Ontwerpers hebben een verantwoordelijkheid voor de samenleving, ze kunnen met design de wereld een betere plek maken door heldere communicatietools te ontwikkelen.
Het ontwerp moet willen overtuigen maar er •ook blijkonnodige van geen verspilling geven dat dit veroorzaakt. alleen bevredigend lukt als • analyse, gedegen onderzoek en krit de ontvanger in staat wordt Het niet innemen van een standpunt st gesteld om aan niet kiezen en dat is ook een, al da weerwoord te geven, kritische vragen te stellen en het er niet mee eens te zijn. ‘Ik blijf voor mezelf heel kritisch naar de opdrachtgevers • helder concept en een transwaarmee ik werk. Ik wil alleen parant proces. maken waar ik achter kan staan omdat ik dan alleen overNet als iedere burger heeft ook de onteind kan blijven,’ werper een verantwoordelijkheid naar de samenleving. Ik vraag mij voortdurend af hoe ik mij kan verhouden tot deze mediasamenleving, waarin populisme de toon en steeds vaker ook iedere ontwerper moet de inhoud van het publieke en politieke vraag of hij/zij een vera debat bepaalt, waarin angst onze denk- naar de samenleving voo beelden en keuzes beïnvloedt. de wereld in stuurt.
wat je zegt, ben je zelf!
Wat je zegt, ben je zelf! Astrid van Rhijn, 2010 www.astridvanrhijn.nl
Indifference... the plague that moves throughout this land. Omen signs, in the shapes of things to come. Kaartje Summer Darkness festival in Utrecht waar Brendan Parry ‘Serverance’ speelde.
Dead Can Dance, 1988 From ‘Severance’, The Serpent’s Egg
Inhoudsopgave
09 Inleiding en vraagstelling 15 Engagement en grafisch ontwerpen 38 Een nieuw millennium: de context is veranderd ontwerpen, de vorige eeuw 44 Wat versta ik onder geëngageerd of kritisch ontwerpen 48 Heeft een ontwerper een publieke verantwoordelijkheid? 58 De ontwerpers 61 Ontwerpers aan het woord 79 LinkedIn 87 Hier sta ik voor 94 Wat je zegt, ben je zelf! 101 Literatuur 104 Noten
De start van mijn scriptie: zaterdag 17 juli 2010, eerste literatuuronderzoek in de Koninklijke Bibliotheek.
Inleiding en vraagstelling
Bij de collectieve beoordeling (juni 2010) werd aan de studenten uit het vierde jaar deeltijd grafisch ontwerpen de volgende vraag gesteld: ‘Wat voor ontwerper ben jij, waar sta je voor?’ Los van het antwoord dat ik destijds gegeven heb, heeft deze vraag me gedurende de zomer aan het denken gezet. Hoe bepaalt een grafisch ontwerper zijn of haar standpunt? Heb ik als ontwerper een verantwoordelijkheid naar het publiek en zo ja wat betekent dit voor de opdrachten die ik ga doen. Welke opdrachten doe je dan wel en welke niet en waar is deze keuze op gebaseerd? In het vooronderzoek dat ik heb gedaan, kwamen aanvullende vragen naar voren zoals de vraag of grafisch ontwerpen in de huidige gefragmenteerde maatschappij nog wel een kritische rol kan en wil spelen? Of de vraag of door het pragmatisme, consumentisme, individualisme en kapitalisme het engagement uit het grafisch ontwerpen is verdwenen? Om antwoord te krijgen op deze vragen heb ik besloten om mijn scriptie hierover te schrijven. Dit heeft geleid tot de volgende centrale vraagstelling:
Heeft een grafisch ontwerper een maatschappelijke verantwoordelijkheid voor de beelden die hij/ zij de wereld in stuurt en zo ja, hoe geef je als ontwerper een invulling aan deze verantwoordelijkheid? Deelvragen Om deze vraag te kunnen beantwoorden, heb ik en aantal deelvragen geformuleerd. In deze scriptie wordt allereerst beschreven welke idealen ontwerpers in het verleden koesterden, welke verantwoordelijkheid zij hadden richting de maatschappij en hoe zijn deze idealen en de positiebepaling van de ontwerper veranderd in de tijd? Om te kunnen
onderzoeken of ontwerpers een verantwoordelijkheid hebben naar het publiek ga ik in op de vraag wat ik versta onder verantwoordelijkheid in relatie tot grafisch ontwerpen. Vervolgens zal door middel van een praktijkonderzoek de stap gemaakt worden naar de ontwerppraktijk zelf. Hebben ontwerpers een verantwoordelijkheid naar het publiek en zo ja, hoe wordt dit ingevuld. Welke voorbeelden zijn er en hoe wordt door de ontwerpers hun standpunt gecommuniceerd? Ook wil ik nagaan of de overheid een rol kan spelen en welke rol dit zou kunnen zijn. Naar aanleiding van het onderzoek, de reacties en kritische reflectie wil ik vervolgens mijn eigen standpunt ten opzichte van mijn verantwoordelijkheid als grafisch ontwerper richting het publiek beschrijven. Dit kan dienen als mogelijk handvat voor de toekomst.
Instrumenten en aansluiting actuele thema’s Ik heb deze scriptie gemaakt door middel van literatuuronderzoek (boeken,
10
actuele
artikelen en vakliteratuur) en onderzoek via internet. Vervolgens heb ik aan zeven ontwerpers een aantal vragen gemaild met het verzoek om hierop te reageren. Simultaan ben ik op de LinkedIn-site van de BNO een discussie gestart waarbij ik mijn centrale vraagstelling als discussie op deze site heb geplaatst met de oproep om te reageren. De resultaten van deze twee onderzoeken staan in het hoofdstuk Ontwerpers aan het woord (blz. 61). Om antwoord te kunnen geven op mijn vragen heb ik in deze scriptie onder andere gebruik gemaakt van het werk van Ed Annink, initiator van de Stichting Design Den Haag1 en de grafisch ontwerper Annelys de Vet. Zij spelen een belangrijke rol in het actuele debat naar de rol van de overheid en de positie en verantwoordelijkheid van de ontwerper. In het kader van Design en Overheid zijn in 2010 een groot aantal activiteiten rondom dit thema georganiseerd. De Koninklijke Bibliotheek had in het kader van Design en Overheid in een aparte selectie van literatuur bij elkaar gebracht waarvan ik dankbaar gebruik heb gemaakt en waardoor het
11
mogelijk was om in een korte periode veel informatie te verzamelen. Het werk van Annelys de Vet en haar kritische artikelen waarin zij vragen stelt over de rol van de ontwerper spreken mij erg aan en veel van haar onderzoek heb ik gebruikt om deze scriptie te maken.
en praktische meerwaarde gegeven. Daarnaast wil ik de deelnemers aan de LinkedIn discussie bedanken voor hun bijdrage aan deze discussie waardoor ik kon nagaan of dit onderwerp überhaupt onder ontwerpers leeft en hoe het debat verloopt. Het bleek al snel dat dit onderwerp wel degelijk reacties oproept bij ontwerpers en mijn centrale vraagstelling werd tot ‘managers choice’ van de BNO-site gekozen! Als laatste wil ik Jasper van Rhijn bedanken voor zijn nimmer aflatende kritische reflectie, opbouwende kritiek en adviezen op alle scripties die ik in de afgelopen zes jaar heb geschreven.
Dank Ed Annink, Mariet Ewalts, Mieke Gerritzen, Manon Hofstra, Annelys de Vet, Ivo Wauben en Carrie Zwarts hebben een inhoudelijke bijdrage geleverd aan deze scriptie waarvoor ik hen hartelijk wil bedanken. Ik vond het ontzettend leerzaam en inspirerend om hun inbreng over dit onderwerp te horen. Dit heeft het onderzoek voor mij een enorme verdieping
12
13
Engagement en grafisch ontwerpen, de vorige eeuw 14
15
In de vorige eeuw waren vormgeving en idealisme sterk met elkaar verbonden. Een ontwerper had bepaalde verwachtingen van de invloed van het ontwerp op de samenleving. Zowel in de jaren ’30 als in de naoorlogse jaren stond vormgeving synoniem met een idealistische kijk op de samenleving. Ontwerpers waren, anders dan reclamemakers, vertegenwoordigers van hogere doeleinden. Reclamemakers werden daarentegen gezien als door winstgedreven volksmisleiders.2 Er waren enkele uitzonderingen zoals Piet Zwart (1885-1977) en Paul Schuitema (1897-1973). De drang om via grafische vormgeving bepaalde maatschappelijke processen te beïnvloeden en het geloof in de macht van het eigen medium waren typerend voor die tijd. Goede vormgeving kon een bijdrage leveren aan een betere samenleving. Maatschappelijke idealen als emancipatie en bewustwording waren tot ver na de Tweede
verleden.3 Om inzicht te krijgen in de relatie tussen engagement en verantwoordelijkheid richting het publiek wordt in dit hoofdstuk een korte geschiedenis gegeven van idealisme in het grafisch ontwerpen. Daarbij heb ik ook een verbinding gelegd met de politieke, economische en maatschappelijke ontwikkelingen in de beschreven periode omdat ik van mening ben dat deze ontwikkelingen hun weerslag hebben op het idealisme en de noodzaak om een standpunt te bepalen in het grafisch ontwerpen.
Wereldoorlog een motor voor het grafisch ontwerpen. Rond de eeuwwisseling dacht men daar echter anders over. Idealisme en utopie behoorden tot het
samenleving vorm te geven. De communistische boodschap werd via reclame, film, propaganda en boeken verspreid. Voor de ontwikkeling van het grafisch ontwerpen was deze ontwikkeling een belang-
De jaren ’20: het opvoeden van de massa De Oktoberrevolutie in Rusland in 1917 betekende een sociale en politieke omwenteling. De toegepaste kunstenaars kregen de belangrijke taak om samen met architecten, ingenieurs en technici de nieuwe
Klaar om te beginnen met het lezen van de literatuur en het maken van de kaartjes met verwijzingen. 16
17
18
ten. Met name na 1920 waren er contacten met de Russische constructivisten en versmolten de typografische experimenten van de constructivisten met het modernisme.5 In deze tijd koesterden kunstenaars, vormgevers en architecten hoge verwachtingen van het effect van een verantwoorde omgeving en vormgeving op het algeheel welbevinden van de mens. Dit was de beginperiode van het vak grafisch ontwerpen. De tijd was gunstig en het medium was door haar reproduceerbaarheid zeer geschikt een groot aantal mensen te bereiken. In de jaren ’20 leken maatschappelijk idealisme en grafisch vormgeven voor elkaar bestemd.6 De jaren ’20 waren verwachtingsvolle jaren voor de ontwerpers van de avant-garde. De hoofdstroom van de Nederlandse reclame was in de jaren ’30-’50 echter zelden baanbrekend. Een
moderne technieken en materialen een bijdrage zou kunnen worden geleverd aan het ontstaan van een betere maatschappij. Deze idealen waren vergelijkbaar met de idealen van de Russische constructivis-
uitzondering vormden de Nederlandse ontwerpers Piet Zwart, Paul Schuitema en Gerard Kiljan (1891-1968).7 Zij hebben in Nederland, vanuit een maatschappelijke visie, de internatio-
De jaren ’30 tot aan de Tweede Wereldoorlog: een uitzondering, de Maniakken
Schrift met aantekeningen: een eerste globale opzet van de vraagstelling en de inhoud.
rijke aanjager voor vernieuwing want deze nieuwe tijd vereiste een nieuwe taal! De Russische constructivisten maakten met puur typografische middelen, elementaire vormen, a-symetrische composities en een beperkt aantal kleuren een nieuwe visuele taal.4 Ook in het naoorlogse Duitsland wilden kunstenaars bijdragen aan de nieuwe maatschappelijke verhoudingen door het scheppen van een nieuwe visuele omgeving. Bauhaus werd het middelpunt van dit streven. Twee jaar na de Russische revolutie, in 1919, werd in Weimar het Bauhaus opgericht. Op deze kunstacademie begon een zoektocht naar nieuwe vormen in architectuur, kunst en vormgeving. Het Bauhaus zette zich af tegen versierdrift, geldverslindende productiemethoden en pleitte voor functionaliteit, standaardisatie en machinale productie. Daarnaast geloofde men dat door het gebruik van
19
nale vernieuwingen in de grafische vormgeving het meest markant doorgevoerd. Zwart wilde door middel van de nieuwe typografie via reclame, boeken en tijdschriften de ontwikkeling en emancipatie van de massa bewerkstelligen.8 Zwart, Schuitema en Kiljan koppelden de vormgeving van informatie los van retoriek en verleiding. Hun onderzoek was een cruciale stap in de volwassenwording van het vak grafisch ontwerpen als een aparte discipline. In 1930 startten zij een reclame afdeling nieuwe stijl op de Haagse Academie voor Beeldende Kunst. Dit was de eerste gespecialiseerde opleiding voor grafisch ontwerpen in Nederland. Zij werden de Maniakken genoemd vanwege het fanatisme waarmee zij deze geheel op de principes van de nieuwe zakelijkheid gebaseerde opleiding trachten vorm te geven.9 In 1928 gaf Schuitema een lezing waarin zijn maatschappelijk betrokkenheid naar voren kwam. Ana-
hij de noodzaak tot het maken van reclame mits voor een goed product en het publiek de waarheid omtrent het product werd verteld.10 Bij een groot deel van de leerlingen vonden Schuitema’s idealen een enthousiast gehoor en tijdens zijn lessen ontstonden langdurige discussies over de taak van de ontwerper in de klassenstrijd, zijn verantwoordelijkheid tegenover de massa en waarvoor wel en geen reclame gemaakt mocht worden.11 Door een aantal negatieve ontwikkelingen zoals de beurskrach en de daarop volgende economische crisis, de groeiende werkeloosheid en het opkomende fascisme, de sluiting van het Bauhaus en de Spaanse burgeroorlog kwam de utopie van een betere wereld echter zwaar onder druk te staan. Het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog vormde het trieste dieptepunt.
