Nr. 9
Zitting van dinsdag 24 september 2015 Voorzitter: de heer G. Veldhuijzen, waarnemend burgemeester. Aanwezig zijn de leden: de heren F. Alba Heijdenrijk en F.M.Th. Barth, mevrouw G.H. Biesheuvel-van Diemen, de heren R.J.J. van Breemen en H. Chaaby, mevrouw N. van DalenEggink, de heren I. Elmaci en E. Güngör, de dames E.W.H. Hamann en J.T.E. Hoogesteger, de heren A. de Jong, A. Koçak en L.R.J. van Luijk, de dames A. Mager-Schroten, N.J. Marisvan Exel en M.J. Molengraaf-Vullers, de heren H.J. van Mourik, L.A. Onvlee en P.C.J. Schefferlie, mevrouw F.J. Schouwenaar en de heren B. van Son en D. van Zanten. Griffier: de heer H. Sepers. Tevens aanwezig: de wethouders mevrouw A.L. Dansen en de heren M.A.J. Doodkorte, J. Freije, E.B. Klink en A.J. Rijsdijk, alsmede mevrouw mr. drs. A.W. Vergouwe, gemeentesecretaris. Afwezig: mevrouw A.G. van Maaren en de heren K.E. Lutterkort en I. Tekir.
* AGENDA: 1. Opening (19.30 uur). ............................................................................................................................................... 2 2. Aanwijzing van het lid dat het eerst aan de beurt van stemmen is. .......................................................................... 2 3. Vaststelling agenda. ................................................................................................................................................. 2 4. Notulen van de raadsvergaderingen van 25 juni, 9 juli en 25 augustus 2015........................................................... 2 5. Lijst ingekomen stukken. ......................................................................................................................................... 2 6. Motie PvdA tijdelijke opvang vluchtelingen in de gemeente Gorinchem. ............................................................... 4 7. Voorhangbesluit lening Natuurcentrum (nr. 2015-1420) ....................................................................................... 14 8. Beëindiging subsidie Jeugdtheaterhuis. ................................................................................................................. 26 9.1 Kaderstelling woningbouwplan Mollenburg (nr. 2015-1370) ................................................................................ 33 9.2 Rekenkameronderzoek bestuurlijke samenwerkingsverbanden (nr. 2015-1419) ................................................... 44 9.3 Wijziging verordeningen op: ................................................................................................................................. 48 rekenkamercommissie Gorinchem (RKC) ............................................................................................................. 48 functioneringsgesprekken burgemeester en raad ................................................................................................... 48 fractievergoeding ................................................................................................................................................... 48 fractieassistenten (nr. 2015-1393) .......................................................................................................................... 48 9.4 Vergaderstructuur (nr. 2015-1405) ........................................................................................................................ 50 9.5 Toekomstige werkwijze presidium / fractievoorzitters (nr. 2015-1406) ................................................................ 52 9.6 Toekomstige werkwijze & inrichting griffie (nr. 2015-1407) ................................................................................ 53 9.7 Wijziging Huisvestingsverordening A-V gemeente Gorinchem (nr. 2015-1411) .................................................. 56 10.1 Samenstelling werkgeverscommissie griffie (nr. 2015-1409) ................................................................................ 59 10.2 Aanwijzing lid en plaatsvervangend lid Algemeen Bestuur Gemeenschappelijke Regeling WSW De Avelingen Groep (nr. 2015-1426) .......................................................................................................................... 60 10.3 Aanwijzing lid Algemeen Bestuur Gemeenschappelijke Regeling Regionale Sociale Dienst & Kredietbank Alblasserwaard-Vijfheerenlanden (nr. 2015-1427) ........................................................................... 60
I-1
11. Sluiting. .................................................................................................................................................................. 60
1. Opening (19.30 uur).
De voorzitter: Ik open de vergadering en heet u allen van harte welkom. Bericht van verhindering is ontvangen van de heer Lutterkort wegens ziekte, de heer Tekir wegens een studiereis en mevrouw Van Maaren wegens vakantie. De heer Schefferlie heeft laten weten later ter vergadering te zullen komen. De heer Barth, zijn vrouw en kinderen wens ik vanaf deze plaats van harte geluk met de gezinsuitbreiding die heeft plaatsgevonden met de geboorte van Mathilde. Namens de raad hebben wij een boeket bloemen laten bezorgen. Het woord is thans aan mevrouw Molengraaf. Mevrouw Molengraaf-Vullers: Mijnheer de voorzitter. Het is aan mij u te melden dat onze fractie een zeer vruchtbare fractie is. Niet alleen het gezin van de heer Barth heeft een uitbreiding ondergaan, maar ook ik ben opnieuw oma geworden van een kleindochter. Verder had ik u vanavond nog willen mededelen dat ook de heer De Jong opnieuw opa is geworden, maar dat kind blijkt nu al een dwarsligger te zijn, want het is er nog steeds niet uit – maar dat kan misschien vanavond nog gebeuren! Om dit alles te vieren hebben wij vanavond een traktatie bij de koffie verzorgd. De voorzitter: Namens ons allen de hartelijke gelukwensen aan alle borelingen, of bijna-borelingen! Dames en heren. U hebt allen een bericht ontvangen over de aanstaande raadsexcursie. Uiterlijk morgen verwacht mevrouw Schepel daarvoor uw aanmeldingen. Voorts meld ik u dat de commissaris des Konings ons zal bezoeken op 8 oktober a.s. Voor die gelegenheid is van half drie tot half vier een bijeenkomst voorzien met raadsleden – mijns inziens kan dat redelijkerwijs een vertegenwoordiger per fractie zijn. De raadsbijeenkomst van volgende week zal worden verrijkt met een presentatie van mijn hand over mijn bevindingen. Ten slotte deel ik u mede dat ik overeenkomstig het besluit van het college afgelopen zaterdag een Schouderklop heb mogen uitreiken aan de heer Van ’t Land, oud-raadslid en -wethouder, voornamelijk vanwege het feit dat hij inmiddels 39 jaar lid is van het bestuur van de Stichting Stadsherstel. 2. Aanwijzing van het lid dat het eerst aan de beurt van stemmen is.
Door het lot wordt aangewezen mevrouw Schouwenaar. 3. Vaststelling agenda.
De agenda wordt ongewijzigd vastgesteld. 4. Notulen van de raadsvergaderingen van 25 juni, 9 juli en 25 augustus 2015.
Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming worden deze notulen achtereenvolgens ongewijzigd vastgesteld. 5. Lijst ingekomen stukken. A. Voor kennisgeving aan te nemen
I-2
1
Brief aan Raad van State – Afwijzing verzoek tot verlengen termijn uitvoeren tussenuitspraak inzake ligplaats woonschip Stationsweg
B.
Bij wijze van besluit akkoord gaan met voorgestelde afdoening
1
Voorhangbesluit Aanpassing Gemeenschappelijke Regeling GEVUDO
1366
22.06.2015
2
Voorhangbesluit financiële situatie Natuurcentrum Gorinchem
1420
02.09.2015
C.
Ter afdoening in handen van het college te stellen
1
Recron Camperplaatsen en het algemeen belangbeginsel
E.
Betrekken bij begrotingsbehandeling
1
Provincie Zuid-Holland bevindingen jaarstukken 2014
39752 12.06.2015
44012 20.07.2015
44807 24.08.2015
G. Betrekken bij raadsbehandeling 1
Reactie op voorgestelde aanpassingen van de A27 R. de Boon
42981 16.06.2015
2
Reactie op voorgestelde aanpassingen van de A27 C. Visser
42982 16.06.2015
3
Reactie op voorgestelde aanpassingen van de A27 R. Stekelenburg
43438 25.06.2015
4
Provincie Zuid-Holland – ontwerp bestemmingsplan Grote Haarsekade 127
40674 14.07.2015
5
PSV Hippos - ontwerp bestemmingsplan Grote Haarsekade 127
40674 14.07.2015
6
Veiligheidsregio ZHZ – ontwerp bestemmingsplan Grote Haarsekade 127
40674 14.07.2015
7
Waterschap Rivierenland – ontwerp bestemmingsplan Grote Haarsekade 127
40674 14.07.2015
8
Van der Brugge makelaardij – ontwerp bestemmingsplan Grote Haarsekade 127 40703 14.07.2015
J.
Informatiebrieven van het college
1
Voornemen tot gunning aanbesteding Jongerenwerk
1378
11.06.2015
2
Serviceorganisatie Jeugd ZHZ
1367
15.06.2015
3
Aanschaf parkeersysteem in garages
1383
18.06.2015
4
Motie Noodhulp
1361
24.06.2015
5
Leerlingenvervoer situatie Klomp Groepsvervoer
1380
25.06.2015
6
Nota Huurprijzensystematiek gemeentelijk vastgoed 2015-2019
1382
06.07.2015
7
Maatschappelijk gebruik van de kantine van Unitas
1388
08.07.2015
8
Onteigening middengebied Hoogdalem
1394
08.07.2015
9
Tijdelijke uitbreiding capaciteit ideeënmakelaar
1396
09.07.2015
10 Welstandscriteria voor zonnepanelen en –collectoren en installaties 11 Commentaarnota Inspraak- en wettelijk vooroverleg en ontwerp bestemmingsplan Grote Haarsekade 127 12 Reactie college op amendement en motie Regionale Huisvestingsverordening Alblasserwaard-Vijfheerenlanden gemeente Gorinchem 2015 13 Verkoop Boerenstraat 11b aan Stichting Studio Peer
1373
09.07.2015
1390
14.07.2015
1391
20.07.2015
1400
20.07.2015
14 Zienswijze conceptbegroting 2016-2019 GR Publieke Gezondheid en Jeugd
1399
28.07.2015
15 Houdbare gemeentefinanciën
1408
17.08.2015
16 Invoering Gastvrij Gorinchempas
1410
17.08.2015
17 Portefeuilleverdeling college van B&W
1421
28.08.2015
18 Energiebesparende maatregelen openbare verlichting
1398
02.09.2015
K.
Beantwoording (schriftelijke) vragen
1
3
Schriftelijke vragen SB nieuwe ontwikkeling inning en opschorting eigen bijdrage 38774 25.06.2015 Schriftelijke vragen SB nieuwe bestemmingsplan Hoog Dalem, herziening win40242 09.07.2015 keleiland 40484 14.07.2015 Schriftelijke vragen SB kunst in kelders
4
Schriftelijke vragen CDA gebruik en zelftest Suwinet bij de gemeente Gorin-
2
40720 19.08.2015
I-3
5
chem Schriftelijke vragen ChristenUnie/SGP en SP Gevolgen extra bezuinigingen jeugdzorg ZHZ
40674 26.08.2015
Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming wordt conform de voorstellen besloten. 6. Motie PvdA tijdelijke opvang vluchtelingen in de gemeente Gorinchem.
De voorzitter: Het woord is allereerst aan wethouder Dansen voor het afleggen van een verklaring. Wethouder Dansen: Mijnheer de voorzitter. Graag wil ik de raad deelgenoot maken van datgene waarmee het college tussen nu en de afgelopen raadsbijeenkomst bezig is geweest op het gebied van het vluchtelingenprobleem. Er is van alles gebeurd. Een ambtelijke werkgroep is gaan onderzoeken wat de mogelijkheden binnen Gorinchem zijn en heeft zich beziggehouden met het voorbereiden van een draaiboek. Samen met de burgemeester ben ik namens het college in gesprek met de verantwoordelijk wethouders en burgemeesters in de regio. Daarvan kan ik melden dat vanmiddag een positief overleg heeft plaatsgevonden. De regio is op zoek naar mogelijkheden om gezamenlijk en individueel een steentje te kunnen bijdragen aan het oplossen van het vluchtelingenprobleem. Naar aanleiding van de grote stroom vluchtelingen is het COA sinds vorige week op zoek naar crisisopvangplaatsen. Gemeenten, en dus ook Gorinchem, hebben van de Veiligheidsregio de vraag gekregen aan te geven of zij beschikken over locaties voor de crisis-noodopvang van vluchtelingen. De resultaten van deze verkenning worden bij de afzonderlijke colleges weer teruggelegd, maar dit terzijde. De eerder genoemde ambtelijke werkgroep heeft onderzocht welke locaties binnen deze gemeente geschikt zouden zijn om tegemoet te komen aan de vragen van het COA. Ter informatie van de raad: het COA is op zoek naar noodopvang voor 72 uur, noodopvang voor langere tijd, tijdelijke opvang op campings en vakantieparken en reguliere opvang in de vorm van een AZC. Een brede ambtelijke werkgroep heeft onderzoek gedaan naar de mogelijkheden die er in Gorinchem zijn. Onze gemeente heeft van verschillende organisaties locaties aangeboden gekregen als mogelijke noodopvanglocatie. Wij menen dat het Wellantcollege de meest geschikte locatie is in het Gorinchemse voor de realisering van zo’n opvanglocatie. Dit hebben wij doorgegeven aan de Veiligheidsregio. Daarop hebben wij overigens nog geen reactie ontvangen. Wachtend op dat antwoord, lijkt het ons verstandig de bewoners van de Lingewijk te informeren over de mogelijkheid dat in hun wijk, in het Wellantcollege, een noodopvang zou kunnen komen. Een brief waarin wij hun informeren wordt vanavond, op z’n laatst morgen, bezorgd in de Lingewijk. Namens het college heb ik ook gesproken met Vluchtelingenwerk Nederland, die graag een bijdrage wil leveren en met ons wil meedenken. Zodra wij van het COA horen, zullen wij in ieder geval contact met de raad opnemen. De heer Chaaby: Mijnheer de voorzitter. Het is goed te horen dat in de regio initiatieven zijn genomen, ook vanuit de ambtelijke werkgroep, en dat naar alle mogelijkheden wordt gezocht om in Gorinchem, maar ook in de regio, een geschikte opvang te kunnen I-4
bieden. Het kan nu lijken alsof de motie die wij namens bijna alle fracties gaan indienen overbodig is, maar we gaan haar toch indienen. Laat ik echter beginnen met het volgende. Damascus, Syrië, juli 2015. Ahmed, vader van drie zonen, loopt richting zijn huis en ziet zijn kinderen van een afstand spelen. Terwijl hij zijn stappen richting het huis vervolgt, hoort hij een knal, en in een mum van tijd ligt het huis in puin. Voordat hij zich realiseert wat er gaande is, ziet hij zijn kinderen niet meer. Hij rent er naartoe, zonder erbij na te denken, en schreeuwt keihard de naam van zijn kinderen. Na een harde knal is het ineens doodstil. Hij sluipt langzaam naar de ravage toe die eerst zijn huis moest voorstellen, dan dringt het tot hem door dat zijn kinderen onder het puin liggen. Zo snel als hij kan, probeert hij ze met z’n blote handen onder het puin vandaan te halen. Na een beetje te hebben gegraven, herkent hij een stukje van het bebloede hoofdje van zijn kindje. Niet wetend hoe hij het lichaampje kan bevrijden, beseft hij dat het laatste uur van zijn kinderen is gekomen. Vol pijn, verdriet en wanhoop heft hij zijn handen omhoog en kijkt hij naar boven, smekend naar God om zijn kinderen een mooie plaats in het paradijs te schenken. Dit was maar één voorbeeld van vele soortgelijke tragedies die dagelijks plaatsvinden in Syrië en de landen eromheen. Zoals wij allemaal weten, ontvluchten duizenden Syriërs hun thuisland wegens de oorlog, een oorlog die nog elke dag duizenden mensenlevens kost. De mensen die deze oorlog ontvluchten, zoeken veiligheid. De zoektocht naar deze veiligheid brengt vele risico’s met zich mee. Wij zijn allemaal op de hoogte van deze situatie. Nu is het aan ons om iets te betekenen voor onze medemensen. Wij zullen ons nooit kunnen voorstellen wat zij doormaken. Wij zien en horen alles wat er gebeurt, maar tegelijkertijd voelen vele mensen, onder wie ik, zich machteloos. Wat kan ik, wat kunnen wij doen om deze vluchtelingen bij te staan? Wat is mijn, wat is onze bijdrage? Hoe kunnen wij de pijn voor hen ietsje verzachten? Er zijn gelukkig al veel initiatiefnemers actief in onze stad, vele organisaties en individuen, zoals het Pastoraat, dat een manifest heeft opgesteld, mede ondertekend door heel wat maatschappelijke en religieuze instellingen, waarin college en raad worden opgeroepen allerlei mogelijkheden te onderzoeken om opvang te bieden. Vanaf deze plek wil ik ook een oproep doen aan het Pastoraat. In het manifest wordt gewag gemaakt van religieuze instellingen. Er zijn in Gorinchem ook islamitische organisaties en moskeeën die heel wat initiatieven nemen. Betrek ook die islamitische organisaties erbij. Samen moeten wij onze krachten bundelen. Dat is de boodschap. Op dit moment worden voedselpakketten samengesteld, kleding ingezameld, geld gedoneerd en religieuze benodigdheden uitgedeeld. Naast deze vorm van liefdadigheid hebben deze mensen ook behoefte aan emotionele steun, en die hoeft niet ingewikkeld te zijn. Alleen al laten zien dat we mensen met warmte ontvangen en de tijd nemen om er voor hen te zijn, is hard nodig om zich weer even mens te voelen. We moeten ons ervan bewust zijn dat deze mensen zich nergens meer thuis voelen. Het is aan ons om hiermee positief om te gaan en hen op te vangen in ons land. Gorinchem heeft een betrokken gemeenschap en dat is prachtig om te zien. Laten we ongeacht cultuur, afkomst of geloof samen bijeenkomen en een steentje bijdragen, want wat wij onszelf en onze kinderen niet toewensen, wensen wij een ander ook niet toe. Het is onze plicht alles op alles te zetten voor de slachtoffers van de humanitaire ramp die in Syrië en landen eromheen plaatsvindt, voor een I-5
toekomst zonder angst, zonder armoede en zonder haat tegen mensen die anders doen of anders denken. Dit is geen kwestie van liefdadigheid, het is een kwestie van rechtvaardigheid. Als raad en college moeten we onze maatschappelijke en humanitaire verantwoordelijkheid nemen en onze inzet tonen, door een tijdelijke opvang aan deze vluchtelingen in onze gemeente te bieden. Wethouder Dansen heeft inmiddels al toegelicht welke mogelijkheden momenteel worden onderzocht. Wellicht kan naast het Wellantcollege ook het Belastingkantoor door het college onder de loep worden genomen, per slot van rekening ook nog een gebouw van het rijk. De PvdA dient thans namens bijna alle fracties de volgende motie in: Motie M1 (PvdA, SP, VVD, CU/SGP/, CDA, GL, D66, GA, Hoogesteger) De raad van de gemeente Gorinchem, in vergadering bijeen op 24 september 2015. Aanleiding Er zijn steeds meer mensen die vanwege oorlog of politieke vervolging hun eigen land ontvluchten en in Nederland een veilig heenkomen zoeken. Voor deze mensen is momenteel onvoldoende opvang. Er zijn geen aanwijzingen dat hierin op kort termijn verandering komt. De raad van de gemeente Gorinchem verzoekt het college om: – zo snel mogelijk in contact te treden met het COA om te bespreken op welke manier Gorinchem een bijdrage voor de korte en/of langere termijn kan leveren; – te onderzoeken of er binnen de gemeente vastgoed beschikbaar is dat met inzet van acceptabele financiële middelen geschikt gemaakt kan worden voor de opvang van vluchtelingen; – naast de huisvesting ook zaken als scholing en begeleiding te faciliteren; – zorgvuldig te kijken naar de schaal en actief het contact met de Gorcumse bevolking te zoeken; – nauwe samenwerking te zoeken met gemeenten in de regio Alblasserwaard en Vijfheerenlanden om te kijken op welke wijze gezamenlijk (extra) ondersteuning kan worden geboden aan op te vangen vluchtelingen. Motivatie/Reden - Gorinchem wil een bijdrage leveren aan de opvang van vluchtelingen. - Ook vanuit de samenleving ontstaan er initiatieven voor opvang (zie Manifest van o.a. Open Pastoraat). - Inzet van andere gemeenten heeft aangetoond dat binnen beperkte tijd geschikte opvanglocaties gevonden kunnen worden. - Gemeenten moeten samen hun maatschappelijke en humanitaire verantwoordelijkheid nemen en kunnen daarmee een verschil maken met betrekking tot de opvang van vluchtelingen. - De staatssecretaris van Veiligheid en Justitie heeft een dringende oproep gedaan aan alle gemeenten om tijdelijke opvang te bieden voor deze groep vluchtelingen.
Het verheugt ons bijzonder dat de motie op één fractie na door de gehele raad kan worden ingediend. Er is veel draagvlak voor de opvang van vluchtelingen, maar er zijn ook veel zorgen en vragen die de mensen in ons land hebben. Daarom zal de opvang van vluchtelingen in goed overleg met onze burgers en alle betrokkenen moeten worden verzorgd. Zo zal bijvoorbeeld gezorgd moeten worden voor goede communicatie met onze burgers in de Lingewijk als het gaat over het Wellantcollege. Op allerlei plekken in ons land ontstaan prachtige initiatieven om vluchtelingen te helpen. Dat is hartverwarmend. Als we gezamenlijk de schouders eronder zetten, kunnen we de toekomst van deze mensen in goede banen leiden, met een warm hoofd en een koel hoofd.
