Zin&Onzin rond
Pesten
Samen spelen Samen leren Samen werken Daar hoort pesten niet bij!
www.pestbriefje.com
1 Zin en onzin rond pesten Wat is pesten? Pesten laat zich niet zo eenvoudig omschrijven. Het is niet mogelijk om het in één zin uit te leggen en het blijkt zelfs zo ingewikkeld te zijn dat het woord pesten in de meeste talen, behalve de Nederlandse en de Japanse, niet eens voorkomt. In het Engels spreekt men meestal van „Bullying‟ of „Mobbing‟ maar dit duidt op de handelingen die bij het pesten voorkomen. Zo laat „Bullying‟ zich vertalen als „teasing‟ (plagen) of als „agonize‟ (ergeren/treiteren) terwijl „Mobbing‟ vertaald wordt als „samenklonteren‟ of „bendevorming‟. De spraakverwarring die hierdoor is ontstaan heeft er misschien wel toe geleid dat er zoveel theoriën zijn ontwikkeld om het pesten te bestrijden (en misschien is diezelfde verwarring er de oorzaak van dat er tot op heden geen effectieve methode is gevonden). Ondanks deze verwarring weten we wat er bedoeld wordt als een kind zegt: „Ik word gepest!‟. Pogingen om het pesten te definiëren zijn bij voorbaat gedoemd te mislukken. Als we op het internet de definities opzoeken bij verschillende APO‟s (Anti-Pesten Organisaties) dan vinden we onder andere: Pesten is lange tijd met woorden of met je lijf; geweld gebruiken tegen één kind. Pesten is het systematisch uitoefenen van psychische en/of fysieke mishandeling door één of meerdere individuen op een persoon, die niet in staat is zichzelf te verdedigen. Pesten is als iemand dingen blijft doen of blijft zeggen om macht over een ander te hebben. Pesten is als iemand herhaaldelijk nare dingen zegt of doet. Toch moeten we er nog één aan toevoegen welke u misschien wel aan het denken zet. Pesten is omstanders proberen te overtuigen van de eigen superioriteit door een ander als minderwaardig te behandelen.
Pesten…
2
Pesten of plagen? Het verschil tussen pesten en plagen kan in één zin worden samengevat : „Pesten gebeurt stiekem, plagen niet!‟ De reden dat pesten stiekem gebeurt is omdat het in alle lagen van de bevolking als verkeerd wordt beschouwd, het is dus in strijd met de in het algemeen verkeer geldende opvattingen. Waarom wordt iemand gepest? Het wordt nog erger als we kijken waarom iemand gepest wordt. De fabels van het rode haar, dik zijn of de bril komen dan tevoorschijn. En wat te denken van het kind dat pest omdat het zelf ook gepest is? Zeg tegen een pester “Je mag niet pesten!” en het zal zeggen “Ze lopen mij ook te pesten!” Verder wordt nog beweerd dat een kind gepest wordt omdat het anders is. (Er is zelfs een filmpje vertoond in een praatprogramma waarin het gepeste kind „anders‟ was omdat het twee moeders had. Je bent dus ook „anders‟ als je moeder „anders‟ is!) Is het niet zo dat ieder kind „anders‟ is? In datzelfde programma zei een voormalige pester: “Het maakte ons niet uit hoe iemand eruit zag, we wilden alleen maar weten of hij/zij iets terug zou doen!” In het uiterlijk of de gedragingen van een kind vinden we geen redenen om te worden gepest. We vinden er wel de middelen waarméé wordt gepest. Als het waar zou zijn dat een afwijking van „de norm‟ een reden tot pesten zou zijn dan zouden we verwachten dat de groep meelopers uit kinderen bestaat die allemaal hetzelfde zijn en dat is natuurlijk onzin. Ieder kind is anders . Als we willen weten waarom een kind wordt gepest dan moeten we naar de dader kijken. Zo is er enerzijds de pester welke al vanaf de geboorte een geweldadig karakter heeft en de pester bij wie de opvoeding, of het gebrek daaraan, de basis vormt. Hierin is geen duidelijke scheidingslijn aan te geven omdat hier nog te weinig onderzoek naar is gedaan. Pesten heeft een doel, en dat is: aanzien! Dominantie! Het kind wil „meer‟ zijn dan het werkelijk is, het wil „boven‟ de anderen staan. Als dit niet vanzelf gebeurt dan wordt het afgedwongen. De pester zoekt iemand (van dezelfde sexe) die gevoelig is voor persoonlijke kritiek. Dus jongens pesten jongens en meisjes pesten meisjes. Als er binnen de eigen groep geen potentieel slachtoffer gevonden wordt, zal er gezocht worden in de groep van andere sexe.
zo opgelost!
3 De pester begint met het aftasten van de eigen vriend(in) door nare opmerkingen te maken over het beoogde slachtoffer. Als de vriend(in) deze opmerkingen tegenspreekt (en daarmee het slachtoffer verdedigt) dan zal de pester een andere vriend(in) zoeken. Als de pester die steun wel krijgt zal hij/zij in het bijzijn van die vriend(in) een voor het slachtoffer duidelijk hoorbare, minachtende opmerking maken over iets dat alleen op het slachtoffer van toepassing is. De pester zal proberen steeds meer kinderen aan zijn/haar zijde te krijgen en zal het slachtoffer isoleren. De meest effectieve methode hiervoor is (bij meisjes) roddelen! Zo wordt de (harts)vriendin afgenomen door haar te zeggen dat het slachtoffer bijvoorbeeld nare dingen over haar zegt. De woede die hierdoor ontstaat is er de reden van dat de vriendin zich bij de meelopers aansluit. Bij jongens gaat dit anders. Hier wordt gebruik gemaakt van de natuurlijke drang om bij een groep te horen. Het beoogde slachtoffer hoort er opeens niet meer bij. Als blijkt dat de vriendschap tussen twee kinderen, waarvan één tot slachtoffer zal worden gemaakt, te hecht is dan zal deze vriend(in) hetzelfde lot ondergaan als het slachtoffer. Uiteindelijk zal deze dan ook eieren voor zijn/haar geld kiezen en zich bij de groep aansluiten. De kinderen die zich nergens mee bemoeien, en dus ook geen obstakel vormen voor de pester, worden met rust gelaten. Er is nu nog maar één ding dat de pester in gevaar kan brengen. De school! En dan met name de meester of de juf. Maar ook daar wordt snel mee afgerekend door het slachtoffer (ten overstaan van de meeloper(s)) te bedreigen. Met deze overmacht wordt het het slachtoffer vrijwel onmogelijk gemaakt zich te verweren. Het is dan ook een misvatting dat het slachtoffer niet in staat zou zijn zich te verweren, door de overmacht krijgt het niet eens de gelegenheid daartoe. De angst welke hiermee bij het slachtoffer wordt opgewekt vormt de basis voor de toekomstige pesterijen. De meeloper(s) voelen zich beschermd door de pester en zullen de pesterijen deels overnemen van de pester en dit met de bedoeling bij de pester in de gunst te vallen. De wisselwerking die hier vanuit gaat maakt dat de pester op zijn/haar beurt bescherming geniet van de meeloper (s). Deze bescherming reikt verder dan alleen de confrontatie met het slachtoffer, want als blijkt dat het slachtoffer melding heeft gemaakt van de pesterijen en de pester daar op aangesproken wordt dan zal hij/zij door de groep in bescherming worden genomen. En ook nu is de overmacht van doorslaggevende betekenis. Het pesten wordt afgedaan als „een geintje‟ of de pester zal beweren dat juist hij/zij degene is die gepest wordt. De mogelijkheid dat er wel degelijk gepest wordt moet nu onderzocht worden en daar is