loog aan de ontwikkelingen in Rusland zag hij een taak in het maken van propaganda voor ‘opvoeding van de massa of voor het propageren van levensinzichten’. Bij industriële productie accepteerde
Aanstrepen van de relevante passages, die als verwijzing kunnen dienen in de scriptie. 20
21
Na de tweede wereldoorlog: de wederopbouw en de opkomst van het functionalisme De Tweede Wereldoorlog had de idealistische vooruitgangsgedachte flink doen afnemen. De schok met betrekking tot waartoe mensen in staat waren dreunde na. De tijd vroeg om stellingname. Kunstenaars en verzetsmensen hoopten, dat nu de oorlog voorbij was, de lang verwachte vrije, democratische en rechtvaardige maatschappij zou aanvangen. In de politiek leek een sterke socialistische inbreng immers mogelijk.12 De jaren na de oorlog waren jaren van wederopbouw. In deze tijd was er sprake van een strikte scheiding tussen grafisch ontwerpers en reclamemakers. Reclamemakers waren fout gezien hun houding tijdens de bezetting en het vermeende gebrek aan cultuur.13 De jaren ’60 waren in tegenstelling tot de jaren ’50 woelige jaren. De wereld was in snel tempo onoverzichtelijker geworden. Gezag werd niet meer automatisch aanvaard. De economische groei die in de tweede
helft van de jaren ’50 zichtbaar was, zette onverminderd door. De ene loongolf volgde de andere op en geleidelijk aan steeg het welvaartsniveau van de huishoudens. In de vormgeving overheerste het functionalisme dat ook wel werd aangeduid met de Internationale Typografische Stijl of ‘Zwitserse School’ omdat Zwitserland voor veel vormgevers een voorbeeldland was. De functionalisten streefden naar een zo duidelijk mogelijke vormgeving van de informatie. Illustraties werden geminimaliseerd, letters moesten strak zijn en er werd bij voorkeur links uitgelijnd.14 Door de groeiende welvaart groeiden veel ondernemingen exponentieel. Ieder zichzelf respecterend bedrijf had een logo en een huisstijl. Grafisch ontwerpen werd in deze periode een beroep. Dat had te maken met de ontwikkeling in het bedrijfsleven dat zich steeds meer bewust werd van de kracht van marketing en promotie.15 Nederland staat tegenwoordig bekend als het land waar niets ontsnapt aan de vormgevende controle van de mensen die daarvoor hebben doorgeleerd. Dit beeld ontstond in de jaren ’60. In deze periode
Kaartjes met verwijzingen naar de literatuur. Door deze kaartjes te ordenen ontstond de inhoud van mijn scriptie. 22
23
werd ook de openbare ruimte vernieuwend vormgegeven bijvoorbeeld door de gestroomlijnde brievenbussen of de helderblauwe ANWB-borden. In het grafisch ontwerpen kreeg het functionalisme heel Nederland in zijn greep. Het functionalisme was een voortzetting van de vernieuwingen die in de jaren ’20 en ’30 op gang waren gekomen door het Bauhaus en Piet Zwart en Paul Schuitema.16 Wim Crouwel (1928) was één van de toonaangevende ontwerpers van het functionalisme. Hij geloofde dat communicatie objectief en dus waardevrij kon zijn. Op basis van analyse, systematisering en stramienen konden optimale oplossingen voor designproblemen worden gevonden. Dat alles zou resulteren in een goed vormgegeven en goed geordende maatschappij.17 De functionalisten wilden de maatschappij verbeteren door heldere en sobere ontwerpen. Zij wilden de mens ontlasten van overbodige ballast. Het ideaalbeeld was een goed vormgegeven woon- en werkomgeving. Door het dagelijks leven te ontdoen van
overbodigheden zou de mens meer aan zichzelf toekomen en zou er ruimte zijn voor de mens met zijn eigen gedachten.18 Binnen- en buitenruimte werden langs de meetlat van de efficiëntie ontworpen. De wereld leek maakbaar en aan het optimisme werd niet getornd. Crouwel was er in die tijd van overtuigd dat ontwerpen een flinke rol zou kunnen spelen in de samenleving.19
De jaren 70: weg met het modernisme! De Parijse opstand in 1968 was een voorbode op maatschappelijke veranderingen. De opstand was een accumulatie van de groeiende onvrede tegen de hiërarchische machtsverhoudingen in de politiek en de maatschappij. Linkse intellectuelen, studenten en arbeiders eisten radicale democratisering. Hoewel in Nederland in de jaren ’70 de naoorlogse welvaart werd geconsolideerd, leidden de oliecrisis en de afhankelijkheid van de internationale econo-
Naar het Graphic Design Museum in Breda om de voorbeelden in het echt te kunnen zien. Dit is het werk van Wim Crouwel. 23 24
25
mie tot onverwachte tegenspoed. De steeds groter wordende rol voor de overheid zorgde voor financiële, economische en bestuurlijke problemen.20 De politieke en maatschappelijke veranderingen aan het einde van de jaren ’60 maakten een einde aan het geloof in de maakbare samenleving. De hiërarchisch ingedeelde en verzuilde maatschappij waarin iedereen zijn plaats kende, veranderde in deze periode in een chaotische samenleving waar op allerlei gebied om inspraak werd gestreden. Opdrachtgevers hadden andere doelen dan het inzichtelijk presenteren van hun bedrijf en het werkelijk bereiken van de mensen. Zij wilden gewoon een beter plaatje van zichzelf.21 De vormgevers begonnen zich af te keren tegen de officiële vormgeving. Het was een benauwd harnas met uitdrukkingsmiddelen die steeds gladder werden.22 De criteria van de Internationale Typografische Stijl vergden te veel
éénrichtingsverkeer in de communicatie die in de consumptiemaatschappij gemeengoed geworden was.23 Hoewel het utopisch denken na de oorlog in theorie uiteengevallen was, bleef dit in de ontwerppraktijk richtinggevend. Van Toorn’s ontwerpfilosofie was gericht op de emancipatie van een breed publiek: ‘Een kritische houding tot de wereld, dat willen we toch graag?’24 Ook Studio Dumbar was een bureau dat zich verzette tegen het harnas van de officiële vormgeving. Om in een steeds complexere wereld te blijven communiceren moesten emotionele aspecten ook een rol kunnen spelen. Gert Dumbar (1940) herstelde het persoonlijke, feestelijke en het versierende element en spotte met de ernst van het modernisme.25 Dumbar eiste een tot dan toe ongekende vrijheid voor de ontwerper. De ontwerper was een dwarsligger die niemands knecht mocht zijn, niet van de opdracht-
aanpassing van de ontwerper en sloten erg weinig aan op de complexe realiteit. Jan van Toorn (1932) uitte ernstige kritiek op het modernisme. Van Toorn was uit op een dialoog en verzette zich tegen het
gever en niet van het geld.26 Zoals in de volgende paragraaf zal blijken, waren de reacties in de jaren ’80 op de alomtegenwoordige ‘Total-design’ stijl vrij extreem in hun vormlust en speelzucht.27
In het Graphic Design Museum in Breda: het meesterwerk van Irma Boom, het SHV boek. 26
27
De jaren ’80: andere tijden In de jaren ’80 wordt Nederland naar verhouding zwaarder getroffen dan andere landen door de economische recessie omdat de noodzakelijke bezuinigingen in de jaren ’70 waren uitgebleven. De drie kabinetten Lubbers voerden een strikte bezuinigingspolitiek. Decentralisatie, deregulering en privatisering waren de magische woorden uit die tijd. De kennis van vormgeving en huisstijlen lag in deze tijd nog bij de ontwerpbureaus. Daardoor was voor de visie van de vormgevers veel ruimte.28 Maar er was ook sprake van veranderingen in het vakgebied. Een voorbeeld van deze veranderingen kan worden gegeven aan de hand van de ontwikkelingen die het ontwerpcollectief Wild Plakken in de jaren ’70 en ’80 heeft doorgemaakt. Het Amsterdamse ontwerpcollectief Wild Plakken was een belangrijk voorbeeld uit de jaren ’70 op het gebied van idealisme en ontwerpen. Zij gaf verschillende linkse actiegroepen en politieke partijen een stem. Hiervoor gebruikten zij voornamelijk affiches. Affiches vormden een snelle
28
en goedkope manier om ideeën te verspreiden. De ontwerpers van Wild Plakken geloofden in de macht van het medium en de ontwerper.29 Wild Plakken riep op tot solidariteit, woede, actie en verzet, kortom zij riepen op tot handelen. In de jaren ’80 werden zij professioneler in het vak. Dit begon te wrikken met de opdrachtgevers. De actiegroepen en politieke linkse partijen bleken erg behoudend in hun beeldtaal. Bij de politieke partijen ging het op den duur ook steeds vaker om het vergroten van de macht dan om de ontwikkeling en emancipatie van de gewone man. Ook hier werd de toenemende individualisering zichtbaar die de jaren ’80 tot het iktijdperk zouden bestempellen.30 De professionalisering van het vak en de toenemende individualisering leiden tot steeds meer diversiteit. In deze periode zijn meerdere stromingen zichtbaar in het grafisch ontwerpen. Crouwel en de functionalisten bleven staan voor theoretisch verantwoorde producten, rationeel en clean. Daarnaast waren er een aantal ‘moderne jongens’ zoals Anthon Beeke (1940) die zich kunstnaar voelden en waarvoor niets
29
te gek was als het maar vernieuwend was. Beekes idealisme richtte zich op de vrijheid en ontwerpruimte van de ontwerper. Meer dan Dumbar wilde hij ook een uitspraak doen over zijn tijd en kanttekeningen plaatsen bij de misstanden die hij signaleerde zoals ongelijkheid en geweld. Met zijn beroemde affiche Troillus en Cressida uit 1980 rammelde hij aan de grenzen van wat nog net wel en net niet kon in een affiche.31 Anderen, zoals Jan van Toorn, stierven liever de hongerdood dan te moeten ontwerpen voor multinationals.32 Vanaf de jaren ’80 veranderde de relatie tussen de ontwerper en de opdrachtgever. De ontwerper
Op weg naar de
stelde zich op als partner van de opdrachtgever. Het werd de gewoonte voorstellen aan te dragen die aan de verwachtingen van de klant beantwoordden. De spanning die vroeger bestond tussen het zelfbeeld van de opdrachtgever en de vorm die de ontwerper bedacht, viel weg. In het kielzog van de punk en new-wave cultuur gingen jonge Nederlandse ontwerpers op zoek naar een nieuwe beeldtaal.33 De komst van de computer had grote impact op de grafische industrie. In 1984 werd de eerste Apple Macintosch gelanceerd.34 Ook was er een ontwikkeling te zien in de manier waarop studio’s werkten. In de jaren ’70 en vroege jaren ’80 was er vooral sprake van professionalisering en schaalvergroting. Rond 1985 werd kleinschaligheid weer interessant. Er ontstond een markt voor kleine wendbare studio’s die meer persoonlijk waren.
21ste
eeuw
Graphic Design Museum in Breda: het werk van Anton Beeke, rechts Troillus en Cressida. 30
31
Deze meer persoonlijke stijl in een ontwerp was goed voor de zichtbaarheid en het imago van de opdrachtgever. Steeds meer vrijgevochten twintigers begonnen voor zichzelf.35 Een van de bureaus uit deze periode is het Haagse bureau Barlock. Zij had een sterke voorkeur voor langlopende processen, die het mogelijk maakten om de taak van het ontwerpbureau gaandeweg op te rekken zodat de ontwerper een strategische partner werd.36 De val van de Berlijnse muur in 1989 betekende de genadeslag voor het idee van een wereldomvattend politiek en maatschappelijk ideaal. De jaren ’90 werden de jaren van het internet en de mobiele telefoon. Deze communicatiemiddelen waren medeverantwoordelijk voor de sterk opbloeiende wereldeconomie en de stijgende beurskoersen. Het was in Nederland voor velen een tijd van voorspoed.37 In Nederland bleef de theorievorming over het vak achter bij bijvoorbeeld de Verenigde Staten. Nederlandse ontwerpers waren pragmatisch en bedachten onorthodoxe en kwalitatief goede oplossingen.38 Toch waren er ook ontwerpers die
de autonome status van de ontwerper opeisten. Deze ontwerpers wilden niet in de eerste plaats de klant het naar de zin maken maar gebruikten de opdracht om persoonlijke beelden de wereld in te sturen. Dit zijn echter uitzonderingen binnen de totale Nederlandse productie maar het waren wel de blikvangers van het ‘Dutch Design’. ‘Dutch Design’ is internationaal de verzamelnaam voor vrijwel alle ontwerpen, op welk gebied dan ook, uit Nederland. Een voorbeeld is het werk van het ontwerpbureau LUST. Zij zochten naar een evenwicht tussen werk waar je volledig achterstaat en werk dat de huur betaalde. LUST wilde bijvoorbeeld in haar ontwerpen niet alleen een probleem oplossen maar ook de middelen ter discussie stellen.39 De ontwerpen van LUST waren een aansporing om nog eens te kijken. LUST stelde zich dienstbaar op om de boodschap van de opdrachtgever daadwerkelijk over te brengen maar de manier waarop dit gebeurde was van LUST. Zo werd elk ontwerp een onderdeel van een onderzoeksproject. De ontwerpers van LUST waren geen mooimakers. Ideeën, houding, concept en proces speelden een belangrijke rol.40
15 september 2010: op bezoek bij Barlock in Den Haag. 32
33
Een andere belangrijke verschuiving wordt eind jaren ’80 duidelijk. De grenzen tussen de verschillende disciplines zoals bijvoorbeeld grafisch ontwerpen en reclame beginnen te vervagen. Eind jaren ’80 annexeerde het kledingmerk Benneton met een confronterende reclamecampagne het maatschappelijk engagement, het terrein waarop grafisch ontwerpen het alleenrecht meende te hebben. Oliviero Toscani (1942), die deze campagne voor Benneton bedacht, overtrad de ongeschreven maar dwingende regel dat reclame zich bezighoudt met omzet, geld, schone schijn en grafische vormgeving met al die andere zaken zoals creativiteit, commentaar en engagement. Was Toscani een geniaal vernieuwer van massacommunicatie met de oprechte intentie racisme mondiaal ter discussie te stellen of een uitgekookte provocateur?41 De reacties vanuit de grafisch ontwerpers waren gemengd en kritisch.
lijke engagement naar zich toe heeft kunnen halen en heeft kunnen commercialiseren? Of is dit het onvermijdelijke gevolg van het gegeven dat disciplines steeds meer samen gaan werken en in elkaar overlopen en dat de scheidslijn tussen reclame en grafisch ontwerpen verdwenen lijkt te zijn? Het gaat echter te ver om hier in deze scriptie nader op in te gaan. Deze toenadering tussen engagement en reclame heeft zich ook voorgedaan vanuit een andere richting. Ook de politieke partijen en idealistische instellingen hebben de reclamebureaus ontdekt.42 Hiermee wordt de tendens dat het onderscheid tussen beide disciplines vervaagt, verder versterkt.
