Gedragsprotocol “Pesten”. Doel van het pestprotocol. • • •
Alle kinderen moeten zich in hun basisschoolperiode veilig voelen, zodat zij zich optimaal kunnen ontwikkelen. Door regels en afspraken zichtbaar te maken kunnen kinderen en volwassenen, als er zich ongewenste situaties voordoen, elkaar aanspreken op deze regels en afspraken. Door elkaar te steunen en wederzijds respect te tonen, stellen we alle kinderen in de gelegenheid om met veel plezier naar school te gaan!
Plagen of pesten. Het verschil: Iemand van zijn fiets aftrekken: dat kan plagen zijn. Maar het kan ook pesten zijn. Het is plagen als de kinderen aan elkaar gewaagd zijn. De ene keer doet de een iets onaardigs, een volgende keer is het de ander. Het is een spelletje, niet altijd leuk, maar nooit echt bedreigend. Bovendien duurt het nooit echt lang. Door elkaar te plagen leer je zelfs om met conflicten om te gaan. Het hoort bij het groot worden. Pesten kan beginnen als een spelletje, maar het gepeste kind kan zich erg ongemakkelijk voelen. Het lukt hem/haar niet om terug te plagen, een grapje te maken of onverschillig te blijven. Degene die gepest wordt, wordt heel erg bang en verdrietig en voelt zich hulpeloos. Vaak is er een groepje kinderen dat meedoet met de pestkop, ze lachen wanneer de pester iets gemeens doet, maar durven zelf niets te doen. Pesten is bedreigend en het gebeurt niet zomaar een keer, maar iedere dag weer, soms een jaar of langer achter elkaar. Bij pesten wordt een slachtoffer uitgezocht om de baas over te spelen op een heel bedreigende en gemene manier. De pestkop misbruikt zijn macht. Meestal hebben de pestende kinderen niet in de gaten hoe afschuwelijk het pesten is voor degene die gepest wordt. Terwijl het gepeste kind vreselijk bang is voor de pauze of niet op straat durft te spelen, ziet de pester het als een lolletje. Pesten lijkt dus op plagen, maar er zijn grote verschillen. Oorzaken en signalen. Pesten komt helaas op iedere school voor, ook bij ons. Het is een probleem dat wij onder ogen zien en op onze school serieus willen aanpakken. Oorzaken van pestgedrag kunnen zijn: • Een problematische thuissituatie. • Voortdurend gevoel van anonimiteit (buitengesloten voelen). • Voortdurend in een niet-passende rol worden gedrukt. • Voortdurend met elkaar de competitie aangaan. • Een voortdurende strijd om macht in de klas of in de buurt.
Gedragsprotocol “Pesten” Kbs. de Vuurvlinder
MT
1
14-12-2009
Pesten komt voor in alle groepen van de basisschool. Signalen van pesterijen kunnen o.a. zijn: - Een kind wordt nooit bij de naam, maar altijd met een bijnaam genoemd. - Zogenaamde leuke opmerkingen maken over een klasgenoot. - Een klasgenoot voortdurend ergens de schuld van geven. - Briefjes doorgeven. - Beledigen. - Opmerkingen maken over kleding. - Isoleren. - Buiten school opwachten. - Op weg naar huis achterna rijden. - Naar het huis van het slachtoffer gaan. - Bezittingen afpakken. - Schelden of schreeuwen tegen het slachtoffer. - Fysiek geweld. - Somatische klachten. Deze lijst kan nog verder worden uitgebreid. Leerkrachten en ouders moeten daarom alert zijn op de manier waarop kinderen met elkaar omgaan en duidelijk stelling nemen wanneer bepaalde gedragingen hun norm overschrijden. Voorwaarden. Om goed met pesten om te kunnen gaan, moet aan een aantal voorwaarden voldaan worden: • Pesten moet als probleem worden gezien door alle direct betrokken partijen: leerlingen (gepeste kinderen, pesters en de zwijgende groep), leerkrachten en de ouders/verzorgers (hierna genoemd ouders). • De school moet proberen pestproblemen te voorkomen. Los van het feit of pesten wel of niet aan de orde is, moet het onderwerp pesten met de kinderen