I-6
De heer Van Breemen: Mijnheer de voorzitter. Je hoeft het nieuws niet heel nauw te volgen om te kunnen weten dat er een ongekende stroom aan vluchtelingen naar Europa komt. Nog nooit waren zoveel mensen op de vlucht als in het jaar 2015. De situatie in met name het Midden-Oosten, maar niet te vergeten ook in Afrika, dwingt velen ertoe alles wat nog rest achter te laten en op zoek te gaan naar een veiliger oord. De regio, de buurlanden weten momenteel al meer dan 95% van deze vluchtelingen een veilige haven te bieden, de andere mensen zoeken naar vrede en veiligheid in voornamelijk Europa, en een deel daarvan komt in Nederland terecht. Het is niet aan deze gemeenteraad om de geopolitieke oplossing voor de grote vluchtelingenstroom te verzinnen; dat moet men in Den Haag, of eigenlijk in Brussel maar doen. De vraag die wel aan deze gemeenteraad gesteld kan worden is hoe wij als gemeente willen omgaan met de vluchtelingen die Nederland bereiken en opvang nodig hebben. GroenLinks kan daar heel duidelijk over zijn: wij vinden dat deze mensen, die noodgedwongen hun land achter hebben moeten laten, een gastvrije, menswaardige opvang moeten krijgen, ook in onze gemeente. We zijn dan ook erg blij dat in onze gemeente zoveel mooie burgerinitiatieven ontstaan, die allemaal iets willen doen om te helpen. Het is mooi te zien dat Gorinchem echt in beweging komt voor vluchtelingen. De opvang van vluchtelingen in Gorinchem kan wat GroenLinks betreft heel breed zijn. Het kan op zeer korte termijn noodopvang zijn, zodat de mensen een dak boven hun hoofd hebben gedurende de periode waarin zij geregistreerd worden en naar een opvang in een AZC gezocht wordt, maar wat GroenLinks betreft staat ook het aanbod aan het COA voor de vestiging van een AZC in Gorinchem nog steeds. En als het om opvang gaat, denken wij ook aan taalonderwijs, scholing, dagbesteding en al het andere dat nodig is om vluchtelingen een gastvrije opvang te bieden. Kortom, wij vinden dat Gorinchem een bijdrage moet leveren, in welke vorm dan ook. GroenLinks is daarom van mening dat het college snel en proactief met het COA in gesprek moet gaan, om te bekijken op welke manier Gorinchem het best zijn steentje kan bijdragen aan de opvang van al die vluchtelingen die Nederland bereiken. Het is goed van de wethouder te horen dat daarmee al druk begonnen is. Daarbij moet natuurlijk wel rekening worden gehouden met de schaalgrootte van Gorinchem en er moet ook zeer proactief en duidelijk gecommuniceerd worden met onze inwoners. We hebben immers ook een verantwoordelijkheid richting hen. Zeker in deze tijd van social media is dat van groot belang. Ook zijn wij van mening dat bij dit vraagstuk een goede samenwerking met omliggende gemeenten, zowel binnen als buiten de AV, van groot belang is. Gemeenten van 35.000 of 21.000 inwoners kunnen samen waarschijnlijk veel meer doen dan afzonderlijk. Daarom zijn we blij dat de motie die de PvdA aanvankelijk had ingediend, verbreed is en dat naast de tijdelijke opvang ook naar een breder scala van mogelijkheden aan opvang gekeken wordt. Wat ons betreft bieden wij ons aan bij het COA en zeggen we: we willen graag ons steentje bijdragen, hoe kunnen we helpen? Het is goed te zien dat een vrijwel unanieme raad dat vanavond wil uitspreken in deze motie. Mevrouw Van Dalen-Eggink: Mijnheer de voorzitter. Als mede-ondertekenaars van de motie zijn wij natuurlijk heel blij dat wij als gemeente Gorinchem nu snel stappen gaan zetten en we zijn ook blij dat het college al het nodige voorbereidende werk heeft gedaan. In februari 2011, toen sprake was van een haalbaarheidsonderzoek naar een I-7
asielzoekerscentrum in Gorinchem, hebben wij een motie ingediend. Die motie willen we niet herhalen, maar we willen wel de denkrichting ervan meegeven aan het college, en die geldt voor welke opvang er ook komt. In de motie, die werd aangenomen, hebben wij als mening geformuleerd dat kinderen een kwetsbare groep vormen, zeker als ze opgevangen worden in een AZC, of een andere vorm van vluchtelingenhulp, dat de rechten van het kind gewaarborgd moeten worden, dat met het lichamelijk en geestelijk welzijn van alle bewoners rekening gehouden moet worden en dat kinderen de mogelijkheid moeten hebben om in rust hun huiswerk te kunnen maken, voldoende slaap te kunnen krijgen en recht hebben op privacy. Constaterende dat deze voorwaarden niet benoemd waren in het toenmalige voorstel en wij het van belang vonden dat aan de eisen uit het Verdrag voor de rechten van het kind werd voldaan, verzochten wij het college toen deze randvoorwaarden mee te nemen in de gesprekken met het COA. Hieraan willen wij het college nog even herinneren, want dit blijft heel belangrijk, zeker voor de kwetsbare groep kinderen, als zij in een moeilijke situatie zitten. De heer Onvlee: Mijnheer de voorzitter. De vluchtelingenstroom maakt een hoop los. Het voorbeeld dat de heer Chaaby aanhaalde zegt helaas al voldoende. We lezen het niet alleen in de krant, ook in Gorinchem zijn veel mensen betrokken bij dit onderwerp. Hoe moeten we omgaan met al deze vluchtelingen, kunnen we dit wel aan in Nederland, met welke status en wanneer dan wel? Het zijn diverse vragen, die vooral landelijk opgepakt worden, of zelfs in Brussel, en hieraan wil ik nu niet te veel woorden wijden. Kijkend naar de Gorinchemse situatie, zijn er echter ook veel vragen die op ons afkomen. Willen we wel vluchtelingen in Gorinchem huisvesten, waar dan, hoeveel en wat moeten ze dan doen? Hierop zal ik nader ingaan. Het CDA wil wel degelijk vluchtelingen opvangen, daar staan wij zeker niet onwelwillend tegenover. Het is lastig om direct invulling te geven aan de locatie en de aantallen, maar ik denk dat het college daaraan prima invulling kan geven. Diverse locaties zijn al genoemd, maar of dit haalbaar is weet ik niet. Voor het CDA is van belang dat het in balans is, d.w.z. dat de opvang van vluchtelingen moet passen binnen de wijk, of, zoals de motie zegt: zorgvuldig kijken naar de schaal – als op locatie maar gezorgd wordt voor de hygiëne en veiligheid van deze mensen. De wethouder gaf zojuist al aan dat het Wellantcollege een optie is. Communicatie en informatie zijn daarbij heel belangrijk. Ik neem aan dat het voorgaande voldoende zegt over hoe het CDA erover denkt. In de motie wordt gesproken over scholing, hulp van burgers en samenwerking in Alblasserwaard-Vijfheerenlanden. Een belangrijk punt dat vooral aandacht verdient. Het CDA ondersteunt dan bijvoorbeeld ook het manifest, waarbij ruimte wordt gegeven aan burgerinitiatieven: uitgaan van de kracht van de samenleving. Het college wensen wij veel sterkte met de uitwerking hiervan. Mevrouw Schouwenaar: Mijnheer de voorzitter. Als de moedigen van deze tijd ver van huis een plek vragen in onze Lage Landen, zullen ze niet ook nog in Gorinchem stranden. Hulp is wel een breed begrip, het structureren van een crisis trouwens ook, en daarbij nu: nood breekt wet. De situatie van de grote stroom vluchtelingen naar Europa, Nederland, Gorinchem, is realiteit en echt super-ingewikkeld, zorgelijker dan ooit en hartstikke beladen. Dat vraagt ook om een zorgvuldige benadering. De VVD vindt daarom de motie van de PvdA hartstikke sympathiek, en die steunen we. Tegelijkertijd vinI-8
den we haar ook heel logisch. Wij als VVD willen misschien nog iets dieper op de materie inzoomen, om juist niet aan die zorgvuldigheid voorbij te gaan, want de verhalen, de foto’s, de gedichten die mensen erover schrijven komen allemaal heel erg binnen, bij mij ook. En waar ik in een eerder stadium de ver-van-je-bed-show nog wel kon “berationaliseren”, werd ook mijn beeld sterk ingekleurd door de foto die de heer Chaaby al in een vorige vergadering heeft aangehaald van die jongen met zijn hoofd in het zand, ver van huis. Ik noem het, omdat ik op dat moment wel drie gezinnen had willen opvangen, en dat maakt meteen duidelijk dat je moet blijven nadenken: het past niet in mijn huis. Zij die niet strandden, stranden uiteindelijk alsnog in een zee van discussie, en waar gaat die discussie nu eigenlijk echt over: of er nood is voor mensen uit Syrië? Dat lijkt me duidelijk: oorlog, dood, verderf, verkrachtingen, verdrinkingen en verstikkingen. De discussie gaat ook over twee kanten van de medaille. Eén kant gaat over de mensen die vluchten voor hun leven. Het standpunt van de VVD ten aanzien van deze ontheemde mensen is, zowel lokaal als landelijk: allen die vluchten voor hun leven verdienen hun moed beloond te zien worden, en moeten worden geholpen. Alle vluchtelingen die vluchten voor hun leven: vaders van gezinnen, vrouwen, kinderen. Het zijn mensen voor wie asielbeleid binnen Europa en het rijk moet helpen. Dat gebeurt ook en wij rekenen op structureel houdbaar en menselijk werkbaar beleid. De hulpvraag van het rijk aan gemeenten is verdedigbaar en, zoals gezegd: die steunen wij. Dat is overigens in deze gevallen wederkerig. Ik vond een mooi voorbeeld dat op zondag 20 september een Syrische vluchteling, die arts is, een man uit Weert zijn leven redde. Het moge ook duidelijk zijn dat er heel veel good guys tussen zitten die ons land zullen versterken, ook gaan integreren en hier een maatschappelijk leven zullen opbouwen. Aansluiten bij landelijke organisaties is dan ook het uitgangspunt. Tegelijkertijd zijn er bedrijven, zoals Damen Shipyards – ik heb ze er al over gesproken – die aangeven een maatschappelijke verantwoordelijkheid te voelen, die voorbijgaat aan het nu op korte termijn schoenen inzamelen, hoe goed bedoeld ook, maar die alles te maken heeft met langetermijnvisie, zoals werkgelegenheid bieden, opleiden. Die initiatieven zijn er gewoon. Dit vind ik echt grandioos. Het geldt ook voor Gorinchemmers die zelf op het idee komen om anderhalf uur per week iets te doen wat een vluchteling helpt: een sollicitatiebrief schrijven bijvoorbeeld. De VVD roept het college dan ook op om echt een aanspreekpunt te zijn, een baangeleider, ideeënophaler, spin in het web voor deze bedrijven en lokale initiatieven. De gemeente is daartoe volgens ook geëquipeerd. Wij zijn benieuwd naar uw ideeën hierover. Tegelijkertijd is er de andere kant van de medaille. Ik benoem de gedachten, want ze zijn op straat te horen. Een categorie anders, één die opportuun is, niet zozeer vlucht, maar beet wil hebben en niet van plan is, of nu niet lijkt te zijn, om onderdeel te zijn van de samenleving waar hij of zij woont. En geef ze eens ongelijk. Ik zou het ook doen, maar het collectief in Gorinchem heeft daar misschien onder te lijden. En nogmaals: ik benoem het met reden, omdat het leeft. Daarop moet ook geanticipeerd worden. Het is naïef te denken dat niet ook een flinke dosis bad guys deze kant weet te vinden. Youp van ’t Hek zei het al: een plaats voor jonge, testosteronbommen op zoek naar actie en beter leven. Nogmaals, ik snap het, maar we hebben het niet. Wel ontwrichten dagelijks vluchtelingenkampen, waar mij ook via social media heftige berichten over bereiken. Vrouwen en kinderen die ‘s nachts niet naar de w.c. durven, omdat ze anders misschien I-9
aangerand worden, of erger. In Oostenrijk gewoon tweeduizend euro netto eisen met droge ogen, een knap bedrag dat niet iedereen netto verdient. Dat is gewoon verschrikkelijk en niet sociaal. Ik zeg er nog één ding bij: radicalisten die onder een dekmantel binnenkomen zijn wellicht een uitzondering, maar ook die angsten leven. Dat begrijpen we ook. Overtrokken? Ik weet het niet. Afgelopen maandag zwaaiden wel IS-vlaggen onder Syrische vluchtelingen. Het is geen nood, annexatie, maar wat zegt dit nu? Deze twee kanten. Vier zaken komen naar voren: dat we angst niet moeten negeren, maar onderkennen door het te benoemen, ervoor te zorgen als gemeente dat we helpen. Wethouder Dansen ging hierop in en dat waarderen we ook. Dat is goed. Ervoor te zorgen dat we mensen die participeren in Gorinchem absoluut gelijk behandelen. Daaronder valt de startende Gorinchemmer die hier als vluchteling binnenkomt. Er voor te zorgen dat we ook plek in onze stad vinden voor opvang. Dat hebben we zojuist gehoord, en dat is mooi om te horen. En goed opletten ook, dat Gorinchemmers die nu een woning zoeken straks niet minder kans hebben op het vinden van een woning. Dat kun je niet maken. Ervoor te zorgen dat Gorinchemmers zich niet verdreven voelen, maar compassie omzetten in daden. De gemeente heeft hierin een hartstikke belangrijke taak en opdracht. Draagvlak door hartstikke goede communicatie, eerlijk en rechtvaardig humaan beleid, anticiperen op mogelijk schrijnende situaties, zoals kinderen die het slecht hebben, door nu goed na te denken over sociaal beleid, huisvesting, scholing e.d. De wethouder met deze portefeuille moet goed zichtbaar, benaderbaar en communicatief sterk optreden. Ik noem dit, omdat angst ook kan worden ontmanteld in plaats van ingeboezemd, kan worden voorkomen door als er straks een opvanglocatie naast je huis staat, er wordt gesproken middels buurtbijeenkomsten over de impact op jouw wijk. Het straatbeeld zal veranderen, ook in Gorinchem. Tot slot. De VVD roept het college op om handen en voeten te geven aan de plannen, om bewonersbijeenkomsten te organiseren, nu en straks. Waarom niet nu al Gorinchemmers actief betrekken bij de opvang? De heer Alba Heijdenrijk: Mijnheer de voorzitter. Mijn bijdrage mag ik leveren namens zowel D66 als Gorcum Actief. Momenteel komen enkele duizenden vluchtelingen per week vanuit oorlogsgebieden zoals Syrië naar Nederland. Wij hebben als overheid en samenleving een gemeenschappelijke verantwoordelijkheid in de opvang van deze vluchtelingen. Niets doen is wat D66 en Gorcum Actief betreft geen optie, of, zoals de commissaris des Konings in zijn brief aan de burgemeesters van de gemeenten in Zuid-Holland stelt: wij kunnen en mogen onze ogen niet sluiten voor de mensen in nood die in ons land aankloppen en hulp nodig hebben. Het verheugde mij dan ook tijdens de afgelopen raadsbijeenkomst te horen dat deze verantwoordelijkheid door nagenoeg alle fracties werd gevoeld. In dezelfde bijeenkomst heeft het college aangegeven wel open te staan voor verzoeken van het COA om asielzoekers tijdelijk te huisvesten, maar zou afwachten tot een dergelijk verzoek zou komen. We waren even bang dat ondanks de positieve grondhouding van het college tot op heden geen concrete stappen waren gezet. De urgentie is zo hoog dat een afwachtende houding van onze gemeente niet past. Wij vinden dat er nu wat moet gebeuren en dat wij als gemeente onze nek moeten uitsteken. Wij zijn dan ook blij te hoI - 10
ren dat het college hierin al concrete stappen heeft genomen. Wij vinden dat het ons aller plicht is deze kwetsbare groepen te helpen en vragen het college zich verder in te spannen om creatieve oplossingen te vinden voor tijdelijke huisvesting van asielzoekers. Daarbij is het wel van groot belang dat omwonenden zo goed mogelijk worden betrokken bij de opvang en huisvesting van vluchtelingen en statushouders. Bovendien vragen wij nadrukkelijk aandacht voor de noodzaak om nu ook naar de lange termijn te kijken. Daarbij gaat het om de juiste voorzieningen voor huisvesting, zorg, werk, onderwijs en integratie. Wij zullen derhalve de voorliggende motie van harte steunen. De heer Van Zanten: Mijnheer de voorzitter. Eigenlijk had ik mij erop voorbereid een betoog te houden aan de hand van de moties die zijn langsgekomen, maar uw mededeling vooraf dat wij al heel snel te maken zullen krijgen met een 72-uursopvang in de Lingewijk maakt dat ik mijn betoog een beetje bijstel, want de snelheid waarmee dit besluit valt is nu juist het probleem dat wij hebben met de gang van zaken op dit moment. Sommige fracties meenden bij Stadsbelang te proeven dat zij niet zou willen meewerken aan de opvang van vluchtelingen. Dat is echter niet het geval. De problematiek van de vluchtelingen ligt ook ons na aan het hart. Wij begrijpen als geen ander dat de problematiek, die, zoals de heer Van Breemen zei, van geopolitieke aard is, ook niet aan Gorinchem voorbij gaat. Wij zullen daarmee dan ook wel degelijk iets moeten. Waar ons probleem in zit, is dat we nu niet op basis van voorstellen die van het college zijn gekomen, althans niet schriftelijk en onderbouwd, maar op basis van moties besluiten gaan nemen die best ingrijpend zijn en zeker in de wijken waarover het gaat als ingrijpend zullen worden ervaren. De betogen die door iedereen zijn gehouden waren uit het hart gegrepen en daarin heb ik niets verkeerds gehoord, ook niet iets wat ons als Stadsbelang niet zou aanspreken. Wat wij echter graag zouden hebben gezien, is dat ons voorstellen waren voorgelegd die onderbouwd zijn en waarin een aantal zaken waren verhelderd, zoals bijvoorbeeld de randvoorwaarden die gelden voor een 72-uursopvang in het Wellantcollege, hoe lang we daarmee doorgaan en hoe groot de belasting is die we voor de wijk toelaatbaar vinden. Het zijn aspecten die nu volledig onderbelicht blijven, omdat we alleen maar een besluit nemen op basis van emotionele en niet op basis van rationele argumenten. Wij zijn van mening dat de politiek verplicht is weldoordachte besluiten te nemen, zeker als die de burger raken, wat hier het geval zou kunnen zijn. Daar zit ons probleem bij de besluitvorming die nu voorligt. Wij begrijpen ook dat we hiertoe zullen moeten besluiten, maar we zouden liever even wat tijd hebben genomen om meer helderheid te krijgen over de manier waarop de zaken in Gorinchem geïmplementeerd worden. Dat geldt zowel voor de 72-uursopvang – ik snap dat er niet veel tijd voor is, maar ook wat dat betreft had iets meer informatie kunnen bijdragen aan een goede besluitvorming –, als voor de motie die door de coalitie is ingediend om het COA te verzoeken hier een asielzoekerscentrum te vestigen. Eigenlijk is al in 2011 besloten dat dit zou gebeuren, met inbegrip van de randvoorwaarden daarvoor. Die besluitvorming is nooit ingetrokken, zodat het in feite niet nodig is daarover nu een nieuw besluit te nemen. Mevrouw Molengraaf-Vullers: Volgens mij heeft de coalitie geen motie ingediend om hier alsnog een ACZ of iets dergelijks te realiseren.
I - 11
De heer Van Zanten: Ik heb het over 2011…. Mevrouw Molengraaf-Vullers: Goed, maar we hebben daarover nú toch geen motie ingediend? De heer Van Zanten: Maar er wordt wel een oproep gedaan aan het COA. Ik heb dat de heer Van Breemen horen zeggen… De voorzitter: Het is wel een goed een paar dingen te onderscheiden. Aan de orde is nu een motie en een motie is een uitspraak van de raad en geen besluit. Er is nog geen sprake van een besluit om enige vorm van opvang te organiseren. Het is zelfs nog onzeker of er überhaupt een verzoek van het COA zal komen. Zodra een dergelijk verzoek wel aan de orde komt, zullen we onmiddellijk een raadsvergadering beleggen om daarover uw opvatting te vernemen. De heer Van Zanten: U bedient mij op maat! De heer Van Breemen: En om de discussie helemaal, op te helderen: de heer Van Zanten heeft mij niet horen zeggen dat wij een oproep doen om een AZC te vestigen, hij heeft mij horen zeggen dat wat GroenLinks betreft de uitspraak van destijds nog steeds staat. De heer Chaaby: Ik heb de heer Van Zanten zojuist horen zeggen dat hij meer tijd nodig heeft om hierover na te denken. Hoeveel tijd heeft hij dan nodig? Wij hebben de motie tijdig ingediend en daarnaast speelt dit probleem al geruime tijd. Wij zien de toestroom van vluchtelingen, niet alleen naar Nederland, maar overal elders in Europa, gewoon plaatsvinden. Hoe lang moeten we dan nog blijven toekijken? De heer Van Zanten: Dat hoeven we helemaal niet, zeker niet na de inbreng van de voorzitter, waarmee hij eigenlijk volledig tegemoet komt aan wat ik heb gezegd, namelijk dat als we hier daadwerkelijk een voorziening gaan krijgen, of meerdere, daarover een ordentelijke besluitvorming zal plaatsvinden aan de hand van een voorstel. Zo heb ik het toch goed begrepen? De voorzitter: Ja, maar dat kan wel op heel korte termijn het geval zijn. De vragen die u hebt gesteld over de randvoorwaarden e.d. kunnen we pas beantwoorden als de vraag aan ons is gesteld. De heer Van Zanten: Wij zijn als Stadsbelang wel in staat om, als dat nodig is, snel te beslissen. Als die voorstellen op korte termijn op tafel liggen, zullen wij uiteraard ook aan de besluitvorming deelnemen en daarover onze opvatting kenbaar maken. Door uw inbreng is mijn vraag eigenlijk beantwoord, zodat ik het hierbij kan laten. Wethouder Dansen: Mijnheer de voorzitter. Namens het college meen ik wel te mogen zeggen dat wij heel blij zijn met de opstelling van het allergrootste gedeelte van de raad. Hoewel wij inmiddels al enthousiast aan de slag zijn gegaan, zijn wij toch heel blij met de voorliggende motie, want die maakt duidelijk dat we dat doen terwijl de raad achter ons staat. Ik durf ook wel te zeggen dat ik trots ben op Gorinchem en op deze raad, dat we dat kunnen doen. Dat sommigen hierbij ook wat kanttekeningen plaatsen en wat I - 12
zorgen hebben, kunnen wij volledig begrijpen. Onze wens is een zo zorgvuldig mogelijk traject te lopen, als het even kan samen met de bewoners van de wijk, met de betrokken organisaties en met de maatschappelijke organisaties. De opmerkingen die zijn gemaakt over de communicatie kan ik volmondig onderschrijven. Dat is ook de reden waarom wij momenteel druk bezig zijn met kopiëren en in brievenbussen stoppen van een brief aan de bewoners van de Lingewijk, ook al weten we nog niet zeker of die noodopvang er zal komen. Het kan helemaal geen kwaad om later te moeten zeggen dat het toch niet doorgaat. Dat is in ieder geval heel wat beter dan dat we in een veel later stadium de wijk nog moeten gaan informeren. Ten slotte kan ik toezeggen dat wij zeer zorgvuldig zullen omgaan met alle randvoorwaarden die nodig zijn voor een goede vluchtelingenopvang. Denk daarbij ook met ons mee; daar bent u al mee begonnen en ga daar vooral mee door. De voorzitter: Het woord is desgewenst aan de raad in tweede termijn. De heer Chaaby: Mijnheer de voorzitter. Wij zijn ontzettend blij dat we het initiatief tijdig hebben genomen, waardoor alle fracties in de gelegenheid zijn geweest hun bijdragen te leveren. De motie hebben wij mede ingediend om het college een steuntje in de rug te geven bij het onderzoeken van zo breed mogelijke mogelijkheden. Mevrouw Schouwenaar: Mijnheer de voorzitter. Van de wethouder wil ik nog graag antwoord hebben op onze vraag of zij voornemens is in gesprek te gaan over initiatieven van bedrijven – daarbij heb ik een voorbeeld genoemd van een groot bedrijf in onze regio – en over initiatieven die leven onder Gorinchemmers. Hoe gaan we die ophalen? Wethouder Dansen: Mijnheer de voorzitter. Het is een uitstekend idee om hierbij ook het bedrijfsleven te betrekken. Per slot van rekening is het iets van heel Gorinchem als wij hier noodopvang gaan realiseren en daar hoort ook het bedrijfsleven bij. Als eenmaal zekerheid bestaat over wat er gaat komen, zullen wij daarover zeker bewonersbijeenkomsten organiseren. In de aanloop hierheen heb ik de moeite genomen om een aantal organisaties in de Lingewijk alvast persoonlijk te bellen en te vragen of zij met ons willen meedenken, om een zo goed mogelijk proces te lopen met de hele wijk. De voorzitter: Ik stel thans de besluitvorming aan de orde. De heer Van Zanten: Mijnheer de voorzitter. Ik wil graag een stemverklaring afleggen. Alles gehoord hebbende, en zeker ook uw inbreng daarbij wegende, is er voor ons geen reden om tegen de motie te stemmen. Wij willen ook geen dissonant geluid laten horen, omdat het sowieso beter is dat dit soort zaken raadsbreed kan passeren. Daarbij wil ik wel de kanttekening plaatsen dat dit niet betekent dat wij op voorhand instemmen met voorstellen die ons nog zullen bereiken. De argumenten die daarvoor worden aangedragen zullen wij bij die gelegenheid wegen, alvorens met zo’n voorstel in te stemmen. De voorzitter: Het was een wat uitgebreide stemverklaring, maar die zullen we voor het goede doel maar gedogen. De motie wordt hierop zonder hoofdelijke stemming met algemene stemmen aanvaard.
I - 13
7. Voorhangbesluit lening Natuurcentrum (nr. 2015-1420) Sinds het jaar 2003 is het Natuurcentrum Gorinchem gevestigd in het Gijsbert van Andelpark. Dit centrum bestaat uit een kinderboerderij, theehuis c.q. pannenkoekenhuis en een educatief centrum dat zorgt voor natuur- en milieu-educatie. In de kinderboerderij en het theehuis werken mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt onder begeleiding. Sinds 2014 is bij ons college bekend dat er liquiditeitsproblemen zijn bij het Natuurcentrum. In een brief d.d. 1 april jl. heeft het Natuurcentrum om incidentele en structurele financiële ondersteuning verzocht. Naar aanleiding van deze brief hebben wij op 26 mei jl. besloten om het gesprek aan te gaan met het Natuurcentrum, waarin wordt aangegeven dat het Natuurcentrum tot een business model moet komen om structurele exploitatietekorten te voorkomen en waarin wordt aangegeven dat de bestaande gemeentelijke bijdrage wordt voortgezet totdat het Natuurcentrum aantoont dat het in 2015 noodzakelijk is een extra financiële bijdrage te verstrekken om acute financiële nood te voorkomen Ook is besloten dat we een nader te bepalen financiële bijdrage betalen aan het Natuurcentrum voor het inhuren van een adviesbureau voor het opstellen van een nieuw business model. Het college heeft in juni jl. het gesprek met het bestuur van het Natuurcentrum gehouden. Het Natuurcentrum heeft toen gemeld aan de slag te gaan met de eerste stappen om te komen tot een nieuw business model en er is geen melding gedaan van acute financiële problemen. Daarna is begin juli jl. gebleken dat er toch nu al sprake is van acute financiële nood, die het voortbestaan van het Natuurcentrum op korte termijn in gevaar brengt. Dit is verwoord in de brief van het Natuurcentrum, die wij op 22 juli jl. hebben ontvangen. Het Natuurcentrum geeft aan in de periode tot en met 2016 een bedrag van € 100.000 nodig te hebben. Daarin is opgenomen de kosten voor het opstellen van het ondernemings- c.q. business plan waarvan de gemeente reeds heeft toegezegd de kosten hiervan (deels) te betalen. Ook is € 70.000,- nodig om het verwachte tekort over 2015 op te vangen (met name betaling salarissen). Met het restant wil het Natuurcentrum een kleine buffer creëren voor het jaar 2016. Na bestudering van de stukken en na overleg met de Stichting Van Andel Spruijt hebben wij de verwachting dat de nog te ontvangen inkomsten voldoende zullen zijn voor het dekken van de overige kosten van de komende maanden. De salarissen van september en oktober zouden dan nog net betaald kunnen worden. Voor de betaling van de salarissen over november en december ad € 40.000 zijn er dan sowieso geen mogelijkheden meer. Om op korte termijn het voortbestaan van het Natuurcentrum te garanderen, wordt ingeschat dat een bedrag van € 60.000 nodig is. Duidelijk moge zijn dat hiermee nog geen structurele oplossing bereikt wordt. Conform het Coalitieakkoord 2014-2018 is het wel een wens van het college het Natuurcentrum in Gorinchem in stand te houden. In het hoofdstuk milieu en duurzaamheid is vermeld dat het Natuurcentrum in stand wordt gehouden, waarbij het uitgangspunt is het handhaven van de huidige natuur- en milieuactiviteiten en het daarbij behorende budget. Op grond hiervan wordt voorgesteld een lening te verstrekken aan het Natuurcentrum van € 60.000,-. Deze lening geschiedt conform het op 19 maart 2013 door de raad vastgestelde beleidskader garantiestelling/uitgegeven geldleningen onder hypothecaire voorwaarden. Vooralsnog wordt voorgesteld aflossingstermijnen in overleg met het Natuurcentrum te bepalen (dit is conform gedragslijn eerdere leningen). De panden van het Natuurcentrum, die eigendom zijn van de stichting, dienen dan als zakelijke zekerheid. Een andere voorwaarde is dat de lening een publieke taak dient. Gezien het Coalitieakkoord wordt aan deze voorwaarde voldaan. Op 25 augustus jl. hebben wij in verband hiermee en op basis van de ingekomen brief van het Natuurcentrum brief besloten: 1. Conform ons eerdere besluit d.d. 26 mei jl. aan het Natuurcentrum een nader te bepalen eenmalige bijdrage te betalen voor het op te stellen business model door een extern adviesbureau. De gemeente zal de helft bijdragen (tot een maximum bedrag van € 10.000) ten laste van de post onvoorzien en de andere helft van de financiële bijdrage zal gevonden moeten worden bij maatschappelijke partners, waarbij met name gedacht wordt aan de Vrienden van het Natuurcentrum.
I - 14
2. De volgende voorwaarden mee te geven bij het opstellen van het businessplan: ● De opdracht aan het externe adviesbureau wordt gegeven door het Natuurcentrum nadat instemming van de precieze onderzoeksopdracht is verkregen van ons college; ● Uiterlijk 1 november 2015 is het businessplan gereed en wordt dit voorgelegd aan ons college; ● De mogelijkheden tot samenwerking met partijen in de regio moeten aan de orde komen; ● Uitgangpunt is een toekomstbestendig Natuurcentrum op basis van de huidige bijdrage vanuit de gemeente, tenzij er zwaarwegende redenen zijn om daarvan af te wijken. Voorhangprocedure Het verstrekken van een lening aan het Natuurcentrum is een bevoegdheid van het college. Het op 19 maart 2013 vastgestelde raadsbeleidskader “garantiestelling en uitgegeven leningen” geeft aan dat het college geen geldleningen uitgeeft aan rechtspersonen, tenzij er omstandigheden zijn die daartoe aanleiding kunnen geven voor uitgifte. Het uitgangspunt is daarbij, nee tenzij. Voorts bepaalt het raadsbeleidskader dat een voorhangprocedure bij de raad gevolgd dient te worden indien het college van dit principe wenst af te wijken. Wij zijn van mening dat er in dit geval zwaarwegende redenen zijn om het voortbestaan van het Natuurcentrum te garanderen. Daarom stellen wij u hierbij op de hoogte van ons voorgenomen besluit om een lening te verstrekken aan het Natuurcentrum ter grootte van € 60.000,- om hiermee het directe voortbestaan van het Natuurcentrum op korte termijn te waarborgen. De lening wordt verstrekt onder vestiging van een recht van hypotheek ter zekerstelling van de rente en aflossing tegen een rentepercentage van 0,55% en een aflossingstermijn in overleg te bepalen. Wij bieden u de mogelijkheid om uiterlijk 21 september 2015 uw eventuele bedenkingen aan ons kenbaar te maken. U kunt dat doen via een brief (te richten aan het college van burgemeester en wethouders of via een mail (
[email protected]). Uw bedenkingen zullen wij betrekken bij het definitieve besluit dat wij zullen nemen over het verstrekken van de genoemde lening aan het Natuurcentrum. Tegelijkertijd met verzending van dit voorhangbesluit aan u zal de gemeente in samenwerking met het Natuurcentrum een persbericht verzenden.
