Zichtbare Schakels Rotterdam: de wijkverpleegkundige in een gezonde buurt
Deel-evaluatie: de betekenis voor de wijkverpleegkundige als zorgprofessional
Kenniscentrum Zorginnovatie, lectoraat Wijkzorg Drs. Annemieke Hoogenboom, onderzoeker en docent MANP Dr. Henk Rosendal, lector wijkzorg Rotterdam, september 2012
Inhoudsopgave INLEIDING ..................................................................................................................................... 2 DEEL 1 WIJKVERPLEEGKUNDIGEN MÉT ZS TAKEN ...................................................... 4 INLEIDING ................................................................................................................................. 4 METHODE .................................................................................................................................. 4 Verspreiding ......................................................................................................................... 4 Verwerking ............................................................................................................................ 4 RESULTATEN ............................................................................................................................ 4 Response ............................................................................................................................... 4 Respondenten ...................................................................................................................... 4 Taakinvulling ........................................................................................................................ 5 Competenties ....................................................................................................................... 7 Zichtbare schakel en rollen voor wijkverpleegkundigen ..................................... 8 Ervaren veranderingen door het project ZS ............................................................ 9 Tevredenheid over de werkzaamheden .................................................................. 11 Nadelen van het project ZS ......................................................................................... 11 CONCLUSIE DEEL 1 ............................................................................................................. 11 DEEL 2 WIJKVERPLEEGKUNDIGEN ZONDER ZS TAKEN ........................................... 12 INLEIDING ............................................................................................................................... 12 METHODE ................................................................................................................................ 12 Verspreiding ....................................................................................................................... 12 Verwerking .......................................................................................................................... 12 RESULTATEN .......................................................................................................................... 12 Respons ................................................................................................................................ 12 Respondenten .................................................................................................................... 12 Taakinvulling ...................................................................................................................... 13 Ervaren veranderingen door het project ZS .......................................................... 13 Tevredenheid over werkzaamheden ......................................................................... 14 Nadelen van het project ZS ......................................................................................... 14 CONCLUSIE DEEL 2 ............................................................................................................. 14 RANDVOORWAARDEN VOOR CONTINUERING ZS TAKEN ........................................ 15 OPLEIDING .............................................................................................................................. 15 ORGANISATIE ........................................................................................................................ 15 FINANCIËN .............................................................................................................................. 16 EXTERNE SAMENWERKING .............................................................................................. 16 CONCLUSIE ................................................................................................................................. 17 DISCUSSIE .............................................................................................................................. 17 BIJLAGE 1 .................................................................................................................................... 19 BIJLAGE 2 .................................................................................................................................... 30
INLEIDING Wijkverpleegkundigen zijn de afgelopen jaren op de achtergrond geraakt als professional in de wijk. De vooraf gestelde indicatie voor zorg, laat weinig ruimte om de burger in zijn wijk als geheel te beschouwen. Daarnaast wordt de expertise die de wijkverpleegkundige bezit onvoldoende aangewend of is niet voldoende aanwezig. Ook is samenwerking met andere partijen in de wijk niet of nauwelijks ontwikkeld. Multidisciplinair samenwerken is echter binnen de zorg een must om de cliënt goed te kunnen helpen, zeker in het geval van kwetsbare groepen die te maken hebben met meervoudige (gezondheids)problemen. Dit alles gaf aanleiding tot het uitvoeren van het landelijke programma Zichtbare Schakel. Vanaf maart 2010 is het project “Zichtbare Schakels in Rotterdam” van start gegaan, geïnitieerd door Stichting OSER (samenwerkingsverband voor geïntegreerde eerstelijnszorg Rotterdam). De samenwerkingspartners binnen dit project zijn vijf thuiszorgorganisaties, GGD Rotterdam-Rijnmond en een kring van huisartsen. Op het moment van onderzoek werkten binnen het project “Zichtbare Schakel (ZS) in Rotterdam” 46 wijkverpleegkundigen in 26 Rotterdamse wijken. Zij werken deels in de AWBZ zorg en deels als zichtbare schakel met een extra takenpakket gericht op wonen, zorg en welzijn. Zij richten zich vanuit het project met name op kwetsbare burgers. Deze wijkverpleegkundigen hebben de opdracht om de gezondheid te bevorderen door het eerder opsporen van problemen op het gebied van gezondheid, welzijn of psychosociaal welbevinden. De wijkverpleegkundigen indiceren zelf, vanuit de behoefte en vraag van de zorgvrager en/of hun netwerk, wat er uiteindelijk nodig is aan zorg. Het project ZS richt zich op het verbeteren van een integrale aanpak tussen wonen, zorg en welzijn, te beginnen in de aandachtswijken. Het doel van het programma ZS is gericht op het opheffen van de anonimiteit van de burger, buurtgericht werken met wijkverpleegkundigen ‘in the lead’ en samenwerking met de huisartsen en gezondheidscentra (ZonMw, 2009). Van het programma ZS wordt verwacht dat de ’reguliere’ zorgtaken van de wijkverpleegkundigen worden uitgebreid en vernieuwd, met meer accenten op coördinatie, regie, afstemming en verwijzing (ZonMw, 2009; Rosendal, H. & van het Erve, R., 2011). Voor u ligt de rapportage van het evaluatieonderzoek van het project “Zichtbare Schakel in Rotterdam”, uitgevoerd door het lectoraat Wijkzorg, onderdeel van het kenniscentrum Zorginnovatie van de Hogeschool Rotterdam. Dit onderzoek maakt deel uit van een breder onderzoek naar de meerwaarde van ZS. Het gehele evaluatie onderzoek, dat is beschreven in een evaluatieplan (Hoeijmakers e.a., 2011) bestaat uit drie deelonderzoeken. De veranderingen in de zelfredzaamheid van kwetsbare bewoners in de wijk en het meer toegankelijk maken van zorg en voorzieningen wordt onderzocht in een ander deelonderzoek. Daarnaast wordt de bijdrage van de ZS in het ontstaan van samenwerking in een integrale aanpak geëvalueerd met direct betrokken hulpverleners. Het voorliggende rapport beschrijft de resultaten van het evaluatieonderzoek dat is uitgevoerd naar de veranderingen en de ervaren tevredenheid in de functie van wijkverpleegkundige mét ZS taken en de ervaringen van collega-wijkverpleegkundigen, die zelf geen ZS taken uitvoeren. Voor dit onderzoek zijn de volgende onderzoeksvragen geformuleerd: 1. Wat is er door ZS in Rotterdam veranderd in de taakinvulling van de participerende wijkverpleegkundigen? 2. Wat is in de ogen van de wijkverpleegkundigen – per ervaren verandering- de meerwaarde hiervan?(tevredenheid over veranderingen voor hen persoonlijk, voor de cliënt en voor de samenwerking met anderen) 3. Zijn er ook nadelen en zo ja, welke? 4. Hoe worden de ZS taken ervaren door collega-wijkverpleegkundigen in teams van betrokken thuiszorgorganisaties die zelf geen ZS taken uitvoeren? 2
5. 6.
Welke competenties zijn er nodig om ZS taken goed uit te voeren? In hoeverre zijn deze competenties aanwezig?
Het rapport is opgebouwd uit drie delen. In het eerste deel wordt beschreven welke consequenties het werken in het project ZS op het professionele handelen van de wijkverpleegkundigen heeft. Het tweede deel gaat in op de ervaringen van collegawijkverpleegkundigen die zelf geen ZS taken uitvoeren. In het laatste deel worden de resultaten met elkaar vergeleken. Het rapport sluit af met een algehele conclusie en discussie.
Bianca van Moorsel en Hanneke van der Ploeg is bijzondere dank verschuldigd voor de ondersteuning bij het maken van dit rapport.
3
DEEL 1 WIJKVERPLEEGKUNDIGEN MÉT ZS TAKEN INLEIDING Dit deel is primair gefocust op de professie van de wijkverpleegkundige en op de consequenties van het project ZS op het professionele handelen. Het brengt de veranderingen in de taken van de wijkverpleegkundige met ZS taken in kaart evenals de door hen ervaren meerwaarde van het werken als zichtbare schakel. Tevens geeft het inzicht in de competenties die de wijkverpleegkundigen naar hun eigen mening moeten bezitten om hun werk goed uit te kunnen voeren binnen het project ZS en in hoeverre deze volgens hen aanwezig zijn.
