Zo werken wij Zo ervaren wij dat
Maatschappelijk jaarverslag Allerzorg 2015
Inhoudsopgave Voorwoord
3
6
Cliënt- en medewerkersbeleving infusiezorg
1 Uitgangspunten voor verslaglegging
Cliënt- en medewerkersbeleving infusiezorg
8 10
2 Profiel Allerzorg
12
14
Cliënt- en medewerkersbeleving pijnbehandeling
3 Bestuur, Toezicht, Bedrijfsvoering en Medezeggenschap
16
20
Cliënt- en medewerkersbeleving palliatieve zorg
4 Hoe mensen onze kwaliteit ervaren
22
26
Cliënt- en medewerkersbeleving zorg Wonen bij September
5 Duurzaam personeelsbeleid
28
32
Cliënt- en medewerkersbeleving kraamzorg
6 Financiën
34
38
2
Cliënt- en medewerkersbeleving persoonlijke begeleiding
Zó maakten we in 2015 het verschil “Bel ons en wij regelen het". Dat klinkt als reclame. Maar zo was het eigenlijk wel in 2015: Allerzorg lost steeds vaker problemen op voor mensen die zorg nodig hebben. Dat komt door een dubbele beweging. We specialiseren ons steeds verdergaand en tegelijkertijd willen we ons als generalist niet laten beperken. We gaan met een brede blik na wat we kunnen organiseren om het voor cliënten makkelijker en beter te maken. We leveren zogeheten ziekenhuis verplaatste zorg. Dat is topzorg gewoon aan huis. Van kraamzorg tot palliatieve zorg. Bij alle disciplines zijn er raakvlakken met het ziekenhuis. Niet dat cliënten dat altijd merken, maar als het nodig is schakelen we snel en goed tussen thuis en het ziekenhuis. Maar ‘thuis’ is onze focus. Daar voelt een cliënt zich op z’n gemak. Infusiezorg aan huis bijvoorbeeld. Steeds meer mensen kozen daarvoor in 2015. Met alle persoonlijke begeleiding die daar bij hoort.
Wat ons beweegt is de wil om mensen door effectieve innovaties te ontzorgen. Continuïteit van bedrijfsvoering is daarbij vanzelfsprekend een voorwaarde. Onorthodoxe stappen Specialistische zorg aan huis zoals Allerzorg die ziet, brengt mensen in balans. Dat is belangrijk als mensen door een aandoening of een al dan niet tijdelijke beperking juist uít balans zijn geraakt. Welzijn en welbevinden zijn geen luxe emoties. Dat wetende richten we als vanouds de medische en verpleegkundige zorg zo in dat mensen zich gehoord en begrepen voelen. Om dat consequent te kunnen blijven doen, nemen we soms onorthodoxe stappen. Zo stonden we in 2015 in een deel van Zeeland voor het punt dat we mensen niet langer palliatieve zorg konden bieden. Verzekeraars hadden namelijk een maximum aan de kosten voor deze zorg gesteld en dat maximum
3
‘Zorg zoals je die ook voor je naasten wenst’
was bereikt. En dus dreigden kwetsbare mensen in hun laatste levensfase daar de dupe van te worden. Allerzorg heeft hier een principieel punt van gemaakt wat de aandacht van de media trok. Uiteindelijk kon aan cliënten gelukkig wel de zorg worden geboden waar zij behoefte aan hadden. Ook voor verzekeraars zijn dit lastige kwesties. Waar ligt de grens tussen harde afspraken en wensen van cliënten? De oplossing ligt – zoals vaak – in het aangaan van de dialoog. Emma Thuis team Allerzorg levert vanaf 2016 samen met het Emma Thuis team van het Academisch Medisch Centrum gespecialiseerde kindzorg aan huis, waaronder palliatieve kindzorg. Op deze manier leggen we ook voor deze kwetsbare kinderen zo’n
4
typische Allerzorg-brug tussen ziekenhuis en thuis. Ook hier zijn de voordelen van onze benadering zonneklaar. Als het kind met inzet van gespecialiseerde zorg gewoon thuis bij zijn familie kan zijn, leidt dit ertoe dat een kind minder vaak hoeft te worden opgenomen. En als dan toch een opname nodig is, kan het kind daarna sneller naar huis. Onderzoek over een periode van drie jaar wijst uit dat vanuit deze insteek het aantal opnamen bij deze kinderen kan worden gehalveerd. Dat scheelt niet alleen onnodig leed, maar ook veel geld. Wondzorg & Dermatologie Zorg van het ziekenhuis naar thuis verplaatsen doen we ook op het gebied van wondzorg. In 2015 hebben wij bijvoorbeeld met het Diaconessenziekenhuis in Zeist een samenwerking tot stand gebracht waarbij poliklinisch verpleegkundigen thuis wonden verzorgen én vice versa; verpleegkundigen van Allerzorg draaien mee op de wondzorgpoli. Het voordeel is dat mensen eerder kunnen worden ontslagen uit het ziekenhuis. Bovendien vallen op deze manier de kosten lager uit. Sneller herstel thuis tegen lagere kosten, is sowieso het kenmerk van de wondzorg die Allerzorg levert. Een mooi voorbeeld is ook de behandeling van ulcus cruris
(open wond in het onderbeen). Door een slimmere manier van zwachtelen met een meerlaags compressiesysteem, duurt de behandeling 11 tot 37 weken korter dan gebruikelijk en kunnen per cliënt duizenden euro’s worden bespaard. De essentie van deze innovaties zit vooral in de gespecialiseerde wondzorgverpleegkundigen die – onder meer in het UMC St. Radboud in Nijmegen – een zeer gedegen wondzorgopleiding volgden en die ook doorlopend worden bijgeschoold. Tevens zijn in 2015 twee verpleegkundig specialisten in dienst gekomen die zowel voor wondzorg als dermatologie diagnostiek en behandelingen uitvoeren. JCI We brengen steeds vaker ziekenhuisbehandelingen met behoud van kwaliteit over naar de thuissituatie. Mensen herstellen doorgaans beter in de thuissituatie; dat geeft mensen meer rust. Bovendien is het goedkoper. Onze beslissing in 2015 om het uitmuntende kwaliteitssysteem van academische ziekenhuizen (het JCI-systeem) te gaan vertalen naar de zorg aan huis (JCI Home Care Standards), sluit hierop aan. Allerzorg wil met het JCI-keurmerk in de thuisomgeving dezelfde kwaliteit van zorg als in het ziekenhuis waarborgen. JCI stelt het samenspel van cliënt en zorgprofessional centraal, waar andere kwaliteitslabels vooral normen procedures als uitgangspunt nemen. Verbeteren vanaf de werkvloer: dat is de basis voor succes. Allerzorg vindt het een eer om voorop te lopen in deze omslag. Het past uitstekend bij onze missie: ‘Zorg zoals je die ook voor je naasten wenst’.
Ook dit is Allerzorg Via een samenwerking met anesthesiologen-pijnbestrijders leverde Allerzorg in 2015 bovendien medischspecialistische zorg vanuit het Wijk Medisch Centrum in Hilversum. Ook leverde Allerzorg in 2015 onderscheidende woonzorg in de bijzondere woonvormen ‘Villa Paasberg’ en ‘Wonen bij September’. Deze organisaties doen in essentie wat wij ook doen: ondersteuning leveren zoals je die ook voor je naasten zou willen. Net als bij onze persoonlijke begeleiding van mensen met dementie valt bij woon zorg een accent op iets dat eigenlijk heel vanzelfsprekend is: niet de zorg, maar het welzijn en het welbevinden staan centraal. We merkten in 2015 ook dat meer mensen ons benaderden met de vraag of zij ook voor eigen rekening onze zorg kunnen afnemen. Een groeiende groep Nederlanders wil dat graag en heeft er ook geld voor over. Om die reden zijn we in 2015 het leveren van deze cliëntgefinancierde zorg gaan voorbereiden.
Paul Cornelissen en Monique Dekker, Raad van Bestuur Allerzorg Mei 2016
5
SPECIALISTISCH
Min of meer bij toeval werd bij Theo van Velp een aneurysma ontdekt. Na de operatie stak een hardnekkige bacterie de kop op. Theo krijgt nu dagelijks een antibiotica-infuus van Allerzorg.