De voorzitter: Dames en heren. Dit agendapunt is opgenomen op verzoek van mevrouw Hoogesteger. Het lijkt mij daarom goed haar als eerste het woord te geven. Mevrouw Hoogesteger: Mijnheer de voorzitter. Van de indrukwekkende woorden die zojuist zijn gesproken en de zwaarwichtige problematiek die daarbij aan de orde was naar een mogelijk wat luchtiger onderwerp is een hele overgang. Het is een goed gebruik binnen de fracties van D66 en Gorcum Actief om te proberen tot een gezamenlijke woordvoering te komen en daarom heb ik besloten dat ook maar eens te proberen door in overleg te treden met de PvdA. Het is een experiment, maar bij dit agendapunt mag ik ook namens de PvdA het woord voeren – in ieder geval in eerste termijn, zo is mij toegezegd… Mevrouw Biesheuvel-van Diemen: Waarin een jonge, nieuwe fractie toch ineens groots uit kan pakken! Mevrouw Hoogesteger: Het gebeurt niet vaak dat in één week en op één dag zoveel informatie over natuureducatie en de natuur in het algemeen tot ons komt. Het hele positieve eraan is – het is misschien wel aardig om dat even naar aanleiding hiervan te zeggen – dat we in ieder geval tien jaar lang verschoond blijven van schepen in het prachtige natuurgebied. Maar goed, de schriftelijke vragen zijn beantwoord, er kwam een charmeoffensief in de krant en het liquiditeitsprobleem blijkt gelukkig minder groot dan gedacht. Ik heb even berekend dat het met de hoeveelheid geld die het Natuurcentrum I - 15
jaarlijks uitgeeft aan salaris – en naar ik heb begrepen, komt dat allemaal ten goede aan de natuureducatie – niet lang meer kan duren of Gorinchem wordt de meest groene, educatieve stad. Laat helder zijn dat een kinderboerderij, natuureducatie en theehuis, al dan niet in combinatie met elkaar, allemaal voorzieningen zijn die de fractie van de PvdA en ondergetekende als zeer gewenst ervaren. Sterker nog: een kinderboerderij en natuureducatie zien wij als een basisvoorziening. Bij educatie kun je best nog wat stoeien over de vraag of de verantwoordelijkheid daarvoor ligt bij een gemeente, een educatief centrum, of op school, maar dat is niet voor nu. Minder helder is het leningenbeleid, in dit geval specifiek aan het Natuurcentrum. Ondanks de beantwoording van de schriftelijke vragen, waaruit blijkt dat al het geld bedoeld is voor natuur- en milieu-educatie en dat het geld binnen vijf jaar wordt terugbetaald, is de fractie niet gerust op de precedentwerking die van deze lening kan uitgaan. Dat wij er niet gerust op zijn, is zeker niet negatief bedoeld. Het is misschien juister te zeggen dat wij twijfels hebben of de ruimhartigheid van dit college, of beter: de coalitie, ook voor andere partijen zal gelden. Het zou zomaar kunnen dat het ruimhartig verstrekken van leningen mogelijkheden creëert voor andere organisaties en instellingen die tijd nodig hebben om hun zaak op orde te krijgen en weinig of geen vet op de botten hebben. Dat het verstrekken van leningen vragen oproept en opmerkingen genereert, mag duidelijk zijn. Ik refereer aan de brief van de heer Stamkot namens Inloophuis De Blauwe Anemoon, die iedereen heeft kunnen lezen. Een bijdrage van maximaal € 10.000,- voor een businessplan voor het Natuurcentrum – en dat is dan de helft, want de andere helft moet op een andere manier gegenereerd worden – staat in schril contrast tot een eenmalige schenking van € 5.000,- voor De Blauwe Anemoon. Welke keuzes maakt dan dit college en deze raad en waar worden die door ingegeven? Ik ben van mening dat geld lenen voordat er een plan is, onverstandig en onverantwoord is. Het feit dat er een onderpand is, is in dezen niet zo relevant. Veel belangrijker vind ik het uitgangspunt: eerst een duurzaam plan voor een toekomstbestendig Natuurcentrum en dan afspraken maken op welke manier een gemeentelijke overheid haar rol invult. Dat kan zijn door subsidie, dat kan ook zijn door het verstrekken van een lening. Om hierop nog iets te sturen, en afhankelijk van de reactie van het college, houd ik een motie achter de hand, waarvan de strekking is de lening op te splitsen in twee delen. Ten aanzien van de communicatie wil ik opmerken dat het versturen van een gezamenlijk persbericht vanuit het Natuurcentrum en de gemeente op zichzelf een goede zaak is, maar vervolgens tegenstrijdige informatie verschaffen via de lokale media roept veel vragen op bij ondergetekende, maar zeker ook bij inwoners van onze stad. Mevrouw Hamann: Mijnheer de voorzitter. Ik mag het woord voeren mede namens D66; wij gaan voort met ons experiment! Wij zien hem nog staan, met kaplaarzen aan, in de blubber op het bouwterrein van het nieuwe Natuurcentrum annex kinderboerderij, meneer Klein Kranenbarg, die als vrijwilliger de leiding over de bouw had. Hij enthousiasmeerde iedereen om mee te doen en zorgde ervoor dat de werkzaamheden goed en zorgvuldig werden uitgevoerd. Wie de architect was, is nog steeds een beetje geheim, maar dat dit de mooiste en leukste kinderboerderij van Nederland is geworden, staat wat ons betreft als een paal boven I - 16
water. Een bestuur trad aan, een hele organisatie op het gebied van milieu en natuureducatie werd opgezet en verving de toenmalige Woelse Hoek. Veel mensen werkten mee en donaties werden geworven. Het doel was, en blijft dat wat ons betreft, een centrum voor milieu- en natuureducatie annex kinderboerderij. De wijze mannen van toen hebben er ook voor gezorgd dat alle schulden konden worden afgelost, zodat de organisatie alleen nog met exploitatiekosten had te maken. Deze donaties waren niet voor niets geoormerkt; dat blijkt nu wel. Voor de exploitatie werd samenwerking gezocht met zorgorganisaties, en zo zou het Van Andel Spruijt Centrum tot in lengte van jaren kunnen doorgaan, maar toen kwam door wijzigingen in de Wmo een kink in de kabel. Het bestuur besloot nu zelf een soort zorgboerderij te worden. Dat is misschien een goed initiatief om middelen te genereren, maar past een dergelijk ondernemerschap binnen de doelstelling van het Milieu- en Natuureducatiecentrum en moet dit centrum financiële risico’s lopen om een zorgboerderij overeind te houden? Wij vinden van niet, want dat is de omgekeerde wereld. Wij vinden: schoenmaker blijf bij je leest. zowel om kwalitatieve als financiële redenen. Het Van Andel Spruijt Centrum vraagt nu een lening van de gemeente en er moet een ondernemingsplan komen. Wij kunnen instemmen met de lening, maar er moet een hele duidelijke juridische en financiële scheiding komen tussen Natuurcentrum en zorgboerderij. Ondernemerschap valt te waarderen en waarschijnlijk is het zorggedeelte nodig om het centrum als geheel te laten floreren. Het kan een mooie en goede combinatie zijn, daar zijn wij niet op tegen, maar zorgorganisaties lopen heel andere risico’s en het kan toch niet zo zijn dat dit het hele Van Andel Spruijt Natuurcentrum kan meezuigen, zoals nu het geval lijkt te worden. Immers, met iedere vorm van hypothecaire lening wordt een stukje van het zo zorgvuldig gebouwde Natuurcentrum letterlijk opgegeten. Dat kan toch niet waar zijn! Wij hopen dus op een goed ondernemingsplan en dringen nogmaals aan op een juridische scheiding van het Van Andel Spruijt Centrum voor milieu-en natuureducatie annex kinderboerderij enerzijds en zorgboerderij anderzijds. Het beste is als het Natuurcentrum hiervoor weer een samenwerking aangaat met een goed bekend staande organisatie en leert op andere manieren extra inkomsten te genereren. Mevrouw Schouwenaar: Mijnheer de voorzitter. Het Natuurcentrum in het Gijsbrecht van Andelpark verkeert in liquide nood, acute financiële nood zelfs. Het college is voornemens een lening te verstrekken van € 60.000,- en als de gemeenteraad hiermee akkoord gaat, is, zo valt in de Gorcumse Courant van 22 september te lezen, het Natuurcentrum uit de nood. Uit de acute nood, ja, maar wat ons betreft niet uit de structurele nood. Wij sluiten ons wat dit betreft aan bij het pleidooi van mevrouw Hoogesteger. Het bestuur, zo is ook te lezen in het voorhangbesluit, is voornemens samen met een externe een bedrijfsplan op te stellen, om daarna op zoek te gaan naar externe geldbronnen om de club te helpen. Vooropgesteld zij dat wij fan zijn van de kinderboerderij en van het Natuurcentrum. Onze partij steunt het voorhangbesluit, maar wij hebben hierover echt even heel goed moeten nadenken, want wat daar aan activiteiten gebeurt is hartstikke sympathiek en dat willen we voor de stad heel graag behouden, maar het voelt merkwaardig als je iets gaat lenen, weliswaar met onderpand, als er geen volwassen begroting aan ten grondslag ligt. Voordat je toe komt aan de vraag van in eerste instantie € 100.000,-, zie je dat bedrag I - 17
ook graag beargumenteerd en onderbouwd worden als gemeente, lijkt me. Als je kind ooit geld bij je komt vragen zonder te zeggen waarom, zeg je ook niet meteen: dat is goed. Met 70.000 bezoekers per jaar, betaalde krachten en vrijwilligers, ben je al behoorlijk aan het managen. Om op deze zwak onderbouwde manier een lening aan te vragen, is misschien wel verdedigbaar en lost het probleem nu even snel op, maar het is niet structureel en, niet onbelangrijk – ik haal hem ook even aan –, de heer Stamkot heeft gewoon gelijk als hij uiteenzet dat ook zij een zeer maatschappelijk belangrijke stichting zijn. Je zal het maar nodig hebben. Niet om geld vragen, ze regelen zelf de boel. Er is nu, ja wellicht onbedoeld, een precedentwerking gecreëerd en daar moet de gemeente echt naar kijken, vinden wij. Wat echt moet gebeuren, is niet € 10.000,- uitgeven aan het maken van een begroting, maar het inhuren van iemand die de bedrijfsvoering in totaliteit onder de loep neemt, intern, extern, door te kijken hoe je met je leden omgaat, met je geld. Ik geef even ter notie: van 2013 naar 2014 zijn de personeelskosten van € 112.000,- naar € 155.000,- gestegen, zo even, pak ‘m beet, 35% omhoog. Waarom is dat gebeurd? de heer Stamkot heeft volgens ons ook gelijk als hij het een beetje vreemd vindt om aan het maken van een begroting zoveel geld uit te geven, terwijl je dat programma gratis bij de Kamer van Koophandel kunt krijgen. Indien niet in huis, kun je altijd samen met bereidwillige ondernemers aan de slag. De Spreekkamer van de stad wil jullie graag helpen bij het realiseren van een businessmodel. Dat hebben ze toegezegd en het kost niks. Als het hen niet lukt, zorgen ze dat ze iemand anders vinden die het wel lukt. De Spreekkamer is ook een club die gesubsidieerd wordt door de gemeente, dus indirect draagt die dan ook bij. Een mooi aanbod aan het Natuurcentrum en de gemeente, dat volgens ons aangenomen zou kunnen worden. Daarom, los van de vraag of een precedentwerking opgaat, omdat je in het geval van de Blauwe Anemoon en het Natuurcentrum appels met peren vergelijkt en echt twee verschillende soorten instanties ziet, met beide wezenlijk andere, zij het wel maatschappelijk belangrijke functies, verzoeken wij het college naar aanleiding van de brief van de heer Stamkot te overwegen de stichting te honoreren met een bijdrage van de genoemde € 5.000,-. Zou het college hier sympathiek tegenover staan? Wethouder Rijsdijk: Mijnheer de voorzitter. Laat ik om te beginnen zeggen dat wij, net als de VVD-fractie, goed hebben moeten nadenken over dit verzoek. Wij hebben dat gedaan vanuit de gedachte dat het Natuurcentrum belangrijk is voor de gemeente, omdat het twee taken uitvoert die wij van belang vinden: natuureducatie en een welzijnsvoorziening voor de wijk, als kinderboerderij zelfs voor de stad, want het is onze enige kinderboerderij. Daarbij komt echter wel de kwestie van de Wmo-taken aan de orde en het is niet echt een gemeentelijke taak om dat daar te laten uitvoeren. Daarom hebben wij goed moeten nadenken over de vraag hoe we dit moesten aanpakken. Belangrijkste overweging daarbij was dat wij de natuureducatietaak en de welzijnsvoorziening niet verloren willen laten gaan. Duidelijk is dat het Natuurcentrum in nood verkeert, of verkeerde. In eerste instantie was een lening aangevraagd van € 100.000,-. Bij het bestuderen van de cijfers in de begroting hebben wij geconcludeerd dat het met minder zou kunnen en moeten. Daarover hebben wij een gezamenlijk persbericht doen uitgaan, maar toch zijn in de krant andere I - 18
dingen verschenen. Dat is het risico van het praten met journalisten, zou ik bijna zeggen: soms worden dingen wel eens verkeerd opgepakt, uitgelegd of opgeschreven. Het is echter wel de bedoeling hierin zoveel mogelijk een gezamenlijke koers te voeren en daarvoor verwijs ik voornamelijk naar het persbericht dat de gemeente zelf heeft doen uitgaan. De lening is uitdrukkelijk bedoeld om de natuureducatie en de kinderboerderij overeind te houden gedurende het veranderingsproces dat het Natuurcentrum moet ingaan. Het bestuur heeft dat zelf ook aangegeven en daar wil het tijd voor kopen. Onzerzijds is daarbij de eis gesteld dat juridisch en formeel een strikte scheiding moet worden gemaakt tussen wat men doet op Wmo-gebied en de taken die men voor de gemeente uitvoert. Het bestuur heeft toegezegd het op die manier vorm te zullen geven. Door een aantal sprekers is het verzoek van De Blauwe Anemoon aangehaald. Dat verzoek is wel binnengekomen, maar heeft het college nog niet bereikt. Wij zullen dat verzoek op z’n eigen merites beoordelen, zoals we met elk verzoek doen, of het nu een subsidie betreft of een lening. Een tijdje geleden hebben we dat ook gedaan bij het dierenasiel en bij De Blauwe Anemoon zullen we precies hetzelfde doen. Mevrouw Hoogesteger: Mijnheer de voorzitter. Het college zeg ik dank voor de reactie die is gegeven. In deze tweede termijn dien ik de motie in die ik al in het vooruitzicht had gesteld. Ze luidt als volgt: Motie M2 (Hoogesteger, PvdA) De raad van de gemeente Gorinchem, in vergadering bijeen op 24 september 2015. Aanleiding Het voornemen van het college om aan het Natuurcentrum een lening te verstrekken van euro 60.000,- om hiermee op korte termijn het voortbestaan van het natuurcentrum te garanderen, in het bijzonder om de salarissen te kunnen betalen. Dit onder voorwaarde dat het voortbestaan op lange termijn in een nog op te stellen bedrijfsplan wordt veiliggesteld, en dat dit plan uiterlijk1 november 2015 gereed is. Verzoekt het college: – het daadwerkelijk uitbetalen van de lening "overige kosten" te laten afhangen van de deugdelijkheid van het bedrijfsplan, d.w.z het bedrag van euro 20.000.– het bedrag van euro 40.000,- benodigd voor de salarissen van november en december 2015 te lenen aan het natuurcentrum, d.w.z. aan de rechtspersoon de stichting Van Andel-Spruijt Natuurcentrum. Motivering Jarenlang is er gelobbyd voor een kinderboerderij in Gorinchem, een educatief bezoekerscentrum voor kinderen, ouders, grootouders, bewoners van het gasthuis en andere belangstellenden. Op 4 oktober 2003 kwam aan deze lobby een einde door de opening van het Natuurcentrum. De fractie Hoogesteger is van mening dat een kinderboerderij behoort tot de basisvoorziening binnen onze gemeente en is evenzeer van mening dat een verandering in de bedrijfsvoering van het Natuurcentrum noodzakelijk is. Echter: leningen verstrekken door de gemeentelijke overheid aan - in principe - particuliere rechtspersonen of instellingen om acute liquiditeitsproblemen op te lossen is geen taak van de gemeente, draagt niet bij aan een duurzame bedrijfsvoering van de betreffende instelling en bovendien ligt precedentwerking naar andere partijen en instellingen dan voor de hand. Indien het college de lening aan het Natuurcentrum verstrekt, dan zal een lening enerzijds ten behoeve van het oplossen van acute financiële nood, al dan niet in het kader van een verandering, en anderzijds ten behoeve van het bedrijfsplan ook aan elke andere instelling in de gemeente die aan het criterium, namelijk het dienen van de publieke zaak, door het college dienen te worden verschaft.
I - 19
De heer Van Breemen: Mijnheer de voorzitter. Aangezien deze motie in tweede termijn is ingediend en ik er graag iets over wil zeggen, maar de motie nog niet heb gelezen, verzoek ik u een schorsing in te lassen, om kennis te kunnen nemen van de inhoud van de motie. De voorzitter: Akkoord, de vergadering is geschorst (20.38 uur). Schorsing De voorzitter: De vergadering is heropend (20.42 uur). De heer Van Breemen: Mijnheer de voorzitter. Het nadeel van het indienen van een motie in tweede termijn is dat je maar weinig tijd hebt om erover na te denken. Laat ik beginnen met het voorhangbesluit zelf. Wij begrijpen de overwegingen van het college om het Natuurcentrum een lening te verstrekken. Ook in onze ogen is het Natuurcentrum een onmisbare voorziening, ten eerste voor de hele stad in de vorm van natuur- en milieu-educatie en de kinderboerderijfunctie, maar zeker ook voor de Gildenwijk, zijnde toch de tuin van de hoogbouwwijk van Gorinchem. Uit mijn ervaring als omwonende kan ik u vertellen dat het ’s zomers heel fijn toeven is in het park en ook in het Natuurcentrum, waar je iets kunt drinken of naar de ontzettend leuke varkentjes kunt gaan kijken, Terug nu naar de wat hardere kant van de euro’s. Onze fractie voelt wel mee met de indieners van de motie, dat je voor een lening ook een goed businessplan moet hebben. Je komt dan een beetje terecht in een kip-en-ei-discussie: lenen we geld om een businessplan op te stellen, of willen we eerst een businessplan en lenen we dan geld uit? Volgens mij heeft de fractie Hoogesteger dat probleem slim opgelost door het in de motie in tweeën te knippen: eerst de echt noodzakelijke lening, die gewoon wordt gegeven, als ik de motie in de snelheid goed begrepen heb, vervolgens wordt een goed businessplan opgesteld en als dat klopt wordt het overige deel van de lening verstrekt. Wij kunnen ons daar wel in vinden en zullen de motie dus steunen. Wij zien uit naar een heel goed businessplan van het Natuurcentrum. De voorzitter: U zei zojuist dat het lastig is in tweede termijn een motie te ontvangen. Er zijn echter ook mensen die de opvatting huldigen dat je pas in tweede termijn een motie moet indienen, als je in eerste termijn geen deugdelijke toezegging van het college hebt gekregen. Het is misschien wel verstandig na de tweede termijn de vergadering nog even te schorsen, om ook het college de gelegenheid te geven op een adequate manier op de motie te reageren. Mevrouw Hamann: Mijnheer de voorzitter. Wij zijn erg blij met de toezegging van de wethouder dat een juridische scheiding zal worden aangebracht tussen de Wmo-taken en de taken van het Natuurcentrum. Wij verzoeken u wel dat zo mogelijk vóór 1 januari te doen in verband met eventueel lopende contracten. Wij steunen het voorstel voor een lening, omdat wij het een taak vinden voor de gemeente om instellingen als deze in nood te helpen. Het moet wel van geval tot geval bekeken worden. Je kunt wat dat betreft niet het principe “gelijke monniken, gelijke kappen” hanteren, in die zin dat er altijd een ander verhaal achter zit. In dit geval willen wij het Natuurcentrum graag helpen. I - 20
Mevrouw Schouwenaar: Mijnheer de voorzitter. De welzijnsfunctie wordt overeind gehouden door het verstrekken van een lening. Ik waardeer de uitspraak van de wethouder dat hij ieder verzoek op z’n eigen merites wil beoordelen. De vergelijking met De Blauwe Anemoon laat ik nu even varen, want als ik een vergelijking maak met De Nieuwe Doelen hebben we een heel andere discussie. Het is een onmisbare voorziening. Wat dat betreft kan ik meevoelen met wat de heer Van Breemen heeft gezegd over de tuin van de hoogbouwwijk van Gorinchem. Wij steunen de motie en vinden het afgeven van een lening dus goed, in het vertrouwen dat er een goed businessplan zal komen. Aan één heel belangrijk ding wordt nu echter volledig voorbij gegaan, namelijk dat we gemakshalve even € 10.000,- beschikbaar stellen voor het maken van een begroting. De VVD vindt dat een fors bedrag en heeft al in eerste termijn geopperd dat er ook andere mogelijkheden zijn om aan een goede begroting te komen. Het is niet perse gezegd dat er een supergoede begroting uit de bus komt als er € 10.000,- voor wordt betaald. Mevrouw Molengraaf-Vullers: Mijnheer de voorzitter. Inderdaad hebben we niet veel tijd gehad om over de motie na te denken, maar op zich kan onze fractie de motie wel steunen. Wat me wel een beetje stoort is dat er appels met peren worden vergeleken. Zojuist werd De Nieuwe Doelen al genoemd, waaraan we, zonder dat er een deugdelijke afrekening is, al een kwart miljoen hebben gegeven. Dat geld zijn we gewoon kwijt, terwijl het hier om een lening gaat. De precedentwerking daarvan is misschien nog wel veel groter. Naar mijn mening nemen wij hier onze verantwoordelijkheid voor een voorziening die voor de hele stad belangrijk is. In die zin hebben wij ook het voorhangbesluit willen steunen. De motie zien wij niet zozeer als een afwijking op het voorhangbesluit, als wel als een aansporing om er nog eens prudent naar te kijken. Als het voor minder geld kan, is het natuurlijk altijd meegenomen. Voorts vind ik dat wij er als raad voor moeten oppassen om er nu niet allerlei losse casussen bij te gaan betrekken. Qua beleid hebben we volgens mij een heldere lijn en die is waar het het subsidiebeleid betreft: nee, tenzij. In dit geval gaat het om het Natuurcentrum en daarvan hebben we in ons coalitieakkoord opgenomen dat we dat van heel groot belang vinden. Derhalve lijkt het me logisch dat dit voorhangbesluit in ieder geval door de coalitiepartijen gesteund wordt, maar inmiddels heb ik begrepen dat dat ook voor andere partijen geldt. De heer Van Zanten: Mijnheer de voorzitter. Ik raak altijd een beetje in verwarring als ik mevrouw Hamann in de wij-vorm hoor praten. Ik vraag me dan af of ze zichzelf bedoelt, in koninklijk meervoud, dan wel Gorcum Actief, of Gorcum Actief én D66. Wellicht kan ze dat probleem nog een keer uit de wereld helpen. Mevrouw Hamann: Wij zijn altijd volstrekt duidelijk namens wie wij praten. Ik zeg er altijd bij “mede namens D66”, of ik zeg dat niet. De heer Van Zanten: Fijn, ik zal erop letten! Als je iets moet vinden van het Natuurcentrum en het voorhangbesluit, moet je eigenlijk constateren dat daarvoor te weinig informatie beschikbaar lijkt te zijn, in ieder geval voor de raad. Het lijkt erop dat het Natuurcentrum onderuit is gegaan, om het zo maar eens plastisch uit te drukken, doordat het een taak op zich heeft genomen die het misschien nog niet helemaal beheerst en waarbij in de aanloopsfeer het nodige mis is I - 21
gegaan – ik heb het dan over de zorgtaak. Ik heb het idee dat dat de aanleiding is voor het financiële probleem. In het verleden werden de andere taken, de kinderboerderij en de natuur- en milieu-educatie, altijd uitgevoerd op basis van het budget dat daarin voorzag. Des te merkwaardiger is het dat nu heel veel accent wordt gelegd op de instandhouding van het onderdeel natuur- en milieu-educatie, waarvoor dan een lening zou moeten worden verstrekt. Ik zou graag wat meer informatie hebben gehad over de vraag hoe dit probleem eigenlijk tot stand is gekomen en of dat inderdaad te wijten is aan de op de hals genomen zorgtaken. We moeten nu hoe dan ook besluiten de acute nood te lenigen door middel van een lening en dat is een aspect waarbij mijns inziens wel even mag worden stilgestaan. Niet ontkend kan worden – mevrouw Schouwenaar en mevrouw Molengraaf hebben dat ook gezegd – dat van het verstrekken van een lening een bepaalde precedentwerking uitgaat. In de praktijk is dat trouwens ook al aangetoond, doordat een burger – ik zal geen namen noemen en ook geen instelling – bij het presidium binnen kwam rennen (hij was even op het verkeerde adres), die over deze lening had gelezen en daaruit de conclusie had getrokken dat wat voor het Natuur- en educatiecentrum geldt ook voor zijn instelling zou kunnen gelden. Ik ben dus ook wel bang dat het precedent dat nu gecreëerd wordt aanleiding zal zijn voor een groot aantal verzoeken, vanuit alle hoeken van de samenleving, om ook ondersteund te worden… Mevrouw Molengraaf-Vullers: Wat ik bedoeld heb te zeggen, is dat dat altijd kan. Zodra wij een instelling subsidie geven, kan een andere instelling denken: hé, dat willen wij ook! Iedere burger kan dat op enig moment denken. Om dat te voorkomen zou je dan eigenlijk helemaal niets meer moeten geven, omdat dan niemand meer op het idee komt dat hij wel eens wat zou kunnen krijgen. De heer Van Zanten: Dat klopt, maar dat is subsidieverlening en nu gaat het om het verstrekken van een lening. Volgens mij heeft de raad in de vorige periode besloten dat leningen alleen bij heel hoge uitzondering en onder strikte voorwaarden kunnen worden verstrekt. In het voorhangbesluit lees ik dat het college van mening is dat dit zo belangrijk wordt gevonden dat hiervoor een lening kan worden verstrekt. Ik ben overigens niet tegen de lening, laat ik dat vooropstellen, want het Natuur- en milieu-educatiecentrum is ons ook lief, zoals wij het vorig jaar wel hebben laten blijken bij de behandeling van de begroting…. Mevrouw Molengraaf-Vullers: U geeft nu zelf aan waarom het risico van een precedentwerking in dit geval heel klein is, namelijk omdat de raad heeft besloten dat zo’n lening alleen bij heel hoge uitzondering kan worden verstrekt. Dat desalniettemin mensen op het idee kunnen komen, nou ja, dat is niet verboden. De heer Van Zanten: Maar er zijn meer instellingen die problemen hebben met het rondkrijgen van de exploitatie, misschien wel zodanige problemen dat een geldlening nodig is om de financiën wat te versterken. Wanneer zeg je dan ja en wanneer nee? Het college zegt dit zo belangrijk te vinden dat het hier zou kunnen. Ik wil er alleen op wijzen dat daarmee impliciet ook wordt aangegeven dat er wel degelijk ruimte is voor het ontvangen van leningen wanneer dat noodzakelijk wordt gevonden. I - 22