METHODE De data voor dit deelonderzoek zijn via een vragenlijst verkregen. Deze vragenlijst is ontwikkeld op basis van de uitkomsten van een focusgroep met vier wijkverpleegkundigen werkzaam in het ZS project, waarin zij werden gevraagd naar hun ervaringen. De vragenlijst is vervolgens voorgelegd aan de projectleider ZS en de begeleidend lector ter feedback. Als hoofdthema’s zijn de feitelijke taakinvulling en de (benodigde en aanwezige) competenties gekozen. Er is gevraagd naar inhoud van taken binnen de ZS en AWBZ zorg, de tevredenheid over de functie en de benodigde en aanwezige competenties. Als laatste is de respondenten gevraagd hun toekomstvisie op de ontwikkeling van hun eigen functie als wijkverpleegkundige te verwoorden. Daar waar relevant, is ruimte gegeven voor toelichting. De volledige vragenlijst is opgenomen in bijlage 1. Verspreiding Tijdens een instructiebijeenkomst in verband met de evaluatiestudie in september 2011, belegd door de projectleider van de ZS, zijn de vragenlijsten verspreid en ter plekke ingevuld. De afwezigen op deze bijeenkomst zijn later door de projectleider benaderd om alsnog de enquête in te vullen. Verwerking Waar mogelijk zijn de antwoorden statistisch verwerkt en geanalyseerd met SPSS18; daar waar het kwalitatieve data betrof is er een transcript gemaakt.
RESULTATEN Response Er zijn 46 vragenlijsten uitgereikt en 44 daarvan zijn ingevuld geretourneerd. Twee wijkverpleegkundigen zijn door ziekte niet in staat geweest aan het onderzoek deel te nemen. De response was daarmee 96%, het maximaal haalbare. Respondenten De leeftijd van de respondenten varieert tussen 24 en 61 jaar met een gemiddelde van 43. Van de 44 respondenten zijn er 3 man. Het aantal jaren dat men werkzaam is als wijkverpleegkundige varieert tussen 1 en 30 jaar. Het gemiddeld aantal jaren werkervaring als wijkverpleegkundige is 10. Ook is het aantal maanden werkzaam binnen dit project aan de orde gesteld binnen de vragenlijst. Het aantal maanden binnen dit project varieert van 1 maand tot 19 maanden (start van het project). Het gemiddelde aantal maanden werkzaam binnen dit project is 11 maanden. De ervaring als wijkverpleegkundige is vooral opgedaan binnen de thuiszorg; een enkeling heeft ook binnen een intramurale setting gewerkt als verpleegkundige.
4
Van de respondenten werken negentien wijkverpleegkundigen bij Thuiszorg Rotterdam (43.2%). Elf respondenten werken naast hun taken bij ZS als wijkverpleegkundige bij Laurens (25%). Van de overige respondenten zijn er acht werkzaam bij Humanitas (18,2%), vijf bij Aafje (11.4%) en 1 bij MOB (2.3%). De verdeling is weergegeven in figuur 1.
Figuur 1: Werkgevers ZS-verpleegkundigen Rotterdam (n=44)
Taakinvulling De ZS wijkverpleegkundigen werken deels in de AWBZ zorg en deels als zichtbare schakel met een extra takenpakket gericht op wonen, zorg en welzijn. Om een beschrijving te kunnen geven van de taken die de respondenten op dit moment uitvoeren en om uitspraak te kunnen doen over de verschillen tussen de reguliere taken die de respondent uitvoert als wijkverpleegkundige (AWBZ zorg) en de taken die zij uitvoert als ZS is een onderscheid gemaakt tussen cliëntgebonden taken(persoonlijke verzorging, verpleging, begeleiding, vroegsignalering/preventie en zorgcoördinatie) en wijkgebonden taken (spreekuur, netwerken, multidisciplinair overleg en groepsvoorlichting). Taakinvulling Zichtbare Schakel De taakinvulling van de wijkverpleegkundige in de rol van ZS is verdeeld over zowel cliëntgebonden taken als wijkgebonden taken. In tabel 1 is aangegeven welke taken als ZS door respondenten worden uitgevoerd. Wat opvalt binnen de cliëntgebonden taken is het hoge percentage wijkverpleegkundigen dat aangeeft begeleiding, vroegsignalering en zorgcoördinatie als taak uit te voeren. De AWBZ taken persoonlijke verzorging en verpleging worden beduidend minder in de rol van ZS uitgevoerd. Bij de wijkgebonden taken valt het hoge percentage wijkverpleegkundigen op dat multidisciplinair overleg (93.2%) en netwerken als taak van ZS ziet (90.9%). Cliëntgebonden taken Persoonlijke verzorging
Aantal 6
% Wijkgebonden taken Aantal
%
13,6 Spreekuur
17
38,8
40
90,9
41
93,2
23
52,3
Verpleging
14
Begeleiding
39
31,8 Netwerken Multidisciplinair 88,6 overleg
Vroegsignalering/preventie
41
93,2 Groepsvoorlichting
Zorg coördinatie
38
86,4
Tabel 1: Taakinvulling zichtbare schakel (bij n=44)
De respondenten geven als aanvulling op bovenstaande cliëntgebonden taken: AIV, doorverwijzen, het geven van niet-geïndiceerde zorg, ondersteuning bij het zoeken van een woning, ondersteuning bij welzijn, psychiatrische hulp, toeleiding naar reguliere zorg en/of andere instantie en monitoring van zorg die al aanwezig is.
5
Als aanvulling op de genoemde wijkgebonden taken werden coaching van collega’s, signalen zoals leemtes in de zorg doorgeven aan andere instanties en voorlichting geven aan andere disciplines genoemd. Taakinvulling reguliere wijkverpleging (AWBZ) De taakinvulling binnen de AWBZ-zorg is met name gericht op persoonlijke verzorging en verpleging. 84.1% van de respondenten geeft aan persoonlijke verzorging uit te voeren, 90,5 % geeft aan verpleging in haar takenpakket te hebben. Er wordt duidelijk lager gescoord op wijkgebonden taken. Vooral het draaien van spreekuren (9,1%) en het geven van groepsvoorlichting (18,2%) scoren relatief laag. Cliëntgebonden taken
Aantal
Wijkgebonden % taken
Persoonlijke verzorging
37
84,1 Spreekuur
Verpleging
40
Begeleiding
28
90,9 Netwerken Multidisciplinair 63,6 overleg
Vroegsignalering/preventie
24
54,5 Groepsvoorlichting
Zorgcoördinatie
33
75,0
Aantal
%
4
9,1
15
34,1
26
59,1
8
18,2
Tabel 2: Taakinvulling reguliere wijkverpleging (bij n=44)
Verschil in taakinvulling tussen reguliere taken (AWBZ) en zichtbare schakel In figuur 2 worden de taken uitgevoerd als Zichtbare Schakel gespiegeld tegen de taken die worden uitgevoerd in de functie van reguliere AWBZ wijkverpleegkundige (in % bij n=44).
Figuur 2: Taakinvulling Zichtbare Schakel versus AWBZ
In bovenstaande grafiek is een duidelijk verschil te zien tussen de taken die wijkverpleegkundigen als ZS uitvoeren en de taken die zij als reguliere wijkverpleegkundige (AWBZ) uitvoeren. Wat het meest opvalt is het verschil in wijkgebonden taken. In de grafiek is duidelijk te zien dat de wijkverpleegkundige in haar rol als ZS vaker wijkgebonden taken uitvoert. Daarnaast is goed het verschil te zien tussen de AWBZ taken persoonlijke verzorging en verpleging. Deze worden vaker uitgevoerd door wijkverpleegkundigen in hun reguliere functie.