Theo van Velp
‘Altijd goed gehumeurd’ “Ik heb nooit wat met m’n gezondheid gehad. Ja één keer drukte een koe me tegen een muur aan. Tien gebroken ribben. Maar verder nooit wat. Ik ben inval-boer. Als een boer op vakantie gaat, of bij ziekte of een sterfgeval, dan run ik voor korte tijd de boerderij. Met het antibiotica-infuus dat ik nu voorlopig heb, zit werken op een boerderij er even niet in. Vervelend, maar ach. Ik vind dat Allerzorg het goed doet. Ze werken heel secuur. Elke avond staan ze voor de deur. Altijd goed gehumeurd en geïnteresseerd. Ik vind het nogal wat. Je komt toch steeds weer bij andere mensen thuis over de vloer. Ik herken die beroepshouding wel. Als ik tijdelijk bij mensen op een boerderij kom om het werk over te nemen, moet je je ook inleven in hoe het er daar aan toe gaat, je moet de gewoonten en de privacy van de mensen respecteren. Dat doet Allerzorg ook bij mij. Niet iedereen is daar geschikt voor. Maar bij de Allerzorg-verpleegkundigen die ik tot nu toe aan huis heb gehad, gaat het altijd even vriendelijk en correct. Stel je voor dat ze niet zouden komen. Dan moet ik elke dag naar de huisarts of het ziekenhuis. Ik moet er niet aan denken.”
6
Jolanda Bal
‘Klik met de cliënt’ "Stel je voor dat ze niet zouden komen. Dan moet ik elke dag naar de huisarts of het ziekenhuis. Ik moet er niet aan denken."
“Het is altijd gezellig bij meneer Van Velp. Elke dag is het dezelfde handeling. Infuus afkoppelen, lijn doorspoelen met een zoutoplossing en een nieuw infuus aankoppelen. Die kan dan weer 24 uur mee. Voordat we dat infuus aankoppelen, maak ik met de Medicatie Controle App een foto van de informatie op het nieuwe infuuszakje en van het uitvoeringsverzoek. Die foto wordt dan direct door een collega elders in het land beoordeeld. Daarna krijg ik een bevestiging dat dit infuus kan worden aangekoppeld. Zekerheid voor alles! Je moet altijd scherp blijven. Met die extra check van collega’s heb je dubbele zekerheid. Ik werk nu een half jaar voor mensen als mijnheer Van Velp die thuis een infuusbehandeling krijgen. Overal in het land. Het bijzondere vind ik dat mijn collega’s en ik allemaal vinden dat gewoon goede zorg niet voldoende is. Het moet echt uitmuntende zorg zijn. Zo’n infuus wisselen vraagt om grote nauwkeurigheid. Even belangrijk vind ik de klik met de cliënt. Als het even kan, blijf ik wat langer voor een kop koffie en een praatje. Ik heb hier al heel wat geleerd over hoe je het beste met koeien om kunt gaan!”
7
1. Uitgangspunten voor verslaglegging Dit maatschappelijk jaarverslag 2015 gaat over Allerzorg BV (inclusief Kraamzorg). Het verslag geeft informatie over de structuur, hoe het bestuur is samengesteld, op welke manier toezicht en medezeggenschap zijn geregeld en hoe de kwaliteit van zorg is gewaarborgd. Ook laat dit maatschappelijk jaarverslag zien in welke mate het beleid van Allerzorg heeft geleid tot voorgenomen resultaten. De hoofdactiviteit van Allerzorg – het leveren van specialistische zorg thuis – wordt in het verslag apart belicht. Met dit maatschappelijk jaarverslag werpen wij bovendien een blik op toekomstige ontwikkelingen binnen en buiten ons bedrijf.
Bij het opstellen van het maatschappelijk jaarverslag zijn de Cliëntenraad en Ondernemingsraad betrokken. Het verslag is goedgekeurd door de Raad van Commissarissen.
Bedrijfsgegevens Naam verslagleggende rechtspersoon
Allerzorg BV
Adres
Kasteel 4
Postcode
3441 BZ
Plaats
Woerden
Telefoonnummer
(0348) 416834
Indentificatienummer Kamer van Koophandel
331.33.450
E-mailadres
[email protected]
Internetpagina/website
www.allerzorg.nl
Rechtsvorm
BV
Juridische structuur
Allerzorg BV 100%
Allerzorg Kraamzorg BV
8
9
KIND
Emma is een vrolijk kind. Ze is ziek, maar leert en speelt graag. Kinderverpleegkundigen van Allerzorg Kindzorg komen drie keer per week bij Erik-Jan en zijn vrouw aan huis om hen en Emma te ondersteunen.
Erik-Jan Griffioen
‘Dit is top’ “Drie keer in de week komt Jolanda of een van haar twee andere collega’s langs. Emma is gek op Jolanda, Joyce en Helen van Allerzorg. Zo’n klein, vertrouwd team is echt top. Zonder hulp van Allerzorg Kindzorg hadden we het waarschijnlijk niet volgehouden. Emma is bijna vier jaar. De kinderopvang hebben we overgeslagen. Door verminderde weerstand is ze daar te kwetsbaar voor. Maar ze gaat na de zomervakantie wel naar de basisschool. We bespreken nu wat van belang is als Emma straks op school zit. Bijvoorbeeld hoe het moet met de sondevoeding en wat voor spelletjes ze kan doen. Toen Jolanda hier voor het eerst was, werd Emma plotseling onwel en moest ze naar het ziekenhuis. Ik was in paniek, maar Jolanda greep in en wist precies wat ze moest doen. Op zulke momenten realiseer je je eens te meer hoe professioneel ze is. Ik moet trouwens eerlijk zeggen dat ikzelf niet altijd even pedagogisch ben. Jolanda probeert Emma zindelijk te krijgen. Dat is nodig voor als ze naar school gaat. Maar als Emma moet plassen, heb ik al snel van iets van, hup toch maar even die luier om. Dat is niet verstandig, weet ik.”
10
Jolanda van Hezel
‘Ouders ontzorgen’ "Zonder hulp van Allerzorg Kindzorg hadden we het waarschijnlijk niet volgehouden."
“Wij zijn er niet alleen voor de specialistische zorg voor Emma, maar ook ter ondersteuning van Emma haar ouders. Door de dagelijkse zorg voor Emma over te nemen, kunnen de ouders bijvoorbeeld met een gerust hart naar hun werk of kunnen zij iets leuks ondernemen met hun oudste kind. Het is fijn dat we ouders kunnen ontzorgen, zodat hun gezinsleven zo normaal mogelijk kan verlopen. De zorg wordt in goed overleg afgestemd op Emma en de wensen van haar ouders. Er is een duidelijk zorgplan en er vinden regelmatig evaluaties plaats van geboden zorg. De communicatie met de ouders van Emma verloopt heel prettig. Eind dit jaar gaat Emma naar de basisschool. We zijn haar aan het voorbereiden op deze grote stap, zodat zij straks een zo goed mogelijke start kan maken op school. Het is heerlijk om hier te werken. Ik bedoel zowel bij Emma als bij Allerzorg. Ik vind het belangrijk om mensen in hun waarde te laten en dat is ook precies wat ik voel bij Allerzorg. Bij mijn sollicitatie destijds geen vragenvuur, maar een leuk en ontspannen gesprek. Allerzorg was vooral geïnteresseerd in wie ik ben. Allerzorg laat je in je waarde.”
11
2. Profiel Allerzorg Allerzorg is een zorgonderneming die innovatieve, specialistische org thuis levert waaronder zogenoemde anderhalve lijnszorg; zorg die de brug slaat tussen ziekenhuis en thuis. Dit past ook in de trend om cliënten zo kort als mogelijk in het ziekenhuis te behandelen en zo snel als mogelijk de resterende behandeling voort te zetten in de thuissituatie. Zelforganiserende teams Allerzorg werkt met kleine overzichtelijke zelforganiserende teams. Zorgverleners en cliënten kennen elkaar en maken onderling goede afspraken. Deze bijzondere interactie helpt de cliënt om zo veel mogelijk de regie over het eigen leven te behouden. Doelgroepen en werkgebied Teams van Allerzorg zijn actief in heel Nederland. Sinds 2015 wordt Allerzorg niet meer op basis van regio’s, maar op basis van specialismen gestuurd. De bewaking van uniforme kwaliteit en professionaliteit van zorg is centraal georganiseerd.
