is dat terug te verdienen. Daar moet je slim mee omgaan, door te besparen op energie of schoonmaakkosten. Een andere overweging is de waarde van het vastgoed zelf, die stijgt.’
‘E
en vroeg besluit voor deelname aan het BREEAMtraject is wenselijker’
64
Een andere factor is de tevredenheid van gebruikers, die minder goed in geld te meten is. Voor ROC Friese Poort is de mens ook een belangrijke factor. Van Bruggen vertelt: ‘Zo werd voor het ontwerp al als centraal uitgangspunt gekozen voor herkenbaarheid, overzichtelijkheid en geborgenheid in een compact
gebouw. Voor ons strategisch voorraadbeheer moet het gebouw ook in de toekomst een waardevast gebouw zijn. In de toekomst krijgt dit gebouw wellicht een andere functie of het wordt afstoten. Dan is waardevast vastgoed een belangrijk punt. Wij houden er rekening mee dat het gebouw moet veranderen als gevolg van demografische of maatschappelijke verschuivingen, of door concurrentie. Dat zijn voor het mbo belangrijke factoren, anders dan bij basisscholen. Daar moet je heel goed op insteken met je vastgoed.’ De nieuwbouwplannen zijn nu zowel op groei als op toekomstige krimp van onderwijs gemaakt. Van Bruggen: ‘Je moet voor een breed scenario kiezen, waarbij het draait om inzicht in onderwijslogistiek. En daarbij is dan alles wat je niet bouwt winst, en tevens winst op duurzaamheid.’
Sturen op multifunctionaliteit Het bouwvolume heeft een omvang van bruto 3.870 m2 op een locatieterrein van 2.760 m2 Van Bruggen: ‘Er is vooraf veel tijd gestoken in de logistiek van dit traject om het zo optimaal mogelijk te krijgen. Het is slim om niet meer te bouwen dan je nodig hebt. Dat klinkt simpel, maar is moeilijk. De ervaringen uit al die voorgaande bouwtrajecten van onderwijsgebouwen in Sneek en Emmeloord nemen
Duurzaam
we mee. Wij sturen nu op multifunctionaliteit, zodra er een voorlopig ontwerp is. Zo’n twee jaar voor de bouw zetten we een proefrooster voor het nieuwe gebouw op. Natuurlijk voeren we ook gesprekken met gebruikers, die vaak weer andere ambities hebben. Er is software die dat alles mogelijk maakt. Dat rooster maken we niet alleen voor het eerste jaar, maar voor meerdere jaren met variabelen als instroom en veranderingen in wetgeving e.d. De winst zit in het voortraject, want als het PvE klaar is kun je niet zoveel meer.’
Menselijke factor
De keuze van de architect is via de aanbestedingskalender gegaan waar zo’n dertig bureaus op inschreven. ‘Van die groslijst naar een shortlist is moeilijk’, vertelt Van Bruggen. ‘Dat is deels gegaan op referentie. We kiezen niet altijd de goedkoopste, het gaat meer om de presentatie en waar je het beste bij voelt.’ Uiteindelijk viel de keuze op DP6. De wens was de menselijke factor zichtbaar te maken. Van Bruggen: ‘In het ontwerp is een e winst zit in hand te zien (splitlevel gebouw), de schuine het voortraject’ Slagvaardig handelen lijnen zijn die van een open hand en dat is weer Met het College van Bestuur heeft Van Bruggen het symbool van hulp. Dat wordt gedragen, kaders en budget afgesproken, zodat er snel beslissingen in het geholpen door de anderen. Dat vormt het menselijke karakter. bouwteam kunnen worden genomen en er slagvaardig kan worden Een architectonisch ontwerp geeft ook meerwaarde aan je gehandeld. Hij zegt: ‘Een werkwijze met kortere lijnen is haast niet vastgoed.’ mogelijk. Als opdrachtgever zitten we er bovenop en ik word ondersteund door een aantal adviseurs. De leden van het bouwteam Bij de aanbesteding voor de aannemer ging het voor 50% om de contracteren we zelf, zodat we onafhankelijk zijn in het proces. Wij prijs en voor de overige 50% gold een puntensysteem. Men kon houden niet zo van de build&design-methodiek.’ De budgettaire punten krijgen voor beantwoording van de vraag: “Wat kun je aan verbeteringen in het ontwerp en bestek kaders worden strak gehouden. Van Bruggen: lles wat je niet bouwt ‘In het PvE en het bestek is weinig ruimte. De aandragen op materialen, exploitatie en is winst, en tevens besluitvorming vindt plaats op grond van inhoud budget.” Van Bruggen: ‘Dat doen we al jaren en financiën. Maar laat je ruimte als opdrachtgever, winst op duurzaamheid’ zo en daar scoren we heel goed mee. Er dan heb je kans dat het ontwerp via het PvE worden vaak innovatieve zaken aangedragen anders verloopt. We zijn binnen het budget gebleven, ook al moesten en dan krijg je bijzondere ideeën. Dat is voor elk project toegepast.’ we voor BREEAM met een stevig bestek komen. Dat hebben we grondig doorlopen. Normaal heb je met meer- en minderwerk te Van Bruggen is goed te spreken over het verloop van het project: maken, maar dat was nu nauwelijks het geval.’ Bij Zorg & Welzijn ‘Tot op de maand hebben we het traject doorlopen zoals gepland was het wel complexer door de BREEAM-eisen, omdat nog niet alle en we zijn exact op het budget uitgekomen. Als je wat je zegt en producten en materialen BREEAM-proof zijn. Daarnaast was de communiceert uiteindelijk ook allemaal kunt waarmaken op deze aanbestedingsmarkt gunstig, een voordeel van deze tijd. schaal, is dat wel iets waar je trots op kunt zijn.’
Tekst: Henri Hendriks
‘A
Fotografie: BGDD
‘D
65
Duurzaam
Sturen op een gezond, energiezuinig, toekomstbestendig en minimaal milieubelastend gebouw
Zorg & Welzijn van ROC Friese Poort te Drachten is het eerste onderwijsgebouw met een BREEAM-kwalificatie “Excellent”, zowel in de ontwerp- als de uitvoeringsfase. Daarbij is energiebesparing niet een doel op zich; het is een integraal proces waarin gestuurd wordt op een gezond, energiezuinig, toekomstbestendig en minimaal milieubelastend gebouw. ‘En dat maakt deze kwalificatie bijzonder,’ vertelt René van Netten, vestigingsdirecteur van Ingenieursen adviesburo Technion Heerenveen, adviseur in de ontwerpfase en de uitvoeringsfase namens opdrachtgever ROC Friese Poort.
66
Duurzaam
‘I
n het bouwproces spelen de BREEAMeisen continu’
- Heerke Osinga De duurzaamheid van een gebouw wordt in de BREEAM-systematiek op verschillende terreinen, zoals management, gezondheid, energie, transport, water, materialen, afval, ecologie en vervuiling, beoordeeld. Van Netten: ‘Het gaat dus veel verder dan alleen energiebesparing in een gebouw. Als adviseur geeft BREEAM je in het voortraject de ruimte en inspireert je om alles grondig te onderzoeken om het gebouw zo optimaal mogelijk te verduurzamen.’ Alle verzamelde informatie van het onderzoek dient als bewijslast voor het proces om te komen tot het kwalificatieniveau. Dat wordt vervolgens in drie stappen door onafhankelijke partijen getoetst: stap 1 “de expert”, stap 2 “de assessor” en als stap 3 en definitieve beoordeling “Dutch Green Building Council”. Na dit proces is vastgesteld of de credits zijn gehaald en de kwalificatie is geborgd. Van Netten: ‘Het is een zeer arbeidsintensief proces dat veel onderzoek en onderbouwing vraagt van het gehele ontwerpteam en uitvoeringsteam in het voortraject (ontwerp) en de realisatiefase.’ Een belangrijke rol om het hele proces goed te laten verlopen is daarbij weggelegd voor de Breeam procescoördinator in de rol van “de expert”, in dit geval DGMR Adviseurs uit Drachten.