Pesten…
4 ieder zich van bewust. Er dreigt gevaar voor de positie van de pester en dit is dan ook het signaal om de pesterijen voorlopig te stoppen. Doordat er tijdens de onderzoeksperiode niet gepest wordt ontstaat het idee dat er eigenlijk niets aan de hand is en dat het slachtoffer de zaak overdrijft. Het advies is in de meeste gevallen dan ook dat het slachtoffer zich er niets van aan moet trekken. Maar zodra de rust is teruggekeerd zullen de pesterijen met een grotere hevigheid doorgezet worden om de positie van pester (en de meelopers) weer vast te leggen. Het gepeste kind voelt zich in de steek gelaten en zal de pesterijen niet meer melden. Minderwaardig Een slachtoffer van pesterijen wordt niet alleen behandeld als minderwaardig, het wordt ook gezien als minderwaardig. Na verloop van tijd zullen de meelopers het als normaal beschouwen dat het slachtoffer wordt uitgescholden, buitengesloten, bestolen, geschopt of geslagen. Dit alles gebeurt met de bedoeling om bij de pester in de gunst te vallen. De pester heeft nu „aanzien‟ en hoeft zelf niets meer te ondernemen omdat zijn/haar positie door de meelopers wordt beschermd. Als de pester opnieuw wordt aangesproken dan zal deze reageren met „Wie? Ik? Ik doe niks!‟. Als het gepeste kind onverhoopt de pester tegenkomt terwijl deze alleen is, dan gebeurt er niets! Er wordt beweerd dat dit komt omdat de pester niets durft te doen zonder de directe bescherming van de groep, maar dat is onzin. De pester heeft al eerder laten zien dat hij/zij verbaal- en non-verbaal geweld tegen het slachtoffer niet schuwt! De reden dat de pester dan niets doet is omdat er dan geen „publiek‟ bij is. Het heeft dus geen enkel effect! Immers, door te pesten probeer je anderen ervan te overtuigen dat je „meer‟ bent door iemand als minderwaardig te behandelen. Om het pesten te stoppen moeten we ons daarom richten op de pester. We moeten, eventueel met dwang, hem/haar opdracht geven te stoppen én opdracht te geven om de
zo opgelost!
5 groep te laten te stoppen. Het niet uitvoeren van deze opdracht moet consequenties hebben voor de pester maar wel zodanig dat deze voor de groep niet rechtstreeks waarneembaar zijn. Deze consequenties kunnen zijn dat de ouders/voogd worden ingelicht en in het uiterste geval kan de pester zelfs aansprakelijk worden gesteld voor de toegebrachte schade. Ingeval de groep meelopers als mede-aansprakelijk kan worden gezien dan maakt dit de pester niet minder aansprakelijk, het is dus geen verzachtende omstandigheid. Het enige 'voordeel' dat hieruit te halen valt is dat de pester kan proberen de te vergoeden schade (deels) bij de groepsleden te verhalen. Gaan we nu terug naar het moment waarop de pester een groep meelopers heeft gevormd, dan zien we dat het slachtoffer nu dagelijks last van het pesten ondervindt terwijl ontsnappen onmogelijk is. Elk mens heeft een „veilige zone‟ rondom zich. Onder normale omstandigeheden heeft deze zone een straal welke gelijk is aan een uitgestrekte arm, een afstand die net groot genoeg is om niet aangeraakt te kunnen worden. Zodra iemand zich binnen deze zone bevindt voelen we ons onveilig. Voor een gepest kind kan de straal van de „veilige zone‟ wel tien meter of zelfs nog meer bedragen. Ondanks dit verwachten we dat het gepeste kind een groot deel van de dag in hetzelfde lokaal is als de pester! Er ontwikkelt zich angst om naar school te gaan, het kind is in de steek gelaten en kan bij niemand terecht. Alles wat het slachtoffer doet of zegt zal tegen hem/haar gebruikt worden. Een nieuwe broek,? Naar de kapper geweest? De eerstvolgende schooldag wordt je er op afgerekend. Dit afrekenen gebeurt zowel buiten als binnen de school. De pester vindt zelfs mogelijkheden om tijdens de les te pesten. Bijvoorbeeld: er wordt oogcontact gemaakt met het slachtoffer en vervolgens wordt er een hand door het haar gehaald. De boodschap is duidelijk, het slachtoffer is
Pesten…
6 naar de kapper geweest en de pester heeft daar zojuist een nare opmerking over gemaakt. Als dit door de docent wordt opgemerkt dan wordt er gezegd “Ik krabbel alleen maar!”. En zo wordt het slachtoffer de gehele dag onder druk gehouden. Naarmate de pesterijen voortduren onstaan de psychosomatische klachten zoals hoofdpijn, buikpijn, bedplassen enz. Het kind zal proberen de pester tegemoet te komen door het gedrag of het uiterlijk te veranderen waarmee het de eigen psyche, en de gezonde ontwikkeling daarvan, geweld aandoet. De klachten zullen na verloop van tijd overgaan in psychische stoornissen zoals: een gebrek aan zelfvertrouwen, een negatief zelfbeeld en fobieën. Door het gebrek aan steun en bescherming keert het kind in zichzelf. Het contact met leeftijdgenoten is door het pesten onmogelijk gemaakt waardoor het kind zich niet evenwichtig ontwikkelt. De angst om (opnieuw) te worden gepest leidt ertoe dat het kind geen nieuwe vriendschappen durft aan te gaan. Als compensatie hiervoor richt het zich op jongere of oudere kinderen welke niet onder invloed van de pester staan. Het kind kan zich niet vereenzelvigen met leeftijdgenoten en leert daardoor ook niet de leeftijdgebonden „problemen‟ te relativeren. Ook al raken zowel jongens als meisjes hierdoor ernstig beschadigd, de psychische problemen op puberale en volwassen leeftijd vinden we voornamelijk bij meisjes en vrouwen. Misschien is het gemis van een echte hartsvriendin hier een oorzaak van. Een andere reden kan zijn dat jongens en meisjes op een heel verschillende wijze met problemen omgaan. Zo zullen jongens en mannen proberen een probleem op te lossen terwijl meisjes en vrouwen er over willen praten. Bij jongens zien we een andere ontwikkeling, zij richten zich niet op één persoon maar op een relatief kleine groep met overeenkomende interesses. Hierbij kunnen we denken aan skaters, bikers. rappers etc. Ook in deze groepen vinden we een relativerend vermogen waardoor de gezonde en evenwichtige ontwikkeling van een pestslachtoffer (gedeeltelijk) kan worden hersteld.
zo opgelost!