Bovenstaande roept ook een aantal interessante vragen op. Heeft het grafisch ontwerpen in het postmoderne tijdperk haar historische rol onvoldoende waargemaakt zodat de reclame het maatschappe-
Eerste inventarisatie van de ontwerpers die ik wilde uitnodigen om mee te werken aan mijn onderzoek. 34
35
Intermezzo: de PTT Als je een korte beschrijving geeft van de geschiedenis van het ontwerpen in Nederland dan mag je niet voorbijgaan aan de rol van de PTT. Aangezien de invloed van de PTT bijna de gehele 20ste eeuw een beeldbepalende invloed heeft gehad, wil ik hier in een aparte paragraaf op ingaan. In 1918 werd Jean Francois van Royen algemeen secretaris van de PTT. Hij had een voorliefde voor (boekdruk)kunst en typografie. Het was zijn overtuiging dat kunst en vormgeving de burger zouden kunnen verheffen. Hij zag daarbij een leidende
36
rol voor de overheid. Na de Tweede Wereldoorlog richtte de PTT de Dienst Esthetische Vormgeving (DEV) op met als doel om het ingezette beleid van Van Royen (1878-1942) voort te zetten.43 Decennia lang is het kunst- en vormgevingsbeleid van de PTT wereldwijd bekeken met een mengsel van bewondering en afgunst. Nergens werd met zoveel zorg en lef gewerkt aan de visuele identiteit. In 1970 werd Ootje Oxenaar (1929) adjunct-hoofd van de DEV. Hij was een sterk en onafhankelijk pleitbezorger van goede vormgeving op allerlei terreinen. Diversiteit
was kenmerkend voor het opdrachtenbeleid van de DEV. Met uitzondering van de huisstijl die herkenbaar moest zijn, heeft het opdrachtenbeleid van de PTT geen eenduidige stijl opgeleverd. De postzegels geven een gedetailleerd overzicht van alle belangrijke Nederlandse ontwerpers. De bankbiljetten met de zonnebloem, vuurtoren en Snip, die Oxenaar heeft ontworpen, waren een meesterstuk. In plaats van autoritair gezag straalden ze kleur en openheid uit. Deze onorthodoxe benadering vormde een tegenwicht tegen saaiheid en achteloosheid, een tegenwicht tegen autoriteit en macht. Het Nederlandse geld was het resultaat van verregaande autonomie van de ontwerper die zich in het productieproces niet opzij liet schuiven en de flexibele houding van de opdrachtgever, De Nederlandse Bank.44 Begin 2002 hief de KPN zijn afdeling Kunst & Vormgeving op. De opheffing van Kunst & Vormgeving kon als zoveelste bewijs gezien worden van het korte-termijndenken van geprivatiseerde en vercommercialiseerde bedrijven. Waar aandeelhouders het voor het zeggen krijgen, is geen plaats meer voor idealisme.45
37
Een nieuw millennium: de context is veranderd
In het vorige hoofdstuk werd beschreven welke idealen ontwerpers in het verleden koesterden, welke verantwoordelijkheid zij hadden richting de maatschappij en hoe deze idealen en positiebepa-
In het begin van de 20ste eeuw stonden idealen en ontwerpen in elkaars verlengde. Men geloofde in de maakbare samenleving en het gegeven dat een ontwerper daar een rol in kon spelen. Aan het einde van de 20ste eeuw was dit geloof verdwenen en werd de maatschappij steeds individualistischer en gefragmenteerder. De ling veranderden in de tijd.
schrijvers van het boek ‘De wereld moe(s)t anders’ uit 1999, concludeerden dat de jonge generatie idealen heeft maar dat deze generatie een stuk bescheidener is en dat ze wars is van dogma-
tiek. De auteurs stelden dat de nieuwe generatie worstelde met dezelfde vragen als de voorgaande generaties (hoe druk ik mij betekenisvol uit, hoe verbeter ik communicatie) en voor dezelfde dilemma’s stonden (voor wie werk ik wel of niet). De idealistische vormgeving van deze nieuwe generatie kon zich bij geen enkel vormprincipe aansluiten en kon bij geen enkele maatschappelijke stroming aanklampen. De vraag die dit oproept is dan ook: hoe worden idealen in het heden, dus nu, in
Laten we de vraag hoe grafisch ontwerpers anno 2010 invulling geven aan idealen en hun verantwoordelijkheid richting het publiek definiëren eens nader onderzoeken. Het geloof dat er een blauwdruk 2010 vormgegeven?46
op de maatschappij gelegd kan worden en dat toekomstige ontwikkelingen vanuit één enkele visie kunnen worden geïnitieerd, was sinds de jaren ’70 verleden tijd.
Allereerst stuurde ik alle geselecteerde ontwerpers een email en belde ik om te vragen of ze mee wilden doen. 38
39
Ode aan de Krant/ Tekstiele Werken Kiosk Persgroep Nederland Amsterdam Het project Krant in Beeld is ‘thuis’ bij de Persgroep. Daarnaast zijn In de vitrine en in de kiosk enkele textiele werken te zien: teksten op en van textiel. De expositie duurt tot 1 juni. Jacob Bontiusplaats 9 1018 LL Amsterdam ma. t/m vrij van 9.00 tot 17.00 uur 020- 562 2255
Decennia erna werd door allerlei emancipatiegroepen voor het eigen belang gestreden. In het postmoderne tijdperk van de jaren ’80 werden rebellie en actiegroepen effectief in instituties gesmoord of radicaliseerden. Het besef groeide dat de individuele mens op zaken als milieuvervuiling, verspilling, werkeloosheid nauwelijks invloed kon uitoefenen. Politieke partijen hadden geen antwoord op deze machteloosheid. Universele en absolute waarheden ontbraken. Het geloof in de vooruitgang en de ratio was weg. In het Ik-tijdperk waren idealisme en utopie bedenkelijke en zelfs gevaarlijke begrippen geworden. Grafisch ontwerpers die in deze periode hun opleiding kregen, hadden geen behoefte zich af te zetten tegen de heersende ontwerpcultuur.47 Ook ontbraken duidelijke politieke en maatschappelijke stromingen zodat het moeilijk was om
Het grafisch ontwerpen kende aan het begin van de 21ste eeuw vele gezichje ergens bij aan te sluiten.48
ten. Veel studio’s stelden zich in de eerste plaats dienstbaar op. Zij zagen het oplossen van andermans probleem als hun hoofdtaak. Ze doorbraken geregeld de grenzen van het traditionele ontwerpen maar vooral door hun werk te injecteren met zakelijke disciplines als communicatie, informatica, projectontwikkeling, reclame en marketing. Een andere groep verzette zich tegen deze objectivering van het ontwerpvak. Zij herformuleerde de briefing van de opdrachtgever en stelden vragen bij het conventionele stappenplan. Ook hier is sprake van grensoverschrijdende activiteiten maar er zijn andere disciplines in het spel zoals architectuur, bewegend beeld en muziek en journalistiek.49 Anno 2010 is er echter sprake van een andere politieke en economische situatie dan aan het begin van de 21ste eeuw. Uit de laatste prognoses van het
Site van Mariet Ewalts. De meeste contactgegevens vond ik via de websites van de ontwerpers. 40
41
Centraal Planbureau van de Statistiek lijkt het of de economie zich herstelt van de economische crisis die in 2009 begon. Of het herstel definitief doorzet, is op dit moment nog zeer onzeker. Ook is het politieke landschap ingrijpend veranderd. Bij de recente verkiezingen voor de Tweede Kamer in juni 2010 behaalde de PVV een verkiezingsoverwinning. Het populisme dat met Pim Fortuyn is begonnen, wint aan terrein en lijkt een niet te onderschatten factor in de Nederlandse politiek te zijn geworden. De traditionele politieke partijen hebben geen antwoord op de manier waarop Wilders de media en de politieke arena bespeelt. Op basis van de verwevenheid van idealisme en ontwerpen in het verleden zou de verwachting kunnen ontstaan dat hier op door ontwerpers wordt gereageerd. Maar ook op het gebied van beeldvorming lijkt Wilders een voorsprong te hebben. Hij begrijpt zeer goed wat je met media-aan-
op Fitna is gemaakt. Zijn wij daartoe niet in staat, interesseert het ons niet of willen wij ons niet (op deze manier) in het debat mengen? Omdat dit me bezighoudt, wil ik onderzoeken of ontwerpers zich verantwoordelijk voelen naar de samenleving en zo ja, hoe dit tot uiting komt in hun werk.
Je kunt je afvragen waarom er nog geen antwoord dacht kunt bereiken en zet hierop vakkundig in.
Gemeente Museum Den Haag: naar de tentoonstelling Norm = Vorm over standaardisatie en design. 42
43
Wat versta ik onder geëngageerd of kritisch ontwerpen? 44
Om de vraag te kunnen beantwoorden of de ontwerper een maatschappelijke verantwoordelijkheid heeft en zo ja, hoe deze verantwoordelijkheid wordt ingevuld, vind ik het van belang om eerst te definiëren wat ik in dit verband onder verantwoordelijkheid versta. Daarvoor maak ik gebruik van het werk van Max Bruinsma. Hij beschreef dat er twee professionele strategieën zijn voor ontwerpers in relatie tot het publiek:
delijke beslissingen kunnen maken wat hun standpunt ook is. Zelfs wanneer het ontwerp een bevooroordeelde positie vertegenwoordigt, ter ondersteuning van een boodschap die de opdrachtgever wil communiceren, pretendeert het niet het ultieme antwoord op de vraag te zijn. Het ontwerp activeert bij de ontvanger of gebruiker het bewustzijn van sociale en culturele context waarin het, met de boodschap die het wil overbrengen, is ingebed.
. De ontwerper is een instrument dat erop uit is de consument te verleiden de voorstellen van de commercie of van de politieke macht kritiekloos te accepteren. Zelfs als de ontwerper pretendeert namens de opdrachtgever objectieve informatie te geven en erkent dat de consument een keuze heeft, is het belangrijkste doel om die keuze in een richting te beïnvloeden namelijk die
In de geeft de ontwerper de informatie zodat de ontvanger van de boodschap zelf een keuze kan maken. Ik vind dat een goed uitgangspunt voor de definitie van een verantwoordelijk ontwerp. Volgens Bruinsma is de tweede uitgangspositie interessanter als het gaat om sociaal en cultureel ver-
van de opdrachtgever. . De ontwerper als instrument van het publieke debat, burgers de informatie verschaffen waarmee ze weloverwogen keuzes en verantwoor-
antwoordelijk werken. Het ontwerp faciliteert het leggen van verbindingen tussen kern van de boodschap (wat wordt er gezegd, gevraagd?), de achtergrond (van wie is het afkomstig?) en de wereld er
tweede strategie
45
omheen (voor wie is het bedoeld?). Dit is een kritisch proces omdat er impliciet wordt gevraagd naar
Het ontwerp moet willen overtuigen maar er ook blijk van geven dat dit alleen bevredigend lukt als de ontvanger in staat wordt gesteld om weerwoord te geven, kritische vragen te stellen en het er niet mee eens te zijn. het ‘waarom’.
Een visuele cultuur die openstaat voor een verscheidenheid aan interpretatieruimte en debat rondom het beeld. Een voorbeeld hiervan is het ontwerp voor de Nederlandse bankbiljetten door Ootje Oxenaar waarin hij door middel van de gekozen beelden (vuurtoren, zonnebloem en Snip) suggereerde dat er andere waarden zijn dan geld.50 Naast de twee beschreven strategieën wil ik ook ingaan op de vraag of je als ontwerper eigenlijk wel de keuze hebt om geen standpunt in te nemen. Hier-
voor maak ik gebruik van het artikel Kunst en democratie van Chantal Mouffe dat beschrijft dat de liberale opvatting is dat wij leven in een wereld waarin vele standpunten en waarden naast elkaar bestaan die door empirische beperkingen niet allemaal tegelijk kunnen worden omarmd maar bij elkaar toch een harmonieus geheel vormen. Mouffe stelt in haar artikel dat het geen nut heeft om onderscheid te maken tussen politieke en niet-politieke kunst omdat het werk van kunstenaars een rol speelt bij de instandhouding van een bepaalde symbolische orde dan wel in de ondermijning ervan. Daarmee heeft kunst altijd een politieke dimensie.51 Ik vind dat deze opvatting ook geldt voor het wel of niet innemen van een
Het niet innemen van een standpunt staat daarbij voor mij gelijk aan niet kiezen en dat is ook een, al dan niet bewuste, keuze.
standpunt in een grafisch ontwerp.
Ontwerp van Carrie Zwarts voor de stichting Pleegzorg, een voorbeeld van een goed advies door de ontwerper. 46
47
Heeft een ontwerper een publieke verantwoordelijkheid? 48
In de vorige paragraaf heb ik beschreven wat kan worden verstaan onder de verantwoordelijkheid van de ontwerper. In deze paragraaf wil ik ingaan op de vraag of een ontwerper deze verantwoordelijkheid daadwerkelijk heeft. Hiervoor maak ik gebruik van het werk van Annelys de Vet. Zij heeft een belangrijke rol gespeeld in de discussie over deze publieke verantwoordelijkheid. In het boek ‘de Publieke zaak van de grafisch ontwerper’ van Annelys de Vet wordt gesteld dat in onze steeds individualistischer wordende maatschappij de roep om saamhorigheid – het ‘wij-gevoel’ – steeds luider klinkt. De overheid en de politiek doen hun best om kaders te scheppen voor een hechte gemeenschap en herkenbare (rationele) identiteit, maar de inzet vanuit alle gelederen van de samenleving is daarbij van evident belang. Nederland is op zoek naar beelden en verhalen, canons en gemene delers. In de samenleving zijn heterogene en culturele achtergronden echter diverser en bijna iedereen handelt vanuit een individueel referentiekader. Desondanks is er onder politici en burgers een behoefte aan beel-
den die uitdrukken wat hen verbindt.52 Design is een onderdeel geworden van ons collectieve geheugen en bepaalt mede de wijze waarop een samenleving zich uitdrukt. De ontwerper speelt daarin een
Beelden spelen een steeds grotere rol in hoe we identiteit ervaren. Beelden communiceren directer dan woorden en vormen een machtig instrument bij het beïnvloeden van onze meningen. Een ontwerper creëert beelden en dat verschaft hem autoriteit. Daaraan kan de conclusie verbonden worden dat de ontwerper verantwoordelijkheid draagt. Max Bruinsma stelt dat design in rol, de vraag is welke rol dit is.53
54
de media de meest invloedrijke culturele overdracht
49
is. Het hele idee dat mensen een bepaalde leefwijze aannemen en bepaalde merken kopen om zich te identificeren met een cultuur hangt af van beelden en ontwerpers maken die beelden. Als beeldmakers hebben ontwerpers verantwoordelijkheid ten opzichte van de ideeën die zij uitdragen. Zelfs als die beelden niet afkomstig zijn uit hun eigen visie, dan krijgen zij toch vorm door de ontwerper.55 En daarmee heeft een ontwerper verantwoordelijkheid voor wat hij of zij de wereld in stuurt. In het vervolg van deze scriptie zal ik onderzoeken of ontwerpers deze mening delen en zo ja, hoe zij hieraan invulling geven.