Kennis uitnutten Een groot deel van de credits is installatietechnisch gerelateerd. Van Netten: ‘Wij hebben onder meer een onderzoek uitgevoerd naar de toepassing van duurzame energie op technische en financiële haalbaarheid.’ Verschillende technieken zijn onderzocht, zoals toepassing van zonne-energie, zonnecollectoren, windturbines, koude-warmte-opslag, geothermie, waterkracht en brandstofcellen. ‘Als adviseur kun je dan al je kennis echt optimaal uitnutten.’ Tevens ligt er veel aandacht op en wordt onderzoek gedaan naar het creëren van een gezonde en prettige leefomgeving, zowel klimaattechnisch als visueel (verlichting).
Kwaliteitsborging In de BREEAM-systematiek draait het om kwaliteitsborging. Van Netten: ‘Die kwaliteitsborging MAN1 is in onze beleving een echte eyeopener.’ In het ontwerptraject zijn de prestatieeisen voor onder meer het klimaat vastgesteld. Gedurende het hele ontwerp- en bouwproces wordt door de ‘commissioning manager’, in dit geval Technion, de kwaliteit getoetst, tot bijna twee jaar na de oplevering. De aannemer moet door metingen aantonen dat de kwaliteit aansluit bij die eisen. Van Netten: ‘Dit is een belangrijke tool om de kwaliteit van de techniek in de gebouwen te optimaliseren, zodat de techniek werkt zoals het is bedacht. Zo’n verduurzamingsslag heb je wel nodig om je vastgoed voor de toekomst meerwaarde te geven. Het gebouw krijgt hiermee een hoger niveau.’
67
Duurzaam
BREEAM speelt continu ‘In het bouwproces spelen de BREEAM-eisen voor ons als aannemer continu’, vertelt Heerke Osinga, projectleider Bouwgroep Dijkstra Draisma, vestiging Dokkum. ‘Er was niet alleen een grondig bestek, maar ook nog een compleet boekwerk.’ Zo is duurzaamheid ook bepalend voor de keuze van bouwmaterialen. Dat maakt het complexer in de uitvoering. Osinga: ‘Voor leveranciers ligt er naast een eis van certificaten ook één voor ISOnormeringen, en dat op allerlei gebied zoals milieu, samenleving, hergebruik e.d. Voor de omgeving moet je alles vastleggen, de ecologische waarden vooraf controleren, maar ook registratie van leveranciers en kilometers die materialen afleggen. Je moet voortdurend doelen stellen.’ Zo liep de projectleider aan tegen het feit dat er maar weinig leveranciers van betonproducten zijn die voldoen aan de BREEAM-eisen. ‘Leveranciers zijn er nog lang niet klaar voor om aantoonbaar aan de eisen te kunnen voldoen.
‘G
oed nadenken wat voor gebouw je met elkaar gaat maken’
- René van Netten
Bewustwording De keuze voor BREEAM “Excellent” geeft ook bij de bouwer een druk om het voor elkaar te krijgen. BGDD heeft daar in de organisatie wel ervaring mee. Zo werden het gemeentehuis in Hoogkarspel en de Audigarage in Leeuwarden in BREEAM uitgevoerd. Osinga: ‘Op de aanbestedingsvraag om met aanpassingen te komen hebben we alle voorstellen voor wijzigingen grondig op BREEAM afgewogen en zijn tot de conclusie gekomen om daar zo weinig mogelijk aan te wijzigen. Budgettair is BREEAM voor de eigen werkuren niet goed in te schatten. Het vraagt veel tijd en dat moet je commercieel weer meenemen in een volgend project.’ Ook veel tijd vergt de nazorg om alle registratie goed op papier te krijgen. De projectleider constateert wel dat er sprake is van een grote mate aan bewustwording. Jan Boon, projectleider van PrangerRosier Installaties beaamt dat: ‘Met BREEAM moet je niet te veel wijzigen. Voor de installatie lag alle inkoop al vast, zodat je bewegingsvrijheid als installateur beperkt is. De lat ligt weliswaar hoog, maar het werkt ook efficiënt.’
