Spring scholen in de praktijk
Zelfbeeld Het zelfvertrouwen wordt voor een groot deel bepaald door de ideeën die het kind over zichzelf heeft: het zelfbeeld. Een kind dat over het algemeen positief over zichzelf denkt, heeft meer zelfvertrouwen.
Spring scholen in de praktijk
Zelfvertrouwen moet groeien Een kind heeft niet zomaar zelfvertrouwen; dat moet groeien. Hoe een kind over zichzelf denkt, wordt voor een groot deel bepaald door de manier waarop ouders en andere belangrijke personen (bv. leerkrachten) met hem of haar omgaan. Er zijn wel verschillen in karakter, in wensen, in smaak, in keuzes. De ontwikkeling van het zelfvertrouwen loopt voor ieder kind verschillend. Naarmate kinderen jonger zijn, is de invloed van ouders op het zelfbeeld groter. Naarmate kinderen ouder worden is de mening van leeftijdgenoten belangrijker. Het “erbij horen” speelt een grote rol.
Spring scholen in de praktijk
Kinderen met zelfvertrouwen….. o voelen zich prettiger; o presteren beter op school; o maken makkelijker vriendjes; o kunnen beter met problemen omgaan;
o kunnen zich inleven in anderen; o staan steviger in hun schoenen.
Spring scholen in de praktijk
Psychologische basisbehoeften
De koppeling kan alleen gemaakt worden door
Interactie
Spring scholen in de praktijk
Relatie Welkom zijn, je veilig en gewaardeerd voelen Kinderen ervaren dat ze erbij horen, mee mogen doen en dat anderen met hen willen spelen en werken. Het gevoel van relatie wordt versterkt als kinderen invloed hebben op de manier waarop er met hen wordt omgegaan.
Relatie Spring scholen in de praktijk
Kinderen met een vervulde relatiebehoefte voelen: • • • • • • •
een goed contact met mensen om hen heen; dat ze de mensen mogen met wie ze omgaan; dat ze goed kunnen opschieten met de mensen om hen heen; zich niet eenkennig (introvert, verlegen); dat ze veel sociale contacten hebben; dat veel mensen om hen heen om hen geven; een warme band met de personen met wie ze veel contact hebben.
Spring scholen in de praktijk
Competentie Voor vol worden aangezien, geloof en plezier hebben in eigen kunnen Kinderen merken dat ze dingen weten en kunnen. Ze leveren prestaties en krijgen daarvoor waardering van anderen. Leren wordt betekenisvoller als kinderen invloed hebben op wat en hoe ze leren.
Competentie Spring scholen in de praktijk
Kinderen met een vervulde competentiebehoefte voelen: • • • •
zich bekwaam (handig, kundig, vaardig); zich in staat om interessante en nieuwe vaardigheden te leren; dat ze op de meeste dagen de dingen die ze doen goed doen; dat ze in hun leven veel kansen hebben om te tonen hoe capabel (geschikt) ze zijn; • dat ze succesvol zijn in het uitvoeren van taken
Spring scholen in de praktijk
Autonomie Ruimte krijgen, zelf mogen kiezen en verantwoordelijk zijn Kinderen mogen zelf beslissingen nemen, keuzes maken en dragen verantwoordelijkheid voor hun initiatieven en activiteiten. Hun gevoel van autonomie wordt versterkt als zij zich betrokken weten bij de belangrijke zaken in hun leef- en leeromgeving.
Autonomie Spring scholen in de praktijk
Kinderen met een vervulde autonomiebehoefte voelen: • zich vrij om zelf te bepalen hoe zij hun leven leiden; • dat mensen waarmee ze dagelijks omgaan rekening houden met hun gevoelens; • zich vrij om hun ideeën en opvattingen te uiten; • dat zij zichzelf kunnen zijn in dagelijkse situaties; • zich niet in een keurslijf gedrukt; • dat er veel gelegenheden zijn om zelf te bepalen hoe de dagelijkse dingen te doen; • zich niet erg gedwongen om te moeten doen wat hen wordt opgedragen
Spring scholen in de praktijk
De 7 uitgangspunten van HGW 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7.
Ondersteuningsbehoeften staan centraal. Afstemming en wisselwerking; het systeemdenken. De volwassen in de omgeving van het kind doen ertoe. Positieve aspecten zijn van groot belang. Constructieve samenwerking; leerkracht, ouders, kind. Doelgericht werken. Systematisch en transparant werken.
Spring scholen in de praktijk
Geef complimentjes Wanneer uw kind veel liefde, waardering en aanmoediging krijgt, ontstaat bij hem of haar het gevoel dat het de moeite waard is. Er zijn veel manieren om te laten merken dat uw kind iets goed doet: een knipoog, een kus, een aai over de bol of een enthousiaste opmerking. Kinderen waar vaak op gemopperd wordt, gaan steeds negatiever over zichzelf denken en zich ook negatiever gedragen. Probeer elke dag iets te zoeken dat het loven waard is, hoe zwaar de dag met je kind ook was.
Spring scholen in de praktijk
Geef opbouwende kritiek Als u vindt dat uw kind iets niet goed doet, vertel dan wat dat is en hoe het volgens u beter kan. Vertel ook wat u wel goed vindt.
Uw kind voelt dan dat u het niet als persoon afwijst, maar het wilt helpen om dingen nog beter te doen.
