Zaaknummer Datum uitspraak Plaats uitspraak
: S21-50 : 12 februari 2016 : Zeist
Bindend Advies in het geschil tussen: F. Sabovic te Breda verder te noemen: Sabovic, tegen: de Gemeente Breda te Breda vertegenwoordigd door wethouder de heer B. Adank, gegeven door mr J.S. Reid, verder te noemen de rijdende rechter. De procedure. Partijen zijn schriftelijk overeengekomen dit geschil door middel van een bindend advies op basis van het bindend advies reglement "De Rijdende Rechter" te laten beslechten.
De rijdende rechter heeft kennis genomen van alle door partijen overgelegde stukken en de vordering van Sabovic. Het geschil is behandeld op de hoorzitting van 22 januari 2016, die is gehouden te Breda. Partijen zijn behoorlijk opgeroepen voor de hoorzitting. Voorafgaande daaraan heeft de rijdende rechter zich begeven naar de in deze procedure bedoelde bomen en heeft hij deze in het bijzijn van partijen bezichtigd. Daarbij was tevens aanwezig de deskundigen Cor van Gelderen, Jurrijn Tack en Emiel Ponte. Partijen zijn in de gelegenheid gesteld op- en aanmerkingen te maken. Partijen zijn op de hoorzitting verschenen en hebben hun standpunten toegelicht. De deskundigen hebben mondeling verslag uitgebracht. Als informant is telefonisch gehoord de heer S. Janovic. Hierna is de uitspraak bepaald op vandaag. Vaststaande feiten. In deze procedure mag van de volgende feiten worden uitgegaan, omdat deze voldoende zijn komen vast te staan. 1. Sabovic is eigenaar van het woonhuis met toebehoren, staande en gelegen aan de Hooilaan 101 te Breda. De gemeente Breda is eigenaar van de strook grond grenzend aan de zijgevel van het perceel van Sabovic. 2. In de strook grond van de gemeente Breda bevinden zich 4 ongeveer 50 jaar oude Acacia’s. De bomen zijn beduidend hoger dan de woning van Sabovic. Drie bomen bevinden zich naast de zijgevel van de woning. Een boom is naast de achtertuin gelegen. De bomen bevinden zich op minder dan drie meter van de erfgrens. 3. Op het dak van Sabovic bevinden zich zonnepanelen, deze zijn in 2009 geïnstalleerd. 4. In 2009 heeft Sabovic voor het eerst de gemeente Breda verzocht om tot kappen van de bomen over te gaan. In totaal heeft Sabovic zijn verzoek nog drie keer herhaald, de laatste keer in 2015. 5. In 2014 heeft de gemeente Breda de bomen aan de zijde van Sabovics woning flink gesnoeid waarbij de kruinen aan de zijde van Sabovic zijn verwijderd. 6. Binnen de gemeente Breda geldt een van artikel 5.42 lid 2 van het Burgerlijk Wetboek afwijkende minimum afstand voor bomen t.o.v. de erfgrens van 50 cm.
7. In 2013 zijn op de Hooilaan 41 een aantal Acacia’s die op zo’n 10 meter afstand stonden van het woonhuis door de gemeente Breda verwijderd. De vordering van Sabovic. Sabovic vordert dat de gemeente Breda de vier bomen naast zijn woning verwijdert, hem een excuusbrief schrijft en zijn schade vergoed à € 3.811,80.