Allerzorg leverde in 2015 de volgende typen zorg: • (gespecialiseerde) wijkverpleging • kraamzorg, waarbij Allerzorg kraamzorg is gecertificeerd voor het borstvoedingscertificaat • kind- en jeugdzorg, waarbij gespecialiseerde kinderverpleegkundigen worden ingezet. Jeugdzorg betreft individuele begeleiding (laagen hoogcomplexe zorg). • gespecialiseerde begeleiding voor specifieke doelgroepen als niet-aangeboren hersenletsel (NAH), autisme, ADHD, andere beperkingen en dementie • gespecialiseerde wondzorg en dermatologie • palliatieve terminale zorg (PTZ), waarbij het comfort van de cliënt centraal staat • medisch specialistische verpleging thuis (MSVT); een brugfunctie tussen zorg in het ziekenhuis en zorg thuis, waaronder het leveren van hoog complexe zorg als infusiezorg. • het nieuwe welzijn; zorgverlening door Allerzorg aan cliënten in bijzondere (kleinschalige) woonvormen als in ‘Villa Paasberg’ in Arnhem en woonvormen van woonzorgexpert ‘September’ in Wageningen en Apeldoorn. De huishoudelijke verzorging is in 2015 helemaal afgebouwd. De reden is dat Allerzorg zich verder heeft ontwikkeld tot een aanbieder van gespecialiseerde zorg thuis. In deze ontwikkeling past ook de samenwerking die in 2015 met anesthesiologen-pijnbestrijders is gestart om vanuit het Wijk Medisch Centrum in Hilversum pijnbestrijding aan te bieden. De wens is om dit de komende jaren verder uit te bouwen.
12
Kerngegevens Allerzorg levert extramurale zorgprestaties op grond van de Wet Toelating Zorginstellingen (WTZi). Zorgprestaties zoals ‘behandeling’ en ‘verblijf’ worden niet geleverd. De zorgprestaties worden gefinancierd uit de Wlz, Zvw en de Wmo.
Kerngegevens
2015
2014
1.747
1.742
Aantal uren extramurale productie in verslagjaar
685.579
687.474
Waarvan Verpleging en Persoonlijke verzorging (Zvw)
418.962
0
Waarvan Kraamzorg (Zvw)
108.697
69.095
Waarvan Huishoudelijke hulp (Wmo)
43.899
55.635
Waarvan Medische Specialistische Verpleging Thuis
34.679
22.581
Waarvan Verpleging, Persoonlijke verzorging en Begeleiding (Wlz)
34.233
483.506
Waarvan Begeleiding (Wmo/Jeugdwet)
18.130
0
Waarvan PGB en particulier
17.695
23.269
Waarvan Onderaanneming
9.284
7.166
Waarvan niet vergoede Wlz-uren
0
482
Waarvan dagbesteding
0
25.740
727
702
€ 14.866.576
€ 13.107.245
€ 34.639.076
€ 32.964.291
€ 1.732.327
€ 20.824.519
€ 32.906.749
€ 12.139.772
Cliënten Aantal cliënten extramurale zorg (ultimo) Productie
Medewerkers Aantal medewerkers in loondienst (ultimo) Personeel niet in loondienst/ZZP’ers Kosten ingehuurd personeel en zelfstandigen in het verslagjaar Bedrijfsopbrengsten Totale bedrijfsopbrengsten in verslagjaar Waarvan wettelijk budget voor aanvaarbare kosten Waarvan overige bedrijfsopbrengsten
13
SPECIALISTISCH
Alex Lablans kon met zijn heftige aangezichtspijn geen kant meer op. Groot was zijn verrassing toen hij eind 2015 ontdekte dat het pijncentrum van Allerzorg op korte termijn in actie kon komen om de pijn weg te nemen.
Alex Lablans
‘B eduusd van de persoonlijke aandacht’ “Aangezichtspijn is moeilijk te beschrijven. Het is alsof je gezicht voortdurend stroom stoten krijgt. Ik hoefde maar m’n neus te snuiten of te douchen en ik kreeg weer een aanval van die ondragelijke pijn. Het ziekenhuis kon er niet zoveel mee. De enige optie die ik kreeg, was een operatie aan de zenuwen in mijn hoofd. Maar dat durfde ik niet aan. Het deed zo ontzettend pijn, ik heb er echt aan gedacht om er uit te stappen. Eind vorig jaar was ik zo wanhopig dat ik via Google hulp ging zoeken. En zo vond ik het pijncentrum van Allerzorg in het Wijk Medisch Centrum in Hilversum. Ik was beduusd van de persoonlijke aandacht die ik vanaf het eerste moment kreeg en er waren geen wachtlijsten. Ik kon er ’s avonds terecht voor een behandeling. Het is nog niet helemaal weg, maar het is nu dragelijk. En dat is écht al een wereld van verschil. Anesthesioloog-pijnbestrijder Karin Vos vertelde me dat de behandeling kan worden herhaald als ik dat nodig vind. Ook na de behandeling bleef de persoonlijke aandacht. Nog voor de afgesproken terugbeldatum belden ze al om te weten hoe het met me ging. Ik vind het allemaal heel bijzonder.”
14
Karin Vos
‘Snel schakelen in belang van de patiënt’ "Nog voor de afgesproken terug beldatum belden ze al om te weten hoe het met me ging. Ik vind het allemaal heel bijzonder."
“Meneer Lablans heeft een vorm van aangezichtspijn waarbij hij heftige en zeer pijnlijke elektrische schokken in het gezicht ervaart. We hebben er voor gekozen om meneer Lablans ’s avonds te helpen. In alle rust. We hebben een bus met speciale sedatiemiddelen naar Hilversum laten komen. Het ging om een zogeheten Sweet-behandeling. Met röntgendoorlichting brengen we onder algehele narcose een elektrode via de wang bij de aangezichtszenuw. We behandelen de zenuw met warmte. Klinkt heel hightech, maar ik geef deze behandeling vaak. Maar routine wordt het nooit. Ik krijg hier als anesthesioloog-pijnbestrijder iedere keer veel energie van. Patiënten hebben namelijk zoveel pijn en zijn zo ten einde raad dat het steeds weer een uitdaging is om door slim schakelen iemand zo snel mogelijk te helpen. Op het eerste consult heb ik meneer Lablans kort gezien en gesproken en kon ik goed inschatten hoe we de sedatie en de behandeling het beste konden gaan doen. Ook na de behandeling hebben we vanuit ons centrum contact gehouden met meneer Lablans. We wilden weten hoe het met hem ging en of we meer voor hem konden doen als bijvoorbeeld de pijn weer terug zou komen.”
15
3. Bestuur, toezicht, bedrijfs voering en medezeggenschap Governance Code Allerzorg werkt volgens de Zorgbrede Governance Code. Dat is een richtlijn voor goed bestuur en toezicht. Allerzorg werkt volgens deze richtlijnen in de structuur van toezicht over benoeming, ontslag, deskundigheid en onafhankelijkheid.
zorgspecialisme. Volgens een vaste frequentie is er overleg met elkaar. Daarbij wordt de voortgang van het jaarplan doorgenomen. De prestaties van de specialismen worden vergeleken met de doelstellingen in het jaarplan.
Bestuur De Raad van Bestuur (RvB) van Allerzorg is verantwoordelijk voor de strategische leiding en wordt gevormd door twee personen, een man en een vrouw. De praktische leiding wordt gedelegeerd aan productspecialisten die verantwoordelijk zijn voor hun eigen
Toezicht De Raad van Commissarissen (RvC) is onafhankelijk. De raad controleert het beleid en adviseert gevraagd en ongevraagd. De Raad van Commissarissen evalueert het functioneren van Allerzorg ten minste eenmaal per jaar buiten aanwezigheid van het bestuur en
16
informeert het bestuur over de uitkomsten hiervan. Overleg met het bestuur vindt minimaal vijf keer per jaar plaats. Met de Ondernemingsraad en Centrale Cliëntenraad wordt minimaal één keer per jaar overlegd. De Raad van Commissarissen heeft een eigen verantwoordelijkheid om van het bestuur en de externe accountant alle informatie te verlangen die de raad behoeft om zijn taak als toezichthoudend orgaan goed te kunnen uitoefenen. Hiertoe overlegt de externe accountant een managementletter en woont de vergadering bij waarin de jaarrekening wordt besproken. De Raad van Commissarissen wordt gevormd door vier personen, drie mannen en een vrouw. De leden hebben specifieke deskundigheid op de deelterreinen zorg, financiën, bedrijfseconomie, management en juridische kennis. Bedrijfsvoering In 2014 leverde Allerzorg nog huishoudelijke verzorging. Toen al is besloten hier niet mee door te gaan. In 2015 is Allerzorg helemaal gestopt met het leveren van huishoudelijke verzorging. Dat heeft te maken met de lage tarieven van gemeenten waar Allerzorg niet de kwaliteit zorg voor kan leveren zoals zij die voorstaat. Ook is het voor een landelijk werkende zorgaanbieder als Allerzorg ondoenlijk om met ongeveer 400 gemeenten contractafspraken te maken. In overleg met cliënten en medewerkers zijn de laatste teams huishoudelijke verzorging en de cliënten ondergebracht bij collega-zorgaanbieders. Ook heeft Allerzorg intern diverse aanpassingen gedaan die te maken hebben met een ander financieringssysteem en met het aanbieden van specialistische zorgvormen. Daarnaast is er veel aandacht geweest voor het aantrekken en opleiden van wijkverpleegkundigen die per 1 januari 2015 de zorgplannen moeten opstellen. Tot 2015 stelde het Centrum Indicatiestelling Zorg (CIZ) de indicaties vast.