Spring scholen in de praktijk
Maak presteren plezierig Iedereen houdt van succes, kinderen zijn daar geen uitzondering op. Zeker op school kan je kind zich sterk gaan richten op presteren. Sommige kinderen zijn daarbij meer prestatiegericht dan anderen. Ze willen in alles de beste zijn. Daar kan een kind echter ongelukkig van worden. Het belang van presteren relativeer je door vooral deinzet te belonen, in plaats van (alleen maar) de prestatie. 'Het belangrijkste is dat je je best doet‘ 'Wat goed dat je het hebt geprobeerd!' Ook als je kind juist helemaal niet gemotiveerd is om te presteren, is lof de beste motivatie. Heeft je kind bijvoorbeeld een taak pas op het laatste moment gedaan, zeg dan bijvoorbeeld: 'Ik ben er trots op dat je het toch hebt gedaan'.
Spring scholen in de praktijk
Vergelijk niet met anderen Sommige ouders zijn geneigd de prestaties van hun kind te vergelijken met die van andere kinderen - een broertje, zusje, buurkind of vriendje. Doe dat niet, zeker niet waar je kind bij is. Elk kind is uniek! Je kind kan het gevoel krijgen dat het niet goed genoeg is zoals het is. Doe je best om te ontdekken wie je kind werkelijk is: wat maakt jouw kind zo anders dan anderen? wat zijn zijn/haar talenten?
Stimuleer die talenten, ook al zou jij zelf misschien wel anders willen.
Spring scholen in de praktijk
Stel realistische verwachtingen Kinderen willen graag aan de verwachtingen van ouders voldoen, ze hebben behoefte aan goedkeuring en bevestiging. Heb je echter tè hoge verwachtingen van je kind, dan kan het faalangst en een negatief zelfbeeld ontwikkelen. Verwacht dus niet van je kind dat het een acht haalt op rekenen, als er niet meer in zit dan een zes. Neem je kind zoals het is en stel eisen die bij het kind passen. Probeer in zijn algemeenheid doelen te stellen voor je kind die niet te moeilijk zijn, maar wel uitdagend. Dat werkt het meest motiverend. Is een doel heel groot deel het doel dan op in kleine stapjes.
Spring scholen in de praktijk
Geef ruimte voor eigen ideeën Geef uw kind de gelegenheid om zelf iets te bedenken, fouten te maken en oplossingen te vinden.
Laat uw kleuter bijvoorbeeld zelf het brood smeren of de kleren uitzoeken. Een beetje spanning hoort erbij als kinderen iets alleen moeten doen. Het gevoel van opluchting en trots na afloop is dan groot.
Spring scholen in de praktijk
Laat zelf kiezen Het is belangrijk dat je kind al jong leert om zelf beslissingen te nemen. Dat maakt je kind niet alleen zelfstandig, maar leert hem ook dat hij, door keuzes te maken, zijn leven zelf kan beïnvloeden. Als je kind nog klein is, kan je het laten kiezen tussen twee soorten beleg of twee paar sokken. Bied niet teveel alternatieven aan, dan maak je het een klein kind te moeilijk. Is een kind gewend aan het maken van dergelijke kleine keuzes, dan zal het ook, als het ouder is, zich zelfverzekerder voelen bij het maken van meer belangrijke keuzes. Je moet de de touwtjes wel (een beetje) uit handen durven geven, het kan immers zijn dat je kind een keuze maakt of een mening heeft waar jij het niet mee eens bent.
Spring scholen in de praktijk
Laks; langzaam aan, kleine stapjes Grote veranderingen beginnen met kleine stapjes. Begin op gebieden waar uw kind zich veilig en zeker voelt en moedig het aan om steeds iets meer te proberen. Bijvoorbeeld: “De eerste twee keer fiets ik helemaal met je mee. Daarna alleen nog tot die gevaarlijke kruising. Als het goed gaat, fiets je daarna alleen”.
Spring scholen in de praktijk
Geef ruimte voor gevoelens Laat merken dat u de gevoelens van uw kind belangrijk vindt. Boos, verdrietig, jaloers of bang zijn, mag! Geef uw kind de ruimte om die gevoelens te ervaren en te uiten. Dit wil niet zeggen dat kinderen dit op een onredelijke manier mogen doen. Luister naar wat uw kind wil zeggen en help het om dat onder woorden te brengen.
Spring scholen in de praktijk
Toon respect De basis voor zelfvertrouwen van uw kind is als u laat merken dat u van uw kind houdt zoals het is. U laat uw kind merken dat het belangrijk is. Dat het ook wat te zeggen heeft als u uw kind betrekt bij beslissingen die hen aangaan. Luistert naar hoe uw kind er zelf over denkt.
Spring scholen in de praktijk
Werk aan je eigen zelfvertrouwen Jij bent het rolmodel van je kind: het kijkt hoe jij omgaat met jezelf en doet dat na. Ben jij bijvoorbeeld mopperig en ontevreden over jezelf ('Ik ben veel te dik!'), dan zal je kind onbewust gaan denken dat het normaal is om op die manier met jezelf om te gaan.
Bedenk jezelf ook eens wat je je kind wil mee geven. Wil je dat je kind later zichzelf (ook) kritisch en afkeurend in de spiegel bekijkt, of erg verlegen is omdat het zo negatief over zichzelf denkt? Of wil je dat het een gelukkige mens wordt, die op een prettige manier in het leven staat? Het is aan jou om het goede voorbeeld te geven.