Wij leggen echt geen bom onder het Natuurcentrum, want dat is ons lief, zoals ik zojuist al zei, en de kinderboerderij en de natuur- en milieu-educatie vinden wij ook belangrijk. In die zin moet het natuurcentrum zeker door kunnen. Dat is ook de reden waarom de motie van mevrouw Hoogesteger ook door ons ondersteund wordt, want die knipt het probleem ons inziens in de juiste twee stukken: enerzijds het lenigen van de acute problematiek – anders is er echt een probleem –, anderzijds de problematiek van de verdere financiering, die afhankelijk wordt gemaakt van de kwaliteit van het ondernemingsplan. Aan dat laatste hechten wij ook, want wij willen graag beoordelen of dit ondernemingsplan er inderdaad in voorziet dat de continuïteit na het verstrekken van de leningen – en hopelijk te zijner tijd de terugbetaling daarvan – gewaarborgd is, en die continuïteit geldt dan wat ons betreft in ieder geval voor de kinderboerderij en natuuren milieu-educatie. Het enige waarbij wij een kanttekening plaatsen – ik zeg niet dat het fout is, want alle begin is moeilijk en soms moet je ook van je fouten leren – is de zorgverlening, waarvan naar onze mening heel nadrukkelijk zal moeten worden nagegaan of dat in de toekomst met meer succes kan gebeuren dan in het verleden kennelijk het geval is geweest. Mevrouw Van Dalen-Eggink: Het college heeft de voorwaarde gesteld dat de opdracht aan het extern adviesbureau door het Natuurcentrum wordt gegeven nadat instemming voor de precieze onderzoeksopdracht is verkregen van het college. Denkt u niet dat de punten die u aandraagt onder die precieze onderzoeksopdracht vanuit het college zullen vallen? De heer Van Zanten: Dat mogen we hopen. Als die hoop bewaarheid wordt, zijn we op de goede weg. Mevrouw Van Dalen-Eggink: Mijnheer de voorzitter. Ik heb nog een enkele vraag ter verduidelijking te stellen aan het college. Gesproken wordt hier over een businessplan en een begroting. Volgens mij zijn dat twee heel verschillende dingen. Een businessplan gaat over visie, een begroting over de manier waarop dat in cijfertjes op papier wordt vertaald. Wellicht kan de wethouder daarop ook nog even ingaan. De voorzitter: Hiermee zijn wij aan het eind van de tweede termijn van de raad gekomen. Ik schors enige ogenblikken de vergadering om het college de gelegenheid te geven de beantwoording voor te bereiden (20.59 uur). Schorsing De voorzitter: De vergadering is heropend (21.03 uur). Het woord is aan de wethouder. Wethouder Rijsdijk: Mijnheer de voorzitter. Uit de beraadslagingen maken wij op dat het Natuurcentrum iedereen na aan het hart ligt en dat is alvast een goed teken. Toch blijken er ook nog veel vragen te zijn, en ook nog verschillende vragen bij verschillende partijen, wat het voor het college lastig maakt, omdat ook ons nog niet helder is wat het nieuwe businessmodel van het Natuurcentrum moet worden. Er is veel gesproken over de Wmo-taak en over de vraag hoe het nu zo is gekomen, ook het tekort. Ik wil de raad meegeven dat er, gelet op de exploitatie die het Natuurcentrum hanteert, ten opzichte van het verleden echt wel een terugloop is in sponsors en in subsidies, althans dat er I - 23
geen groei is in subsidies, terwijl de kosten door inflatie blijven oplopen. De verwachting zou dan kunnen zijn dat de Wmo-taak tot een forse plus kan leiden waarmee de rest bekostigd zou kunnen worden, maar dat is niet zo. Daarom zal het Natuurcentrum zich nadrukkelijk moeten beraden op de vraag hoe de zaak in de toekomst rondgerekend kan worden. Het mooie is wel dat het Natuurcentrum nu geen schulden heeft, maar als er niet een nieuw, goed businessplan komt, zal die situatie wel optreden en dus is deze lening ook noodzakelijk. In de motie wordt gevraagd om een gefaseerde verstrekking van de lening; zo meen ik het wel te mogen interpreteren. De vraag is dan of dat mogelijk en ook praktisch is. Mogelijk is het natuurlijk wel: we kunnen een gedeelte verstrekken en onder voorwaarden later een ander gedeelte. In onze eerste brief aan het Natuurcentrum hebben wij echter laten weten dat we op 1 november over een compleet businessplan zouden willen beschikken en ons heeft inmiddels het bericht bereikt – en dat beseffen we zelf eigenlijk ook wel, met zoveel voorwaarden – dat dat niet mogelijk is. Wij schatten echt in dat het Natuurcentrum hiervoor langere tijd nodig heeft…. Mevrouw Hoogesteger: Wát is niet mogelijk? Een businessplan op 1 november? Wethouder Rijsdijk: Ja. Mevrouw Hoogesteger: Omdat? Wethouder Rijsdijk: Te kort tijd. Wij vragen om de regio te consulteren, om ook bij andere Natuurcentra te gaan kijken hoe zij het doen, of er mogelijk samenwerkingen mogelijk zijn, bijvoorbeeld met Weizicht in Dordrecht, interactieve sessies met de raad of de omgeving, een samenwerking met Rivas, en noem maar op. Mevrouw Hoogesteger: Moet ik daaruit dan opmaken dat al dit soort exercities nog niet gedaan zijn? Wethouder Rijsdijk: Ja… Mevrouw Hoogesteger: De afgelopen jaren helemaal nooit? Wethouder Rijsdijk: Dat weet ik niet, maar er is nu een nieuw bestuur aangetreden dat echt aan de slag wil en zelf ook aangeeft dat het aan de slag moét, vandaar het verzoek dat bij de gemeente ligt, inclusief de bijdrage voor een businessplan. Het is echt een ommekeer in de hele bedrijfsvoering van het Natuurcentrum, vergeleken met het verleden. Het businessplan is er echter nog niet en daarom ontraden wij de motie. Stadsbelang heeft gezegd niet tegen de lening te zijn, maar er toch van wil afzien in het kader van de precedentwerking. Ik zou willen zeggen dat het juist het mooie is van deze gemeente dat de stichtingen en instellingen die een deel van onze doelstellingen realiseren worden geholpen. Bij het dierenasiel hebben we dat ook gedaan en we zijn voornemens dat bij het Natuurcentrum ook te doen. Mevrouw Schouwenaar: Mijnheer de voorzitter. Ik heb nog geen antwoord gehad op de vraag die ik heb gesteld over het bedrag van € 10.000,-. Kan de wethouder daarover kort nog iets zeggen? I - 24
Wethouder Rijsdijk: Waarschijnlijk doelt u op het feit dat vanuit de stad allerlei suggesties zijn gekomen om te helpen bij het opstellen van een businessplan en het maken van een begroting voor het Natuurcentrum. Ik zou dat zeer op prijs stellen, maar die stichtingen, instellingen en bedrijven moeten zich vooral bij het Natuurcentrum zelf melden. Wellicht kunnen daardoor de kosten worden gedrukt. Mevrouw Schouwenaar: Gaat het nu in totaliteit om € 70.000,- (€ 60.000,- + € 10.000,-) of om € 60.000,-? Wethouder Rijsdijk: Het gaat om een lening van € 60.000,- en een bijdrage van maximaal € 10.000,-, zijnde de helft van de kosten voor het opstellen van een businessplan. Als het businessplan gratis kan, dankzij de hulp van lokale instellingen, hoeven wij daaraan niet bij te dragen. De voorzitter: De lening is onderdeel van het voorhangbesluit, de bijdrage niet. Mevrouw Hoogesteger: Ik begrijp dat de datum van 1 november niet haalbaar is. Wat mij betreft kan de datum in de motie worden aangepast in 1 december, of eventueel 1 januari. Is dat dan een realistische datum? Wethouder Rijsdijk: Dat kan ik zo niet beantwoorden, dat zal het Natuurcentrum moeten doen. De heer Van Luijk: Deze beantwoording roept bij mij weer een vraag op. Als de datum voor het businessplan naar achteren schuift, zullen we dan in januari of februari niet opnieuw worden geconfronteerd met een probleem met de salarissen? Wethouder Rijsdijk: Onze inschatting was, en is nog steeds, dat het Natuurcentrum het zal redden met de lening van € 60.000,- die wij voorstellen en dat daarmee voldoende tijd wordt gekocht om tot een goede business case te kunnen komen. De voorzitter: Aan de orde is thans de besluitvorming. Mevrouw Biesheuvel-van Diemen: Voordat u tot besluitvorming overgaat, wil ik graag nog een korte schorsing vragen voor overleg. De voorzitter: Goed, de vergadering is geschorst (21.11 uur) Schorsing De voorzitter: Ik heropen de vergadering (21.21 uur). Het woord is aan mevrouw Hoogesteger, die heeft laten weten een wijziging in de motie te willen aanbrengen. Mevrouw Hoogesteger: Mijnheer de voorzitter. Nu uit het antwoord van de wethouder is gebleken dat 1 november geen realistische datum is voor het opstellen van een businessplan, wordt de datum in de motie gewijzigd in 31 december. Per slot van rekening wordt de lening gevraagd om de salarissen in november en december te kunnen betalen, zodat nog ruim drie maanden resten om een business case te maken en dat lijkt ons ruim voldoende.
I - 25
De voorzitter: Kan dan nu tot besluitvorming worden overgegaan? De heer Alba Heijdenrijk: Ik zal het op prijs stellen wanneer de wethouder eerst nog even kan reageren op de nu gewijzigde motie. Wethouder Rijsdijk: Ik heb er zojuist even over overlegd met de voorzitter van het Natuurcentrum en die heeft bevestigd dat vóór 1 januari het perspectief voor het Natuurcentrum gereed kan zijn. Wat dat betreft zou de motie overbodig zijn. Als het perspectief er dan namelijk niét is, ontstaat een andere situatie; dan gaat het Natuurcentrum failliet en krijgt de gemeente de opstallen e.d. in bezit als onderpand voor de lening. De voorzitter: De beraadslagingen zijn nu echt gesloten. Aan de orde is de besluitvorming over de aangepaste motie. De heer Van Breemen: Mijnheer de voorzitter. In tweede termijn heb ik gezegd dat wij de motie zullen steunen. De beantwoording van het college gehoord hebbende, kom ik daarop terug. De geest van de motie steun ik nog steeds – in principe moeten we geen leningen verstrekken zonder dat daaraan een deugdelijk plan ten grondslag ligt –, maar na de mededeling dat er vóór 1 januari een businessplan moet liggen is de motie naar onze mening overbodig. Deze opvatting wordt gesteund door de andere coalitiepartijen. De gewijzigde motie wordt hierop bij handopsteken in stemming gebracht en met de stemmen van de fracties Stadsbelang, PvdA en Hoogesteger vóór verworpen. De voorzitter: Voor de goede orde stel ik ten slotte vast dat de raad geen wensen en bedenkingen heeft geformuleerd, zodat het college a.s. dinsdag een definitief besluit kan nemen. 8. Beëindiging subsidie Jeugdtheaterhuis.
De voorzitter: Dames en heren. Dit onderwerp is geagendeerd op verzoek van PvdA en Gorcum Actief. Het woord is allereerst aan mevrouw Hamann. Mevrouw Hamann: Mijnheer de voorzitter. Wederom mag ik mede namens D66 het woord voeren, dit vooraf, opdat ook de heer Van Zanten het weet! Sommige kinderen van het Jeugdtheaterhuis zijn echt doorgebroken en genieten nu landelijke bekendheid. We noemen Antoinette Hoogenboezem, Maaike Ouboter en Hanna van Vliet. Prachtmensen die geweldige prestaties leveren. Bij cultuureducatie doelen wij echter niet perse op de toppers. Het is mooi als ze kunnen doorstromen en worden ontdekt, maar wij hopen op een veel breder publiek. Naar onze stellige overtuiging kunnen mensen namelijk veel beter functioneren in de maatschappij als ze vorming en scholing hebben genoten op het gebied van acteren, presentatie, houding, enz. Stel je eens voor: hoeveel leuker zou het hier in de gemeenteraad niet zijn als wij allemaal een mooie performance zouden kunnen maken. Nou, dan komen er vast meer mensen kijken en luisteren! Het Jeugdtheaterhuis stopt in Gorinchem, maar wij zien wel mogelijkheden om alle kinderen die hier naar school gaan een kans te bieden zich op dit gebied te ontwikkelen en ontplooien. Muziek, dans, dramalessen, het is toch geweldig als je na schooltijd hierI - 26
in verder kan leren, in een veilige omgeving van school, bij vertrouwde professionals. Wie kan daar nou tegen zijn? Ik leg even kort uit wat het idee is achter ons voorstel. In Gorinchem zijn of worden in alle wijken brede scholen gebouwd en zowel in Gorinchem-Oost als in GorinchemWest is voortgezet onderwijs. Er is heel veel geïnvesteerd in schoolgebouwen, zodat tevens na schooltijd activiteiten kunnen plaatsvinden. Dat was althans de bedoeling, maar het gebeurt niet of nauwelijks, en dat vinden wij zonde van de mooie ruimten en de mogelijkheden. Een tweede gegeven is dat tegenwoordig, in het postmuziekschooltijdperk, tal van culturele ondernemers ZZP’ers zijn die graag lessen aan individuele of groepen kinderen willen en kunnen geven. Sommigen van hen opereren als echte ondernemers en maken reclame voor zichzelf, anderen zijn er soms wat minder handig in, maar allen kunnen hieraan deelnemen, ook bestaande organisaties. Het derde gegeven is het feit dat Gorinchem Beweegt haar takenpakket heeft uitgebreid met welzijn, sociaal-cultureel werk en voor een deel cultuur. Er is een Culturele Menukaart, waar zo’n 180 aanbieders culturele programma’s of activiteiten aanbieden onder schooltijd. Geweldig! Hebt u die website wel eens gezien? Dit valt allemaal onder cultuureducatie op scholen. De scholen hoeven zich alleen maar in te schrijven om hiervoor in aanmerking te komen. Fantastisch. Dit bestaat dus allemaal al. Wat wij nu vragen, is helemaal niet zo ingewikkeld: zoek en vind een vorm waarbij dit alles bij elkaar kan komen. We zien voor de gemeente slechts een bemiddelende rol, het samenbrengen van vraag en aanbod. De kinderen maken via de Culturele Menukaart, die dus al bestaat, onder schooltijd kennis met verschillende vormen en kunnen zo ontdekken wat ze leuk vinden, of waar ze goed in zijn, en waar ze in verder willen. Die verdieping kan plaatsvinden ná schooltijd, in één of enkele schoolgebouwen. De ouders bepalen de muziek-, dans- of dramalessen, of de arrangementen. Het kost de gemeente dus geen extra geld, het is slechts een kwestie van matchen. Zo’n kans moet je niet lagen liggen, vinden wij. Het Jeugdtheaterhuis vertrekt, maar de voorziening, muziek-, dans-, dramalessen of arrangementen daarvan, kan zonder buitengewone inspanning worden behouden voor onze stad en alle kinderen die hier naar school gaan. Het kan klein beginnen en gaandeweg uitgroeien. Het is een nieuwe vorm die wellicht tijd nodig heeft om verder te ontwikkelen. In de afgelopen weken heb ik hierover veel gesproken met anderen. Sommigen zien alleen maar valkuilen en beren op de weg. Ik noem er meteen maar een paar. “O, er is al zoveel: Gorinchem Beweegt, cultuurcoach, ideeënmakelaar, Spreekkamer voor de stad, enz., enz. Wij zien door de bomen het bos niet meer”, zeggen ze dan. Het is geenszins onze bedoeling dit rijtje verder uit te breiden, want binnen deze organisaties moet het te regelen zijn. Misschien is het wel handig dat de wethouders dit alles eens een keer op een rijtje zetten, zodat iedereen ook weet hoe het zit en door de bomen het bos weer wel kunnen zien. Een ander bezwaar dat ik hoorde: cultuurondernemers moeten het zelf maar zien te regelen. Prima, een heel liberaal uitgangspunt, maar veel kinderen zullen zo nooit ontdekken wat ze leuk vinden, of waar ze goed in zijn, want daarvoor zijn die kennismakingen op school nu juist zo handig. Weer een ander bezwaar: het is concurrentievervalsing met reeds bestaande organisaties. Ook dat kunnen wij weerleggen. Iedere organisatie kan hieraan namelijk deelneI - 27
men, of een arrangement aanbieden, en zo wellicht nieuwe leden werven. Dat is dus gunstig voor bestaande organisaties. En als het gaat om huurkosten: ook dat valt te verrekenen. Kortom, wij vinden dat deze bezwaren geen redenen zijn om dit niet uit te zoeken. Nogmaals: wij vragen niet van het college om een-twee-drie een nieuw cultuurpaleis uit de grond te stampen. Nee, het gaat ons slechts om een bemiddelende rol van de gemeente, tijdelijk, door mensen die hier al in dienst zijn. Daartoe dienen wij mede namens D66 de volgende motie in: Motie M3 (GA, D66) Aanleiding Gezien het feit dat het Jeugdtheaterhuis stopt met de activiteiten in Gorinchem aan het einde van het seizoen 2015-2016 om redenen dat de subsidie aan het jeugdtheaterhuis door de gemeente Gorinchem niet is toegekend, de subsidie van de provincie aan het huis is verminderd en omdat om organisatorische redenen het theaterhuis zich niet kan aanpassen aan de gewijzigde situatie in Gorinchem verdwijnt deze activiteit, bij ongewijzigd beleid, uit Gorinchem per juni 2016. Wij betreuren dit zeer maar onderschrijven de conclusie van het college. Gezien het feit dat we nog negen maanden de tijd hebben, dat er nog steeds een gedeeltelijke financiering mogelijk is en omdat we in Gorinchem brede scholen hebben die voorzien zijn voor het maatschappelijk nut, stellen wij het volgende voor: Voorstel Het college onderzoekt of er met cultuurondernemers en deskundigen uit deze regio een soortgelijk programma is samen te stellen zoals geleverd werd door het Jeugdtheaterhuis of afzonderlijke muziek-, dans- en dramalessen in schoolgebouwen. Bij voldoende belangstelling wordt een voorstel geschreven waarin de koppeling met de scholen is geborgd, de gemeente initieel een bemiddelende rol vervult en waarin de financiering en de huisvesting zijn geregeld. Dit voorstel uiterlijk maart 2016 voor te leggen aan de raad zodat continuïteit van de voorziening is gewaarborgd.
De heer Van Mourik: Mijnheer de voorzitter. Eigenlijk is natuurlijk het mooiste theater hiér, maar goed. Na TOON, een trillende Doelen nu ook een omvallend Jeugdtheaterhuis in Gorinchem. Natuurlijk moeten we op een bepaald moment bezuinigen, maar zijn we met al dat bezuinigen nu eigenlijk niet het kind met het badwater aan het weggooien? Wil je acteren, zingen en dansen: bij het Jeugdtheaterhuis kun je het gelijk professioneel aanpakken. Sinds 2001 kon dat bij een organisatie die daar 25 jaar mee werkt, maar nu kan dat in Gorinchem niet meer. Op de website van het Jeugdtheaterhuis is duidelijk te zien dat Gorinchem is verdwenen op de kaart van het Jeugdtheater. Je zou kunnen zeggen dat wij onszelf eigenlijk hebben wegbezuinigd. De fractie Stadsbelang vindt dat te ver gaan. Het Jeugdtheater is eigenlijk geen huis, maar een thuis voor kinderen die graag aan theater willen doen: zingen, dansen en acteren in een doorgaande lijn van vier jaar tot je bijna volwassen bent. Nu is dat echt verdwenen. Wel is door het college de keus gemaakt om een cultuurcoach aan te stellen, maar dat is toch wat anders. Naar aanleiding van de vragen die tijdens de raadsbijeenkomst door de fracties van PvdA en Gorcum Actief zijn gesteld en de beantwoording daarvan door de wethouder, zijn bij Stadsbelang weer veel vragen gerezen. De wethouder gaf onder andere aan dat ook het college het vervelend vindt dat de activiteiten stoppen en van mening is dat cultuureducatie op scholen thuishoort. Alle voorzieningen die daarvoor nodig zijn, bestaan al. Desgevraagd zei de wethouder dat het organiseren van activiteiten een eerste verantwoordelijkheid is van de scholen en dat de cultuurcoach daarbij kan helpen. I - 28
Stadsbelang heeft een belrondje gedaan bij de scholen: het Merewadecollege, waar we hebben gesproken met de heer Wim Langens, het lyceum de Ouden Hoven, waar we hebben gesproken met vakdocent Fons van Rongen, en een aantal basisscholen, waaronder ook de Poorterschool. Ze gaven eigenlijk allemaal aan dat ze het oppakken van activiteiten niet zomaar zien zitten en dat ze daarnaast niet genoeg professionals hebben om dat te ondersteunen. Het Merewadecollege heeft wel apparatuur en een klein theater met 99 zitplaatsen, maar kan echt geen twee avonden professioneel organiseren…. Mevrouw Hamann: Het is niet de bedoeling dat de scholen dit gaan organiseren, maar dat hiervoor ZZP’ers worden ingezet. De heer Van Mourik: Dat is toch iets anders dan een theaterhuis, dat via een doorgaande lijn werkt. Als je met losse ZZP’ers werkt, werk je toch op een heel andere wijze dan eigenlijk bedoeld is. Fons van Rongen gaf aan dat in het eerste, tweede en derde jaar drama op die school verplicht is en dat in het vierde jaar wordt gewerkt aan een voorstelling. Wie meer wil, moet dat echt buiten de school gaan zoeken. Daarmee stopt eigenlijk het verhaal, want in Gorinchem kun je dan geen kant meer op… Mevrouw Hamann: Volgens mij maakt u een beetje een denkfout. Er zijn dramalessen op scholen, maar wij praten over een ander pakket, aanvullend, na schooltijd, en dat hoeft de school niet te organiseren. Mevrouw Van Dalen-Eggink: En hoe ziet de heer Van Mourik Sping! en LUSA dan in de stad als aanbieders van theater? De heer Van Mourik: Natuurlijk zijn alle aanbieders van harte welkom, maar het gaat nu om een specifieke aanbieder voor zo’n 130 kinderen die op een gegeven moment op straat staan en elders hun heil moeten zoeken. De heer Van Breemen: De heer Van Mourik zei zojuist dat je in Gorinchem nu geen kant meer op kunt, en dat bestrijd ik ten zeerste. Er zijn wel degelijk een Sping! en een Manteau, met ook een jeugdtheateropleiding, zij het misschien op een iets minder professioneel niveau dan bij het Jeugdtheaterhuis. Er is hoe dan ook voldoende ruimte voor jongeren om theater-, dans-, drama- en zangonderwijs te krijgen en aan een hele mooie voorstelling te werken. Het is echt totale onzin dat nu 130 kinderen op straat zouden staan. De heer Van Mourik: Vanaf deze plaats kan ik de kwaliteit niet beoordelen. Ik ga af op vakdocenten als Fons van Rongen, die aangeeft dat het er gewoon niet is op dat gebied. Ik neem aan dat een vakdocent als Fons van Rongen, die met 700 leerlingen per jaar werkt aan allerlei producties, een redelijk beeld heeft van wat er in Gorinchem te koop is. Mevrouw Molengraaf-Vullers: Het zou best kunnen dat u daarin gelijk hebt, maar tegelijkertijd hebben wij in Gorinchem, bijvoorbeeld op het gebied van de sport, uitgesproken dat we de breedte in willen en niet twee of drie Gorcumse jongeren voor de top willen opleiden. Als je in de sport op hoog niveau wilt presteren, zul je naar Papendal of iets dergelijks moeten. Het lijkt me dat dat ook voor het theater geldt. I - 29
De heer Van Mourik: Als je een getalenteerd voetballer bent, of uitblinkt in gym op school, kun je naar voldoende verenigingen met deskundige ondersteuning in de regio. Van mensen die hiermee werken heb ik begrepen dat op het gebied van echt acteren geen professionele ondersteuning voorhanden is. Het theater kun je dan ook niet zomaar overlaten aan goedwillende vrijwilligers; daar heb je echt professionals voor nodig. Wij dienen ter zake de volgende motie in: Motie M4 (SB) De raad van de gemeente Gorinchem, in vergadering bijeen op 24 september 2015; verzoekt het college: – het gericht, professioneel en educatief theaterlessen te doen volgen in de gemeente Gorinchem; – dat eerdere bezuinigingen worden teruggedraaid; – de subsidie aan het Jeugdtheaterhuis weer wordt verstrekt. Motivatie/Reden Door het verdwijnen van het Jeugdtheaterhuis uit Gorinchem zijn er geen mogelijkheden meer om op professionele basis theaterlessen actief te beoefenen, zodat daarmee de jeugd de kans krijgt om kwalitatief hoogstaande theatereducatie te krijgen.