bespreekbaar worden gemaakt, waarna met hen regels worden vastgesteld. • Als pesten optreedt moeten leerkrachten (i.s.m. de ouders) dat kunnen signaleren en duidelijk stelling nemen. • Wanneer pesten ondanks alle inspanningen toch weer de kop opsteekt, moet de school beschikken over een directe aanpak, zoals vermeld in het Pestprotocol. Tevens kan worden uitgeweken naar het protocol “Ontoelaatbaar gedrag”. • Wanneer het probleem niet op de juiste wijze wordt aangepakt of de aanpak niet het gewenste resultaat oplevert, dan is de inschakeling van een vertrouwenspersoon nodig. De vertrouwenspersoon kan het probleem onderzoeken, deskundigen raadplegen en het bevoegd gezag adviseren. Deze vertrouwenspersoon wordt vermeld in de schoolgids. • Er is voor de school een vertrouwenspersoon aangesteld. Deze persoon verdiept zich in de problematiek van het pesten d.m.v. cursussen en het lezen van artikelen.
Gedragsprotocol “Pesten” Kbs. de Vuurvlinder
MT
2
14-12-2009
Hoe willen wij met pesten omgaan? -
-
-
-
-
Het voorbeeld van de leerkrachten (en thuis de ouders) is van groot belang. Er zal minder gepest worden in een klimaat waar duidelijkheid heerst over de omgang met elkaar, waar verschillen worden aanvaard en waar ruzies niet met geweld worden opgelost, maar worden uitgesproken. Agressief gedrag van leerkrachten, ouders en de leerlingen wordt niet geaccepteerd. (zie gedragsprotocollen “Ontoelaatbaar gedrag” en “Gedragsregels voor leerkrachten, ouders/verzorgers en andere volwassenen.” De leerkracht biedt altijd hulp aan de gepeste en begeleidt de pester, indien nodig in overleg met de ouders en/of externe deskundigen. Dit zal altijd in overleg gaan met de IB’er. De IB’er kan de leerkracht en/of ouders adviseren bij het inschakelen van externe deskundigen. Het gewenste gedrag willen wij versterken door het geven van complimenten. Een compliment geeft het kind de uitdaging om hetzelfde gedrag nog eens te vertonen. Dit geeft de kinderen zekerheid, duidelijkheid en zelfvertrouwen. Dit zorgt voor een gevoel van veiligheid. We gebruiken de methode “Kinderen en hun sociale talenten”. Wekelijks wordt een les gegeven uit deze methode. Twee keer per jaar vullen de leerkrachten en de kinderen (vanaf groep 5) Viseon in op de computer. De resultaten hiervan worden zo nodig met de ouders besproken. Als er iets speelt in de klas of op het plein wordt hierover in een kringgesprek gesproken en er worden (nieuwe) afspraken gemaakt. Dit wordt doorgegeven aan het locatieaanspreekpunt. Er zijn ook andere werkvormen mogelijk zoals; spreekbeurten, rollenspellen, groepsopdrachten etc. Er is de mogelijkheid tot het geven van sociale vaardigheidstrainingen binnen de school. De IB’er kan hier meer over vertellen en de voorwaarden weergeven.
Stelregels voor kinderen, leerkrachten en ouders. Regel 1: Inschakelen van de leerkracht wordt niet gezien als klikken. Vanaf groep 1 leren we de kinderen; Je mag niet klikken, maar….. als je wordt gepest of als je ruzie met een ander hebt en je komt er zelf niet uit, dan mag je hulp aan de leerkracht vragen. Dit wordt niet gezien als klikken. Regel 2: Een medeleerling heeft ook de verantwoordelijkheid om het pestprobleem bij de leerkracht aan te kaarten. Alle leerlingen zijn immers verantwoordelijk voor een goede sfeer in de groep. Regel 3: Samenwerken zonder bemoeienissen; School en gezin halen voordeel uit een goede samenwerking en communicatie. Dit neemt niet weg dat iedere partij moet waken over haar eigen grenzen. Het is bv. niet de bedoeling dat ouders naar school komen om eigenhandig een probleem voor hun kind op te lossen. Ouders, leerkrachten, kinderen en directie lossen het probleem in overleg op.