7 Hoeveel kinderen worden er gepest? Het is niet helemaal duidelijk hoeveel kinderen er worden gepest. Deskundigen schatten het aantal op 350.000! Maar we krijgen een ander cijfer als we een berekening maken aan de hand van gegevens en ervaring. De problemen ontstaan rond de leeftijd van 9 jaar en duren tot ongeveer de 15-jarige leeftijd. Voor de berekening gaan we dan ook uit van de leeftijdsgroep van 9 tot 15 jaar. Door ervaring kunnen we stellen dat er op elke school en in elke groep, gemiddeld één kind wordt gepest. Er zijn ongeveer 8000 basisscholen in Nederland wat het totaal aantal gepeste kinderen per groep op 8000 brengt. Vermeningvuldigen we dit getal met de periode waarin er wordt gepest (9 tot 15 jaar) dan komen we op 6 x 8.000 = 48.000. Rekening houdend met de kinderen die een andere vorm van onderwijs volgen komen we uit op 50.000 kinderen. Dit is beduidend minder dan de geschatte 350.000 maar het is nog steeds een enorm aantal. Stel nu dat jaarlijks 1 op de 100 kinderen hier ernstige psychische klachten door krijgt, dan komen we op 80 kinderen per jaar. Deze simpele berekening zegt ons dan dat er als gevolg van het pesten jaarlijks 80 kinderen, jonger dan 15 jaar, voor de rest van het leven ernstig beschadigd raken. Maar daar blijft het niet bij want bij elk gepest kind hoort een pester. Volgens de berekening zijn er 8.000 gepeste kinderen en dus ook evenveel pesters in elke leeftijdsgroep. Er is aangetoond dat 1 op de 5 pesters in het criminele cirquit geraakt. Dat zijn er dus 400 per jaar. Tellen we nu alles bij elkaar op dan blijkt dat pesten, jaar in jaar uit, bijna 500 kinderlevens ernstig „verpest‟! Wat doet de school tegen pesten? Vrijwel iedere school ziet het pesten als een ernstig probleem en zal haar uiterste best doen om hier tegen op te treden, maar het ontbreekt ze aan de middelen. De lerarenopleidingen besteden er geen aandacht aan, de overheid stelt geen geld beschikbaar en de wet maakt het de (openbare) scholen vrijwel onmogelijk om een pester op een andere school te plaatsen danwel van school te sturen. Er zijn
Pesten…
8 verschillende methodes welke het pesten zouden bestrijden. De meest bekende op dit moment is het „Pestprotocol‟. Hierbij is het de bedoeling dat de kinderen (onder begeleiding van de leerkracht) een aantal regels opstellen waarin is vastgelegd hoe zij met elkaar om moeten gaan. Als alle regels (soms wel 15!) zijn opgesteld moeten ze door de kinderen worden ondertekent. Maar wat gebeurt er als een kind die regels overtreedt? Het antwoord is: vrijwel niets! Want de school heeft niet de middelen om hier iets tegen te doen. Het pestprotocol biedt een schijnveiligheid omdat het alleen door volwassenen wordt begrepen, Immers, als het zou doen waar het voor bedacht is dan heb je aan één regel genoeg, namelijk: „Je mag niet pesten!‟. De huidige methodes zijn ingewikkeld en tijdrovend. Daarnaast hebben ze nauwelijks effect omdat ze gebaseerd zijn op de vrijwillige medewerking van de pester. Als de pester niet meewerkt dan is de methode onbruikbaar, en als de pester wel meewerkt dan heb je de methode niet nodig! Ondanks dit blijven de Anti Pesten Organisaties en hun deskundigen eisen dat de school het probleem oplost. En dit leidt tot heel bijzondere „oplossingen‟. Het probleem wordt „bespreekbaar‟ gemaakt en hiervoor wordt nog wel eens voorgelezen uit een boekje waarin het gepeste kind uiteindelijk zelfmoord pleegt. (Zelfdoding onder kinderen tot 15 jaar: 2007– 18, in 2008 - 10 en in 2009 -16!) Verder is er een methode waarbij de kinderen elkaar masseren want zo zegt men, iemand die je zojuist hebt gemasseerd, zul niet zomaar gaan pesten. Het idee is leuk maar wie gaat wie masseren, waar en wanneer? Tijdens de kostbare lesuren? Vrijwel alle beschikbare methodes zijn gebaseerd op het werk van de Noorse Psycholoog Dan Olweus. Centraal hierin staat dat een kind gepest wordt omdat het „anders‟ is. Dit ‟anders‟ kan elke vorm aannemen. Zo kan een kind gepest worden omdat het een zwarte tas heeft, maar het kan ook gepest worden omdat het géén zwarte tas heeft. De redenen om te pesten zijn volgens deze opvatting oneindig en dat maakt de methode ongeloofwaardig. Behalve dit geeft deze denkwijze de pester een excuus om te pesten. De vele varianten op de aanpak volgens Olweus lijken succesvol te zijn maar dit geldt voor elke methode mits er met grote regelmaat aandacht aan het pesten wordt geschonken. Als er elke dag tien minuten besteed worden aan het voorkomen van pesten dan is zelfs klootschieten een effectief middel om het pesten (binnen de school) terug te dringen. Maar terugdringen is niet genoeg. Pesten moet kunnen worden gestopt, ook als de pester nìet meewerkt!
zo opgelost!
9 In de meeste gevallen vindt men dat er over „gepraat‟ moet worden en dat is eigenlijk heel bijzonder want men staat er niet bij stil dat dit juist hetgeen is dat de pester wèl, maar het slachtoffer absoluut niet wil! De reden hiervoor is niet zo moeilijk, zolang er gepraat wordt loopt de pester geen gevaar. Het slachtoffer daarentegen wordt onbedoeld als het zielige kind opgevoerd. Er moet ook gepraat worden met de ouders/ verzorgers. Hierbij voelen de ouders/verzorgers van de pester zich aangevallen terwijl de ouders/verzorgers van het gepeste kind zich onbegrepen voelen. Praten leidt meestal niet tot een oplossing, zelfs niet als je hier ingewikkelde stappenplannen voor maakt of aangeeft dat je zowel de pester als het gepeste kind een „kei‟ vindt en dan hoopt dat het probleem zichzelf oplost. Hoe kun je het pesten stoppen? Zelfverdediging is één van de eerste dingen die worden aangeraden. Hierbij wordt vaak gedacht dat het kind wordt omgetoverd in een „vechtmachine‟ maar dit is onzin. Er is geen enkele sportschool die kinderen zal leren hoe zij een ander kind in elkaar moeten slaan. Op de sportschool leer je een sport! Een kind leert er de eigen emoties onder controle te krijgen door met anderen te „sparren‟. Hierdoor groeit het zelfvertrouwen en het zelfrespect. Daarnaast is het ook een goede manier om in beweging te zijn, vriendschappen op te bouwen en te leren dat het niet nodig is om met angst te leven. De meeste gepeste kinderen zien hier erg tegen op omdat ze denken dat er van ze verwacht wordt dat ze de pester te grazen zullen nemen. Het is waar dat kinderen die zichzelf kunnen verdedigen minder snel gepest zullen worden maar dit geldt niet voor kinderen bij wie het pesten al is begonnen. Angst bij het slachtoffer is het voornaamste wapen van de pester. Het is dan ook zeer belangrijk om deze angst te overwinnen. Een zelfverdedigingssport doet wonderen maar niet elke tak van deze sport is geschikt. De meesten zijn wedstrijdsporten waarvoor geldt: „Stoeien is fijn maar zonder pijn!‟. En dit is nou juist iets waar de pester zich niets van aantrekt.