Centrale Cliëntenraad Als schakel tussen de cliënt en Allerzorg informeert de Centrale Cliëntenraad zich over de tevredenheid van de cliënten over de zorg- en dienstverlening door Allerzorg. Met de verkregen informatie geeft de Centrale Cliëntenraad de Raad van Bestuur van Allerzorg praktische adviezen. De Centrale Cliëntenraad heeft in 2015 ongevraagd advies uitgebracht over de zorgevaluatieformulieren en de doorverwijsfunctie door zorgverleners. Verzwaard advies is gegeven over de overdracht van de huishoudelijke verzorging en begeleiding. De Centrale Cliëntenraad vindt persoonlijk contact met cliënten belangrijk. De Centrale Cliëntenraad bezocht daarom ook in 2015 de verwendagen voor cliënten in de regio’s. Een groot succes waren onder andere de verwendag van Kindzorg op landgoed Schovenhorst te Putten en het stamppottenbuffet in Leersum. De Centrale Cliëntenraad heeft aangegeven dat het huidige cliënttevredenheidsonderzoek, de CQI, die Allerzorg op basis van contractuele verplichtingen met enkele zorgverzekeraars inzet, niet optimaal is. De Raad van Bestuur heeft de Centrale Cliëntenraad gevraagd mee te denken om op een andere wijze de cliënttevredenheid te meten. De Centrale Cliëntenraad heeft 145 cliënten telefonisch benaderd met vijf vragen. Deze open vraagstelling leverde soms verrassende antwoorden op die Allerzorg kan gebruiken de zorg zo mogelijk nog verder te verbeteren. Zoals veel zorgaanbieders heeft ook Allerzorg te maken met het fenomeen ‘overproductie’: meer cliënten dan voorzien hebben zorg nodig. Allerzorg krijgt geen vergoeding voor deze cliënten en is om die reden genoodzaakt af te zien van het leveren van de gewenste zorg. De Centrale Cliëntenraad vindt dit een ongewenste situatie en maakte dit
17
bespreekbaar tijdens de bijeenkomsten over de zorginkoop met de verzekeraars. Voor meer informatie, zie het eigen jaarverslag van de CCR. Ondernemingsraad De Ondernemingsraad vertegenwoordigt de medewerkers van Allerzorg en is daarmee ook het platform in de contacten met de Raad van Bestuur. In het handelen van de raad staat met name het belang van de medewerkers centraal. De Ondernemingsraad wordt betrokken bij de ontwikkelingen binnen Allerzorg die de medewerkers direct en organisatiebreed aangaan. In 2015 is besloten via vaste contactpersonen in het land het contact met de medewerkers vorm te gaan geven. In 2015 heeft de Raad van Bestuur het competentiemanagement en de gesprekscyclus tot instemming voorgelegd aan de Ondernemingsraad. In het kader van “Boeien en Binden” heeft Allerzorg afgesproken te gaan werken met een zogeheten gesprekscyclus. Ook HPO (High Performance Organization) vraagt aandacht voor de dialoog tussen management en medewerkers. De Ondernemingsraad heeft – na overleg – met het verzoek ingestemd. De Ondernemingsraad heeft de Raad van Bestuur in 2015 benaderd met een advies om de werkkostenregeling (WKR) anders te gaan verdelen. Ook heeft de Ondernemingsraad een advies geschreven over communicatie. Onderdeel is de navraag over signalen dat reistijd en bereikbaarheidsdienst niet geheel volgens cao zouden worden uitbetaald. Voor meer informatie, zie het eigen jaarverslag van de OR.
18
Verpleegkundige/verzorgende Advies Raad (VAR) Op 14 juli 2015 heeft de VAR (voorheen ZAR) van Allerzorg een herstart gemaakt. De VAR is een adviescollege van verzorgende en verpleegkundige professionals. De VAR draagt bij aan de kwaliteit van zorg vanuit het verpleegkundige en verzorgende beroep. Een belangrijke doelstelling van de VAR is invloed uitoefenen op het zorgbeleid van Allerzorg vanuit de professionele beroepsuitoefening door verpleegkundige en verzorgende kennis en kunde. Een kerntaak van de VAR is het geven van gevraagd en ongevraagd advies. Ook draagt de VAR bij aan een grotere betrokkenheid van de zorgverleners bij de koers van Allerzorg en verbreding van het draagvlak binnen Allerzorg voor nieuw beleid.
19
PALLIATIEF
Meneer Daems kreeg palliatieve zorg van Allerzorg. Maaike, Harriët, Jo-Anne en Gyan verzorgden hem 5 weken, 24 uur per dag en maakten afspraken met de dochters van meneer Daems.
Paula Vreeburg-Daems
‘Ik kon in de eerste plaats dochter zijn’ “Ik kon in de eerste plaats dochter zijn in plaats van verzorgende. Zo heb ik de palliatieve zorg voor mijn vader ervaren. Fijn dat er zaken waren waarover ik dankzij de inzet van Allerzorg níet over hoefde na te denken. Praktische zaken zoals opstaan, wassen, van alles aanreiken, dat ging allemaal vanzelf. Maaike, Jo-Anne, Harriët en Gyan wisten bij mijn vader de juiste snaar te raken. Zo stelde ik hem voor om het bed van de bovenetage naar de woonkamer te verplaatsen. Dat wilde papa absoluut niet. Een paar uur later zag hij toch de voordelen. Harriët regelde dat het bed de volgende dag in de woonkamer stond. Zijn situatie ging op het laatst heel snel achteruit. Sedatie (inslapen) leek ons als dochters het beste voor een menswaardig einde. Ik zag er enorm tegenop om dit met mijn vader te bespreken. Maaike zou het gesprek voeren, maar op een gegeven moment nam ik het gesprek als vanzelf over. Eigenlijk ging het heel goed. Ik denk ook met ontroering aan het moment ná het overlijden. Jo-Anne zou mijn vader verzorgen. Ik was erbij. Uiteindelijk hebben we het samen gedaan. Nooit verwacht dat ik dat zou doen. Jo-Anne bood mij de ruimte. Het was goed zo.”
20
Maaike Groot
‘Het deed ertoe’ "Praktische zaken zoals opstaan, wassen, van alles aanreiken, dat ging allemaal vanzelf."
“Terugkijkend op de vijf weken dat wij meneer Daems verzorgden, zie ik een een mooie samenwerking met meneer Daems, zijn twee dochters en de medewerkers van Allerzorg. Meneer Daems hield de regie in eigen hand, en de dochters wilden ook een deel van de zorg doen. Daarover hebben we goede afspraken kunnen maken. We waren een team. Zo had meneer Daems een speciale band met Gyan. Hij is geen doorsneeverpleegkundige en leek minder te passen bij de wereld van meneer Daems. Maar toen bleek dat ze allebei boogschieten als hobby hadden, was het ijs snel gebroken. Met een andere collega was die klik minder. Dat kan altijd gebeuren. Haar hebben we daarom van dit zorgtraject afgehaald. Er was in deze weken vooral een fijne, rustige sfeer. We hebben in goed overleg taken van meneer Daems en zijn dochters overgenomen, zodat iedereen zich daar – gegeven de situatie – goed bij voelde. Van belang is dat we steeds zijn nagegaan of onze manier van werken meneer Daems en de dochters beviel. Die combinatie van zorg uit handen nemen en nagaan hoe mensen dit ervaren en zo nodig aanpassen, is wel typisch Allerzorg vind ik. Het deed ertoe, onze bijdrage in deze laatste weken van meneer Daems.”
21
4. Hoe mensen onze kwaliteit ervaren Vernieuwen is de standaard Kwaliteit is pas kwaliteit als cliënten en medewerkers het ook als zodanig ervaren. Die ervaring is altijd in ontwikkeling. Uitgangspunt is – net als vóór 2015 – dat er goede, veilige en verantwoorde zorg wordt geleverd op een manier zoals we dat ook voor onze naasten wensen. Allerzorg heeft zich aangesloten bij de Stichting OMAHA System. Met behulp van dit systeem wordt het leveren van zorg in de wijkverpleging en de resultaten van die zorg overzichtelijker en beter controleerbaar.