Standpunten van partijen. Het standpunt van Sabovic komt kort samengevat en voor zover thans van belang op het volgende neer. Sabovic stelt onevenredige overlast te ondervinden van de vier bomen naast zijn woning aangezien hij minder zonlicht in de woning krijgt, gevaar loopt door eventueel afwaaiende takken en enorme hoeveelheden bladafval in het najaar heeft. Bovendien heeft Sabovic minder rendement van zijn zonnepanelen, die hij in 2009 heeft geplaatst, waardoor hij ook minder subsidie ontvangt. Ook na de snoei van de bomen door de gemeente Breda in 2014 is het rendement nog onvoldoende. Volgens Sabovic heeft de gemeente in de buurt, met name bij Hooilaan 41, in 2013 wel bomen verwijderd om onduidelijke redenen, terwijl zij bij hem voet bij stuk houden. Terwijl hij ook schade heeft ondervonden van de bomen, een rioolbeschadiging in 1997 en tegels die omhoog gedrukt worden. Ook heeft Sabovic een toezegging van een vrouwelijke ambtenaar aan het loket 22/23 van de Gemeente Breda (eind oktober 2008) afdeling Bouw en Wonentoezicht, die hem vertelde medewerking te verschaffen bij het snoeien/afkorten van de bomen omdat de Gemeente Breda het hebben van zonnepanelen stimuleert. Sabovic heeft hier een getuige van. In 2013 heeft de gemeente Breda bij Hooilaan 41 vier bomen weggehaald. Twee maanden later belde Sabovic naar de gemeente Breda om te vragen waarom daar wel en bij hem niet. De ambtenaar verklaarde toen dat als er mensen achter hem zouden staan dat het makkelijker werd om het weghalen van de bomen toegewezen te krijgen. Sabovic heeft handtekeningen verzameld maar ontving toch weer een afwijzing. Hij heeft een advocaat en boomdeskundige in de arm genomen maar het gewenste resultaat bleef uit.
Het standpunt van Gemeente Breda komt kort samengevat en voor zover thans van belang op het volgende neer. Als er geklaagd wordt over overlast van bomen wordt altijd ter plekke door ambtenaren
gekeken wat er aan de hand is. Iedere situatie is namelijk anders. Er wordt een dossier opgebouwd. Bij Hooilaan nummer 41 was er sprake van de schade door bomen. Het klopt dat er een spanningsveld is tussen het stimuleren van zonnepanelen door de gemeente Breda en het behouden van een groene infrastructuur. Beleid is echter dat gezonde (vitale) bomen in principe niet gekapt worden. Dit is slechts bij zwaarwegende redenen anders. De bomen bij Sabovic komen dus niet in aanmerking voor kap. Ze zijn namelijk gezond en leveren geen gevaar op. Er vindt elke drie jaar een boomveiligheidscontrole plaats. Het rooien van andere gezonde bomen in de wijk van Sabovic heeft weliswaar plaatsgevonden maar dat is het oude hakhoutbeheer en past in de ecologische structuur, wortels blijven zitten en die schieten weer uit. Overigens zijn ambtenaren achter de balie van het gemeentehuis niet bevoegd om over snoei of kappen te beslissen. Mogelijke hinder wegens te weinig zonlicht aan de achterzijde van de woning van Sabovic zal onderzocht worden.
De informant De informant S. Janovic voor zover thans van belang, verklaart kort samengevat het volgende: Een ambtenaar verklaarde dat zij het wel voor hem zouden opknappen. Verslag van de deskundigen. Bezonningsdeskundige Jurrien Tack heeft, voor zover thans van belang, kort samengevat het volgende opgemerkt. Het verschil in rendement voor de zonnepanelen van Sabovic in een situatie tussen de bomen zoals nu zijn, gesnoeid en al en in de situatie dat er helemaal geen bomen zouden zijn is 21% in de zomermaanden/bladperiode en nihil in de wintermaanden. Gemiddeld genomen is er een rendementsverschil van 16%. Rekening houdende met de meetpuntmethode getoetst aan de TNO bezonningsnorm moet er twee uur per dag zonlicht in de woonkamer mogelijk zijn gedurende een periode van 8 maanden (van 19 februari tot 21 oktober) anders kan er hinder ontstaan. De ramen aan de achterkant van de woning van Sabovic krijgen die twee uur zon niet op toetsingsdatum 21 oktober. Zonnepanelendeskundige Emiel Ponte heeft, voor zover thans van belang, kort samengevat het volgende opgemerkt. De zonnepanelen zijn wat kabeltjes betreft niet netjes afgewerkt. De positie van de panelen op het dak zijn gezien de situatie ter plekke en het behalen van een maximaal rendement, correct geplaatst.