Pesten…
10 Gepeste kinderen komen niet om de sport te leren maar om van het pesten af te komen. Een professionele (en eventueel psychologische) begeleiding is hierbij noodzakelijk. De Associatie Wing Chun Kung –Fu (www.wing-chun.nl) heeft zich hierin gespecialiseerd. Deze vechtsport is oorspronkelijk ontwikkeld door en voor vrouwen en dat maakt het uitermate geschikt voor (jonge) kinderen. Robert Vogel Sr. Heeft de sport verder ontwikkeld voor gepeste kinderen en -volwassenen. De belangrijkste regel is het beheersen van de emotie. En daarmee wordt ook de angst van het kind onder controle gebracht en groeit het zelfrespect en zelfvertrouwen. Een vechtsport is absoluut een stap in de goede richting maar het vraagt veel geduld. De beloning daarentegen zal heel groot zijn. Het kost een aantal weken voor er enig resultaat wordt behaald. Daarbij is het heel belangrijk dat, als er sprake is van non-verbale agressie bij de pester, de training „in het geheim‟ plaatsvindt. Want als de pester hier te vroeg achter komt dan worden de problemen nog groter. De voordelen van zelfverdediging zijn echter zeer groot en zijn een verrijking voor het leven, en dan niet vanwege de fysieke vaardigheden maar juist door de mentale verandering. Het kind leert voor zichzelf op te komen en krijgt hierdoor weer zelfrespect en misschien wel het allerbelangrijkste… het maakt vrienden/vriendinnen buiten de eigen dagelijkse kring. Een andere oplossing is het slachtoffer te adviseren een cursus Sociale Vaardigheden te laten volgen. Maar waarom? Gepeste kinderen zijn juist heel sociaal, het is de pester die zo‟n cursus zou moeten volgen. Daarnaast wekt het de indruk dat het je eigen schuld is dat je gepest wordt. Het slachtoffer wordt verwezen naar Jeugdzorg of het Riagg of er wordt geadviseerd om een of andere therapie te volgen want ze hebben: bindingsangst of verlatingsangst, een sociale fobie of borderline, ADHD, schoolvrees enz. enz. Maar eigenlijk is er maar één ding waar ze last van hebben, de pester! Je zou dus verwachten dat daar ook iets mee gebeurt. En dat doet men ook. Het volgende komt van het Internet. Het zijn sancties op het overtreden van een pestprotocol.
zo opgelost!
11 Fase 1: Een of meerdere pauzes binnen blijven. Nablijven tot alle kinderen naar huis vertrokken zijn. Een schriftelijke opdracht zoals een stelopdracht over de toedracht en zijn of haar rol in het pestprobleem. Vanaf groep 6 wordt een formulier gebruikt volgens een bepaald profiel (het bezinningsformulier). Door gesprek: bewustwording voor wat hij/zij met het gepeste kind uithaalt. Afspraken maken met de pester over gedragsveranderingen. De naleving van deze afspraken komen aan het einde van iedere week (voor een periode) in een kort gesprek aan de orde. Fase 2: Een gesprek met de ouders, als voorgaande acties op niets uitlopen. De medewerking van de ouders wordt nadrukkelijk gevraagd om een einde aan het probleem te maken. De school heeft alle activiteiten vastgelegd en de school heeft al het mogelijke gedaan om een einde te maken aan het pestprobleem. Fase 3: Bij aanhoudend pestgedrag kan deskundige hulp worden ingeschakeld zoals de Schoolbegeleidingsdienst, de schoolarts van de GGD of schoolmaatschappelijk werk. Fase 4: Bij aanhoudend pestgedrag kan er voor gekozen worden om een leerling tijdelijk in een andere groep te plaatsen, binnen de school. Ook het (tijdelijk) plaatsen op een andere school behoort tot de mogelijkheden. Fase 5: In extreme gevallen kan een leerling geschorst of verwijderd worden. In fase 1 wordt aangegeven dat het kind zich bewust moet worden van de gevolgen van zijn/haar pesterijen en dit terwijl het begrip oorzaak en gevolg pas na het dertiende levensjaar tot ontwikkeling komt. Het is zinloos om een kind, dat jonger dan 14 jaar is, hier op aan te spreken. Fase 2 komt na enkele weken in werking en pas dan worden de ouders ingelicht!
Pesten…
12 Vervolgens wordt de medewerking van de ouders van de pester gevraagd terwijl men zegt „al het mogelijke al te hebben gedaan‟. Fase 3 en 4 komen veel te laat in werking. Behalve dit is het op z‟n minst verrassend te noemen dat eerder is aangegeven dat de school alle mogelijkheden heeft benut, maar nu toch nog twijfelt over het inschakelen van deskundige hulp. Fase 5 isoverbodig. Voor het zover is zal het slachtoffer wel op een andere school zitten. School aansprakelijk stellen De frustratie van de ouders van het gepeste kind is vaak zo groot dat zij (al dan niet op advies van diezelfde Anti Pesten Organisaties en deskundigen) de school aansprakelijk stellen voor de geleden schade. Dit is een opmerkelijke kwestie. Men zegt eigenlijk: „Wij eisen dat de school het probleem oplost. Wij weten niet hoe dat moet, maar als het niet lukt dan moeten zij de schade vergoeden!‟. Tot op heden werd deze eis met een schikking afgedaan. De ouders kregen een geldbedrag van de verzekeraar van de school en men zette een stukje in de krant om de overwinning te vieren. Kortom, iedereen was blij, zelfs de Anti Pesten Organisaties en de deskundigen! Maar het eindresultaat was dat het slachtoffer nog steeds beschadigd was. Dat de school een terugloop van leerlingen kreeg te verwerken met de daarbij behorende ontslagen, en dat de pester nog steeds op die school zat en op zoek kon gaan naar het volgende slachtoffer! De wet Pesten is een zaak van twéé personen. De pester en het slachtoffer. Er is dan ook slechts één schuldige, namelijk de pester! Zolang deze jonger is dan 14 jaar zijn de ouders/voogd verantwoordelijk en aansprakelijk voor de gedragingen van dit kind. In België staat dit in Art. 1384 van het Burgerlijk wetboek. Ook in Nederland is de wet hier heel duidelijk over, in artikel 6:169 BW lezen we: Lid 1: Voor schade aan een derde toegebracht door een als een doen te beschouwen gedraging van een kind dat nog niet de leeftijd van veertien jaren heeft bereikt en aan wie deze gedraging als een onrechtmatige daad zou kunnen worden toe gerekend als zijn leeftijd daaraan niet in de weg zou staan, is degene die de ouderlijke macht of de voogdij over het kind uitoefent, aansprakelijk.
zo opgelost!