6
Integratie van taken Op de vraag in hoeverre AWBZ- en ZS taken geïntegreerd zijn wordt uiteenlopend geantwoord. De helft van de respondenten geeft aan dat er nauwelijks of voor maar een deel sprake is van integratie. 2 respondenten (4,5%) geven aan dat er helemaal geen sprake is van integratie van taken. Volgens bijna een derde (31,8 %) van de respondenten zijn de taken bijna helemaal geïntegreerd. Drie respondenten (6,8%) geven aan dat er helemaal geen onderscheid is tussen de taken. Competenties Gevraagd is naar de benodigde competenties voor de functie van wijkverpleegkundige met ZS taken en in hoeverre men van mening is dat men deze bezit. Tevens is verzocht aan te geven waar de respondenten deze competenties hebben verworven. Benodigde kennis, vaardigheden en attitude De benodigde competenties zijn vertaald in specifieke kennis, vaardigheid- en attitudeaspecten. De resultaten laten een beeld zien van een wijkverpleegkundige met ZS taken, die van mening is dat zij/hij bijna alle competenties nodig heeft om haar/zijn taak uit te voeren. Uitzonderingen hierop zijn kennis over medicatie en de gevolgen van het gebruik van medicatie en andere toepassingen; kennis over de gevolgen van medisch technisch handelen en het op de hoogte zijn van de actuele (wetenschappelijke) inzichten. Deze competenties worden gezien als kennis en vaardigheden die niet altijd nodig zijn. Beschikking over kennis, vaardigheden en attitude Het aantal respondenten dat aangeeft níet over de benodigde kennis, vaardigheden en attitude te beschikken is minimaal. De meeste van de benodigde competenties zijn volgens de respondenten bijna volledig tot volledig aanwezig. Ter illustratie zijn de aantallen en percentages in tabel 8 opgenomen. Bij een aantal competenties is vaker “ik weet niet” gescoord. Dit betreft: kennis over de gevolgen van het gebruik van medicatie en andere toepassingen, pionieren en het hebben van inzicht in actuele ontwikkelingen. Er zijn een aantal competenties waarvan bijna alle respondenten vinden dat zij daarover beschikken. Dit zijn communicatie met de cliënt en met collega’s, zelfstandig uitvoeren van taken, samenhang kunnen aanbrengen in je handelen; afstemmen, signaleren en begeleiden.
Kennis, vaardigheden en attitude
Bijna altijd/ altijd nodig (n=44) n % 41 93 36 86 28 64
Vakkennis Medische kennis over de doelgroep Kennis over medicatie Kennis over de gevolgen van het gebruik van medicatie en andere toepassingen Kennis over de gevolgen van medisch technisch handelen Communicatievaardigheden om samen te kunnen werken met de cliënt
Communicatievaardigheden om samen te werken met het eigen team en andere disciplines Kunnen netwerken Kunnen pionieren Proactief kunnen handelen Creativiteit Zelfstandig uitvoeren van taken Samenhang kunnen aanbrengen in het handelen; afstemmen 7
Bijna volledig/ volledig aanwezig % n 86 38 80 35 80 35
30
68
30
68
27
61
38
86
39
87
42
96
39 41 40 37 37 40
87 93 91 84 84 91
41 36 35 39 38 43
93
38
86
41
93
86 80 87 86 98
Methodisch en systematisch handelen Actueel inzicht Reflecteren eigen gedrag Signaleren Begeleiden
39 21 38 40 40
87 48 86 91 91
37 24 40 42 43
84 55 91 96 98
Tabel 3: Benodigde en aanwezige competenties
Waar zijn de competenties verworven? In de vragenlijst is gevraagd aan te geven waar de benodigde competenties verworven zijn. In principe zouden alle competenties een plek moeten hebben in de HBOV opleidingen in het curriculum. De meeste respondenten geven aan de competenties zowel in de opleiding, de praktijk als via bijscholing verworven te hebben. 38 respondenten geven aan de competenties tijdens hun opleiding te hebben verworven. Alle 44 respondenten geven aan de competenties in de praktijk te hebben geleerd. 33 van de 44 respondenten hebben via bijscholing zich de benodigde competenties eigen gemaakt. Op de vraag in hoeverre de initiële opleiding tot verpleegkundige, studenten voorbereidt op de taken van wijkverpleegkundige met ZS-taken antwoordt 61% (27 van de 44) voldoende tot goed. 34% (15 van de 44 ) is echter een andere mening toegedaan. Zij geven aan onvoldoende tot niet voorbereid te zijn door de opleiding. 31 van de 44 respondenten hebben een toelichting gegeven bij deze vraag. De initiële opleiding wordt als basis ervaren; uit de reacties komt vaak naar voren dat de ervaring in de praktijk als belangrijkste voorbereiding wordt gezien om te kunnen werken als wijkverpleegkundige ZS. De initiële opleiding is generalistisch en de specifieke kennis wordt verzameld door ervaring en bijscholing in de praktijk. Aandacht voor het kunnen netwerken, pionieren en het opzetten van cursussen wordt gemist in de initiële opleiding. Zichtbare schakel en rollen voor wijkverpleegkundigen De rollen van zorgverlener, regisseur, ontwerper, coach en beroepsbeoefenaar zijn vastgesteld in de competentiebeschrijvingen voor wijkverpleegkundigen (NIZW,2003).1 De competenties als geheel zijn uitgangspunt bij de uitvoering van het beroep als verpleegkundige. Aan de respondenten is gevraagd welke rollen van belang zijn als wijkverpleegkundige met ZS taken. Hierbij is gevraagd deze in een oplopende schaal van 1 t/m 5 aan te geven. Alle rollen scoren gemiddeld tussen 3 (belangrijk) en 4 (heel belangrijk). De rol van ontwerper krijgt gemiddeld de laagste score. Het geven van AIV en het ontwikkelen van het beroep vallen op door de hoogste score (zie onderstaande tabel 4). Rollen van de wijkverpleegkundigen
Gemiddelde
Rol van zorgverlener Professionele wijkverpleegkundige zorg
3,84
Geven van AIV
4,00
Verlenen verpleegkundige zorg
3,72
Verlenen medisch technische zorg
3,40
Verlenen psychosociale zorg
3,93
Ondersteunen van mantelzorgers
3,91
Verlenen van palliatieve/terminale zorg
3,63
Rol van regisseur Herindiceren van zorg
3,52
1 In dit onderzoek wordt nog niet uitgegaan van het nieuwe beroepsprofiel dat in maart 2012 (in concept) door de stuurgroep V&V2020 aan VenVN en de Minister van VWS is aangeboden. Dit nieuwe beroepsprofiel moet eerst nog worden vastgesteld alvorens er mee gewerkt kan worden.
8
Zorgen voor een integraal aanbod
3,88
Rol van ontwerper
3,26
Ontwikkelen AIV programma’s Ontwikkelen kwaliteitsinstrumenten
3,19
Rol van coach Coachen en geven van werkbegeleiding
3,55
Rol van beroepsbeoefenaar Functioneren in een dienstverlenende organisatie
3,70
Het ontwikkelen van het beroep
4,02
Het functioneren op hbo-niveau
3,81
Tabel 4 Belang van rollen en competenties
Ervaren veranderingen door het project ZS Met dit onderdeel zijn de veranderingen onderzocht die wijkverpleegkundigen ervaren sinds zij ZS-taken uitvoeren. Er is onderscheid gemaakt tussen veranderingen voor de wijkverpleegkundige persoonlijk, voor de cliënt, voor de samenwerking met anderen en het reguliere wijkteam. De respondenten zijn hiervoor gevraagd een aantal beweringen naar belangrijkheid te rangschikken met de cijfers van 1 – 10; waarbij 1 als belangrijkste wordt gezien en 10 als minst belangrijk. Ieder cijfer mocht maar 1 keer worden toegekend. Persoonlijke veranderingen Sinds de wijkverpleegkundigen ook ZS-taken uitvoeren merken zij vooral dat zij creatief in hun werk kunnen zijn, dat ze meer zichtbaar zijn in de wijk voor anderen en dat ze meer tevreden zijn over hun functie als wijkverpleegkundige. In tabel 5 zijn de veranderingen in het persoonlijk functioneren geordend naar het voorkomen van de scores 1, 2 en 3.
Ik kan creatief zijn Ik ben zichtbaar/herkenbaar in de wijk voor anderen Ik ben meer tevreden over mijn functie
1
2
Aantal keer in top 3 3 genoemd
8
12
5
25
11
5
4
20
6
7
3
16
Ik ben partner in de samenwerking met andere disciplines
4
3
4
11
Ik kom als wijkverpleegkundige goed tot mijn recht
1
3
4
8
Ik kan pionieren
3
1
3
7
Ik heb een andere categorie patiënten
2
1
4
7
Ik heb een duidelijke functie binnen de wijk
1
1
3
5
Ik ben autonoom
2
1
2
5
Tabel 5: Veranderingen persoonlijk functioneren
9
Veranderingen voor de cliënt Voor de cliënt zijn volgens de respondenten de belangrijkste veranderingen sinds de start van ZS meer tijd en een lagere drempel tot zorg. Daarnaast ervaart de cliënt volgens de respondenten een meer integrale benadering. In tabel 6 zijn de veranderingen voor de cliënt geordend naar het voorkomen van de cijfers 1 en 2.