Boomdeskundige Cor van Gelderen heeft, voor zover thans van belang, kort samengevat het volgende opgemerkt: Acacia’s leveren ten opzichte van andere bomen geen bijzondere overlast op van afvallend blad. Acacia’s kunnen op 10 meter schade geen schade toebrengen aan een goed gefundeerd huis. Bij een slecht gefundeerde aanbouw zou het kunnen. Beoordeling van het geschil Ingevolge artikel 5:37 BW mag de eigenaar van een erf niet in een mate of op een wijze die onrechtmatig is, aan de eigenaar van een ander erf hinder toebrengen. Of het toebrengen van hinder onrechtmatig is, is afhankelijk van de aard, de ernst en de duur van de hinder en de daardoor veroorzaakte schade in verband met de verdere omstandigheden van het geval, waaronder de plaatselijke omstandigheden. Daarbij is mede van betekenis of degene die zich beklaagt over hinder zich ter plaatse heeft gevestigd vóór of na het moment waarop de hinder veroorzakende activiteiten een aanvang hebben genomen. In dat laatste geval zal hij een zekere mate van hinder hebben te dulden. Afwaaiende takken Wat betreft het gevaar van eventueel afwaaiende takken is niet gebleken dat de bewuste bomen ziek zijn. Voorts zijn de bomen op verzoek van Sabovic stevig gesnoeid. Onder deze omstandigheden lag het op de weg van Sabovic om zijn stelling dat de bomen een bijzonder gevaar voor afwaaiende takken opleveren steviger te onderbouwen dan met de enkele constatering dat de bomen takken hebben. Nu hij dit heeft nagelaten kan zijn vordering op deze grondslag niet slagen. Enorme hoeveelheden bladafval Loofbomen, behoudens enkele soorten, waaronder de laurier en de olijf, verliezen hun blad in de herfst. Door de deskundige Van Gelderen is voorts verklaard dat Acacia’s daarin niet afwijken van wat voor loofbomen gebruikelijk is. Van enige onevenredige hinder voor Sabovic is ook wat dat betreft niet gebleken, zodat ook op deze grondslag de vordering niet kan slagen. Sabovic is daarenboven in deze woning komen wonen toen de Acacia’s er al decennia stonden. Hij zal daarom een zekere mate van hinder ervan hebben te dulden. Dat geldt in ieder geval voor de bladeren die er in het najaar afvallen. Minder zonlicht op de woning In ons land zijn geen wettelijke normen voor de bezonning van woningen. Wel hanteren sommige gemeenten door TNO gestelde normen. Gesteld noch gebleken is overigens dat de gemeente Breda deze norm hanteert. In de TNO bezonningsnorm is bovenvermelde minimumnorm opgenomen. De door TNO opgestelde streefnorm is drie uur bezonning in genoemde periode. Eerst op de hoorzitting is gebleken dat Sabovic in
de genoemde maanden door de vierde boom in de rij (die naast zijn achtertuin) minder dan twee uren bezonning op zijn achtergevel ontvangt. Dit zou hinder kunnen opleveren als bedoeld in artikel 5:37 BW. Daarbij merkt de Rijdende Rechter wel op dat ook in dit geval bij dat oordeel een rol zal spelen het feit dat Sabovic de woning heeft betrokken toen de bomen er al stonden. De gemeente Breda heeft echter toegezegd dat ze deze klacht van Sabovic in onderzoek zal nemen. Hieraan zal de Rijdende Rechter haar houden. Gelijkheidsbeginsel Een overheidslichaam behoort bij het uitoefenen van zijn privaatrechtelijke bevoegdheden de algemene beginselen van behoorlijk bestuur – en derhalve ook het gelijkheidsbeginsel en het vertrouwensbeginsel – in acht te nemen. De overheid dient gelijke gevallen dus gelijk te behandelen. Sabovic begrijpt