13 Hier staat dat als een kind (jonger dan 14 jaar < in België 18 jaar>) iets doet waardoor schade ontstaat, de ouders/voogd deze schade moeten vergoeden. Er moet hierbij wel rekening worden gehouden met een enkele voorwaarden maar die worden hierna genoemd. De school kan alleen mede-aansprakelijk worden gesteld als zij een verwijt kan worden gemaakt en dat verwijt kan worden aangetoond. Overigens, dit verwijt kunnen we iedereen maken die bekend is met het probleem maar er geen actie tegen onderneemt. Dus ook de ouder(s) van het gepeste kind! Het probleem is echter dat de school niet over de middelen beschikt om het probleem op te lossen. (Het lijkt op het aansprakelijk stellen van de politie omdat zij de brand niet hebben geblust.) De rechterlijke uitspraak van 30 augustus 2006 bevestigd dit. De school is niet aansprakelijk en de school kan niet gedwongen worden het pestprobleem op te lossen. Pas wanneer de school heeft bijgedragen aan de pesterijen en dit kan worden aangetoond kan er sprake zijn van (gedeeltelijke) aansprakelijkheid. Een zware klap voor de Anti Pesten Organisaties en de deskundigen. Zij hebben immers jarenlang beweerd dat de school het probleem moet oplossen en dan bij voorkeur met de (ondeugdelijke) middelen die zij verstrekken.
Pesten voorkomen Kunnen we pesten voorkomen? Nee! Het bewijs daarvoor wordt geleverd door de pester. Pesten gebeurt stiekem, de pester weet dus dat het niet mag. En als iemand iets doet waarvan hij/zij weet dat het niet mag dan kun je het niet voorkomen. Het kan wel minder worden maar dan moeten er misschien wel regels komen voor de opvoeding en dat maakt inbreuk op het recht een kind naar eigen inzicht op te voeden. Het is ook niet erg als we het pesten niet kunnen voorkomen, het is erg als we het niet kunnen stoppen! Kinderen bevinden zich in een leerproces en het kost vele jaren om ze alle normen een waarden bij te brengen die in de maatschappij belangrijk zijn. Voor het vraagstuk „oorzaak en gevolg‟ duurt het zelfs 14 jaar voor dat deel van de hersenen voldoende
Pesten…
14 ontwikkeld zijn. De gedachte dat een kind moet beseffen welke gevolgen zijn/haar pesterijen heeft, is zinloos en zal nooit tot de oplossing leiden. Het kind kan dit (nog) niet begrijpen. Als we het pesten willen stoppen dan moeten we de ouders van de pester daartoe bewegen door deze te wijzen op hun verantwoordelijkheden. Als zij deze verantwoordelijkheid afwijzen (sommige ouders vinden dat de school of de kinderen het 'zelf maar moeten oplossen' ) dan moeten zij daartoe gedwongen worden met de middelen die de wet ons daartoe biedt.
Moet de school het pestprobleem oplossen? Tot op heden werd de oplossing voor het pestprobleem aan de school overgelaten, er werd zelfs geëist dat zij dit deden. De door de overheid bedachte term „veilige school‟ (www.schoolenveiligheid.nl) wordt hier voor misbruikt. Volgens de wet dient de school enkele regels in acht te nemen met betrekking tot de veiligheid van werknemers, bezoekers, leerlingen enzovoorts. Deze regels komen nauw overeen met wat de wet bedrijven, instellingen en dergelijke, oplegt. Zij hebben betrekking op de deugdelijkheid van het gebouw, het meubilair, de leermiddelen etc. Daarnaast dient de school zich als werkgever aan de Arbo-wet te houden. In het geval van pesten richt men zich dan ook op artikel 1 lid f, waarin o.a. staat: Agressie en geweld: voorvallen waarbij een werknemer (dus ook de leerling) psychisch of fysiek wordt lastiggevallen, bedreigd of aangevallen onder omstandigheden welke rechtstreeks verband houden met het verrichten van arbeid (dus ook het volgen van lessen/colleges etc.). Er moet dus een rechtstreeks verband zijn tussen pesten en het volgen van lessen. Maar is er wel een rechtstreeks verband aan te tonen tussen het volgen van lessen en de pauzes, het begin of het einde van een schooldag? En wat te denken als de pesterijen wel door haar leerlingen, maar buiten school plaatsvinden? Agressie, bedreiging, psychisch-, sexueel-, verbaal- en non-verbaal geweld tussen leerlingen onderling welke geen direct verband houden met het volgen van lessen, wordt niet genoemd. De door het ministerie bedachte „veilige school‟ biedt dus geen veiligheid voor het slachtoffer van pesterijen! We zouden daarom mogen verwachten dat de „baas‟ van het onderwijs ook deze veiligheid tracht te waarborgen. De verbazing is dan ook groot als we op de site van de Rijksoverheid het trefwoord „pesten‟ invullen er
zo opgelost!
15 doorverwezen wordt naar de Anti Pesten Organisaties (APO‟s) Dus, de APO zegt dat de school het moet oplossen en de baas van de school zegt dat de APO het moet oplossen! Op 8 februari 2006 werd de minister van OC&W gevraagd geld beschikbaar te stellen om het pestprobleem te kunnen aanpakken. Hierop antwoordde zij dat de school „over voldoende middelen beschikt om het probleem op te lossen!‟. En daarmee verwijst de verantwoordelijke minister naar de APO‟s en wordt de school van het kastje naar de muur gestuurd. Dit, en de uitspraak van de rechter, maakt dat de school niet kan worden verplicht het pestprobleem op te lossen. En daarmee wordt voor alle betrokkenen een zeer belangrijke stap vooruit gezet. Het slachtoffer is niet meer aangewezen op een instelling welke geen adequate opleiding wordt aangeboden en aan wie geen middelen ter beschikking is gesteld (of zal worden gesteld). De school kan niet meer worden aangedrongen op het gebruik van onbruikbare en inefficiënte methodes, terwijl de APO‟s naar huis worden gestuurd om methodes te ontwikkelen die wel bruikbaar en efficiënt zijn. Maar voor het zover is zal het slachtoffer het kind van de rekening zijn. En dat is heel triest, vooral wanneer we bedenken dat dit al steeds zo was. Pesten heeft zulke ingrijpende gevolgen dat we het onbegrijpelijk mogen noemen dat het slachtoffer geen enkele aanspraak kan maken op welke bescherming dan ook. Is pesten strafbaar? Nee!, pesten is niet strafbaar. Zelfs niet wanneer het slachtoffer (regelmatig) in elkaar geslagen wordt want dan noemt men het openlijke geweldpleging. Hiervoor kan aangifte van mishandeling worden gedaan bij de politie maar dit komt niet vaak voor. Aangifte van mishandeling wordt in vrijwel alle gevallen gevolgd door een vorm van bestraffing. Dit kan een reprimande maar ook strafoplegging zijn. Dit geldt ook voor het slachtoffer als de pester als eerste aangifte heeft gedaan. Gewoonlijk wordt zo‟n zaak afgedaan met een aanbod van de hulp-officier van justitie voor een taakstraf van enkele uren. Deze straf loopt uiteen van straatvegen tot takjes rapen in het bos. Het weigeren van dit aanbod zal leiden tot een rechtzitting. Het verband tussen gepest worden en het fysieke geweld zal, zelfs als dit aangetoond wordt, niet meewegen in de strafmaat. Zo werd in een vergelijkbare zaak de pester toegesproken door de officier van justitie met de woorden: „Pesten kan zelfs tot op latere leeftijd ernstige schade toebrengen aan het slachtoffer, het is dus niet leuk om te plagen!‟. En dit terwijl iedereen het verschil kent tussen pesten en plagen.