Mevrouw Van Dalen-Eggink: We hebben een aparte discussie gevoerd over het theater aan de Haarstraat, of hoe we het ook willen noemen, en we voeren nu een aparte discussie over het Jeugdtheaterhuis. De raad heeft aangegeven graag een discussie te willen voeren over de rode draden met betrekking tot cultuur. Lijkt het u dan niet verstandiger de discussie in de breedte van de cultuur te voeren in plaats van telkens deelstukjes te nemen en zo tot een heel versnipperde visie of een versnipperd beleid te komen? Mevrouw Hamann: Het spijt me zeer, maar het Jeugdtheaterhuis kan niet verder in Gorinchem, omdat ook de provincie haar steun hieraan heeft gestopt. We kunnen in Gorinchem dan hoog of laag springen, maar dat gaat ‘m niet worden. De heer Van Mourik: Natuurlijk zou ook ik de discussie breed willen trekken, maar feit is gewoon dat er nu iets weg is wat er niet meer is. De voorzitter: Dat lijkt mij een waarheid als een koe! Wethouder Klink: Mijnheer de voorzitter. Er zijn twee moties ingediend waarop ik graag wil reageren. Uit beide moties blijkt in ieder geval een grote betrokkenheid bij het onderwerp cultuureducatie, en dat is iets waar ook deze wethouder en het college van kunnen genieten. Vanmorgen was ik in het Gorcums museum om de expositie van leerlingen van Gorinchemse scholen te openen en vanavond bij een lezing van Mark Mieras in theater Peeriscoop over het belang van cultuureducatie voor jonge kinderen, en ook daar werd dat weer eens bevestigd. Laat ik eerst de motie van Stadsbelang maar bij de kop pakken, een nogal stellige motie, die van het college dan ook het stellige stemadvies meekrijgt om deze niet te steunen, en wel om twee redenen. De eerste reden is de meest principiële, en daaraan refereerde mevrouw Van Dalen ook al even: als de raad deze motie aanneemt, zet hij zijn eigen cultuurvisie op de kop. Voor het college wordt het heel moeilijk een cultuurvisie om te zetten in consistent beleid als er keer op keer naar goeddunken van de raad iets doorheen schiet. De tweede reden is dat er op dit moment een serieuze kandidaat is I - 30
voor het geven van jeugdtheaterlessen in Gorinchem, een kandidaat die ook al serieuze plannen heeft en daarvoor zelfs zo goed als zeker al huisvesting geregeld heeft. Ik kan er nog niet alles over vertellen, dat zou niet chic zijn jegens de kandidaat, want we moeten hier samen met het ambtelijk apparaat nog wat verder naar kijken, maar het ziet ernaar uit dat al vrij snel vanuit het veld zelf het gat dat is gevallen zal worden opgepakt. Voor de overheid mag het misschien ook een les zijn, namelijk dat we niet direct op alles wat in de samenleving gebeurt hoeven in te springen. Soms zien we dat het zich zelf al vrij snel oplost. Tot de heer Van Mourik zou ik nog willen opmerken dat hij LUSA, Sping! en Manteau echt tekort doet als hij stelt dat daar geen theaterlessen worden gegeven. Het wordt weliswaar niet zo vermarkt, maar kinderen die daar toneelspel bedrijven worden door ervaren toneelspelers groot gemaakt in het vak. De andere motie is ingediend door Gorcum Actief en D66. Het viel mij de vorige keer in de raadsbijeenkomst al op dat zij het verdraaid vaak eens zijn, en dat doet mij op zich goed. Ook tot hen moet ik nu echter zeggen dat er inmiddels een serieuze kandidaat is. Wij hopen daarover op relatief korte termijn meer te kunnen vertellen. Mijn vraag is dan ook even of we nu een heel onderzoek moeten optuigen, voor wat ik toch maar even een incident noem, dat eigenlijk alweer opgelost lijkt. Daarbij neem ik ook even de hoeveelheid werk in ogenschouw die de afdeling die dit onderzoek zou moeten uitvoeren überhaupt al heeft. Laten we eerst eens afwachten of deze kandidaat met een definitief programma komt. Wellicht kan mevrouw Hamann de motie aanhouden tot bijvoorbeeld de begrotingsraad. Mogelijk kunnen we vóór die tijd al met nieuws komen en kan de motie dan worden ingetrokken. Het lijkt me echt zonde nu een motie in stemming te brengen, terwijl de kans bestaat dat ze overbodig is. Mevrouw Hamann: Hierover wil ik graag even overleggen, voorzitter. De voorzitter: Ik schors de vergadering voor twee minuten (21.47 uur)! Schorsing (Tijdens de schorsing is de heer Schefferlie ter vergadering gekomen.) De voorzitter: De vergadering is heropend (21.49 uur). Mevrouw Hamann: Mijnheer de voorzitter. Het mag duidelijk zijn dat onze ideeën verder strekken dan alleen jeugdtheaterlessen. We willen nu even afwachten wat er in het vat zit en zullen de motie daarom aanhouden. De heer Van Mourik: Mijnheer de voorzitter. Wij willen onze motie sowieso in stemming laten brengen. De heer Elmaci: Mijnheer de voorzitter. De PvdA snapt waarom de subsidie aan het Jeugdtheaterhuis is gestopt: de kosten zijn hoog en wij willen geen instituten meer subsidiëren. Dit past ook in de cultuurvisie. Voorts stellen we vast dat de menukaart van Gorinchem Beweegt groepsactiviteiten kent als inkoop, en dat vinden we prima. Het verheugt ons van de wethouder te horen dat er inmiddels al een aanbieder is. Wat ons daarbij nog wel benieuwt is het volgende. Cultuureducatie wordt vaak in groepsverband
I - 31
gegeven, maar ook wel op individuele basis, gericht op het individu van het kind. Wij zouden het fijn vinden als deze aanbieder dat ook op individuele basis zou kunnen doen. Wat mij ten slotte deze avond is opgevallen, is dat op het gebied van educatie aan de ene kant geld wordt weggehaald en aan de andere kant wordt weggegeven. Als volksvertegenwoordiger vind ik het heel moeilijk dat aan mensen uit te leggen. De heer Van Breemen: Mijnheer de voorzitter. Op de motie van Gorcum Actief en D66 hoef ik niet meer in te gaan, want die is aangehouden. Rest de motie van de fractie Stadsbelang, waarvan ik eerder bij interruptie heb opgemerkt dat die het al bestaande aanbod in Gorinchem zeer tekort doet. De heer Van Mourik had het over goedwillende vrijwilligers en een niet-professioneel aanbod. Misschien doet hij er goed aan zelf eens te gaan kijken in plaats van via-via informatie te verzamelen. Zowel Sping! als Manteau wordt begeleid door mensen die hun brood verdienen met het geven van theater-, dans-, drama- en zanglessen. Dat doen zij dus voor hun professie en volgens mij mag dat professioneel heten. De heer Van Mourik: De heer Van Breemen heeft gelijk dat ik zelf rond had kunnen kijken bij de individuele aanbieders, maar in dit geval ben ik afgegaan op een vakleerkracht die mij hierover heeft geïnformeerd. Als hij met zijn leerling ergens naartoe wil gaan, moet hij naar Dordrecht om een cursus te kunnen volgen. Het lijkt me toch niet helemaal de bedoeling dat burgers uit Gorinchem in Dordrecht een cursus gaan volgen. Verder doe ik geen uitspraken over de bestaande aanbieders, want dat zou ik niet terecht vinden naar déze aanbieders, maar de aanbieders die er op dit moment in Gorinchem zijn kunnen kennelijk niet datgene bieden aan acteertalent waarom gevraagd wordt. De heer Van Breemen: Dat zou kunnen, maar ik constateer in ieder geval dat de aanbieders die er nu zijn voldoende mogelijkheden bieden aan alle jongelui in Gorinchem om die lessen te volgen en toe te werken naar een mooie voorstelling. Een ander punt van de motie is de vraag of het een centenkwestie is. Ook dat is volgens mij niet aan de orde. Inderdaad is sprake van een bezuiniging, zoals op heel veel van het cultuurgebied, maar dat is niet de enige factor. De provincie Zuid-Holland heeft haar subsidie ingetrokken en uiteindelijk heeft het Jeugdtheaterhuis zijn bezwaar tegen de verlaging van de subsidie ingetrokken en heeft samen met de gemeente welwillend gekeken naar een goed businessplan binnen de subsidie. Het probleem was vooral dat het Jeugdtheaterhuis zich niet aan de door deze raad vastgestelde cultuurvisie wilde of kon houden, waardoor er geen grond was voor samenwerking met deze gemeente. Dat is iets anders dan een centenkwestie. Ten slotte is het niet alleen het gevolg van een Gorinchemse bezuiniging, maar zit er ook een Zuid-Hollandse bezuiniging in. In die zin kan een vergelijking worden getrokken met de Stichting TOON, waarvan vaak gezegd wordt dat Gorinchem daar de stekker uit heeft getrokken, terwijl het toch echt de regiogemeenten waren die massaal de subsidie hebben stopgezet, waardoor Gorinchem overbleef als enige subsidieverstrekker en de stichting omviel. De motie zullen wij dus niet steunen. Wethouder Klink: Mijnheer de voorzitter. De fracties zeg ik dank voor hun reacties in tweede termijn, die volgens mij aardig in de buurt van de werkelijkheid komen. Voor de goede orde is het wellicht goed te melden dat de pijler cultuureducatie van de vier pijI - 32
lers die wij in onze cultuurvisie kennen, bij mijn weten de enige is die méér in plaats van minder geld te besteden heeft. We halen dus geen geld weg, zoals de heer Elmaci zei. Het is het Jeugdtheaterhuis zelf dat heeft besloten op deze subsidiegronden in Gorinchem niet verder te willen. Als ik de heer Elmaci goed heb begrepen, stelt hij dat alle opschoolse of naschoolse educatie via de Culturele Menukaart groepsactiviteiten betreffen en dat wat met het Jeugdtheaterhuis uit Gorinchem is verdwenen, de wat meer individuele lessituatie is, één-op-één of één op minder dan een hele groep. Daar heeft hij gelijk in en het is goed dat hij dat aan de orde stelt, maar ik wil er wel nadrukkelijk aan toevoegen dat de nieuwe partij waarmee we in gesprek zijn zeer waarschijnlijk deze voorziening wel weer zal gaan bieden. Bij deze zeg ik toe dat wij vanuit dit huis met hem in gesprek zullen gaan om het belang van de wat kleinere groep, of misschien zelfs wel individuele lessen voor leerlingen die echt wat meer talent hebben en daarin willen doorgroeien, te borgen. De voorzitter: Aan de orde is thans de besluitvorming over motie M4 van de fractie Stadsbelang. De motie wordt bij handopsteken in stemming gebracht en met de stemmen van de fractie Stadsbelang vóór verworpen. 9.1 Kaderstelling woningbouwplan Mollenburg (nr. 2015-1370) 1. Korte samenvatting van de inhoud en voorstel Wij hebben onlangs overeenstemming met de Ontwikkelings Combinatie Mollenburg (OCM) bereikt over de bouw van 155 woningen in het gebied Mollenburg. De OCM ontwikkelt 129 projectmatige woningen in diverse woningtypes. Het uitgangspunt hierbij is consumentgericht bouwen. Daarnaast gaan dat wij 26 vrije sector kavels uitgeven waar particulieren hun eigen woning kunnen bouwen. Het project wordt in vier fases gerealiseerd waarbij de start bouw van de eerste fase in het najaar van 2016 is gepland. Het woningbouwplan is gebaseerd op de huidige situatie op de woningmarkt en richt zich op het goedkopere en middeldure segment van de koopmarkt. De woningbouwaantallen van Mollenburg passen binnen onze gemeentelijke woningbouwprogrammering en binnen de kaders van de Woonagenda 2.0. Voor deze woningbouwontwikkeling heeft de raadscommissie Ruimte in 2001 uitgangspunten vastgesteld. Deze waren de basis voor de prijsvraag, welke in 2003 door OCM is gewonnen. In mei 2007 is het toenmalig plan voor 117 woningen aan u gepresenteerd. Vervolgens is het plan in 2008 in verkoop gegaan maar het sloeg helaas niet aan in de markt. Het ontwerpbestemmingsplan dat voor het plan was opgesteld, heeft in 2008 ter visie gelegen maar is niet ter vaststelling aan u aangeboden. De destijds vastgestelde randvoorwaarden zijn voor het overgrote deel terug te vinden in het huidige plan. De belangrijkste veranderingen zijn terug te voeren op de wijziging van de doelgroep voor Mollenburg. Het toenmalige plan was gericht op het middeldure en dure koopsegment. Wij willen u voorstellen om de onderstaande kaders voor Mollenburg vast te stellen: a. Consumentgericht bouwen en particulier opdrachtgeverschap; b. Groen en water zijn structuurondersteunende elementen; watercompensatie volgens de normeringen van het Waterschap; de aansluiting op het te ontwikkelen waterpark aan de noordzijde van het plangebied is uitgangspunt; c. Twee verkeersontsluitingen voor het gemotoriseerd verkeer, te weten de bestaande ontsluiting via de Sportlaan en een nieuw aan te leggen verbinding via de Dokter Schöyerstraat; d. De aanleg van een nieuwe langzaamverkeersverbinding via de straat Schotdeuren en de handhaving van de oost-westfietsverbinding;
I - 33
e. Voor duurzaam bouwen gelden de wettelijke eisen en de bouwer biedt extra pakketten aan de koper aan; f. De woningdifferentiatie wordt per fase afgestemd op de actuele marktsituatie: de huidige uitgangspunten zijn rijwoningen, twee-onder-een-kapwoningen en vrije kavels gericht op het goedkope en middeldure segment. .
De grondprijzen moeten passen binnen de gemeentelijke kaders van het grondbeleid en de dan geldende marktsituatie;
h. Een flexibel bestemmingsplan om te kunnen inspelen op veranderende marktomstandigheden. In uw vergadering van 9 juli jl. heeft u de motie over ‘goedkope woningen op Mollenburg’ aangenomen waarin aan ons gevraagd wordt om inzichtelijk te maken wat de consequenties zijn van een prijsverlaging van de "goedkope" categorie woningen naar een prijscategorie van € 140.000, - tot € 160.000, - en hierbij het woningtype "eengezinswoning" los te laten. Wij kunnen u thans aangeven dat wij deze motie in overleg met de OCM in de komende periode nader gaan beoordelen. De bouw van goedkope woningen past binnen de voorliggende kaderstelling zodat het onderhavige raadsvoorstel thans door u behandeld kan worden. Wij willen u op een zo kort mogelijke termijn informeren over de uitwerking van deze motie. 2. Fase trechter Herijking van de uitgangspunten die in het verleden zijn vastgesteld. 3. Inleiding / aanleiding Zoals u weet, zijn wij al lang bezig om te komen tot een woningbouwontwikkeling van het gebied Mollenburg. Wij kunnen u melden dat wij onlangs met de Ontwikkelings Combinatie Mollenburg (OCM) overeenstemming hebben bereikt over de bouw van 155 woningen. De OCM is een samenwerking tussen AM en Bemog. Het voorliggende plan voorziet in de bouw van 155 woningen. OCM ontwikkelt 129 projectmatige woningen en het woningbouwprogramma is gericht op consumentgericht bouwen. De voorgestelde woningtypes zijn divers: circa 75% rijenkoopwoningen in zes types, 25% 2onder1-kapwoningen en vrije kavels. OCM wil gebruik maken van de zogenaamde Smartwoningen in de architectuurstijl Oud-Hollandsch. Het idee is zoveel mogelijk consumentgericht te bouwen waarbij de consument veel keuzemogelijkheden heeft, zowel in als aan de gevel evenals intern in de woning. Daarnaast is het uitgangspunt dat wij 26 vrije sector kavels gaan uitgeven. Mensen kunnen op deze kavels zelf of via een tussenpersoon hun woning (laten) realiseren (in een vorm van bijvoorbeeld particulier opdrachtgeverschap). Op deze kavels kunnen ook grotere 2onder1-kapwoningen door particulieren worden gerealiseerd. Het is de opzet het plan in vier fases (lees 4 jaren) te realiseren. De start bouw van de eerste fase, welke 29 projectmatige woningen en 7 vrije sectorkavels omvat, is in het najaar van 2016 gepland. Het voorliggende plan is gebaseerd op de huidige situatie op de woningmarkt en richt zich op het goedkopere en middeldure segment van de koopmarkt. De diverse woningtypes komen in elke fase voor. Afgesproken is dat er na een succesvolle verkoop van de woningen en kavels in de eerste fase, een gezamenlijke evaluatie plaatsvindt, welke aanleiding kan zijn tot een aanpassing van onder andere de aantallen woningen en de woningtypes. Wij willen zodoende optimaal kunnen schakelen naar de actuele behoeftes in de markt. Voor deze woningbouwontwikkeling heeft in 2001 de raadscommissie Ruimte uitgangspunten vastgesteld. Deze uitgangspunten, welke veelvuldig besproken zijn met omwonenden en geïnteresseerden, zijn de basis geweest voor een prijsvraag. In 2003 is de OCM als winnaar uit de bus gekomen. Een en ander heeft uiteindelijk geleid tot een plan voor 117 woningen, vooral gericht op het middeldure en dure segment. Op 7 mei 2007 is het plan aan u gepresenteerd en bent u geïnformeerd over de toetsing van het toenmalige plan aan de vastgesteld uitgangspunten. Vervolgens is het plan in 2008 in verkoop gegaan. Tot realisatie is het vanwege tegenvallende verkoopresultaten nooit gekomen. Voor het plan is een bestemmingsplan opgesteld en het ontwerpbestemmingsplan heeft in 2008 ter visie gelegen. Het is echter
I - 34
niet ter vaststelling aan u aangeboden; dit in afwachting van mogelijke oplossingenrichtingen vanwege de stagnerende verkoop. Hierover hebben wij u in de raadsinformatiebrief van 18 februari 2009, met nummer 254 geïnformeerd. Hierna hebben we langdurig overleg met de OCM gevoerd over de gewenste aanpassingen van het plan. In de achterliggende jaren hebben we ook gekeken naar andersoortige invullingen van het gebied. Uiteindelijk blijft een woningbouwinvulling de beste optie. In 2014 is in overleg met de OCM besloten om de fasering naar achteren te schuiven zodat de woningbouwaantallen van Mollenburg passen binnen de totale woningbouwprogrammering van Gorinchem en binnen de kaders van de woonagenda. De uitgangspunten die destijds voor Mollenburg van toepassing waren, hebben wij hieronder voor u samengevat: a. Consumentgericht bouwen en particulier opdrachtgeverschap; b. Groen en water zijn structuurondersteunende elementen en 10% water is de eis van het Waterschap; c. Twee verkeersontsluitingen voor het gemotoriseerd verkeer, te weten de bestaande ontsluiting via de Sportlaan en een nieuw aan te leggen verbinding via de Dokter Schöyerstraat; d. De aanleg van een nieuwe langzaamverkeersverbinding via de straat Schotdeuren en de handhaving van de oost-westfietsverbinding; e. Qua architectuur aansluiting zoeken bij de woonbuurt rond de Nieuwe en Oude Hoven. f. Woningdifferentiatie: 50% vrijstaand, 40% twee-onder-een-kap en 10% gestapeld; g. Bij de prijsvraag is gevraagd om indicatie voor de verkoopprijs per m2, met een bandbreedte van € 300 tot € 400 per m2. De destijds vastgestelde randvoorwaarden zijn voor het overgrote deel terug te vinden in het huidige plan. De belangrijkste veranderingen zijn terug te voeren op de wijziging van de doelgroep voor Mollenburg. In de periode 2001-2008 werd voor Mollenburg gedacht aan de realisatie van duurdere woningtypes, met een bijbehorende architectuur, woningdifferentiatie en verkoop- en grondprijzen. Thans richt men zich wat betreft de projectmatige woningen op de koopstarters en voorts op de doelgroep voor middeldure woningen. Met de uitgifte van vrije sector kavels wordt echter weer de aansluiting met de destijds geformuleerde uitgangspunten ten aanzien van particulier opdrachtgeverschap gevonden. Voor wat betreft de overige uitgangspunten kan aangegeven worden dat deze in het voorliggend plan zijn opgenomen. Duurzaam bouwen wordt hieraan toegevoegd. Voorts willen we streven dat dit plan een optimale aansluiting krijgt op het waterpark dat tussen de Rijksweg en het plangebied is gedacht. 4. Inhoud / Kaders De uitgangspunten die we nu voor Mollenburg willen voorstellen, zijn: a. Consumentgericht bouwen en particulier opdrachtgeverschap; b. Groen en water zijn structuurondersteunende elementen en watercompensatie volgens de normeringen van het Waterschap; de aansluiting op het te ontwikkelen waterpark aan de noordzijde van het plangebied is hierbij uitgangspunt; c. Twee verkeersontsluitingen voor het gemotoriseerd verkeer, te weten de bestaande ontsluiting via de Sportlaan en een nieuw aan te leggen verbinding via de Dokter Schöyerstraat; d. De aanleg van een nieuwe langzaamverkeersverbinding via de straat Schotdeuren en de handhaving van de oost-westfietsverbinding; e. Voor duurzaam bouwen gelden de wettelijke eisen en de bouwer biedt extra pakketten aan de koper aan; f. De woningdifferentiatie wordt per fase afgestemd op de actuele marktsituatie: de huidige uitgangspunten zijn, rijwoningen, twee-onder-een-kapwoningen en vrije kavels gericht op het goedkope en middeldure segment. g. De grondprijzen moeten passen binnen de gemeentelijke kaders van het grondbeleid en de dan geldende marktsituatie;
I - 35
h. Hoge mate van flexibiliteit van het bestemmingsplan om te kunnen inspelen op veranderende marktomstandigheden. 5. Bestaand beleid, raadskaders en -besluiten Op 12 november 2001 heeft de raadscommissie Ruimte ingestemd met de notitie over de herontwikkeling van Mollenburg. De gemeenteraad heeft op 8 mei 2007 ingestemd met het stedenbouwkundig plan voor de woningbouw in het gebied Mollenburg. 6. Betrokkenheid derden Het ontwikkelingsvoorstel is een samenwerking tussen de OCM en de gemeente. 7. Beoogd effect Te komen tot het bouwen van woningen op Mollenburg. 8. Risico’s of kansen In de huidige woningmarkt liggen er kansen voor de producten die OCM voor Mollenburg voorstelt. Als onderdeel van het verdere onderzoek naar de verkoopbaarheid van het plan zijn door OCM in 2016 een marktconsultatie en presales gepland. De vraag naar de aankoop van vrije kavels wordt in deze marktconsultatie meegenomen. Uit deze consultatie zal naar voren komen of het huidige plan daadwerkelijk in de markt kan aanslaan. Er blijft echter altijd een risico dat de woningen en de kavels niet verkocht kunnen worden. Het risico van de uitgifte van de vrije kavels ligt volledig bij de gemeente doordat we dit zelf ter hand nemen. Bij de verdere uitwerking wordt onderzocht op welke wijze dit risico zoveel mogelijk kan worden beperken. Het huidige stedenbouwkundig plan wijkt niet veel af van het plan uit 2008. In zijn algemeenheid werd destijds positief op het toenmalige plan gereageerd waardoor de indruk bestaat dat er maatschappelijk draagvlak voor het plan uit 2015 is. Dit zal door participatie nader in beeld worden gebracht. 9. Financiële consequenties Met de OCM zijn afspraken gemaakt over de grondprijs voor de 129 woningen. Daarnaast hanteert de gemeente een vaste m²-prijs voor vrije kavels, welke jaarlijks wordt vastgelegd in de Nota Grondprijzen. Op basis van de afspraken met de OCM zal de gemeentelijke grondexploitatie van Mollenburg begin 2016 worden herzien (moment van de jaarlijkse herziening van alle grondexploitatie). Omdat het een wijziging van de bestaande kaders betreft zal deze herziening aan u worden voorgelegd. Het resultaat zal vervolgens worden meegenomen in de jaarrekening 2015. 10. Vervolgproces Samen met de marktpartij gaan we na de raadsbehandeling van dit voorstel een communicatieplan opstellen teneinde de doelgroepen en stakeholders te betrekken bij deze planontwikkeling. Tevens wordt er een nieuw bestemmingsplan opgesteld. De start van de bestemmingsplanprocedure, waarin een inspraaktraject is opgenomen, staat gepland in het derde kwartaal van 2015. Tevens wordt het voorontwerpbestemmingsplan in het kader van het wettelijke vooroverleg dan ook aan de betrokken instanties, onder andere het Waterschap en de provincie, voorgelegd. Het Waterschap is reeds bij de planvorming betrokken. 11. Communicatie In overleg met de marktpartij wordt een communicatieplan opgesteld. De direct omwonenden worden separaat over het nieuwe plan geïnformeerd. Op 9 juni hebben wij aan wijkbelang Stalkaarsen een presentatie over het plan gegeven. Wijkbelang heeft met instemming kennisgenomen van deze presentatie. Afgesproken is dat wij hun over het vervolg van het planproces informeren. Als onderdeel van de bestemmingsplanprocedure vindt er in het derde kwartaal van 2015 een inspraaktraject met een inloopbijeenkomst plaats.
I - 36
Eind 2015 zal de nieuwe grondexploitatie aan u kunnen worden voorgelegd. 12. Uitkomsten raadsbijeenkomst Na informatieve vragen en beantwoording daarvan kunnen alle fracties instemmen met agendering van het voorstel voor de komende raadsvergadering. 13. Nadere standpuntbepaling college N.v.t. 14. Definitief voorstel raad Wij stellen u voor de volgende uitgangspunten voor Mollenburg vast te stellen: a. Consumentgericht bouwen en particulier opdrachtgeverschap; b. Groen en water zijn structuurondersteunende elementen en watercompensatie volgens de normeringen van het Waterschap; de aansluiting op het te ontwikkelen waterpark aan de noordzijde van het plangebied is hierbij uitgangspunt; c. Twee verkeersontsluitingen voor het gemotoriseerd verkeer, te weten de bestaande ontsluiting via de Sportlaan en een nieuw aan te leggen verbinding via de Dokter Schöyerstraat; d. De aanleg van een nieuwe langzaamverkeersverbinding via de straat Schotdeuren en de handhaving van de oost-westfietsverbinding; e. Voor duurzaam bouwen gelden de wettelijke eisen en de bouwer biedt extra pakketten aan de koper aan; f. De woningdifferentiatie wordt per fase afgestemd op de actuele marktsituatie: de huidige uitgangspunten zijn, rijwoningen, twee-onder-een-kapwoningen en vrije kavels, gericht op het goedkope en middeldure segment. g. De grondprijzen moeten passen binnen de gemeentelijke kaders van het grondbeleid en de dan geldende marktsituatie; h. Hoge mate van flexibiliteit van het bestemmingsplan om te kunnen inspelen op veranderende marktomstandigheden.