69
Duurzaam
Optimaal leefcomfort Het schoolgebouw heeft een hoogwaardige technische en duurzame installatie, zodat een optimaal leefcomfort is gerealiseerd. Pranger-Rosier Installaties was verantwoordelijk voor de realisering van het concept. Daarbij is ervoor gekozen dat materialen zoveel mogelijk gezond en zo weinig mogelijk milieubelastend zijn. Zo wordt de energie voor de verwarming en koeling onttrokken uit een warmte-koude-opslag in de bodem, waarop naast Zorg & Welzijn ook het onderwijsgebouw van Techniek is aangesloten. ‘Twee gebouwen op één bron, dat mag je best uniek noemen,’ stelt Van Netten, ‘want meestal is het gebouw-gebonden.’ Kostentechnisch leverde het ook een voordeel voor de opdrachtgever op. ‘Wij hebben daarom gekozen voor om dezelfde sprinklerinstallatieleverancier te nemen’, vult projectleider Jan Boon aan. ‘BREEAM, dat werkt wel effectief.’
‘D
e lat ligt hoog maar BREEAM werkt ook efficiënt’ - Jan Boon
Rondlopende gevelbanden
Voor de realisering van het leefcomfort zijn de ventilatie en de energiezuinige, deels ledverlichting in het gebouw volledig gestuurd op basis van aanwezigheid, dus vraaggestuurd. Boon: ‘Daarnaast is de helft van het dak voorzien van PV-cellen.’ Met de bouwkundige en installatietechnische voorzieningen wordt volgens Van Netten een CO2-reductie verkregen van meer dan 64% ten opzichte van de geldende regelgeving. Een goed project kan alleen gerealiseerd worden in een integrale samenwerking. Om het BREEAMcertificaat te behalen is veel technische afstemming nodig binnen het ontwerpteam van opdrachtgever, architect, constructeur, bouwfysische adviseur, maar ook van de uitvoerende partijen vraagt BREEAM continue aandacht om de credits te behalen, omdat de markt - de leveranciers - er nog niet klaar voor is.
De belangrijkste innovatieve bouwkundige maatregelen bij dit project zijn de flexibiliteit van de draagconstructie door grote overspanningen. Daarnaast zijn de vloervelden als één vlakke plaat uitgevoerd, zodat draagbalken ontbreken. Toekomstige aanpassingen zijn hierdoor gemakkelijk door te voeren, waarmee de levensduur van het gebouw aanzienlijk verlengd wordt. Het ontwerp kent betonnen gevelbanden die rondlopen. ‘Dat is constructief een echte opgave. Alles moet worden opgehangen en dan komt het heel precies op maatvoering aan, maar uiteindelijk hebben we dat wel goed gekregen’, licht Heerke Osinga toe. ‘Die constructie hebben we uiteindelijk zelf geëngineerd om het goed sluitend te krijgen. Dat proces liep wat stroef in de tijd, maar het is wel gelukt.’
Fotografie: BGDD
ROC FRIESE POORT ZORG & WELZIJN, DRACHTEN
Opdrachtgever & Gebruiker :
ROC Friese Poort Leeuwarden, Leeuwarden
Bouwdirectie & toezicht
DMA bouwkundig ontwerp en adviesbureau, Kollumerzwaag
:
BOUWTEAMLEDEN Architect : DP6 Architectuurstudio, Delft Constructeur : Goudstikker- de Vries, Sneek Adviseur BREEAM
:
DGMR Adviseurs, Drachten
Adviseur Installaties
:
Ingenieurs en Adviesburo Technion, Heerenveen
Tekst: Henri Hendriks
Aannemer : Bouwgroep Dijkstra Draisma, Dokkum
70
Installateur E&W
:
Pranger & Rosier, Dokkum
ONDERAANNEMERS EN LEVERANCIERS Leverancier betonmortel
:
Cementbouw, Heemstede
Aluminium kozijnen
:
Rollecate, Staphorst
:
BPZ, Tynaarlo
Levering en montage stompe deuren & levering hangen sluitwerk