Pesten…
16 Pesten is niet strafbaar en dat moet zo blijven. In de meeste gevallen gaat het om jonge kinderen voor wie de confrontatie met justitie ingrijpend is, en vooral wanneer het slachtoffer voor dader wordt aangezien. Helaas komt dit laatste regelmatig voor en dan met name op school. Als een slachtoffer uit woede en frustratie „terugslaat‟ is de pester de eerste die naar de docent stapt. En ook hier lijkt te gelden dat degene die als eerste klaagt wel het slachtoffer zal zijn. Het gevolg is meestal dat het werkelijke slachtoffer gestraft wordt en de pester hier misbruik van kan/zal maken. Als dit zich voordoet buiten de school en de politie wordt er bij betrokken dan wordt het nog veel erger. Het slachtoffer zal door de politie worden aangehouden en meegenomen naar het bureau waar het een verklaring moet afleggen. De ouders mogen hier niet bij zijn en mogen achteraf de verklaring ook niet lezen. Willen zij dit wel dan moeten zij een advocaat inschakelen. Aan de hand van deze verklaring (welke zonder juridische bijstand is afgelegd door een kind dat op dat moment nog getraumatiseerd is door het voorval) doet de hulp-officier van justitie een „aanbod‟ voor een taakstraf. Vrijspraak is uitgesloten want dat recht is alleen de rechter voorbehouden. Het kind wordt opgenomen in het Cliënten Volg Systeem, een administratief middel dat alleen voor inzage van politie en justitie is bedoeld. Volgens justitie is dit géén strafblad maar de verschillen zijn niet helemaal duidelijk. Wanneer het kind/ouders het aanbod voor de taakstraf afwijzen dan wordt de zaak doorverwezen naar de kinderrechter. Hiertoe wordt ook de Raad voor de Kinderbescherming ingeschakeld. Zij onderzoeken het (school) verleden van het kind en de thuissituatie. Aan de hand hiervan wordt de rechtbank geïnformeerd hoe het kind bestraft zou kunnen worden. Dus de Raad van de Kinderbescherming beschermt het kind tegen de rechter! Het minderjarige kind wordt een (pro deo) advocaat toegewezen van wie niet duidelijk is of zij zich gespecialiseerd hebben in het jeugdstrafrecht. (Men mag een eigen advocaat inschakelen.) In de meeste gevallen vindt de eerste kennismaking met de advocaat slechts enkele minuten vóór de rechtzitting plaats. Tijdens de rechtzitting zal de officier van justitie proberen de rechter te overtuigen van de schuld en zal hij/zij een straf eisen waaruit de ernst van het vergrijp moet blijken. De
zo opgelost!
17 officier van justitie moet hierbij uitgaan van hetgeen de pester tegenover de politie heeft verklaard. Er kunnen dus heel verrassende en niet op waarheid berustende zaken worden genoemd welke de verdediging dan mag proberen te weerleggen. Aan de hand van deze weerlegging kan de officier van justitie de eis „bijstellen‟. (Voor alle duidelijkheid: het gaat hier om een kind! Er staan twee volwassen te „bekvechten‟ over een kind zonder dat één van die twee het kind of de ouders heeft gevraagd wat er nou werkelijk allemaal aan de hand is!) Hierna neemt de rechter het woord en vraagt een reactie van het kind en de ouders. Uiteindelijk zal de rechter het kind kind schuldig verklaren want het kind heeft (terug) geschopt of geslagen, en dat mag niet. De rechter bepaalt dan ook of er straf wordt opgelegd en zo ja, welke straf dat is. De pester blijft in dit alles buiten schot, er is immers geen aangifte tegen de pester gedaan. Het is zelfs zo dat wanneer de ouders van het slachtoffer alsnog aangifte willen doen, dat dit dan (onrechtmatig) geweigerd kan worden door de politie. Overigens, ouders kunnen geen aangifte doen want dit moet het (minderjarige) slachtoffer zelf doen. Tot zover een heel sumier verslag van de wijze waarop justitie met het pesten omgaat. En dat is op zich al een reden om het pesten niet strafbaar te stellen. Bovendien, wat is pesten? Als zelfs de deskundigen het er niet over eens kunnen worden hoe kan justitie dit dan strafbaar stellen? Daarnaast moeten we ons afvragen wanneer de grens van het toelaatbare wordt overschreden. „Schelden doet geen zeer, slaan veel meer!‟ horen we zeggen. Maar is dat ook zo? Een blauw oog is na twee weken over maar de psychische schade draagt een kind de rest van het leven met zich mee. Samenvattend mogen we concluderen dat: scholen het probleem niet kunnen oplossen omdat zij de middelen/ financieën/opleiding niet hebben; anti-pest organisaties geen goede methode hebben ontwikkeld; politie en justitie niets kunnen doen omdat pesten niet strafbaar is.
Pesten…
18 Mijn kind, schoon kind We zouden denken dat het slachtoffer hierdoor met de rug tegen de muur staat maar toch is dit niet zo. Er is een oplossing en die komt uit een totaal onverwachte hoek, namelijk van de ouders van de pester! Men zou deze ouders moeten kunnen vragen of zij hun kind opdracht willen geven om direct te stoppen met pesten, maar de ervaring leert dat hier meestal enige dwang bij nodig is. „Mijn kind, schoon kind‟ zegt men in België. Zodra er klachten over een kind worden geuit zullen de ouders zich aangevallen voelen en een defensieve of zelfs offensieve houding aannemen. Dit kan een ware strijd uitlokken, zelfs wanneer dit ten koste van het kind gaat! Een rechtstreekse confrontatie moet dan ook vermeden worden. De oplossing ligt in het informeren van de ouders (door een derde) en hen de opdracht te geven hun kind direct te laten stoppen. Deze persoon zegt in feite: „dit is wat uw kind doet, u bent hier verantwoordelijk voor dus u moet zorgen dat dit ophoudt!‟. Maar hier moeten dan wel consequenties aan verbonden worden voor het geval er onvoldoende of zelfs helemaal niet wordt gereageerd. Deze consequenties vinden we terug in het Burgerlijk Wetboek. Het vangt aan bij artikel 6:162 waarin geschreven is: 1.
Hij die jegens een ander een onrechtmatige daad pleegt, welke hem kan worden toegerekend, is verplicht de schade die de ander dientengevolge lijdt, te vergoeden.
2.
Als onrechtmatige daad worden aangemerkt een inbreuk op een recht en een doen of nalaten in strijd met een wettelijke plicht of met hetgeen volgens ongeschreven recht in het maatschappelijk verkeer betaamt, een en ander behoudens de aanwezigheid van een rechtvaardigingsgrond.
3.
Een onrechtmatige daad kan aan de dader worden toegerekend, indien zij te wijten is aan zijn schuld of aan een oorzaak welke krachtens de wet of de in het verkeer geldende opvattingen voor zijn rekening komt.
Pesten veroorzaakt schade en de wet biedt de mogelijkheid deze schade te verhalen bij degene die hiervoor aansprakelijk is. Zo is door scholen in het leerlingenstatuut opgenomen dat de schade welke door een leerling is aangebracht, door de ouders/voogd van deze leerling moet worden vergoedt.
zo opgelost!