Gedragsprotocol “Pesten” Kbs. de Vuurvlinder
MT
3
14-12-2009
Schoolregels. Afspraken die gelden in alle groepen: • Luisteren naar elkaar. • Doe niets bij een ander kind, wat je zelf ook niet prettig zou vinden. • We noemen elkaar bij de voornaam en gebruiken geen bijnamen. • Probeer een ruzie eerst zelf met praten op te lossen. Lukt dit niet dan ga je naar de juf of meester. • Als je kwaad bent ga je niet slaan, schoppen etc. (je komt niet aan een ander). • Als een ruzie is uitgepraat maken we weer een nieuwe start. • Niet: zomaar klikken. Wel aan de juf of meester vertellen als er iets gebeurt wat je niet prettig of gevaarlijk vindt. • Vertel de juf of meester ook wanneer iemand anders wordt gepest. • Wanneer je wordt gepest, praat er over op school en thuis. Je moet het niet geheim houden. • Uitlachen, roddelen of kinderen buitensluiten vinden we niet goed. • Niet aan spullen van een ander zitten. • Iemand niet op het uiterlijk beoordelen. • Nieuwe kinderen willen we goed ontvangen en opvangen. Zij zijn ook welkom op school. • Opzettelijk iemand pijn doen, opwachten buiten school, achterna zitten om te pesten is beslist niet toegestaan. • Mobiele telefoons zijn verboden. • Geheimen hebben voor elkaar mag alleen als het een ‘leuk’ geheim is bv. overleggen voor een cadeau voor de juf of wie je hebt getrokken voor de surprise met Sinterklaas. Deze regels gelden op school en daarbuiten en hangen op een goed zichtbare plaats in de school en in de klas. Kinderen mogen in hun eigen groep een aanvulling geven op deze schoolregels i.o.m. de leerkracht. Die aanvulling wordt opgesteld door en met de groep. Dit zijn de zogenaamde groepsregels. Ook de groepsregels hangen zichtbaar in de klas. Aanpak van ruzies en pestgedrag in vier stappen. Stap 1: Probeer er eerst zelf (en samen) uit te komen. Stap 2: Op het moment dat een van de leerlingen er niet uitkomt (in feite het onderspit delft en verliezer of zondebok wordt) heeft deze het recht en de plicht het probleem aan de juf of meester voor te leggen. Stap 3: De leerkracht brengt de partijen bij elkaar voor een verhelderingsgesprek (zie bijlage 1). De leerkracht probeert samen met de kinderen de ruzie of pesterijen op te lossen en (nieuwe) afspraken te maken. De leerkracht kan de leerling(en) de opdracht geven om op te schrijven wat er gebeurd is en wat ieders aandeel hierin was. Gedragsprotocol “Pesten” Kbs. de Vuurvlinder
MT
4
14-12-2009
Stap 4: Bij herhaling van pesterijen/ruzies tussen dezelfde leerlingen wordt er melding gemaakt bij de ouders. De ouders kunnen voor een gesprek worden uitgenodigd (zie bijlage 2). Het protocol “Het ging mis” gaat in werking.