22
Kwaliteitscertificaat Sinds eind 2007 beschikt Allerzorg over een gecertificeerd kwaliteitssysteem. In 2015 was dat het ISO-Healthcare kwaliteitssysteem. In 2015 is dit systeem getoetst. De uitkomsten waren positief. Dit kwaliteitssysteem gaat uit van de professionele competenties van de medewerkers: bekwaamheden die zijn gebaseerd op kennis, ervaring en vaardigheden. Het kwaliteitssysteem ondersteunt de medewerkers om hun professie uit te oefenen waarbij verantwoordelijkheid wordt afgelegd over de geleverde prestaties. Dit vormt een goed uitgangspunt voor het zoeken naar een nog meer up-to-date kwaliteitssysteem.
Allerzorg bereidde zich daarom in 2015 al voor op een nieuw kwaliteitssysteem: JCI (Joint Commission International). Dat is een in Nederland nog relatief nieuw internationaal kwaliteitslabel voor ziekenhuiszorg, met daarbij een specifieke standaard voor zorg aan huis. In 2015 is in samenwerking met een externe partij nagegaan of Allerzorg volgens de JCI-normen zou kunnen gaan werken. Op basis van deze analyse is een stappenplan opgesteld dat tot een officiële JCI-erkenning moet leiden. Het traject naar de erkenning toe richt zich op de zorgprocessen en op de competenties van de medewerkers en leidinggevenden.
JCI stelt het samenspel van cliënt en zorg professional centraal waar andere kwaliteitslabels vooral normen en procedures als uitgangspunt nemen. Dit veiligheidssysteem haakt aan bij de veiligheidssystemen van de topklinische ziekenhuizen die al volgens de JCI-standaarden zijn geaccrediteerd. Doordat Allerzorg binnenkort vanuit hetzelfde perspectief aan veiligheid werkt, kan de voortgang van de verplaatste zorg van ziekenhuis naar thuis alleen maar ten goede komen.
23
24
Cliënttevredenheidsonderzoek In 2014 wees een cliënttevredenheidsonderzoek uit dat cliënten Allerzorg waarderen met een gemiddelde 8,9 voor de medewerkers en een 8,7 gemiddeld voor de organisatie. Een resultaat waar Allerzorg trots op is. Het cliënttevredenheidsonderzoek is uitgevoerd volgens de richtlijnen van de ‘consumer qualityindex’ door Facit. In 2016 wordt dit onderzoek door het meetbureau Triqs uitgevoerd. Het rapportcijfer voor Allerzorg Kraamzorg in 2015 was gemiddeld een 8,5. Voor Allerzorg Kraamzorg vindt deze meting ook elke twee jaar plaats en zal dus weer in 2017 plaatsvinden. In 2015 is gestart om cliënten Allerzorg te kunnen laten beoordelen via Zorgkaartnederland.nl. Klachten zijn adviezen In 2015 heeft Allerzorg acht klachten van cliënten op directieniveau in behandeling genomen. Deze betroffen de invulling van de overeengekomen zorg. Vrijwel alle klachten zijn naar tevredenheid afgehandeld en hebben geleid tot verbeteringen in de zorg- en dienstverleningsprocessen. Allerzorg heeft een externe onafhankelijke Klachtencommissie waar klachten kunnen worden voorgelegd die niet naar tevredenheid kunnen worden afgehandeld . Hiervoor heeft Allerzorg zich aangesloten bij de externe Klachtencommissie van Quasir. Op www.quasir.nl is de samenstelling van de Klachtencommissie gepubliceerd. De Klachtencommissie van Quasir heeft in het verslagjaar één uitspraak gedaan. De klachtenregeling van Allerzorg komt standaard ter sprake bij het intakegesprek met cliënten. Ook is de regeling genoemd in het zorgdossier en verwijst de website van Allerzorg naar de klachtenprocedure. Extern toezicht In 2015 heeft de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) Allerzorg verzocht een onderzoek in te stellen
naar de wijze waarop zorg wordt verantwoord en gedeclareerd. Hierop heeft Allerzorg een intern onderzoek uitgevoerd naar de wijze waarop wordt omgegaan met de verantwoording van zorg, reistijd en het te laat afzeggen van zorgmomenten door de cliënt. Uitkomst van het onderzoek is dat hiermee verschillend wordt omgegaan, maar dat Allerzorg ondanks deze verschillen voldoet aan de wet- en regelgeving. Het onderzoek heeft wel geleid tot verbeteringen in het beleid, de instructie van medewerkers en de werkmethode. De NZa was tevreden met de rapportages en de antwoorden op de openstaande vragen. Innovaties van producten en van dienstverlening iPads Zorg op afstand – ook wel beeldzorg genoemd – biedt kansen voor dementerenden en voor eenzame cliënten. Zo kunnen medewerkers en cliënten met iPads sneller en makkelijker contact leggen. Maar ook met mantelzorgers en anderen kan desgewenst vaker ‘live’ contact worden gemaakt. De inzet van professionele zorgverleners kan hierdoor verminderen. Sommige oudere cliënten ervaren de inzet van iPads niet altijd als een verbetering. Bijvoorbeeld omdat er geen goede internetverbinding is of omdat het toch te ingewikkeld is. In 2015 werd op basis van vrijblijvendheid in de regio’s Hilversum, Twente en Flevopolder beeldzorg waar mogelijk gestimuleerd. Medicatie Controle App en bloeddrukmetingen De Medicatie Controle App controleert medicatie die bij verkeerde dosering een groot risico vormt. De dubbele medicatie controle via deze app voldoet aan de eisen van de Inspectie Gezondheidszorg (IGZ). Ook de bloeddrukmetingen zijn in 2015 waar mogelijk als standaard beeldzorg ingevoerd. Via een geactiveerde app kunnen de meetresultaten direct in het elektronisch cliënten dossier (ECD) worden geplaatst.
25
WOON
Wonen bij September is voor ouderen die er gaan wonen even wennen. Alles kan hier en medewerkers nemen de tijd. Allerzorg en Wonen bij September werken intensief samen.
Bep Jansen
‘Natafelen vind ik het gezelligst’ “Ons huis werd te klein. Daarom ben ik juni 2015 verhuisd naar Wonen bij September in Wageningen. Ik ben vroeger gezinsverzorgster geweest. Mijn man was keurmeester van vlees. Hij is overleden kort nadat we hier kwamen wonen. Daar heb ik nog steeds verdriet van. Maar gelukkig komen mijn kinderen vaak op visite en ik kan fijn praten met Jorieke. Dat scheelt. Ik vind vooral de gezelligheid fijn hier in Wageningen. Lekker aan de tafel met z’n allen. Iedereen vertelt verhalen. Het eten is ook erg goed. Pas nog een Indonesische rijsttafel met een wijntje erbij. Gezellig! Het gezelligst vind ik het natafelen. Dat je allemaal nog even een uurtje blijft zitten om met elkaar te praten. Ik heb hier vorige week twee cakes gebakken! Het is jaren geleden dat ik dat gedaan had. Iedereen vond de cake erg lekker. Strijken doe ik ook graag, maar in opvouwen ben ik niet zo goed. Dat doet iemand anders. We leven in een rare wereld. Al die aanslagen en zo. Daar praten we met elkaar over. Ik wil graag weten wat er gebeurt. Daarom lees ik iedere dag de krant en kijk ik graag naar programma’s van Omroep Max.”
26
Jorieke van de Zandschulp
‘Verschil van dag en nacht’ "We kennen geen hiërarchie en geen managers. Iedereen pakt alles op."
“Het was even wennen voor Bep toen ze vorig jaar hier kwam wonen. Ze is soms verdrietig. Dan ga ik bij haar zitten en praten we samen. Fijn dat ik daar de tijd voor kan nemen. Het was voor mijzelf hier trouwens ook wennen. Ik werk hier nog niet zo lang. Toen ik hier net was, moest ik onthaasten. ‘Ga nou maar lekker zitten en drink eerst maar eens op je gemak een kop koffie’ zeiden collega’s. Ik wist niet wat me overkwam. Voor dit soort dingen hadden we in het verpleeghuis waar ik eerst werkte absoluut geen tijd. Ik vind het echt een verschil van dag en nacht. Hier is voor alles tijd. In het verpleeghuis was het altijd rennen en vliegen. We kennen geen hiërarchie en geen managers. Iedereen pakt alles op. We hebben geen aparte ruimtes voor medewerkers. Het is misschien een beetje rare vergelijking, maar het voelt hier als een groot gezin: de bewoners, de medewerkers, we doen alles samen. Het valt mijn man op dat ik zo relaxed ben als ik ’s avonds thuis kom. Dat is waar. Vroeger was ik moe na het werk. Nu niet meer.”
