Protocol bij pesten In 2012 schreven Manon van Nijnatten en Sylvana Lammerse een profielwerkstuk over pesten op het Mencia de Mendoza Lyceum. In hun slotparagraaf stellen deze leerlingen dat op Mencia weliswaar adequaat wordt ingegrepen in geval van pesten, maar dat het beleid van de school aangaande pesten onvoldoende bekend is onder leerlingen en medewerkers en dat het bovendien moeilijk te vinden is. Deze constatering is de aanleiding geweest voor het opnieuw formuleren van het protocol waarin de school vastlegt hoe zij handelt als blijkt dat leerlingen pesten of gepest worden en wat er wordt gedaan om pesten op school, maar ook tijdens activiteiten onder verantwoordelijkheid van school te voorkomen. Het ‘pestbeleid’ van Mencia de Mendoza is erop gericht pestgedrag te laten stoppen, de gepeste leerling weerbaarder te maken en de pester de (mogelijke) consequenties van zijn / haar gedrag te laten inzien. Bij de formulering van dit protocol is gebruik gemaakt van de leidraad Protocol Veilige School Breda. Het pestprotocol is onderdeel van het veiligheidsbeleid van het Mencia. De verantwoordelijkheid voor het beleid ligt bij de directie. De afdelingsleider is verantwoordelijk voor de uitvoering van het beleid in de dagelijkse praktijk. Uit tevredenheidsonderzoeken blijkt, dat leerlingen zich op Mencia in het algemeen bijzonder veilig voelen.
Wat is pesten? We spreken van pesten als dezelfde persoon regelmatig en systematisch bedreigd en geïntimideerd wordt. Pesten is daarmee iets heel anders dan plagen: plagen gebeurt vaak spontaan, het duurt niet lang en is onregelmatig. Plager en geplaagde zijn gelijk aan elkaar; er is geen machtsverhouding. De rollen liggen niet vast: de ene keer plaagt de één, de andere keer plaagt de ander. Plagen gebeurt zonder kwade bijbedoelingen en is daarom vaak leuk, plezierig en grappig. Pesten, daarentegen, is een vorm van geweld en daarmee grensoverschrijdend en zeer bedreigend. Een klimaat waarin gepest wordt, tast iedereen aan. Pestgedrag moet dan ook door iedereen serieus worden genomen. Pestgedrag speelt zich vaak in het verborgene af, zodat het moeilijk is om er greep op te krijgen. En
zelfs als het pestgedrag wordt opgemerkt, weten omstanders niet altijd hoe ze ermee om kunnen gaan. Ook dat is een reden om dit pestprotocol te formuleren. Docenten en onderwijsondersteunend personeel hebben een taak (samen met de ouders en de leerlingen zelf ) bij het tegengaan van pesten. Leerlingen moeten weten dat ze hulp kunnen krijgen van volwassenen in de school en hierom durven vragen. Volwassenen dienen oog te hebben voor de signalen van leerlingen. Ze dienen interesse te tonen en te luisteren naar wat de leerlingen te vertellen hebben. Voor mentoren betekent dit dat ze groepsgesprekken houden, aandacht hebben voor de groepssfeer en het functioneren van individuele leerlingen in de groep. Ze maken afspraken met de klas en zorgen ervoor dat deze afspraken nagekomen worden.
Hoe wordt er gepest? Pesten kan in veel verschillende vormen voorkomen:
Met woorden: vernederen, belachelijk maken schelden dreigen roddelen met bijnamen aanspreken gemene briefjes, digitaal pesten
Lichamelijk: trekken aan kleding, duwen en sjorren schoppen en slaan krabben en aan haren trekken wapens gebruiken
Achtervolgen: opjagen en achterna lopen in de val laten lopen, klem zetten of rijden opsluiten
Uitsluiting: doodzwijgen en negeren uitsluiten van feestjes
uitsluiten bij groepsopdrachten
Stelen en vernielen: afpakken van kledingstukken, schooltas, schoolspullen kliederen op boeken banden leeg laten lopen, fiets beschadigen
Afpersing: dwingen om geld of spullen af te geven het afdwingen om iets voor de pestende leerling te doen
Digitaal pesten, of cyberpesten, is pesten via internet of via de telefoon. Het pesten zelf is meestal niet anders dan bij ‘traditioneel’ pesten: het gaat vaak om uitschelden, belachelijk maken, buitensluiten. De impact is echter wel anders, omdat cyberpesten vrijwel altijd anoniem gebeurt.