1
2
Aantal keer in top 2 genoemd
20
5
25
Lage drempel
6
11
17
Integrale benadering
4
8
12
Meer zichtbaar
1
4
5
Bereikbaarheid
0
5
5
Meer tijd
Tabel 6: Veranderingen cliënt
Veranderingen in externe samenwerking Als belangrijkste verandering van het werken binnen ZS voor de samenwerking met anderen, wordt aangegeven dat men zich partner in zorg, wonen en welzijn voelt. Daarnaast wordt met name de herkenbaarheid als een belangrijke verandering ervaren. In tabel 7 zijn de veranderingen in samenwerking geordend naar het voorkomen van de cijfers 1 en 2. 1
2
Aantal keer in top 2 genoemd
17
4
21
Herkenbaarheid
8
12
20
Bereikbaarheid
2
9
11
Integrale aanpak
4
7
11
Partner in zorg, wonen en welzijn
Tabel 7: Veranderingen in samenwerking
Veranderingen voor het reguliere wijkteam In tabel 8 worden de scores van de ervaren veranderingen voor het thuiszorgteam waarin de wijkverpleegkundige ZS werkt gepresenteerd. Over het algemeen laten de resultaten zien dat volgens de ZS verpleegkundigen voor het wijkteam de situatie minimaal gelijk gebleven is of verbeterd. Bij taakuitvoering (10,5%), samenwerking onderling (5,3%) en bereikbaarheid (8,1%) zijn er een aantal verpleegkundigen die vinden dat de situatie verslechterd is. Het overgrote deel van de wijkverpleegkundigen (84,2%) vindt dat door het zichtbare schakelproject het kennisniveau van het reguliere wijkteam is verbeterd. Verder vindt ongeveer de helft van de wijkverpleegkundigen dat de bereikbaarheid is verbeterd. Score in % Onderlinge verhoudingen Taakuitvoering Samenwerking onderling Sfeer Bereikbaarheid
Verslechterd
Gelijk gebleven
Verbeterd
0
65,8
34,2
10,5
42,2
47,3
5,3
50
44,7
0
73,7
26,3
8,1
37,8
54
15,8
84,2
Kennisniveau 0 Tabel 8: Veranderingen voor het wijkteam (n=38)
10
Verandering in de visie van de organisatie 18 van de 44 respondenten geven aan dat de visie van de organisatie waarin AWBZ zorg wordt geleverd, is veranderd door de ZS; 9 respondenten zeggen dat de visie niet is veranderd en 17 hebben geen mening. De reacties die in de toelichting gegeven zijn, zijn overwegend positief. Een selectie: “Dichter bij de cliënt staan en kleinschaliger werken is men belangrijk gaan vinden “.
“ik krijg veel vragen van collega’s en cliënten voor ondersteuning“. Tevredenheid over de werkzaamheden In de vragenlijst is aan de respondenten gevraagd om hun tevredenheid over de werkzaamheden vóór de start van het project ZS en de tevredenheid over hun werkzaamheden op dit moment uit te drukken in een cijfer. De toegekende cijfers vóór deelname aan ZS variëren tussen 1,0 en 9,0 en bedraagt gemiddeld 6,1. De cijfers voor de situatie zoals de wijkverpleegkundigen die op het moment van invullen van de vragenlijst ervaren variëren tussen 2,0 en 9,0, met een gemiddelde van 7.9. Dit betekent en significante verhoging (t-test, p=0.000). Nadelen van het project ZS Meer dan de helft van de respondenten geeft aan nadelen te ervaren van het project ZS. 17 respondenten hebben hun antwoord toegelicht. Elf hiervan geven aan dat de afstemming tussen de AWBZ taken en de ZS taken niet altijd even soepel loopt; de verdeling van beide taken is soms niet evenwichtig; men ervaart een dubbele taak en verhoging van de werkdruk. Daarnaast wordt aangegeven dat de positie ten opzichte van collega’s die geen ZS taken uitvoeren soms wat ongemakkelijk is; de ZS kan immers ook niet-geïndiceerde zorg uitvoeren; de collega’s zouden ook meer tijd willen hebben voor de cliënten (3x). De grens tussen zorg en welzijn vervaagt, waardoor je ook op het terrein van andere disciplines komt zoals maatschappelijk werk (2x). De erkenning van andere disciplines binnen de wijk laat soms op zich wachten (2X). Een ander nadeel van het project is dat de cliënt nu ‘gratis’ zorg ontvangt en er straks voor moet gaan betalen (2X).
CONCLUSIE DEEL 1 Het project ZS heeft er voor gezorgd dat de professie van de wijkverpleegkundige in beweging is gekomen. De wijkverpleegkundigen met ZS-taken hebben de positie in de wijk, waartoe zij als professional zijn opgeleid, hervonden. De tevredenheid over de uitoefening van het vak is gestegen.
11
DEEL 2 WIJKVERPLEEGKUNDIGEN ZONDER ZS TAKEN INLEIDING In deel 1 is verslag gedaan van de evaluatie van de functie van wijkverpleegkundigen, die in het project Zichtbare Schakel in de stad Rotterdam werkzaam zijn. Het beschrijft de resultaten van het evaluatieonderzoek, dat is uitgevoerd naar de veranderingen en de ervaren tevredenheid in de functie van wijkverpleegkundige mét ZS taken. Dit (tweede) deel van het rapport geeft de bevindingen weer uit het evaluatieonderzoek dat is uitgevoerd bij wijkverpleegkundigen zonder zichtbare schakeltaken, maar met een collega die ZS taken uitvoert. Voor dit onderzoek is de volgende onderzoeksvraag geformuleerd: Hoe wordt het ZS project ervaren door collega-wijkverpleegkundigen in teams van betrokken thuiszorgorganisaties die zelf geen ZS taken uitvoeren?
METHODE De data voor dit onderzoek zijn via een vragenlijst verkregen. Deze vragenlijst is ontwikkeld op basis van de uitkomsten van het evaluatieonderzoek bij de wijkverpleegkundigen mét ZStaken, zie deel 1. De vragenlijst is voorgelegd aan de projectleider ZS en de begeleidend lector ter feedback. Als thema is voor de taakinvulling en de invloed van het project ZS gekozen. Er is gevraagd naar inhoud van taken binnen de AWBZ zorg, de tevredenheid over de functie en de invloed van de collega’s ZS op het team. Als laatste is de respondenten gevraagd hun toekomstvisie op de ontwikkeling van hun eigen functie als wijkverpleegkundige te verwoorden. Daar waar relevant, is ruimte gegeven voor toelichting. De volledige vragenlijst is opgenomen in bijlage 2. Verspreiding Tijdens een bijeenkomst van de projectgroep “Zichtbare schakels” zijn de vragenlijsten uitgedeeld onder de projectleiders van de deelnemende thuiszorgorganisaties. Zij hebben vervolgens zorg gedragen voor de verspreiding in hun eigen organisatie. Per vragenlijst is er een antwoordenveloppe toegevoegd om deze te retourneren. Verwerking Waar mogelijk zijn de antwoorden statistisch verwerkt en geanalyseerd met SPSS18; daar waar het kwalitatieve data betrof is er een transcript gemaakt.