27
5. Duurzaam personeelsbeleid Allerzorg investeert in de duurzame inzet van medewerkers. waardoor onze medewerkers beter in hun vel zitten en ook beter kunnen functioneren vanuit de kernwaarden van Allerzorg. Tijd en aandacht steken in medewerkers is een essentieel onderdeel van goed werkgeverschap. In 2015 is in dit verband onder meer gekeken naar de afstemming tussen werk en privé. Dit vormt een belangrijk onderdeel van de duurzame inzetbaarheid, omdat veel medewerkers bij Allerzorg in deeltijd werken. Op het gebied van opleidingen volgden in 2015 veel medewerkers een opleiding die het specialisme versterkte. Anderzijds waren er mensen die juist generalistisch werden opgeleid. Dit laatste heeft vooral te maken met de wijkverpleging. Doelstellingen De belangrijkste doelstellingen van Allerzorg voor het personeelsbeleid in 2015 waren: • de visie, de kernwaarden van Allerzorg (jezelf kunnen zijn, werken vanuit je hart, echt zien en begrijpen en doen) opnemen in het personeelsbeleid • leidinggevenden faciliteren • leiderschap verder vorm geven vanuit de aandachtpunten van HPO (High Performance Organisatie) met name aandacht voor de dialoog met de medewerker • een aantrekkelijke werkgever zijn die zorgpersoneel een carrière kan bieden • gezondheidsbeleid blijven door ontwikkelen
28
Werving, selectie en begeleiding bij uitstroom Omdat 2015 zich vooral kenmerkte door de verschuiving naar specialistische zorg, is het gemiddelde kwalificatieniveau van de medewerkers veranderd. Dit leidde onder meer tot 66% meer specialistische verpleegkundigen in het vierde kwartaal, vergeleken met het eerste kwartaal. Bij deze verschuiving is vooral gezocht naar ervaren deskundig personeel. Dat kunnen oudere medewerkers of herintreders zijn die bij Allerzorg een professionele werkplek verwerven. Met de invoering van introductiedagen worden sinds 2015 nieuwe medewerkers op een enthousiaste manier bekend gemaakt met de visie en kernwaarden van Allerzorg.
In 2015 verlieten 468 medewerkers onze organisatie en kwamen er 241 nieuwe collega’s bij. Het vertrek had grotendeels te maken met het feit dat Allerzorg in 2015 volledig is gestopt met het aanbieden van huishoudelijke verzorging aan huis. In overleg met cliënten en medewerkers zijn de laatste teams huishoudelijke verzorging en de cliënten ondergebracht bij collega-zorgaanbieders. Met exitinterviews brengt Allerzorg voor iedereen die de organisatie verlaat de beweegredenen in beeld om zo nodig verbeteringen te kunnen doorvoeren. Gezondheidsbeleid Het werken in kleine zelforganiserende teams draagt bij aan een gezond werkklimaat. De valkuil is echter dat medewerkers te lang doorgaan en wegens sociale betrokkenheid over hun persoonlijke grenzen gaan. Aandacht voor dit verzuim is gewenst. De focus zal de komende jaren vooral liggen op vroegtijdig signaleren van verzuim. Aandacht voor elkaar blijft ook dan cruciaal. Allerzorg neemt ook haar maatschappelijke verantwoordelijkheid door medewerkers met financiële problemen actief te begeleiden, te ondersteunen en indien nodig passende hulpbronnen aan te dragen. Verzuimcijfers Het ziekteverzuim in 2015 is voor de totale organisatie gedaald naar 4,56%. In 2014 was dat cijfer 5,43 %. Een belangrijke deel van het ziekteverzuim is het langdurig verzuim, dat 2,1% bedraagt van het totale verzuim. Allerzorg ligt hiermee in lijn met de landelijke trend van hoger langdurig verzuim. Allerzorg werkt veel met externe zorgverleners (ZZP’ers) die vooral werkzaam zijn in de
palliatieve terminale zorg. Deze doelgroep is niet meegenomen in de ziekteverzuim-cijfers, omdat bij ziekte van een ZZP’er geen factuur volgt. Het kortdurend verzuim in 2015 bedroeg 2,46 % en wordt met name veroorzaakt door klachten vanwege fysieke belasting, verkoudheid en griep. Met de ARBO-dienst zijn afspraken gemaakt over de inzet van een arbeidsdeskundige en de bedrijfsartsen, vooral gericht op het frequente verzuim en de middellange (14 tot 42 dagen) en lang verzuimers (langer dan 42 dagen). Opvallend is de toename van het langdurig psychisch verzuim in beide doelgroepen. Dit geeft aan dat vroege signalering belangrijk is. In 2015 zijn trainingen ziekteverzuim voor leiding gevenden gegeven en is het gezondheidsbeleid verder aangescherpt. Medewerkerstevredenheid In 2015 is er geen medewerkers tevredenheid onderzoek geweest. Het rapportcijfer 7,5 van onze medewerkers dateert nog van 2014. Scholing en training De invoering van specialisaties legt meer nadruk op de vakbekwaamheid en op professionele scholing. Steeds vaker werkt Allerzorg samen met ziekenhuizen om deze scholing vorm te geven. Ook verzorgt Allerzorg scholing via de Allerzorg Academie en E-learning. Ontwikkelingen personeelsbeleid in 2016 Werven van deskundig personeel blijft noodzakelijk om de groei van Allerzorg te kunnen realiseren. Campagnes en incentives voor personeel om collega’s te werven, worden met kracht voortgezet. Ook streven we ernaar om via ‘boeien en binden’ medewerkers te behouden.
29
De kernwaarden van Allerzorg Jezelf kunnen zijn Wij willen dat onze medewerkers zichzelf kunnen zijn en vanuit aandacht, respect, rust en vertrouwen hun werk doen. Medewerkers zijn als persoon, als individu welkom bij Allerzorg. We hebben aandacht voor hun ruimte en hun grenzen. We willen dat ook onze cliënten zichzelf kunnen zijn. Zelfstandig waar mogelijk, verzorgd waar nodig. Zodat ze zich thuis voelen, veilig en gewaardeerd. Werken vanuit je hart Werken vanuit je hart doe je onvoorwaardelijk en liefdevol. Het betekent voor Allerzorg en haar medewerkers ‘alles geven’ en ‘er zijn’. De medewerker voelt aan en geeft aandacht, is gedreven en oprecht geïnteresseerd in de mens achter de cliënt en collega. Dat zorgt voor herkenning en contact en maakt de medewerker betrouwbaar. Willen zorgen is één van onze drijfveren. Echt zien en begrijpen Echt zien en begrijpen kan alleen wanneer de medewerker werkt vanuit het hart en zichzelf kan zijn. Dat geeft ruimte aan zelfstandigheid en vrijheid van denken. Iedereen bij Allerzorg kan goed luisteren en geeft aandacht. We hebben gevoel voor context en omgeving. Zo herkennen we en leggen we verbanden. Onze oplossingen weerspiegelen ons respect, onze gedrevenheid, creativiteit en warme deskundigheid. Doen Het gaat ons om het geven van zorg. De juiste zorg, met aandacht. Aan mensen die ons het vertrouwen geven om voor hen te mogen zorgen. Dat is onze missie en daarom is doen onze allesomvattende en laatste kernwaarde. Doen betekent voor ons actie, helpen, problemen oplossen en ontzorgen. Uitgangspunt daarbij is dat alles kan wat echt nodig is en dat mensen boven regels gaan. Daarin zijn we oplossingsgericht, vernieuwend en gedreven, elke dag weer.
30
Sociocratische besluitvorming Sociocratie is een methode waarbij iedereen betrokken wordt bij het nemen van besluiten. Ervaringen elders wijzen uit dat besluiten op deze manier sneller en met meer draagvlak kunnen worden genomen. Van belang is dat elke medewerker een stem heeft en gehoord wordt. In 2014 is in de regio’s Zeeland en Utrechtse Heuvelrug proefgedraaid met deze aanpak. Deelnemers gaven aan met sociocratie een veilig klimaat te ervaren, waarin iedereen aan bod komt en mensen elkaar laten uitpraten. Allerzorg heeft in 2015 het gedachtengoed van de sociocratische besluitvorming in vergaderingen en besluitvorming waar mogelijk toegepast.
31
KRAAM
Eigenlijk zijn het collega’s: Iris Wentink en Tamara van Impelen, allebei kraamverzorgende bij Allerzorg. Maar Iris ging van een dochter bevallen en dus werd Tamara haar kraamverzorgende. Een boeiend gegeven, waar ze allebei van leerden.