Aanpak Mencia de Mendoza hanteert zeven leefregels (bijlage I), die beschrijven hoe we op school met elkaar om willen gaan. Aan het begin van ieder schooljaar worden deze leefregels door de mentor opnieuw onder de aandacht van de leerlingen gebracht. De leefregels gelden ook voor de medewerkers van de school, die geacht worden ze voor te leven. Met name in de eerste schoolweken wordt in mentorlessen aandacht besteed aan het groepsproces in de klas. In de brugklassen spelen de leerlingmentoren uit de vijfde klas daarbij een belangrijke rol. Afhankelijk van de klassensamenstelling en het proces van groepsvorming besluit de brugklasmentor om in een reeks van drie lessen aan de hand van een film de risico’s van pesten en de verschillende rollen die er in pestsituaties zijn, aan de orde te stellen.
Alle leerlingen en medewerkers hebben een rol in het signaleren van pestgevallen. (Het vermoeden van) pestgedrag wordt gemeld bij de mentor. De mentor gaat het gesprek aan met de betrokken leerlingen.
Bij pestgevallen waarbij het niet (volledig) duidelijk is wie de dader is, wordt op Mencia wel gebruikgemaakt van de zogenaamde ‘No blame-methode’, een groepsgesprek waarbij de schuldvraag in het midden wordt gelaten en gezamenlijk naar een oplossing wordt gezocht voor de situatie die is ontstaan.
Sinds 2011 kent Mencia Mendoza Lyceum een systeem van ‘peer-mediation’. Leerlingen uit 3havo worden intern tot leerlingbemiddelaars opgeleid, zodat zij een rol kunnen spelen in het oplossen van (beginnende) conflicten.
In voorkomende gevallen kan aan leerlingen van klas 1 en 2 één keer per schooljaar een training in sociale vaardigheden worden aangeboden.
Registratie en evaluatie Van gesprekken die een mentor met leerlingen (slachtoffer en/of dader) voert, doet hij kort verslag in het leerlingvolgsysteem van Magister. Op deze manier kunnen alle direct betrokken binnen school op de hoogte zijn van wat heeft gespeeld en wordt mogelijke herhaling snel gesignaleerd. Van eventueel opgelegde sancties en/of handelingsplannen op grond van pestgedrag wordt eveneens melding gemaakt in het (digitale) leerlingdossier. Counseler en leeringbemiddelaars doen eens per jaar getalsmatig verslag van hun werkzaamheden. In regelmatig terugkerende tevredenheidsonderzoeken is ‘veiligheid’ een vast onderwerp.
Jaarlijks wordt het veiligheidsbeleid van de school geëvalueerd. Deze evaluatie kan aanleiding zijn tot een aanpassing van dit protocol en/of van het beleid van de school ten aanzien van pesten.
Bijlage I Leefregels
Op het Mencia de Mendoza 1
Respecteren we elkaar zoals we zijn en zorgen we goed voor elkaar.
2
Denken we na bij wat we doen en waarom we het doen.
3
Hoort iedereen erbij en wordt niemand buitengesloten.
4
Zorgen we voor een goede sfeer in en om de school.
5
Besteden we aandacht aan het leren en aan de ontwikkeling van de persoonlijkheid.
6
Kijken we naar ieders kwaliteiten, juist omdat iedereen anders is.
7
Zijn we betrokken en doen we actief en zelfstandig mee.