RESULTATEN Respons Er zijn 95 vragenlijsten uitgereikt waarvan 35 zijn ingevuld en geretourneerd. De respons bedroeg daarmee 37%. Respondenten De leeftijd van de respondenten varieert tussen 22 en 63 jaar met een gemiddelde van 41. Het aantal jaren dat men werkzaam is als wijkverpleegkundige varieert tussen 1 en 30 jaar. Het gemiddeld aantal jaren werkervaring als wijkverpleegkundige is 9. De genoten beroepsopleiding geeft het volgende beeld; 11 inservice opleiding, 12 MBOV, 3 MGZopleiding en 14 HBOV. 5 respondenten hebben meerdere opleidingen aangegeven. Van de 35 respondenten werken 17 wijkverpleegkundigen bij Thuiszorg Rotterdam (48,6%). 16 respondenten werken als wijkverpleegkundige bij Laurens (45,7%). Van de overige respondenten is er 1 werkzaam bij Humanitas (2,9%) en 1 bij MOB (2.9%). 12
Het gemiddeld aantal uren dat de respondenten werken als wijkverpleegkundige is 28,5 uur per week met een minimum van 8 en een maximum van 36 uur. Taakinvulling De taakinvulling van de wijkverpleegkundige zonder ZS-taken is verdeeld over zowel cliëntgebonden taken als wijkgebonden taken. In tabel 9 is aangegeven welke taken door de respondenten worden uitgevoerd. Wat opvalt binnen de cliëntgebonden taken is het hoge percentage wijkverpleegkundigen dat aangeeft persoonlijke verzorging, verpleging en zorgcoördinatie als taak uit te voeren. In de tabel is te zien dat wijkgebonden taken volgens de respondenten minder tot het takenpakket van de wijkverpleegkundige behoren dan cliëntgebonden taken. Netwerken en multidisciplinair overleg wordt door minder dan de helft van de respondenten tot de taakinvulling gerekend. Cliëntgebonden taken
Aantal
%
Aantal
%
Persoonlijke verzorging
32
91,4
Wijkgebonden taken Spreekuur
3
8,6
Verpleging
33
94,3
Netwerken
16
45,7
Begeleiding
23
65,7
Multidisciplinair overleg
14
40
Vroegsignalering/preventie
23
65,7
Groepsvoorlichting
7
20
Zorgcoördinatie
28
80
Tabel 9: Taakinvulling zonder zichtbare schakel (bij n=35)
De respondenten geven als aanvulling op bovenstaande cliëntgebonden taken: het uitvoeren van coördinerende taken/teamcoördinatie, AIV en palliatieve zorg. Ervaren veranderingen door het project ZS Ervaringen in het algemeen Om de invloed van het project ZS verder uit te werken is een zestal stellingen opgenomen in de vragenlijst. Aan de respondenten is gevraagd aan te geven in hoeverre ze het eens zijn met deze stellingen. Takenpakket: Een tweederde meerderheid zegt niet dezelfde taken uit te voeren als collega’s ZS. Toch geeft het overgrote deel van de respondenten aan dat hij/zij vindt dat de ZS-taken bij de reguliere taken horen van de wijkverpleegkundige en vindt tweederde dat alle wijkverpleegkundigen ZS-taken uit zouden moeten voeren. Iets meer dan de helft geeft aan geen andere taken door het project gekregen te hebben. Een derde heeft hier geen mening over; een klein percentage (17,6%) ervaart dit wel. Werkdruk: Door tweederde van de respondenten (62,7%) wordt geen verhoging van de werkdruk ervaren doordat een collega in het project ZS werkt; bijna een kwart heeft hier geen mening over(23,5%). 4 respondenten(11,4%) geven aan dat de werkdruk is verhoogd. Kennisniveau:
Eenderde (33,3%) geeft aan nieuwe dingen te leren over het vak te leren doordat collega’s als ZS werken Bijna 40 % ervaart dat niet als zodanig. Ook bij deze stelling heeft bijna een kwart hier geen mening over.
13
Veranderingen voor het reguliere wijkteam De respondenten is gevraagd aan te geven welke veranderingen zij in hun team ervaren door het project ZS. In tabel 10 is te zien dat met name de taakuitvoering volgens de collegawijkverpleegkundigen is verbeterd sinds het project ZS (51,6%). Ook op de andere onderwerpen wordt aangegeven dat de situatie over het algemeen minimaal gelijk gebleven is of verbeterd. In een enkel geval wordt aangegeven dat de situatie verslechterd is. Score in %
Verslechterd
Gelijk gebleven
Verbeterd
Onderlinge verhoudingen
3,2
66,7
30
Taakuitvoering
3,2
45,2
51,6
Samenwerking onderling
6,5
64,5
29,5
Sfeer
9,6
71
19,4
Bereikbaarheid
3,2
58,1
38,7
Tabel 10: Veranderingen in het wijkteam volgens collega-wijkverpleegkundigen
Tevredenheid over werkzaamheden In de vragenlijst is aan de respondenten gevraagd om een rapportcijfer toe te kennen aan hun werk als wijkverpleegkundige. De cijfers variëren tussen 5 en 10. Zij geven gemiddeld een 7,5.
Nadelen van het project ZS Er wordt in iets meer dan de helft ontkennend geantwoord (55,9%) op de vraag of er ook nadelen worden ervaren van het project ZS. Ongeveer een kwart geeft aan dat er wel nadelen zijn (26.5%). De rest heeft geen mening over nadelen van het ZS project (17,6%). Enkele citaten geven een indruk van de nadelen. ‘Collega’s zijn minder beschikbaar en inzetbaar voor de gewone zorg aan cliënten’; ‘Hun werkzaamheden zijn weinig zichtbaar/inzichtelijk voor het team’. ‘De collega ZS zie ik nauwelijks meer, ze kan haast nooit bij vergaderingen zijn. ’We missen hierdoor directe formatie (deskundigheidsnivo 5) in het team’. ‘De planning liep spaak, nu vaste dagen voor de wijkverpleegkundige ZS’. Dat er ook voordelen zijn blijkt uit de volgende uitspraken. ’Het zorgt voor aanlevering nieuwe zorgsituaties. Bredere inzet van onze expertise in voorstadium zorgvraag’. ’Het is een aanvulling op de cliëntenzorg’. Een respondent geeft aan dat zij goede ervaringen heeft met collega’s ZS bij probleemcliënten. Juist doordat zij met de dagelijkse werkdruk wordt geconfronteerd, kan de collega ZS de netwerken aan boren voor de juiste zorg. Het samenwerken en brainstormen met de collega ZS wordt als zeer prettig ervaren.
CONCLUSIE DEEL 2 De meeste wijkverpleegkundigen zonder ZS taken vinden dat de ZS taken bij hun reguliere werk hoort. De taakuitvoering is zeker positief beïnvloed door dit project. Daarnaast ervaart men nauwelijks extra werkdruk binnen het team. als hun collega;s binnen het project betrokken zijn
14
RANDVOORWAARDEN VOOR CONTINUERING ZS TAKEN In januari 2013 stopt mogelijk het project ZS. Bijna 89% van de wijkverpleegkundigen die ZS taken uitvoeren geven echter aan dat het project na 2013 doorgang moet vinden. Aan de wijkverpleegkundigen van beide deelonderzoeken is gevraagd aan te geven welke randvoorwaarden zij belangrijk vinden om na het project de ZS taken te kunnen voortzetten. Hierbij is onderscheid gemaakt tussen opleiding, organisatie, financiën en andere randvoorwaarden.
OPLEIDING Van de respondenten mét ZS taken geven 9 aan minimaal MBO als opleidingseis; 20 respondenten geven aan minimaal HBO niveau of door werkervaring verkregen HBO-niveau nodig te hebben. 1 respondent ziet een master wijkverpleging als voorwaarde. De collega’s van respondenten met ZS taken geven de voorkeur aan HBOV(5x), MBO+(2 x), zowel MBOV als HBOV (7 x) als benodigde opleiding om de geïntegreerde taken uit te voeren. Naast de reguliere opleidingen wordt bijscholing als belangrijk ervaren; de volgende bijscholingen/onderwerpen worden hierbij genoemd: GGZ, ziektebeelden, vakliteratuur, farmacologie, takenpakket ZS, ontwikkelingen werkveld, coördineren en regisseren, wet en regelgeving, WMO, PGB, wonen, regelingen, kwijtscheldingen, re-integratie, managementopleiding. Voor de reguliere wijkverpleegkundigen is een bijscholing voor elke wijkverpleegkundige waarin aandacht is voor de sociale kaart van Rotterdam en het leren kennen van de nieuwe functie genoemd; kennis over psychologie en psychiatrie zou hier ook onderdeel van uit kunnen maken.