Kritisch ontwerpen, een aantal invalshoeken Voordat ik mijn onderzoeksvragen in de praktijk heb uitgezet, heb ik allereerst een literatuuronderzoek uitgevoerd en gezocht naar relevante informatie over dit onderwerp. In maart 2006 heeft een debat plaatsgevonden over ‘Nieuwe beelden voor Nederland’. In dit debat werd ingegaan op het
gegeven dat de samenleving steeds meer gefragmenteerd raakt en dat de morele leegte in de politiek en de samenleving zich lijkt te uiten in een nationale identiteitscrisis. In dit debat werd de vraag gesteld naar de mogelijkheden van de grafisch ontwerper om bij te dragen aan de beeldvorming van onze maatschappij.56 Ik wil dit debat gebruiken om een aantal opvattingen over kritisch ontwerpen te beschrijven voordat ik het onderwerp verder uitdiep door middel van mijn eigen praktijkonderzoek. Rutger Wolfson, sinds 2000 directeur van de Stichting Beeldende Kunst Middelburg, stelde tijdens dit debat dat steeds meer ontwerpers zich met kritische ontwerpen willen bezighouden. Ze willen laten merken dat ze een eigen mening hebben en iets te vertellen hebben. Dat neigt naar autonomie.57 Tevens stelt hij dat het publiek heel intelligent is in het lezen van visuele lagen. Dat is een bijproduct van het feit dat ze constant met beelden gebombardeerd worden. Volgens Wolfson moeten wij het publiek niet onderschatten.58 Het feit dat het publiek tegen-
Manon Hofman stuurde een exemplaar op van haar eindexamenboek op: de Reclamegod. 50
51
woordig visueel geletterd is, heeft gevolgen voor de invloed die een ontwerper heeft en hoe hij hiermee omgaat. Dit sluit aan bij de bevinding van Max Bruinsma, die in het boek ‘De Wereld moest anders’ stelt dat anders dan veel communicatieproducten – van reclame tot nieuwsberichten - doen vermoeden, de ontvanger meestal niet dom is. In onze cultuur is sprake van een hoge mate van ‘visuele geletterdheid’ bij grote delen van het publiek van massamedia. De komst dat een ‘visueel geletterd’ publiek aspecten ‘leest’ in een communicatieproduct, die de ontwerper niet heeft voorzien, is niet denkbeeldig. Belangrijk om als ontwerper na te denken over de context waarin het ontwerp ontstaat en waarin het opgaat. In termen van betekenis die een ontwerp kan krijgen, is het goed te beseffen dat een visueel ontwikkeld publiek feitelijk mede-ontwerper wordt.
Een ontwerp is een voorstel dat zijn eigen vorm krijgt in de interactie met een publiek. Kern van het
vak van een ontwerper is de analyse, de kritische beschouwing. Ontwerper Daniel 59
van der Velden geeft aan in het debat dat er bij grote ontwerpbureaus steeds minder plek is waar je een ontwerp kunt vernieuwen. Dat gebeurt nu meer in onderzoeksomgevingen. Er is nog wel ruimte in de culturele sector. Hij is van mening dat een ontwerper zijn discipline moet benaderen als een kennisdiscipline, waarin hij meer inbrengt dan puur formele vaardigheden. Een ontwerper moet volgens hem een veel serieuzere gesprekspartner zijn voor opdrachtgevers. Om dat te kunnen bereiken heb je de omweg van onderzoek nodig.60 Anthon Beeke stelt dat opdrachtgevers heel goed weten in welke richting een oplossing gezocht moet worden. Het is van grootste belang dat de ontwerper zich in de probleemstelling van zijn opdrachtgever verdiept, zodat hij deze ook partij kan geven en tot een zinvolle oplossing komt die niet slechts gestoeld is op charmante vormgevingstrucjes.61
Bladzijde uit de Reclamegod van Manon Hofman. 52
53
Ursula Tischner (1964), voorvechtster voor duurzaam ontwerpen, stelt dat je als grafisch ontwerper met alles wat je doet, communiceert. Talloze goederen worden onnodig ontwikkeld en geproduceerd voor verzadigde markten en in verkoopkanalen gezet met behulp van enorme marketing en advertentiebudgetten. Design kan bemiddelen tussen productie en consumptie op een manier die leidt tot oplossingen voor echte problemen en tot een radicale ombuiging naar duurzaamheid van productie- en consumptiesyste-
betrouwbare reclame, respect voor de mens waarbij de sociale verantwoordelijkheid wordt genomen. Als men. Meer concreet betekent dit
62
interessante campagnes die duurzamer en verantwoordelijker zijn noemt zij de Dove reclamecampagne waar niet zulke dunne meisjes verschijnen als een verantwoord voorbeeld.63 Ik heb beschreven dat grafisch ontwerpers in het Iktijdperk geen behoefte hadden zich af te zetten tegen de heersende ontwerpcultuur waarin het beeld op
alle fronten de overhand had. In het bovenstaande debat lijkt sprake te zijn van een tendens die meer in de richting gaat van het herontdekking van het kritisch of wellicht beter, bewust ontwerpen waarbij wordt uitgegaan van de verantwoordelijkheid van een ontwerper richting het publiek en de samenleving.
De vraag is dus niet of je een verantwoordelijkheid hebt richting het publiek maar de manier waarop je deze verantwoordelijkheid door een kritische houding kunt invullen. Zaken als onderzoek, analyse en het besef dat je invloed hebt, werden in het bovenstaande debat als belangrijke uitgangspunten voor de invulling van verantwoord ontwerpen genoemd.
Heritage van Miroslav Milovic, uit The subjective atlas of Serbia van Annelys de Vet. 54
55
Is er een rol voor de overheid? Tot in de vorige eeuw waren de kerk en in tweede instantie de politiek de belangrijkste instituten die invloed hadden op onze collectieve moraal. Tegenwoordig verschuift dit gezag naar de media. Deze lijken steeds meer de wijze waarop wij betekenis geven aan de wereld te bepalen.64 De huidige macht schuilt bij bedrijven met toegang tot de media. Daar kan niet met een wildgeplakte poster tegen gestreden worden.65 Vanuit de samenleving groeit de druk om een antwoord te geven op de vraag hoe het toekomstig overheidsbeleid letterlijk vorm moet krijgen. Welke kaders gecreëerd moeten worden om greep te krijgen op zaken zoals een veranderd concept van sociale samenhang, technologie en innovatie, een zorgzame overheid, individuele vrijheid, nationale zelfbeschikking en internationale samenwerking. Het aantrekken van een Rijksvormgever werd als een oplossing genoemd om een brug te slaan tussen de wereld van de politiek en de wereld van de verbeelding.
Vormgeving is immers het domein waarbinnen culturele waarden kunnen worden overgedragen.66 De vraag is nu of de markt het laatste woord heeft bij de inrichting van de openbare ruimte of dat de politiek daar een maatschappelijke verantwoordelijkheid heeft. Er is nauwelijks aanbod en/of erkenning van kwaliteit, geen cultureel debat, geen inhoudelijke verdieping. Dit pleit voor een herbezinning van het vakgebied.67 De overheid moet het goede voorbeeld geven. Het opdrachtgeverschap van de overheid kan een van de meest effectieve instrumenten zijn in het vormgevingsbeleid van deze eeuw.68 Ook kan overheidsbeleid vormgevers uitdagen om te reageren op nationale clichés, symbolen en tradi-
ties zodat hun veranderde betekenis bespreekbaar en begrijpelijk wordt. Vormgevers zelf moeten dan bereid zijn om deze onderwerpen niet louter ironisch te behandelen.69 Het vormgevingsbeleid van de overheid moet er daarom op gericht zijn een balans te zoeken tussen het voortdurend actualiseren van een breed geaccepteerde traditie en het creëren van ruimte voor experiment en vernieuwing.70
Ontwerp van Mieke Gerritzen uit het boek De Staat van Paul Frissen. 56
57
Van: Onderwerp: Datum: Aan:
Astrid van Rhijn <
[email protected]> Doorst.: verantwoordelijkheid en design? 3 september 2010 10:35:24 GMT+02:00 "Astrid Rhijn, van" <
[email protected]>
De ontwerpers Begin doorgestuurd bericht: Van: AstridOm van een Rhijn <
[email protected]> antwoord te kunnen geven op de centrale Datum: 3 september 2010 10:35:03 GMT+02:00 vraagstelling en mijn eigen standpunt te kunnen Aan:
[email protected] bepalen, heb ik twee praktijkonderzoeken uitgeOnderwerp: verantwoordelijkheid en design?
reageren. Deze ontwerpers zijn geselecteerd op basis van hun werk en standpunt zowel tijdens de opleiding als in hun huidige praktijk. voerd. Ik heb een aantal ontwerpers benaderd De volgende ontwerpers hebben een directe bijdrage Beste Mieke, met het verzoek om te reageren op een e-mail geleverd aan mijn onderzoek: Ed Annink, Mariet met vragen. Daarnaast ben ik opaan de de pagina Ik ben eindexamenstudent grafisch ontwerpen KABKvan in Den Haag. Mieke Vorig jaar heb aanManon de hand van jouw film Beautiful Ewalts, Gerritzen, Hofstra, Annelys de World een onderzoek gedaan naar ontwerpen en communicatie en heb hierover een presentatie gegeven aan mijn mede de BNO (beroepsorganisatie van Nederlandse Vet, Ivo Wauben en Carrie Zwarts. studenten. Ik vind de manier waarop je in deze film communicatie, commercie en globalisering weergeeft en het effect dat dit opopLinkedIn een moment discussie gestart'vol' van het beeld) erg sterk. Ook vind ik de manier waarop je heeft op deOntwerpers) kijker (ik raakte een gegeven helemaal over de verantwoordelijkheid ontwerper. In In met copyright omgaat (nl. geen copyright) van een de statement dat meer navolging zouheb mogen krijgen. de e-mail ik de volgende vragen gesteld: dit hoofdstuk worden de aanpak en de resultaten . Heeft een grafisch ontwerper een verantwoorAls afstudeerproject doe ik nu onderzoek naar de maatschappelijke verantwoordelijkheid van grafisch ontwerpers. Ik vind de van onderzoek delijkheid naar de samenleving voor beeldenaan projecten die je dit organiseert en beschreven. ondersteunt en de manier waarop je thema's als visualisering, globalisering en de commercie de orde stelt erg goed. Ik wil je daarom vragen of je een bijdrage zou willen leveren aan mijn onderzoek door de drie Ik heb aan zeven ontwerpers door middel van een die hij/zij de wereld in stuurt en zo ja, hoe geef onderstaande vragen te beantwoorden.Ik heb daarvoor de volgende vragen geformuleerd: emailbericht gevraagd om een bijdrage te leveje als ontwerper een invulling aan deze verant1. Heeft ontwerper een verantwoordelijkheid de samenleving? ren de aan mijn onderzoek. Hierbij heb ik naar gekozen woordelijkheid? Kun je een voorbeeld geven uit voor een aantal bekende ontwerpers (3) waarvan je eigen werk. werk en hun manier van werken mij in het bij- . Heeft de overheid een rol en zo ja, welke ? Zohet JA/zo NEE, want: Enzonder kun je hiervan een concreet voorbeeld aangeven uit je eigen werk? aanspreken. Ook heb ik vier oud-studen2.
ten van de KABK benaderd en gevraagd om te Heeft de overheid hierbij een rol?
Ook heb ik gevraagd of ze nog aanvullend advies/ tips hadden in relatie tot mijn scri ptie onderwerp. Dit bleek een bron voor aanvullend e informatie te zijn. Ik kreeg literatuursuggesties, nam en van andere ontwerpers die wellicht een bijd rage konden leveren, voorbeelden van verantwoor de ontwerpen van de betrokken ontwerper zelf of anderen, een uitnodiging om een keer te komen kijk en in een studio en een uitnodiging voor de tentoon stelling van eindexamenwerk van de masteroplei ding grafisch ontwerpen van het Sandberg Instituu t. Deze tentoonstelling heb ik 19 september 201 0 bezocht en kan ik natuurlijk goed gebruiken als inspiratiebron voor mijn eigen afstudeerproject. Ik heb zoveel aanvullende informatie gekregen dat ik gezien de tijd en de gegeven omvang van de scriptie soms lastige keuzes heb moeten maken over wat ik wel en niet kon meenemen. Op de volgende blad zijden wordt per ontwerper een samenvatting van zijn/haar standpunt weergegeven.
Zo JA/zo NEE, want: 58 3.
Heb je tips/advies voor me? Zijn er andere ontwerpers, auteurs, projecten die ik in verband met het onderzoek zou kunnen raadplegen?