Bijlage 1. Begeleiding van de gepeste leerling. • • • • • • • • • • •
Medeleven tonen, luisteren en vragen stellen: hoe en door wie wordt er gepest? Nagaan hoe de leerling zelf reageert, wat doet hij/zij voor, tijdens en na het pesten. Huilen of heel boos worden is juist vaak een reactie die een pester wil uitlokken. De leerling in laten zien dat je op een andere manier kunt reageren. Zoeken en oefenen van een andere reactie, bijvoorbeeld je niet afzonderen. Het gepeste kind in laten zien waarom een kind pest. Nagaan welke oplossing het kind zelf wil. Sterke kanten van de leerling benadrukken. Belonen als de leerling zich anders/beter opstelt. Praten met de ouders van de gepeste leerling. Het gepeste kind niet over beschermen. Hiermee plaats je het gepeste kind juist in een uitzonderingspositie waardoor het pesten zelfs nog toe kan nemen. In overleg met de Intern Begeleider hulp inschakelen; sociale vaardigheidstrainingen ; Jeugdgezondheidszorg; huisarts; schoolbegeleidingsdienst.
Begeleiding van de pester. • Praten; zoeken naar de reden van het ruzie maken/ pesten. • Laten inzien wat het effect van zijn/ haar gedrag is voor de gepeste. • Excuses aan laten bieden. • In laten zien welke sterke (leuke) kanten de gepeste heeft. • Straffen als het kind wel pest / belonen als kind zich aan de regels houdt. • Kind leren niet meteen kwaad te reageren, leren beheersen, de ‘stop-eerst-nadenkenhouding’ of een andere manier van gedrag aanleren. • Contact tussen ouders en school; elkaar informeren en overleggen. Inleven in het kind; wat is de oorzaak van het pesten? (bijv. problematische thuissituatie, buitengesloten voelen, jaloezie, verveling, baas willen zijn (macht), voortdurend de competitie aan gaan, in een niet passende rol worden gedrukt). • In overleg met de Intern Begeleider hulp inschakelen; sociale vaardigheidstrainingen ; Jeugdgezondheidszorg; huisarts; schoolbegeleidingsdienst.
Gedragsprotocol “Pesten” Kbs. de Vuurvlinder
MT
5
14-12-2009
Begeleiding van de andere kinderen in de groep. • De kinderen middels gesprekken bewust maken van de invloed die ze (kunnen) hebben ten aanzien van het voortbestaan of het stoppen van het pestgedrag. • De kinderen stimuleren om voor zichzelf op te komen. • De kinderen stimuleren om voor een ander op te komen. • De sterke kanten van de gepeste leerling benadrukken. • Samen spelen en samen werken met het gepeste kind stimuleren door bijvoorbeeld voor de pauze een buitenspeelplan te maken (wie speelt met wie, wat en waar). • Kinderen aanspreken op hun verantwoordelijkheid voor het behoud van een goede sfeer in de groep. • Herhalen van de school- en groepsregels.
•
Benadrukken dat kinderen verschillend mogen zijn.
Bijlage 2. Adviezen aan de ouders. Ouders van de gepeste kinderen: a. Houd de communicatie met uw kind open, blijf in gesprek met uw kind. b. Pesten op school kunt u het beste direct met de leerkracht bespreken. c. Door positieve stimulering en zgn. schouderklopjes kan het zelfrespect vergroot worden of weer terug komen. d. Stimuleer uw kind tot het beoefenen van een sport. e. Steun uw kind in het idee dat er een einde aan het pesten komt. Ouders van de pesters: a. Neem het probleem van uw kind serieus. b. Raak niet in paniek: elk kind loopt kans pester te worden. c. Probeer achter de mogelijke oorzaak te komen. d. Maak uw kind gevoelig voor wat het anderen aandoet. e. Besteed extra aandacht aan uw kind. f. Stimuleer uw kind tot het beoefenen van een sport. g. Corrigeer ongewenst gedrag en benoem het goede gedrag van uw kind. h. Maak uw kind duidelijk dat u achter de beslissing van school staat. Alle andere ouders: a. Neem de ouders van het gepeste kind serieus. b. Stimuleer uw kind om op een goede manier met andere kinderen om te gaan. c. Corrigeer uw kind bij ongewenst gedrag en benoem goed gedrag. d. Geef zelf het goede voorbeeld. e. Leer uw kind voor anderen op te komen. f. Leer uw kind voor zichzelf op te komen.