Iris Wentink
‘Met volle teugen genieten’ “We zijn Allerzorg-collega’s maar los daarvan adviseerde de verloskundige ook dat de kraamzorg van Allerzorg goed bij me paste. Grappig hè? Eigenlijk zou ik in bad bevallen, maar de bevalling ging ineens zó supersnel. Er kwam niets van. Gelukkig waren de verloskundige en Tamara allebei precies op tijd bij de bevalling. De kraamperiode liep heel soepel. Ik moest vooral dingen afleren. Anderhalf uur na de bevalling wilde ik het bed alweer uit. Maar dat mocht niet van Tamara. Ik moest uitrusten en genieten. Ze had gelijk, het was een beroepsreflex van me: hup, aan de slag, aanpakken. Dat zit in me. Maar Tamara had dat wel door en leerde me dat ik vooral de tijd moest nemen. Het was wennen om ineens zelf moeder te zijn. Weet je, ik stond na een paar dagen bij het aankleedkussen en ineens realiseerde ik me: ‘Emma is van mij. Ze gaat nooit meer weg’. Normaal gesproken ben je steeds maar maximaal tien dagen bezig met een baby. Maar Emma en ik blijven bij elkaar. Altijd. Met dank aan Tamara die me hielp om echt helemaal uit de routine van het dagelijks werk te stappen en om met volle teugen te genieten van het moederschap.”
32
Tamara van Impelen
‘Sterke band met elkaar’ "Het ideale van Allerzorg is dat je zelf invulling geeft aan je werk als kraamverzorgende."
“Dat was wel even gek om te kramen bij een vriendin én collega. Maar aan de andere kant, ik zette ook bij Iris mijn beroepsmatige ervaring in. Je staat op scherp en checkt of je overal aan hebt gedacht bij het assisteren bij de bevalling: emmers, doeken, kleertjes klaarleggen. Dat soort dingen. Het ging gelukkig allemaal goed. Op één ding na. Ik had het fototoestel per ongeluk van de automatische instelling gehaald. Vage foto’s in het begin. Gelukkig had Ron, Iris’ man, dat snel in de gaten. Verder ging alles goed in de kraamperiode. Hoewel? Ik heb een roze truitje mee gewassen in de witte was. En toen was alles roze… Ik was er in de kraamtijd voor Iris. Maar het was Ron die vooral wilde leren hoe hij alles moet doen. Dat ging allemaal heel harmonieus. Het ideale van Allerzorg is dat je zelf invulling geeft aan je werk als kraamverzorgende. Niemand is hetzelfde. Je past je aan de situatie aan. Natuurlijk zijn er protocollen, maar je houdt de vrijheid om daarbij samen met het gezin te bepalen hoe je dingen aanpakt en waar je accent op legt. Je kunt als kraamverzorgende op die manier een stuk van jezelf kwijt in wat je doet.”
33
6. Financiën Toelichting jaarrekening Over 2015 is door Allerzorg BV een positief bedrijfsresultaat behaald van € 523.000 (2014: € 171.000), Het resultaat na belastingen ad € 417.000 is toegevoegd aan het eigen vermogen. Het eigen vermogen is daardoor gestegen tot € 2.651.000. De solvabiliteit (eigen vermogen/totaal vermogen) van de organisatie bedraagt daarmee 36,7 % per ultimo 2015 (2014: 34,3%). De grote veranderprocessen van 2015 – de wijzigingen in de wetgeving en financiering van zorg, gecombineerd met de interne verandering
Resultaatontwikkeling (€)
van regio- naar specialismestructuur – zijn met succes gerealiseerd. De laatste teams huishoudelijke hulp en haar cliënten zijn ondergebracht bij collega-zorgaanbieders. Het verlies op deze activiteit, tezamen met de beëindigingskosten, heeft Allerzorg in 2015 € 226.000 gekost. Het bedrijfsresultaat ad € 523.000 bedraagt 1,5 % van de totale omzet ad € 34.639.000 De ontwikkeling van het resultaat is als volgt:
2015
2014
verschil (%)
1.732.327
20.824.519
-92%
32.901.772
12.133.771
171%
4.978
6.001
-17%
34.639.076
32.964.291
5%
32.633.847
31.088.905
5%
238.395
263.542
-10%
Overige bedrijfskosten
1.244.048
1.440.601
-14%
Som der bedrijfslasten
34.116.291
32.793.048
4%
522.786
171.243
205%
22.538
34.457
-35%
Resultaat voor belasting
545.324
205.700
165%
Vennootschapsbelasting
-128.170
-41.139
212%
Resultaat boekjaar
417.154
164.561
153%
Opbrengsten Wettelijk budget voor aanvaardbare kosten Niet-gebudgetteerde zorgprestaties Overige bedrijfsopbrengsten Som der bedrijfsopbrengsten Berijfslasten Personeelskosten Afschrijvingen
Bedrijfsresultaat Financiële baten en lasten
34
Verklaringen voor ontwikkeling van het bedrijfsresultaat Afgezien van de genoemde bijzondere lasten zijn de volgende zaken van belang: Omzet De omzet van de kraamzorg is sterk gestegen met € 1.771.000, zodat vrijwel de gehele omzetstijging in 2015 is toe te wijzen aan de groei van de kraamzorg-activiteiten. Bij wijkverpleging, inclusief palliatief terminale zorg en intensieve kindzorg was de vraag naar zorg in 2015 hoger dan het maximaal aantal uren te honoreren dienstverlening dat de verzekeraars hadden toegewezen . Dit vanwege de landelijke taakstelling ad € 500 miljoen. Allerzorg is er grotendeels in geslaagd om, in goed overleg met de verzekeraars, de overproductie gefinancierd te krijgen. Deels is dat echter onder aftrek van 5% tariefkorting gebeurd. Het nieuwe specialisme dermatologie dat aan het wondzorgspecialisme is toegevoegd, als ook de medisch specialistische verpleging thuis (MSVT), waartoe de infusiezorg behoort, zijn met succes in 2015 gelanceerd. Vanwege de strategiekeuze voor het leveren van specialistische zorg wordt deze hoogcomplexe zorg steeds vaker geleverd. Hierdoor is het aandeel van de gespecialiseerde verpleging hoger dan het gemiddelde in de branche. Ook de gemiddelde kostprijs per cliënt valt hoger uit. De toegenomen zorgzwaarte van de cliënten is hiervan de oorzaak. Personele kosten Naast de CAO stijging van 1,5% vanaf 1 maart 2015 is met name in het eerste halfjaar meer indirecte tijd besteed aan het voorbereiden van het zelf indiceren, wat voorheen door het Centrum Indicatiestelling Zorg (CIZ) werd gedaan. Met name deze factoren leidden in 2015 tot een gestegen kostprijs. Verdergaande digitalisering van (zorg)processen maakt een verlaging van de
organisatiekosten overigens mogelijk, ondanks de toename van de administratieve lastendruk. Financiering Het grotendeels wegvallen van de bevoorschotting in 2015 heeft Allerzorg genoodzaakt tot het aangaan van een bankkrediet ad € 500.000. Dit was nodig om schommelingen in de liquiditeit op te vangen. De diverse gemeenten waarmee Allerzorg zaken deed in het kader van de Wmo hanteren verschillende declaratiesystemen. Ook die zorgden, en zorgen nog steeds, voor een veel te late betaling van onze declaraties. Financiële instrumenten Allerzorg heeft de gebruikelijke financiële instrumenten zoals overeenkomsten met de zorgverzekeraars. Het prijsrisico is gezien de aard van de activiteiten zeer beperkt. Ook het kredietrisico is gezien de tegenpartijen zeer beperkt. Nu de transitie plaats heeft gevonden is het liquiditeits- en kasstroom risico toegenomen als gevolg van de omslag van bevoorschotting naar declaratiebasis. Risico’s en maatregelen Allerzorg onderneemt in de zorgbranche met een besloten vennootschap als juridische structuur. De zorgbranche vraagt om een behoudend risicoprofiel gelet de zeer magere marges en het directe cliëntbelang. Allerzorg innoveert continu om proces- en kwaliteitsverbeteringen te realiseren. Deze projecten hebben een hoger risicoprofiel. Risico’s worden daarbij gedegen afgewogen, zonder het ondernemende karakter van Allerzorg te belemmeren. De dialoog met medewerkers wordt intensiever gevoerd om sneller risico’s te onderkennen en verbetermaatregelen te kunnen nemen. Bestuursleden en management gaan meermalen per jaar mee met uitvoerend medewerkers om voeling te houden met de dagelijkse zorgpraktijk.