59
Ontwerpers aan het woord 60
61
er en Ied leur k De
ief
s
e ich
s uw nie
h arc
t om tk a ?' n i s, w erleid iez wa k v t r s r a w ze ve W ieu mber: 'De kie ie en N t e a g lot v ir ges llin p No f e s a t 6 s 2 in ol n on rlij esv nto d n id Be ucc Te e g rlij s n i n h Be le m sie orm in ver s ver siu F i u o po e isc m= lize d d m r o y o r i N ige e -P ij s oo ink nd liti gb els nv Po eve ezi e H L g w p in t in or aan sen en en tw nt s Op nm on ine in E r e m v nd t Go sla Pro rwer da ert ts uit n h w e e' r e e D e M eh ad in ag nM ass :M rm b sig o m e e D am =F m siu po ese ho orm rop Sym ing N u nE en 'Eé Op lg o s v r uw ws Ve en ienie lit r ieu ebouw n o e i e t n p e m g m h er rd ru ids ov a in nt tee overhe d ing rop n Ze a l l l fin te e to Eu esig ere ten en est ns liti in ‘… in o G D o o c / p n W te e e es nt er te chi td Te orm onal the im ze ’ aar Ar eef ziet y’s Ru apes en on if ti b h e n s a b k c d Ox u h o w n s e n n c i e e b r y e l i j a o t l t b V te ot ci se m en Pu In lijn. ees in aar gel -O hel ijn r rop ie, m t. En olle ign de de ess e e s r u M g t n d a e i i E B b a s o t u d e p tr Wa ind Ha elk e mis ders , er em lijk eef n an In 0v ov ssen rke eri h erder lfd d an sv g 01 n De ieke h e e e z l 2 E n t i l v pm bin A de r lan to n lli ic in va n un es va no e jes ra ste atie n ez ts Le er ast ied en ee se ca on aa d. Ee g di gn e k. s l k e i o m n t p o i d g a o n r s n e ei ke r ar ez dra aliaa de b Ha de iti Te rh en . da keu pute al It n d e ed Ove Den en eis e, op an land n en e s a m t t t e s d o n n l s m n c ë e rs in e tu va ruim its epe en en n alle ustri ee ign e tie i s str Du scho tjes ied s re ta lat zij nd len am r i e e n R De ifes e re t geb nba e z e D Va ebek a’s, n er e n d e ikk iet rd. ne ffi ma t op op h e op ele ntw als D Brau m mm disee ko d o a h e u d r c r s e z i r o g t s ls a ri rhe oo n vi r de met pro anda ypen erper ten a haus e e en pv oo ov st en ject er uur e t ontw ikan t Bau e V e t g s m . w n t a ro ct atie va he nt abr de se on taa es .P ite om ireer art, f n als ducte 62arch unic en w rlijn ung' s erlijn e p o l w s r e o k p in h tZ eB mm wer ad B chw Pie en sc kope der co od t 's
ff gsa
, erk ign w er/ erp des erp Ontw ary w t in On rator scipl i u c ltid mu
k n i n
E
n A d
‘Een ontwerper is absoluut verantwoordelijk voor de producten die hij ontwerpt en daarmee ook voor de productie’ vindt Ed Annink. Hij vertelt dat Michael Hardt in dit 71
verband zelfs stelt dat ontwerpers ‘moordenaars (van het milieu)’ zijn om het debat maar eens flink aan te scherpen. Ontwerpers dragen volgens Hardt ongelofelijk veel verantwoordelijkheid. Werk je vanuit een geëngageerdheid naar de maatschappij of ben je als ontwerper bezig met winst maken samen met het bedrijf waarvoor je ontwerpt? Bedrijven zijn bezig met winstmaximalisatie in plaats van winst voor de samenleving en de cultuur. Ontwerpers beïnvloeden de cultuur en de samenleving en dragen daarvoor verantwoordelijkheid. Als ontwerper moet je weten waarvoor en wat je aan het ontwerpen bent. Er moet sprake zijn van effectieve communicatie. Je zou het eigenlijk beter over communicatie ontwerpen in plaats van grafisch ontwerpen moeten hebben. Er is sprake van een multidisciplinaire aanpak waarbij vaak met een grotere
‘Er zijn te veel ontwerpers en te weinig opdrachten. Ontwerpwerk heeft altijd gekozen voor een multidisciplinaire aanpak, groep mensen aan een ontwerp wordt gewerkt.
63
, erk ign w er/ erp des erp Ontw ary w t in On rator scipl i u c ltid mu olg
d ver
er
k n i n
n rv A d ve
E
in rst
waardoor wij breed inzetbaar zijn en minder afhankelijk. Ontwerpwerk zoekt projecten die passen bij de kwaliteit en het multidisciplinaire samenstelling van het bureau. Bijvoorbeeld in een breed project waarin zaken als research, proces, inhoud, website, interieur, tentoonstelling ed. aan bod komen’ vertelt Ed. Een goed voorbeeld is het door Annink geïnitieerde meerjarige project ‘Design en Overheid’. Voor dit project heeft de stichting Design den Haag (opgericht door Ontwerpwerk) zelf de fondsen (Gemeente Den Haag, Mondriaan stichting, Dutch DFA72, de Europese Commissie e.a.) georganiseerd en kan vanuit de projectverantwoordelijkheid invulling geven aan de inhoud. De kennis die hiermee wordt opgedaan, kan vervolgens worden ingezet in de advisering aan, en bemiddeling tussen, overheid en design. Waardoor de stichting op termijn een eigen inkomen kan verwerven. Ed vindt dat de overheid een belangrijke rol heeft bij het inzetten van design t.b.v. een effectievere communicatie met de diversiteit in de Europese samenleving. 64
u ryw s. r Cu afé' e s c uit gse D a eke st op e i a t h H c en wur gis nde auth aag o ry l H r e l o e u n Bi hil je d itse C in De erij c che s n s r u g u g e a la D v en ik ats aar S de Ha e un sche) j a l p n i In , its log ende Ga Hem n Du o . i l j (b hil oeven fé bi or ee c s ver en pr n, ca er vo der r an mm es ve kom gelm e l ch n Le Du s of S ing! i ar Klu kerv aa sm
se he ag a fic f H et eA D m n g lin hes i l e t c s ns ffi o a s che p to to i g f n f n o i Te gsa n ze iez n i k m z e p ie er oi e e j. k v i o s o r t r r e i m ale zijn v n ms on Du e o bed G o s e e n w , s d e f e d e g r n a lier le Som mati n ze va u ove tie v l a m r j s k a i j r o c o fo ta s z g pri inf ele iez nl s n, m le a i e o v e n n s k t i w e u ie en n we ou feerd e laa ver .E t vis id j b i a e e t i r s e e g r r c ra g er e D gev de pa Haa verde rh n zijn fotog fotos ureau mee e ge , de ov erlij an che Lees n b even v s n a i e r v n B . k l In isto 1950 lek rhede ngen elijk h p k i e r t naf dag rder we se ov de ui a s v e n v it o n in Du ille ees e h L c . w s ver waar rijgen k n zie aken te m 65
Mariet Ewalts
ontwerper, afgestudeerd in 2009
‘Wat is je toegevoegde waarde?’ Deze vraag speelt voortdurend een rol volgens Mariet Ewalts (1958). Volgens Mariet is authenticiteit het belangrijkste. Als je maakt wat iedereen maakt dan krijg je volgens haar ook de platte opdrachten die daarbij horen. Opdrachtgevers vinden Mariet juist omdat haar werk zich onderscheidt van de rest. Mariet wil de wereld niet verbeteren. Ze vindt het al heel wat als ze geen lelijkheid de wereld in brengt. Ze legt verantwoording af aan haarzelf door alleen dingen te
‘Ik blijf voor mezelf heel kritisch naar de opdrachtgevers waarmee ik werk. Ik wil alleen maken waar ik achter kan staan omdat ik dan alleen overeind kan blijven.’ maken die zij mooi vindt.
‘Je krijgt de opdrachtgevers die jouw werk mooi vinden en dan is er vaak al sprake van een ‘klik’, je trekt opdrachtgevers aan die je de ruimte geven.’ Mariët gaat meer voor authenticiteit dan voor verantwoordelijkheid. Een droomopdracht was voor haar het ontwerp voor het jaarverslag Nederlandse Dagblad Pers. Mariet ontwierp een geborduurde omslag met de afbeelding van een krant bij voor jaarverslag waarvan 700 exemplaren zijn gemaakt.
Eindexamenwerk van Mariet Ewalts. Dit is verwerkt in het jaarverslag van de Nederlandse Dagblad Pers. 66
67
Mieke Gerritzen (1962) geeft aan ‘Ontwerpers hebben een verantwoordelijkheid voor de samenleving, ze kunnen met design de wereld een betere plek maken door heldere communicatietools te ontwikkelen. Maar sinds er voor ontwerpers nauwelijks werk is, verdwijnt deze verantwoordelijkheid en komt er reflectie voor in de plaats. Ontwerpers gaan autonomer werk maken want er zijn minder opdrachten.’ Mieke geeft in haar reactie aan dat zij geen rol ziet voor de overheid: ‘Nee, de overheid kan hooguit subsidie ter beschikking stellen aan de ontwerper. De overheid heeft met het Rijksbrede logo de ontwerpwereld om zeep geholpen.’ 68
69
70
‘Als ontwerper heb je inspraak in wat je vertelt maar mensen willen ook beïnvloed worden en niet zo ontzettend veel keuze hebben. Het is goed als je je als ontwerper daarvan bewust bent. Je hebt als mens een verantwoordelijkheid maar dus ook als ontwerper!’ Manon heeft nog nooit een opdrachtgever geweigerd.
ontwerper eigenaar van Dare to design
nog meer overheidsbemoeienis niet nodig. De overheid moet alleen ingrijpen als het echt fout zou gaan. Mensen zijn volgens haar zelf verantwoordelijk.
‘
Een ander project wat ook enorm leuk was om te doen, was het project ‘Pimp your bike’ op de autoloze zondag in Utrecht. Kinderen lieten hun fiets ‘pimpen’. De kinderen waren zo trots op hun gepimpte fiets dat ze er weer mee naar school wilden rijden in plaats van met de auto te gaan. Dat zijn de leuke dingen,’ vertelt Manon. Manon vindt
is een voorbeeld waarbij de verantwoordelijkheid als ontwerper naar voren komt. En uiteraard wordt al het drukwerk op FSC papier gedrukt en levert haar bureau Dare to design voor het briefpapier dat ze ontwerpen ook altijd een digitale versie aan de klant.
‘Je trekt opdrachtgevers aan waar je mee kunt werken.’ Manon draagt haar steentje bij maar weet dat je niet de hele wereld kunt veranderen. ‘Wel een klein beetje zodat ik er zelf achter kan staan en met mezelf door een deur kan.’Projecten zoals de website duurzaammarketing
Manon vertelt:
Manon Hofstra (1978) is afgestudeerd met haar boek Reclamegod. Dit boek heeft als boodschap: let op wat je met je ontwerpen doet. Het boek is vormgegeven als een bijbel omdat mensen alles uit de reclame aannemen en kopen.
Manon Hofstra
71
‘Net als iedere burger heeft ook de ontwerper een verantwoordelijkheid naar de samenleving. Ik vraag mij voortdurend af hoe ik mij kan verhouden tot deze mediasamenleving, waarin populisme de toon en steeds vaker ook de inhoud van het publieke en politieke debat bepaalt, waarin angst onze denkbeelden en keuzes beïnvloedt. Een samenleving ook waarin 40% van de Nederlandse bevolking het eens is met de ideeën van de extreemrechtse politicus Geert Wilders, die zijn politieke kracht volkomen ontleent aan het geciteerd worden in de media. Hoever gaat onze verantwoordelijkheid in een maatschappij waarin Israël, ondanks het stelselmatig negeren van VN-resoluties en de afschrikwekkende oorlog die het voerde in de Gazastrook, maar dankzij de uitermate sluwe persbureaus en voorlichters, toch ge72
woon op steun van de EU kan rekenen, met Nederland als meest uitgesproken stem. Als burger moet ik in een dergelijke samenleving op mijn hoede zijn en als ontwerper word ik gedwongen om kritisch te zijn. In die context wil ik grafisch ontwerpen betekenis geven, en dan vooral over ontwerpen als publieke zaak.’ De overheid is bij uitstek een instrument om de democratische cultuur te faciliteren, de overheid is in zekere zin de hoeder van het publieke domein. Dat betekent dat zij, samen met ‘de samenleving’ die taak ook serieus moet nemen. Ruimte bieden aan cultuur, de kwetsbare ruimte van kunst verdedigen en begrijpen wat de culturele meerwaarde van goed ontwerpen is staan daarbij in het verlengde. De overheid moet hier zijn beleid op aanpassen.’ Annelys de Vet (1974) ontwerper, hoofd afdeling Design van het Sandberg Instituut
Voor WK-ontwerpers zijn duurzaamheid en het dragen van verantwoordelijkheid van groot belang. WK-ontwerpers den-
‘Een ontwerper heeft zeker verantwoordelijkheid! Alles begint bij ons en dat is van groot belang. Het zou mooi zijn als ontwerpers dat nu eens eindelijk in zien en niet narcistisch achter hun bureau werk maken waarmee zij andere ontwerpers de ogen kunnen uitsteken. Ontwerpers moeten nadenken bij wat ze de wereld in sturen’ vindt ken na hoe zij dit zo optimaal mogelijk kunnen doen.
BEREIKBAARHEID
THUIS VISIE PROJECTEN
OVER WK
BNO-LIDMAATSCHAP
VACATURES
NIEUW: 100% gerecycled papier voor op kantoor
WK-Ontwerpers is een concept- en ontwerpbureau voor doeltreffende communicatiemiddelen. De heldere, doordachte concepten liggen op het raakvlak van identiteit,
Ivo. Het feit dat ontwerpers niet eens voor de klant bezig zijn maar vooral voor zichzelf en andere ontwerpers, irriteert Ivo
originaliteit en functionaliteit. Bij WK-Ontwerpers staan hierbij milieuvriendelijke oplossingen centraal. Wij wonnen een prijs voor onze huisstijl uit slechts één vel papier!
milieubewuste keuzes maken en wil toonaangevend zijn voor duurzaam ontwerp in heel Nederland. Meer weten?
WK-Ontwerpers is verhuisd van de Caballerofabriek naar het Sweelinckplein Sweelinckplein 42 2517 GP Den Haag
BEZOEK/POSTADRES > SWEELINCKPLEIN 42 | 2517 GP DEN HAAG | T 070 356 03 77 | E-MAIL
[email protected] | ALGEMENE VOORWAARDEN
74
‘Ik probeer de boodschap en materiaal te combineren. Door duurzame oplossingen te bedenken in plaats van dingen te ontwerpen die na gebruik in de prullenbak worden gegooid.’ mateloos.
Het bureau werkt voor organisaties die
Hij is op zoek naar mensen die er ook zo over denken maar dit zijn er maar weinig in de branche. Duurzaamheid moet bevorderd worden vanuit het ‘Cradle to Cradle’ principe waarbij afval weer voedsel wordt. WK-ontwerpers is momenteel bezig met
het ontwerpen van een oud-papierbinder die in een doos van fijn materiaal zit en voorzien is van een leuk design zodat er meer oudpapier wordt opgehaald.