Gedragsprotocol “Pesten” Kbs. de Vuurvlinder
MT
6
14-12-2009
Bijlage 3.
Computer aanhangsel. Gezien de steeds grotere rol die het computergebruik in de wereld van de kinderen speelt, vinden we het zinvol om voor de kinderen op De Vuurvlinder een aantal afspraken te maken over ‘veilig internetten’. Tips voor de leerlingen. • • • • • • • • • • •
Doe on-line niet, wat je off-line ook niet doet. Onthoud dat iedereen zich op internet anders kan voordoen. Geef nooit zomaar je privé-gegevens weg. Rare sites? Klik weg. Log uit als je je ongemakkelijk voelt. Zorg dat de virusscanner ge-update is. Reageer niet op vervelende mails of chats. Blokkeer vervelende chatters of mailers. Computer niet te lang. Los problemen samen met je ouders of de leerkracht op. Meld het als je onbeschofte of gemene mailberichten ontvangt aan je ouders of de leerkracht. Verwijder volgende e-mails van dezelfde afzender zonder ze te openen. Als daders geen respons krijgen is de lol er voor hen snel af.
Tips voor de ouders. • • • •
•
• • •
• •
Surf samen met uw kind. Ga regelmatig samen achter de computer zitten. Ouders en kinderen leren dan van elkaar. Maak duidelijke afspraken over het internetgebruik en de tijdsduur die het kind achter de computer mag doorbrengen. Houd goed zicht op de computer en plaats deze indien mogelijk op een centrale plaats in huis. Leer uw kind om zeer zorgvuldig met privacy om te gaan. Altijd toestemming vragen om aan derden een telefoonnummer, adres of bankrekeningnummer door te mogen geven. Bekijk regelmatig de historie van de browser, zodat u op de hoogte blijft van het surfgedrag van uw kind. Let wel: dit biedt geen garantie, want kinderen kunnen deze geschiedenisknop wissen. Gebruik een goede virusscanner en zorg dat deze up to date blijft. Vertel uw kinderen af te blijven van onbekende software en leer hen voorzichtig om te gaan met het downloaden van onbekende sites. Blijf geïnteresseerd in het surfgedrag van uw kind en wijs hen regelmatig op de minder leuke kanten hiervan, zoals pedofielen in chatboxen, pornosites, scheld emails, spam en nog veel meer. Laat gesprekken van MSN opslaan (gespreksgeschiedenis bewaren). Controleer de Hyves pagina van uw kind.
Gedragsprotocol “Pesten” Kbs. de Vuurvlinder
MT
7
14-12-2009
Tips voor de leerkrachten. • • • • • • • •
Hang het computerprotocol goed zichtbaar in de klas, nadat je het in de klas besproken hebt. Op school gebruiken we internet alleen bij het opzoeken van informatie ten behoeve van een werkstuk of spreekbeurt of een andere school-opdracht. Blijf in de buurt bij de internettende leerlingen. Controleer of de schoolregels worden opgevolgd. Laat persoonlijke gegevens privé blijven. Let er op dat er over de leerlingen zo weinig mogelijk valt te traceren. Op school chatten we niet. Pesten of bedreigen via mail wordt niet getolereerd. Bij overtreding van één van bovenstaande afspraken spreekt de leerkracht een ‘internetschorsing’ uit. De leerlingen kunnen alleen via www.leerwereld.nu op het Internet. Van daar uit is het niet mogelijk naar andere sites te gaan.
De systeembeheerder controleert regelmatig of er door kinderen niet op sites wordt gesurft, die wij niet toestaan. Mocht hij iets tegenkomen, dan meldt hij dit bij het locatieaanspreekpunt.
Gedragsprotocol “Pesten” Kbs. de Vuurvlinder
MT
8
14-12-2009
Gedragsprotocol “Pesten” Kbs. de Vuurvlinder
MT
9
14-12-2009