19 Bijvoorbeeld: als een kind een auto heeft beschadigd dan moet(en) de ouders/voogd de schade vergoeden, en dit geldt ook wanneer een kind een kind heeft beschadigd! Er zijn enkele zaken waar rekening mee moet worden gehouden. Je kunt niet zo maar iemand aansprakelijk stellen want „wie eist, bewijst!‟. De wet schrijft voor dat er alleen sprake kan zijn van aansprakelijkheid als: er schade is; er sprake is van een onrechtmatige daad; er een causaal verband is tussen de schade en de onrechtmatige daad; deze daad iemand kan worden toegerekend. Schade Pesten veroorzaakt schade in de vorm van: zaakschade (spullen afpakken of vernielen enz.); letselschade (pijn en verwondingen); psychische schade (trauma, angst enz.); derving van levensvreugd. Onrechtmatige daad Een onrechtmatige daad is een doen of laten dat in strijd is met de in het algemeen verkeer geldende opvattingen. Pesten wordt in alle lagen van de bevolking afgekeurd en daarom kan pesten als een onrechtmatige daad worden gesteld. Causaal verband De schade moet een direct gevolg zijn van hetgeen de dader had moeten, of juist niet had moeten doen. Toerekening Kan degene die de schade heeft veroorzaakt een verwijt worden gemaakt? Als alle vragen met „ja‟ moeten worden beantwoord dan is er aansprakelijkheid.
Pesten…
20 De leeftijd, van degene aan wie de onrechtmatige daad kan worden toegerekend, is bepalend voor wie er aansprakelijk is. Bij een kind jonger dan 14 jaar zijn dit de ouders of de voogd. Is het kind ouder dan 14 jaar dan is het kind zelf aansprakelijk op grond van artikel 6:162 BW. Als het kind 14 jaar oud is dan kunnen de ouders aannemelijk maken dat het kind zelf aansprakelijk is omdat het op die leeftijd zou moeten weten wat wel en niet mag. In dit geval kunnen de ouders/voogd zich disculperen, met andere woorden: de aansprakelijkheid afwijzen. In België is deze leeftijd 18 jaar. De aansprakelijkheid van artikel 1384 tweede lid Burgerlijk Wetboek geldt enkel ten aanzien van minderjarigen. Opdat de ouders aansprakelijk zouden zijn moet er sprake zijn van een onrechtmatige daad maar niet noodzakelijk begaan door iemand die schuldbekwaam is. Indien het kind de jaren des onderscheids nog niet heeft bereikt en een onrechtmatige daad stelt, spreekt men van een objectief onrechtmatige daad. Het kind is dan niet aansprakelijk maar alsdan geldt wel het vermoeden van aansprakelijkheid van de ouders. Wat nu nog rest is het bewijs. Om dit te kunnen leveren moet men ophouden met alleen maar praten over het pestprobleem. Men moet de zaken vastleggen. Men moet weten wat er aan de hand is, wie hier bij betrokken is (zijn), wie wat doet ,wanneer, waarom enz. Om antwoord op deze en andere vragen te krijgen is een vragenlijst nodig. Zo is er ook een vragenlijst nodig voor de pester zodat hij/zij hier op kan reageren. Wanneer alle bovenstaande zaken worden samengebracht dan ontstaat er een methode waarmee het mogelijk is het pesten te stoppen vóór er schade wordt toegebracht. En dit biedt zelfs meer voordelen dan alle huidige methodes tesamen! Deze methode heet het „Pestbriefje‟.
zo opgelost!
21 De oplossing Een methode om het pesten te bestrijden moet aan een aantal voorwaarden voldoen. Namelijk, de methode moet: 1. pesten op een vreedzame wijze zo snel en zo geruisloos mogelijk stoppen; 2. consequenties hebben voor het niet nakomen van de eis tot stoppen van de pesterijen; 3. ook buiten school van kracht zijn; 4. toegepast kunnen worden op alle vormen van pesten waaronder cyber/ internet pesten; 5. door iedereen zonder voorbereiding kunnen worden toegepast; 6. onafhankelijk van de school kunnen worden toegepast; 7. leerkrachten, ouders, pester en slachtoffer zo volledig mogelijk inlichten; 8. slachtoffer èn pester in bescherming nemen; 9. ruimte bieden voor alternatieve oplossingen zonder dat de oorspronkelijke werking hierdoor verloren gaat. De methode bestaat uit twee vragenlijsten en een informatieset over het pesten. Het pakket wordt ondersteund met folders waarin alle mogelijk betrokkenen worden geïnformeerd over de werking van de methode. Deze folders worden aan alle leerlingen uitgereikt die ze vervolgens aan de ouders/voogd ter inzage geven. Bij een melding van pesten wordt de vragenlijst (het Pestbriefje) ingevuld door het slachtoffer en gekopiëerd. Deze kopie ontvangt de pester zodat deze kan worden geraadpleegd bij het invullen van zijn/haar deel van de vragenlijst. De pester is niet verplicht dit in te vullen maar dit is niet verstandig omdat daardoor slechts één kant van de problematiek belicht wordt. Kopieën van beide vragenlijsten worden aan beide leerlingen meegegeven en moeten de eerstvolgende schooldag ondertekend door de ouders/voogd worden ingeleverd. Hierna worden ze in de betreffende leerlingendossiers opgeborgen. Op verzoek kunnen ouders/voogd een kopie van beide vragenlijsten ontvangen. Uit de vragenlijsten zal blijken hoe, wanneer, waar en door wie er gepest wordt. Daarnaast wordt gevraagd welke gezondheidsklachten, eventueel letsel en welke materiële schade dit pesten heeft veroorzaakt. Vervolgens wordt het gepeste kind gevraagd op welke wijze de pester gestopt moet worden. Door het slachtoffer te betrekken bij het oplossen van het pestprobleem wordt een positieve bijdrage geleverd aan het herstel van het zelfbeeld, het zelfrespect en het
Pesten…
22 zelfvertrouwen. Door invulling van het Pestbriefje voelt het slachtoffer zich gesteund door de school. Aan de pester wordt gevraagd of de beschuldigingen waar zijn en zo ja, waarom juist dit kind door hem/haar wordt gepest. Verder wordt nog gevraagd wie er meepesten. Vervolgens wordt gevraagd of hij/zij er aan mee wil werken om het pesten te stoppen en wat er moet gebeuren als hij/zij zich hier niet aan houdt. Ook hier zijn we de positieve werking van het Pestbriefje, de pester wordt immers gedwongen na te denken over het door hem/haar veroorzaakte leed en zal zich ervan bewust zijn dat pesten (in welke vorm dan ook) door deze school niet wordt getolereerd. De pester wordt, voorzover de aard van de pesterijen dit toelaat, niet gestraft maar gevraagd om mee te denken over de wijze waarop het pesten kan worden gestopt. Behalve dit krijgt de pester een 'Pauzekaartje'. Gedurende een periode van minimaal één week moet elke aanwezigheid op het schoolplein bij de pleinwacht worden gemeld. Dit geldt vóór en na schooltijd en tijdens de pauzes. Het niet melden kan door de school bestraft worden. Tot zover zijn alleen de pester en het slachtoffer geconfronteerd met het Pestbriefje. Het verdere verloop is afhankelijk van de verwachtingen van de leerkracht of het afgesproken beleid van de school. Als de pester vraagt zijn/haar ouders/voogd hier niet over in te lichten dan kan de leerkracht hier afspraken over maken waarbij het direct stoppen van de pesterijen voorop staat. In zo’n geval wordt het Pestbriefje in het leerlingendossier opgeborgen zodat dit beschikbaar is op het moment dat de pester zich niet (meer) aan de afspraak houdt. De ouders van het slachtoffer worden wel altijd ingelicht maar in dergelijke gevallen worden zij door de leerkracht uitgenodigd voor een gesprek waarin de leerkracht de medewerking van de pester zal toelichten.
zo opgelost!