‘Duurzaamheid is echter geen onderwerp dat zichzelf verkoopt, de eerste vraag die vaak gesteld wordt is: wat kost het? Den Haag loopt over 20 jaar onder en wij moeten onze kinderen uitleggen dat we voor het geld hebben gekozen en niet voor het milieu’ zegt Ivo. Volgens Ivo kan de overheid op het gebied van duurzaamheid nauwelijks een rol spelen. ‘We leven in een comfortzone en daar komen we niet meer uit. Initiatief moet komen van burgers en verenigingen. De mensen moeten het zelf willen anders werkt het niet.’ Ivo Wauben WK-ontwerpers, ontwerper afgestudeerd in 1998 75
Carrie Zwarts ontwerper ‘Of een ontwerper verantwoordelijk is, is aan de ontwerper zelf. Goed voor je gezin zorgen en een inkomen binnenbrengen is ook verantwoordelijkheid nemen en verantwoord gedrag naar de samenleving,’ vindt Carrie. ‘Als mens heb je een heleboel verantwoordelijkheden. Door de opdrachten die je doet neem je eigenlijk al een standpunt in.’ Carrie vindt dat iedere opdracht mogelijkheden heeft om er iets goeds mee te doen, dat is juist de uitdaging. Haar ervaring met opdrachtgevers is dat als het persoonlijk klikt, het meestal ook zakelijk klikt. 76
‘Als ontwerper heb je een adviesfunctie en moet je de opdrachtgever durven tegenspreken. Als het contact goed is, werkt dat heel stimulerend. Mogen spelen en onderzoeken in combinatie met verantwoordelijkheid is het ideaal,’ vertelt Carrie. Zij heeft bewondering voor Gorilla, zij nemen dag in dag uit een visueel standpunt in, dat is een fantastische rol. Beeld en commentaar combineren en daarbij je eigen mening niet onder stoelen of banken steken. Een voorbeeld van werk van Carrie waarbij duidelijk sprake was van een eigen standpunt is in een vrije opdracht voor de affichegalerij over eerwraak. Carrie heeft het woord ‘eerlijk’, dat een ‘schoon’ woord is, zo ingezet dat dit niet meer klopt en schijn is geworden. Met dit ontwerp heeft zij een stuk maatschappelijke relevantie ingebracht. In een opdracht om een website te ontwerpen voor de stichting Pleegzorg heeft Carrie de opdrachtgever een alternatieve oplossing voorgesteld. In plaats van het ontwerpen van een anonieme website stelde zij voor om de pleegkinderen een aantrekkelijk vormgegeven doosje te geven met een aantal enveloppen met informatie over de toekomstige pleegouders. De Stichting Pleegzorg vond dit ondanks de hogere kosten en extra tijd (1½ jaar) zo’n goed idee dat zij fondsen zijn gaan werven om dit uit te kunnen voeren.
‘Door het inzetten van je creativiteit en oplossend vermogen kun je een enorme impact hebben op anderen. Het is daarom belangrijk dat je altijd vragen aan jezelf blijft stellen en spiegelt over je standpunten met anderen.’ vindt Carrie. Carrie ziet een rol voor de overheid in een ondersteunende zin zoals door het inzetten van subsidies en het promoten en bevorderen van de internationale positie van het Nederlands design.
77
78
79
Om extra onderzoeksgegevens te krijgen en mijn conclusies te kunnen toetsen op een a-selecte onderzoeksgroep, en daarmee de validiteit van mijn onderzoek te vergroten, ben ik op 3 september een discussie gestart op LinkedIn-site van de BNO. Ik hoopte op basis van het aantal reacties een uitspraak te kunnen doen of mijn onderwerp bij ontwerpers leeft en actueel is. Ik heb de volgende vraag als discussie
geef je als ontwerper een invulling aan deze verantwoordelijkheid? Op 6 september werd de eerste reactie geplaatst waarin in aansluiting op mijn mail een aantal kritische vragen worden gesteld. Op 7 september reageerde Joris van den Ende. Hij stelt dat: ‘Als grafisch ontwerper werk ik in opdracht. Beelden maak ik en
Ik doe onderzoek ik uit voor de opdrachtgever. Ook de mogelijke naar de manieren waarop zoek of invloeden zijn niet voor mij, maar voor de grafisch ontwerpers een effecten Mijn werk gaat naar de opdrachtgestandpunt innemen in opdrachtgever. ver voor accoord en is daarmee diens eigendom en hun werk. Ik ben daarom verantwoordelijkheid.’ geïnteresseerd in jullie re- Op dezelfde dag werd acties op de volgende mijn discussie gekozen vraagstelling. Heeft een tot ‘managers choice’. Ik grafisch ontwerper een kreeg daardoor een apart vakje op de discussiepaverantwoordelijkheid naar gina zodat de discussie opvalt. Het onderwerp sprak de samenleving voor de in ieder geval de beheerders van de BNO-site aan en beelden die hij/zij de we- dat was goed nieuws! reld in stuurt en zo ja, hoe op de site gezet:
Start van de LinkedIn discussie, het bericht was klaar om geplaatst te worden. 80
81
Basic Account: Upgrade
Welcome, Astrid van Rhijn · Add Connections · Settings · Help · Sign Out
Home
Profile
Contacts
Groups
Jobs
Inbox (3)
More...
Groups
Association of Dutch Designers (BNO) Discussions
Members
Promotions
Jobs
Search
More...
Forward this group Manager's Choice
Start a discussion or share something with the group...
Verantwoordelijkheid?
Maximum length is 200 characters.
Attach a link
Share
Astrid van Rhijn
See all »
My Activity
Would the group like these new discussions?
2 of 9 See all new discussions »
Updates: Last 7 Days martijn van gelderen, Mirjam Flink and Peter Roos have joined the group.
Commercials !!! • 1 day ago
1 hour ago
Like
Comment
Flag
JM Jordan commented on: Wie wil direct linken met andere leden van de BNO groep?
More
1 day ago
Most Popular Discussions
Antonio Romero Wijnmaalen commented on: Nicholas Negroponte: ‘Fysiek boek over 5 jaar verleden tijd’
Wie wil direct linken met andere leden van de BNO groep? Sinds kort is er bij enkele andere groepen een leuke discussie ontstaan (die ik nu schaamteloos kopieer, maar leek mij voor deze groep ook wel leuk). 1 day ago Follow René
123 comments
14 comments
Een ieder heeft zich namelijk bij LinkedIn aangemeld om zijn/haar netwerk te vergroten. Ik neem aan dat je het daar mee...
See all updates »
posted 5 months ago
JM Jordan 1 day ago • Altijd goed om je horizon te verbreden en meer contacten aan te gaan. ...
Ads by LinkedIn Members
Reinvent Local Government
See all 127 comments »
De site maakte mijn discussie de Manager’s choice! Er was interesse in het onderwerp. 82
Op 8 september reageerde Maarten Bastian. Hij was het niet met Joris eens en zegt: ‘Ik ben zelf altijd verantwoordelijk voor mijn daden, als mens en als ontwerper.... Hoe klein ook, we hebben namelijk invloed op onze omgeving. ... Een opdrachtgever is altijd op zoek naar het juiste advies en huurt graag mensen met kennis van zaken in. Wij worden ingehuurd om hen te helpen. En als het goed is kunnen wij dat op een hele goede manier, met meer inzicht, ken-
kunnen leveren.’ Ook Tirso Francés vond dat: ‘Je bent als ontwerper zowel verantwoordelijk voor de beelden die je maakt en de impact die die beelden hebben, als voor het materiaal dat je gebruikt (en de impact die dat materiaal heeft op de planeet), als voor de opdrachtgever waar je voor kiest te werken.’ Jurre van Dorp voegde hier op 11 september aan
ontwerper is volgens mij ‘de wil om het steeds beter te willen doen’. Ook hiervoor geldt: verantwoording
de sectoren die ze vertegenwoordigen. Dat zou te makkelijk zijn.’ Ook Elzo Smit vond dat een ontwerper een eigen verantwoordelijkheid heeft. Op 11 september plaatste hij de volgende reactie: ‘De
’Ik denk dat elk mens nis en creativiteit dan de opdrachtgever zelf. Het die communiceert, een niet nemen van die ver- verantwoordelijkheid antwoordelijkheid maait heeft. En iedereen wiens communicatie bij dus het bestaansrecht meerdere mensen aankomt heeft een zwaardere van de ontwerper volle- verantwoordelijkheid. Dus let op! ... Ik denk echter dig weg. ... Een goed streven van een niet dat vormgevers het geweten moeten zijn voor afleggen en verantwoordelijkheid nemen! Hiermee is jouw eigen ontwikkeling gediend, zijn mijn opdrachtgevers geholpen, zij kiezen daarom voor mij en zien zo de toegevoegde waarde die wij als ontwerpers
toe ‘...
maatschappelijke verantwoordelijkheid voor een publicatie bijvoorbeeld ligt bij de klant. De ontwer-
World's largest gathering of local government professionals- Register Now! icma.org From: Thomas Stefaniak, CAE
83
Nicholas Negroponte: ‘Fysiek boek over 5 jaar verleden tijd’ IPADPLANET.NL
See Your Investment Grow
6 days ago
Ads by LinkedIn Members
Follow Joris
Joris van den Ende • Als grafisch ontwerper werk ik in opdracht. Beelden maak ik en zoek ik uit voor de opdrachtgever. Ook de mogelijke effecten of invloeden zijn niet voor mij, maar voor de opdrachtgever. Mijn werk gaat naar de opdrachtgever voor accoord en is daarmee diens eigendom en verantwoordelijkheid. Ik weet niet of je bij een beroepsgroep die voornamelijk bestaat uit toegepast kunstenaars, antwoord op je vraag vindt. Hoewel ik steeds meer ontwerpers zie die zelf óók een bewust beleid hebben, naast het goed willen uitvoeren van de opdrachten van hun werkgevers. Dus misschien zijn er anderen die wel degelijk verantwoord willen ondernemen/verantwoordelijkheid willen nemen.
Eigen Keuze Kado bv. You can give with EKK your employees something that matches their wishes. www.eigenkeuzekado.nl From: Mario Gelijsteen
PowWowNow Conference Call Gratis conference call dienst Snel, eenvoudig, wereldwijd www.powwownow.nl
5 days ago
Follow Maarten
Maarten Bastian • Beste Joris, volgens mij verwar je aansprakelijkheid met verantwoordelijkheid. Ik ben zelf altijd verantwoordelijk voor mijn daden, als mens en als ontwerper. Die verantwoordelijkheid neem ik graag. Dat is een van de belangen die wij als ontwerpers hebben. Hoe klein ook, we hebben namelijk invloed op onze omgeving. Ben je je bewust daarvan, dan zal je ook op een verantwoordelijke manier om willen gaan met jouw opdracht en opdrachtgevers en dus ook jouw werk. Een opdrachtgever is altijd op zoek naar het juiste advies en huurt graag mensen met kennis van zaken in. Wij worden ingehuurd om hen te helpen. En als het goed is kunnen wij dat op een hele goede manier, met meer inzicht, kennis en crativiteit dan de opdrachtgever zelf. Het niet nemen van die verantwoordelijkheid maait dus het bestaansrecht van de ontwerper volledig weg. Niet alleen geld dit voor de 'mooie plaatjes' die wij maken, maar ook voor onze producten die wij ontwerpen en hoe wij in de maatschappij staan. Een goed streven van een ontwerper is volgens mij 'de wil om het steeds beter te willen doen'. Ook hiervoor geld: verantwoording afleggen en verantwoordelijkheid nemen! Hiermee is jouw eigen ontwikkeling gediend, zijn mijn opdrachtgevers geholpen, zij kiezen daarom voor mij en zien zo de toegevoegde waarde die wij als ontwerpers kunnen leveren.
From: Paul Lees
What's this?
Manager's Choice Verantwoordelijkheid? Astrid van Rhijn
See all »
Top Influencers This Week
4 days ago
René Janssen
Astrid van Rhijn
Brigitte de Man
Jolanda Flims
Follow Tirso
Tirso Francés • Je bent als ontwerper zowel verantwoordelijk voor de beelden die je maakt en het impact die die beelden hebben, als voor het materiaal dat je gebruikt (en het impact die dat materiaal heeft op de planeet), als voor de opdrachtgever waar je voor kiest te werken. Net zo goed als je verantwoordelijk bent voor wat je eet, en onder welke voorwaarden dat eten ontstaan is. Je kunt je niet verschuilen achter je opdrachtgever, en ook niet achter de winkel waar je je spullen koopt of het restaurant waar je eet of de producent waar je je ontwerpen laat produceren. Je bent altijd zelf
Antonio Romero Wijnmaalen
per is er volgens mij voor om zowel zender als ontvanger zo goed mogelijk te ondersteunen. En dáár komt dan je eigen verantwoordelijkheid om de hoek kijken... Persoonlijk kan ik alleen ergens aan werken als ik me op z’n minst enigzins kan vinden in het gecommuniceerde. In mijn lange leven heb ik 2 keer een opdracht geweigerd van een kerkelijke instantie. Tegenwoordig vallen natuurlijk ook milieuaspecten onder je verantwoordelijkheid als ontwerper. De bol gaat naar z’n mallemoer, maar daar hoef je in je professie niet nog extra aan mee te helpen. Denk dan bijv. aan mediumkeuze, materiaalkeuze, transport en afval.’ Op 20 september hadden er 7 mensen gereageerd op de discussie. Ik ben tot de dag van vandaag (20 september) nog steeds ‘managers choice’ maar er zijn sinds 11 september geen nieuwe reacties meer geplaatst. Wellicht is er consensus over de uitkomst van de discussie? De meerderheid is immers van mening dat een ontwerper verantwoordelijkheid heeft naar de samenleving. De discussie staat nog actief en kan dus nog verder gaan op LinkedIn maar deze resultaten kunnen in verband met de deadline voor het inleveren van de scriptie niet
meer worden meegenomen. Na een enigszins trage start heb ik de eerste week een aantal interessante reacties gekregen die op één na overeenkomen met de reacties van de geselecteerde ontwerpers en het literatuuronderzoek. Op basis van het te beperkte aantal reacties kan ik niet concluderen dat het een hot issue is maar de reacties die werden geplaatst waren over het algemeen goed onderbouwd en waren in overeenstemming met mijn andere onderzoeksresultaten. Op basis van dit praktijkonderzoek, de reacties van de verschillende ontwerpers op mijn email en uit de reacties op mijn vraagstelling op LinkedIn, blijkt dat de meeste ontwerpers vinden dat zij een verantwoordelijkheid hebben naar de samenleving. De manier waarop hier invulling aan wordt gegeven is echter heel verschillend. Van dicht bij jezelf blijven en voor authenticiteit en kwaliteit staan tot het willen bijdragen aan grote maatschappelijke thema’s als duurzaamheid of het stimuleren van het debat over maatschappelijke verantwoordelijkheid, iedere ontwerper maakt hierin zijn of haar eigen keuzes en lijkt vervolgens de opdrachtgevers aan te trekken die hierbij passen.