De heer Barth: Mijnheer de voorzitter. In 1999 heeft Gorinchem reeds besloten bijna negen hectaren aan sportvelden in te richten als nieuwbouwproject Mollenburg. Het was de bedoeling in 2007 te starten met de eerste nieuwbouwwoningen op het voormalig korfbalterrein van GKV. Het was een ambitieus project, genaamd “De tuinen van Mollenburg”. www.mollenburg.nl herinnert ons aan deze grondexploitatie, waarop inmiddels diverse voorzieningen zijn genomen. Reken maar uit: het woningbouwplan “De tuinen van Mollenburg” had als bouwdatum 2007 en als vanavond de kaders worden vastgesteld voor het vernieuwde woningbouwplan op Mollenburg, krijgt dit voormalig sportterrein na tien jaar de eerste woningen. Als grootgrondbezitter weten wij dat tijd geld kost. OCM, die reeds in 2003 gewonnen had en op Mollenburg zal bouwen, kan daarover meepraten. Er is ons dus veel aan gelegen dat dit woningbouwplan wordt gerealiseerd. Luisteren naar de markt, invulling geven aan de woningbehoefte van de Gorinchemmer, is belangrijk om dit project te doen slagen. Het woningmarktonderzoek, dat als basis dient voor Woonagenda 2.0, uitgevoerd door Companen, heeft een duidelijke behoefte vastgesteld aan goedkope, zogenaamde single-woningen, tot ca. € 160.000,-, goedkopere rijtjeswoningen en twee-onder-een-kappers. Als we daartegen de in het raadsvoorstel voorgestelde harde aantallen en typen woningen op Mollenburg afzetten, zit daar een duidelijk zichtbare mismatch. De goedkope, zogenaamde single-woningen tot € 160.000,- voor jong en oud ontbreken volledig. Zo’n single-woning is ideaal als je I - 37
een koopwoning zoekt op één salaris. Huren is voor deze mensen op basis van hun salaris relatief duur en een rijtjeshuis te duur en te groot. Companen geeft een behoefte aan van circa 80 van deze starterswoningen in Gorinchem. Hoe gaan we die behoefte nu toch invullen? De ChristenUnie/SGP vindt invulling van deze behoefte een belangrijke beleidslijn. Een sluitende grondexploitatie is wat ons betreft secundair, of, zoals de heer Schefferlie vaak zegt: geld volgt beleid. De rijtjeswoningen en twee-onder-een-kappers worden al in grote aantallen gebouwd in Hoog-Dalem. De voorgestelde woningen zullen op Mollenburg zo’n 15% goedkoper zijn en zeker in een behoefte voorzien, maar in deze aantallen? Daar hebben wij twijfels bij. Dan de 26 vrije-sectorkavels. Gorinchem leurt al jaren met vrije-sectorkavels. Op de Haarsekaden krijgen we er zelfs niet één verkocht, in Hoog-Dalem zijn veel kavels omgezet in projectmatige woningen en bovendien: wie wil met een budget van € 500.000,plus dichtbij de snelweg wonen? Ook Companen bevestigt dat er nagenoeg geen vraag is naar vrije kavels. Moeten wij dan fixed 26 vrije kavels als kader opnemen voor Mollenburg? De ChristenUnie/SGP vindt van niet. Het woningbouwplan-Mollenburg dient flexibel te zijn. Het bestemmingsplan moet flexibel invulling kunnen geven aan goedkope starters/single-woningen tot € 160.000,-, goedkope rijtjeswoningen, goedkope twee-onder-een-kappers en eventueel vrije kavels. Laat de markt richting geven welke van deze vier woningtypen worden toegepast, en dat per bouwfase. Samen met CDA, en ondersteund door SP, VVD, GroenLinks, Stadsbelang en de PvdA, dienen wij daarom het volgende amendement in: Amendement A1 (CU/SGP, CDA, SP, VVD, GL, PvdA, SB) De raad van de gemeente Gorinchem, in vergadering bijeen op 24 september 2015. Ondergetekenden stellen het volgende amendement voor op de uitgangspunten voor Mollenburg: Toevoegen punt i. “De marktbehoefte is leidend voorafgaande aan elk van de vier fasen: bij aanvang van elke volgende fase en op basis van de uitgevoerde evaluatie van de voorafgaande fase zullen niet verkochte vrije kavels uit voorgaande fase een marktconforme invulling krijgen, waarbij de uitgangspunten uit f worden uitgebreid met zogenaamde ‘single’ woningen tot € 160.000.-.” Toevoegen punt j: “De woningmarktbehoefte is leidend bij elke fase. De gemeenteraad ontvangt een raadsvoorstel indien realisatie van het beleid uit punt i leidt tot een negatieve financiële afwijking op de grondexploitatie Mollenburg.”
De heer Van Breemen: Mijnheer de voorzitter. Met deze kaderstelling begint een nieuwe fase van de planvorming voor woningbouw op Mollenburg die, zoals de heer Barth terecht schetste, al heel wat jaren speelt in Gorinchem. Toen duidelijk werd dat SVW en de korfbalvereniging gingen verhuizen naar Molenvliet en op Mollenburg dus een groot stuk bouwgrond beschikbaar kwam, werd meteen naar woningbouw gekeken op deze locatie. Aanvankelijk zouden er extreem dure huizen komen, maar al gauw bleek dat niet te gaan lukken. In de jaren daarna is creatief gekeken naar een andere oplossing voor deze grond en passeerden ons zaken als een AZC of een groot wellnesscenter. Nu wordt uiteindelijk toch een woningbouwplan opgesteld voor deze locatie en daar is GroenLinks blij mee. Wij menen dat met de voorliggende kaders een mooie,
I - 38
groene en betaalbare woonwijk kan worden gebouwd. Als alles volgens planning verloopt, kan dat ook nog eens op redelijk korte termijn gebeuren. Het verheugt ons te zien dat consumentgericht bouwen een centraal uitgangspunt is bij dit plan. Het klinkt natuurlijk als een open deur dat je wilt bouwen waarnaar de consumenten vragen, maar met name op woningbouwgebied is dat nog wel eens anders gebleken. Zeker omdat het vaak gaat om langetermijnprojecten en omdat de wens van de consument nog wel eens wil veranderen, worden ook wel eens huizen of wijken gebouwd waarnaar weinig tot geen vraag is. Met de kaders die het college ons nu voorstelt wordt de vraag van de consument in de gaten gehouden en wordt actief ingespeeld op de eventuele veranderingen daarin. Het zojuist door de heer Barth ingediende amendement verscherpt die grote aandacht voor de wensen vanuit de consument nog maar eens. GroenLinks is ook blij dat er aandacht is voor de langzaamverkeersverbinding en voor de fietsverbinding van Oost naar West. Vooral die laatste verbinding is een veel gebruikte fietsroute voor met name scholieren en wij zijn dan ook blij dat deze in het nieuwe plan wordt gehandhaafd. Wat betreft duurzaamheid en groen, zien we helaas dat hier nog afspraken en de daarbij behorende financiële ruimte uit een grijs verleden doorwerken. Bij duurzaam bouwen wordt slechts uitgegaan van de wettelijke eisen en daar wordt in principe geen schepje bovenop gedaan. Wel worden vanuit de bouwer extra pakketten aangeboden en dat is een klein stapje in de goede richting vergeleken met het vorige plan. Hoewel we het betreuren dat er niet automatisch een schepje bovenop wordt gedaan, begrijpen we dat hierover in een eerder stadium nu eenmaal afspraken zijn gemaakt, toen het wettelijk verplichte eigenlijk nog net een stap te ver was. Wel roepen wij het college op ervoor te zorgen dat de duurzaamheidspakketten goed gepromoot worden onder de potentiële kopers. Vrijwel altijd gaat het immers om een investering die zich op termijn terugverdient, dus misschien kunnen we met wat slimme promotie veel kopers over de streep trekken om alle pakketten te nemen. Met betrekking tot groen en water heeft dit plan wel een mooie ontwikkeling doorgemaakt. De huidige omgeving van de planlocatie is al heel groen en waterrijk. De komst van het waterpark aan de noordzijde zal dat alleen maar versterken. Het is dan ook goed te zien dat de wijk kan aansluiten bij het waterpark en dat groen en water structuurondersteunende elementen zullen zijn. Wat ons wel opviel, bijvoorbeeld in de impressie voor de nieuwe verkaveling, is dat het groen vooral als een soort lijst om de wijk heen zal staan. Wij roepen het college op ook voor groen in de wijk te kiezen. Groen in de wijk verhoogt het woongenot, het geluksgevoel en de gezondheid van mensen en daarbij is het goed voor de biodiversiteit en de luchtkwaliteit. Groen in de wijk heeft dus vele voordelen. GroenLinks hoopt dan ook dat het college bij het opstellen van het bestemmingsplan rekening zal houden met veel groen in de wijk, en niet alleen om de wijk. GroenLinks is blij met het voorliggende voorstel voor woningbouw op Mollenburg en ziet uit naar het bestemmingsplan, met hopelijk daarin genoeg ruimte voor groen in de wijk. De heer Onvlee: Mijnheer de voorzitter. Wonen in Mollenburg: het kent al een lange historie, zoals we eerder hebben gehoord. Het is een mooie locatie, waar straks prachtiI - 39
ge woningen worden gebouwd. Als het aan het CDA ligt, zullen het diverse woningen worden en overigens spreekt het voorstel zelf ook al van een behoorlijke diversiteit. We zien echter meer mogelijkheden. Het kan u niet ontgaan zijn dat het CDA opkomt voor goedkopere woningen, onder andere voor de young professionals en ook voor mensen die het moeilijk vinden een woning te kopen, omdat die voor hen vaak te duur is. Ook tijdens gesprekken met jongeren krijgen wij telkens te horen dat ze niet kunnen wonen in Gorinchem, dat er niet voldoende woningen voor hen zijn en dat ze liever naar een grotere stad trekken. Gorinchem is wel leuk, als je er kunt wonen. De motie die het CDA tijdens de behandeling van de perspectiefnota in juli heeft ingediend was voor ons het startsein. In die motie gaven we duidelijk aan dat ook jongeren de mogelijkheid moeten hebben om in Gorinchem een huis te kopen. We willen immers deze jongeren in Gorinchem houden, daar zijn we trots op. Onze jongeren moeten zich ook welkom voelen in Gorinchem. Daarmee voorkomen we dat ze naar de grotere steden trekken. Dit startsein voor onze jongeren, de young professionals, willen we nu een vervolg geven. In een prettige samenwerking zijn we gekomen tot het amendement dat de heer Barth zojuist heeft ingediend. Het CDA levert graag een bijdrage in deze vervolgstap. Het amendement toont zeer veel flexibiliteit. Invulling geven aan de vraag is onder andere mogelijk door de vier fasen. Het is mogelijk telkens te schakelen. Zijn er voldoende rijtjeshuizen, of worden de vrije kavels niet verkocht en is er meer behoefte aan single-woningen: dat maakt dit plan mogelijk. Wat het CDA betreft biedt het plan voldoende mogelijkheden om hieraan invulling te geven, waarbij nu ook goedkopere woningen een plek krijgen. Eerst de motie, nu het amendement en daarna…? Dan kan het college wat ons betreft volledig aan de slag. Vergeet daarbij vooral ook niet dit duidelijk kenbaar te maken aan de doelgroep, want onder andere op deze manier hopen we de jongeren te kunnen behouden in onze mooie stad. De heer Van Luijk: Mijnheer de voorzitter. Het ziet ernaar uit dat Mollenburg verandert, van een van de hoofdpijndossiers van onze grondexploitatie naar een wijk waar het goed toeven is, een wijk in Oud-Hollandsche architectuurstijl. Wat me hierbij wel van het hart moet, is dat ik in dat verband de Oud-Gorcumse architectuurstijl – al weet ik dat dat geen officiële naam is – niet heb terug gezien in de presentatie van OCM. Naar aanleiding van het voorliggende raadsvoorstel heeft de VVD een paar opmerkingen te maken, allereerst over het amendement. De VVD kan zich goed vinden in het voornemen de mogelijkheid van goedkopere single-woningen te onderzoeken. We moeten ons wel realiseren dat dit kan leiden tot andere bouwvormen, zoals gestapelde bouw. Ik heb wat uitzoekwerk gedaan naar de prijzen van goedkope rijtjeswoningen, ook wel starterswoningen genoemd. De landelijk gemiddelde prijs hiervoor schommelt tussen € 160.000,- en € 170.000,-; in de Randstad liggen de prijzen iets hoger. Verder moeten we ons hierbij realiseren dat de woningen die nu in de verkoop staan vóór 2015 zijn vergund. De aangescherpte eisen die vanaf 1 januari van dit jaar gelden leiden tot iets duurdere woningen, omdat er simpelweg meer maatregelen op het gebied van energie moeten worden getroffen. Kortom, het is zeer de vraag of we in het nieuwe plan rijwoningen terug zullen zien. De reactie van OntwikkelingsCombinatie Mollenburg wachten wij dan ook met belangstelling af.
I - 40
De dubbele ontsluiting van de wijk is naar onze mening een must om filevorming richting de Banneweg tegen te gaan. Nu al staan er regelmatig flinke rijen voor het stoplicht en dat wordt met een extra woonwijk niet beter. De aanleg van een nieuwe langzaamverkeersverbinding is een goede stap met betrekking tot de realisatie van het fietspad. Tot slot de mogelijkheid voor de kopers van woningen om duurzame pakketten bij de aankoop van de woning mee te nemen. Een nieuwe woning met een energieprestatiecoëfficiënt van 0,4 is op zichzelf al behoorlijk zuinig, maar het kan altijd beter. De opmerking van D66-college Alba Heijdenrijk tijdens de raadsbijeenkomst vond ik zinvol, maar ik heb de indruk dat het college er nog niet echt raad mee weet. Om uw geheugen even op te frissen: de heer Alba Heijdenrijk refereerde aan de duurzaamheidsdoelstellingen van de gemeente en zei het te betreuren dat daarop in het plan niet wat meer nadruk wordt gelegd. Ik heb overwogen een motie op te stellen, maar volsta in dit geval met een vraag aan het college. Is het, mede gezien de verliezen die de gemeente al op Mollenburg heeft moeten incasseren, een haalbare kaart om de kopers die kiezen voor een duurzaam pakket een zekere korting op de grondprijs te bieden? Uiteraard moet die niet zodanig zijn dat de kopers zelf niets behoeven te investeren, maar het kan een bescheiden financiële prikkel zijn om iets extra te doen. De heer Alba Heijdenrijk: Mijnheer de voorzitter. Ook deze bijdrage mag ik leveren mede namens Gorcum Actief. Na een heel lange tijd ligt er dan eindelijk een bouwplan dat hopelijk een succes zal blijken. De huizenmarkt trekt iets aan en het segment waarin wordt gebouwd sluit beter aan op de huidige vraag. Kijkend naar het plan, zetten wij wel onze vraagtekens bij de strook vrije kavels rondom de Oud-Hollandsche huizen. Deze vrije kavels zijn geheel voor risico van de gemeente. We denken dat ze bovendien concurrerend zijn met de plannen op Hoog-Dalem, die wat aantrekkelijker zijn gesitueerd. Je kunt je dus afvragen of mensen die zich dit kunnen veroorloven hier zullen gaan wonen. We steunen daarom ook het amendement van ChristenUnie/SGP, zodat na elke fase wordt gekeken of plannen bijgesteld kunnen worden. Lukt het niet met de vrije kavels, dan pleiten wij voor de bouw in een voordeliger segment, bijvoorbeeld maisonnettes, of een andere meer marktgerichte benadering. Nu de stofwolken voor wat betreft de kiezers wat zijn neergedwarreld, is het goed te bezien hoe het met de aandacht voor duurzaamheid is gesteld binnen de gemeente. De reactie van de wethouder in de raadsbijeenkomst op mijn vraag over duurzaamheid in het project Mollenburg, sprak wat mij betreft boekdelen. Die reactie luidde, wat gechargeerd: nu even niet zeuren over het milieu, we willen immers huizen verkopen. Op z’n minst een bijzondere stellingname van nota bene een GroenLinks-wethouder…. De voorzitter: Wethouders spreken altijd namens het college, dat weet u toch! De heer Alba Heijdenrijk: Goed. Op gevaar af groener te zijn dan het college… De voorzitter: Dat mag! De heer Alba Heijdenrijk: … moet ik vaststellen dat het met de aandacht voor duurzaamheid slecht is gesteld. Wij – en dan bedoel ik ook het college – missen blijkbaar I - 41
een duidelijk beleid en visie op dit punt. Dat wordt nog eens onderstreept door het feit dat Gorinchem ergens onderaan bungelt op de lijst van duurzame gemeenten. Kortom, het is nu tijd het achterhaalde beleid onder de loep te nemen. Mogelijk kan de rekenkamercommissie ons hierbij helpen, door aanbevelingen te formuleren die wij kunnen gebruiken bij de herziening van het Milieubeleidsplan 2012-2016. De heer Van Zanten: Mijnheer de voorzitter. Allereerst kan ik zeggen dat wij blij zijn dat deze kaderstelling thans voorligt, omdat die het begin is van de ontwikkeling van Mollenburg. Het heeft vele jaren geduurd. Ik was destijds zelf nog volop raadslid toen de besluitvorming hierover plaatsvond en sindsdien is er van alles mis gegaan, waardoor we ook hier te maken hebben gekregen met een negatieve grondexploitatie. Als dat gedeeltelijk goed kan worden gemaakt door weer te gaan bouwen, is dat een hele goede zaak. In die zin kan ik ook niet begrijpen dat de heer Van Luijk meteen alweer een gat schiet in die grondexploitatie, want iedere euro die daaruit komt is nodig om de grondexploitatie Mollenburg een klein beetje goed te maken. Gelet op de grondexploitatie, vind ik het eigenlijk verbazingwekkend dat de gemeente zelf het risico van de ontwikkeling van 26 vrije-sectorkavels op zich neemt, en ook wel bijzonder. De heer Barth heeft inmiddels al uitgelegd dat de ontwikkeling van vrijesectorkavels in Gorinchem niet een heel gelukkige geschiedenis kent. Ik kan daar LaagDalem nog aan toevoegen, waar ook eens een rijtje is beproefd en uiteindelijk ook verkocht, zij het veel kleiner in aantal, wat op een best forse grondprijs een minimalistische bouw opleverde, waardoor het de vraag is of de kwaliteit van het plan is toegenomen door de ontwikkeling van die vrije-sectorkavels. Dat gevaar dreigt hier nog veel meer, want 26 kavels is veel in dit verband, zoals de feiten en de geschiedenis op dit punt leren. Ik vraag me nog steeds af of dit niet een beetje anders had gekund en of het risico van de ontwikkeling van deze kavels niet bij marktpartijen had kunnen worden neergelegd. Je zit dan direct wel weer met bouwplannen die van die ontwikkelaars komen, maar goed, begeleiding van eigen bouw door een ervaren ontwikkelaar levert doorgaans ook wel aardige resultaten op. Kortom: hadden we dit niet anders kunnen doen? Tijdens de raadsbijeenkomst is best veel gesproken over de marktconformiteit van het plan, waarbij is aangegeven dat een woningmarktonderzoek van Companen aan de basis ligt van het plan. Voor mij was dat op dat moment niet genoeg om te toetsen of voldoende aan de marktconformiteit werd voldaan. Edoch, wethouder Dansen is zo vriendelijk geweest mij nadere informatie te verschaffen, en tot tevredenheid kan ik eraan toevoegen. In die informatie is nog eens helder gemaakt dat het project in feite in delen wordt ontwikkeld en steeds getoetst aan de markt. Dat lijkt ook de manier, omdat je van tevoren nu eenmaal niet precies kunt weten of iets marktconform is. Wat in het kader nog ontbreekt is de uitvoering van wat ik maar even de motie-Klink noem, die gewag maakt van single-woningen tot € 160.000,-, bedoeld om jongeren in Gorinchem te kunnen laten wonen en zo ook voor Gorinchem te behouden. Stellen we het beleidskader vast zoals het nu voorligt, dan doen we dat zonder dat daarin direct zicht is op de realisatie van dit woningtype. Daarom zijn wij het ook zo van harte eens met het amendement dat door de heer Barth is ingebracht, want daarmee wordt geborgd dat in het verdere verloop van het plan voldoende aandacht zal blijven bestaan voor deze categorie woningen. Ik deel overigens de opvatting van de heer Barth dat de singleI - 42
woningen niet perse in dit gebied ontwikkeld behoeven te worden, maar dat dat ook elders zou kunnen. Mevrouw Biesheuvel-van Diemen: Mijnheer de voorzitter. Het is in alle opzichten een blije avond. Iedereen is blij met dit plan en dat geldt ook voor de PvdA, een plan dat, zo lezen we, zowel marktconform als consumentgericht is. Het doet ons wel meteen denken aan de toevoeging die door de heer Barth in samenwerking met andere partijen is aangeslingerd, en die wij daarom ook van harte ondersteunen. Wij sluiten ons dus aan bij het amendement, met het oog op de starters met een kleine beurs, maar ook vanwege een ander belangrijk argument dat wij graag willen meegeven. Wij hopen dat door de mogelijkheid die nu wordt geboden om wat voor een kleinere beurs en voor een ander soort samenstelling te bouwen, ook de huurmarkt weer in beweging kan worden gebracht voor wat eventueel scheefwonen betreft, omdat er nu hopelijk ruimte voor die markt komt om te kunnen kopen. Over het plan zelf is al meer dan genoeg gezegd en dat hoeven we dus niet te herhalen. Gelet op de locatie, met de rijksweg ernaast, is het goed dat de keuzemogelijkheid van Gorinchem-Oost, en daarmee ook het concurrentiegegeven en het kostenplaatje, nog zijn meegenomen. Ook daarom denken wij dat de kavels in de vrije sector mogelijkerwijs door de toevoeging i en j een andere invulling zullen krijgen, of hoe dan ook het plan moge worden. Kortom, wij zijn blij en tevreden. Wethouder Dansen: Mijnheer de voorzitter. Mooi om wethouder te zijn in een college dat Mollenburg eindelijk gaat realiseren! Ik heb goed naar iedereen geluisterd, vooral ook naar de geschiedenis die in vele bijdragen aan de orde kwam. Het verheugt mij dat iedereen ook blij is met het amendement. Wij leggen de raad kaders voor waar hij ja of nee tegen kan zeggen, maar hij heeft ook de mogelijkheid die kaders aan te passen en zo ontstaat hier een soort coproductie als mensen meedenken over de kaders. Ik vind dat heel erg mooi. De motie waarnaar door een aantal sprekers is verwezen zijn we nog aan het uitzoeken, want het is best een lastige. De angst die in de raadsbijeenkomst is uitgesproken dat, als het zo lang duurt om die motie uit te zoeken, misschien al kaders zijn vastgesteld waardoor ze niet meer kan worden uitgevoerd, wordt nu mogelijkerwijs gerepareerd. Ik word daar wel opgewekt van; ik vind het een mooie samenwerking. Blij ben ik ook met de positieve woorden die zijn gesproken. We gaan weer een nieuw stuk bouwen in Gorinchem, het wordt weer mooier in Gorinchem, en dat is hartstikke goed. Het zijn weliswaar alleen koopwoningen, maar ook daaraan bestaat behoefte. Het leuke aan dit plan is dat het marktgericht en flexibel is. We gaan geen plannen meer maken jaren voordat ze worden uitgevoerd, met het risico dat er dan een aanbod is waaraan geen behoefte meer bestaat. We kijken gewoon per fase of er nog behoefte aan is en of mensen deze woningen willen. Hetzelfde geldt voor de vrije kavels. Ook daarvan zal worden bezien of er behoefte aan is. De opmerkingen die zijn gemaakt over de duurzaamheidsopdracht laat ik met veel plezier over aan mijn collega. Wethouder Rijsdijk: Mijnheer de voorzitter. Namens het college zal ik ingaan op een paar aspecten op het gebied van ruimtelijke ordening en duurzaamheid I - 43
Het bestemmingsplan zal zo flexibel worden opgezet dat de door de raad voorgestelde differentiaties mogelijk zijn. Dat houdt ook in dat we goed zullen kijken naar de manier waarop de vrije kavels flexibel kunnen worden opgenomen in het bestemmingsplan. Ook het groen in de wijk zal in het bestemmingsplan zodanig moeten worden geregeld, dat het niet alleen groen is als lijst om de wijk heen, zoals GroenLinks het uitdrukte, maar ook daadwerkelijk in de wijk zelf vorm krijgt. Wat betreft de duurzaamheidspakketten en de EPC-norm waarnaar de heer Van Lijk terecht verwees, verkeren we een beetje in een spagaat. Aan de ene kant wil de raad heel goedkope woningen, aan de andere kant zo groot mogelijke duurzaamheidspakketten, die weer een investering vergen. Het lastige in dit bestemmingsplan is dat we te maken hebben met oude afspraken, ook met projectontwikkelaars, waardoor we niet echt hoge eisen kunnen opleggen, tenzij we een grote zak geld meenemen. Over de suggestie die is gedaan om de duurzaamheidspakketten op enigerlei wijze te subsidiëren, hetzij in de grondprijs, hetzij anderszins, wil het college graag eens nadenken. Terecht is door een andere fractie het belang benadrukt van een goede promotie. Volgens mij is het een extra promotie als we vanuit de gemeente een gebaar die kant op kunnen maken. Tegelijk met de mogelijkheid om goedkopere woningen te realiseren kunnen we ook dit uitzoeken. Ik vind dat dus een goed voorstel en dat neem ik graag op. De heer Alba Heijdenrijk heeft verwezen naar het Milieubeleidsplan dat in 2016 zal worden opgesteld. Ik herinner eraan dat het vorige Milieubeleidsplan in een bezuinigingstijd is opgesteld, waarin we hebben geprobeerd heel veel voor elkaar te krijgen door middel van vooral verleiding en het inschakelen van marktpartijen. Wellicht zal het nieuwe plan met deze raad onder een gesternte vorm worden gegeven. ik kijk er in ieder geval naar uit. De voorzitter: Ik stel vast dat geen behoefte bestaat aan een tweede termijn en dat meteen tot besluitvorming kan worden overgegaan. Amendement A1 wordt bij handopsteken in stemming gebracht en met algemene stemmen aanvaard. Zonder hoofdelijke stemming wordt conform het geamendeerde voorstel van burgemeester en wethouders besloten. 9.2 Rekenkameronderzoek bestuurlijke samenwerkingsverbanden (nr. 20151419) Voorstel Te besluiten om: 1. De aanbevelingen uit het rekenkamerrapport over te nemen. Waarbij de belangrijkste aanbevelingen zijn: 2. Maatschappelijke doelen en risico’s te benoemen bij het aangaan van samenwerkingsverbanden. 3. Met het college afspraken te maken over de wijze waarop de raad pro-actief geïnformeerd wordt over de doelen en risico’s van de samenwerking. 4. Een meer proactieve houding aan te nemen bij de contacten met de bestuurlijke samenwerkingsverbanden. 5. Het ‘Beleidskader Verbonden Partijen’ te heroverwegen.