23 Doordat beide formulieren door beide ouders/voogden zijn gezien zijn alle partijen geïnformeerd. Nu kan er geëist worden dat de pester door zijn/haar ouders/voogd wordt verplicht om direct te stoppen met pesten. Als de pester en/of diens ouders/voogd hier niet aan meewerken dan kunnen zij aansprakelijk worden gesteld voor de schade. De kans dat dit ook werkelijk zal gebeuren is gering. In de meeste gevallen is de directe confrontatie voor de pester een signaal om te stoppen. Pas wanneer dit niet zo is, en eventueel eerdere pogingen om het pestgedrag te veranderen op niets zijn uitgelopen, kan het Pestbriefje als dwangmiddel worden gebruikt.
De nadelen van het pestbriefje De betrokken leerlingen moeten de gelegenheid krijgen om op school het Pestbriefje in te vullen. Afhankelijk van de leeftijd van het kind kan hierbij de hulp van de leerkracht noodzakelijk zijn. De leerkracht moet er voor zorgen dat de getekende exemplaren ingeleverd, gekopieerd en opgeborgen worden en dat beide partijen en de betrokken leerkrachten hiervan een kopie ontvangen. Indien de pester en/of diens ouders/voogd weigeren het Pestbriefje in te vullen danwel te ondertekenen dan moet de leerkracht hen erop wijzen dat dit in hun nadeel kan werken. De voordelen van het Pestbriefje Met het invullen van het Pestbriefje wordt een éénzijdige belichting van de kwestie voorkomen en is er een grotere kans op een vreedzame en geruisloze oplossing. De voornaamste taak van het Pestbriefje is dan ook om zowel het slachtoffer als de pester te beschermen. Het slachtoffer kan vragen om het Pestbriefje en hoeft daardoor geen
Pesten…
24 emotioneel geladen gesprek aan te gaan. De drempel om het pesten te melden wordt hiermee in belangrijke mate verlaagd. Het gepeste kind zet hiermee de eerste stap om in het verweer te komen tegen de pester hetgeen de emotionele verwerking ten goede komt. Het slachtoffer wordt gevraagd op welke wijze hij/zij zou willen dat de pester wordt aangepakt waarmee hij/zij wordt betrokken bij de oplossing van het probleem. De pester wordt persoonlijk geconfronteerd met het eigen gedrag en kan daarbij niet terugvallen op de bescherming van de groep. Daarnaast wordt hij/zij gedwongen na te denken over de consequenties voor zichzelf èn over die voor het slachtoffer. De pester zal zich bewust zijn van het feit dat ook stiekem pesten wordt opgemerkt. Zowel de pester als het gepeste kind worden betrokken bij de vraag hoe het pesten kan worden gestopt èn er wordt gevraagd welke acties moeten worden ondernomen als hij/zij hier niet mee stopt. Voor de ouders geeft het Pestbriefje een beeld van wat hun kind meemaakt/veroorzaakt. Zij kunnen aangeven dat zij algemene informatie over het pesten willen ontvangen, een gesprek op school en/of hulp van de school wensen. De ouders/voogd van beide partijen wordt duidelijk gemaakt dat pesten niet is toegestaan en dat zij (de verantwoordelijke partij) hiervoor aansprakelijk zijn. Mocht het pesten, op welke manier dan ook, doorgaan dan kan het slachtoffer een vergoeding eisen voor de toegebrachte schade. Het pestbriefje zegt in feite, “Uw kind pest, het is uw taak dit te stoppen. Doet u dit niet dan moet u de schade vergoeden!”
zo opgelost!
25 Het aansprakelijk stellen en het eisen van een schadevergoeding gaat buiten de school om! Ouders/voogd kunnen hiervoor hun rechtsbijstandsverzekeraar inschakelen.
Voor de school is het Pestbriefje een eenvoudig middel om de problemen vast te leggen. Het Pestbriefje geeft ouders/voogd, leerlingen en leerkrachten alle informatie over de pesterijen en de betrokkenen. Het is erop gericht het pesten op een vreedzame wijze zo eenvoudig, snel en geruisloos mogelijk te stoppen. Er hoeft geen cursus te worden gevolgd, en het kan door elke leerkracht worden toegepast. Alle betrokken leerkrachten kunnen snel en eenvoudig geïnformeerd worden. Het Pestbriefje maakt (team)overleg mogelijk. De school krijgt een adviserende en informerende rol in plaats van een probleemoplossende. Er kan op ieder moment worden besloten de betrokkenen door te verwijzen voor deskundige hulp. Het Pestbriefje beschermt de vertrouwensrelatie met zowel de leerlingen als hun ouders/voogd. Het vormt een leidraad voor de bespreking van het probleem. Door opname in het leerlingendossier kunnen gedrag en leerprestaties verklaard worden. Er kan geen verwijt meer worden gemaakt dat de school „niets doet‟ met betrekking tot pesten. Bij wisseling van klas/leerkracht blijft de informatie via het leerlingendossier toegankelijk. De school is niet aansprakelijk te stellen voor de schade die door het pesten is ontstaan. Het Pestbriefje vormtt een belangrijke bijdrage tot de „Veilige school‟. Het Pestbriefje toont een grote betrokkenheid van de school ten aanzien van het pesten.
Pesten…
26 Het Pestbriefje is géén schuldbekentenis! Het is een hulpmiddel om de problemen vast te leggen en op te lossen. Als ouders/verzorgers besluiten de pester aansprakelijk te stellen dan zal de hevigheid van het pesten hier aanleiding toe (hebben) geven. Het is dan ook erg belangrijk dat alle partijen van te voren worden ingelicht dat de school deze methode toepast en wat de consequenties kunnen zijn als men weigert mee te werken. Met behulp van folders worden alle leerlingen en hun ouders/voogd op het Pestbriefje en het gebruik daarvan gewezen. Het is niet nodig hier kostbare lesuren aan te besteden. Voor verdere informatie kan worden verwezen naar de website www.pestbriefje.nl waar behalve informatie ook een forum voor ouders, leerlingen en leerkrachten is te vinden. Op de website kunt u het informatiemateriaal en de folders inzien en bestellen.
Het Pestbriefje is een intiatief van Rinus Rodenburg en komt voort uit zijn ervaring als vader van een gepest kind. Het is aangevuld met de ervaring van slachtoffers van pesterijen en ouders van gepeste kinderen.
Het Pestbriefje © is beschermd en mag zonder schriftelijke toestemming op geen enkele wijze gebruikt of vermeerderd worden dan nodig is voor één en hetzelfde gepeste kind en één en hetzelfde pestende kind.
Voor vragen en/of opmerkingen bezoekt u www.pestbriefje.com
zo opgelost!
27
Pestbriefje © 2011
Pesten…