ORGANISATIE Door de respondenten worden drie mogelijkheden aangedragen voor de organisatie van ZS activiteiten: ZS apart van reguliere thuiszorg organiseren, bijvoorbeeld in gezondheidscentra, bij de vraagwijzer, als apart team Inbedding binnen thuiszorg als onderdeel van de reguliere taken van een wijkverpleegkundige ZS activiteiten uitgevoerd door een wijkverpleegkundige naast de reguliere AWBZ taken, maar wel met een duidelijk gescheiden takenpakket De voorkeur van de meeste wijkverpleegkundigen gaat uit naar de functie van wijkverpleegkundige met ZS taken op te nemen in de reguliere thuiszorgorganisaties. Daarbij is het van belang goed te kijken naar de interne organisatie; er zal meer ruimte in de werktijd van de wijkverpleegkundige moeten komen om de taken naar behoren uit te kunnen voeren. Mogelijkheden en tijd krijgen om een netwerk op te bouwen wordt belangrijk gevonden. Er wordt meer ruimte voor preventie en begeleiding binnen de bestaande routes bedongen. ZS activiteiten worden momenteel uitgevoerd naast de reguliere AWBZ taken. Indien deze situatie voortgezet zou worden, worden als randvoorwaarden de volgende punten genoemd: Volledige steun van de organisatie en waardering van ZS taken Een gescheiden takenpakket met duidelijke taakomschrijving Er wordt vanuit de organisatie ruimte geboden om ZS taken uit te voeren (tijd, planning, verdeling werklast, accepteren niet productieve ZS uren, bewaken beschikbare ZS uren) Betere afstemming/samenwerking binnen de organisatie Bijscholing van collega’s/ kennisoverdracht binnen de organisatie 15
Gebruik maken van opgedane kennis/netwerk en sociale activiteiten en verdere ontwikkeling hiervan Flexibele organisatie die openstaat voor vernieuwing
FINANCIËN Als financiële randvoorwaarden worden aangegeven: Financiële mogelijkheden voor de wijkverpleegkundige met ZS taken vergroten Aanpassing van salaris. Wijkverpleegkundigen mét ZS taken geven aan een groter takenpakket te hebben, meer expertise te bezitten en meer verantwoordelijkheden te dragen dan hun collega’s in de AWBZ zorg De wijkverpleegkundigen vragen zich af of de gewenste geïntegreerde wijkverpleegkundige zorg binnen het huidige financiële systeem past. Zij vragen zich af of de bekostiging van hun werk niet anders zou kunnen, zoals de wijkverpleegkundige zorg organiseren als basisvoorziening of niet gespecificeerde bekostiging hanteren, waarbij er de vrijheid is de beschikbare gelden anders te verdelen. Als suggestie wordt gegeven dat zij het liefst zonder indicatie vooraf werken en zonder eigen bijdrage van cliënten.
EXTERNE SAMENWERKING De samenwerking met het ziekenhuis wordt steeds belangrijker, omdat cliënten ook thuis behandeld kunnen worden en door vervroegd ontslag steeds complexere zorg thuis wordt geleverd. Men gaat er vanuit dat met name de wijkverpleegkundige de expertise bezit om deze complexe zorg uit te voeren. Vanuit een zelfstandig indicatiestelling wordt de zorg bepaald. De wijkverpleegkundige kan ook betrokken worden bij het uitwerken van de samenwerking met de huisarts en ziekenhuizen op beleidsniveau. De samenwerking met de huisarts wordt als zeer belangrijk gevonden en de wens wordt geuit deze uit te bouwen; de wijkverpleegkundige ZS in het team zou collega’s kunnen ondersteunen in het opbouwen van dit contact. Een aantal maal wordt aangegeven dat multidisciplinair overleg belangrijk is in de wijk om deze wijk goed te kunnen doorgronden. Profilering met specialistische deskundigheid over patiëntencategorieën en zorgvragen betreffende wondzorg, diabeteszorg, palliatieve zorg, zorg voor kwetsbare ouderen en mensen met meerdere chronische ziekten al dan niet in samenwerking met de huisarts wordt belangrijk geacht. De wijkverpleegkundige als de spil in de wijk; zichtbaar en bereikbaar binnen een platte organisatie met eigen beheer en initiatief in wijkgebonden kleine overzichtelijke organisatorische eenheden wordt als ideaal beeld gezien voor de toekomst. Als afsluiting een wens :’ik hoop dat de zichtbare schakels de weg hebben vrij gemaakt voor meer overleg met andere disciplines (huisartsen, maatschappelijk werk, Bavo). Dat de bereikbaarheid van een ieder vergroot is, om met elkaar te communiceren t.a.v. de klant”.
16
CONCLUSIE Een eerste conclusie is dat de wijkverpleegkundige die zijn/haar vak in de volle breedte uitvoert, d.w.z. naast AWBZ-taken ook ZS-taken, meer tevreden is over het werk. Er wordt een groot appel gedaan op creativiteit en zichtbaarheid in de wijk. Voor de cliënt, in dit geval de kwetsbare burgers, is nu meer tijd. Door het werken als ZS komen de accenten in het werk duidelijk anders, en meer op de wijkgebonden taken te liggen. Wat daarbij opvalt is het verschil in opvatting over de mate van integratie van deze (AWBZ en ZS) taken: sommigen zien dit als een geïntegreerd geheel, anderen zien dit als losstaande onderdelen. In de ogen van de wijkverpleegkundigen doet het werken als ZS een appél op bijna alle, als verpleegkundige verworven, kennis en vaardigheden. Zij zelf zijn van mening hier in voldoende mate over te beschikken. De praktijk blijkt hiervoor de belangrijkste leerschool geweest te zijn. De (initiële) opleiding komt hierbij op een tweede plaats. Toch is een aanzienlijk deel (1/3) van mening dat de opleidingen kwalitatief onvoldoende opleiden voor het werk als ZS. Bijna alle deelnemers van dit onderzoek zijn van mening dat ZS in wat voor vorm dan ook gecontinueerd moet worden en zien hierin ook een bevestiging van de door de werkgever/organisatie gekozen lijn om meer wijkgericht, kleinschalig en zelfsturend te werken. De collega’s van de wijkverpleegkundigen met ZS taken lijken er wel heil in te zien dat de functie zoals zij die nu uitvoeren gaat veranderen. Zij ondervinden weinig nadelen van het project ZS en staan positief tegenover het integreren van de AWBZ taken die zij uitvoeren en de ZS-taken. Het zou hun functie meer inhoud geven en de motivatie bevorderen. Zij werken dan het liefst binnen een zelfstandig team zonder indicatiestelling vooraf. De respondenten realiseren zich dat de organisatie en financiële structuur die nodig is om weer tot de inhoud van het wijkverpleegkundige werk te komen niet zomaar zal ontstaan. Op teamniveau zou wellicht wel al een aantal zaken direct in gang gezet kunnen worden.
DISCUSSIE Naast het openstellen van het programma ZS van ZonMw zijn er elders in het land ook andere initiatieven ontwikkeld om de wijkverpleegkundige weer op de kaart te zetten. Al dan niet gesubsidieerde initiatieven zoals ‘basisvoorziening wijkverpleging’ van VenVN/NPCF, Wijkzorg Gevraagd! en Buurtzorg zijn hier voorbeelden van. In grote of kleine projecten wordt bij deze initiatieven en projecten de wijkverpleegkundige zichtbaar als spin in het web in de zorg voor buurtbewoners. Zij fungeert hier vooral als schakel tussen wonen, zorg en welzijn. Vanuit de samenwerking binnen lokale netwerken zijn zij in staat om de kwetsbare groepen, die anders niet in beeld kwamen, weer de juiste zorg te verlenen. Vanuit haar expertise is de wijkverpleegkundige in staat om de situatie waarin de zorgvrager zich bevindt in zijn geheel expliciet te maken en voor passende oplossingen te zorgen. Dat kan naast handelend optreden ook verwijzen inhouden, of het helpen zoeken naar de juiste instantie of persoon, die de zorgvrager kan helpen zelf zijn leven weer zelf te managen. Dat de wijkverpleegkundigen de waarde zien van het project is duidelijk; zij hopen dat hun functie in Rotterdam blijft bestaan en dat de samenwerking met collega’s en andere disciplines tot verdere bloei kan komen in een nieuwe functie. Voor de betrokken wijkverpleegkundigen is het project ZS duidelijk een succes. Zij vinden het zowel voor de cliënt, als voor samenwerkingspartners en zichzelf een verbetering. Of het voor de twee eerstgenoemde partijen daadwerkelijk een verbetering is, moet overigens nog worden vastgesteld in de andere deelonderzoeken van deze evaluatie. Als de uitkomsten daarvan positief uitvallen, dan is er alle reden om de komende periode met elkaar na te denken over de borging van deze functie na 2012. 17
Verder is van belang wat de betreffende wijkverpleegkundigen zeggen over de benodigde kennis, vaardigheden en competenties. Ten eerste dat er in het werk als ZS een breed beroep wordt gedaan op al deze competenties. Zorgwekkend daarbij is dat zij deze lang niet altijd hebben verworven in de (initiële) opleiding. Dat betekent dat werkgevers hier een signalerende en mogelijk faciliterende rol hebben. Anderzijds ligt hier voor de opleidingen een duidelijk aangrijpingspunt voor verbeteringen. Zeker gezien het feit dat het nieuwe beroepsprofiel zeer nauw aansluit bij hetgeen door de respondenten naar voren is gebracht als relevante competenties. Punt van aandacht hierbij is wel hoe zich dat verhoudt tot het opleidingsniveau. Als er via de niveau 5 opleiding (HBO-v) al niet voldoende competenties kunnen worden verworven, dan geldt dat zeker voor de niveau 4 opgeleiden (MBO). Ook gezien de breedte van de functie en de complexiteit ervan, ligt het in de rede om minimaal niveau 5 als ondergrens aan te houden. Mochten de ZS taken na 2012 gecontinueerd worden, bijvoorbeeld als integraal onderdeel van de wijkverpleegkundige functie, dan verdient het aanbeveling om in gesprek te gaan met de opleidingen. Hetzij in de richting van benodigde aanpassingen van het initiële onderwijs, hetzij in de richting van een gericht post-hbo-aanbod.