I - 44
6. De griffie een sleutelrol te geven in (de ondersteuning bij) de informatievoorziening over de samenwerkingsverbanden, bijvoorbeeld in het bewaken van de gemaakte afspraken met de raad. 7. Het college de opdracht te geven voor elk bestuurlijk samenwerkingsverband een toegankelijk digitaal dossier op te bouwen. Aanleiding Op verzoek van de raad heeft de rekenkamercommissie eind 2014 de samenwerkingsverbanden met de gemeente Gorinchem laten onderzoeken. In gesprekken met het presidium hebben raadsleden aangegeven dat zij regelmatig worstelen met dit vraagstuk. Zij hebben behoefte aan een concrete handreiking en een instrumentarium om in de toekomst gericht(er) sturing te geven aan samenwerking en de maatschappelijke opbrengsten daarvan. Beoogd effect Het versterkt het inzicht in het functioneren van bestuurlijke samenwerking. Het geeft de raad meer mogelijkheden voor de sturing en controle daarop. Argumenten 1.1 De aanbevelingen bieden een kader om meer grip te krijgen op de samenwerkingsverbanden Uit het onderzoek blijkt dat de raad zich ervan bewust is dat veel verantwoordelijkheden bij het college zijn belegd en dat het college conform de gemaakte afspraken de raad informeert over de gang van zaken binnen de samenwerking. De aanbevelingen geven de raad de mogelijkheid meer sturing te geven aan de samenwerkingsverbanden. 2.1 De doelen geven de raad invulling aan zijn sturende verantwoordelijkheid Als de maatschappelijke doelen in deze fase nauwkeurig worden bepaald, is het ook beter mogelijk om te bepalen welke informatie vervolgens relevant is voor de raad. Dit geldt ook voor de risico’s. Door deze te benoemen kunnen ze eerder opgemerkt worden. 2.2 Op basis van de geformuleerde doelen kan de raad gerichter geïnformeerd worden Raadsleden hebben aangegeven behoefte te hebben aan gerichtere informatie. Met ‘gerichter’ bedoelen ze informatie over de mate van realisatie van de doelen. 2.3 Het benoemen van doelen levert een bijdrage aan de inrichting van de informatievoorziening Met het voorstel worden doelen en risico’s nauwkeurig bepaald. Door de informatievoorziening daarop af te stemmen, wordt die informatievoorziening voor de raad gerichter. Zo wordt het eerder duidelijk of de resultaten achterblijven bij de verwachtingen en of risico’s reëel worden. 3.1 Afspraken over de informatievoorziening maken de rolverdeling duidelijker De raad worstelt met de eigen rol en verantwoordelijkheden bij samenwerking. Raadsleden zijn zich ervan bewust dat veel verantwoordelijkheden bij het college zijn belegd en dat het college conform de gemaakte afspraken de raad informeert over de gang van zaken binnen de samenwerking. Door afspraken te maken over een gerichte vorm van informatievoorziening kan de raad beter invulling geven aan zijn rol. 3.2 Op deze manier kan de raad intensiever en concreter geïnformeerd worden Door afspraken te maken over de manier van informatieverstrekking weet iedereen waar hij aan toe is en wat hij kan verwachten. Sámen afspraken maken creëert bovendien verbondenheid en begrip. 4.1 Meer grip op de samenwerkingsverbanden vraagt een andere houding van de raad De raad kan zelf consciëntieuzer met de samenwerkingsverbanden omgaan. Door niet alleen te wachten op initiatieven van het college maar door ook zelf te informeren naar de opbrengsten van de samenwerkingspartners. 5.1 Een ‘nieuw’ beleidskader geeft invulling aan de nieuwe rolverdeling De rolverdeling tussen raad en college heeft de afgelopen jaren een strikte invulling van het dualisme gekend. Het zwaartepunt van het beleid over bestuurlijke samenwerking lag bij het college van B&W. De raad werd bij het aangaan van de samenwerking in de gelegenheid om ‘wensen en bedenkingen’ in te
I - 45
brengen. Uit het onderzoek is gebleken dat er behoefte is aan een andere rolverdeling. Het formuleren van een nieuw beleidskader helpt de rolverdeling uitvoering te geven. 6.1 De griffie is hiervoor het meest geschikt De griffie kan, als ondersteuning van de raad, de raad helpen om de gemaakte afspraken over de informatievoorziening te bewaken. De jaaragenda kan een middel zijn om dit te bereiken. Ook de website kan hier een invulling aan geven. 7.1 Zo’n digitaal dossier vereenvoudigt de terugvindbaarheid van documentatie Raadsleden kunnen uit zo’n dossier snel en eenvoudig kennis nemen van documenten die te maken hebben met de samenwerkingsverbanden. Uit het onderzoek bleek namelijk dat het lastig is om documenten over de samenwerkingsverbanden te achterhalen. Kanttekeningen/Risico’s 3.1 Afspraken over informatievoorziening kan leiden tot een overload aan informatie De wijze van informatievoorziening hoeft niet tot wezenlijke intensiveringen van de informatievoorziening te leiden. Het gaat om een scherpere inrichting, en daarvoor draagt de raad zelf grote verantwoordelijkheid. De raad blijft met raadsinformatiebrieven geïnformeerd worden. Financiën Communicatie/Participatie Vervolgprocedure In het presidium worden afspraken gemaakt over de wijze waarop het besluit uitgevoerd kan worden.
De heer Van Breemen: Mijnheer de voorzitter. Onze rekenkamer produceert altijd mooie rapporten en dan is de verleiding groot om er niets over te zeggen, maar dat zou tegelijkertijd de rekenkamer weinig recht doen en daarom heb ik besloten er toch iets over te zeggen. Het rekenkamerrapport van dit jaar gaat over een onderwerp waarmee je als raadslid tegenwoordig zeer regelmatig te maken hebt: bestuurlijke samenwerkingsvormen. Omdat het vaak beter of efficiënter is, of lijkt, om iets met meerdere partijen samen te doen, worden deze samenwerkingsverbanden ingesteld. Sommige zijn heel succesvol en leveren precies waarvoor ze in het leven zijn geroepen, zoals Waardlanden, of de RSD, andere samenwerkingsverbanden lopen wat minder soepel. Ik noem de Dienst Gezondheid en Jeugd nog maar eens. Waar je als gemeenteraadslid bij alle samenwerkingsverbanden vooral tegen aanloopt, is de vraag hoe je je kaderstellende en vooral je je controlerende rol kunt uitvoeren. Als iets mis gaat, of dreigt te gaan, aan welke knoppen kun je dan draaien? Als je iets wilt veranderen, hoeveel andere gemeenteraden moet je dan zien te overtuigen? Of kunnen één of twee gemeenten alles bepalen voor het gehele samenwerkingsverband? En als er beleidsstukken komen, kunnen we die als Gorcumse raad dan eigenlijk nog wel aanpassen, of is alles al beklonken in het AB of DB en kunnen we niet veel meer doen dan tekenen bij het kruisje? Kortom, het is een lastige materie, waarbij het toverwoord vaak democratische legitimatie lijkt te zijn. GroenLinks is dan ook blij dat de rekenkamer dit onderzoek heeft verricht. Wij denken dat de aanbevelingen die uit het onderzoek naar voren komen kunnen bijdragen aan meer overzicht, grip en sturing op de samenwerkingsverbanden. De conclusie van de rekenkamer dat deze raad meer behoefte heeft aan sturing en controle is wat GroenLinks betreft in ieder geval een juiste en wij hopen dan ook dat de aanbevelingen, en I - 46
vooral wat wij vervolgens met die aanbevelingen gaan doen, kunnen bijdragen aan een verbetering hiervan. Wij denken in ieder geval dat met het overnemen van deze aanbevelingen de informatievoorziening en de sturing en kaderstelling vooraf scherper in beeld kunnen komen en kunnen bijdragen aan meer grip van de raad op de samenwerkingsverbanden. Betere informatie leidt immers ook tot betere sturing wanneer dat nodig blijkt. De aanpassing van het beleidskader Verbonden Partijen kan er vervolgens aan bijdragen dat ook de mogelijkheden voor sturing van de raad in bestaande samenwerkingsverbanden kan worden versterkt. Dit laatste punt komt wat ons betreft wat weinig naar voren in de aanbevelingen, terwijl er in het rapport wel uitgebreid aandacht aan wordt besteed. Wij zullen dit dan ook zeker meenemen naar de themabijeenkomst die in de collegereactie wordt genoemd. Wij danken de rekenkamer voor haar onderzoek en voor dit rapport en zien uit naar de themabijeenkomst om dit rapport verder handen en voeten te geven en concreet met de resultaten aan de slag te kunnen. Mevrouw Molengraaf-Vullers: Mijnheer de voorzitter. Ook ik ben van mening dat het werk van de rekenkamercommissie in ieder geval een korte reactie van onze fractie verdient. Al in 2007 heef de rekenkamercommissie een onderzoek gedaan naar de kwaliteit van de sturingsrelatie met de Verbonden Partijen. De conclusies toen leidden tot een raadsbeleidskader Verbonden Partijen, want van vastgesteld beleid of visie voor de Verbonden Partijen was toen eigenlijk geen sprake. Het doel was voornamelijk het behalen van fiscaal voordeel en afspraken over de informatievoorziening waren onduidelijk of niet aanwezig. Uit het rapport dat nu door de rekenkamercommissie is opgesteld komt naar voren dat de raad het gevoel grip te hebben op de verschillende gemeenschappelijke regelingen mist. Wij delen de conclusie dat dit raadsbeleidskader daarom heroverwogen dient te worden. Zoals we het eertijds hebben afgesproken en bedacht, voldoet het niet meer. Er zijn belangrijke aanbevelingen voor de raad: formuleer veel scherper de maatschappelijke doelen die door de gemeenschappelijke regelingen behaald zouden moeten worden, breng risico’s beter in beeld en neem zelf ook initiatieven om informatie in te winnen. De meer praktische aanbevelingen, een sleutelrol voor de griffie om afspraken te bewaken en het opbouwen van een toegankelijk digitaal dossier, lijken ons heel goed. Op die manier kunnen de aanbevelingen aan de raad handen en voeten krijgen. Wij hebben dus waardering voor dit rapport van de rekenkamercommissie. De enige vraag die dan nog overblijft is: hoeveel van de gemeenschappelijke regelingen zullen in de toekomst overblijven? De heer Koçak: Mijnheer de voorzitter. Mede namens de fractie Hoogesteger… Mevrouw Hoogesteger: Maar ook dat zou zomaar nog anders kunnen worden! De voorzitter: Ik begon al helemaal blij te worden! De heer Koçak: Ik dacht ook dat we het anders hadden afgesproken! Langs deze weg willen we graag onze dank uitspreken aan onze rekenkamercommissie voor dit onderzoek, maar ook voor de andere onderzoeken die zij heeft uitgebracht. I - 47
Eigenlijk heeft de heer Van Breemen alles al gezegd wat gezegd moest worden, maar ik zal proberen het kort en anders te formuleren….. De heer Van Breemen: Ik zal voortaan ook namens de PvdA en de fractie Hoogesteger spreken! De heer Koçak: Het belangrijkste vinden wij dat de democratische besluitvorming in onze stad niet in het geding mag komen als alles regionaal geregeld wordt met AB, DB en binnen de samenwerkingsverbanden. Het heeft ook de aandacht van landelijke politieke partijen. Wij verzoeken u dit aspect ook mee te nemen bij alle aanbevelingen die zijn vastgesteld om samen met de raad uit te werken. De voorzitter: Dames en heren. De complimenten voor het rekenkamerrapport deel ik. In de themabijeenkomst zullen wij daarover later nog nader met elkaar komen te praten. Er is echter één ding waar we nooit uit zullen komen, dat is een beetje de kwadratuur van de cirkel: als we met andere gemeenten samenwerken in een gemeenschappelijke regeling, zullen gezamenlijk besluiten worden genomen en dat beperkt de mogelijkheden van uw raad, en trouwens ook van het college, om daarin zijn volledige democratische autonomie te beleven. Dat probleem kunnen we proberen te verzachten met een goede informatievoorziening, maar het blijft altijd bestaan. Hoe we daarmee omgaan, zal verder in de themabijeenkomst worden besproken. De heer Koçak: U hebt wel gelijk, maar we hebben ook de mogelijkheid de raad eerder bij dat proces te betrekken en dan is het ook mogelijk daarop invloed uit te oefenen. De voorzitter: Absoluut en daarover zullen we het verder met elkaar hebben in de themabijeenkomst. Zonder hoofdelijke stemming wordt conform het voorstel van burgemeester en wethouders besloten. 9.3 Wijziging verordeningen op: rekenkamercommissie Gorinchem (RKC) functioneringsgesprekken burgemeester en raad fractievergoeding fractieassistenten (nr. 2015-1393) 1. Korte samenvatting van de inhoud en voorstel Vaststellen van de volgende gewijzigde verordeningen: ● verordening op de rekenkamercommissie; ● verordening op functioneringsgesprekken burgemeester en raad; ● verordening op de fractievergoeding; ● verordening op de fractieassistenten. 2. Fase trechter Besluitvormend. 3. Inleiding / aanleiding Het is noodzakelijk gebleken de verordeningen op enkele onderdelen te wijzigen. De praktijk heeft uitgewezen dat wijziging noodzakelijk is in verband met: − actualisatie; de verordeningen zijn van november 1978 (verordening op de fractievergoeding) tot maart 2007 (verordening op de fractieassistenten);
I - 48
− aanscherping van procedures over de financiële verantwoording en overlegging van een financiële fractievergoeding; − enkele praktische punten (verduidelijking vergoeding en aanwezigheid fractieassistenten bij vergaderingen). 4. Inhoud / Kaders Verordening op de rekenkamercommissie Het betreft een verlenging van de zittingsperiode van de voorzitter en de leden. Verordening op functioneringsgesprekken burgemeester en raad Het betreft de mogelijkheid om een fractievoorzitter te laten vervangen door een raadslid. Verordening op de fractievergoeding Het betreft een actualisatie, waarbij het advies van de accountant is meegenomen. Dit advies heeft betrekking op de frauderisicoscan, waarin geadviseerd wordt om een (eenvoudige) wijze van verantwoording op te nemen voor het verkrijgen van deze vergoeding. Verordening op de fractieassistenten Het betreft de verduidelijking van de aanwezigheid van fractieassistenten bij een (besloten) raadsvergadering en raadsbijeenkomst. 5. Bestaand beleid, raadskaders en -besluiten De bestaande verordeningen zijn gewijzigd kunnen ter besluitvorming aan de raad worden voorgelegd, 6. Betrokkenheid derden Geen. 7. Beoogd effect De betreffende verordeningen actualiseren. 8. Risico’s of kansen De huidige verordeningen zijn nu niet in overeenstemming met de voorstellen vanuit het presidium. 9. Financiële consequenties Geen. 10. Vervolgproces Na vaststelling van de verordeningen zal de tekst hiervan geplaatst worden op www.overheid.nl onder het kopje lokale regelingen. 11. Communicatie De verordeningen zullen op de gebruikelijke wijze bekend gemaakt worden. 12. Uitkomsten raadsbijeenkomst Na informatieve vragen en beantwoording daarvan kunnen alle fracties instemmen met de agendering van het voorstel voor de komende raadsvergadering. 13. Definitief voorstel raad De volgende verordeningen vast te stellen: − verordening op de rekenkamercommissie; − verordening op functioneringsgesprekken burgemeester en raad; − verordening op de fractievergoeding; − verordening op de fractieassistenten.
Mevrouw Biesheuvel-van Diemen: Mijnheer de voorzitter. Ik stel u voor de agendapunten 9.3, 9.4., 9.5 en 9.6 gezamenlijk te behandelen.
I - 49
De voorzitter: Daarmee doet u mij in ieder geval een groot genoegen! Ik stel vast dat de raad daarmee kan instemmen. Tegelijk met agendapunt 9.3 worden aan de orde gesteld: 9.4 Vergaderstructuur (nr. 2015-1405) Voorstel Te besluiten om: 1. De besluitvormingscyclus van de Gorcumse gemeenteraad te splitsen (zie bijlage) in: -
Informatie & Ontmoeting voor het verkrijgen van ambtelijke informatie en het horen van burgers
-
Beraad & Advies voor (onderlinge) debat en bepaling van de wijze van vervolgbehandeling in de
-
Raadsvergadering voor besluitvorming en debat over moties en amendementen
raadsvergadering 2. Het presidium te laten bepalen op welke manier een onderwerp op de agenda komt 3. De Informatie & Ontmoeting en de Beraad & Advies te laten voorzitten door een raadslid 4. Daarbij uit te gaan van maximaal twee parallelsessies 5. Te kiezen voor de donderdagavond als vaste vergaderavond 6. Op 7 januari 2016 te starten met die nieuwe werkwijze 7. Te leren van de ervaring 8. Daarvoor de structuur regelmatig te evalueren in het presidium Aanleiding De besluitvormingscyclus van de gemeenteraad is regelmatig een terugkerend onderwerp van gesprek. Zo is de Gorcumse gemeenteraad is in zijn besluitvorming voor het grootste deel afhankelijk van het college. Het college bepaalt ‘wat er binnenkomt’, niet de raad. Dit is een van de conclusies uit de rekenkamerbrief. Daarnaast staat het onderwerp burgerparticipatie als een belangrijk onderwerp genoemd in het coalitieakkoord. In september vorig jaar heeft u daarom besloten het onderwerp wat uitgebreider te bespreken. Dat heeft geleid tot drie conferenties over de wijze van besluitvorming. In de laatste bijeenkomst heeft u een set afspraken besproken die samen een vergaderstructuur vormen. Over die structuur gaat dit voorstel. Beoogd effect De besluitvormingscyclus wordt interessanter voor burgers om te volgen en doelgerichter. Argumenten 1.1 Zo’n splitsing maakt de vergaderingen efficiënter en effectiever Door de vergaderingen te splitsen in type vergaderingen, krijgt iedere vergadering een helder doel mee. Die doelgerichtheid zorgt voor efficiëntie. Iedereen weet precies wat er van hem verwacht wordt. Dat voorkomt dat een onderwerp meerdere keren op dezelfde manier wordt besproken. 1.2 De drie type vergaderingen volgen een logisch besluitvormingscyclus Om een besluit te nemen laat je je eerst informeren over het onderwerp om vervolgens de verschillende visies erover tegen elkaar af te wegen. Precies die drie stappen vormen de kern van de nieuwe procedure: Beeldvorming, Opinievorming en Besluitvorming. 1.3 Verschillen in aanpak en werkwijze versterken het doel Ieder type vergadering heeft een andere doel en daarmee een andere vergadervorm. Vergaderingen waarbij het om informatiegaring gaat, hebben een informeler karakter dan besluitvormende vergaderingen. Vergaderingen waarbij het om debat draait hebben ook weer een eigen sfeer en opzet. Dat contrast zorgt ervoor dat de deelnemers per vergaderingen doelgerichter vergaderen. 1.4 De typering en naamgeving maken het onderscheid helder De namen van de verschillende sessies geven precies de inhoud weer. Zo dekt de vlag de lading. 2.1 Het presidium versterkt hiermee zijn rol
I - 50
Het presidium bepaalt de agenda van de raad. In de praktijk is dat vooral het overnemen van de onderwerpen vanuit het college. Met de nieuwe vergaderstructuur bepaalt het presidium ook de wijze van behandeling. Daarmee komt het presidium meer en duidelijker aan de voorkant het besluitvormingsproces. 3.1 Een raadslid heeft meer gevoel bij de raad dan de voorzitter van de raad Bij Informatie & Ontmoeting en de Beraad & Advies draait het vooral om de inbreng van betrokkenen. Een raadslid als voorzitter maakt dit type vergaderingen minder vormelijk. Een raadslid staat immers dichter bij de burgers dan de voorzitter van de raad. 4.1 Parallel sessies maken de bespreking van een onderwerp efficiënter voor burgers Burgers hoeven niet meer te wachten op ‘hun’ onderwerp maar kunnen direct aansluiten bij dat onderwerp. Twee parallelsessies is voor kleinere fracties te bemensen, zeker als zo’n fracties gebruik maakt van een fractieassistent. Daarbij is het belang er rekening mee te houden dat er niet twee hetzelfde type sessies gelijktijdig plaatsvinden. . 5.1 Eén vaste vergaderavond biedt duidelijkheid aan burgers en andere betrokkenen Door te kiezen voor een vaste vergaderavond weet iedereen precies waar hij aan toe is. De aard van de vergadering of sessie kan variëren maar elke week is de gemeenteraad bij elkaar. 5.2 Eén vaste avond vergroot de kans dat themabijeenkomsten beter worden bezocht Elke donderdagavond is er (voor de raad) wat te doen in het gemeentehuis. Raadsleden kunnen daarop anticiperen. Daardoor maken zij eerder gebruik van de mogelijkheid om zich te laten voorlichten over een bepaald onderwerp. Ze zijn toch in huis. Momenteel worden de themabijeenkomsten slecht bezocht. Raadsleden ervaren zo’n bijeenkomst als een extra avond raadswerk. 5.3 De donderdagavond is een geschikte avond Donderdagavond biedt de fracties voldoende ruimte om zich voor te bereiden. De meeste fracties vergaderen immers op maandagavond. Daarnaast is het gemeentehuis open op donderdagavond. Er is dan al volk over de vloer. Dat maakt de drempel om eens een vergadering mee te maken lager. Bovendien is de keuze voor de donderdag niet vreemd. Ook in de huidige werkwijze vergadert de gemeenteraad op donderdag. 6.1 Donderdag 7 januari is een geschikte datum Ten eerste biedt 7 januari ons voldoende tijd om de nieuwe manier van werken voor te bereiden. Daarnaast is 7 januari de eerste vergadering na de begrotingsvergadering die op een avond is gepland. De begrotingsvergadering is vanwege de complexe inhoud geen geschikt startmoment. De vergadering erna (17 december) start om 16.00 uur. Tot slot voorkomt de start per januari onduidelijkheid: de vergaderdata van 2016 zijn nog niet gepland. 7.1 Dit uitgangspunt past bij Gorinchem Gorinchem heeft als vertrekpunt de filosofie van de lerende organisatie. Het adagium daarbij is: ‘’fouten maken mag, fouten maken moet zelfs’’ Zowel bestuur als organisatie gebruiken het om een stap verder te komen. Dit staat in de zelfevaluatie van de rekenkamercommissie (zelfevaluatie van de rekenkamercommissie Gorinchem 2006-2010). De organisatie heeft de ‘Lerende organisatie’ hoog in het vaandel staan. 8.1 Het verleden geeft aanleiding tot verbetering Door terug te kijken naar het verleden kun je veel leren. Uit die ervaring komen ongetwijfeld verbeterpunten naar voren. Het presidium is een belangrijk medium in het doorvoeren van die verbeterpunten. In het presidium zijn namelijk alle fractievoorzitters vertegenwoordigd. Kanttekeningen/Risico’s 1.1 De nieuwe vergaderwijze lijkt op de huidige situatie De nieuwe structuur lijkt in een aantal opzichten op de huidige structuur van themabijeenkomsten, raadsbijeenkomsten en raadsvergaderingen. Het verschil zit vooral in de manier waarop burgers betrokken gaan worden; die krijgen veel meer de kans om mee te praten. Daarnaast bepaalt het presidium welke trajecten een onderwerp doorloopt. Ook dat is nieuw. Niet ieder onderwerp wordt altijd op dezelfde manier
I - 51
behandeld. Tot slot worden onderwerpen gelijktijdig behandeld in deelsessies. Een nieuwe situatie ten opzichte van de huidige. 5.1 Eén vergaderavond per week lijkt een verzwaring van het raadswerk Gemiddeld vier vergaderavonden per maand lijkt een verdubbeling van het aantal vergaderingen. In de praktijk is dit niet het geval, zo is de verwachting. Alle werkgroepen, themabijeenkomsten, klankbordgroepen en voorbereidingsgroepen raadsopdrachten komen binnen deze structuur te vallen. Financiën Geen Communicatie/Participatie De (externe) communicatie over de nieuwe vergaderstructuur nemen we mee bij de raadsopdracht burgerparticipatie, werken aan morgen en deregulering. Vervolgprocedure Als u heeft ingestemd met dit voorstel gaat u vanaf 7 januari aan de slag met de nieuwe werkwijze. Over hoe dat precies in zijn werk gaat ontvangt u van de griffie nog een stappenplan. In dat stappenplan komt informatie over bijvoorbeeld: de vergaderfrequenties, het voorzitterschap, de rol van het college en de organisatie, de agendering.