35
Het besluit om het internationaal hoog aan geschreven JCI kwaliteitssysteem te gaan invoeren geeft uiting aan de richting die Allerzorg nastreeft om op hoog niveau van kwaliteit en veiligheid haar werk te doen. Risicobeheersing op alle terreinen is een belangrijk onderwerp van het JCI programma. Allerzorg heeft een risicoanalyse opgesteld die periodiek wordt geactualiseerd en besproken met de toezichthouders. De grootste risico’s waarmee Allerzorg wordt geconfronteerd zijn:
Strategie: Er is een risico op misinterpretatie door zorgfinanciers van de onderscheidende specialismestrategie van Allerzorg. De afwijkende productmix t.o.v. de reguliere thuiszorgactiviteiten vraagt om heldere communicatie. Allerzorg steekt in op ‘value based healthcare’ in plaats van op ‘cost based’. De ziekenhuis verplaatste zorg, die Allerzorg in toenemende mate levert, is van grote meerwaarde voor de cliënt en levert tegelijkertijd een lagere kostprijs op voor de zorgfinancier. Schotten in de financieringssystemen werken remmend op het vervagen van het onderscheid tussen de ‘cure’ en de ‘çare’ . Een goed voorbeeld waarbij de schotten zijn weggenomen is de samenwerking van Allerzorg met het Emma Thuis team van het AMC in nauwe afstemming met de verzekeraar Achmea. Het Intensieve Kindzorg team van Allerzorg vormt daarbij de brug van ziekenhuis naar thuis voor ernstig zieke kinderen. Operationele risico’s: • Niet vergoede productie: zorginhoudelijk noodzakelijk geleverde productie boven de contractafspraak met de zorgverzekeraar en/ of zorgkantoor die niet of gedeeltelijk wordt vergoed. Gedurende het boekjaar 2015 liep dit risico op tot boven het tot dan toe gerealiseerde exploitatieresultaat. Allerzorg heeft uiteindelijk
36
het grootste deel vergoed gekregen in goed overleg met verzekeraars. Een bedrag van ruim € 100.000 aan geleverde zorg moest voor rekening van Allerzorg worden genomen. Per maand wordt een productiemonitor gerapporteerd met de afwijkingen tussen budget en realisatie. Daarbij wordt tevens een extrapolatie uitgevoerd naar jaarbasis. De ontwikkelingen worden vroegtijdig met zorgfinanciers gedeeld. • De grote variëteit van ICT systemen bij gemeenten (Wmo) belemmert een tijdige betaling van declaraties wat op zich weer leidt tot druk op de liquiditeiten. Om die reden heeft Allerzorg ervoor gekozen om zoveel als mogelijk Wmo gefinancierde activiteiten te beperken.
Personele zaken: • Risico van onvoldoende capabel personeel in relatie tot de gecontracteerde zorgvraag. Allerzorg heeft in lijn met de strategie in toenemende mate gespecialiseerd verpleegkundigen nodig. De specifieke competenties zijn schaars. Allerzorg biedt verpleegkundigen uitermate goede ontwikkelkansen. Een andere ontwikkeling is uitwisseling met ziekenhuispersoneel. • Het fiscale regime van ZZP’ers in de zorg belemmert al jaren de flexibele inzet van zorgprofessionals. Nauwkeurig wordt iedere ZZP’er getoetst op het bezit van een geldige VAR verklaring. Vanaf 1 mei 2016 komt de modelovereenkomst daarvoor in de plaats. Dit verkleint naar verwachting het ZZP-potentieel wat de groei-ambitie op palliatief terminale zorg belemmert. Financiële risico’s: • De wijziging van AWBZ bevoorschotting naar declaratiebasis maakt dat ruim een maand omzet aan werkkapitaal voorgefinancierd moet worden. Schommelingen in het inkomsten- en
uitgavenpatroon maakt een passend bankkrediet noodzakelijk. Allerzorg declareert nu twee keer per maand. Allerzorg zou nog vaker willen declareren maar het noodzakelijke retourbericht van de verzekeraar, voordat opnieuw gedeclareerd mag worden, laat vaak te lang op zich wachten. • Allerzorg signaleert afschuivend gedrag door zorgfinanciers tussen Wmo-Wlz-Zvw. Zorgvragers worden van het kastje naar de muur gestuurd. Zorgaanbieders worden vaak ook te laat geïnformeerd over bijvoorbeeld een ingetrokken indicatie waardoor Allerzorg de zorg niet betaald krijgt. Dit heeft inmiddels tot aanpassing van de leveringsvoorwaarden geleid zodat de informatieplicht bij de zorgvrager is belegd.
Vooruitblik financieel beleid 2016 Het financiële beleid 2016 staat in het kader van een verdere verbetering van het financiële resultaat, met name door de eerder ingezette strategiewijziging. De nieuwe specialismen zullen tot wasdom komen en bijdragen aan het resultaat. De belangrijkste investeringen in 2016 betreffen de invoering van het kwaliteitssysteem JCI en de doorgaande digitalisering van (zorg) processen zoals de ontwikkeling van elektronische cliëntendossiers per specialisme. De bewaking van de liquiditeiten blijft een belangrijk onderwerp, omdat vanaf 2016 er geen sprake meer is van bevoorschotting.
Allerzorg voert per kwartaal een risico- en kans enanalyse uit op alle terreinen van haar bedrijfs voering om zo nodig snel bij te kunnen sturen. Onderdeel hiervan zijn financiële risico’s. Deze richten zich voornamelijk op duurzaamheid van liquiditeiten en winstgevendheid van de activiteiten.
37
BEGELEIDING
De heer Bussemaker staat er op dat hij bij zijn
(links Matthea, midden Loet, rechts Hanneke)
voornaam worden genoemd: Loet. Loet krijgt persoonlijke begeleiding van Hanneke Rooks.
Loet en Matthea Bussemaker
‘Hanneke hoort bij ons’ “Elke dinsdagmiddag trekken ze samen baantjes in het zwembad van Driebergen: mijn vader en Hanneke. Loet was een gewaardeerd huisarts. Hij is nu al jaren met pensioen. Door voortschrijdende dementie vergeet hij steeds wat er kort geleden is gebeurd. Een paar keer per week staat Hanneke hem bij als persoonlijk begeleider. Mijn vader en Hanneke passen echt bij elkaar. Allebei geloven ze bijvoorbeeld in de natuurgeneeskunde en ze voelen zich allebei thuis in het humanisme. Dat speelde ook een rol bij de match toen wij destijds bij Allerzorg aanklopten. Af en toen maken we met Hanneke de balans op. Als mij iets opvalt, bespreken we dat. Eén keer per jaar is ook de casemanager erbij. Dat hoort allemaal bij de formele structuur. Belangrijk! Maar nog belangrijker vind ik dat Hanneke en Loet elkaar op een natuurlijke manier aanvoelen en dat mijn vader zich daar merkbaar prettig bij voelt. Hanneke is helemaal ingeburgerd. Ze hoort bij ons.” Loet “Ik vind het gezellig om naar Hanneke te kijken als ze hier bezig is. Samen hangen we de was op. Ik geef de was aan.”
38
Hanneke Rooks
‘Het belang van kleine rituelen’ "Als we gaan zwemmen hang ik de zwemkleding en handdoeken in het zicht op een vaste plaats op, zodat Loet weet. ‘O ja, we gaan zwemmen’."
“Als ik bij Loet ben, hebben we zo onze vaste patronen. Dinsdags zwemmen, maar ook een wandelingetje buiten hoort erbij. Sommige mensen denken dat ik Loet’s dochter ben als we voorbij wandelen. Een goede sfeer waarbij Loet zich op z’n gemak voelt, is heel belangrijk. Ik doe aan mindfullness bijvoorbeeld. Soms zet ik muziek op – Loet heeft een enorme platenverzameling – en daar dansen we dan op. Het is niet alleen een kwestie van gezellig en goede sfeer. Ik ga ook steeds na of alles goed loopt en of aanpassingen in de begeleiding nodig zijn. In 2015 is die begeleiding intensiever geworden. Veiligheid en herkenbaarheid spelen een steeds grotere rol. Ik let er op dat alles in huis overzichtelijk op z’n plaats staat. Als we gaan zwemmen hang ik de zwemkleding en handdoeken in het zicht op een vaste plaats op, zodat Loet weet. ‘O ja, we gaan zwemmen’. Nog een voorbeeld. Als we de was ophangen, klapt hij altijd het rekje uit en geeft hij de was aan. Het zijn kleine rituelen die Loet bevestigen in het gevoel dat hij nog steeds grip heeft op wat er om hem heen gebeurt.”
39
Kasteel 4 3441 BZ Woerden WIJKVERPLEGING
Postbus 2136 3440 DC Woerden T 0348 416 834 F 0348 431 728
KRAAM
E
[email protected] W www.allerzorg.nl
KIND
WOND
PALLIATIEF
BEGELEIDING
VAKANTIE
WOON
SPECIALISTISCH