De discussie begon te lopen en reacties op LinkedIn kwamen binnen.
84 http://www.linkedin.com/groupItem?view=&gid=65323&type=member&item=28743003&goback=%2Egmp_65323
Pagina 1 van 2
85
Good design at heart is simply honesty. It’s an ingrediënt of character. 73
Hier sta ik voor!
Zowel als mens als ontwerper heb je een verantwoordelijkheid naar de samenleving. De macht van de media is de afgelopen jaren toegenomen ten koste van de oude machthebbers zoals de politiek en de kerk. Een ontwerper heeft toegang tot die media. Dit geeft je mogelijkheden om te communiceren maar ook de mogelijkheden en dus macht om de samenleving te beïnvloeden. Op het moment dat je toegang hebt tot de media draag je verantwoordelijkheid. Ik vind dat je daar als ontwerper zorgvuldig mee om moet gaan en er op zijn minst over moet nadenken wat dit voor consequenties heeft voor de beelden en boodschappen die je de wereld in stuurt. De vraag is dus niet of je een verantwoordelijkheid hebt richting het publiek – deze lijkt mij evident - maar de manier waarop je deze verantwoordelijkheid door een kritische houding kunt invullen. Maar ‘hoe ga ik deze verantwoordelijkheid in de toekomst concreet nemen’ is dan de logische vervolgvraag. Voorafgaand heb ik aan de hand van het werk van Max Bruinsma beschreven dat een verantwoord
ontwerp burgers de informatie verschaft waarmee ze weloverwogen keuzes en verantwoordelijke beslissingen kunnen maken wat hun standpunt ook is. Dus geen éénrichtingsverkeer maar interactie tussen de boodschap en de ontvanger. Het ontwerp moet willen overtuigen maar er ook blijk van geven dat dit alleen bevredigend lukt als de ontvanger in staat wordt gesteld om weerwoord te geven, kritische vragen te stellen en het er niet mee eens te zijn. Ik vind dat een goed uitgangspunt en streef ernaar dat deze ruimte voor interactie in mijn toekomstige werk aanwezig is. Om dit te kunnen bereiken moet een ontwerper zich verdiepen in de probleemstelling van de opdrachtgever en zich als gelijkwaardige partner en adviseur opstellen. Zaken als onderzoek, analyse en het besef dat je invloed hebt zijn belangrijke uitgangspunten. Max Bruinsma stelt dat de wijze waarop een product tot stand komt, de mentaliteit waarmee het bedacht wordt en de analyse die er aan ten grondslag ligt, belangrijker zijn dan de precieze vorm van het eindproduct.74 Ik ben het hier volledig mee eens en deel dit standpunt.
Uitsnede van mijn ontwerp voor de wedstrijd Views to the West waaraan ik in 2010 heb meegedaan. 86
87
Mijn eigen werk kenmerkt zich door een aantal zaken:
• Een directe en open manier van communiceren vooral door middel van beeld. • Mijn ontwerp moet conceptueel kloppen Ik vind dat belangrijker dan dat
•
de gekozen oplossing visueel de meest aantrekkelijke is. Ik vind mezelf dan ook absoluut geen ‘mooimaker’. Ik vind de achterliggende ideeën bij een ontwerp, de houding, het concept en het proces belangrijker dan de uiteindelijke vorm. Ik ben van mening dat deze manier van ontwerpen leidt tot een beter eindproduct waardoor de boodschap beter kan worden overgebracht. Indien de opdracht zich ervoor leent, wil ik
•
vragen
te
stellen dan om kant-en-klare antwoorden te leveren.
Op basis van deze kenmerken wil ik mijn persoonlijke invulling geven aan wat ik een verantwoord ontwerp vind zodat ik mij hier in de toekomst aan kan houden. Hierbij maak ik deels gebruik van de uitgangspunten die Max Bruinsma heeft verwoord voor een idealistisch ontwerp75 maar met een geheel eigen in- en aanvulling.
Ik streef naar een verantwoord ontwerp dat: •
Betekenisvolle structuur aanbrengt in de chaos van mogelijke betekenissen door middel van
helder concept en een transparant proces.
inzicht geven in het proces dat ik heb doorlopen en de ont-
een
graag
dekkingen en verassingen delen en daarmee de ontvanger de mogelijkheid geven om een eigen conclusie te kunnen trekken.
Ik vind het belangrijker om
•
eerlijke, ondubbelzinnige boodschap bevat. Niet misleidend is en een
Tip van Annelys de Vet: de eindexamen expositie van het Sandberg Instituut in Amsterdam. 88
89
•
De ééndimensionaliteit van vanzelfsprekendhe-
ruimte te geven aan de ontvanger om kritische vragen te stellen en een eigen mening te vorden ter discussie stelt door
•
men. Originaliteit ontleent aan de onafhankelijke en goed geïnformeerde en beargumenteerde visie
analyse, gedegen onderzoek en kritische beschouwing. Duurzaamheid bevordert en geen onnodige verspilling veroorzaakt. Rekening houdt met het feit dat een ontwerp een voorstel is dat
van de ontwerper en gebaseerd is op
•
•
zijn eigenlijke vorm krijgt in de interactie met het publiek.
Ik hoop dat ik door trouw te blijven aan deze uitgangspunten mijn maatschappelijke verantwoordelijkheid kan waarmaken. Uit de reacties op mijn email, het werk van de betrokkenen en de gesprekken die ik hierover met een aantal van hen heb gevoerd, krijg ik het beeld dat authenticiteit en kwaliteit bijna ‘automatisch’ leiden tot opdrachtgevers waarmee je een ‘klik’ hebt. Het is dan ook noodzakelijk om deze eigenheid en kwaliteit in het eindexamen jaar zo goed mogelijk te ontwikkelen en te tonen. En wat betekent dit voor potentiële opdrachtgevers? Door Carrie Zwarts werd aangegeven dat iedere opdracht mogelijkheden biedt om er iets goeds mee te doen, dat is juist de uitdaging. Deze positieve en pragmatische instelling spreekt mij aan. Haar ervaring met opdrachtgevers is dat als het persoonlijk klikt, het meestal ook zakelijk klikt. Ook een aantal andere ontwerpers hadden het over deze wederzijdse klik.
Mainstream is voor mij dan ook geen optie.
Eindexamenproject Gap Berlin. Interssant onderzoek en mooi eindresultaat. 90
91
Ik vind het een geruststellende gedachte dat je de opdrachtgevers lijkt aan te trekken die bij je passen en ik ben benieuwd hoe dit in de praktijk zal uitpakken. Ik vind een voorbeeld van een verantwoord ontwerp de ‘Subjective atlas of Serbia’ van Annelys de Vet. In deze atlas stelt zij aan de orde dat de media krachtige beelden uitzenden over Servië die door de ontvanger worden opgenomen als eigen ervaringen. Om deze eenzijdige beelden te nuanceren heeft zij een subjectieve atlas over Servië samengesteld waarin zij een andere kant van deze samenleving laat zien. Om ons verbonden te voelen met een plek, een land, een gemeenschap of volk hebben we beelden nodig. Zij heeft aan een aantal Servische kunstenaars gevraagd ‘hun’ Servië in kaart te brengen en zo geprobeerd een mensbeeld van binnenuit te schetsen, een beeld waarmee we ons kunnen identificeren. Het resultaat is een ‘politiek’ boek maar er wordt geen uitspraak gedaan over oorzaak, schuld of oplossing.76 Ik vind dit concept, het doel en de manier waarop dit is uitgevoerd
een heel goed voorbeeld van een verantwoord en kritisch ontwerp en zou in de toekomst graag zulke projecten uitvoeren. Voorbeelden uit mijn eigen werk die binnen mijn eigen definitie passen van een verantwoord ontwerp zijn het TREP-project en mijn affiche voor het ‘Views to the west-festival’ uit 2010. In het TREP-project neem ik de lezer in het procesboek mee in mijn typografische experimenten waarbij uiteindelijk tekst en beeld worden gecombineerd. Hierdoor kan de lezer zijn eigen conclusies trekken over de gekozen oplossingen en kan ik mijn verassingen en inzichten delen. In het affiche voor ‘Views to the west-festival’ stel ik het thema beeldvorming aan de orde. Door te spelen met stereotypen over Holland en India en deze te mengen wil ik de kijker uitdagen om zelf na te denken over de stereotypen die hij of zij heeft en hoe je altijd door je eigen filter naar ‘de ander’ kijkt. Door middel van de gekozen kleuren en het lettertype (Heineken) wil ik de kijker wijzen op de rol die commercie speelt bij onze beeldvorming.
Aantal bladzijden uit mijn TREP-procesboek de lezer kan het proces volgen en eigen conclusies trekken. 92
93
Wat je zegt, ben je zelf!
In deze scriptie heb ik onderzoek gedaan naar de vraag of een ontwerper een verantwoordelijkheid heeft naar de samenleving voor de beelden die hij/zij de wereld in stuurt en indien dit het geval is hoe je daar als ontwerper invulling aan kunt geven. Om deze vraag te kunnen beantwoorden heb ik allereerst beschreven welke idealen ontwerpers in het verleden koesterden, welke verantwoordelijkheid zij hadden richting de maatschappij en hoe deze idealen en positiebepaling veranderden in de tijd. In het begin van de 20ste eeuw stonden idealen en ontwerpen in elkaars verlengde. Men geloofde in de maakbare samenleving en het gegeven dat een ontwerper daar een rol in kon spelen. Aan het einde van de 20ste eeuw was dit geloof verdwenen en werd de maatschappij steeds individualistischer en gefragmenteerder.
onder deze verantwoordelijkheid. Hierbij heb ik gebruik gemaakt van het werk van Max Bruinsma die beschrijft dat je in principe twee soorten ontwerpers hebt. De ontwerper als instrument dat erop uit is de consument te verleiden de voorstellen van de commercie of van de politieke macht kritiekloos te accepteren en de ontwerper als instrument van het publieke debat, die burgers de informatie verschaft waarmee ze weloverwogen keuzes en verantwoordelijke beslissingen kunnen maken wat hun standpunt ook is. Ik vind de tweede beschrijving een goed uitgangspunt voor een verantwoordelijk ontwerper. Om deze verantwoordelijkheid in te kunnen vullen, zal een ontwerper zijn discipline moeten benaderen als een kennisdiscipline, waarin hij meer inbrengt dan puur formele vaardigheden. Daarvoor is onderzoek, goede analyse van de probleemstelling van de opdracht en het besef dat je invloed hebt noodzakelijk voor de invulling van een verantwoord ontwerp.
Om te kunnen onderzoeken of ontwerpers een verantwoordelijkheid naar het publiek hebben, heb ik allereerst beschreven wat verstaan kan worden
7 oktober 2010 Herman van Bostelen van Gorilla in Zeebelt! 94
95
Ontwerpers hebben toegang tot de media en zijn daardoor in een positie om mensen te beïnvloeden. Ik vind dat je alleen al daarom een verantwoordelijkheid draagt ten opzichte van de mensen die deze beel-
Zelfs als die beelden niet afkomstig zijn uit je eigen visie, zij krijgen vorm door de ingrepen van de ontwerper. En daarmee heeft een ontwerper verantwoordelijkheid voor alles dat hij of zij de wereld in stuurt. Op den ontvangen.
basis van dit praktijkonderzoek, de reacties van de verschillende ontwerpers op mijn onderzoeksvragen en uit de reacties op mijn vraagstelling op LinkedIn, blijkt dat de meeste ontwerpers vinden dat zij een verantwoordelijkheid hebben naar de samenleving. De manier waarop hier invulling aan wordt gegeven is echter heel verschillend en persoonlijk. Van dicht bij jezelf blijven en voor authenticiteit en kwaliteit staan tot het willen bijdragen aan grote maatschappelijke thema’s als duurzaamheid of het stimuleren 96
van het debat over maatschappelijke verantwoordelijkheid, iedere ontwerper maakt hierin zijn eigen keuzes en lijkt vervolgens de opdrachtgevers aan te trekken die hierbij passen. Op de vraag of er een mogelijke rol is voor de overheid op het terrein van verantwoordelijkheid en ontwerpen wordt verschillend gereageerd. Annelys de Vet is van mening dat de overheid bij uitstek een instrument is om de democratische cultuur te fasciliteren, de overheid is in zekere zin de hoeder van het publieke domein. Dat betekent dat zij, samen met ‘de samenleving’ die taak ook serieus moet nemen. Ruimte bieden aan cultuur, de kwetsbare ruimte van kunst verdedigen en begrijpen wat de culturele meerwaarde van goed ontwerpen is, liggen daarbij in het verlengde. De overheid moet hier zijn
Door sommige ontwerpers werd met name op de ondersteunende en faciliterende rol van de overheid gewezen. De vraag naar de rol van de overheid leverde beleid op aanpassen.
97
minder reacties op dan op de vraag over verantwoordelijkheid. Naar aanleiding van dit onderzoek en mijn eigen standpuntbepaling vind ik dat iedere ontwerper moet nadenken over de vraag of hij/zij een verantwoordelijkheid heeft naar de samenleving voor de beelden die hij/zij de wereld in stuurt. Je hebt toegang tot de media en daarmee invloed op de samenleving en ik vind dat je alleen daarom al moet nadenken over je verantwoordelijkheid nog voordat je via de media beelden naar buiten brengt. De uitkomst van deze kritische zelfreflectie en de manier waarop een ontwerper deze verantwoordelijkheid wil invullen, is aan de ontwerper zelf, dit is een individueel proces. Wel wil ik een dringende oproep doen aan iedereen die ontwerper is of wordt: denk na over
Ik vind naar aanleiding van mijn onderzoek dat je je niet kunt en mag verschuilen achter een opdrachtgever maar zelf een verantwoordelijkheid draagt voor de beelden die je de wereld in stuurt, besef je dit dus goed want wat je ‘zegt’, ben je zelf! je verantwoordelijkheid en reflecteer!