18
BIJLAGE 1 Vragenlijst - Wijkverpleegkundige functie binnen de Zichtbare Schakel Het doel van deze vragenlijst is na te gaan wat de gevolgen van zichtbare schakeltaken zijn voor het wijkverpleegkundig beroep en hoe jullie als wijkverpleegkundigen hier tegenaan kijken. Met het project Zichtbare Schakel (ZS) wordt beoogd om taken die de afgelopen jaren zijn verdwenen weer terug te brengen in het wijkverpleegkundig handelen. Bijvoorbeeld het bevorderen van de gezondheid van inwoners door problemen vroeg op te sporen en aan te pakken. De wijkverpleegkundige kan bewoners direct helpen, zonder indicatie. Door tijdig in te springen, kan zij ernstige problemen voorkomen. De intentie is preventie en zorg, wonen en welzijn op wijkniveau beter met elkaar te verbinden. Kwetsbare groepen binnen de wijk worden opgespoord en een integrale aanpak wordt ingezet door de wijkverpleegkundige. In deze vragenlijst wordt achtereenvolgens gevraagd naar persoonlijke gegevens, taakinvulling, de functie van de wijkverpleegkundige en de benodigde competenties. De gegevens zullen anoniem worden verwerkt en zijn dus niet tot de persoon herleidbaar. Bij voorbaat dank voor het invullen van deze vragenlijst! Henk Rosendal, lector Wijkzorg Annemieke Hoogenboom, kerndocent MANP Hogeschool Rotterdam Kenniscentrum Zorginnovatie | Kenniskring Wijkzorg 28 september 2011
19
Persoonlijke gegevens Wie is je huidige werkgever?
Thuiszorg Rotterdam Laurens Aafje Humanitas MOB Buurtzorg Nederland anders namelijk ______________________________
Hoe lang werk je al als wijkverpleegkundige bij deze werkgever?
minder dan een jaar tussen 1 - 5 jaar tussen 6 -10 jaar meer dan 10 jaar
Hoeveel jaar ervaring heb je als wijkverpleegkundige in totaal? ______________________________ jaar
Kun je aangeven waar je deze ervaring hebt opgedaan en wanneer? _________________________________________________________________________ _________________________________________________________________________
Wat is je leeftijd? ______________________________ jaar
Hoe lang werk je als wijkverpleegkundige binnen het project ZS? ______________________________ maanden
20
Welke beroepsopleiding heb je genoten? (meerdere antwoorden mogelijk)
inservice opleiding mbo-v mgz opleiding hbo-v anders namelijk ______________________________
Taakinvulling Hoeveel uur werk je als wijkverpleegkundige? ______________________________ uur per week
Hoeveel uur daarvan voer je taken uit in het kader van ZS? ______________________________ uur per week
Welke taken voer je uit in de awbz-zorg? (meerdere antwoorden mogelijk) Cliëntgebonden:
persoonlijke verzorging verpleging begeleiding vroegsignalering / preventie zorgcoördinatie anders namelijk ______________________________
Wijkgebonden
spreekuur netwerken multidisciplinair overleg groepsvoorlichting anders namelijk ______________________________
21
Welke taken voer je in het kader van ZS? (meerdere antwoorden mogelijk) Cliëntgebonden
persoonlijke verzorging verpleging begeleiding vroegsignalering / preventie zorgcoördinatie anders nl ______________________________
Wijkgebonden
spreekuur netwerken multidisciplinair overleg groepsvoorlichting anders nl ______________________________
Welke van de onderstaande beweringen past, sinds je activiteiten binnen ZS, bij jouw situatie als wijkverpleegkundige? Geef een cijfer tussen 1 en 10 in volgorde van belangrijkheid (1= belangrijkste, 2 = het op een na belangrijkste, etc.) Voor jou persoonlijk
ik ben meer tevreden over mijn baan ik ben zichtbaar/herkenbaar in de wijk voor anderen ik kom als wijkverpleegkundige goed tot mijn recht ik kan creatief zijn ik ben partner in de samenwerking met andere disciplines ik heb een duidelijke functie binnen de wijk ik ben autonoom ik kan pionieren ik heb een andere categorie patiënten geen
______________ ______________ ______________ ______________ ______________ ______________ ______________ ______________ ______________ ______________
Geef een toelichting: _________________________________________________________________________ _________________________________________________________________________ _________________________________________________________________________
22
Voor de cliënt
meer tijd meer zichtbaar integrale benadering bereikbaarheid lage drempel geen
______________ ______________ ______________ ______________ ______________ ______________
Geef een toelichting: _________________________________________________________________________ _________________________________________________________________________ _________________________________________________________________________
Voor de samenwerking met anderen
partner in zorg, wonen en welzijn herkenbaarheid bereikbaarheid integrale aanpak geen
______________ ______________ ______________ ______________ ______________
Geef een toelichting: _________________________________________________________________________ _________________________________________________________________________ _________________________________________________________________________
In hoeverre zijn je taken binnen awbz-zorg en ZS geïntegreerd? helemaal
bijna helemaal
voor de helft
nauwelijks
helemaal niet
Functie van de wijkverpleegkundige Hoe tevreden was je over je vak vóór het project ZS? Welk cijfer geef je hiervoor? ______________________________
23
Welk cijfer geef je er op dit moment aan? ______________________________
Is het wenselijk dat het project ook na 2013 doorgang vindt? Ja
nee
geen mening
Geef een toelichting: _________________________________________________________________________ _________________________________________________________________________ _________________________________________________________________________
Heb je ook nadelen ervaren van het project ZS? Ja
nee
geen mening
Geef een toelichting: _________________________________________________________________________ _________________________________________________________________________ _________________________________________________________________________
Welke gevolgen heeft de invoering van de ZS voor jouw team gehad? erg verslechterd
verslechterd
gelijk gebleven
verbeterd
erg verbeterd
onderlinge verhoudingen
taakuitvoering
samenwerking onderling
sfeer
bereikbaarheid
Is de visie van de organisatie waarin je awbz-zorg levert op de wijkverpleegkundige veranderd door ZS? ja
nee
weet niet 24
Geef een toelichting: _________________________________________________________________________ _________________________________________________________________________ _________________________________________________________________________
Competenties In hoeverre heb je als wijkverpleegkundige met ZS taken, onderstaande specifieke kennis, vaardigheden en attitude nodig? nooit
bijna nooit
soms
bijna altijd
altijd
vakkennis
medische kennis over de doelgroep
kennis over medicatie
kunnen netwerken
kunnen pionieren
proactief kunnen handelen
creativiteit
zelfstandig uitvoeren van taken
samenhang kunnen aanbrengen in je handelen ; afstemmen
nooit
bijna nooit
soms
bijna altijd
altijd
methodisch en systematisch handelen
op de hoogte zijn van de actuele (wetenschappelijke) inzichten
kennis over de gevolgen van het gebruik van medicatie en andere toepassingen kennis over de gevolgen van medisch technisch handelen communicatievaardigheden om samen te kunnen werken met de cliënt communicatievaardigheden om samen te kunnen werken met je eigen team en ander disciplines
25
reflecteren op eigen gedrag
kunnen signaleren
begeleiden
niet genoemd? ___________________
niet
bijna niet
weet niet
bijna volledig
volledig
vakkennis
medische kennis over de doelgroep
kennis over medicatie
kunnen netwerken
kunnen pionieren
proactief kunnen handelen
creativiteit
zelfstandig uitvoeren van taken
niet
bijna niet
weet niet
bijna volledig
volledig
samenhang kunnen aanbrengen in je handelen; afstemmen
methodisch en systematisch handelen
op de hoogte zijn van de actuele (wetenschappelijke) inzichten
In hoeverre beschik je over deze competenties?
kennis over de gevolgen van het gebruik van medicatie en andere toepassingen kennis over de gevolgen van medisch technisch handelen communicatievaardigheden om samen te kunnen werken met de cliënt communicatievaardigheden om samen te kunnen werken met je eigen team en andere disciplines
26
reflecteren op eigen gedrag
kunnen signaleren
begeleiden
niet genoemd?