9.5 Toekomstige werkwijze presidium / fractievoorzitters (nr. 2015-1406) Voorstel Te besluiten om: 1. De
presidiumvergaderingen
op
te
knippen
in
drie
type
vergaderingen:
een
‘presidi-
um/agendacommissie’ een ‘fractievoorzittersoverleg Algemeen’ en een fractievoorzittersoverleg Besloten’ (zie bijlage 1) 2. De presidiumvergadering en het ‘fractievoorzittersoverleg Algemeen’ als openbaar te beschouwen 3. In het ‘fractievoorzittersoverleg Besloten’ gevoelige onderwerpen te bespreken 4. Twee agenda’s en twee verslagen te hanteren: een voor het presidium/agendacommissie en het fractievoorzittersoverleg Algemeen en een voor het fractievoorzittersoverleg Besloten 5. De drie type vergaderingen te laten voorzitten door de raadsvoorzitter 6. De nieuwe werkwijze per 3 november te laten ingaan. Aanleiding Bij de nieuwe werkwijze van de raad, besproken in drie raadsconferenties, kwam ook de werkwijze van het presidium aan de orde. De gemeenteraad ervaart een beperkte invloed op zijn agenda. Tijdens die conferenties en in de presidiumvergadering van 28 april kwam een aantal verbetersuggesties naar voren. Die suggesties liggen nu ter besluitvorming voor. Beoogd effect Het presidium krijgt hiermee meer invloed op de agenda van de raad. Het presidium bepaalt welke onderwerpen op de agenda van de raad komen en hoe dat gebeurt en wanneer. Argumenten 1.1 Het onderscheid maakt de vergaderingen doelgerichter De presidiumvergaderingen worden soms ervaren als weinig efficiënt. Met het onderscheid tussen presidium en fractievoorzittersoverleg wordt het doel per agendapunt duidelijker. De agendapunten voor het presidium van de vergadering zijn bedoeld zijn om de agenda van de raad voor te bereiden. Vertrouwelijke en gevoelige zaken worden besproken in het fractievoorzittersoverleg. 1.2 Het onderscheid vergemakkelijkt de communicatie tussen raad en college Bij het ‘fractievoorzittersoverleg algemeen’ is een wethouder aanwezig. De aanwezigheid van een vast collegelid bij de vergadering verbetert de communicatie tussen presidium (raad) en college. Op deze ma-
I - 52
nier voorkomen we namelijk dat er ruis zit in communicatie tussen beide gremia. Onderwerpen die alleen de raad aangaan worden besproken in het ‘fractievoorzittersoverleg besloten’. 2.1 Hiermee geven we uitvoering aan ons uitgangspunt: Alles is openbaar, tenzij …’ De gemeenteraad is van mening dat zoveel mogelijk vergaderingen zich in het openbaar afspelen. Door de presidiumvergadering openbaar te houden, voldoen we aan dat uitgangspunt. Vertrouwelijke en gevoelige zaken worden besproken in het fractievoorzittersoverleg. 3.1 Dit vergemakkelijkt de bespreking van zulke onderwerpen Gevoelige onderwerpen zijn onderwerpen die het belang van de gemeente schaden of waarop een wettelijke geheimhouding van kracht is. Het functioneren van de burgemeester (functioneringsgesprek: FG), dat van de griffie (werkgeverscommissie: WGW) bijvoorbeeld of andere zaken die uitsluitend de raad aangaan. Bij dit overleg is dan ook geen wethouder aanwezig. 4.1 Twee verslagen maakt het delen van informatie eenvoudiger Op dit moment hebben alleen de fractievoorzitters toegang tot het verslag van de presidiumvergadering. Daarin staan zowel de agendatechnische - als (soms) vertrouwelijke zaken. In de voorgestelde situatie staat er geen vertrouwelijke informatie meer in het verslag van het presidium en in dat van het fractievoorzittersoverleg Algemeen. Die verslagen zijn dan toegankelijk voor alle raadsleden In bijlage 2 een voorbeeld van een agenda. 5.1 Op deze manier houdt de voorzitter van de raad het nodige overzicht In het presidium wordt de agenda van de raad bepaald en hoe de agendapunten besproken moeten worden. De raadsvoorzitter is goed voorbereid op de raadsvergadering als hij op de hoogte is van de keuzes die het presidium/agendacommissie maakt in de vaststelling van de raadsagenda. 6.1 Op 3 november zijn alle processtappen genomen Eerder invoeren is niet mogelijk. De eerst volgende raadsvergadering waarin dit onderwerp behandeld kan worden, is op 24 september. De presidiumvergadering die daarop volgt, is op 3 november. Kanttekeningen/Risico’s Geen Financiën Geen Communicatie/Participatie N.v.t. Vervolgprocedure Zodra u heeft ingestemd met dit voorstel gaat het huidige presidium aan de slag met deze werkwijze.
9.6 Toekomstige werkwijze & inrichting griffie (nr. 2015-1407) Voorstel Te besluiten om: 1. De functiebeschrijving in de vorm van resultaatgebieden (zie bijlage) van de griffier en de raadsadviseur/adjunct-griffier (verder adjunct-griffier) leidend te laten zijn voor de taakverdeling op de griffie 2. De griffier en de adjunct-griffier de mogelijkheid te bieden zich deze rolverdeling in taakgebieden eigen te maken 3. De komende 12 maanden daarvoor te gebruiken 4. De aanstelling van de huidige adjunct-griffier met zes maanden te verlengen van 1 januari tot 1 juli 2016 5. Voor deze verlenging € 42.000 exclusief btw beschikbaar te stellen uit Loonkosten griffie 6. De aanstelling op de griffie per 1 juli 2016 te verhogen met 0,1 FTE administratief en 0,2 FTE adjunct-griffier 7. Daarvoor € 5.025 (administratieve ondersteuning) beschikbaar te stellen uit Loonkosten griffie
I - 53
8. De huidige (interim) adjunct-griffier te vervangen door een adjunct met een vaste aanstelling 9. De functienaam van de raadsadviseur/adjunct-griffier te wijzigen in adjunct-griffier. Aanleiding Op 11 april heeft de werkgeverscommissie een gesprek gevoerd met de griffier en raadsadviseur over de toekomstige inrichting van de griffie. Uit dat gesprek is een aantal punten naar voren gekomen. Punten die een wijziging inhouden in de samenstelling en de werkzaamheden op de griffie. Beoogd effect In juni 2016 zijn de taken op de griffie verdeeld volgens de afspraken uit de functiebeschrijving van de griffier. Argumenten 1.1 De functiebeschrijvingen sluiten aan bij de resultaatgebieden van de griffier In ‘Griffie gemeente Gorinchem, Samenstelling & taken’ staan vijf resultaatgebieden van de griffier beschreven (zie bijlage). Die resultaatgebieden heeft u op 25 september 2013 als uitgangspunt gekozen voor de invulling van de rol van de griffier. De functiebeschrijving van zowel de griffier als de adjunct-griffier zijn hierop gebaseerd. 1.2 De functiebeschrijvingen bieden een houvast voor de taakverdeling tussen beide functies De werkzaamheden van zowel de griffier als de adjunct-griffier bevinden zich op dezelfde vijf resultaatgebieden. De invulling van die resultaatgebieden is wezenlijk anders. Daar waar de griffier leidend is, is de adjunct-griffier ondersteunend. De functiebeschrijvingen geven bovendien richting bij het zoeken naar mogelijke vervangers. 2.1 Hiermee beheerst de griffier het volledige takenpakket Drie van de vijf resultaatgebieden voert de griffier momenteel uit. Twee ervan vallen onder de adjunctgriffier. Het is de wens van de werkgeverscommissie dat de griffier alle vijf de taakgebieden tot zijn expertise kan rekenen. Daarvoor is verschuiving in taken nodig. 3.1 Voor een wisseling in takenpakket is tijd nodig De adjunct-griffier is aangesteld om de griffie aan te vullen op de twee taakgebieden. Het kost even tijd om tot een nieuwe verdeling van taken te komen. Het werk moet immers gewoon doorgaan. We schatten in dat een jaar daarvoor voldoende is. 4.1 Hiermee loopt de aanstelling van de adjunct-griffier in de pas met de ‘transitieperiode’ De aanstelling van huidige adjunct-griffier stopt per 1 januari 2016. Die periode is te kort om de taakgebieden zorgvuldig te borgen in het takenpakket van de griffier en dat van de adjunct-griffier. 4.2 Contractverlenging is mogelijk De adjunct-griffier wordt ingehuurd via een consultancy bureau. De adjunct stuurt het bureau maandelijks een factuur op basis van de gewerkte uren. Daarmee heeft de adjunct geen werkrelatie met de gemeente Gorinchem en is zodoende ook niet gehouden aan de afspraken uit de wet Werk en Zekerheid. 5.1 De kosten zijn gebaseerd op afspraken met het wervings- en selectiebureau Het bureau dat de adjunct-griffier inhuurt hanteert duidelijke voorwaarden voor verlening van het contract. Verlenging van het contract is mogelijk, zolang het past binnen de afspraken die het bureau met Gorinchem gemaakt heeft. Eén van die afspraken gaat over de kosten. Gorinchem betaalt het bureau € 80,(ex btw) per uur voor de inhuur. 5.2 Het bedrag is gebaseerd op de loonsom van de afgelopen twee jaar Uit 2014 en 2015 (de jaren dat de adjunct op de griffie werkzaam is) blijkt dat de piek in de werkzaamheden zit in de maanden tussen februari en juli. Over deze maanden waren de facturen aan het consultancy bureau hoger dan in de maanden erna. Gebaseerd op die ervaring komt het totale bedrag op zo’n € 42.000,-. 6.1 Met een grotere bezetting kan de griffie beter voldoen aan haar taakstelling
I - 54
Momenteel is de bezetting op de griffie 1.8 FTE. Gezien het werk dat verzet moet worden, is dat aan de krappe kant. Cijfers van de VVG (Vereniging van Griffiers) bevestigen dat. De gemiddelde bezetting op een griffie met een raad van 25 raadsleden is 2,67 FTE (Rapportage VVG: Inrichting van de griffie 2010). 6.2 Het aantal raadsleden is toegenomen Vanaf de laatste verkiezingen, maart 2015, bestaat de gemeenteraad van Gorinchem uit 25 raadsleden. Voorheen waren dat er 23. De bezetting op de griffie is gebaseerd op de oude situatie en is sinds 2013 onveranderd. 7.1 De kosten voor de uitbreiding zijn gebaseerd op de huidige loonkosten De loonkosten van de huidige administratieve kracht bedragen € 19.598. Dat bedrag is gebaseerd op een aanstelling van 0,39 fte (14 uur). Uitbreiding met 0.1 fte is dan € 5.025. 8.1 Voor hetzelfde geld meer aanstelling Een vaste kracht is goedkoper dan een interim-medewerker. De reden daarvoor is dat we geen extra kosten betalen aan het consultancy bureau. De kosten aan het bureau bedragen € 20,- per uur, naast de loonkosten voor de interim adjunct-griffier. Die € 20,- houden we over als we kiezen voor een vaste kracht. Vertalen we huidige kosten (salaris en kosten aan het bureau) naar een vaste kracht dan is er voor 0.72 fte ruimte binnen het budget dat we nu kwijt zijn aan de interim adjuct-griffier. 9.1 Die naam ‘adjunct-griffier’ dekt de lading van de functie beter Adjunct-griffier past beter bij de inhoud van de functie. ‘Adjunct’ suggereert namelijk ondersteuning aan de griffier en vervanging bij zijn afwezigheid. Het advieswerk is meer een taak die past bij de rol van griffier (resultaatgebied 2). Kanttekeningen/Risico’s Geen Financiën € 42.000 exclusief btw uit loonkosten griffie Communicatie/Participatie N.v.t. Vervolgprocedure Zodra u heeft ingestemd met dit voorstel gaat de griffie aan de slag met deze werkwijze.
Mevrouw Biesheuvel-van Diemen: Mijnheer de voorzitter. Over de veranderingen in een aantal verordeningen, zowel wettelijk bepaald als ingegeven vanuit onze samenwerking, hebben we naar mijn mening heel prettig van gedachten gewisseld tijdens verschillende raadsconferenties. Daarin zijn we tot die veranderingen gekomen, waarmee hopelijk ook een aantal verbeteringen zullen worden bewerkstelligd. Het betreft zowel de vergaderstructuren als in het presidium het fractievoorzittersoverleg en ook de werkwijze van de griffie. Wij zijn blij met de manier waarop vorm is gegeven aan de uitkomsten van de raadsconferentie, die nu leiden tot deze veranderingen. Aandacht wil ik nog even vragen voor de griffie. Wij zijn heel blij met de verlenging van de aanstelling van de huidige adjunct-griffier van januari naar juni, omdat daarmee de afronding en de implementatie van dit veranderingstraject wat meer handen en voeten krijgen, zodat we goed beslagen ten ijs kunnen komen. Helaas houdt dat ook in dat we dan afscheid zullen moeten nemen, en dat gaan we te zijner tijd doen. Hopelijk zal de nieuwe adjunct-griffier dan in een bedje terechtkomen dat al een beetje warm is gelopen. Rest mij nog te zeggen dat wij blij zijn met de manier waarop alles handen en voeten heeft gekregen. Chapeau voor de inzet hiervoor. I - 55
De heer Van Son: Mijnheer de voorzitter. Wij hebben goede nota genomen van het voorstel ten aanzien van de vergaderstructuur en ik val maar meteen met de deur in huis: het is een gedegen en goed onderbouwd voorstel, waarmee de fractie Stadsbelang zeker uit de voeten kan. Dat geldt vooral voor het voorstel om zowel de raadsvergadering als de verschillende inspraak-, informatie-, advies- en vakgerichte bijeenkomsten duidelijker te reguleren en in te plannen onder het adagium beeldvorming, opinievorming en besluitvorming. Dat bij informatie en ontmoeting met onder anderen de burgers en beraad en advies nu ook een rol is weggelegd voor het raadslid, vinden wij van toegevoegde waarde. Het organiseren van genoemde sessies, waaronder parallelsessies bij verschillende onderwerpen, is een verrijking voor het debat. Ook het gegeven dat een vaste vergaderavond, op donderdag, wordt ingesteld is zowel voor de burger als het college en de raad een goede zaak. Het zal het raadswerk efficiënter maken en de kwaliteit ten goede komen. Kortom, Stadsbelang stemt in met het voorliggende raadsvoorstel. Zonder hoofdelijke stemming wordt hierna conform de voorstellen besloten. 9.7 Wijziging Huisvestingsverordening meente Gorinchem (nr. 2015-1411)
Alblasserwaard-Vijfheerenlanden
ge-
1. Korte samenvatting van de inhoud en voorstel Voorgesteld wordt de Huisvestingsverordening Alblasserwaard-Vijfheerenlanden gemeente Gorinchem 2015 te wijzigen door artikel 7, dat gaat over voorrang bij woonruimte van een bepaalde prijs, te schrappen. 2. Fase trechter Besluitvormend 3. Inleiding / aanleiding De raad heeft op 24 juni 2015 onder andere besloten een amendement aan te nemen en een nieuw en extra artikel in de Huisvestingsverordening op te nemen over voorrang bij woonruimte van een bepaalde prijs (artikel 7). Regiogemeenten en Gedeputeerde Staten van Zuid Holland hebben nadien bezwaren geuit tegen de inhoud van artikel 7 en zij hebben er onder andere op gewezen dat dit artikel in strijd is met de Huisvestingswet 2014. De brief van Gedeputeerde Staten ligt voor u ter inzage. 4. Inhoud / Kaders De Huisvestingsverordening mag niet in strijd zijn met de Huisvestingswet 2014. Artikel 7 luidt: Artikel 7 Voorrang bij woonruimte van een bepaalde prijs Bij het verlenen van een huisvestingsvergunning voor woonruimte die is aangemerkt als: A) Een woonruimte die behoort tot de goedkoopste categorie (prijspeil 2012, € 366,--) wordt voorrang gegeven aan jonge starters (tot 35 jaar); B) Een woonruimte met specifieke voorzieningen (bijvoorbeeld rolstoeltoegankelijkheid) wordt voorrang gegeven aan huishouden met een betreffende indicatie. Artikel 7 bestaat uit twee onderdelen. Onderdeel A. gaat over jonge starters. Op grond van verschillende onderzoeken is vastgesteld dat er ook voor deze doelgroep geen schaarste is aan woonruimte binnen de regio. Op grond van de Huisvestingswet 2014 is een vergunningstelsel alleen toelaatbaar als er sprake is van schaarste. Nu daarvan geen sprake is, is onderdeel A. in strijd met de wet. Verder is de opgenomen leeftijdgrens van 35 jaar discriminerend omdat starters boven de 35 jaar niet in aanmerking komen voor een vergunning. Het maken van een dergelijk onderscheid verbiedt, blijkens de parlementaire behandeling, de Huisvestingswet 2014.
I - 56
De bedoeling van onderdeel B. is dat reeds aangepaste woonruimte terecht komt bij de doelgroep. In de huisvestingsverordening is dit belang onderkend en geregeld in artikel 9, onderdeel: B. Medische indicatie. In dit deel van de verordening staan regels over het verlenen van urgentie aan ingezetenen die in een, om medische redenen (fysiek/psychisch), onhoudbare woonsituatie verkeren en om die reden een (Wmo)indicatie voor andere woonruimte hebben ontvangen. Verder voorziet de urgentieregeling in maatwerk met als doel dat de aanwezige aangepaste voorzieningen in de woonruimte ook daadwerkelijk aansluiten op de persoonlijke situatie van de aanvrager. Een regeling via het vergunningstelsel, zoals onderdeel B. beoogt, is dus niet nodig en kan overigens niet als juridisch instrument worden ingezet omdat, zoals eerder geschreven, er geen sprake is van schaarste aan woonruimte. Ook onderdeel B. van artikel 7 stellen wij voor te schrappen. Resumerend, stellen wij u voor aan de bezwaren van de regiogemeenten en Gedeputeerde Staten tegemoet te komen door artikel 7 te schrappen. 5. Bestaand beleid, raadskaders en -besluiten De Huisvestingsverordening Alblasserwaard-Vijfheerenlanden gemeente Gorinchem 2015 is door de raad vastgesteld op 25 juni 2015. Deze verordening wordt gewijzigd op een klein onderdeel, maar blijft overigens volledig intact. Om de leesbaarheid en raadpleegbaarheid op internet te waarborgen stellen wij u voor formeel de gehele Huisvestingsverordening Alblasserwaard-Vijfheerenlanden gemeente Gorinchem 2015 in te trekken en dezelfde verordening opnieuw, met uitzondering van artikel 7, vast te stellen. 6. Betrokkenheid derden Dit voorstel is afgestemd met de regiogemeenten, corporaties en de provincie. 7. Beoogd effect Op grond van de Huisvestingsverordening kunnen personen een urgentie aanvragen. Zij krijgen hierdoor voorrang op regulier woningzoekenden. 8. Risico’s of kansen Een Huisvestingsverordening die in strijd is met de wet kan door Minister van Binnenlandse Zaken, o.a. naar aanleiding van een bericht van Gedeputeerde Staten, ter vernietiging worden voorgedragen. Verder zullen bestuursrechters, in het kader van rechtsbescherming, besluiten die gebaseerd zijn op met de wet strijdige bepalingen vernietigen. 9. Financiële consequenties Geen 10. Communicatie De regiogemeenten en Gedeputeerde Staten zullen over de nieuwe verordening worden geïnformeerd. Verder wordt de Huisvestingsverordening opnieuw in het gemeenteblad gepubliceerd en bekend gemaakt op www.overheid.nl 11. Uitkomsten raadsbijeenkomst Na informatieve vragen en beantwoording daarvan kunnen alle fracties instemmen met de agendering van het voorstel voor de komende raadsvergadering. 12. Nadere standpuntbepaling college N.v.t. 13. Definitief voorstel raad Voorgesteld wordt de Huisvestingsverordening Alblasserwaard-Vijfheerenlanden gemeente Gorinchem 2015 te wijzigen door artikel 7, dat gaat over voorrang bij woonruimte bij een bepaalde prijs, te schrappen.
I - 57
De heer Schefferlie: Mijnheer de voorzitter. Ik heb niet de eer met mandaat ook namens andere fracties te mogen spreken, maar mochten partijen daarvan gedurende mijn betoog nog spijt krijgen, dan kunnen ze zich natuurlijk altijd nog aanmelden. Ik heb wel een andere, zij het wat twijfelachtige eer, namelijk dat ik ermee te maken krijg, maar ook de PvdA en de meerderheid van deze raad, dat op zo korte termijn opnieuw de huisvestingsverordening in deze raad op de agenda staat. Als ik erop terugkijk, moet ik eerlijk zeggen dat het geen schoonheidsprijs heeft verdiend en geen goed affiche is geweest voor de gemeente Gorinchem. Dat is jammer en zullen we zeker niet opnieuw op die manier moeten doen. Ik moet er wel bij zeggen dat wij wat verbaasd waren over het feit dat het amendement de eindstreep heeft gehaald. Via dat amendement hadden wij bijzondere aandacht gevraagd voor de groep starters en voor mensen met een beperking die een aangepaste woning nodig hebben. De heer Tekir had een motie ingediend voor een specifieke doelgroep, die eigenlijk hetzelfde effect had, namelijk dat er een soort regelgeving naast de regelgeving zou komen. Het heeft ons niet verbaasd dat vanuit allerlei richtingen geconcludeerd is dat deze mutaties in de verordening niet zo gemakkelijk door te voeren waren, temeer omdat in alle andere gemeenteraden waarmee we samenwerken de oorspronkelijke verordening al was vastgesteld. Heel bijzonder en aardig is ook te zien dat zelfs de provincie tegenwoordig met grote belangstelling onze moties bestudeert. Wat dat betreft gaat het wel goed met ons aanzien. Al die moeite was niet nodig geweest, want wij hebben staande de vergadering zelf al gezegd dat wat wij voorstelden eigenlijk niet kon. Wat wij ermee tot uitdrukking wilden brengen, was dat in het proces iets vergeten was, namelijk om de gemeenteraad op een tijdig moment in de gelegenheid te stellen zijn zienswijze te geven op die verordening, in de wetenschap weliswaar dat we het niet zomaar kunnen veranderen, maar het biedt wel de mogelijkheid de portefeuillehouder op weg te sturen met de boodschap ook rekening te houden met de eventuele lokale behoeften en voorkeuren op dit gebied. Wat is het dan fraai om dat juist op deze avond te mogen zeggen, nu ik in dit betoog zo gesteund word door het zojuist besproken rekenkameronderzoek, waarbij door iedereen hartstochtelijk is aangegeven dat, ook al stellen we iets gezamenlijk vast, we onszelf zo goed mogelijk in staat moeten stellen om er op tijd mede iets van te mogen vinden. Wie weet, hebben we het er volgende week ook weer over als het gaat over de Participatiewet. Wij zijn bereid mee te gaan met het nieuwe voorstel, en eigenlijk daarmee ook het oude voorstel, maar wij zien wel uit naar de toezegging die we de vorige keer gemist, en zelfs ontkend hebben gezien, dat het toch echt de bedoeling is de gemeenteraad de volgende keer tijdig te betrekken en ruimte te geven voor inbreng. Wat we verder wat in het voorstel hebben gemist, is dat intussen in de vorige raadsvergadering ook een politiek signaal is afgegeven over de inhoud. Door een raadsmeerderheid is gepleit voor extra aandacht voor starters, voor mensen die behoefte hebben aan een aangepaste woning en voor de bijzondere categorie die door de heer Tekir is genoemd. In die zin zou het, ook al past het niet in de verordening, het college wel sieren de bereidheid uit te spreken zich voor deze groepen in te zetten, want de inzet van een effectieve portefeuillehouder is veel belangrijker dan welke verordening dan ook.
I - 58
Wethouder Dansen: Mijnheer de voorzitter. Wat wil je als portefeuillehouder liever zijn dan een effectieve portefeuillehouder! Ik wil dat ook natuurlijk en die toezegging kan ik dan ook gerust geven. Het is helemaal niet zo moeilijk te zeggen dat wij ons daarvoor zullen inzetten. Het lijkt mij ook goed nog eens duidelijk te benoemen dat wij de raad graag meenemen in verordeningen en dat soort dingen. Als men dat de vorige keer gemist heeft vind ik dat bijzonder jammer. Wij zullen onze uiterste best doen om dat niet mee te laten voorkomen. De heer Schefferlie: Ik had al in de gaten dat ik op een hele blije avond terecht was gekomen en ik kan me daar nu volledig bij aansluiten! De voorzitter: De blijdschap is deze avond inderdaad groot! Zonder hoofdelijke stemming wordt conform het voorstel van burgemeester en wethouders besloten. 10.1 Samenstelling werkgeverscommissie griffie (nr. 2015-1409) 1. Korte samenvatting van de inhoud en voorstel Volgens de gemeentewet is de raad de werkgever van de griffier en zijn medewerkers. De werkgeverstaken worden uitgevoerd door een afvaardiging van de raad: de werkgeverscommissie. In dit voorstel stelt u vast wie er zitting nemen in die commissie. 2. Inleiding/ Aanleiding In mei 2013 is de werkgeverscommissie griffie ingesteld en tevens een verordening werkgeverscommissie vastgesteld. Op grond van deze verordening worden de leden van de commissie door en vanuit de raad benoemd voor een zittingsperiode van de raad. Met het vertrek van de heer Klink als raadslid moet er een nieuw lid worden benoemd. Begin volgend jaar moet er namelijk een functioneringsgesprek plaatsvinden met de griffier. 3. Inhoud/Kaders In de vergadering van het presidium van 1 september 2015 is overeengekomen om het volgend lid aan u voor te stellen: de heer B. van Son. Dit lid heeft maximaal zitting in de commissie voor de duur van een raadsperiode. De voorzitter van de raad treedt op als adviseur. De zittingsperiode van de commissie eindigt op het moment van aantreden van de nieuwe raad. 4. Uitkomsten raadsbijeenkomst Na informatieve vragen en beantwoording daarvan stemmen alle fracties in met agendering van het voorstel voor de komende raadsvergadering 5. Communicatie De griffie stelt het oud-commissielid met een brief (email) op de hoogte. 6. Definitief voorstel raad De werkgeverscommissie griffie als volgt samenstellen: - de heer R.J.J van Breemen, voorzitter - mevrouw N. van Dalen- Eggink, lid - de heer B. van Son, lid
Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming wordt conform het voorstel van burgemeester en wethouders besloten.
I - 59
10.2 Aanwijzing lid en plaatsvervangend lid Algemeen Bestuur Gemeenschappelijke Regeling WSW De Avelingen Groep (nr. 2015-1426) Op grond van artikel 7 lid 4 van de GR WVS De Avelingen Groep bestaat het Algemeen Bestuur uit leden en plaatsvervangend leden die door de raden van de deelnemende gemeenten worden benoemd. Wanneer leden van het Algemeen Bestuur ophouden lid van de Raad of het College of voorzitter daarvan te zijn, houden zij van rechtswege tevens op lid van genoemd bestuur te zijn en voorziet de raad in de vacature. Voorstel: 1. De heer J. Freije te benoemen als lid van het Algemeen Bestuur van GR WVS De Avelingen Groep. 2. Mevrouw E.L. Dansen te benoemen als plaatsvervangend lid van het Algemeen Bestuur van GR WVS De Avelingen Groep.
Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming wordt conform het voorstel van burgemeester en wethouders besloten. 10.3 Aanwijzing lid Algemeen Bestuur Gemeenschappelijke Regeling Regionale Sociale Dienst & Kredietbank Alblasserwaard-Vijfheerenlanden (nr. 20151427) Op grond van artikel 9 lid 2, 6 en 7 van de GR Regionale Sociale Dienst & Kredietbank Alblasserwaard/Vijfheerenlanden bestaat het algemeen bestuur uit leden die door de raden van de deelnemende gemeenten worden aangewezen uit de leden van de raad en/of het college van burgemeester en wethouders. Iedere raad wijst twee leden aan, waarvan één lid uit het college van burgemeester en wethouders dat belast is met de portefeuille sociale zaken. Om te voorzien in de vacature die is ontstaan door het vertrek A.P. Faro wordt voorgesteld: de heer J. Freije te benoemen als lid van het Algemeen Bestuur van de GR Regionale Sociale Dienst & Kredietbank Alblasserwaard/Vijfheerenlanden.
Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming wordt conform het voorstel van burgemeester en wethouders besloten. 11. Sluiting.
De voorzitter sluit te 22.50 uur de vergadering. Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raad der gemeente Gorinchem op 15 oktober 2015. De griffier,
I - 60
De voorzitter,