Sander van Geest, meelezer, Marjan Brandsma, scriptiebegeleidster. 98
99
Literatuurlijst
100
101
117 lieke zaak, Rotterdam, 2008, p. 108t verdragen’, in: Open, kunst als pub kuns de kan iek polit veel ‘Hoe O BAV 2 ls’, in: Trouw, 4 mei 200 am, 2008 meer mooie postzege stration’, Amsterd Besten, L. den, ‘Nooit illu d aphic design an gr 1. e lum vo n, 09 dutch desig dam, 1999 BNO, ‘My 2008 20 ders’, Amster eld moe(s)t an er w e ‘D e, ss A. Haa kunst Duis, L. ten en vormgeving bouw eldende kunst en am, 2008 be rd de tte or Ro vo 2’, s 01 nd Fo s BKVB 2009-2 nd fo n pla ids ele (BKVB), ‘B 2 rdam, 200 at’, Amste ta s e ‘D . H.A ld’, 2006 Frissen. P. Beautiful wor ‘TYPO-film: . M n, ze rit Ger sterdam, 2001 e of strategies’, Am qu alo at ‘C . M n, Gerritze 2008 msterdam, s Gorilla’, A en lg vo eltijd, 2004 d el wer sch Ontwerpen de Gorilla, ‘De riptie KABK Grafi sc en m xa de Ein r 2010 ocht idealen’, ant, 8 septembe Hofstra, M. ‘Gez r’, in: De Volkskr rfu Da or vo k er norm kunstw Kiene, A. den, ‘E en, 1982 iakken,’ Eindhov Maan, F. ‘De Man een van mij!’, Rotterdam, 2002 Middendorp, J. ‘Ha, daar gaat er ’, Den Haag, 2010 e stijl van het rijk ‘D , gh ee rst , 2008, Ve . en M e zaak’, Rotterdam Molenkamp, M. kunst als publiek n, pe ‘O in: ’, ild 6-15 laying the wild ch tterdam, 2008, p. Montmann, N. ‘P 9 publieke zaak, Ro als t ns rdam, 200 ku , te s en aag/Am H mocratie,’ in: Op de n e en D st un ’, ‘K 9 , n 200 Mouffe, C. nds. Editio e Netherla th in y 007 lic ural Po sterdam, 2 dies, ‘Cult 2006’, Am tu s js n ri a sp m u k e : Erasm OCW/Bo ke domein r het publie o vo n e rp Haag 2003 3 ‘Ontwe , Amsterdam/Den am, 2008, p. 66-7 van de overheid’ eke zaak, Rotterd rm bli vo pu e ‘D als t la, ns se ku , en Prem t publiek’, in: Op vet.nl/teksten it liegen tegen he ww.annelysde w , 06 20 Verwoert, J. ‘Vriju ri ua azine, febr in: Items Mag w.annelysdevet. ch politicus’, fis ra ‘G , de 01 maart 2007, ww , (F) es Vet, A. ap Ét ine 2006’, in: Magaz intessens, nr.4, vemberrevolutie strategieën’, in: Kw p er Vet, A. de, ‘De no tw on e uw t populisme of nie werpen tegen he VVet, A. de, ‘Ont vet.nl/teksten de ber lys ne , www.an n, novem Amsterdam, 2009 rmberichte o V : in rd blicee sie’, gepu eid als illu rh e v o e n ‘D , kste Vet, A. de devet.nl/te w.annelys eksten 2005, ww annelysdevet.nl/t maart 2006, www. , g’ vin ge rm vo ke ven, 2006 Vet, A. de, ‘Politie erper’, Eindho tw on h sc afi ak van de gr e publieke za Vet, A. de, ‘D elgrado, 2009 ktober of Serbia’, B s la at e iv agazine, o ct M je s ub m ‘S e , It de : . Vet, A ge aan ent’, bijdra engagem ia d e ip ik , ‘W ksten Vet, A. de devet.nl/te w.annelys w w , 6 0 0 2
102 103
55. 56. Ibide m Ib 2010 , , 57 id e . Ib idem , p 56 verh Europa 58 O i d n in . e ,p e 59. Ibide m, p 48 stad sign 94 a De regering D m p 1999 e , uis m, p 53 002 rig th dere 60. , p 3 , L. te 53 m, 2 rdam, a eerja t een an d r M e e , st ott 200 Vet, 03 n en A me aag ij!’, R ders’, Am A. 6, en H werking . Ha m D 61 n n a n n . Ib p 54- de, ‘D ass Desigin same een vmoe(s)t a 62 r g 5561 e p e, ‘ i e d in t t . e a s h u a ld d De m u e ic I e g . e t r b blie 63. ide , p 12 . wer 1, S 018 ste enhaag a, daar ‘De we k m e I 2 d b , eld H 64. zaa ide , p 74 t/m .design orp, J. ‘ Haasse mo m k V . w e e , d , v e(s) g t p a m , ww idden en en A i a n e A 57 ën’ t an de . de sterd 2, M uis, L. t , m A 8 g der A , i 1 m r n , ’ ‘ a p : O s , s r fi 6 D s’, A K 2 e t n s , 5 8 erd win tw d 3 c 9 n . 1 1 a h V , t p ) e a 54 p 59 ms n e , o t s o e ( r m e p t v n p e k , , s o o t terd e , t A h s w , 1999bidem o m n d 2 e . b e in rpe am ww er 20 de, ‘W009, w ns, nr tegen n,’ E De wereld 4, I idem, 1999 e r , k ’ k 61 , . w 0 ‘ 6 4 ia w b h E p i , I 6 k n 6 . , , e , e a , i a w , i s n . 5 m p t 2 n m ‘De M Haas a . d 1 e e a p V n d h r p id d n e et, elys opu e , o t i n g 2 s a v 8 e i 6, Ib aan, F. n en A. m e en, A eng lysd lism d 19 ë ’, A age eve ven, A n’, . de eve eo ders 7, M uis, L. te me 67. mster in: Kw , ‘Ontwt.nl/te f ni indho t.nl 10, s)t an E ( 0 ’ e , 2 n e o / n 8, D p 62-67 77 , d k i t’, b teks uwe nl/t Vet, am, ntes erpe sten aag ld m , iakke ijdr ten ont en H were 1999bidem, p ‘De Man 68. ekste A. de, 2009 sens, n teg , p 1 age , p wer ijk’, D , ‘De r e , e n n t 2 s 9, I aan, F. 13 ‘ e n w , s P a r Pol ps . h a p 69 a 4 r w a h n e n 7 , H a e 3 w 8 m trat i : . Ib t t lv p i . I ij s e a t t , p 10. Mbidem, pen en A. e s 2 ke v nne opu ms ide ela, 200 m, ‘De , , l m ‘ o l h y M m D i g s 11. I uis, L. t r a s a 3 ,p e m e m d d a d e r r 8 2 t e g e e 0 v s g t t e D . r t 1 a s 5 v o e o o z e m r v R M 39 , p n M. Ve 12. , p 101 m i A f t , i n ng’ .nl/ nieu ij!’ e, i van rs’, , m tek .e 40. . Ibiddden we 1999bidem, 1999 van m ande de aar sten p, M ont ove r een moe(s)t Ibid em, dorp t 41 e , 13. I olenkam t 2 w a 006 p 1 . D em p rhe , erp 1999 ar ga e wereld id’, , ww 14. M u stra , 182 J. ‘Ha a, da ‘D 40 Am 42. , p is, L. p 227 w.a t,d p 39 idem, p orp, J. ‘H Haasse, s n t a t 229 e e n b . I a I 4 d r . b e A n d n rg 3. lysd ide 15 am en idde . ten en a M / M p m a e D . A vet t er o en , 16 uis, L .H . Haa 44. 40 lenka p 237 aas een 17. D , p 117 g2 mp se, Du 1999 v 0 a ,M 0 i 1999 n s ‘ 115 3 p D , m, , 10 45 de , 20 m , ew . en 18. Ibi p5 ij!’, . B , p 17 L. te het rijk’, Den Haag ere M. Ro est 0-179n en 19. Ibidem, p 116M. en M. Versteegh, ‘De stijl van ld m t V , e t 46 mp ka e e len n A , rst rda 20. Mo , L. .H . D oe( , Amsterdam eeg 1999 m, aas s)t d moe(s)t anders’ den uis p 55 h, ‘ 200 and Haasse, ‘De werel , L. se, 47 A. , en , ten L. p ‘ D is, No . Ib 278 te 2, p 21. Du ‘ e e D r 48 n o s s e i d -125 ’ t 181 i 124 , t . p e i w , jl v 1999 Am nA me ere 49. Ibid em, a 139 p , e n s . m, p e l de Ibi dm r t H M 22. m e h 5 m inland 2 a r e i 0 0 , d dam -14 0 ass t ri oo oe( geïniiemi, F .htm n 23. Ibidem, p 133 200. Vet, dend p 204 3-20 j a i k v e e s o , erheid ’ , ‘D R ) v , p 147 1651 t o d p 4 s o n A m, D e 6 o de le a Ibi la d 51 , p . d rp 24. stz en nd ew Lap rent /artic en door ers ege Ha ity of dia en ere Ro . Mou 24-25e, ‘D , J. ‘H 25. Ibidem, p149 ’, A ag, , p 6 t, Univers feature/cur ecture) is e ina, In ls’, tte l h m e d a e f 155 C p f , ; id m, 5 d , 10 p it e de n / r 20 m , m Ibi Ib rd 201 ag 2 in: 26. , ub daa Ha .org hion Arch t zie ste oe( 70. 0 n het rijk’, Den Ha liek r g Tro 200. Vet am, C., ‘K 0, ichale dfa.nl grada en laa rda s)t 27. Ibidem, p 20, M. en M. Versteegh, ‘De stijl va uw e z aa 71. M://www.ico(Design Fas .dutch3, p 7 usland 6, p , A. 200 uns w m a c 53 w mp fo n ka t w , a len , , p . ie Mo 0 8 t der 4m ak er e 28. dr FA ht de BZK Haag 20 , rs’, Amsterdam 54. . Ibid 7-8 de, ‘D , p 8 t en s’, van en utch D liteit in tie die ei 2 m W en reld moe(s)t ande n p 73 e p -12 dem Am 72. D e organisa esign kwa Ibid em, Z, OC terdam/De Amsterda A. Haasse, ‘De we de van 0 E en ten s 0 L. u d is, d ie o s ’, r Du r 2 s e s e e 29. blie em p10 ter gra mi r s t cra m ie e d is t t A d n c in n ’, la je dam ,p fisc j!’, tie’ ke erheidld moe(s)t a 1999, p 182 Neder d. Het pro vanuit de m 56 zaa h o Rot in: , -190 de ov stratkv ntw terd Op 30. Ibidem, p 188 uitslant gesteund vorm van , ‘De were D twerp n e a 163 e e p o d s a e r 0 m, s n 18 e de ‘D n o p a Ibi , m rpe a w 31. , ku la, de ieuw tterdam, 2002 n A. H r’, , 200 emse e of n gra nst een van mij!’, Ro , 2010, 32. Ibidem, p 195 Ein 2, 73. Pruis, L. ten e pulism ‘Ha, daar gaat er, ‘De stijl van het rijk’, Den Haag fisc J. o , a rp p do d en t p l D dd s e Mi . gh hov 22 h 33. ho 74 pu , p3 , M. en M. Verstee p 288 tegen 5 en, 7 blie ntw ksten , p 198 34. Molenkamp 1999, idem, p 30 ntwerpen r.4, ke t.nl/te Rotterdam, 2002 erp j!’, e mi v n n ‘O va e Ib n , , ee d s er e zaa p 73 er’ 75 nnelys t, A. d , J. ‘Ha, daar gaat tessen ,E k, 35. Middendorp 5 76. Ven’, in: Kwin009, www.a ind 20 p ë 2 h m, , de ie Ibi g o 36. e ven rdam Amste ,
Noten
at
ga er n
ee va n
ld re
m e nd
n
va
rs
’,
t he
Am
’,
rijk
’,
n De
rs
e nd
Ha
ei
02
20
,
m
a rd
e st
m
da er
4 w,
st
Am
ou
81 p1 2, 00 ,2 , am am , rd rd 10 te te 0 s 2 , ag , m
ot
ta
(s)
,R
oe
ij!’
m
7
104
ma rig the Meerjaet een an , g a a en H erking m sign D nw an ing Deds in same t h een v ic t 1, S 018 stee haag.eu ar gaat er reld mo a e n 2 d e , ew t/m esignd , J. ‘Ha se, ‘D www.diddendorp n A. Haas e M n , 2 , L. te 3, Duis 1 p , 1999 idem, p 54 , p 59 1 oven, 4, Ib em, 1999 Eindh ereld ,’ id n e 61 Ib k w , p k 5 ania em, e, ‘De 6, Ibidan, F. ‘De M A. Haass 7, Ma is, L. ten en hoven 8, Du 62-67 ,’ Eind p n , e 77 k k p 1999 idem, ania e 9, Ib an, F. ‘De M e wer a se, ‘D s M 13 a . a p 0 H 1 n A. idem, 11. Ib uis, L. ten e gh, ‘ 2 12. D p 101 erstee , p 10 1999, idem, 1999 M. en M. V 13. Ib olenkamp, t er 14. M ar gaa p 39 em, p 40 , J. ‘Ha, da se, ‘De w id s p 15.Ib iddendor n A. Haa 16. M uis, L. ten e 17. D p 117 1999,
105
106
107
ontwerper heb je inspraak n oplossend vermogen kun je een ‘Als wat je vertelt maar mensen w • ontwerp voorstel is norme impact een hebben op anderen. ook beïnvloed worden en n Het is daarom belangrijk dat je altijd len ontzettend veel keuze hebb ragen aan jezelf blijft stellen en spie- zo is goed als je je als ontwer elt over je standpunten met ande- Het daarvan bewust bent. Je hebt en.’ b e t r o u w b a r e mens een verantwoordelijkh reclame, respect ook als ontwerper!’ diedusbeelden voor de mens Zelfs als maar waarbij de soci- niet afkomstig zijn uit ale verantwoordelijkheid wordt je eigen visie, zij krijgen genomen. vorm door de ingrepen ‘Een ontwerper van de ontwerper. En is absoluut verantwoordelijk daarmee heeft een ontvoor de producwerper verantwoordeten die hij ontwerpt en daarlijkheid voor alles dat mee ook voor hij of zij de wereld in de productie’ stuurt. Beelden spelen een steeds gro • eerlijke, ontere rol in hoe we identiteit erva dubbelzinren. Beelden communiceren direc nige boodter dan woorden en vormen ee schap machtig instrument bij het beïn •108ruimte te geven aan de ontvanger vloeden van onze meningen. Ee om kritische vragen te stellen ontwerper creëert beelden en da
‘Een vera begi groo zijn a eind tisch mak ontw uitst ten were