Waar heb je de benodigde competenties verworven? (meerdere antwoorden mogelijk)
tijdens mijn opleiding via bijscholing in de praktijk niet van toepassing
In hoeverre ben je in je initiële opleiding tot verpleegkundige voorbereid op het werken als wijkverpleegkundige inclusief ZS-taken? goed
ruim voldoende
voldoende
onvoldoende
niet
Geef een toelichting: _________________________________________________________________________ _________________________________________________________________________ _________________________________________________________________________
27
Welke competenties zijn wat jou betreft belangrijk om te bezitten als wijkverpleegkundige die ook in het kader van ZS, taken uitvoert? niet belangrijk
niet erg belangrijk
belangrijk
heel belangrijk
meest belangrijk
Verlenen van psychosociale zorg
Ondersteunen van mantelzorgers
Verlenen van palliatieve/ terminale zorg
Herindiceren van zorg
Zorgen voor een integraal aanbod
Ontwikkelen van AIV-programma’s
Ontwikkelen van instrumenten voor kwaliteit
Functioneren in een dienstverlenende organisatie
Ontwikkelen van het beroep
Functioneren op hbo-niveau
Rol van zorgverlener Professionele wijkverpleegkundige zorg Geven van advies, voorlichting en instructie Verlenen van verpleegkundige zorg Verlenen van medische-technische zorg
Rol van regisseur
Rol van ontwerper
Rol van coach Coachen en geven van werkbegeleiding Rol van beroepsbeoefenaar
28
In 2012 stopt het project ZS. Stel je kunt je werk als wijkverpleegkundige met ZS taken binnen je eigen organisatie op dezelfde manier voortzetten. Kun je aangeven aan welke randvoorwaarden dat moet voldoen? Opleiding _________________________________________________________________________ _________________________________________________________________________
Organisatie _________________________________________________________________________ _________________________________________________________________________
Financiën _________________________________________________________________________ _________________________________________________________________________ Anders _________________________________________________________________________ _________________________________________________________________________
Welke ideeën heb je over de toekomst van de wijkverpleegkundige in Rotterdam? _________________________________________________________________________ _________________________________________________________________________ _________________________________________________________________________ _________________________________________________________________________ _________________________________________________________________________ _________________________________________________________________________
Hartelijk dank voor het invullen van deze vragenlijst!
29
BIJLAGE 2 Vragenlijst voor wijkverpleegkundigen en verpleegkundigen in de wijk zonder Zichtbare Schakelfunctie
Met het project Zichtbare Schakels wordt beoogd om taken die de afgelopen jaren zijn verdwenen weer terug te brengen in het wijkverpleegkundig handelen. Bijvoorbeeld het bevorderen van de gezondheid van inwoners door problemen vroeg op te sporen en aan te pakken. De wijkverpleegkundige zichtbare schakel kan bewoners direct helpen, zonder indicatie. Door tijdig in te springen kan zij ernstige problemen voorkomen. De intentie is preventie en zorg, wonen en welzijn op wijkniveau beter met elkaar te verbinden. Kwetsbare groepen binnen de wijk worden opgespoord en een integrale aanpak wordt ingezet door de wijkverpleegkundige. Deze vragenlijst maakt onderdeel uit van de evaluatie van de veranderingen in het werk van de wijkverpleegkundige door de invoering van zichtbare schakels in de wijk. De evaluatie met de wijkverpleegkundigen met zichtbare schakel taken is reeds uitgevoerd; momenteel worden de gegevens verwerkt . Het doel van deze vragenlijst is na te gaan hoe jullie als wijkverpleegkundigen zonder zichtbare schakel taken de invoering van het project zichtbare schakels ervaren. De gegevens zullen anoniem worden verwerkt en zijn dus niet tot de persoon herleidbaar. Het invullen van de vragenlijst zal ongeveer een kwartier in beslag nemen. De ingevulde vragenlijst graag retourneren in de bijgevoegde antwoordenvelop vòòr 6 maart a.s. Bij voorbaat dank voor het invullen van deze vragenlijst!
Henk Rosendal, lector Wijkzorg Annemieke Hoogenboom, onderzoeker en docent MANP Hogeschool Rotterdam Kenniscentrum Zorginnovatie | Kenniskring Wijkzorg 15 februari 2012
30
Persoonlijke gegevens 1. Wie is je huidige werkgever?
Thuiszorg Rotterdam Laurens Aafje Humanitas MOB Buurtzorg Nederland anders namelijk ______________________________
2. Hoeveel jaar ervaring heb je als wijkverpleegkundige in totaal? _____________ jaar
3. Welke beroepsopleiding heb je genoten? (meerdere antwoorden mogelijk)
inservice opleiding mbo-v mgz opleiding hbo-v anders namelijk ______________________________
4. Wat is je leeftijd? ____________ jaar
31
Taakinvulling 5. Hoeveel uur werk je als wijkverpleegkundige? ____________ uur per week
6. Welke taken voer je uit in de awbz-zorg? (meerdere antwoorden mogelijk) Cliëntgebonden:
persoonlijke verzorging verpleging begeleiding vroegsignalering / preventie zorgcoördinatie anders namelijk ______________________________
Wijkgebonden
spreekuur netwerken multidisciplinair overleg groepsvoorlichting anders namelijk ______________________________
Functie van de wijkverpleegkundige 6. Hoe tevreden ben je over je vak als wijkverpleegkundige? Welk rapportcijfer geef je hiervoor? ______________________________ 7. Welke gevolgen heeft de invoering van de zichtbare schakel voor jouw team gehad? erg verslechterd
verslechterd
gelijk gebleven
verbeterd
erg verbeterd
onderlinge verhoudingen
taakuitvoering
samenwerking onderling
sfeer
bereikbaarheid
8. Heb je ook nadelen ervaren van het project zichtbare schakels? 32
Ja
nee
geen mening
Geef een toelichting: (bijvoorbeeld welke nadelen of wat zorgt er voor dat er geen nadelen optreden) _________________________________________________________________________ _________________________________________________________________________ _________________________________________________________________________
Kun je aangeven in hoeverre je het eens bent met onderstaande stellingen? 9. Doordat mijn collega binnen het project zichtbare schakels werkt krijg ik ook andere taken in de wijk Helemaal oneens
oneens
geen mening
eens
helemaal eens
10. Doordat mijn collega binnen het project zichtbare schakels werkt is de werkdruk verhoogd Helemaal oneens
oneens
geen mening
eens
helemaal eens
11. Ik vind dat de zichtbare schakel taken bij de taken horen van de wijkverpleegkundige Helemaal oneens
oneens
geen mening
eens
helemaal eens
12. Ik vind dat alle wijkverpleegkundigen in het team zichtbare schakel taken zouden moeten uitvoeren Helemaal oneens
oneens
geen mening
eens
helemaal eens
13. Ik voer dezelfde taken uit als mijn collega die als zichtbare schakel werkzaam is Helemaal oneens
oneens
geen mening
eens
helemaal eens
14. Doordat mijn collega als zichtbare schakel werkt leer ik ook weer nieuwe dingen over mijn vak Helemaal oneens
oneens
geen mening
eens
helemaal eens
15. In 2013 stopt het project zichtbare schakels. Is het wenselijk dat de zichtbare schakel taken geïntegreerd worden in de functie van wijkverpleegkundige? Ja
nee
geen mening
Indien ja. Kun je aangeven aan welke randvoorwaarden dat moet voldoen? 33
Opleiding _________________________________________________________________________ _________________________________________________________________________
Organisatie _________________________________________________________________________ _________________________________________________________________________
Financiën _________________________________________________________________________ _________________________________________________________________________ Anders _________________________________________________________________________ _________________________________________________________________________ Indien nee, kun je aangeven waarom niet. _________________________________________________________________________ _________________________________________________________________________
16.Welke ideeën heb je over de toekomst van de wijkverpleegkundige in Rotterdam? _________________________________________________________________________ _________________________________________________________________________ _________________________________________________________________________ _________________________________________________________________________ _________________________________________________________________________
Hartelijk dank voor het invullen van deze vragenlijst!
34