in dit licht niet waarom de bomen op nummer 41 wel gekapt zijn en de vier bomen bij hem niet. En dat terwijl de bomen op nummer 41 veel verder van de erfgrens stonden dan de Acacia’s bij Savovic. De gemeente Breda heeft hierop geantwoord dat uit onderzoek van de Acacia’s bij nummer 41 is gebleken dat deze door wortelopdruk schade dreigden te veroorzaken. Na toetsing aan de Bomenverordening Breda 2010 hebben Burgermeester en Wethouders vervolgens een vergunning tot kap afgegeven. De gemeente Breda heeft dit standpunt met stukken onderbouwd. De Rijdende Rechter heeft geen reden om te twijfelen aan de juistheid hiervan. Sabovic heeft niet aannemelijk gemaakt dat er bij nummer 41 geen schade was. Het enkele feit dat de bomen daar verder weg stonden van de erfgrens is daarvoor in ieder geval onvoldoende. Nu niet is komen vast te staan dat bij Sabovic schade dreigt gaat een beroep op het gelijkheidsbeginsel niet op. Op grond van de voorgaande overwegingen heeft de gemeente Breda in redelijkheid kunnen besluiten dat er geen zwaarwegende redenen zijn de bomen te kappen. Schadevergoeding Sabovic vordert schadevergoeding. Waaronder misgelopen subsidie en advocatenkosten. Sabovic stelt daartoe dat hij zijn zonnepanelen heeft geplaatst in de overtuiging dat de gemeente Breda de bomen minstens zou snoeien tot de dakgoot van zijn woning, zodat de zonnepanelen voldoende zonlicht zouden krijgen. Deze overtuiging stelt Sabovic te hebben bekomen door een toezegging van een baliemedewerkster van de gemeente. Als kap of snoei volgens het beleid niet mogelijk blijkt, heeft de gemeente Breda door deze toezegging onrechtmatig gehandeld, zo begrijpt de Rijdende Rechter de stellingen van Sabovic. Nu vast is komen te staan dat de zonnepanelen minder rendement leveren dan ze zouden doen als de schaduw van de bomen er niet op viel, komt de hierdoor misgelopen subsidie als schade voor toewijzing in aanmerking. Echter, ook als de Rijdende Rechter uitgaat van de juistheid van de feitelijke stellingen
van Sabovic kunnen deze niet tot schadevergoeding leiden. Hij doet namelijk een beroep op het zogenaamde vertrouwensbeginsel. Voor een geslaagd beroep hierop is onder meer nodig dat er aan de gemeente Breda toe te rekenen concrete, ondubbelzinnige toezeggingen zijn gedaan door een daartoe bevoegd persoon. Dit laatste is door de gemeente Breda gemotiveerd betwist. Desgevraagd heeft gemeente Breda immers verklaard dat de baliemedewerkster niet bevoegd is hierover te beslissen. De Rijdende Rechter gaat uit van juistheid van deze stelling, zodat Sabovic er reeds daarom niet gerechtvaardigd op mocht vertrouwen dat de gestelde snoei zou plaatsvinden. Zelfs al zou Sabovic zijn besluit om de zonnepanelen te plaatsen geheel en al hebben gebaseerd op de toezegging van de baliemedewerkster, dan komt hij op grond van voorgaande overwegingen niet in aanmerking voor schadevergoeding. De vordering moet daarom worden afgewezen. Voor excuses door de gemeente Breda is dan ook geen plaats. Op grond van het voorgaande ben ik van oordeel, dat als volgt moet worden beslist. BESLISSING De vordering wordt afgewezen. Verstaat dat de Gemeente haar toezegging gestand doet om te onderzoeken in hoeverre de vierde boom in de rij hinderlijk is voor Sabovic. Dit bindend advies is gegeven door mr J.S. Reid als rijdende rechter en uitgesproken te Zeist op 12 februari 2016. Bindend Adviseur
Secretaris
Mr J.S. Reid
Mr C.M. Sharif